Gemeentelijke Aankondigingen. Directe Belastingen. De Burgemeeser van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen is ter hanÓ gesteld het kohier Personeele belasting No. 13 van den dienst 1917, executoir verklaard den 29en December j.l. en herinnert voorts den belanghebbenden aan hunne verplichting om den aanslag op den bij de Wet bepaal den voet te voldoen. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, <ten 3en Januari 1918. Leerplichtwet. vrijstelling van de verplichting, omgelegd bij Art. 1 der Wet. De Burgemeester van Leiden; herinnert oucters, voogden en verzorgers van de in deze gemeente woonachtige kin deren, op wie de Leerphchtwet van toe passing i9 en die zich wenschen te beroe pen op eenige vrijstelling van de naléve- •ving der in art. 1 dier v^et opgelegde ver plichting; dat zij zich niet kuniien beroepen op eenige vrijstelling van de bedoelde ver plichting, zoolang zij niet aan hem hebben kennis gegeven voor welk kind en op wel ken grond <zij op vrijstelling aanspraak meenen te mogen maken; dat deze kennisgeving, zoolang de aan spraak op .vrijstelling blijft voortduren en de kinderen nog in den leerplichtigen leeftijd vallen, telkens na verloop van twaalf maanden, opnieuw moet worden ingediend; dat ouders, voogden en verzorgers, die overwegend bezwaar hebben tegen het on- derwijs op alle binnen den afstand van 4 Kilometer van de woning gelegen scholen, waar vóór hun kinderen plaats te verkrij gen is, zich op de vrijstelling, genoemd 6ub 3 van art. 7 der Leerplichtwet, alleen kunnen beroepen, indien zij aan de hier boven bedeelde kennisgeving de schrifte lijke verklaring hebben toegevoègd, dat zij tegen het onderwijs op alle binrien den af stand van 4 Kilometer van de woning ge legen scholen, waarop voor de kinderen plaats tc verkrijgen is, zóó overwegend be- ewaar hebben, dat zij hun kinderen voor loop ig. liever van het door de wet gevor derde onderwijs verstoken laten, dan hen aan een dier scholen toe te vertrouwen; dat. deze verklaring, om geldig te zijn, ook de handteekening moet dragen van den heer Arrondissement-Schoolopziener; en dat formulieren voor de kennisgeving van vermeende vrijstelling kosteloos ver krijgbaar zijn ter Gemeente-Secretarie. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 3 Januari 1918. Verveer van ongeschild eikenhout. D4e Burgemeester der gemeente Leider! brengt ter aJgemeene kennis, dat de Mi nister van Landbouw, Nijverheid en 'Han del -heeft goedgevonden in te trekken zijne beschikking van 3G November j.l., no. 847, &fd. Crisiszaken, Bureau A. Z., betreffende bet, verbod van aflevering en vervoer van ongeschijd eikenhout. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Voorkoming van ontruiming van woningen. Thans is ingediend hét aangekondig de wetsontwerp houdende maatregelen teneinde te voorkomen dat huurders in de tegenwoordige buitengewone om standigheden uit hun woningen wor den gezet, indien daarvoor met geldige redenen beslaan. Voorgesteld wordt o. a. het volgende te bepalen; Wanneer voor het eindigen van de huur van een woning een opzegging wordt vereischt en de huur door ol na mens den verhuurder is opgelegd, kan de huurder zich bij verzoekschrift wen den tot den rechter van het kanton, waar de woning gelegen is, met h'et. verzoek de opzegging nietig te verkla ren. Het verzoek geschiedt binnen een week na de opzegging. Het maakt de opzegging krachteloos totdat de rech ter daaromtrent heeft beschikt. De grif- lier geeft den verhuurder onverwijld kennis van de indiening van het ver zoekschrift. De rechter beschikt zoo spoedig mo gelijk op het verzoekschrift na verhoor of behoorlijke oproeping van partijen. Dc rechter willigt het verzoek in, in dien hem summierljijk Iblijkt ;dat 'die; ihuurder gedurende den li uur tijd zijn verplichtingen op behoorlijke wijze is nagekomen, en dat voor de opzegging overigens reen geldige reden bestond. Hij bepaalt dan tevens een termijn van ten hóógste zes maanden, gedurende welken de huur na het eindigen van den overeengekomen huurtijd zal '•voortduren. De rechter kan den termijn op schrif telijk verzoek des huurders, na vej-hoor of behoorlijke oproeping van den ver- ihuurdier* eens of meermalen, telkens met ten hoogste zes maanden verlen gen. Het verzoek gesqhiedt vóór Jiet verstrijken van tw_ee-derde tredeelten van den bepaalden termijn. Deze blijft loopen totdift de rechter omtrent de verlenging heeft beschikt. Is ingevolge de Huurcommissiewet omtrent den huurprijs der woning bij •einduitspraak beslist. dan blijft die -huurprijs ongewijzigd van kracht Is -lie wet ten aanzien van de woning niet van toepassing, of is omtrent} denj huurprijs niet bij einduitspraak beslist, lan bepaalt de rechter een voor de wo ning redelijken huurprijs. Overigens stelt hij bij de toepassing van het voor afgaande zoodanige voorwaarden en maakt hij zoodanige bepalingen, als hy met het oog op de belangen des huur ders en des verhuurders noodig oor deelt. Ook kan hij op schriftelijk ver zoek van deze laatste, na verhoor of behoorlijke oproeping van den huurder, te allen tijde den termijn verkorten, in dien hij oordeelt dal üaarvoor geldige redenen bestaan. De griffier geeft den huurder daarvan onverwijld kennis. Partijen worden geacht voor den be zaaiden termijn een huur te hebben aangegaan, onder de voorwaarden en bepalingen, door den rechter gesteld. Hetzelfde geldt in geval van verlenging van den termijn. Togen de beslissing des kantonrech ters is geen rechtsmiddel toegelaten, behoudens voorziening in .cassatie in het belang der wet. Wanneer voor het eyidigen van 'de huur van een woning een opzegging niet wordt vereischt en partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen om trent een nieuwe huur. kan de huurder zich bij verzoekschrift wenden lot den rechter van het kanton, waar de wo ning gejegen is, met het verzoek te be- (palen, dat deze nieuwe huur zal tot stand komen. Het verzoek geschiedt binnen een weck na het verstrijken van den tijd bij de overeenkomst voor het aangaan van een nieuwe huur bepaald, en, in dien die tijd niet bepaald, is, uiterlijk binnen drie maanden vóór het einde van de huur. Verder gelden ook in dit reval in hoofdzaak dezelfde bepalingen als in het hiervoren bedoelde gejval waarin voor het eindigen van de huur een op zegging wordt vereischt. Nietig is elk beding waardoor de huurder van een woning, onder "bepaal de omstandigheden geacht zou worden de huur te hebben opgezegd of ver plicht zou zijn dit te doen, en elk be lling waarbij - eenige bevoegdheid, ijij deze wet aan huurder of verhuurder toegekend, zou worden uitgesloten of beperkt. Deze wet is niet van toepassing ten aanzien van woningen, verhuurd met bouw- of weidelanden, kweekerijen, moestuinen en dergelijke landerijen. Zij kan worden aangehaald als Huur- opzeggingswet en vervalt binnen zes maanden na den dag, waarop de Kroon, den Raad van State gehoord, zal heb ben verklaard, dat, ae tegenwoordige buitengewone omstandigheden hebben opgehouden te bestaan. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende- ontleend: Toen bij de schriftelijke en monde linge gedachtenwisseling omtrent het wetsontwerp dat geleid heeft tot de Huurcomissiewet van de zijde der Sta- ,ten-G;eneraal de meening werd geuit, dat in het ontwerp een voorschrift be boorde Le zijn opgenomen, waardoor den huiseigenaar, wiens huurprijs door <le huurcommissie niet was goedge keurd, het recht werd ontzegd de huur te doen eindigen, heeit de Regeering gemeend aan dat denkbeeld geen ge volg te mogen geven, voornamelijk om dat een dergelijk voorschrift haar on- noodig voorkwam, vermits de voorge stelde* bepalingen zouden werken, on afhankelijk van des huurders toedoen en belangen, zoodat de verhuurder te genover een nieuwen huurder .niet in gunstiger conditie zou verkeeren en_ aanzien van den huurprijs en er dus voor hem tot huuropzegging treen aan leiding zou beslaan, behoudens in en kele sporadische 'gevallen, (uit plaag ziekte of om andere redenen. De uitslag heeft intusschen niet aan de verwachting beantwoord. De wet blijkt niet door allen, daarbij beIrote ken naar letter en geest.te worden na geleefd. Nadat zij nog slechts enkele maanden in werking was, kwamen uit verschil lende oorden 'des lands berichten in^ omtrent tegenwerking van verhuurders.' Door de vragen van het Tweede Ka merlid den heer Koster, werd de aan- Idaciit van het groote publiek op dit euvel gevestigd en uit de allengs inko mende berichten bleek meer en meer dat bij 'vele huiseigenaren als het ware een toeleg bestaat om de wet te doen mislukken, om misbruik te maken van .den woningnood- en door allerlei midde len den huurder er toe te bewegen een hoogere huur te betalen dan ingevolge de wet geoorloofd is. Ten aanzien van één van die middelen om de werking ïier wet te verlammen, behoor,, naar het inzicht def Regeering, thans te wor den ingegrepen, omdat het mede ten gevolge heeit, dat de woningnood ver ergert en ballooze huurders in ernstige moeilijkheden komen te verkeeren. en Uit do verschillende streken des lands zijn namelijk betrouwbare berichten in gekomen, dat, wanneer een huurcom missie in voor den verhuurder ongun- stigen zin uitspraak heeft gedaan, deze de huur opzegt, zelfs wordt vaak niet geschroomd in huurovereenkomsten de bepaling op te nemen, dat, ingeval de huurcommissie geen genoegen neemt met een gevraagde huurverhooging, de huur kan. worden opgezegd, ja zelfs, er zijn gevallen voorgekomen, dat ver huurders na de uitspraak, eener huur commissie de huur hunner woningen hebben opgezegd en verklaard, liever dan zich te voegen naar de uitspraak der huurcommissie, de panden te zullen onttrekken aan hun bestemming; zulks nog wel zónder de zaak aan het oordeel van den kantonrechter te hébben onder worpen. Onder deze omsandigheden is het des wetgevers plicht de bevoegdheid tot het doen eindigen van de huur aan banden te leggen. Van dit wapen wordt niet alieen mis bruik gemaakt waar Kei geldt de wo ningen van 1 ageren huurwaarde, zooaJs bedoeld in de Huurcommissiewet. Over de gunsclièTijn wordt tfoor du middel pressie uitgeoefend op huurJcrs, hetzij om de woning legen onredv,k hooge huur Le blijven bewonen, heizij om haai tegen buitensporigen prijs te vérkoopi.n Moest wel, ook om practische redenen de werking der Huurcommissiewet be perkt blijven, mede met het oog op de (kosten, thans bestaat er geen aanlei ding eenige afscheiding tusschm wo ningen van hoogere en van lagere huurwaarde te maken. De meer gefor-. tuneeïde standen kondei zich. indi n de huuropslag hun te hoog voorkwam, allicht met kleinere en dus goedkoopere woningen behelpen, doch het gedwon gen relaten van de v onrpg moet, wan neer het aantal beschikbare perceeien zoo gering is als thans, ook de welge- stelden gevoelig treffen. Daarbij komt dat, naar de ontvangen berichten, juist de beperking der toe passelijkheid van de Huurcommisiewet, voor vele huiseigenaren de1 aanleiding is geworden om bij huizen van hoogere huurwaarde een ongemotiveerde huur- opdrijving door te voeren, die ten aan dien van de mindere woningen niet meer zou slagen. Op deze gronden heeft de Kegeering haar voorstellen niet ingekleed als aan vulling van de Huurcommissiewet doch als een afzonderlijk wetsvoorstel, ge'.- dende voor iedere huurwoning. Een andere reden waarom hier de grensscheiding der Huurcommissiewet achterwege kan blijven is deze, dat thans de preventieve fwerking tv eel meer op den voorgrond treedt. In geen geval moet 'worden aangeno men, dat de kantonrechters met aanvra gen Ingevolge deze wel zullen worden overstelpt, zooals uit de huurcommis- sies het geval zou zijn geweest, had i)i de Huurcommissiewet de grens scheiding ontbroken. Bij de uitwerking van deze gedachten moest een onderscheid worden gemaakt al naarmate de huurovereenkomst ein digt ingevolge opzegging of van rechts wege. Heeft een opzegging van de zijde des verhuurders plaats gehad, dan kan de huurder, die door gedwongen ver- Ijrek uit zijn woning inongelegenhpid zou geraken, reeds dadelijk daartegen 'reageeren. Het is in het belang van beide partijen dat zoo spoedig mogelijk vaststa of die opzegging tot het beoogde doel leiden zal of niet. Eindigt de buur eenvoudig door het verstrijken van den bepaalden huurtijd, clan zal in den re gel de huurder haar wenschen te ver- 'nieuwen; hem diqnt dus een middel verschaft om daartoe le geraken, maar ook dan brengt iïet belang van beide partijen mede, dat zoo spoedig mogelijk worde beslist of de huurder bij het ein de van den huurtijd zal moeten verhui zen of niet. Vandaar 'dat in beide ge vallen het rechtsmiddel aan een termijn (is gebonden'. Anders tzou {men nooit Jmet zekerheid een in gebruik zijnde woning en leegstaande huurwonin gen zijn er thans niet veel kunnen huren of verhuren Wat de artikelen betreft, merkt de Rugeering o. a. op, dat het kan voor komt, dat in een bepaald geval de op zegging alleszins te billijken is, bijv. indien een bloedverwant van den ver huurder, of hij zelf, ter plaatse moet komen wonen en geen andere geschikte woning kan vinden. Het treft den huur der dan ongelukkig; maar in zulk een geval gaat liet niet aan den verhuurder beschikking over de woning te ont houden,. Den rechter is het toever trouwd, in ieder geval een billijke be slissing te geven. Opcenten op de verdedigingsbelastingen Versohenen is de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp- tot heffing ven op centen op de verdedigingsbelasting over het belastingjaar 1918/'19, ter bestrijding van d>e kosten der beschikbaarstelling vaa levensmiddelen. De Minister van Financiën kan niet na- Hut en wijn verwondering te kennen te geven over die vrij algesmeene ontstemming en verbazing, welke blijkens het Voorloopig Verslag zijn memorie van toelichting bij dat wetsontwerp, heeft gewekt. Die ont stemming en verbazing toch missen haan- te! tel ijken grondslag. In de Memorie van Toelichting werden de voorstellen van tien Minis/tea- van Landbouw niet bestreden, maar principieel uiteengezet tot welke ge: vaarlijke consequentie zoowel voor 's Rijks financiën als voor Nedcrland's volkskracht een levensmiddelenpoditiek zou. voeren, die bet ter .beschikking stelten van Rijkswege van levensmiddelen beneden den kostprijs niet zou beperken tot het noodzakelijk mi nimum, dat in het belang der volksgezond heid onmisbaar is, en langer zou willen aanhouden dan het tijdperk van den oor logstoestand. De beschouwingen van den Minister te dezen aanzien waren allerminst tegen zijn ambtgenoot van Landbouw gericht,, die daarmede in beginsel instemt, Tusschen zijn genoemden ambtgenoot en den Minis- ter bestond alleen -verschil van gevoelen omtrent een tweetal punten van uitvoering, waaromtrent zij tot een vergelijk kwaimen. Indien de Minister van oordeel was, dat het stellen van een welstandsgrens niet practisch uitvoerbaar was, zjou hij er niet van hebben gesproken, dat-, bij het sterk klimgnen der distributie-uitgaven, zulk een grens niet kan worden gemist. Ook' te dezen aanzien bestaat er tus schen den Minister van Landbouw en hem geen principieel verschil. Alleen meende zijn ambtgenoot, zulk een grens niet op- nieuw te moeten voorstellen, nu de Kamer tot tweemaal toe had te kennen gegeven daarmede niet in te stemmen. De Minister is van oordeel, dat, ook al werden aan de distributie vaai levensnjid- delen uit 's Rijks schatkist minder groote sommen besleed dan door zijn ambtgenoot van .Landbouw worden voorgesteld, voor een ondervoeding, die de volkskracht blij vend zou bedreigen, geen ernstige vrees behoeft te bestaan. Noch de sterftecijfers, noch hetgeen over den gezondheidstoestand der bevolking in de laatste maanden blijkt, wijzen in die richting. Het aanhangige voorstel beoogt met de bestaande levensmiddelenpolitiek bij de belastingbetalende burgerij impopulair te maken; anders zou de Minister van Land bouw zich daartegen zieker hebben verzet. Het heeft echter wel ten doed aan de be volking duidelijk te maken, dat uitbrei ding der beschikbaarstelling van levens middelen beneden den kostend en grijs zonder ernstige belastingverzwaring niet mogieiijk is. De Minister van Landbouw gaf slechts noode toe aan den aandrang, om de cre- dietaanvrage tot hot eerste halfjaar van 1918 te bepefken. 'Hoe, naai- de meening der Regeering, de uitgaven voor de volks voeding in de tweede helft van het jaar •1918 zullen moeten worden gedekt, zal uiterlijk in de maanden April of Mei a.s. moeten worden overwogen en daarbij kan alsdan rekening worden gehouden met de omstandigheden, zooals zij znch in die maanden zullen voordoen. Een bij uitstek tijdelijke voorziening, als waarom het hier gaat, moet wel bij de vermogens- en inkomstenbelasting aanslui ten en vooral de inkomsten uit vermogen treffen. Of voor het jaar 1919—1920 andermaal een heffing zal moeten geschieden als hier wordt voorgesteld, zal afhangen van de omstandigheden en van de hoogte, tot "wel ke de wetgever het stelsel van beschikbaar stelling van levensmiddelen beneden den kostenden prijs zal opvoeren. Wordt dit stelsel in stede van in <^nvang en in tijd tot het noodzakelijk minimum te worden beperkt, met ruime hand toege past, dan kunnen buitensporig hooge- cri- sisheffingen in den geest van het voorge stelde niet uitblijven. De Minister ontkent niet, dat het gevolg van zijn voorstel zal zijn, dat vooral zij, die groote vermogens hebben, hetgeen zij aan inkomstenbelasting, vermogensbelas ting, verdedigingsbelastingen en opcenten op die verschillende heffingen zullen heb ben op te brengen, voor een deel uit hun vermogen zullen moeten betalen. Hij is voor de nadeelen hiervan niet blind, maar hij ziet geen kans, indien naast de uitga ven voor de mobilisatie zulke enorm liooge bedragen voor de volksvoeding uit. 's Rijks schatkist moeten worden geput, de finan ciën des Rijks in evenwicht te houden zonder de inkomens uiterst zwaar te tref fen en zelfs de groote vermogens eenjgs- zins aan le tasten. Inderdaad worden de inkomens uit vermogen in de verdediging^ cd asting veel zwaarder getroffen dan die uit arbeid. Dit is echter, vooral bij tijdelijke crisis heffingen, principieel juist. Door de drie verdedigingsbelastingen met 150 opcenten te verhoogen, wordt de last daarvan wel zeer ernstig verzwaard, maar blijft de ver houding in druk, welke de wetgever bij de vaststelling dezer belastingen heeft gewild, onveranderd. Bovendien vergete men niet, dat juist in een 7x>o ongekend zwaren cri sistijd als wij thans beleven, hoogere draag kracht van het vermogens- boven het. ar beidsinkomen nog duidelijker spreekt dan in tijden, waarin de schatkist niét zulke buitengemeen zware offers van de belas tingplichtigen behoeft te vragen. Misschien eal het, als de oorlog niet spoedig eindigt, ook tot een verhoo ging der oorlogswinstbelas ting tot 50 percent moeten komen. Uit de Omgeving. BLEISWIJK. R.-K. Kïesvereeniging. Gisteravond vergaderde de Katli. Kiesvereeniging al hier. Doel was: de uiteenzetting van de nieuwe kieswet. Als spreker hiervoor trad op de WelEerw. heer P. Kleijntjes, kape laan te Berkel (Z.H.). Het. ingewikkelde stelsel werd door d-en eerw. spreker zoo duidelijk en bevattelijk uiteengezet, dat zeker iedereen in groote lijnen het begre pen heeft. Het bord was hulpmiddel voor aanschouwing en iedereen moest zeggen: „wat eenvoudig". Tevens werd het ieder der aanwezigen duidelijk, dat men lid der Kiesvereeniging moest zijn, waartoe Zijn- Eerw. de aanwezigen krachtig aanspoorde.. De kiesvereeniging had met den eerw. spreker een gelukkige keuze. NIEUWKOOP. Geen witbrood. Reeds vanaf Maandag ritten de bakkers alhier en le Noorden zonder txloem en derhalve de menschen zonder witbrood. Uit de Pers. In tijd van oorlog. De oorlog zou den levensernst verhoogen. De oorlog zou de godsvrucht bevorderen. De oorlog zou weer de knieën doen bui gen voor God. Dc oorlog zou de zucht naar ijdel ver maak onderdrukken. De oorlog zou de geesten gevangen hou den voor grootsehe doeleinden. Ach wat is van al deze profetieën over de zegenrijke werking van den krijg te rechtgekomen, merkt De Residentie bode op. Wie nog aan dat alles gelooft, neme kennis van dit stukje uit ,,De Nieuwe Courant", dat een droevig licht werpt op de geestesstemming in Parijs: „Zeldzaam feit in de annalen der Pa- rijsche theater-wereld,, zeldzaam ook in de dagen van vrede; een onzer schouwburgen heeft aan de geldschieters niet alleen rente over het kapitaal uitbetaald, doch boven- dine zelfs een bescheiden dividend van 2 procent! Het was de Opéra Comiqué, die dit deed. Dat het den schouwburg aan de rue Favart voor den wind gaat, bewijst ook het financieel jaarverslag, door den direc teur, den heer Gheu&i, de vorige week uit gebracht in de vergadering van comman- dieten. De Opéra Comique heeft gedurende 1200 dagen van oorlog 67b voorstellingen gege ven. In dat tijdperk heeft de directie meer dan vijf millioen francs aan salarissen, en ruim 300,000 francs aan tegemoetkomingen! uitbetaald aan 56 artisten en beambten, zonder het personeel buiten den schouw burg mee te tellen." „Dank zij het gropt aantal doortrekken de vreemdelingen in horizont-blauw en khaki, dat Parijs steeds herbergt, beleven de meeste schouwburgen hier een gulden tijd. Evenals trouwens alles wat ver strooiing en vergètelheid biedt." Wenden we onzen blik Oostwaarts, dan «ien we hetzelfde verschijnsel. De Berlijnsche correspondent van „Het Handelsblad" geeft een schets van het huidige -leven te Berlijn. Wij lezen daarin: „Het bizarre viert hoogtij. Niet alléén klassieke musici moeten er aan gelooven bedanst te worden (de levenden kunnen zich hiertegen verzetten), doch ook Boed dha, Mohamed en Corifucius, natuurlijk in hun tempel-sfeer. Men vraagt zich af, waarvandaan de dames'— al kleeden ze zich ook slechts van de knie tot even bo ven het middelpunt van het lichaam de stof, zij, fluweel, laken, linnen en®., halen voor haar costuurns in dezen „Be- 7,ugschein"-lijd, en waar de schilders de olieverf vinden om hun doeken te beklad den. Het 'opmerkelijke is, dal al deze huppe- laarsters volle walen trekken, al vragen ze ook entréeprijzen van drie tot tien mark. En ze worden niet minder luid en lang durig toegejuicht, dan vroeger Duncan en Grete Wdesenthal. toen deze dames haar kunst, die werkelijlk kunst was, openbaar den. Ik geloof, dat de verklaring van ttit eigenaardige feit .hierin^te zoeken is, dat de Berlijner zijn vreugde en dankbaarheid uit, dat het .hem toch eindelijk gelukte, al is het ook maar voor een dergelijke spring-processie, een toegangskaart te krijgen, nadat hij vergeefsche pogingen deed een plaats te koopen voor een «he ater, concert of kino. Noodt waf en de Berlijnsche theaters vol ler da.n in deze tijden en nooit, maakten de directeuren betere zaken. Zij verhoog den eenige mal^n de prijzen, zoodat men nu in de eerste-rangs-schouwburgen voor een parketplaat® zijn tien mark moet offe ren. En niettegenstaande 't zeer moeilijke, is per tram of ondergrond- of stadstrein den schouwburg op tijd te bereiken, zooi- der beursoh gedrongen en gestooten te zijn en men vooral na afloop van de voorstel ling heel lang en geduldig dient te wach ten, voor men een onderkomen vindt in w-elk middel van vervoer ook, dient men ten minste een week te voren plaats te 'bespreken voo-r een bepaalde opvoering-, wil men nog kans hebben op een eenigs- zins -behoorlijk uithoekje. Vrij-biljetten en zoogenaamde „Voraigs"-biljetten aan zienlijk 'gereduceerde"(bestaan er niet meer. Ieder, die in de waal zit of staat, kan Jiiet prettige gevoel hebben voor vo-1 aangezien te worden. Hiap-hi ep-hi ep-hoerastu-kken bèhooren nu tot de groote uitzonderingen. Om werken van Shakespeare, Molière, Goeth-e, Schil ler, Ibsem, Strindberg, Haupt.ma.nn, Suder- mann en de. jongere Duitsche dichters wordt storm geloopen. En niet minder om de klucht, de opera, de operette, het caifé- chantant, den circus, de kino. Knap is de Berlijner, die Zondagavond van vijif tot elf uur, in welk kino-theater ook, nog een plaatsje verovert symder eerst een paar our in de file gestaan te hebben." Waar blijft de ernst, des levens, als men in die dingen „troost" eoekt? Marktberichten AMSTERDAM, 2 Jan. Ter veemarkt waren hedeu aangevoerd: 136vette kalveren,le kw. f2,50—0,—2c kw. f 2,400,00, 3e kw. f2,20 per kilo, 307 nuchtere kalveren, f2026 per atuk; 0 varkens. DELFT, 3 Jan. Vee. Vette koeien 1ste qual. f300 a 570, dito 2c qual. f150 a f300, balfkoeien le qualt. f2S0 a 450, dito 2e quaL f150 a 280; vaarkoeien le f 200—375, dito 2e qual. flOO a 2(J0, vette Lammeren f25 f38, Maeere Varkens f 16 a 50, Biggen fS a 16, Nuchtere kalveren 8 a 30. Paarden f 100 a 450. Rundvleesch per kilo fl,80, 1,50, 1,10. 275 Runderen, 2 paarden, 0 Vette Kalve ren, 65 Magere Kalveren, 0 Veulen, 439 scha pen of lammeren, 65 Varkens, 31 Biggen, 19 geiten of bokken. Boter geen noteering. Aanvoer 6/8, 1/16, wegende 130 Kg. HAZERSWOUDE, 31 Dec. -- H. E. Veiling. 370 kipeieren f 16.0517,35 per 200 stuks. VOORSCHOTEN, 2 Jan. Vrye veiling, 187 kipeieren, f 18,0018,95 per 100 stuks, 00 eendeneieren, prijs p. 100 stuks f 16 konijnen, per stuk f0,80-fl,60, 0 hanen per stuk f 0,00-0, 0 kippen p. st. f 0.00—0,00, 0 duiven, p. st. f0,0,roode kool, per 100 stuk f 3.005,spruitkool, per ben f0,220,00, worlelcn, per bos 0—0 et., kroten, per bos 00 et., Bloemkool f 00, f0,— per 100 stuks,-Boerenkool f1,0010,—» per 100 stuks, Savooye kool, per lOOst. f0, f Andijvie per 100 stuks f 0.00-0.Witte kool p. 100 stuk f 0,Poeren p. K.G. c. Appelen f0,f0,per K.G. Telegrafisch Weerbericht. volgens waarnemingen verrichtin denmorgen van 2 Jan. 1937, medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt. Hoogste barometerstand: 770.0 Vlissingen. Laagste barometerstand: nabij 745 Oost- Pruisen. Verwachting tot den avond van 4 Jan. Aanvankelijk zwakke tot matigen, late' wellicht toenemende wind uit Noordelijke en Westelijke richtingen, nevelig tot half of zwaarbewolkt, weinig of geen neerslag, des nachts lichte vorst in het Oosten, in het Westen om en bij het vriespunt, overdag waarschijnlijk dooi. Temperatuur hedenmorgen 8 uur 30 gr., hedenmiddag 4 uui, 88 gr. Fahrenheit. 4 Jan. Zon op 7,59, Zon ouder 4,32, Liohi op 5.12. 4 Jan. Hoogste waterstand in KütwQk 6^8.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 3