Gemeentelijke Aankondigingen.
Directe Belastingen.
De Burgemeeser van Leiden brengt ter
algemeene kennis, dat aan den Ontvanger
der Directe Belastingen is ter hanÓ gesteld
het kohier Personeele belasting No. 13 van
den dienst 1917, executoir verklaard den
29en December j.l. en herinnert voorts den
belanghebbenden aan hunne verplichting
om den aanslag op den bij de Wet bepaal
den voet te voldoen.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, <ten 3en Januari 1918.
Leerplichtwet.
vrijstelling van de verplichting, omgelegd
bij Art. 1 der Wet.
De Burgemeester van Leiden;
herinnert oucters, voogden en verzorgers
van de in deze gemeente woonachtige kin
deren, op wie de Leerphchtwet van toe
passing i9 en die zich wenschen te beroe
pen op eenige vrijstelling van de naléve-
•ving der in art. 1 dier v^et opgelegde ver
plichting;
dat zij zich niet kuniien beroepen op
eenige vrijstelling van de bedoelde ver
plichting, zoolang zij niet aan hem hebben
kennis gegeven voor welk kind en op wel
ken grond <zij op vrijstelling aanspraak
meenen te mogen maken;
dat deze kennisgeving, zoolang de aan
spraak op .vrijstelling blijft voortduren en
de kinderen nog in den leerplichtigen
leeftijd vallen, telkens na verloop van
twaalf maanden, opnieuw moet worden
ingediend;
dat ouders, voogden en verzorgers, die
overwegend bezwaar hebben tegen het on-
derwijs op alle binnen den afstand van 4
Kilometer van de woning gelegen scholen,
waar vóór hun kinderen plaats te verkrij
gen is, zich op de vrijstelling, genoemd
6ub 3 van art. 7 der Leerplichtwet, alleen
kunnen beroepen, indien zij aan de hier
boven bedeelde kennisgeving de schrifte
lijke verklaring hebben toegevoègd, dat zij
tegen het onderwijs op alle binrien den af
stand van 4 Kilometer van de woning ge
legen scholen, waarop voor de kinderen
plaats tc verkrijgen is, zóó overwegend be-
ewaar hebben, dat zij hun kinderen voor
loop ig. liever van het door de wet gevor
derde onderwijs verstoken laten, dan hen
aan een dier scholen toe te vertrouwen;
dat. deze verklaring, om geldig te zijn,
ook de handteekening moet dragen van den
heer Arrondissement-Schoolopziener;
en dat formulieren voor de kennisgeving
van vermeende vrijstelling kosteloos ver
krijgbaar zijn ter Gemeente-Secretarie.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 3 Januari 1918.
Verveer van ongeschild eikenhout.
D4e Burgemeester der gemeente Leider!
brengt ter aJgemeene kennis, dat de Mi
nister van Landbouw, Nijverheid en 'Han
del -heeft goedgevonden in te trekken zijne
beschikking van 3G November j.l., no. 847,
&fd. Crisiszaken, Bureau A. Z., betreffende
bet, verbod van aflevering en vervoer van
ongeschijd eikenhout.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Voorkoming van ontruiming van
woningen.
Thans is ingediend hét aangekondig
de wetsontwerp houdende maatregelen
teneinde te voorkomen dat huurders in
de tegenwoordige buitengewone om
standigheden uit hun woningen wor
den gezet, indien daarvoor met geldige
redenen beslaan.
Voorgesteld wordt o. a. het volgende
te bepalen;
Wanneer voor het eindigen van de
huur van een woning een opzegging
wordt vereischt en de huur door ol na
mens den verhuurder is opgelegd, kan
de huurder zich bij verzoekschrift wen
den tot den rechter van het kanton,
waar de woning gelegen is, met h'et.
verzoek de opzegging nietig te verkla
ren.
Het verzoek geschiedt binnen een
week na de opzegging. Het maakt de
opzegging krachteloos totdat de rech
ter daaromtrent heeft beschikt. De grif-
lier geeft den verhuurder onverwijld
kennis van de indiening van het ver
zoekschrift.
De rechter beschikt zoo spoedig mo
gelijk op het verzoekschrift na verhoor
of behoorlijke oproeping van partijen.
Dc rechter willigt het verzoek in, in
dien hem summierljijk Iblijkt ;dat 'die;
ihuurder gedurende den li uur tijd zijn
verplichtingen op behoorlijke wijze is
nagekomen, en dat voor de opzegging
overigens reen geldige reden bestond.
Hij bepaalt dan tevens een termijn van
ten hóógste zes maanden, gedurende
welken de huur na het eindigen van
den overeengekomen huurtijd zal
'•voortduren.
De rechter kan den termijn op schrif
telijk verzoek des huurders, na vej-hoor
of behoorlijke oproeping van den ver-
ihuurdier* eens of meermalen, telkens
met ten hoogste zes maanden verlen
gen. Het verzoek gesqhiedt vóór Jiet
verstrijken van tw_ee-derde tredeelten
van den bepaalden termijn. Deze blijft
loopen totdift de rechter omtrent de
verlenging heeft beschikt.
Is ingevolge de Huurcommissiewet
omtrent den huurprijs der woning bij
•einduitspraak beslist. dan blijft die
-huurprijs ongewijzigd van kracht Is
-lie wet ten aanzien van de woning niet
van toepassing, of is omtrent} denj
huurprijs niet bij einduitspraak beslist,
lan bepaalt de rechter een voor de wo
ning redelijken huurprijs. Overigens
stelt hij bij de toepassing van het voor
afgaande zoodanige voorwaarden en
maakt hij zoodanige bepalingen, als hy
met het oog op de belangen des huur
ders en des verhuurders noodig oor
deelt. Ook kan hij op schriftelijk ver
zoek van deze laatste, na verhoor of
behoorlijke oproeping van den huurder,
te allen tijde den termijn verkorten, in
dien hij oordeelt dal üaarvoor geldige
redenen bestaan. De griffier geeft den
huurder daarvan onverwijld kennis.
Partijen worden geacht voor den be
zaaiden termijn een huur te hebben
aangegaan, onder de voorwaarden en
bepalingen, door den rechter gesteld.
Hetzelfde geldt in geval van verlenging
van den termijn.
Togen de beslissing des kantonrech
ters is geen rechtsmiddel toegelaten,
behoudens voorziening in .cassatie in
het belang der wet.
Wanneer voor het eyidigen van 'de
huur van een woning een opzegging
niet wordt vereischt en partijen niet
tot overeenstemming zijn gekomen om
trent een nieuwe huur. kan de huurder
zich bij verzoekschrift wenden lot den
rechter van het kanton, waar de wo
ning gejegen is, met het verzoek te be-
(palen, dat deze nieuwe huur zal tot
stand komen.
Het verzoek geschiedt binnen een
weck na het verstrijken van den tijd
bij de overeenkomst voor het aangaan
van een nieuwe huur bepaald, en, in
dien die tijd niet bepaald, is, uiterlijk
binnen drie maanden vóór het einde
van de huur.
Verder gelden ook in dit reval in
hoofdzaak dezelfde bepalingen als in
het hiervoren bedoelde gejval waarin
voor het eindigen van de huur een op
zegging wordt vereischt.
Nietig is elk beding waardoor de
huurder van een woning, onder "bepaal
de omstandigheden geacht zou worden
de huur te hebben opgezegd of ver
plicht zou zijn dit te doen, en elk be
lling waarbij - eenige bevoegdheid, ijij
deze wet aan huurder of verhuurder
toegekend, zou worden uitgesloten of
beperkt.
Deze wet is niet van toepassing ten
aanzien van woningen, verhuurd met
bouw- of weidelanden, kweekerijen,
moestuinen en dergelijke landerijen.
Zij kan worden aangehaald als Huur-
opzeggingswet en vervalt binnen zes
maanden na den dag, waarop de Kroon,
den Raad van State gehoord, zal heb
ben verklaard, dat, ae tegenwoordige
buitengewone omstandigheden hebben
opgehouden te bestaan.
Aan de Memorie van Toelichting
wordt het volgende- ontleend:
Toen bij de schriftelijke en monde
linge gedachtenwisseling omtrent het
wetsontwerp dat geleid heeft tot de
Huurcomissiewet van de zijde der Sta-
,ten-G;eneraal de meening werd geuit,
dat in het ontwerp een voorschrift be
boorde Le zijn opgenomen, waardoor
den huiseigenaar, wiens huurprijs door
<le huurcommissie niet was goedge
keurd, het recht werd ontzegd de huur
te doen eindigen, heeit de Regeering
gemeend aan dat denkbeeld geen ge
volg te mogen geven, voornamelijk om
dat een dergelijk voorschrift haar on-
noodig voorkwam, vermits de voorge
stelde* bepalingen zouden werken, on
afhankelijk van des huurders toedoen
en belangen, zoodat de verhuurder te
genover een nieuwen huurder .niet in
gunstiger conditie zou verkeeren en_
aanzien van den huurprijs en er dus
voor hem tot huuropzegging treen aan
leiding zou beslaan, behoudens in en
kele sporadische 'gevallen, (uit plaag
ziekte of om andere redenen.
De uitslag heeft intusschen niet aan
de verwachting beantwoord. De wet
blijkt niet door allen, daarbij beIrote
ken naar letter en geest.te worden na
geleefd.
Nadat zij nog slechts enkele maanden
in werking was, kwamen uit verschil
lende oorden 'des lands berichten in^
omtrent tegenwerking van verhuurders.'
Door de vragen van het Tweede Ka
merlid den heer Koster, werd de aan-
Idaciit van het groote publiek op dit
euvel gevestigd en uit de allengs inko
mende berichten bleek meer en meer
dat bij 'vele huiseigenaren als het ware
een toeleg bestaat om de wet te doen
mislukken, om misbruik te maken van
.den woningnood- en door allerlei midde
len den huurder er toe te bewegen een
hoogere huur te betalen dan ingevolge
de wet geoorloofd is. Ten aanzien van
één van die middelen om de werking
ïier wet te verlammen, behoor,, naar
het inzicht def Regeering, thans te wor
den ingegrepen, omdat het mede ten
gevolge heeit, dat de woningnood ver
ergert en ballooze huurders in ernstige
moeilijkheden komen te verkeeren. en
Uit do verschillende streken des lands
zijn namelijk betrouwbare berichten in
gekomen, dat, wanneer een huurcom
missie in voor den verhuurder ongun-
stigen zin uitspraak heeft gedaan, deze
de huur opzegt, zelfs wordt vaak niet
geschroomd in huurovereenkomsten de
bepaling op te nemen, dat, ingeval de
huurcommissie geen genoegen neemt
met een gevraagde huurverhooging, de
huur kan. worden opgezegd, ja zelfs, er
zijn gevallen voorgekomen, dat ver
huurders na de uitspraak, eener huur
commissie de huur hunner woningen
hebben opgezegd en verklaard, liever
dan zich te voegen naar de uitspraak
der huurcommissie, de panden te zullen
onttrekken aan hun bestemming; zulks
nog wel zónder de zaak aan het oordeel
van den kantonrechter te hébben onder
worpen.
Onder deze omsandigheden is het des
wetgevers plicht de bevoegdheid tot het
doen eindigen van de huur aan banden
te leggen.
Van dit wapen wordt niet alieen mis
bruik gemaakt waar Kei geldt de wo
ningen van 1 ageren huurwaarde, zooaJs
bedoeld in de Huurcommissiewet. Over
de gunsclièTijn wordt tfoor du middel
pressie uitgeoefend op huurJcrs, hetzij
om de woning legen onredv,k hooge
huur Le blijven bewonen, heizij om haai
tegen buitensporigen prijs te vérkoopi.n
Moest wel, ook om practische redenen
de werking der Huurcommissiewet be
perkt blijven, mede met het oog op de
(kosten, thans bestaat er geen aanlei
ding eenige afscheiding tusschm wo
ningen van hoogere en van lagere
huurwaarde te maken. De meer gefor-.
tuneeïde standen kondei zich. indi n
de huuropslag hun te hoog voorkwam,
allicht met kleinere en dus goedkoopere
woningen behelpen, doch het gedwon
gen relaten van de v onrpg moet, wan
neer het aantal beschikbare perceeien
zoo gering is als thans, ook de welge-
stelden gevoelig treffen.
Daarbij komt dat, naar de ontvangen
berichten, juist de beperking der toe
passelijkheid van de Huurcommisiewet,
voor vele huiseigenaren de1 aanleiding
is geworden om bij huizen van hoogere
huurwaarde een ongemotiveerde huur-
opdrijving door te voeren, die ten aan
dien van de mindere woningen niet
meer zou slagen.
Op deze gronden heeft de Kegeering
haar voorstellen niet ingekleed als aan
vulling van de Huurcommissiewet doch
als een afzonderlijk wetsvoorstel, ge'.-
dende voor iedere huurwoning.
Een andere reden waarom hier de
grensscheiding der Huurcommissiewet
achterwege kan blijven is deze, dat
thans de preventieve fwerking tv eel
meer op den voorgrond treedt.
In geen geval moet 'worden aangeno
men, dat de kantonrechters met aanvra
gen Ingevolge deze wel zullen worden
overstelpt, zooals uit de huurcommis-
sies het geval zou zijn geweest, had
i)i de Huurcommissiewet de grens
scheiding ontbroken.
Bij de uitwerking van deze gedachten
moest een onderscheid worden gemaakt
al naarmate de huurovereenkomst ein
digt ingevolge opzegging of van rechts
wege. Heeft een opzegging van de zijde
des verhuurders plaats gehad, dan kan
de huurder, die door gedwongen ver-
Ijrek uit zijn woning inongelegenhpid
zou geraken, reeds dadelijk daartegen
'reageeren. Het is in het belang van
beide partijen dat zoo spoedig mogelijk
vaststa of die opzegging tot het beoogde
doel leiden zal of niet. Eindigt de buur
eenvoudig door het verstrijken van den
bepaalden huurtijd, clan zal in den re
gel de huurder haar wenschen te ver-
'nieuwen; hem diqnt dus een middel
verschaft om daartoe le geraken, maar
ook dan brengt iïet belang van beide
partijen mede, dat zoo spoedig mogelijk
worde beslist of de huurder bij het ein
de van den huurtijd zal moeten verhui
zen of niet. Vandaar 'dat in beide ge
vallen het rechtsmiddel aan een termijn
(is gebonden'. Anders tzou {men nooit
Jmet zekerheid een in gebruik zijnde
woning en leegstaande huurwonin
gen zijn er thans niet veel kunnen
huren of verhuren
Wat de artikelen betreft, merkt de
Rugeering o. a. op, dat het kan voor
komt, dat in een bepaald geval de op
zegging alleszins te billijken is, bijv.
indien een bloedverwant van den ver
huurder, of hij zelf, ter plaatse moet
komen wonen en geen andere geschikte
woning kan vinden. Het treft den huur
der dan ongelukkig; maar in zulk een
geval gaat liet niet aan den verhuurder
beschikking over de woning te ont
houden,. Den rechter is het toever
trouwd, in ieder geval een billijke be
slissing te geven.
Opcenten op de verdedigingsbelastingen
Versohenen is de Memorie van Antwoord
op het wetsontwerp- tot heffing ven op
centen op de verdedigingsbelasting over
het belastingjaar 1918/'19, ter bestrijding
van d>e kosten der beschikbaarstelling vaa
levensmiddelen.
De Minister van Financiën kan niet na-
Hut en wijn verwondering te kennen te geven
over die vrij algesmeene ontstemming en
verbazing, welke blijkens het Voorloopig
Verslag zijn memorie van toelichting bij
dat wetsontwerp, heeft gewekt. Die ont
stemming en verbazing toch missen haan-
te! tel ijken grondslag. In de Memorie van
Toelichting werden de voorstellen van tien
Minis/tea- van Landbouw niet bestreden,
maar principieel uiteengezet tot welke ge:
vaarlijke consequentie zoowel voor 's Rijks
financiën als voor Nedcrland's volkskracht
een levensmiddelenpoditiek zou. voeren, die
bet ter .beschikking stelten van Rijkswege
van levensmiddelen beneden den kostprijs
niet zou beperken tot het noodzakelijk mi
nimum, dat in het belang der volksgezond
heid onmisbaar is, en langer zou willen
aanhouden dan het tijdperk van den oor
logstoestand.
De beschouwingen van den Minister te
dezen aanzien waren allerminst tegen zijn
ambtgenoot van Landbouw gericht,, die
daarmede in beginsel instemt, Tusschen
zijn genoemden ambtgenoot en den Minis-
ter bestond alleen -verschil van gevoelen
omtrent een tweetal punten van uitvoering,
waaromtrent zij tot een vergelijk kwaimen.
Indien de Minister van oordeel was, dat
het stellen van een welstandsgrens niet
practisch uitvoerbaar was, zjou hij er niet
van hebben gesproken, dat-, bij het sterk
klimgnen der distributie-uitgaven, zulk een
grens niet kan worden gemist.
Ook' te dezen aanzien bestaat er tus
schen den Minister van Landbouw en hem
geen principieel verschil. Alleen meende
zijn ambtgenoot, zulk een grens niet op-
nieuw te moeten voorstellen, nu de Kamer
tot tweemaal toe had te kennen gegeven
daarmede niet in te stemmen.
De Minister is van oordeel, dat, ook al
werden aan de distributie vaai levensnjid-
delen uit 's Rijks schatkist minder groote
sommen besleed dan door zijn ambtgenoot
van .Landbouw worden voorgesteld, voor
een ondervoeding, die de volkskracht blij
vend zou bedreigen, geen ernstige vrees
behoeft te bestaan. Noch de sterftecijfers,
noch hetgeen over den gezondheidstoestand
der bevolking in de laatste maanden blijkt,
wijzen in die richting.
Het aanhangige voorstel beoogt met de
bestaande levensmiddelenpolitiek bij de
belastingbetalende burgerij impopulair te
maken; anders zou de Minister van Land
bouw zich daartegen zieker hebben verzet.
Het heeft echter wel ten doed aan de be
volking duidelijk te maken, dat uitbrei
ding der beschikbaarstelling van levens
middelen beneden den kostend en grijs
zonder ernstige belastingverzwaring niet
mogieiijk is.
De Minister van Landbouw gaf slechts
noode toe aan den aandrang, om de cre-
dietaanvrage tot hot eerste halfjaar van
1918 te bepefken. 'Hoe, naai- de meening
der Regeering, de uitgaven voor de volks
voeding in de tweede helft van het jaar
•1918 zullen moeten worden gedekt, zal
uiterlijk in de maanden April of Mei a.s.
moeten worden overwogen en daarbij kan
alsdan rekening worden gehouden met de
omstandigheden, zooals zij znch in die
maanden zullen voordoen.
Een bij uitstek tijdelijke voorziening, als
waarom het hier gaat, moet wel bij de
vermogens- en inkomstenbelasting aanslui
ten en vooral de inkomsten uit vermogen
treffen.
Of voor het jaar 1919—1920 andermaal
een heffing zal moeten geschieden als hier
wordt voorgesteld, zal afhangen van de
omstandigheden en van de hoogte, tot "wel
ke de wetgever het stelsel van beschikbaar
stelling van levensmiddelen beneden den
kostenden prijs zal opvoeren.
Wordt dit stelsel in stede van in <^nvang
en in tijd tot het noodzakelijk minimum te
worden beperkt, met ruime hand toege
past, dan kunnen buitensporig hooge- cri-
sisheffingen in den geest van het voorge
stelde niet uitblijven.
De Minister ontkent niet, dat het gevolg
van zijn voorstel zal zijn, dat vooral zij,
die groote vermogens hebben, hetgeen zij
aan inkomstenbelasting, vermogensbelas
ting, verdedigingsbelastingen en opcenten
op die verschillende heffingen zullen heb
ben op te brengen, voor een deel uit hun
vermogen zullen moeten betalen. Hij is
voor de nadeelen hiervan niet blind, maar
hij ziet geen kans, indien naast de uitga
ven voor de mobilisatie zulke enorm liooge
bedragen voor de volksvoeding uit. 's Rijks
schatkist moeten worden geput, de finan
ciën des Rijks in evenwicht te houden
zonder de inkomens uiterst zwaar te tref
fen en zelfs de groote vermogens eenjgs-
zins aan le tasten.
Inderdaad worden de inkomens uit
vermogen in de verdediging^ cd asting veel
zwaarder getroffen dan die uit arbeid.
Dit is echter, vooral bij tijdelijke crisis
heffingen, principieel juist. Door de drie
verdedigingsbelastingen met 150 opcenten
te verhoogen, wordt de last daarvan wel
zeer ernstig verzwaard, maar blijft de ver
houding in druk, welke de wetgever bij de
vaststelling dezer belastingen heeft gewild,
onveranderd. Bovendien vergete men niet,
dat juist in een 7x>o ongekend zwaren cri
sistijd als wij thans beleven, hoogere draag
kracht van het vermogens- boven het. ar
beidsinkomen nog duidelijker spreekt dan
in tijden, waarin de schatkist niét zulke
buitengemeen zware offers van de belas
tingplichtigen behoeft te vragen.
Misschien eal het, als de oorlog niet
spoedig eindigt, ook tot een verhoo
ging der oorlogswinstbelas
ting tot 50 percent moeten
komen.
Uit de Omgeving.
BLEISWIJK.
R.-K. Kïesvereeniging. Gisteravond
vergaderde de Katli. Kiesvereeniging al
hier. Doel was: de uiteenzetting van de
nieuwe kieswet. Als spreker hiervoor trad
op de WelEerw. heer P. Kleijntjes, kape
laan te Berkel (Z.H.). Het. ingewikkelde
stelsel werd door d-en eerw. spreker zoo
duidelijk en bevattelijk uiteengezet, dat
zeker iedereen in groote lijnen het begre
pen heeft. Het bord was hulpmiddel voor
aanschouwing en iedereen moest zeggen:
„wat eenvoudig". Tevens werd het ieder
der aanwezigen duidelijk, dat men lid der
Kiesvereeniging moest zijn, waartoe Zijn-
Eerw. de aanwezigen krachtig aanspoorde..
De kiesvereeniging had met den eerw.
spreker een gelukkige keuze.
NIEUWKOOP.
Geen witbrood. Reeds vanaf Maandag
ritten de bakkers alhier en le Noorden
zonder txloem en derhalve de menschen
zonder witbrood.
Uit de Pers.
In tijd van oorlog.
De oorlog zou den levensernst verhoogen.
De oorlog zou de godsvrucht bevorderen.
De oorlog zou weer de knieën doen bui
gen voor God.
Dc oorlog zou de zucht naar ijdel ver
maak onderdrukken.
De oorlog zou de geesten gevangen hou
den voor grootsehe doeleinden.
Ach wat is van al deze profetieën over
de zegenrijke werking van den krijg te
rechtgekomen, merkt De Residentie
bode op.
Wie nog aan dat alles gelooft, neme
kennis van dit stukje uit ,,De Nieuwe
Courant", dat een droevig licht werpt op
de geestesstemming in Parijs:
„Zeldzaam feit in de annalen der Pa-
rijsche theater-wereld,, zeldzaam ook in de
dagen van vrede; een onzer schouwburgen
heeft aan de geldschieters niet alleen rente
over het kapitaal uitbetaald, doch boven-
dine zelfs een bescheiden dividend van 2
procent!
Het was de Opéra Comiqué, die dit deed.
Dat het den schouwburg aan de rue
Favart voor den wind gaat, bewijst ook
het financieel jaarverslag, door den direc
teur, den heer Gheu&i, de vorige week uit
gebracht in de vergadering van comman-
dieten.
De Opéra Comique heeft gedurende 1200
dagen van oorlog 67b voorstellingen gege
ven. In dat tijdperk heeft de directie meer
dan vijf millioen francs aan salarissen, en
ruim 300,000 francs aan tegemoetkomingen!
uitbetaald aan 56 artisten en beambten,
zonder het personeel buiten den schouw
burg mee te tellen."
„Dank zij het gropt aantal doortrekken
de vreemdelingen in horizont-blauw en
khaki, dat Parijs steeds herbergt, beleven
de meeste schouwburgen hier een gulden
tijd. Evenals trouwens alles wat ver
strooiing en vergètelheid biedt."
Wenden we onzen blik Oostwaarts, dan
«ien we hetzelfde verschijnsel.
De Berlijnsche correspondent van „Het
Handelsblad" geeft een schets van het
huidige -leven te Berlijn. Wij lezen daarin:
„Het bizarre viert hoogtij. Niet alléén
klassieke musici moeten er aan gelooven
bedanst te worden (de levenden kunnen
zich hiertegen verzetten), doch ook Boed
dha, Mohamed en Corifucius, natuurlijk in
hun tempel-sfeer. Men vraagt zich af,
waarvandaan de dames'— al kleeden ze
zich ook slechts van de knie tot even bo
ven het middelpunt van het lichaam
de stof, zij, fluweel, laken, linnen en®.,
halen voor haar costuurns in dezen „Be-
7,ugschein"-lijd, en waar de schilders de
olieverf vinden om hun doeken te beklad
den.
Het 'opmerkelijke is, dal al deze huppe-
laarsters volle walen trekken, al vragen ze
ook entréeprijzen van drie tot tien mark.
En ze worden niet minder luid en lang
durig toegejuicht, dan vroeger Duncan en
Grete Wdesenthal. toen deze dames haar
kunst, die werkelijlk kunst was, openbaar
den. Ik geloof, dat de verklaring van ttit
eigenaardige feit .hierin^te zoeken is, dat
de Berlijner zijn vreugde en dankbaarheid
uit, dat het .hem toch eindelijk gelukte,
al is het ook maar voor een dergelijke
spring-processie, een toegangskaart te
krijgen, nadat hij vergeefsche pogingen
deed een plaats te koopen voor een «he
ater, concert of kino.
Noodt waf en de Berlijnsche theaters vol
ler da.n in deze tijden en nooit, maakten
de directeuren betere zaken. Zij verhoog
den eenige mal^n de prijzen, zoodat men
nu in de eerste-rangs-schouwburgen voor
een parketplaat® zijn tien mark moet offe
ren. En niettegenstaande 't zeer moeilijke,
is per tram of ondergrond- of stadstrein
den schouwburg op tijd te bereiken, zooi-
der beursoh gedrongen en gestooten te zijn
en men vooral na afloop van de voorstel
ling heel lang en geduldig dient te wach
ten, voor men een onderkomen vindt in
w-elk middel van vervoer ook, dient men
ten minste een week te voren plaats te
'bespreken voo-r een bepaalde opvoering-,
wil men nog kans hebben op een eenigs-
zins -behoorlijk uithoekje. Vrij-biljetten en
zoogenaamde „Voraigs"-biljetten aan
zienlijk 'gereduceerde"(bestaan er niet
meer. Ieder, die in de waal zit of staat,
kan Jiiet prettige gevoel hebben voor vo-1
aangezien te worden.
Hiap-hi ep-hi ep-hoerastu-kken bèhooren nu
tot de groote uitzonderingen. Om werken
van Shakespeare, Molière, Goeth-e, Schil
ler, Ibsem, Strindberg, Haupt.ma.nn, Suder-
mann en de. jongere Duitsche dichters
wordt storm geloopen. En niet minder om
de klucht, de opera, de operette, het caifé-
chantant, den circus, de kino. Knap is de
Berlijner, die Zondagavond van vijif tot
elf uur, in welk kino-theater ook, nog een
plaatsje verovert symder eerst een paar
our in de file gestaan te hebben."
Waar blijft de ernst, des levens, als men
in die dingen „troost" eoekt?
Marktberichten
AMSTERDAM, 2 Jan. Ter veemarkt waren
hedeu aangevoerd: 136vette kalveren,le kw.
f2,50—0,—2c kw. f 2,400,00, 3e kw. f2,20
per kilo, 307 nuchtere kalveren, f2026 per
atuk; 0 varkens.
DELFT, 3 Jan. Vee. Vette koeien 1ste
qual. f300 a 570, dito 2c qual. f150 a f300,
balfkoeien le qualt. f2S0 a 450, dito 2e quaL
f150 a 280; vaarkoeien le f 200—375, dito
2e qual. flOO a 2(J0, vette Lammeren f25
f38, Maeere Varkens f 16 a 50, Biggen fS a 16,
Nuchtere kalveren 8 a 30. Paarden f 100 a 450.
Rundvleesch per kilo fl,80, 1,50, 1,10.
275 Runderen, 2 paarden, 0 Vette Kalve
ren, 65 Magere Kalveren, 0 Veulen, 439 scha
pen of lammeren, 65 Varkens, 31 Biggen,
19 geiten of bokken.
Boter geen noteering. Aanvoer 6/8, 1/16,
wegende 130 Kg.
HAZERSWOUDE, 31 Dec. -- H. E. Veiling.
370 kipeieren f 16.0517,35 per 200 stuks.
VOORSCHOTEN, 2 Jan. Vrye veiling,
187 kipeieren, f 18,0018,95 per 100 stuks,
00 eendeneieren, prijs p. 100 stuks f
16 konijnen, per stuk f0,80-fl,60, 0 hanen
per stuk f 0,00-0, 0 kippen p. st. f 0.00—0,00,
0 duiven, p. st. f0,0,roode kool, per
100 stuk f 3.005,spruitkool, per ben
f0,220,00, worlelcn, per bos 0—0 et.,
kroten, per bos 00 et., Bloemkool f 00,
f0,— per 100 stuks,-Boerenkool f1,0010,—»
per 100 stuks, Savooye kool, per lOOst. f0, f
Andijvie per 100 stuks f 0.00-0.Witte kool
p. 100 stuk f 0,Poeren p. K.G. c.
Appelen f0,f0,per K.G.
Telegrafisch Weerbericht.
volgens waarnemingen verrichtin denmorgen
van 2 Jan. 1937, medegedeeld door het
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
te De Bilt.
Hoogste barometerstand: 770.0 Vlissingen.
Laagste barometerstand: nabij 745 Oost-
Pruisen.
Verwachting tot den avond van 4 Jan.
Aanvankelijk zwakke tot matigen, late'
wellicht toenemende wind uit Noordelijke
en Westelijke richtingen, nevelig tot half of
zwaarbewolkt, weinig of geen neerslag, des
nachts lichte vorst in het Oosten, in het
Westen om en bij het vriespunt, overdag
waarschijnlijk dooi.
Temperatuur hedenmorgen 8 uur 30 gr.,
hedenmiddag 4 uui, 88 gr. Fahrenheit.
4 Jan. Zon op 7,59, Zon ouder 4,32, Liohi
op 5.12.
4 Jan. Hoogste waterstand in KütwQk 6^8.