Leitt Curat".
BINNENLAND.
'Uiij.-.
artiv
t that
-OliVO;
met cj
Oil Vf!
/v6©d© Blad.
rdag I' Augustus 1917
t a«
•der
aarlij
ewam
vlu,
iet 2rj
auri
sch;
die levensvreugd en
enskracht behoeven.
Wat bloemen em een doodenwA,
Dat is hot leven."
verleden jaar deze simpele
Flacf, jn .bet spel van Sint Scrvaes" te
rmofl Ondanks den eenvoud van
ot t jouden die regels an zich een
ion waarheid.
bloemen. Kent ge ze niet,
Hre voortbrengselen uit God's lieer-
ijk i, najuUr, zoo rein door haar kleur
j, zw machtig door de zoetheid
het. jhei,i die zij uitstralen? Het zijn de
chept fe kinderen van hot hemelsche zen-
ïscliaj wcjke opbeuring en vertroosting
ui ij aan den armen lijder, die o.p
ava.1,1 nederligt, en de rozen rjjet
ziet.
■•Wijii dooien wa. 't Is het huive
rt; idcende kleed, dat eens den dood en
oca a Wlie lichaam zachtkens dekt, en im-
le vend en herinnert aan den. tijd',
)p datzeifdo lichaam de vergan-
hep# ad der aarde wij-ken zal voor
en. li jwighKd van bet hiernamaals. Die
ai1£ iwè" volgt, wanneer de bloemen zijn
- t, en vertreden langs den weg
me'fl
L-Iiepe is tet leveu. Eerst wat bloe-
motj yv^t vreugde, daarna de doodenwè,
larlijlj scheid aan deaz1 aarde. Voor den
i i'boiii uirt die bloemenweelde wd langer
■li, ut jorden ander; maai* toch, het einde
ren [naai. dat die heerlijke pracht van
-keiijk- jn 't verloop aller aaidsclie vergan-
jr<d is opgenomen,
cle IJ rerea wij ons daarom, zoolang er
ikaaiv >q zijn, ze te brengen bij hen, die
M. en, loefte aan hebben. Geen stoffelijke
varen, m alleen, maai* bloemen, welke die-
ad on allen om herwonnen levensvreugd,
maat ronnen levenskracht voor-
nn* i, schenken aan de duizenden en dui-
te ko i, die ze belweven.
mijlen
vis zijn het .-die biar bedoeld war
Denkt aan de arme tubercuCiose-
rindom u henen.
riet dien ihtgeteerden werkman,
moeide hand bestuurt hij nog het
peeftouw en met verwaasden blik
op zijn werk, dat vordert; ja,
dat tevens vordert de levenskracht,
en van den armen lijder. Waarom
ia afgetobt en afgemarteld in dat
ende fabrieksgebouw, waar trnge-
hitte en wolken stof als cm strijd
iSdheSd ondermijnen? Weldra kan
meer. Maar het moet. omdat thuis
"üuiv en kinderen wachten, zij, die
Idelijken bijstand van ecldgenoot
!er niat ontberen kunnen,
natorium is z ij n p 1 a a t. st
echtgenoot©, die moeder. In haar
uden zwoegt en bestiert zij, on-
dat de venijnige ziekte, welke tu-
Dse heet, haar toch reeds zwakke
heeft aangetast en haar het. spoe-
iikle een uitkomst misschien
togen houdt. Zonder klachten Iqeft
der, is zuinig en spaart liet hoogs*
5e ait den mond, omdat de man toch
alles bijbrengen kanKrachtig
>t voor haar kwaal bekomt zij niet.
het door, totdat het uitge-
Ma lichaam ixat langer kan. en der
longen ie liaatste functie gaat ont
worden.
natorium i9 haar plaats!
is die kraehtelooze jongen, dat uit-
i1e meisje. Zij zouden een heerlijk
voor zich hebben, vol idealen en
s. Maar het kan niet, omdat de
reals is gelegd der zoo rampzalige
Olose. Versterkende middelen moe-,
hj hebben. Maar T geld ontbreekt
en moeder ten eenenmale. Lijdzaam
n soiart liggen zij dag in, dag uit,
ns op 'Jen stoel, dan weer te bed en
dikwijls in een bedompte kamer.
m één
essina
L aaii-
anken
waar het galden zonnelicht, <të Keei'lijk-
frissche natuur niet binnen komen kan.
En zoo wachten zij op den dood, die ndet
verre meer ia, tienzij redding van buiten
opdaagt....;
't Sanatorium is hun plaats!
We kennen zie toch wel, die lijders, wier
gebeuren hier in onvolledige trekken is
geschetst? Dagelijks zien wij ze rondom
ons, lijdend en stervend. Wat al
macih't. dan bezit de tuberculose! En zal
dan niemand oneer in staat zijn het mon
ster dat tuberculose heet aan te val
len of tem minste helpen aan te vaUen?
Zeker, er is en er wordt veel gedaan.
Hulpvaardige zielen beijveren zich redi-
dLng te bieden en weerstand tegen dezen
g.educMen tiran. De o verweddenaai* moet
gebannen! Geleerden hebben al hun ken
nis aangewend, om het gevaar der tuber
culose tot het uiterste te beperken. Offer-
viaardagen hebben financieel bijgedragen,
om sanatoria te stichten, waar de onge
lukkige n door dezen verwoester der
menschheid overmand liefderijke ver
pleging hebben en redding vinden, voor
zooverre deze mogelijk is.
Optimistisch mogen wij niet zijn. Wan
neer iemand door de tuberculose is over
rompeld als 't ware, mag niets weerhou
den worden de ziekte in haar oorsprong
aan te tasten. Maar evenmin moeten wij
ons pessimistisch toonen. Zorgvolle behan
deling toch kan veel verhelpen, kan den
lijder weer mogelijk maken in de dage
lij k-sclie samenleving kan hem levens
vreugde en levenskracht weer
geven.
Dit zijn de bloemen, die hem herinneren
aan vreugde van weleer; bloemen, dte
hem geven zullen een blijde toekomst na
dagen van rampspoed.
Waarom nu zooveel regels gewijd aan
het gevaar, diat ik veilig mag ouderste'/lien
bekend te zijn? 't Is sflechts een bescheiden
herinnering aan den v bloemendag van
Herwonnen Levenskracht", dde morgen
te Leiden gehouden wordt.
We weten hst, bloemen brengen levens
vreugde. Daarom morgen in Tuimen over
vloed die bloemen aangedragen, om te
eieren het machtige bouwwerk der tuber-
oulose-be strijding. Koopt de bloempjes,
welke u door een schare van meisjes wor
den aangeboden. Stort uw offertje
klein of groot omdat hef is een aandeel
'in de heerlijke geldbelegging, die haar
oorsprong vindt in de belofte van Chris
tus, dat een ieder, die den arme in 's Hee-
reai naam bijstaat, honderdvoudige beloo
ning ontvangen zaJ
Dat dus niemand zijn offertje weigerei
Ook niet terwille van de spaarzaamheid.
Want het is een plicht der Christelijke
naastenliefde, voor den armen mede-
mensch zorg te dragen. Die gaarne den
zieke troost, hij koope een bloempje om
hunnentwille.
Zullen wij den glimlach weer brengen
rond de lippen der honderden Roomsche
lijders, die tuberculeus zijn? Ja? Dan
bloemen gezet in ruimen overvloed aan
hun lijdensbed! Dan brengen wij tevens
herwonnen levenskracht.
Levenskracht, welke den lijder met den
psalmist dankbaar instemmen doel; „Op
God hoopte mijn hart, en ik werd gehol
pen; en mijn vleesch bloeit weder op,, en
uit'den grond mijns harten zal ik Hem
loven." A. v. O.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Bepalingen tot bescherming van de
landarbeiders.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen
een wetsontwerp tot vaststelling van be
palingen tot bescherming van de land
arbeiders.
Het ontwerp bevat in de artikelen 3
tot en met 8 bepalingen tot bescher
ming van jeugdige personen en van
vrouwen, en in de artikelen 9 tót en met
11 bepalingen omtrent maatregelen van
gezondheid en veiligheid voor landar
beiders in het algemeen.
]Kind£r$rb\'iid. Met de Staatscom
missie acht de Minister een verbod van
kinderarbeid in de landbouwbedrijven
noodig. In het ontwerp wordt dan ook
bepaald, dat kinderen beneden zekeren
leeftijd oT nog leerplichtig geen SrtfeTd
mogen verrichten.-
In afwijking van "de Arbeidswet 19i"£
Is hier de 12-jarige leeftijd en niet de
13-jarige als grens aangenomen (art. 3).
Zoolang de leerplicht niet is uitge
breid, kan een absoluut verbod van ar
beid door kinderen beneden 13 jaar ten
gevolge hebben, dat kinderen, die aan
de leerverplichting hebben voldaan,
maar nog niet den leeftijd hebben be
reikt, waarop zij tot bedrijfsarbeid kun
nen worden toegelaten, tot ledigheid
worden gedwongen.
De mogelijkheid, dat in sommige tij
den van het jaar gedurende welke de
beschikbare werkkrachten tot het uiter
ste in beslag zijn genomen, medewer
king beneden 12 jaar zou blijken niet
gemist te kunnen worden voor het ver
richten van werkzaamheden, die geen
uitstel kunnen lijden, deed het wensche-
lijk schijnen aan het uitvoerende gezag
de bevoegdheid te geven bij algemeenen
maatregel van bestuur onder de noodige
beperkende bepalingen uitzondering te
maken op het verbod van kinderarbeid
(Art. 4). Het ligt in de bedoeling niet
dan bij gebleken noodzakelijkheid van
die bevoegdheid gebruik te maken en
dan slechts lichte werkzaamheden met
inachtneming van de voorzorgen, welke
door de belangen der kinderen geboden
worden, toe te laten.
Verbod van soorten arbeid. Meende
de Staatscommissie voor den Landbouw
dat het overweging verdient, of sommi
ge werkzaamheden in loondienst voor
vrouwen en jeugdige personen, welke
uit haar aard voor hen te zwaar of te
gevaarlijk zijn, zouden kunnen verbo
den worden, de Minister aarzelt niet,
die vraag bevestigend te beantwoorden.
Daarom wordt in art. 5 van het ont
werp een regeling voorgesteld, analoog
aan die van art. 5 der Arbeidswet 1911,
krachtens welke bepaalde soorten van
landarbeid of landarbeid onder bepaalde
omstandigheden door jeugdige perso
nen en vrouwen niet zullen mogen wor-
en verricht of slechts zullen mogen ver
richt met inachtneming van bepaalde
voorwaarden.
Leeftijdsgrens. In afwijking van
art. 5 der Arbeidswet, waarbij de leef
tijdsgrens, waarop de bescherming van
mannelijke personen ophoudt, gesteld is
op 18 jaar, eindigt volgens art. 5 in ver
band met art. 2 van het ontwerp, deze
speciale bescherming voor bedoelde
personen bij het bereiken van den 10-
jarigen leeftijd. Dit verschil vindt zijn
grond hierin, dat bij den landarbeid
werkzaamheden, die zoo levensgevaar
lijk zijn of zoo schadelijk voor de ge
zondheid zijn, dat een voorwaardelijk
gebod voor jongens tot den 18-jarigen
leeftijd gemotiveerd ware, wel niet licht
zullen voorkomen.
Geen regeling arbeidsduur. In te
genstelling met den meer gelijkmatigen
arbeid in de industrie, is die in de mees
te landbouwbedrijven en inzonderheid
hij de \eidarbeid in het drukke seizoen
bij gunstig weer gewoonlijk zeer.lang,
maar wordt ook dan soms door ongun
stige weersgesteldheid aanmerkelijk be
kort; in andere jaargetijden wordt hij
door de natuur tol normale, soms tot ge
ringe proporties teruggebracht.
In hoofdzaak zou dus een regeling
noodig zijn voor het zomerseizoen. Doch
hierin staan twee belemmerende facto
ren in den weg. De eerste is het gebrek
aan werkkrachten, dat zich in dien tijd
veelal doet gevoelen, de tweede de dik
wijls dringende aard der werkzaamhe
den, welke geen uitstel gedoogen, wil
men het product van maanden langen
arbeid niet zien verloren gaan.
Onder deze omstandigheden zouden
ingrijpende beperkingen van den ar
beidsduur bij de landelijke bevolking
weinig ingang vinden en zou de kans
op overtreding van zulke bepalingen in
den drukken tijd zeer groot zijn en dat
terwijl de controle op de naleving uiterst
moeilijk ware.
Nachtarbeid. In het ontwerp is op
genomen een verbod van nachtarbeid
door vrouwen of jeugdige personen
(art. 6) en van arbeid des Zaterdags na
één uur des namiddags door een vrouw,
die gehuwd is of die ongehuwd zijnde
een huishouding heeft te verzorgen
(art. 7).
Zondagsarbeid. Het werd door den
minister nïel noodig1 geScïïT een verbod
van Zondagsarbeid in het ontwerp op te
nemen, waar uit het rapport der Staats
commissie blijkt, dat deze arbeid in den
landbouw als regel tot het strikt nood
zakelijke beperkt blijft.
Arbeid na bevalling. Wel is in liet
ontwerp een bepaling opgenomen, hou
dende het verbod van arbeid door een
vrouw, binnen vier weken na haar be
valling (art. 8).
Wie zijn landarbeiders. Onder deze
wet vallen niet werkzaamheden, ver
richt door het hoofd of den bestuurder
der ondernemer of door diens echtge
noot, kind of pupil, voor zoover deze bij
hem inwonen.
.Voorts worden verstaan onder:
a. jeugdige personen: personen bene
den zestien jaar;
b. vrouwen: vrouwelijke personen van
zestien jaar of ouder.
Nederland en de Oorlog.
Uitvoer van rundvee naar
Engeland.
Gisteren heeft te Amsterdam een
drukbezochte bijeenkomst plaatsgevon
den van veehouders en veehandelaren,
die daartoe opgeroepen waren door het
bestuur van de Rundveevereeniging. Dit
bestuur had n.l. mededeelingcn te doen
over een proefuitvoer naar Engeland tot
een beperkt gtal van geslachte runderen.
Wij hebben gisteren reeds een verslag
gegeven van een gelijke te Groningen
gehouden vergadering.
Schoenen.
De minister van Landbouw heeft de
burgemeesters gelast een schriftelijke
vordering te richten tot schoenfabrikan
ten om opgave te doen van normaal pro
ductievermogen per week op 1 Augus
tus 1917, machinaal of handwerk, aantal
arbeiders enz,, een en ander in verband
met maatregelen, welke bij den minister
in overweging zijn ten einde te bevorde
ren, dat schoeisel legen redelijken prijs
beschikbaar komt. Tot dit doel is het
noodzakelijk een overzicht te verkrij
gen van de capaciteit onzer schoen
industrie. Ofschoon hel de bedoeling is,
dat daarbij zooveel mogelijk alle daar
voor in aanmerking komenden zullen
kunnen medewerken, wordt alleen van
diegenen een opgave verwacht, wier be
drijf een zoodanigen omvang heeft, dat
zij aanspraak kunnen maken op den
naam van schoenfabrikant en b.v. niet
van hen, voor wie het vervaardigen van
schoenen een bijkomstige werkzaam
heid is.
De opgaven moeien door de schoen
fabrikanten schriftelijk vóór 12 dezer
worden ingediend bij de burgemeesters,
die ze op hun beurt vóór 15 dezer moe
ten inzenden bij het Rijksdistributiekan
toor voor Huiden en Leder te 's-Graven-
hage onder opgave daarbij van hen, die
onverhoopt aan de vordering geen ge
volg mochten hebben gegeven.
Sigaren naar België.
Te Budel en elders aan onze zuidgrens
zoo meldt de „Bossche CL" worden
dagelijks enorme partijen sigaren naar
België uitgevoerd. Te Budel gingen gis
teren weder Vé millioen sigaren over de
grens.
Verhoogde bierprijzen
voor mindere kwaliteit.
Omtrent de vooruitzichten in de brou-
werijbedrijven verneemt de „Tel." van
welingelichte zijde het volgende:
Als één industrie lijdt onder den hui-
digen toestand is het wel die der bier-
fabricalie. De grondstoffen voor de pro
ductie zijn óf bijna verbruikt óf slechts
karig te krijgen Zoo is de industrierijst,
die door de voorzorgsmaatreeglen der
fabrikanten in het begin van den oorlog
uit Engeland was betrokken, zoo goed
als op en gerst wordt niet meer ontvan
gen.
Sinds drie maanden levert Amerika
niets meer en de toestand is, ook in ver
band met den kolennood, alles behalve
rooskleurig. Als de omstandigheden niet
gunstiger worden binnen afzienbaren
tijd zal het bedrijf worden stopgezet en
(allow' kerklieden fcuïïeiï werkloe*
worden.
Vandaar 'dan ook, 'dat' een regeling i$
getroffen om door beperking ,van hel
verbruik" 'de mogelijkheid van stopzet»
ting te voorkomen.
Op verschillende onderdeelen zal dan
moeten worden bezuinigd. Allereersl
moeten de grondstoffen zoo lang moge
lijk duren en daarna zoo min mogelijk'
brandstoffen verbruikt worden.
Deze beperking hoopt men te bereiken'
door het in den handel brengen van
oorlogsbier.
Zoodra dit oorlogsbier in den handel
wordt gebracht, verdwijnen alle andere
soorten en zullen er twee verschillende
bieren zin: donker en licht oorlogsbier.
Het donkere is dan het zg. volksbier en
goedkooper in prijs dan het lichte. Toch'
zijn de beide soorten nog tamelijk licht
en veel slapper dan het huidige fabri
kaat door de mindere hoeveelheid grond
stoffen, die er in zullen worden ver-,
werkt.
Om de beperking nog grootcr te ma
ken zal de prijs van dit artikel belang
rijk worden verhoogd. Men noemt reeds
een prijs 28 en 18 ets. per liter.
Om het publiek aan den overgang tof
het oorlogsbier te doen wennen zal ge
leidelijk de kwaliteit minder worden tot
het gehalte is bereikt dat men zich'
denkt.
De hoogere prijs, die voor dit bier zou
moeten worden btaald zal men zien te
ondervangen door in vergelijking de
glazen iets kleiner te maken, waardoor
de prijsstijging schijnbaar minder is;
Over dezen laatsten maatregel wordt
door den Bond van Koffiehuishouders
beraadslaagd en eerstdaags is een defi
nitieve regeling dezer aangelegenheid
te verwachten.
Zachte zeep.
De minister van Landbouw heeft, on
der intrekking van zijn beschikking van
21 Juli j.L, den maximumprijs voor de
gemeenten voor zachte zeep voor huis
houdelijk gebruik voor het tijdperk loo-
pende van 14 Augustus10 September
bepaald op f 37.20 per 100 K.G.
Gemengde Berichten.
Cefcfkistje gestolen. Ten nadeele van
een bewoonster <1ot Reguliersgracbt to
Amsterdam is ontvreemd eon geldkistjes
waarin zich een bedrag van f 1055 bevondc
KoperdiefstaL Van het sloe pen dek vaö
een te Amsterdam liggend stoomschip zijn
acht koperen wieltjes ter waarde van 1120
ontvreemd.
Sigaren; Ten nadeel© eener stoomboot-
hootonderneming te Amsterdam is van
een sleeperskar ontvreeml een pak, var-
moeede lijk inhoudende 2000 sigaren.
Van hot p&rron gedrukt; Toon gister,
avond .te 7 uur het personeel der Phi-
lipsfabriekea te Eindhoven, dat van Hel
mond komt, met den. trein van dat uur zou
vertrekken, werd door he opdringen het
10-jaiig meisje Martens, van net verhoog dia
perron gedrukt.
Het kind: kwam tusschen den muur van
het perron en den nog loopenden trein
terecht: Met hevige inwendige kneuzingen
en in levensgevaar, is hel meisje naar het
Eindhovensch Ziekenhuis vervoerd.
Overreden. Te Lonneker is het 3jar;g
dochtertje van den arbeider O: door een
auto van den hear T. te Almelo over.ediem:
Het kind werd vervoerd naar liet zieken
huis te» Enschede, waar het is overleden.
15 Irtbraksn. De inbreker, de arbericter
W-, te Hengelo, door marechaussee em
rijkspolitie aangehouden, heeft niet msi'w-
der dan 15 inbraken op zijn kerfstok.
Inbraak. Terwijl d© bewoners afwezig
waren, heeft men, vermoedelijk inet val scha
sleutels, ingebroken in het woonhuis van
den heer A: R: te Rotterdam, Het tafelzil
ver, benevens eenig papier van waarde,
worden vermist:
Door don trein gedood: Te Meppol
is die 60-jarige landbouwer Jan Muldior
uifctJ Nijeveen, toen hij per fiets uit hot
land den straatweg opreed, door de locaal"
spoor Meppel-Smilde overreden en gedood.
Verdrenken; Te Groningen is in het
Eemskanaal de 15jarige K. de W. bij het
feuilleton.
'isten-helden in Japan.
gelooft dus dat het geheele Vor-
°in tegen den Prins in opstand zou
wanneer deze metterdaad tot
f'JJJsl van onze oude goden terug-
- polste Safioye.
sari.' 81 wil ik niet zeggen. Onze prics-
jouden het wel weten te verhinde
ren vorst Protasius zou hem zeker
en in zijn plaats een der beide
uit zijn tweede huwelijk tot op-
r benoemen."
J zoo zou dan zijn eerstgeborene
«ns zonder land, een bedelaar
concludeerde Safioye met voldoe-
oij zichzelven. „Het doet mij ge-
ji °at ik dit weet", zeide hij hard-
H«et is natuurlijk, dat men een
0 tegen zulk een onheil tracht te
fchuwen."
p!a woor^en nam Safioye groeiend
IH ra met de opmerking, dat hij vol-
in §e^r°°nte, den avond verder
^J^oschte door te brengen met
andeling in den tuin. Ilajuschida
H t™Ug.en we& en beerde naar zijn
voornaam jonkman", zei
vprHü 0mkij^end naar Safioye, die
irt i?en iussclien de boomen van
in "j" 200 verstandig en degelijk
,eerino en oordeel. Ware
Michael maar zool Gelooft gij, dat
in! ïr-.rdaad vrienden zijn?"
te Jr1(f 1.. behandelt hem ten
aisof hij zijn beste kanigraad
„Hm, ik weet het niet. Er is iels in zijn
oogen, dat mij niet bevalt. En toen ik
zooeven langs de kiosk kwam, hoorde
ik, dat hij bezig was den Prins te over
reden, om de dochter van Jyeyas te ont
voeren uit de macht van den vorst van
Tschikoengo. Ge moet vorst Protasius,
of liever vorstin Justa eens waarschu
wen. Want wanneer dit gebeurde, zou
het een oorzaak worden van allerlei
moeilijkheden voor ons allen en een
bron van verdriet en lijden voor de goe
de Lucia."
„Het zou zonder twijfel volstrekt ver
keerd zijn, indien prinses Hime aan het
hof van Arima en in de omgeving van
prins Michael kwam. Reeds eenmaal
had zij hem bijna in haar strikken ge
vangen. Ik zal zien, wat er gedaan kan
worden. Als onze goede, oude missiona
rissen bij het Hof maar niet schier al
hun invloed hadden verloren! Waar zijn
de kinderen?"
„Lodewijk is met Marietje in het
park. Waarschijnlijk zijn zij naar de
nieuwe kapel gegaan. O, gij behoeft niet
angstig te zijn! Hij leidt zijn zusje zoo
voorzichtig als een volwassen man. Doch
het is voor hen tijd, om terug te komen.
Ga hen halen, man. Ondertusschen ga
ik naar huis, en naar de dienstboden."
Prins Safioye dwaalde door het in
fantastischen avondgloed gehulde bosch
doch bemerkte van de schoonheid daar
van weinig of niets, daar hij geheel - op
ging in zijn wraakzuchtige plannen.
Zijn weg voerde hem thans langs den
rand van den loodrecht in zee neerzin
kenden rotswand. De ondergaande zon
wierp wonderbare tinten op de donkere
coniferen, de gprauw.e, gespleten rotsen,
den smaragd-groenen waterspiegel,
welke in sidderende lijnen land en he
mel weerkaatste, en over de kelen van
den Asajama in het verre Oosten. Maar
ook deze schoonheid miste heden haar
uitwerking op zijn gemoed, ja, hij be
merkte ze nauwelijks. „Het gaat, het zal
en het moet gaan", mompelde hij som
ber. „Om met Ilime te kunnen trouwen,
moet hij zijn geloof verzaken. Dan wordt
hij wel onterfd door zijn vader, of wel
verjaagd door zijn volk. En ik ben ge
wroken! Doch zijn bekoorlijke vrouw
zal mij naar Nagasaki volgen. En met
behulp van Jyeyas herwin ik dit schoone
eiland voor hem, en voor de oude go
den. Daarvoor zal hij mij tot stadhouder,
of misschien zelfs wel tot vorst van
Arima verheffen. En mijn naam zal in
Japan beroemd zijn voor altijd!"
Kinderstemmen stoorden Safioye in
zijn overpeinzingen ,en toen hij, op het
geluid daarvan afgaand, eenige trappen
was opgegaan, te midden van hoog
struikgewas, stond hij tegenover het
kapelletje op de rotsrif. Zacht liep hij
over de brug, en zag door de halfgeopen
de deur den kleinen Lodewijk met zijn
zusje bij het beeld der Moeder Gods.
Met opgeheven, gevouwen handjes bad
de knaap het „Wees Gegroet", en het
meisje stamelde de woorden na. Safioye
had nooit iets dergelijks gezien of ge
hoerd. Zuik een lieflijk godenbeeld be
zat geen enkele Japansche pagode. En
toen hij het nader bekeek, bespeurde hij
een sterke gelijkenis tusschen dit he-
melsch schoone gelaat, en dat van de
dochter van Tsoekami-Dono, wel niet in
trekken of in kleur dar oogen, doch in
uitdrukking van ceinheid en kinderlijke
onschuld. „Dal beeld moet ik hebben",
zei Safioye tot zichzelven. „Wat doet
gij hier? Wat is dat voor een beeld?"
vroeg hij aan de kinderen.
Het meisje was door het verschijnen
van den man, die zoo onverwacht de
kapel binnentrad, verschrikt. Zij ver
school zich achter haar broertje, en be
gon luid te schreien. „Stil, Marietje", zei
het knaapje, „die vreemde heer is mee
gekomen met onzen Prins, en zal u niets
doen. „O, heer", sprak hij vervolgens tot
Safioye, „indien gij met ons wilt bid
den, kniel dan neder. Tiet is de lieve
Moeder Gods! Kent gij haar beeld dan
niet? Vorstin Lu, de vrouw van onzen
Prins, heeft dit mooie beeld hier ge
bracht. En wij hebben haar geholpen,
om het met deze bloemen te versieren,
en ik heb haar beloofd hier ^lken dag
voor haar en voor den Prins een „Wees
Gegroet" te bidden."
„O, heeft zij het hier geplaatst? En
bidt gij hier voor haar? Nu, dan zal ik
haar vragen, dat zij mij het beeld schen-
ke, want ik zie naar welk model het
vervaardigd is. Dan kan ik het met u
aanbidden."
„Ik begrijp u niet, mijnheer. Gij
spreekt zoo vreemd. Maar, aanbidden
moogt gij het beeld niet, dat moogt gij
alleen onzen Lieven lieer."
„Stelt hel dan geen godin voor?" vroeg
Safioye verwonderd.
„Een godin? Wat is dat? Wacht,
daar komt vader.... Vader, spreek gij
met dezen heer; hij doet zulke wonder
lijke vragen!"
En terwijl zij huiswaarts gingen, leg
de Ilajuschida den vreemdeling uit, dat
do eenig geboren Zoon Gods, menscJi
was geworden uit de maagd Maria, om
ons te verlossen, en dat daarom de Chris
tenen de maagdelijke Moeder Gods wel
iswaar niet aanbaden, daar dit afgoderij
zou zijn, maar toch hoog vereerden.
Safioye dacht aan de verwarde leerstel
lingen van de talrijke menschwordingen
van Boeddha, leerstellingen, welke
hij minachtte, en zeide bij zichzelven,
dat het hem wel gemakkelijk zou vallen
de schoone Lucia te overtuigen van het
dwaze van zulk een geloof. „Maar het
beeld moet zij mij geven, en ik zal het
in hooge eere houden!" Dat was de laat
ste gedachte, waarmede hij dien avond
insliep.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Safioye aan het hof ran Arima.
Toen prins Michael hem den volgen
den morgen den brief voor llime ter
hand stelde, deed hij het met kloppend
hart. Den geheelen nacht had zijn gewe
ten hem, hetzij hij waakte of droomde,
gewaarschuwd en gefolterd, en het was
hem slechts zeer onvolkomen gelukt
die stem te onderdrukken. „Ik wil haar
immers slechts van den dood redden",
zeide hij om zichzelven gerust te stel
len. „Ik denk er niet aan de aan Lucia
gezworen trouw te verbreken. Neen, zóó
ver zal ik niet gaan, al is het toch eigen
lijk betreurenswaardig, dat de christe
lijke godsdienst slechts het huwelijk
met één vrouw toelaat. Hm, de Vorsten
kon toch wel een uitzondering gemaakt
worden, en misschien doch, neen,
neen! Weg met die gedachte! Ik wil
Hime van den dood redden, en anders
niets, en 'dit is niet enkel geoorloofd,
doch zelfs plicht en een edele daad."
OYordt vervolgd.}