VRAGENBUS. Ingezonden Stukken. Mocïïten Bere9leij» en C. n genjk- spelen da» zal geloot worden, welk èlffai de volgende bok-erronde bereikt. Land- en Tuinbouw. Waterplanten a's veevoeder. Met het oog op de schaarschte aan veevoedler wordt de aandacht van be langhebbenden gevestigd op de betee- k-enis als zoodanig van ©en drietal wa terplantenj n.l. het algemeen bekenuo eendenkroos (lemna triscula), de water pest (Glodea Canadensis) en iiet zooge naamde roode kroos (Azolla). De directeur van het Rijksiundbouw- pro,ef station voor veévooderondeizucx ie Wageningen schrijft dienaangaande o. m. het volgende: „Het zou zeer gewenscht zijn, indien deze stikstof rijke producten aan de vee- voedering 'dienstbaar gemaakt konden worden. De bedoelde waterplanten kun nen;, na reiniging, in verschen toestand aan rundvee en aan varkens vervoederd worden, welke dieren deze producten gaarne opnemen en goed schijnen te vterteren. J)aar mét het oog op de ge woonlijk onvoldoende beschikbare hoe veelheid gToen.voeder in den tijd, dat d9 waterplanten verzameld kunnen worden hieraan misschien weinig'behoefte zal bestaan, zal het conserveeren ervan ge wenscht zijn. Kunstmatige droging komt m.i. wegens de hooge kosten niet in aanmerking. Het inkuilen zal echter overwegingverdienen." De samenstelling van genoiemde plan ten is de volgende: Een de n kroos: eiwitachtige stoffen 1.8, vetachtige stoffen 0.2,. zetmeelachtige stoffen 2, ruwe ceistof 0.6, vocht 94.3, asch 1.1. Azolla:- eiwitsachtige stoffen 1.4, vet achtige stoffen 0.1. zetmeelachtige stof fen 1.9, ruwe ceistof 1, vocht 94.6 asch 1.0. Waterpest: eiwitachtige stoffen 2.2, vetachtige stoffen 0.3, zetmeelachtige stoffen 5.1, ruwe ceistof 2.0, vocht 88.0, asch 2,4. Dat de genoemde waterplanten naar verhouding een gunsig gehalte van ei- witachtige en zetmeelachtige stoffen be vatten, blijkt als men de samenstelling berekenb der droge stof ervan. Deze wordt dan: Eendenkroos: droge stof 100, eiwitach tige stoffen 31.5, vetachtige stoffen 3.5, zetmeelachtige stoffen 35. AzollaL Droge stof 100, eiwitachtige stoffen £6, vetachtige |stoffen 1.8, zet meelachtige stoffen 35.2. Waterpest: droge stol" 100, eiwitach tige stoffen 2.5, zetmeeüachtige stoffen 42.5. Vraag: Komt in het woord Dorps straat één- of tweemaal de letter s voor? Antwoord: Dorp is hier een twèede naamval, wordt diue dorps, waarachter •straat" gevoegd wordt Vraag: Welke is de regoeringsprijs ■voor erwten, boenen, tarwe, haver, gort en rogge? Antwoord: De prijzen van erwten, boon en en gort zijn bekend gemaakt op d© aankondigingen in de kruidenierswinkels. De maximumprijzen van tarwe, haver en rogge kunt u vernemen óp het distributie- bureau. Vraag: Waar moet ik mij vervoegen voor de betrekking van controleur bij de Ri j'ksdl stributi e Antwoord: Inlichtingen üumt u be«- komem aan de aideeling Inlichtingendienst van het Ministerie van Landbouw, Nijver-' heid en Handel te 's-Gravenhage. Vraag: Met Januari j.l. is er bij mij haver in beslag genomen tijdens het ver voer in de stelling Amsterdam. Zoudt u mij oók (kunnen zeggen, waar ik mij moet vervoegen óm het geld te ontvangen, dat. ik volgens taxatieprijs uitbetaald moet krijgen? Nog nooit héb ik hiervan gehoord. Antwoord: De uitbetaling heeft stel lig plaats, doch we wéten van vele ande ren, dat het soms maanden en maanden duren kan. Vraag: Hoe luidt het Koninklijk be sluit van 8 Maart 1917, No. 57? Antwoord: Wend u tot de afdeeling Bimnonlandsch Bestuur van het Ministerie vaïï Zafifert te «MSraven- bege. V r a' a g: (Ho© kan- ik eert grijs-loeren taschjo zwart Yenven, zonder dat bet af geeft? Antwoord: 't Is met aan te bevelen, dat u zelf een lasiohje beschildert., daar flecker niet tegen allo kleuren, bestand is. Laat het dus over een een lederhandelaar. Vraag: Welk middel is er rcoodig voor de kool, die reeds dit jaar geplaagd wordt door een knol, die ander aan. het blad groeit. Alle jaren groeien beste kooien.in denzelfden tuin. Antwoord: De oorzaak, dat een kool onder het blad groeit, kan verschillend zijn. Een algemeen remedie kunnen wij u tot onaen spijt niet geven. Eenige vragen moeten tot een volgend nummer blijven liggen. Waarcim ik niet slaagde. Onder dit hoofclje schrijft een jjaer- handeiaar in den Middenstandsbond. Ik bezitten kleine zaak in. ijzerwaren, die reeds meer daai dertig jaren geleden gevestigd is, maar Idie toch klein ge bleven is. Ik heb mijn stad zeer in bevol king zien toenemen ien ik heb vele kleine winkels tot groote zaken zien op groeien; ik heb veel kooplieden rijkdom men zien verwerven en een voorname positie in de maatschappij zien innemen. Ik weet, dat mijn met-slagen niet ver oorzaakt werd, dat ik geen gelegenheid gehad heb om goede zaken te doen. 1-Iet moet dus ergens anders aan liggen. Ik kan mijn mak niet meer anders gaan in richten. Daarvoor ben ik te oudj. Maar wel wensch jk anderen de oorzaken mee te deelen die mijn slagen in den weg hebben gestaan. Toen ik onlangs thuis kwam, trof ik mijn bediende in twist met een klant over een sleutel. Hij had hem reeds drie malen, teruggebracht, zed hij, en nog paste hij niel in het sloti Mijn bediende nam het den klant kwalijk, dat hij ver stoord was, ofschoon deze reden had tot entiek. Gij zult me toch' niet komen zeggen, hoe ik zaken moet doen, riep mijn ber diende, toen ik binnenkwam. Wij ga randeerden niet, dat (de sleutel passen zou. Vindt ge hem niet goeid, laat hem maar liggen." „Ik zal hem laten liggen," zei de klant; „omtrent uw zaken doen zou ik heel wat kunnen zeggen. Gij doet bijna alles verkeerd, daarom gaat gij niet vooruit. Adieu." Natuurlijk diende ik mijn bediende een berisping toe, maar ik heb begre pen, dat alles wat de klant zei, volko men' waar was, In de eerste-plaats had ik nooit een bepaald plan om'mijn zaken te drijven. Ik deed nooit eenige moeite om mijn winkel meer dan locale bekendheid ie geven en trok geen Iklanten, dan die welke mijn deur passeerden. Ik hield er een kleinen en- middelma- gen voorraad op na en de helft van de menschen, die binnenkwamen om t.e .koopen, konden niet vinden, wat zij wenschten. Nu zie ik honderd wegen, waarlangs ik .mijn zaak had kunnen greater maken en haar bekendheid ge ven. Ik had specialiteit moeten zijn in gereedschappen en' werktuigen. Er wa ren in mijn buurt vele aannemers en er werdi veel g&bouwdl, maar ik dacht er niet aan er voor te zorgen, dat zij, alles naar hun gading vonden. Ik had ook dé ijzerwaren benoodigd bij het bon- wen in flinke hoeveelheden moeten hebben, maar ik hiiedd er slechts een zeer kleinen stock op na. Mijn prijzen waren te hoogr Ik bouw de mijn winstpercentage op de theorie, dat mijn zaak klein was en het zat er niet aan om te verkoopen als de groote magazijnen. Ik herinner mij, dat een huiseigenaar altijd bij me kwam om spijkers te koopen voor de reparation van verschillende huizen,. ij Eens kwam hij boos binnen. „Ik heb al tien jaren spijkers bij u gekocht en gij hebt mij 25 cent per pond laten betalen en de marktprijs is maar 23 cent. Gij zijt een bedrieger en ik ben van plan je een beentje te lichten. Ik zie nu welke verkeerde taktiek dat is. Ik heb op ctie manier honderd klan ten verloren. Onbekwame bedienden veroorzaakten mij zeer veel moeite en last; maar ik zag geen kans bekwame vakmensGhen te be talen-. Ongeschoolde werklieden i*eroor- zaaktea mij nog meer schade. Ik legde mij toe (op het maken van fornuizen» maar gaf het weldra opj. omdat ik groote verhezen leed1 door mijn onbekwaam werkvolk. Heb'was een. goede gelegen heid geweest om goede en groote zaken te doen, maar ik slaagde weer niet, door dat ik de zaak niet goed had aangepakt. Met geduld, volharding, en de noodige. voortvarendheid ien door medewerking van mijn"personeel had ik een prachtige zaak kunnen hebben. Een' andere han delaar in ijzerwaren in mijn buurt, die een twintig jaren later zijn zaak opzette, heieft zo in .deze richting gedreven en heeft haam gekregen op het gebied van centrale verwarming, ventilatie eiïz. Ik maalt.te nooit eenige reclame, had geen bepaald systeem van verkoop, wist nooib de clientele te trekken door een doeltreffende etalage. Ik verlichtte mijn winkel niet helder en deed geen moeite om hem aanlokkelijk te doen uitzien. In het kort, ik heb alle goede gelegen heden laten passcetren om vooruit te komen en alles verkeerd gedaan zooals mijn booze klant beweerde. Het is mijn ei'gen schuld, dat ik klein gebleven ben. Ik vind geen aanleiding mijn..naam bekend te maken, maar ik hoop dat jonge zakenmensehen, hun voordeel doen met miin ervaring, zoo heeft zij .ten minste nog eenig nut. OORLOGSVARIA. De Fransche graven in Duitschland. Naar aanleiding van de schending van Duitsclie soldaten grave n door de Fran- schen, schrijft een Zwitsersche dame aan de „Zürcüer Post „De omstandigheden leicUien mij ge durende >den .oorlog meermalen naar Duitschland, ondea anderen ook eens naar de vriendelijke universiteitsstad M. Ik bitösacht daar ook een kerkhof en vondel- in een afzonderlijken groep ver- eenigd een aan (01 graven van Fransche krijgsgevangenen, ik ontroerde bij dien aanblik. Reeds destijds verlangde ik vu rig, liet geziene in een Fransch blad te kunnen beschrijven, om den Franschen moeders tenminste 'dien troost te geven, dat hun jongens in het vijandelijke .land waardig ter aarde besteld en hun gra ven goed verzorgd waren. Met liefde en met een smaak, - die een „barbaarscli" volk atle eer doet, vond ik al deze een voudige graven versierd; ieder graf een zorgvuldig verzorgd tuintje. Een volk, dat zijn'vijand in den dood eert, eert zichzelf. Mocht dit overal gescliiedenl U kunt zich voorstellen, hoe schrikke lijk mij denTalve uw schilderingen uit Nesle getroffen hebben 1" Het fort Wiai'.-naison. (Van Duitsche zijde). De overblijfselen van het fort Malrnadson, dat in handen viel der onverbiddellijk vooruitstormen- de infanterie; steken boven de hoogten van den óp deze plaats ongeveer 500 M. breeden Chemin-des-Dames uitvIIet be zit van hel fort is van belang, wijl het een uitstekende, den geheelen omtrek beheerschende waarnemingspost is. De Franschen hebben van,daaruit elk scliot op Laon kunnen conlroleeren, want de lijne omtrekken van den Kathedraal- toren teekenen z-iclT scherp Legen den 'horizon af. De wegen tot aan hel Kanaal lagen' geheel voor hun blikken open. De Duitsche waarnemers zien thans naar het Oosten tot op den sTooten weg Sois- sons—Chauny, die bij Terny—Sorny lijnrecht langs de hoogvlakte loopt; naar het Zuiden ovtsr door oude: en nieuwe ten slotte-in ondergrondsche schuilplaat sen eindigen en naar Douy afioopen tot trechters doorploegde weidelanden, die aan de Aisne-hoogten aan gene zijde van Vaiilly en tot het verouderde, de Aisno beheerschende fort Condé. hetwelk na zwaren strijd in het bezit der Duïtschers kwam. De gevechten om.het fori Mal- maison zijn onmiddellijk daarvoor in twee naar de zijde van het Aisne-kanaal en Laon open bochten van het' dal gele verd, welke zoo steil afdalent dat men moet gelooven, dat een paar man met steienen eük'en aanvaller in het moeras sige dal zou kunnen terugwerpen. In den voormiddag van dep 28en Mei zag men de rookwolken van den reed? verwijdcr- dén strijd zich scherp in heit Oosten om Margeval en Neuville samentrekken. De strijd om den Chemin d& D2mes. (Van Duitsche zijde). Vanaf de streek ten 'Oosten van Courlecon, ten Zuideg van de Aillebte, viel de vijandelijke ver dediging bij zon dier snel ineen. Hier w4! ren de Duitsche veriiezen buitengewoon gering. Uit de voorste stellingen vlaft ten. Zuiden van de Aillette, was de vij, and door het krachtdadige artillerievuur van, den aanvaller ver-dreven, maar m cj0 hoofdstelling boren on den Chemm-dcs- Dames hield hij zich in^ diepe schuil- plaatsen verborgen. Nog tijdens de Duit- scire artillerie met hel krachtigste vuur deze stellingen beukte, trok de'stormen- .de inlanterie over het een kilometer breede moerassige Ailletté-dal en bè. klom de eenige honderden meters sloii zich verheffende hoogten. Bij verrassing drong zij in de morgenschemering op den Ghemin-.des-Dames en tastte den vij. and! daar in zijn schuilplaatsen aan. Da! verklaart de geringe Duitsche verliezen en de groote buit aan gevangenen, waar bij het groot aantal oudere lieden op. vallend was. Vooral zwaar waren de bloedige verliezen der geallieerden )n het dorp Ailles, -waaruit zij zich niel meier te rechter tijd in de schuilplaatsen op de hoogten in veiligheid konden stel len. De nieuwe zware nederlaag der Eu- lente is in scherpe tegenstelling met dj hoopvolle f\nerwac)hlli/ngeiv die) van IJ- eenheid in het opperbevel bij de Entente verwacht werdi ALLERLEI. Motten. Johanna-' Breevoort gecfl in „Chrisle. lijk Vrouwenleven" het volgende miij, del-legen motten: vVanneer men bont of kleeden we^i bergt in doeken, ec-isl gedrenkt in pekt! en daarna gedroogd komen er absolud g§en molten bij. Mollen kunnen niette gen keukenzout. Toen ik m mijn hun kwam wonen wemelde het in de keukei en in de gang van motten. Ik strooidt onder de matten in de keuken en in d; gang rijkelijk keukenzout, stopte ooi alle naden en scheurtjes vol. In hu eerst vónd ik avond' aan avond tien, twintig wormpjes. (Motten zijn nacht dieren; men mo'et altijd' 'savonds opir, speclie uitgaan). Het resultaat is di twee zomers verrassend. Ik zie m slechts een enkele. Het zout smelt allcec als het he'ed warm is, danfhoet men htl 's morgens opvegen. Anders liet ik ha- maar rustig onder de matten liggen. De toren van Bab©. •De mtgraviingen van den toren' va Bafbel, -welke door het ..ileutsche Ones Gesellschaft" onder leiding .van. prof. K4 dewey sedert 18 jaren onafgebroken zip voortgezet-, moesten door de inname va {Bagdad door deTSngeJ-oah-en, geslaakt m den. In de mededeelïngien dieir veroeMgfy Vertelt praf. Koldewey eenige Lijf.oud© heden over den weneld^ermaarden, lorei, welke ontleend zijn aan een vei'ha.ncteliDj op een BaDylonisdren aarden tafel uit k jaar 229 vóór Christus. Daaruit blijkt, ti de toren eigenlijk een soort tempel wa, bestaande uit een ruiLmte, omgeven dei: zes theiligdooninetn'. Uit de toeschrijving tf de Babylonische tafel is Verder af (c fc den, dat de toren reeds tijdens het leva van den schrijver der tafel een volkome ruïne moet zijn giewcest. Alexander -Groote had 100 jaar te voren het pla opgevat, den toren in zijn oorspronkelijk toestand te herstellen, welk plan tongp volgie." van den vroegtijdig en dood van dB veroveraar niet werd uitgevoerd. HGuten hurften. Het gebrek aan kurk heeft er toe gelé! dat bordpapier en andere stoffen ter tb vanging der kurken op-de flessehen get zigd werd. Een Berlijnsche ondernenia brengt thans*houten kurken op de marl, die zeer schijnen te voldoen. Als grondt daarvoor dient het hout van berken, elic, linden en populieren, waarbij door een zondere bewerking de elasticiteit van 11 hout wordt verhoogd. De houten stopi< izijn hol, waardoor zij vast tegen de wa den der flesch, kunnen aangesloten words De elasticiteit is zoo groot, dat bij lid in slaan in de flesch met de hand of d(« middel van de machine het glas geen ft vaar loopt te breken. Voor hot uittrekt dient een afzonderlijk instrument. nieuwe kurken moeten zelfs geschikt si voor het afsluiten van flessehen imet fl neesmiddelen, ouden wijn, en andere stó fen, zonder, dat de kracht daarvan utgaii (Builen verantwoordelijkheid der Red.) Neutrale Partij. Geachte- Redactie, In liet verslag der vergadering van de Neutrale Partij jpreekt uw verslaggever «iju vcrwi.miering.uit, dat een zekere heer Kleinbloescm door den heer Henri ter Hall werd medegebracht oun ter vergadering te .presideeren. Als korte weerlegging diene: Ondergeteekende leidde de vergadering namens het hoofdbestuur in. De president vanj Oieij plaatselijk comité, de heer P. Vink, was door uitstedigüieid wegens werk zaamheden verhinderd, waardoor ik op verzoek van 't comité het presidium oyer- nam. Leest men echter, de beschouwing over neutraal of neutraliteit in een uwer hoofd artikelen in datzelfde blad, dan komt het geheele verslag van ornze vergadering in eep eigenaardig licht te staan. Gelukkig, zijn wij neutraal, d. w. z. on partijdig. onbevooroordeeld. Dat dit een niet te verwerpen stand punt is, blijkt wel degelijk uit het feit dat u er een speciaal artikel aan wijdt, waar in u dit tracht te weerleggen. Of u dit zal gelukken, geloove wie 't wil. Met beleefden dank, Hoogachtend, FRITS KLEINBLOESEM, Hoofdbestuurder Neutrale Partij. N asch rif t. 't Is niet onze bedoeling tegenover den heer Kleinbloesem hier nog maals uiteen te zetten het standpunt dat wij, Katholieken, innemen ten opzichte der z.g. neutraliteit in dc politiek. Neu traal zijn in de praktijk is absurd. Trou wens dit bleek o. voldoende uit het be toog van den heer Koppejans, die een soort program van actie voor de Neutrale Partij ontwikkelde, waaruit geensizins smette'looze neutraliteit bleek. Dat de heer Kleinbloesem de vergadering namens het hoofdbestuur leidde, was ons onbekend; wij hadden de mededeeling er van niet gehoord op de vergadering. Eenige opmerkingen omtrent „hinderlij ke interrupties" van den verslaggever hebben wij uit dit ingezonden stuk geschrapt, aangezien deze interrup ties niet door onzen verslaggever, doch door die van een ander blad ter plaatse zijn gemaakt. Redactie. Leger en Vloot. Geneeskundige hulp bij ortgievallen enz. Door den minister, van Oorlog is be paald, dat, wanneer bij ongevallen of an dere omstandigheden, waarbij plotseling geneeskundige hulp noodig is voor den toetrokken militair, een officier van gezond heid niet spoedig genoeg ter plaatse kan cijn, de hulp van een burger-geneesheer kan worden ingeroepen. Wordt aldus gehandeld, dan moet hier van onverwijld kennis worden* gegeven aan den inspecteur van den geneeskundi gen dienst der landmacht, met vermelding van de omstandigheden, die tot het in riepen van de hulp hebben genbodzaakt, van de aan de verleende geneeskundige hulp verbonden kosten, alsmede van naam en voonplaats van den geneesheer. SPORT. VOETBAL. Wedstrijdprogramma voor Zondag: NEDERLANDSCHE VOETBALBOND. Kampioenschap van Nederland. Amsterdam: A. F. C.Willem II. K amp i oenSwedStr i j d. Westelijke afdeeling. 3e klasse. Utrecht: VeloxU. S. C. LEIDSCHE VOETBALBOND. 3e Bekerronde. Voorschoten: BeresteijnL. F. C. VI (tev ens comp etitie-wedstrij d) 4e Bekerronde. Voorschoten: Beresteijn IIL. F. C. I. Loting voor do 4de Bekerronde. De loting voor de 4de Bekerronde had tot resultaat: Beresteijn IIL. F. C. I. Sportman IWinnaar. BeresteijnL. F. C. II. „Is het dat", mompelde Bruno peinzend. Het zware geldelijke offer, dat Everhard's vader had willen brengen, had de gevrees de ramp niet kunnen afwenden. BiMno dacht vergeefs na, wat den echuldeischer van Everhard kon hebben bewogen, ondanks zijne belofte, tot het einde der maand geduld te hebben, reeds thans tot een vervolging over te gaan. „Gij ziet, dokter", hernam de controleur, „ik kan niet anders, ik moet uw patiënt gevangen nemen. Bruno had zich intusschen hersteld. Hij nam den controleur bij den arm en in deze vertrouwelijke houding miet hem voort- Schrijdend, zei hij: „Laten we in het gaan daarover praten. Ik heb haast, naar huis te komenDen ritmeester wüt gij gervangen nemen? Maar dat kunt ge niet, hij bevindt zich op Nederlandschen grond." „Ja, dat is eoo, maar -hij is Pruisisch onderdaan en de Nederlandsche regeering levert hem echter uit, zoodra wij het vra gen." „Ook indien zijn uitlevering zijn oogen- bükkelijkenl dood tfcn gevolge heeft? Gij zult er toch niet op staan, in het bezit van een lijk te komen." „Staat het dan zoo slecht met hem?" „Helaas, of moet ik zeggen gelukkig? Hij kan hoogstens nog drie dagen leven. In dien gij aan het gerecht te Zutfen schrijft, om zijn uitlevering te vragen, aal zijn ein de zijn ingetreden, voor gij antwoord hebt ontvangen. Wat voor nut hebt gij daar van?De onschuldige familieleden van den misdadiger zullen echter bitter leed en droefheid er door ondervinden. De schande van den roofmoord, die dan ook zou uitkomen, zou niet meer hem treffen, maar zijn ongelukkigen vader en zijn on schuldige zuster." „Wat moet ik dan doen?" vroeg de con troleur. „Daar ik het verblijf van den mis^ dadiger ken, moet ik toch de mij gegeven instructie nakomen." „Schrijf aan. uw overheid, dat de rit meester weliswaar hier geweest is, maar reeds de Nederlandschc grens heeft over schredenEn vraag dan een instructie voor uw verdere houding. Gij wijkt daardoor geen haar breed af van de waarheid en doet je plicht. Het schijnt me toe, dat gij op deze wijee zeer correct te werk gaat. „Zult u echter daarmee geholpen zijn?" „Zeker, want eer gij antwoord op uw schrijven kunt hebben, is de ritmeester overleden. Tegen een doode echter kan zelfs de strengste overheid niets doen, te meer, wijl hij geen cent nalaat." „Wat is er dan met het geld geschied, dat hij den armen Jan Peerebloemi ontsto len heeft?" „Ik heb het in zijn kleeren gevonden en den ouden baron overhandigd, aan wien het toebehoorde. Het grootste gedeelte heeft deze reeds vanmorgen weggezonden, om de dringendste schulden van.zijn zoon af te betalen. Honderd gulden heeft de baron door mij aan Jan Peerchloem laten geven als dank voor eijn zwijgen." „Zoo, ik had nooit geloofd, dat die gie rige oude ooit tot zoo'n goede daad in staat was.' „Die daad is ook niet van hem1 zelf, maar van zijn dochter uitgegaan." „Ja, dan begrijp ik de zaak. Hier scheiden onze wegen, ik moet nog even op den kloosterhof zijn. Goeden avond dokter, ik wensch u een aangename nachtrust."' Bruno's vermoeden o-mtrent het nabij- zijnde einde van den ritmeester wead ver wezenlijkt, Hij stierf op den dag, dai zijn grootmoeder begraven werd, op het stille, kleine kerkhof in den ^chaduw van den kloositertoren. Zoo sliep do hoogmoedige, en wereldsche dame den taatstcn silaap te midden der bescheiden grafheuvels, wier aanblik zij tijdens haar verblijf in Ravens- bruch zoo angstvallig had gemeden-. De ingewijden hielden de verwonding, zoowel als den dood van den ritmeester geheim. Des nachts maakte' Jozef van eenige oude eikenplanken een kist. Den volgenden nacht had in het geheim de begrafenis "van den ongelukkige plaats. Daar hij .zich met God verzoend had, wilde de pastoor hem een christelijke begrafenis niet weigeren. Toen diepe duisternis de aarde bedekte, trok de droevige stoet in het holst van den nacht door de heide naar den doodenak- ker. Voorop ging de pastoor, aan zijne eijde cle meester met den wijwaterketel en het kruis. Daarna kwam de met twee paarden bespannen boerenwagen, waar op de doodkist stond, naast de paarden schreed Jozef, die in eéne hand de teugels, in de andere een keine lantaarn hield. Het kleine gevolg werd gevormd' door de zusïter van den doode en de zuster - van den pastoor, Brüno en de controleur. De baron had zich voor te ziek verklaard, cmi aan de aangrijpende nachtelijke plech-' tig heid deel te nemen. Het liep tegen half een. Men had dit uur gekozen, om er .zeker van te zijn, dat unien geen levend wezen .in het zwarte veen ontmoeten. Maar op dat uur ging js een boer met een vroedvrouw, die hiji Ranstetten was gaan roepen, door de;i de, en de nachtelijke lijkstoet kruiste ongeveer duizend shreden hun weg. man en de vrouw bleven vol onlzcM staan. Zij sloegen vol sehdik het eenc na het andere en snelden daarna void zetting naar huis, waar zij met fiïv£1 lippen hun ontmoeting verhaalden. Eer een maand verging, was cr geen L renhofslede tusschen Ranstetten en 1L lo; waar men niet bij het turfvuur vert had van den nachelijken lijkstoet, die' cman en de vi'ouw hadden ontmoet. Natuurlijk werd deze geschiedenis meen in verband gebracht met liet sp beeld, dat voor een reeks van jaren W Everdink verschenen was. Daar de personen, die aan de begrip hadden deelgenomen, niet mochten zeg? hoe de zaak aan den steel stak, vertelt11 nog heden ten dage in het zwarte veen' de nachtelijke begrafenissen der der heide. (Wordt verwik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 4