voor. hel laatst verkrijgbaar 2.»jn op
Maandag 8 Af* ,1 a.-, u u Kar.loie vau
hc-t L; •iisrii.ddel' ri bedrijf y. Tolstraat.
Bons. in hel tijdvak van 7 tot en mei
20 Api ii (dus 14 dagvn) zal verkrijgbaar
zijn op bon 50 200 gr. groene erwten;
bon 51 100 gr. bruine boonen; bon 52
150 gr. vet; bon 55 en 56 ieder 4 K.G.
zandaardappelen. Op bon 53 zal mits
aangekomen, voor een tijdvak v&n 4 we
ken verkrijgbaar zijn 1 ons zeep. Bon
54 is gedurende 1 week geldig voor l
ons eenheidsworst mits aangekomen.
Menu centrale keuken. Maandag:
erwtensoep; Dinsdag: aardappelen mqt
zuurkool; Woensdag: idem: met andij
vie; Donderdag; idem met roede kool;
Vrijdag: idem met koolrapen; Zaterdag
bruine boonensoep.
Brandstollen. Door de brandsloffen-
cornmissie wordt nog steeds buiten
rantsoen beschikbaar gesteld: papier-
briketten en lakken bossen,, tegen den
reeds vroeger aangegeven prijs.
LISSE.
Bons. Gedurende de week van 8 tot
en met. 13 April is verkrijgbaar op bon
41 een ons groene erwten; op bon 42
eens ons bruine boonen; op bon 43 4
K.G. aardappelen, en op bon 44 een ons
koelhuisboter. Alzoo is er weer geen vet
Dal is nu reeds de tweede week dat er
lieen vet beschikbaar .wordti (gesteld,'
hoewel er Winkeliers zijn, die een hoe
veelheid in hun winkel hebben. Waar
moet dat heen?
Ilyaneinthen. Aan hen, die belang
stellen in de bfoe-mbollenvelden, deelen
we mede, dat thans de hyacmthenveldeu
op. z'n mooist zijn.
NIEUWKOOP.
Distributie. In de week van 8 tot 14
April is in deze gemeente verkrijgbaar
op bon 142 250 gr. groene erwten; op
bon 143: 50 gr. bak- en braadvet; op bon
144: 4 "K.G. aardappelen.
Fl UNS ATE Rv/OU DE.
Een wegwijzer. Vanwege de A. N.
W.B. is op de scheiding Rij n zat er wou do-
Leimudden een wegwijzer geplaatst.
Voor de vreemdelingen wel een gemak,
daar er nogal eens onnoodig éen reisje
omgereden werd.
Aardappelen. Deze week zijn alhier
voor de gemeente aardappelen aangekoi
men. Maar wij vernemen, zijn ze heel
goed. - -
VOORHOUT.
Bene. Geldig verklaarde bons voor
het tijdvak van Zaterdag 6 'tot en mèt
.Donderdag 11 April: (Bon 42a voor een half
ons gort; bon 43a voor een half eins vet;
(bon 4^a voor eon one bruine (boonen; bon
45a voor twee ons groene erwten; bon 46a
voor 4 K.G. aardappelen.
Mededeeling: Bij de winkeliers is Loel-
huisboler verkrijgbaar
ZOETERWOUDE.
Vet. Nadat de gemeente andermaal
verscheidene weken verstoken van regee-
ringsvet is geweest, cal' eindelijk in dezen
nood worden voorzien. Officieel is thans
bekend geworden dat de hoeveelheid van
1600 K.G., die de gemeente tegoed heeft over
de maand Maart, den 2óen Maart is afge
zonden. Hoe het «met de hoeveelheid van de
maand Februari zal gaan, kunnen wij niet
met absolute zekerheid zeggen.
ZWAMMERDAM.
—Bons. in de week van 8 lot 21 April
(dus 14 dagen) zal verkrijgbaar zijn op:
bon 63 75 gr. havermout; bon 64 100 gr.-
ze.ep; bon 65 250 gr. gToene erwten; bon
66 4.00 gr. bak- en braadvet; bon 67 8
K.G. aardappelen; bon 68 100 gr. capu-
cijners. Voor hen, wier inkomen minder
dan f 1200 per jaar bedraagt en daar nog
recht op hebben, schoenen, klompen en
schoenen-reparatie-bons .alsmede sajet
a 00 cent per knot, verkrijgbaar op
.Woensdag 10 April tusschen 10 en i2lA
en 2 tot 4 uur ter secretarie. Alsook op
Donderdag 11 April tusschen 10 eji
uur ten huize van den veldwachter K.
Verweij aan de Overtocht.
L?nd- en Tuinbouw.
Onze veestapel.
De Minister heeft gehoor gegeven aar:
de klachten, w elke de laalsle weken van
verschillende zijden zoowel van dei',
handel als van _den veehou'der wer
den geuit over de"bedreiging van onzen
veestapel. Ging het afslachten van net
vee door als tot heden, dan zou het einae
hel spoedig einde zeker den last
dragen. Verboden was het slachten van
„kennelijk dragende runderen"; pinken,
kalveren en andere koeien, die niet dui
delijk drachtig bleken,-mochten worden
gesiacht. Deze vrijheid werd een bedrei
ging van den veestapel, zou tengevolge
Rebben, dat er over een paar maanden
..•ijna geen koelen .meer zouden zijn.
Hierop is de Minister gewezen. Op 23
Februari werd reeds door de Friesclie
Mij. van Landbouw bij den Minister aan
gedrongen op een voorloopig absoluut
slachtverbod; eenige dagen later deed
dezelfde Mij. een beroep op de Regee
ring in haar geheel. Voorts gaf zij als
haar mecning te kennen, dat noodigj
was: net nagaan van de uitkomsten der
inventarisatie (veetelling) en op grond
van dez& uitkomsten een stelsel van
rantsoeneering en distributie.
Dit laatste zal nu komen. Door de
Rundvecvereeniging wordt in opdracht
van den Minister een Rundveekantoor
opgericht. Door aankoop op de markt,
voorts door overneming van dieven,
welke door organisaties van veehouders
worden aangeboden, - zal men in de
vleeschbehoefte trachten te voorzien.
Komt er langs Uezfcn weg piet voldoen
de, dan zvl tot inbezitneming worden
ovtirgrgücin. !-e burgemeesters zuiien,
do veel:oud'-moeten aansporen oen
het slachtvee, dal zij hebbi 11, tc leveren.
L Is natuurlijk in hel telang der vee
houders zelf, dal zij zooveel mogelijk
ook in deze medewerken. Vóór 1 April
moeten de gemeenten hun behoeften op
geven bereken 1 naar een ranlscen van
200 K.G. per 1000 inwoners per week.
Dat is zuinig; slechts 2 ons per hoofd
en per week. Kinderen beneden het jaar
worden niet meegerekend. Wie toestem
ming heeft voor liuisslachling, na 1
April, deelt ook niet in de rantsoenee-
ï/iryg. Misschien kan later iqts meer
gegeven worden. Voor het oogenblik.
acht de Minister deze beperking noodig
wegens den achteruitgang van onzen
veestapel. In Mei/Juni 1910 werd de
grootte hiervan geraamd op ruim
1.578.000 stuks, in Maart/April 1917 op
ruim 1,528.000, thans op ongeveer
1.346.000. Deze cijfers wijzen dus op een
sterke afname.
De Vleeschvoorziening laat zich der
halve donker aanzien. Maar dat ook de
veehouder zich bezorgd maakt, is waar
lijk geen wonder. Na het te gronde gaan
der varkensmesterij dreigt thans de ont
wrichting der veehouderij. Blijft men
vee vorderen als lot heden voor cie
slachtbank, dan zal dit ook een knaK
geven aan de fokkerij; gebrek aan
krachtvoer noopte tot liet gebruik van
melk voor den veefok, en bij doorgaand
slachten zal ook de melkproductie afne
men. De inbeslagneming en het slachten
van niet slachtrijp vee zou er toe leiden,
dat er straks ge^rr vee zal zijn om te
weiden. Niet alleen de voedselvoorzie
ning zou lijdenv maar het veehouders-
bedrijf, inzonderheid de weiderij, zou
tevens geheel ontwricht, ja, geheel on
mogelijk. gemaakt worden. Met het oog
hierop werd door den Raad der go-
teeente Beemster en ook van andere
zijden tot den Minister het verzoek ge
richt: den veestapel thans zooveel moge
lijk intact te houden, om daarvan het
grootst mogelijke profijt te hebben.
Het in beslag genomen vee was bet
materiaal, waarmee 'de veehouders hun
bedrijf moesten uitoefenen, het staat ge
lijk als zoodanig met het zaaigraan der
bouwboe-ren.
En voor den boer en voor dej^onsu-
ment is dus de voorgenomen beoerking
van het vieeschgebruik v/enschelijk: vooi
den laatste, omdat daardoor vele jonge
dieren en magere koeien in de volgende
maanden nog kunnen Roeien en straks
een paar honderd kilo's aan gewicht
vleesch en vet meer kunnen opbren
gen. Of echter met de rantsoeneering.
als de Minister wil, het gevaar geheel
zal worden gekeerd? En het niet beter
zou zijn een tijdelijk algeheel slachtver
bod uit te vaardigen? Daar zouden onge
twijfeld velen tegen sputteren, maar ais
men bedenkt, dat er nu reeds een groot
deel der bevolking zij die ook overi
gens het minst in staat zijn zich behoor
lijk te voeden het zonder vleesch moe
ten stellen, dan zou- zulk een tijdelijke
vleeschonthouding waarlijk zoo erg niet
zijn. Als de regecving dan tevens tegen
verminderden prijs boter en kaas ver
krijgbaar wilde s'tellen, dan zouden ve
len zeer zeker den maatregel toejuichen.
„Wij zien maar één middel" schrijft
Akkerman in „De Veldbode" van 10
Maart „om die ramp (dat er straks
geen vleesch meer zal zijn) op'hct geoieu
van onze levensmiddelen voorziening ie
voorkomen. Dit middel, dat helpen kan
is: gedurende twee maanden geen
vleesch meer te laten eten dan enkel
in do ziekenhuizen en voor onze kran
ken in huis; twee vleeschlooze maanden
voor alle Nederlanders, rijken en armen
ook voor onze' soldaten. Wordt deze
maatregel niet spoedig toegepast, aan
zal ik de toekomst eens voorspellen. Dan
zijn e-r aan het einde van dit jaar 1918
geen varkens en geen runderen en geen
schapen meer om te slachten; dan be
ginnen we aan... de paarden en... de
geiten."
We willen hopen, _dat de sombere pro
fetie van dezen schrijven niet in vervul
ling zal gaan, maar onze Regeering door
wijs beleid het gevaar, dat dreigt voor de
volksvoeding en onzen veestapel beiden,
zal weten af te wenden. G. B.
Houdt beak!
Wie s c li 1* ij f t, die ib 1 ij f t.
Er begint waarlijk hier en d'aar onder
de landbouwers belangstelling te komen
voor (het boekhouden. Het is nog niet zoo
lang geleden, dait dit .adlgvonesn werd ver
worpen als iets omirmiig-s, iete onmoge-
lijiks ein omvocrdigs voor den boer. En een
groot proeent gevoelt ei- ook op] dit cogen
blik nog weinig voor. Maar er is 'n kente
ring en niet weinigen gaan zelfs aanpak
ken. De invoering der mkcmstenibelasting
beeft er niet weinig toe bijgedragen, dat
men er eimdolij-k too gekomen is. -Men
wi'-die en dit is begrijpelijk niet graag
te veel betalen. Men werd geprikkeld
door den willekono'igen aanslag van den
fi&cu.s-amibtenaar. De gedachte, geheel af
te hangen van het oordeel men zou
baast zeggen, de genade van dien ambte
naar, maakt wrevelig en voerde tct -een
coxdaat besluit. Men wilde rechtvaardig
behandeld worden; zelf ook weten: zco
slenk mogelijk staan tegenover den bclas-
tingman, door dien zijn» beek te kunnen
voorleggen. Zoo kwam men tot het beek-
houden an daardoor ook menigmaal tot
do .ervaring, dat,... de ambtenaar he: r.iet
altoos zoo mte ihad, zoo ver van de v.-aar
beid was. Dat,... men groot er inkomen
'had, dan mien ooit had kunnen donken.
Men kreeg eerst een juist inricht, wa.t
eigenlijk onder inkomen, waarnaar belas
ting moet worden 'betaald, wordt verstaan»
Veten deden dus de ontdekking, voor niet,
weinigen beufdh een openbaring, dat zij
rijken- waren, vooral in betrekking tot
yelen hupper m-sde-meaisclieui, dan &jj zich
ie voren hadden gewaand. Dait zij dus
feitelijk reedis te goeder trouw tie min
belasting. hadden betaald.
Er is een spreekwoord, dat zegt: „Gfeen
burger weet boo een boer aan den kosit
komt", inaar door het (boekhouden hebben
de boeren leierew verstaan, wat een bur-
gtonhiuishouding kost; ook: ho,e moeilijk het
moet zijn voor menig aibefiders- em bur-
gergieain, diat m.oet leven met een beperkt
inkomen-, om door d)en tij'd vooral dezen
tijd to komen.
>ZJoo beieTt dus het bodkhbuden biet on-
mtisibare - nut, dat de boer èn zilch zelf èn
anderen, op d'e rediite waarde in zuiver
geldenjlkesn, stoffelijkeai ein leert eohal
ten, en dart. de fiiscus, de schatkist, krijgt
.wa,t heen toekomt, niet te veel, niet te
weinig.
Maar er ils vioor den landbouw er nog
een ander en veel grooter voordeel aait
bet boekhouden verbonden, dit namelijk:
diat hij- zijn bedrijlf d'e financieel1© be-
teekenia or van in zijn verschillende
omdierdieelen beier leert kennen; wè,t de-zic
h-em opbrengen, hoeveel winst of... (hoeveel
Verlies. Hij deert. ons daaixiloor inzien, hoe
Op het veld is er zoo groot versichi'l
of slecht boert; en waaraan dit vooral te
danken of te wijten is. Hij komt daardoor
van zelf lot die vraag: te mijn wijze van
boeren goed; kan iik zóó voortgaan of moei
ük mijn bedrijf wijzigen, misschien wel oen
heel andere richting inslaan? 'Door het
boekhouden wordt de boer actiever, waak
zamer; leert hij moer op aülefe, ook op de
kleintjes, letten. Gaat hij letitew op wat
do omstoimdigh e d etn(ie eil&cheni van d'en
tijd «als wensdhelijk en noodzakelijk voc-r-
e&brijven. Hij zal bijtij dte de bakente ver
zetten ate bet getij verloopt. (Hij gaat- mee
mot zijn tijd.
Niet minder dan voor den zakiemma
geldt voor den boer:
„Wie ejcbirijifiti, die blijft", en „Wie
telt. krijgt geld".
Trouwens ook die boer, de een meer, die
and-er minder, te zakenman: hij koopt en
verkoopt geregeld. Hij koopt zijn grond
stoffen (kunstmest, veevoeder, zaaizaden),
hij koopt vee, paarden, (biggen, wenk,tui
gen, g/rond, hooii, enz. Veel hiervan ver
koopt bij weetr. voorts die producten ui'
zijn stol (zuivel), van d'en akker en fluet
hooiland'.
Hiervan reeds dient hij nauwkeurig
boicik te houden. Maar voorts ook, van al
wat uiit zijn bedrijf komt en hi'erin weer
verwerkt wordt. Van hetgeen in zijn huis
houding noodig is. Slechte de boer. die
aan het eind van t jaar mét juistheid kan
nagaan, welke de bronnen zijner inkom
sten zdjm, weliko zijn uitgaven^zal in staat
zijn om met oordoól, du® met" het grootst
mogelijke voordeel, te boeren.
't Zijn twiee aardige, twee gouden spreu
ken, welke we hierboven noemden: „Wie
schrijft:, die blijft" en „wie telt, krijgt
gleld". le-dler mensc.h motet ze 'weten, maar
vooral de boer'mag zo niet onder de kl'om-
pien schrijven'.
De heer P. J. Rutten, die dikwijls le
zenswaardige artikelen schrijft in „Land
en Vee", schreef daarover eenigen tijd ge
leden o. m. het volgende:
Wie alles wat in zijn vak van belang
is even opteiekient, wie zijn mee en tegen
vallers schrijft in een boek, dat kort. bij
de hand is, zal bi j ven: Immers in d at boek
zit voor hem de beste Leer, die er ter we
reld bestaat, diat is de onderwindlimg.
Er zijn inemsichen, die zleggem, diat ze
het allemaal best onthouden kunnen. Ik
wil gele oven, dat hun geheugen geen ton
zionder bodem is, maar daar is zoo licht
in een ton een plaatsje, waar wat door
kruipen wil, vooral ais die ton wat ouder
gaat worden.
Ik héb een eemvoudïgen, verstand igen
keuterboer gekend, die de ondervinding
van meer dam vijftig levensjaren in een
boek had bijgeschreven, het weer, den
airbafd, den efand. der gewassén-, d:en
oogst, den 'llêveaiisliocp vaai zijn kindlercn
zdjm koeien en varkens.
Later, toen hij om de tachtig ging, kon
hij or met waar genot in zitten lezien, dan
leerde hij weer zijn werkzaam en vredig
leven van voorheen.
De tweede spreuk: „Wie telt, krijgt
geld", trclkt all:e boeren en alle andere
mernsehen «eer a.an hot hart. Geld is zioo
gemakkelijk.
Een boer mag wel degelijk goed tellen,
op het veld en bij (het vee.
'het veld is er zoo groot verschil
tusschen een Verwaarloosd en een goedi
verzorgd gewas. Wie scherp toeziet, merkt,
zioo hoeveel arbeidskrachten er tegenwoor
dig te kort komen. Als men aan het tellen
gaat, zaet men hoe één dag weikems te
jui-ster tijd beis-lissen kaai over het wel
slagen van een gewas.
Als men telt, merkt men ook wat verschil
ex is in opbrengst tusscihen de verschil
lende soorten of variëteiten van een ge
was.. Het oudé soort, dat véle tientallen
van jaren z-oncler verbetering is geteeld,
moet dn opbrengst: a dh ter sta an bij vele
nieuwe soorten, die door zorgvuldig uit
zoeken en kruisen verkregen zijn.
Het veld zal in cijfers Leeren, dat vol
ledige bemesting de loomendste is; maar
tegelijk ook, dat ieder gewas ziijn hijzen-
dc'J-e behoeften heeft, waarmee men nood
zakelijk rekening houden meet, als men
voordeelig bouwen wil.
Vooral moet er getold worden bij het vee..
Wde vee wil houden zonder schade, moet
vooral rekenen met prijs en gehalte. Twee
rantsoenen kunnen gelijk zijn in prijs en
toch zoo verschillend in gehalte, dat het
rantsoen van goed gehalte winst geeft en
het andere rantsoen ver-Hek
Evenzoo kunnen twiee rantsoenen gelijk
zijn in gehalte en de prijs zoo verschil
lend, dat het eene rantsoen voordeel geeft
en het andiere rantsoen d'en boer «arm
maakt'.
Daarbij: men kan een jong paard zoc>
ziwaar laden, dat het op de b con en bedor-
■yjen is, eer het tien jaar oud irs. Even zoo
kan men door heard vo^en ae^ djer. zoo
zeer schaden, dat het voor zijn gansche
leven geknakt is.
Schrijven on telden is het behoud ge
weest voor menagen boer. C. B.
ALLERLEI.
Wat sommige bloamen beteekenen.
De gele anjer is, volgens >,de Holland-
sche Huisvrouw", het heeld van de min
achting, omdat deze bloem de minste
harer zusters is en de meeste zorg ver
'4ischl, evenals menschen, die weinig
beteekenen, meer aanspraak maken dan
anderen en zich daardoor verachtelijk
aanstellen.
De brandnetel is het beeld van de
wreedheid; de reden daarvan ligt voor
de hand. Al komt men nog zoo vrien
delijk naar de brandnetel toe, toch
kwetst ze de hand, die haar aanraakt.
De pijnboom is het beeld van de stout-
moedigneid; deze boom groeit niet 111
de nederige tuinen der vallei, doch
steekt zijn noofd fier in de lucht op de
hoogste bergtoppen en verheit zich 10;
hoog in de wolken en, als hij eenmaal
van zijn bladeren ontdaan is, dient mi
voor mast op het een of ander schip
en doorklieft daarmee onverschrokken
de Oceanen.
De wilde pruimeboom is het beeld der
onafhankelijkheid; deze boom is, om zoo
"te zeggen, niet te temmen; hij kan net
verplant, noch gesnoeid worden, en om
een lammen pruimeboom te krijgen,
plant men een tak ervan op een abnko-
zenboom.
1 De onrechtvaardigheid wordt in de
plantkunde vertegenwoordigd door dc
hop, men zou die plant ook het beeld
der inhaligheid kunnen noemen, daar
zij zich overal heen verspreidt en het
beste terrein voor zichzelf kiest, zonder
er op te letten, of anderen er meer recht
op hebben. Ofschoon door de bierbrou
wers zeer gevocht, is de hop, wat haar
karakter betreft, niet aan te bevelen.
De balsemine is het beeld van het on
geduld, deze plant heeft vijf zaadlobben,
waaruit de zaadjes plotseling te voor
schijn springen, als hadden ze geen ge
duld om er langer in te blijven.
De olijfboom is het beeld van den
vrede. De Ouden kroonden de wijsheid,
den vrede, de eendracht, de smart de
goedheid, de vreugde met olijfbladeren.
De duif,die door Noach was uitgezonden,
kwam terug met een olijftakje in haar
bek, tot teeken, dat de Hemel vrede hadj
gesloten met de aarde.
Het lelletje van dalen beteekent in de
bloementaal: ,,het geluk keert terug".
Deze bloem toch is een van de eerste,
die de lente aankondigt; zoodra haar
ivoorwitte bloemen de lucht vervullen
met haar zoete geuren, verlaat de nach-
Uegaal zijln nestje en doet /het 'bosch'
weerklinken van zijn schoonen zang,
ten teeken, dat de winter met al zijn
plagen voorbij en er een betere tijd in
aantocht is.
Het ,,kunst"-gezicht.
In het Rolhschild-hospitaal te Parijs
werd onlangs een soldaat binnenge
bracht, wiens gezicht totaal verminkt
was. Een fotografie, na aankomst geno
men, toonde een versplinterde-kin, weg
geschoten neus en lippen, een kaakbeen,
waaraan de onderste helft ontbrak. Na
eenigen tijdswas behoudens eenige lil-
teekens van al die verwondingen niets
meer le bespeuren. Met__beenslukken
en stukken van het vel'werd het kaak
been weer in orde gemaakt, voor lippen
en huid van den patiënt gebruikte men
een stuk vam de huid. dat uit den buik
was weggesneden. Het gezicht kree
daarna weer den gewonen vorm, die
hét vroeger had.
Waardelooze „vervangmidtfelen".
Wij achten het in het algemeen be
lang vvenschelijk de aandacht to vesti
gen op het feit, dat het aantal „Ersatz '-
middelen (waarvoor de Hollandschc
naam „vervangrniddelen" ons de juisle
schijnt) in Duitschland, blijkens oiiici-
e>ele mededeelingeni, de schrikbarende
hoogle van 7000 heeft bereikt. Dal tegen
een zeer groot aantal daarvan door de
Duitsehe autoriteiten ernstig gewaar
schuwd wordt en zelfs do verkoop be
slist verboden is, moet voor onze regee-
rihg een ernstig motief zijn om do^ei-
trelieude maatregelen te nemen tegen
den invoer van dergelijke waren.
Dat er in deze dagen schromelijk ge
knoeid wordt, blijkt ons schier dagelijks
uit verschillende onderzoekingen. Wij
onderzochten o. a. monsters borax, als
„technisch zuiver" verkocht, welke niet
uit Borax, doch grootendeels uit alum
bleken te beslaan, ..zeeppoeder", waarin
geen spoor van zeep aanwezig was.
„gruislhee" bestaande v oor een- zeer
groot deel uit wol en haren, wollen stof
fen, als „gegarandeerde wol" verkocht
dodi gedeeltelijk uit katoen bestaande
enz.
Het is natuurlijk ondoenlijk, wegens
den zoo uitgebieiden hiisdadigen ket-
tinghandel, de juiste bronnen dezer
knoeierijen op te sporen zoodat het zelfs
met behulp der justitie soms niet gciuKt.
dengene te vinden, die de waren iabri-
ceeit, of invoert, doch al mocht dit ge
lukken, dan kan door onze ongelukkige
wetgeving, de dader nög steeds voorge
ven onbekend te zijn geweest met den
juisten aard der waren.
Wij zouden daarom met het oog op
den invoer van in het buitenland afge
keurde waren, aan onze Regeering in
ernstiger overweging willen geven een
regeling, welke de redacteur' van dit
blad reeds op een der vorige interna
tionale hygiënische congressen voor
stelde en oio in verschillende landen
aangenomen werd, nu onverwijld te-n
onzent ook in toepassing (e brengen
het wetenschappelijk onderzoek aan
ze grenzen, in daartoe in te richten
boratoria, zoodat waren, welke als
del ij k of waardeloos en vervalschl
schouwd zouden moeten worden,
middeli.jk geretourneerd werden, W
deze niet, gelijk nu. ons land meer;
den ovcrstroomein tot groot nadeel
burgerij en tot groot ongerief
keuringsdiensten die reeds waarlijk"
noeg werk hébben met het onder»
der tallooze producten van binnenli
sche knoeiers..
Wij vragen dit met le me.eT nai|
aan onze Regeering, waar zij zelf
14 van de voorgestelde Voedselkeuiii,
wet zegt: Wering van knoeierij in
binnenland baat niet. indien niet
de grenzen gewaakt wordt tegen
uit het buitenland komt."
Waar wij in dezen duren tijd re
zoo weinig voor veel geld verkrijgei.
onze Regeering tal van millioenen
sleedt, om het Nederlandsche volk lt
moet te komen in het verschaffen
zoo goed en goeïlkoop mogelijk n:
riaal, daar achten wij de-uitgaven i
ons bedoeld, gebiedend noodzakelijk
we'l besteed, ter voorkoming van mj
aan gezondheid en beurs door den;
voer van vcrvalschte of waardek
vervangrniddelen. „Mbl. t. Ven.'
Het afsluiten van flesschen.
Bijna tot de 17e eeuw is liet gebruik
veest wijnvaten en flessehen met hm
px. jipen al' te.,sluiten.
Teneinde een nog zekerder sluiting
krijgen werd bovendien gebruik geni;
van was of van een imiengsel van kbr
olie, soms ook van pek.
De Italianen hadden, evenals de
Grieken en Latijnen, de gewoonte clit
te gieten op den wijn om de aanraking;
de lucht te verhinderen. Daarna wei.:
opening van het. vaatwerk met gips.
of was gesloten.
Toen echter flecschen met nauv
in gebruik kwaimien, bedacht men, dat.
kurk beter en gemakkelijker afsluiting 1
kon, dan gips of wat dies meer zij.
Kurk is afkomstig van den kurkeik,
uit verweerd graniet en lei bestaat,»
er hijvoorbeeld in de Riviera en in Spi
worden aangetrollen.
Zo o dra die 'boom 'n bepaalde dikte bes
heeft, wordt 'hij gedeeltelijk afgesd.
Alle acht tot zestien jaar kan men een.
van den schors wegnemen zonder da
boom er belangrijk nadeel van ondera
De schors die er afgenomen wordt bes!
uit een buitenste laag die onbruikbaar
de „mannelijke kurk", ruw, bros en
scheuren. Voor gewone doeleinden 1
men er niets aan, wel echter wordti
schors in looierijen gebruikt, bij het'
vaardigen van sommige verfstoffen ein
de goedkoopere kurkwandbekleeding.
De tweede kurklaag is gladder, rniiï
hard en elastischer en wordt „vrouwe!
kurk" genoemd. Hieruit worden de me
handelsartikelen vervaardigd. Voor gt
11e kurken worden platen gebruikt, die
de acht jaar van den booiini gewonnen?
den. Voor champagnekurken zijn oui
dikkere platen noodig, die minstens
centimeter moeten halen en dus slecht?
de zestien jaar kunnen worden „geoo?
De ouderdour.i is le herkennen aan dri
kexe lagen dn die kurk. Want die „vrov
ïijke" kurkmantel maakt aan het eindei
eï'ke groei perode een donkerder, viri
laag cellen, juist zooals alle boomén.ji
ringen" maken. Hoe ouder de kurL
den boom gegroeid i®, hoe beter, onuk
slof dan elastischer, vaster en gemakt
ker te bewerken is. Op die twee eer
schappen vooral berust de waarde al
sluitingsmiddel. Immers hoe elastic
de kurk is, des te beier zal de geheeld
ning«van de flesch gevuld zijn en daa®
zoowel het toetreden van lucht, als 1#
zijn uitgesloten.
Be ges-ohiecferiis van de cocsrda.
Een gekleurde sluier aan eten hced,
ate due vroeger vrij algemeen gedrs
werdi, moet de ooi-sprong zijn van
giénw'oordige cocairdes'. In de 17e
andcrscbciidrten (bij enkele legers ik
schillende compagnieën zich door de b
van zulke sluiers.
Alè eerste dynasttech konteeken 0:1®
mem daarbij de oranjekleurige sluier
de Oranjes. I11 Pruis-en mo-et. Graaft
z,eru in het jaar 1807 zwarte sluier^
witte .strepen hebben voorges'clha-e^eir
de tenue zijner troepen. Dit iis de eofpi
der zwaxt-witte Pruisöfeche cocarde,
het volgend jaar door het bee'.e Pi'"'5*
leger werd gedragen.
Van zulke tduicojs-kwamen la.ter d®'1
door de linten in het midden ssnw
binden en door midded van een ku«{
bevestigen. Voor militaire doeleinden^
men'later meer duurzaam materiaal,!
of blik, en beschilderde die met deW
kleuren, Daai-rnee was de cocard'e in
tegenwoordig en -vorm geschapen.
Levende wezens in' de diept®.
Bij.de. laatste biologische dicpz***
zoekingien heeft men nog op een M
van over de GOOO M. levende wezensgf'
den. Ze hooren tot de familie der b'
iidae en komen voor in de nabijheid
de Philippijnen en in den Atlantic
Oceaan. De op de grootste diepte, n.
6933 M. gevangen visch, was een utte
onbekende soort, de Grlmialdieklhys f
fundlisjsamus genoemd, naar den vexr.
Monaco. Familie van deze soort is
op een diept.e van 4000 M. gevange"
grootte van d-eze vi&schien is 1023
Hun organ.cn zijn 7.00 ingericht, dj
van den ontzeitenden waterdruk tu»
minste hinder ondervinden.