voor. hel laatst verkrijgbaar 2.»jn op Maandag 8 Af* ,1 a.-, u u Kar.loie vau hc-t L; •iisrii.ddel' ri bedrijf y. Tolstraat. Bons. in hel tijdvak van 7 tot en mei 20 Api ii (dus 14 dagvn) zal verkrijgbaar zijn op bon 50 200 gr. groene erwten; bon 51 100 gr. bruine boonen; bon 52 150 gr. vet; bon 55 en 56 ieder 4 K.G. zandaardappelen. Op bon 53 zal mits aangekomen, voor een tijdvak v&n 4 we ken verkrijgbaar zijn 1 ons zeep. Bon 54 is gedurende 1 week geldig voor l ons eenheidsworst mits aangekomen. Menu centrale keuken. Maandag: erwtensoep; Dinsdag: aardappelen mqt zuurkool; Woensdag: idem: met andij vie; Donderdag; idem met roede kool; Vrijdag: idem met koolrapen; Zaterdag bruine boonensoep. Brandstollen. Door de brandsloffen- cornmissie wordt nog steeds buiten rantsoen beschikbaar gesteld: papier- briketten en lakken bossen,, tegen den reeds vroeger aangegeven prijs. LISSE. Bons. Gedurende de week van 8 tot en met. 13 April is verkrijgbaar op bon 41 een ons groene erwten; op bon 42 eens ons bruine boonen; op bon 43 4 K.G. aardappelen, en op bon 44 een ons koelhuisboter. Alzoo is er weer geen vet Dal is nu reeds de tweede week dat er lieen vet beschikbaar .wordti (gesteld,' hoewel er Winkeliers zijn, die een hoe veelheid in hun winkel hebben. Waar moet dat heen? Ilyaneinthen. Aan hen, die belang stellen in de bfoe-mbollenvelden, deelen we mede, dat thans de hyacmthenveldeu op. z'n mooist zijn. NIEUWKOOP. Distributie. In de week van 8 tot 14 April is in deze gemeente verkrijgbaar op bon 142 250 gr. groene erwten; op bon 143: 50 gr. bak- en braadvet; op bon 144: 4 "K.G. aardappelen. Fl UNS ATE Rv/OU DE. Een wegwijzer. Vanwege de A. N. W.B. is op de scheiding Rij n zat er wou do- Leimudden een wegwijzer geplaatst. Voor de vreemdelingen wel een gemak, daar er nogal eens onnoodig éen reisje omgereden werd. Aardappelen. Deze week zijn alhier voor de gemeente aardappelen aangekoi men. Maar wij vernemen, zijn ze heel goed. - - VOORHOUT. Bene. Geldig verklaarde bons voor het tijdvak van Zaterdag 6 'tot en mèt .Donderdag 11 April: (Bon 42a voor een half ons gort; bon 43a voor een half eins vet; (bon 4^a voor eon one bruine (boonen; bon 45a voor twee ons groene erwten; bon 46a voor 4 K.G. aardappelen. Mededeeling: Bij de winkeliers is Loel- huisboler verkrijgbaar ZOETERWOUDE. Vet. Nadat de gemeente andermaal verscheidene weken verstoken van regee- ringsvet is geweest, cal' eindelijk in dezen nood worden voorzien. Officieel is thans bekend geworden dat de hoeveelheid van 1600 K.G., die de gemeente tegoed heeft over de maand Maart, den 2óen Maart is afge zonden. Hoe het «met de hoeveelheid van de maand Februari zal gaan, kunnen wij niet met absolute zekerheid zeggen. ZWAMMERDAM. —Bons. in de week van 8 lot 21 April (dus 14 dagen) zal verkrijgbaar zijn op: bon 63 75 gr. havermout; bon 64 100 gr.- ze.ep; bon 65 250 gr. gToene erwten; bon 66 4.00 gr. bak- en braadvet; bon 67 8 K.G. aardappelen; bon 68 100 gr. capu- cijners. Voor hen, wier inkomen minder dan f 1200 per jaar bedraagt en daar nog recht op hebben, schoenen, klompen en schoenen-reparatie-bons .alsmede sajet a 00 cent per knot, verkrijgbaar op .Woensdag 10 April tusschen 10 en i2lA en 2 tot 4 uur ter secretarie. Alsook op Donderdag 11 April tusschen 10 eji uur ten huize van den veldwachter K. Verweij aan de Overtocht. L?nd- en Tuinbouw. Onze veestapel. De Minister heeft gehoor gegeven aar: de klachten, w elke de laalsle weken van verschillende zijden zoowel van dei', handel als van _den veehou'der wer den geuit over de"bedreiging van onzen veestapel. Ging het afslachten van net vee door als tot heden, dan zou het einae hel spoedig einde zeker den last dragen. Verboden was het slachten van „kennelijk dragende runderen"; pinken, kalveren en andere koeien, die niet dui delijk drachtig bleken,-mochten worden gesiacht. Deze vrijheid werd een bedrei ging van den veestapel, zou tengevolge Rebben, dat er over een paar maanden ..•ijna geen koelen .meer zouden zijn. Hierop is de Minister gewezen. Op 23 Februari werd reeds door de Friesclie Mij. van Landbouw bij den Minister aan gedrongen op een voorloopig absoluut slachtverbod; eenige dagen later deed dezelfde Mij. een beroep op de Regee ring in haar geheel. Voorts gaf zij als haar mecning te kennen, dat noodigj was: net nagaan van de uitkomsten der inventarisatie (veetelling) en op grond van dez& uitkomsten een stelsel van rantsoeneering en distributie. Dit laatste zal nu komen. Door de Rundvecvereeniging wordt in opdracht van den Minister een Rundveekantoor opgericht. Door aankoop op de markt, voorts door overneming van dieven, welke door organisaties van veehouders worden aangeboden, - zal men in de vleeschbehoefte trachten te voorzien. Komt er langs Uezfcn weg piet voldoen de, dan zvl tot inbezitneming worden ovtirgrgücin. !-e burgemeesters zuiien, do veel:oud'-moeten aansporen oen het slachtvee, dal zij hebbi 11, tc leveren. L Is natuurlijk in hel telang der vee houders zelf, dal zij zooveel mogelijk ook in deze medewerken. Vóór 1 April moeten de gemeenten hun behoeften op geven bereken 1 naar een ranlscen van 200 K.G. per 1000 inwoners per week. Dat is zuinig; slechts 2 ons per hoofd en per week. Kinderen beneden het jaar worden niet meegerekend. Wie toestem ming heeft voor liuisslachling, na 1 April, deelt ook niet in de rantsoenee- ï/iryg. Misschien kan later iqts meer gegeven worden. Voor het oogenblik. acht de Minister deze beperking noodig wegens den achteruitgang van onzen veestapel. In Mei/Juni 1910 werd de grootte hiervan geraamd op ruim 1.578.000 stuks, in Maart/April 1917 op ruim 1,528.000, thans op ongeveer 1.346.000. Deze cijfers wijzen dus op een sterke afname. De Vleeschvoorziening laat zich der halve donker aanzien. Maar dat ook de veehouder zich bezorgd maakt, is waar lijk geen wonder. Na het te gronde gaan der varkensmesterij dreigt thans de ont wrichting der veehouderij. Blijft men vee vorderen als lot heden voor cie slachtbank, dan zal dit ook een knaK geven aan de fokkerij; gebrek aan krachtvoer noopte tot liet gebruik van melk voor den veefok, en bij doorgaand slachten zal ook de melkproductie afne men. De inbeslagneming en het slachten van niet slachtrijp vee zou er toe leiden, dat er straks ge^rr vee zal zijn om te weiden. Niet alleen de voedselvoorzie ning zou lijdenv maar het veehouders- bedrijf, inzonderheid de weiderij, zou tevens geheel ontwricht, ja, geheel on mogelijk. gemaakt worden. Met het oog hierop werd door den Raad der go- teeente Beemster en ook van andere zijden tot den Minister het verzoek ge richt: den veestapel thans zooveel moge lijk intact te houden, om daarvan het grootst mogelijke profijt te hebben. Het in beslag genomen vee was bet materiaal, waarmee 'de veehouders hun bedrijf moesten uitoefenen, het staat ge lijk als zoodanig met het zaaigraan der bouwboe-ren. En voor den boer en voor dej^onsu- ment is dus de voorgenomen beoerking van het vieeschgebruik v/enschelijk: vooi den laatste, omdat daardoor vele jonge dieren en magere koeien in de volgende maanden nog kunnen Roeien en straks een paar honderd kilo's aan gewicht vleesch en vet meer kunnen opbren gen. Of echter met de rantsoeneering. als de Minister wil, het gevaar geheel zal worden gekeerd? En het niet beter zou zijn een tijdelijk algeheel slachtver bod uit te vaardigen? Daar zouden onge twijfeld velen tegen sputteren, maar ais men bedenkt, dat er nu reeds een groot deel der bevolking zij die ook overi gens het minst in staat zijn zich behoor lijk te voeden het zonder vleesch moe ten stellen, dan zou- zulk een tijdelijke vleeschonthouding waarlijk zoo erg niet zijn. Als de regecving dan tevens tegen verminderden prijs boter en kaas ver krijgbaar wilde s'tellen, dan zouden ve len zeer zeker den maatregel toejuichen. „Wij zien maar één middel" schrijft Akkerman in „De Veldbode" van 10 Maart „om die ramp (dat er straks geen vleesch meer zal zijn) op'hct geoieu van onze levensmiddelen voorziening ie voorkomen. Dit middel, dat helpen kan is: gedurende twee maanden geen vleesch meer te laten eten dan enkel in do ziekenhuizen en voor onze kran ken in huis; twee vleeschlooze maanden voor alle Nederlanders, rijken en armen ook voor onze' soldaten. Wordt deze maatregel niet spoedig toegepast, aan zal ik de toekomst eens voorspellen. Dan zijn e-r aan het einde van dit jaar 1918 geen varkens en geen runderen en geen schapen meer om te slachten; dan be ginnen we aan... de paarden en... de geiten." We willen hopen, _dat de sombere pro fetie van dezen schrijven niet in vervul ling zal gaan, maar onze Regeering door wijs beleid het gevaar, dat dreigt voor de volksvoeding en onzen veestapel beiden, zal weten af te wenden. G. B. Houdt beak! Wie s c li 1* ij f t, die ib 1 ij f t. Er begint waarlijk hier en d'aar onder de landbouwers belangstelling te komen voor (het boekhouden. Het is nog niet zoo lang geleden, dait dit .adlgvonesn werd ver worpen als iets omirmiig-s, iete onmoge- lijiks ein omvocrdigs voor den boer. En een groot proeent gevoelt ei- ook op] dit cogen blik nog weinig voor. Maar er is 'n kente ring en niet weinigen gaan zelfs aanpak ken. De invoering der mkcmstenibelasting beeft er niet weinig toe bijgedragen, dat men er eimdolij-k too gekomen is. -Men wi'-die en dit is begrijpelijk niet graag te veel betalen. Men werd geprikkeld door den willekono'igen aanslag van den fi&cu.s-amibtenaar. De gedachte, geheel af te hangen van het oordeel men zou baast zeggen, de genade van dien ambte naar, maakt wrevelig en voerde tct -een coxdaat besluit. Men wilde rechtvaardig behandeld worden; zelf ook weten: zco slenk mogelijk staan tegenover den bclas- tingman, door dien zijn» beek te kunnen voorleggen. Zoo kwam men tot het beek- houden an daardoor ook menigmaal tot do .ervaring, dat,... de ambtenaar he: r.iet altoos zoo mte ihad, zoo ver van de v.-aar beid was. Dat,... men groot er inkomen 'had, dan mien ooit had kunnen donken. Men kreeg eerst een juist inricht, wa.t eigenlijk onder inkomen, waarnaar belas ting moet worden 'betaald, wordt verstaan» Veten deden dus de ontdekking, voor niet, weinigen beufdh een openbaring, dat zij rijken- waren, vooral in betrekking tot yelen hupper m-sde-meaisclieui, dan &jj zich ie voren hadden gewaand. Dait zij dus feitelijk reedis te goeder trouw tie min belasting. hadden betaald. Er is een spreekwoord, dat zegt: „Gfeen burger weet boo een boer aan den kosit komt", inaar door het (boekhouden hebben de boeren leierew verstaan, wat een bur- gtonhiuishouding kost; ook: ho,e moeilijk het moet zijn voor menig aibefiders- em bur- gergieain, diat m.oet leven met een beperkt inkomen-, om door d)en tij'd vooral dezen tijd to komen. >ZJoo beieTt dus het bodkhbuden biet on- mtisibare - nut, dat de boer èn zilch zelf èn anderen, op d'e rediite waarde in zuiver geldenjlkesn, stoffelijkeai ein leert eohal ten, en dart. de fiiscus, de schatkist, krijgt .wa,t heen toekomt, niet te veel, niet te weinig. Maar er ils vioor den landbouw er nog een ander en veel grooter voordeel aait bet boekhouden verbonden, dit namelijk: diat hij- zijn bedrijlf d'e financieel1© be- teekenia or van in zijn verschillende omdierdieelen beier leert kennen; wè,t de-zic h-em opbrengen, hoeveel winst of... (hoeveel Verlies. Hij deert. ons daaixiloor inzien, hoe Op het veld is er zoo groot versichi'l of slecht boert; en waaraan dit vooral te danken of te wijten is. Hij komt daardoor van zelf lot die vraag: te mijn wijze van boeren goed; kan iik zóó voortgaan of moei ük mijn bedrijf wijzigen, misschien wel oen heel andere richting inslaan? 'Door het boekhouden wordt de boer actiever, waak zamer; leert hij moer op aülefe, ook op de kleintjes, letten. Gaat hij letitew op wat do omstoimdigh e d etn(ie eil&cheni van d'en tijd «als wensdhelijk en noodzakelijk voc-r- e&brijven. Hij zal bijtij dte de bakente ver zetten ate bet getij verloopt. (Hij gaat- mee mot zijn tijd. Niet minder dan voor den zakiemma geldt voor den boer: „Wie ejcbirijifiti, die blijft", en „Wie telt. krijgt geld". Trouwens ook die boer, de een meer, die and-er minder, te zakenman: hij koopt en verkoopt geregeld. Hij koopt zijn grond stoffen (kunstmest, veevoeder, zaaizaden), hij koopt vee, paarden, (biggen, wenk,tui gen, g/rond, hooii, enz. Veel hiervan ver koopt bij weetr. voorts die producten ui' zijn stol (zuivel), van d'en akker en fluet hooiland'. Hiervan reeds dient hij nauwkeurig boicik te houden. Maar voorts ook, van al wat uiit zijn bedrijf komt en hi'erin weer verwerkt wordt. Van hetgeen in zijn huis houding noodig is. Slechte de boer. die aan het eind van t jaar mét juistheid kan nagaan, welke de bronnen zijner inkom sten zdjm, weliko zijn uitgaven^zal in staat zijn om met oordoól, du® met" het grootst mogelijke voordeel, te boeren. 't Zijn twiee aardige, twee gouden spreu ken, welke we hierboven noemden: „Wie schrijft:, die blijft" en „wie telt, krijgt gleld". le-dler mensc.h motet ze 'weten, maar vooral de boer'mag zo niet onder de kl'om- pien schrijven'. De heer P. J. Rutten, die dikwijls le zenswaardige artikelen schrijft in „Land en Vee", schreef daarover eenigen tijd ge leden o. m. het volgende: Wie alles wat in zijn vak van belang is even opteiekient, wie zijn mee en tegen vallers schrijft in een boek, dat kort. bij de hand is, zal bi j ven: Immers in d at boek zit voor hem de beste Leer, die er ter we reld bestaat, diat is de onderwindlimg. Er zijn inemsichen, die zleggem, diat ze het allemaal best onthouden kunnen. Ik wil gele oven, dat hun geheugen geen ton zionder bodem is, maar daar is zoo licht in een ton een plaatsje, waar wat door kruipen wil, vooral ais die ton wat ouder gaat worden. Ik héb een eemvoudïgen, verstand igen keuterboer gekend, die de ondervinding van meer dam vijftig levensjaren in een boek had bijgeschreven, het weer, den airbafd, den efand. der gewassén-, d:en oogst, den 'llêveaiisliocp vaai zijn kindlercn zdjm koeien en varkens. Later, toen hij om de tachtig ging, kon hij or met waar genot in zitten lezien, dan leerde hij weer zijn werkzaam en vredig leven van voorheen. De tweede spreuk: „Wie telt, krijgt geld", trclkt all:e boeren en alle andere mernsehen «eer a.an hot hart. Geld is zioo gemakkelijk. Een boer mag wel degelijk goed tellen, op het veld en bij (het vee. 'het veld is er zoo groot verschil tusschen een Verwaarloosd en een goedi verzorgd gewas. Wie scherp toeziet, merkt, zioo hoeveel arbeidskrachten er tegenwoor dig te kort komen. Als men aan het tellen gaat, zaet men hoe één dag weikems te jui-ster tijd beis-lissen kaai over het wel slagen van een gewas. Als men telt, merkt men ook wat verschil ex is in opbrengst tusscihen de verschil lende soorten of variëteiten van een ge was.. Het oudé soort, dat véle tientallen van jaren z-oncler verbetering is geteeld, moet dn opbrengst: a dh ter sta an bij vele nieuwe soorten, die door zorgvuldig uit zoeken en kruisen verkregen zijn. Het veld zal in cijfers Leeren, dat vol ledige bemesting de loomendste is; maar tegelijk ook, dat ieder gewas ziijn hijzen- dc'J-e behoeften heeft, waarmee men nood zakelijk rekening houden meet, als men voordeelig bouwen wil. Vooral moet er getold worden bij het vee.. Wde vee wil houden zonder schade, moet vooral rekenen met prijs en gehalte. Twee rantsoenen kunnen gelijk zijn in prijs en toch zoo verschillend in gehalte, dat het rantsoen van goed gehalte winst geeft en het andere rantsoen ver-Hek Evenzoo kunnen twiee rantsoenen gelijk zijn in gehalte en de prijs zoo verschil lend, dat het eene rantsoen voordeel geeft en het andiere rantsoen d'en boer «arm maakt'. Daarbij: men kan een jong paard zoc> ziwaar laden, dat het op de b con en bedor- ■yjen is, eer het tien jaar oud irs. Even zoo kan men door heard vo^en ae^ djer. zoo zeer schaden, dat het voor zijn gansche leven geknakt is. Schrijven on telden is het behoud ge weest voor menagen boer. C. B. ALLERLEI. Wat sommige bloamen beteekenen. De gele anjer is, volgens >,de Holland- sche Huisvrouw", het heeld van de min achting, omdat deze bloem de minste harer zusters is en de meeste zorg ver '4ischl, evenals menschen, die weinig beteekenen, meer aanspraak maken dan anderen en zich daardoor verachtelijk aanstellen. De brandnetel is het beeld van de wreedheid; de reden daarvan ligt voor de hand. Al komt men nog zoo vrien delijk naar de brandnetel toe, toch kwetst ze de hand, die haar aanraakt. De pijnboom is het beeld van de stout- moedigneid; deze boom groeit niet 111 de nederige tuinen der vallei, doch steekt zijn noofd fier in de lucht op de hoogste bergtoppen en verheit zich 10; hoog in de wolken en, als hij eenmaal van zijn bladeren ontdaan is, dient mi voor mast op het een of ander schip en doorklieft daarmee onverschrokken de Oceanen. De wilde pruimeboom is het beeld der onafhankelijkheid; deze boom is, om zoo "te zeggen, niet te temmen; hij kan net verplant, noch gesnoeid worden, en om een lammen pruimeboom te krijgen, plant men een tak ervan op een abnko- zenboom. 1 De onrechtvaardigheid wordt in de plantkunde vertegenwoordigd door dc hop, men zou die plant ook het beeld der inhaligheid kunnen noemen, daar zij zich overal heen verspreidt en het beste terrein voor zichzelf kiest, zonder er op te letten, of anderen er meer recht op hebben. Ofschoon door de bierbrou wers zeer gevocht, is de hop, wat haar karakter betreft, niet aan te bevelen. De balsemine is het beeld van het on geduld, deze plant heeft vijf zaadlobben, waaruit de zaadjes plotseling te voor schijn springen, als hadden ze geen ge duld om er langer in te blijven. De olijfboom is het beeld van den vrede. De Ouden kroonden de wijsheid, den vrede, de eendracht, de smart de goedheid, de vreugde met olijfbladeren. De duif,die door Noach was uitgezonden, kwam terug met een olijftakje in haar bek, tot teeken, dat de Hemel vrede hadj gesloten met de aarde. Het lelletje van dalen beteekent in de bloementaal: ,,het geluk keert terug". Deze bloem toch is een van de eerste, die de lente aankondigt; zoodra haar ivoorwitte bloemen de lucht vervullen met haar zoete geuren, verlaat de nach- Uegaal zijln nestje en doet /het 'bosch' weerklinken van zijn schoonen zang, ten teeken, dat de winter met al zijn plagen voorbij en er een betere tijd in aantocht is. Het ,,kunst"-gezicht. In het Rolhschild-hospitaal te Parijs werd onlangs een soldaat binnenge bracht, wiens gezicht totaal verminkt was. Een fotografie, na aankomst geno men, toonde een versplinterde-kin, weg geschoten neus en lippen, een kaakbeen, waaraan de onderste helft ontbrak. Na eenigen tijdswas behoudens eenige lil- teekens van al die verwondingen niets meer le bespeuren. Met__beenslukken en stukken van het vel'werd het kaak been weer in orde gemaakt, voor lippen en huid van den patiënt gebruikte men een stuk vam de huid. dat uit den buik was weggesneden. Het gezicht kree daarna weer den gewonen vorm, die hét vroeger had. Waardelooze „vervangmidtfelen". Wij achten het in het algemeen be lang vvenschelijk de aandacht to vesti gen op het feit, dat het aantal „Ersatz '- middelen (waarvoor de Hollandschc naam „vervangrniddelen" ons de juisle schijnt) in Duitschland, blijkens oiiici- e>ele mededeelingeni, de schrikbarende hoogle van 7000 heeft bereikt. Dal tegen een zeer groot aantal daarvan door de Duitsehe autoriteiten ernstig gewaar schuwd wordt en zelfs do verkoop be slist verboden is, moet voor onze regee- rihg een ernstig motief zijn om do^ei- trelieude maatregelen te nemen tegen den invoer van dergelijke waren. Dat er in deze dagen schromelijk ge knoeid wordt, blijkt ons schier dagelijks uit verschillende onderzoekingen. Wij onderzochten o. a. monsters borax, als „technisch zuiver" verkocht, welke niet uit Borax, doch grootendeels uit alum bleken te beslaan, ..zeeppoeder", waarin geen spoor van zeep aanwezig was. „gruislhee" bestaande v oor een- zeer groot deel uit wol en haren, wollen stof fen, als „gegarandeerde wol" verkocht dodi gedeeltelijk uit katoen bestaande enz. Het is natuurlijk ondoenlijk, wegens den zoo uitgebieiden hiisdadigen ket- tinghandel, de juiste bronnen dezer knoeierijen op te sporen zoodat het zelfs met behulp der justitie soms niet gciuKt. dengene te vinden, die de waren iabri- ceeit, of invoert, doch al mocht dit ge lukken, dan kan door onze ongelukkige wetgeving, de dader nög steeds voorge ven onbekend te zijn geweest met den juisten aard der waren. Wij zouden daarom met het oog op den invoer van in het buitenland afge keurde waren, aan onze Regeering in ernstiger overweging willen geven een regeling, welke de redacteur' van dit blad reeds op een der vorige interna tionale hygiënische congressen voor stelde en oio in verschillende landen aangenomen werd, nu onverwijld te-n onzent ook in toepassing (e brengen het wetenschappelijk onderzoek aan ze grenzen, in daartoe in te richten boratoria, zoodat waren, welke als del ij k of waardeloos en vervalschl schouwd zouden moeten worden, middeli.jk geretourneerd werden, W deze niet, gelijk nu. ons land meer; den ovcrstroomein tot groot nadeel burgerij en tot groot ongerief keuringsdiensten die reeds waarlijk" noeg werk hébben met het onder» der tallooze producten van binnenli sche knoeiers.. Wij vragen dit met le me.eT nai| aan onze Regeering, waar zij zelf 14 van de voorgestelde Voedselkeuiii, wet zegt: Wering van knoeierij in binnenland baat niet. indien niet de grenzen gewaakt wordt tegen uit het buitenland komt." Waar wij in dezen duren tijd re zoo weinig voor veel geld verkrijgei. onze Regeering tal van millioenen sleedt, om het Nederlandsche volk lt moet te komen in het verschaffen zoo goed en goeïlkoop mogelijk n: riaal, daar achten wij de-uitgaven i ons bedoeld, gebiedend noodzakelijk we'l besteed, ter voorkoming van mj aan gezondheid en beurs door den; voer van vcrvalschte of waardek vervangrniddelen. „Mbl. t. Ven.' Het afsluiten van flesschen. Bijna tot de 17e eeuw is liet gebruik veest wijnvaten en flessehen met hm px. jipen al' te.,sluiten. Teneinde een nog zekerder sluiting krijgen werd bovendien gebruik geni; van was of van een imiengsel van kbr olie, soms ook van pek. De Italianen hadden, evenals de Grieken en Latijnen, de gewoonte clit te gieten op den wijn om de aanraking; de lucht te verhinderen. Daarna wei.: opening van het. vaatwerk met gips. of was gesloten. Toen echter flecschen met nauv in gebruik kwaimien, bedacht men, dat. kurk beter en gemakkelijker afsluiting 1 kon, dan gips of wat dies meer zij. Kurk is afkomstig van den kurkeik, uit verweerd graniet en lei bestaat,» er hijvoorbeeld in de Riviera en in Spi worden aangetrollen. Zo o dra die 'boom 'n bepaalde dikte bes heeft, wordt 'hij gedeeltelijk afgesd. Alle acht tot zestien jaar kan men een. van den schors wegnemen zonder da boom er belangrijk nadeel van ondera De schors die er afgenomen wordt bes! uit een buitenste laag die onbruikbaar de „mannelijke kurk", ruw, bros en scheuren. Voor gewone doeleinden 1 men er niets aan, wel echter wordti schors in looierijen gebruikt, bij het' vaardigen van sommige verfstoffen ein de goedkoopere kurkwandbekleeding. De tweede kurklaag is gladder, rniiï hard en elastischer en wordt „vrouwe! kurk" genoemd. Hieruit worden de me handelsartikelen vervaardigd. Voor gt 11e kurken worden platen gebruikt, die de acht jaar van den booiini gewonnen? den. Voor champagnekurken zijn oui dikkere platen noodig, die minstens centimeter moeten halen en dus slecht? de zestien jaar kunnen worden „geoo? De ouderdour.i is le herkennen aan dri kexe lagen dn die kurk. Want die „vrov ïijke" kurkmantel maakt aan het eindei eï'ke groei perode een donkerder, viri laag cellen, juist zooals alle boomén.ji ringen" maken. Hoe ouder de kurL den boom gegroeid i®, hoe beter, onuk slof dan elastischer, vaster en gemakt ker te bewerken is. Op die twee eer schappen vooral berust de waarde al sluitingsmiddel. Immers hoe elastic de kurk is, des te beier zal de geheeld ning«van de flesch gevuld zijn en daa® zoowel het toetreden van lucht, als 1# zijn uitgesloten. Be ges-ohiecferiis van de cocsrda. Een gekleurde sluier aan eten hced, ate due vroeger vrij algemeen gedrs werdi, moet de ooi-sprong zijn van giénw'oordige cocairdes'. In de 17e andcrscbciidrten (bij enkele legers ik schillende compagnieën zich door de b van zulke sluiers. Alè eerste dynasttech konteeken 0:1® mem daarbij de oranjekleurige sluier de Oranjes. I11 Pruis-en mo-et. Graaft z,eru in het jaar 1807 zwarte sluier^ witte .strepen hebben voorges'clha-e^eir de tenue zijner troepen. Dit iis de eofpi der zwaxt-witte Pruisöfeche cocarde, het volgend jaar door het bee'.e Pi'"'5* leger werd gedragen. Van zulke tduicojs-kwamen la.ter d®'1 door de linten in het midden ssnw binden en door midded van een ku«{ bevestigen. Voor militaire doeleinden^ men'later meer duurzaam materiaal,! of blik, en beschilderde die met deW kleuren, Daai-rnee was de cocard'e in tegenwoordig en -vorm geschapen. Levende wezens in' de diept®. Bij.de. laatste biologische dicpz*** zoekingien heeft men nog op een M van over de GOOO M. levende wezensgf' den. Ze hooren tot de familie der b' iidae en komen voor in de nabijheid de Philippijnen en in den Atlantic Oceaan. De op de grootste diepte, n. 6933 M. gevangen visch, was een utte onbekende soort, de Grlmialdieklhys f fundlisjsamus genoemd, naar den vexr. Monaco. Familie van deze soort is op een diept.e van 4000 M. gevange" grootte van d-eze vi&schien is 1023 Hun organ.cn zijn 7.00 ingericht, dj van den ontzeitenden waterdruk tu» minste hinder ondervinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 4