Leitt Curat". BINNENLAND. 'Uiij.-. artiv t that -OliVO; met cj Oil Vf! /v6©d© Blad. rdag I' Augustus 1917 t a« •der aarlij ewam vlu, iet 2rj auri sch; die levensvreugd en enskracht behoeven. Wat bloemen em een doodenwA, Dat is hot leven." verleden jaar deze simpele Flacf, jn .bet spel van Sint Scrvaes" te rmofl Ondanks den eenvoud van ot t jouden die regels an zich een ion waarheid. bloemen. Kent ge ze niet, Hre voortbrengselen uit God's lieer- ijk i, najuUr, zoo rein door haar kleur j, zw machtig door de zoetheid het. jhei,i die zij uitstralen? Het zijn de chept fe kinderen van hot hemelsche zen- ïscliaj wcjke opbeuring en vertroosting ui ij aan den armen lijder, die o.p ava.1,1 nederligt, en de rozen rjjet ziet. ■•Wijii dooien wa. 't Is het huive rt; idcende kleed, dat eens den dood en oca a Wlie lichaam zachtkens dekt, en im- le vend en herinnert aan den. tijd', )p datzeifdo lichaam de vergan- hep# ad der aarde wij-ken zal voor en. li jwighKd van bet hiernamaals. Die ai1£ iwè" volgt, wanneer de bloemen zijn - t, en vertreden langs den weg me'fl L-Iiepe is tet leveu. Eerst wat bloe- motj yv^t vreugde, daarna de doodenwè, larlijlj scheid aan deaz1 aarde. Voor den i i'boiii uirt die bloemenweelde wd langer ■li, ut jorden ander; maai* toch, het einde ren [naai. dat die heerlijke pracht van -keiijk- jn 't verloop aller aaidsclie vergan- jr<d is opgenomen, cle IJ rerea wij ons daarom, zoolang er ikaaiv >q zijn, ze te brengen bij hen, die M. en, loefte aan hebben. Geen stoffelijke varen, m alleen, maai* bloemen, welke die- ad on allen om herwonnen levensvreugd, maat ronnen levenskracht voor- nn* i, schenken aan de duizenden en dui- te ko i, die ze belweven. mijlen vis zijn het .-die biar bedoeld war Denkt aan de arme tubercuCiose- rindom u henen. riet dien ihtgeteerden werkman, moeide hand bestuurt hij nog het peeftouw en met verwaasden blik op zijn werk, dat vordert; ja, dat tevens vordert de levenskracht, en van den armen lijder. Waarom ia afgetobt en afgemarteld in dat ende fabrieksgebouw, waar trnge- hitte en wolken stof als cm strijd iSdheSd ondermijnen? Weldra kan meer. Maar het moet. omdat thuis "üuiv en kinderen wachten, zij, die Idelijken bijstand van ecldgenoot !er niat ontberen kunnen, natorium is z ij n p 1 a a t. st echtgenoot©, die moeder. In haar uden zwoegt en bestiert zij, on- dat de venijnige ziekte, welke tu- Dse heet, haar toch reeds zwakke heeft aangetast en haar het. spoe- iikle een uitkomst misschien togen houdt. Zonder klachten Iqeft der, is zuinig en spaart liet hoogs* 5e ait den mond, omdat de man toch alles bijbrengen kanKrachtig >t voor haar kwaal bekomt zij niet. het door, totdat het uitge- Ma lichaam ixat langer kan. en der longen ie liaatste functie gaat ont worden. natorium i9 haar plaats! is die kraehtelooze jongen, dat uit- i1e meisje. Zij zouden een heerlijk voor zich hebben, vol idealen en s. Maar het kan niet, omdat de reals is gelegd der zoo rampzalige Olose. Versterkende middelen moe-, hj hebben. Maar T geld ontbreekt en moeder ten eenenmale. Lijdzaam n soiart liggen zij dag in, dag uit, ns op 'Jen stoel, dan weer te bed en dikwijls in een bedompte kamer. m één essina L aaii- anken waar het galden zonnelicht, <të Keei'lijk- frissche natuur niet binnen komen kan. En zoo wachten zij op den dood, die ndet verre meer ia, tienzij redding van buiten opdaagt....; 't Sanatorium is hun plaats! We kennen zie toch wel, die lijders, wier gebeuren hier in onvolledige trekken is geschetst? Dagelijks zien wij ze rondom ons, lijdend en stervend. Wat al macih't. dan bezit de tuberculose! En zal dan niemand oneer in staat zijn het mon ster dat tuberculose heet aan te val len of tem minste helpen aan te vaUen? Zeker, er is en er wordt veel gedaan. Hulpvaardige zielen beijveren zich redi- dLng te bieden en weerstand tegen dezen g.educMen tiran. De o verweddenaai* moet gebannen! Geleerden hebben al hun ken nis aangewend, om het gevaar der tuber culose tot het uiterste te beperken. Offer- viaardagen hebben financieel bijgedragen, om sanatoria te stichten, waar de onge lukkige n door dezen verwoester der menschheid overmand liefderijke ver pleging hebben en redding vinden, voor zooverre deze mogelijk is. Optimistisch mogen wij niet zijn. Wan neer iemand door de tuberculose is over rompeld als 't ware, mag niets weerhou den worden de ziekte in haar oorsprong aan te tasten. Maar evenmin moeten wij ons pessimistisch toonen. Zorgvolle behan deling toch kan veel verhelpen, kan den lijder weer mogelijk maken in de dage lij k-sclie samenleving kan hem levens vreugde en levenskracht weer geven. Dit zijn de bloemen, die hem herinneren aan vreugde van weleer; bloemen, dte hem geven zullen een blijde toekomst na dagen van rampspoed. Waarom nu zooveel regels gewijd aan het gevaar, diat ik veilig mag ouderste'/lien bekend te zijn? 't Is sflechts een bescheiden herinnering aan den v bloemendag van Herwonnen Levenskracht", dde morgen te Leiden gehouden wordt. We weten hst, bloemen brengen levens vreugde. Daarom morgen in Tuimen over vloed die bloemen aangedragen, om te eieren het machtige bouwwerk der tuber- oulose-be strijding. Koopt de bloempjes, welke u door een schare van meisjes wor den aangeboden. Stort uw offertje klein of groot omdat hef is een aandeel 'in de heerlijke geldbelegging, die haar oorsprong vindt in de belofte van Chris tus, dat een ieder, die den arme in 's Hee- reai naam bijstaat, honderdvoudige beloo ning ontvangen zaJ Dat dus niemand zijn offertje weigerei Ook niet terwille van de spaarzaamheid. Want het is een plicht der Christelijke naastenliefde, voor den armen mede- mensch zorg te dragen. Die gaarne den zieke troost, hij koope een bloempje om hunnentwille. Zullen wij den glimlach weer brengen rond de lippen der honderden Roomsche lijders, die tuberculeus zijn? Ja? Dan bloemen gezet in ruimen overvloed aan hun lijdensbed! Dan brengen wij tevens herwonnen levenskracht. Levenskracht, welke den lijder met den psalmist dankbaar instemmen doel; „Op God hoopte mijn hart, en ik werd gehol pen; en mijn vleesch bloeit weder op,, en uit'den grond mijns harten zal ik Hem loven." A. v. O. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Bepalingen tot bescherming van de landarbeiders. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp tot vaststelling van be palingen tot bescherming van de land arbeiders. Het ontwerp bevat in de artikelen 3 tot en met 8 bepalingen tot bescher ming van jeugdige personen en van vrouwen, en in de artikelen 9 tót en met 11 bepalingen omtrent maatregelen van gezondheid en veiligheid voor landar beiders in het algemeen. ]Kind£r$rb\'iid. Met de Staatscom missie acht de Minister een verbod van kinderarbeid in de landbouwbedrijven noodig. In het ontwerp wordt dan ook bepaald, dat kinderen beneden zekeren leeftijd oT nog leerplichtig geen SrtfeTd mogen verrichten.- In afwijking van "de Arbeidswet 19i"£ Is hier de 12-jarige leeftijd en niet de 13-jarige als grens aangenomen (art. 3). Zoolang de leerplicht niet is uitge breid, kan een absoluut verbod van ar beid door kinderen beneden 13 jaar ten gevolge hebben, dat kinderen, die aan de leerverplichting hebben voldaan, maar nog niet den leeftijd hebben be reikt, waarop zij tot bedrijfsarbeid kun nen worden toegelaten, tot ledigheid worden gedwongen. De mogelijkheid, dat in sommige tij den van het jaar gedurende welke de beschikbare werkkrachten tot het uiter ste in beslag zijn genomen, medewer king beneden 12 jaar zou blijken niet gemist te kunnen worden voor het ver richten van werkzaamheden, die geen uitstel kunnen lijden, deed het wensche- lijk schijnen aan het uitvoerende gezag de bevoegdheid te geven bij algemeenen maatregel van bestuur onder de noodige beperkende bepalingen uitzondering te maken op het verbod van kinderarbeid (Art. 4). Het ligt in de bedoeling niet dan bij gebleken noodzakelijkheid van die bevoegdheid gebruik te maken en dan slechts lichte werkzaamheden met inachtneming van de voorzorgen, welke door de belangen der kinderen geboden worden, toe te laten. Verbod van soorten arbeid. Meende de Staatscommissie voor den Landbouw dat het overweging verdient, of sommi ge werkzaamheden in loondienst voor vrouwen en jeugdige personen, welke uit haar aard voor hen te zwaar of te gevaarlijk zijn, zouden kunnen verbo den worden, de Minister aarzelt niet, die vraag bevestigend te beantwoorden. Daarom wordt in art. 5 van het ont werp een regeling voorgesteld, analoog aan die van art. 5 der Arbeidswet 1911, krachtens welke bepaalde soorten van landarbeid of landarbeid onder bepaalde omstandigheden door jeugdige perso nen en vrouwen niet zullen mogen wor- en verricht of slechts zullen mogen ver richt met inachtneming van bepaalde voorwaarden. Leeftijdsgrens. In afwijking van art. 5 der Arbeidswet, waarbij de leef tijdsgrens, waarop de bescherming van mannelijke personen ophoudt, gesteld is op 18 jaar, eindigt volgens art. 5 in ver band met art. 2 van het ontwerp, deze speciale bescherming voor bedoelde personen bij het bereiken van den 10- jarigen leeftijd. Dit verschil vindt zijn grond hierin, dat bij den landarbeid werkzaamheden, die zoo levensgevaar lijk zijn of zoo schadelijk voor de ge zondheid zijn, dat een voorwaardelijk gebod voor jongens tot den 18-jarigen leeftijd gemotiveerd ware, wel niet licht zullen voorkomen. Geen regeling arbeidsduur. In te genstelling met den meer gelijkmatigen arbeid in de industrie, is die in de mees te landbouwbedrijven en inzonderheid hij de \eidarbeid in het drukke seizoen bij gunstig weer gewoonlijk zeer.lang, maar wordt ook dan soms door ongun stige weersgesteldheid aanmerkelijk be kort; in andere jaargetijden wordt hij door de natuur tol normale, soms tot ge ringe proporties teruggebracht. In hoofdzaak zou dus een regeling noodig zijn voor het zomerseizoen. Doch hierin staan twee belemmerende facto ren in den weg. De eerste is het gebrek aan werkkrachten, dat zich in dien tijd veelal doet gevoelen, de tweede de dik wijls dringende aard der werkzaamhe den, welke geen uitstel gedoogen, wil men het product van maanden langen arbeid niet zien verloren gaan. Onder deze omstandigheden zouden ingrijpende beperkingen van den ar beidsduur bij de landelijke bevolking weinig ingang vinden en zou de kans op overtreding van zulke bepalingen in den drukken tijd zeer groot zijn en dat terwijl de controle op de naleving uiterst moeilijk ware. Nachtarbeid. In het ontwerp is op genomen een verbod van nachtarbeid door vrouwen of jeugdige personen (art. 6) en van arbeid des Zaterdags na één uur des namiddags door een vrouw, die gehuwd is of die ongehuwd zijnde een huishouding heeft te verzorgen (art. 7). Zondagsarbeid. Het werd door den minister nïel noodig1 geScïïT een verbod van Zondagsarbeid in het ontwerp op te nemen, waar uit het rapport der Staats commissie blijkt, dat deze arbeid in den landbouw als regel tot het strikt nood zakelijke beperkt blijft. Arbeid na bevalling. Wel is in liet ontwerp een bepaling opgenomen, hou dende het verbod van arbeid door een vrouw, binnen vier weken na haar be valling (art. 8). Wie zijn landarbeiders. Onder deze wet vallen niet werkzaamheden, ver richt door het hoofd of den bestuurder der ondernemer of door diens echtge noot, kind of pupil, voor zoover deze bij hem inwonen. .Voorts worden verstaan onder: a. jeugdige personen: personen bene den zestien jaar; b. vrouwen: vrouwelijke personen van zestien jaar of ouder. Nederland en de Oorlog. Uitvoer van rundvee naar Engeland. Gisteren heeft te Amsterdam een drukbezochte bijeenkomst plaatsgevon den van veehouders en veehandelaren, die daartoe opgeroepen waren door het bestuur van de Rundveevereeniging. Dit bestuur had n.l. mededeelingcn te doen over een proefuitvoer naar Engeland tot een beperkt gtal van geslachte runderen. Wij hebben gisteren reeds een verslag gegeven van een gelijke te Groningen gehouden vergadering. Schoenen. De minister van Landbouw heeft de burgemeesters gelast een schriftelijke vordering te richten tot schoenfabrikan ten om opgave te doen van normaal pro ductievermogen per week op 1 Augus tus 1917, machinaal of handwerk, aantal arbeiders enz,, een en ander in verband met maatregelen, welke bij den minister in overweging zijn ten einde te bevorde ren, dat schoeisel legen redelijken prijs beschikbaar komt. Tot dit doel is het noodzakelijk een overzicht te verkrij gen van de capaciteit onzer schoen industrie. Ofschoon hel de bedoeling is, dat daarbij zooveel mogelijk alle daar voor in aanmerking komenden zullen kunnen medewerken, wordt alleen van diegenen een opgave verwacht, wier be drijf een zoodanigen omvang heeft, dat zij aanspraak kunnen maken op den naam van schoenfabrikant en b.v. niet van hen, voor wie het vervaardigen van schoenen een bijkomstige werkzaam heid is. De opgaven moeien door de schoen fabrikanten schriftelijk vóór 12 dezer worden ingediend bij de burgemeesters, die ze op hun beurt vóór 15 dezer moe ten inzenden bij het Rijksdistributiekan toor voor Huiden en Leder te 's-Graven- hage onder opgave daarbij van hen, die onverhoopt aan de vordering geen ge volg mochten hebben gegeven. Sigaren naar België. Te Budel en elders aan onze zuidgrens zoo meldt de „Bossche CL" worden dagelijks enorme partijen sigaren naar België uitgevoerd. Te Budel gingen gis teren weder Vé millioen sigaren over de grens. Verhoogde bierprijzen voor mindere kwaliteit. Omtrent de vooruitzichten in de brou- werijbedrijven verneemt de „Tel." van welingelichte zijde het volgende: Als één industrie lijdt onder den hui- digen toestand is het wel die der bier- fabricalie. De grondstoffen voor de pro ductie zijn óf bijna verbruikt óf slechts karig te krijgen Zoo is de industrierijst, die door de voorzorgsmaatreeglen der fabrikanten in het begin van den oorlog uit Engeland was betrokken, zoo goed als op en gerst wordt niet meer ontvan gen. Sinds drie maanden levert Amerika niets meer en de toestand is, ook in ver band met den kolennood, alles behalve rooskleurig. Als de omstandigheden niet gunstiger worden binnen afzienbaren tijd zal het bedrijf worden stopgezet en (allow' kerklieden fcuïïeiï werkloe* worden. Vandaar 'dan ook, 'dat' een regeling i$ getroffen om door beperking ,van hel verbruik" 'de mogelijkheid van stopzet» ting te voorkomen. Op verschillende onderdeelen zal dan moeten worden bezuinigd. Allereersl moeten de grondstoffen zoo lang moge lijk duren en daarna zoo min mogelijk' brandstoffen verbruikt worden. Deze beperking hoopt men te bereiken' door het in den handel brengen van oorlogsbier. Zoodra dit oorlogsbier in den handel wordt gebracht, verdwijnen alle andere soorten en zullen er twee verschillende bieren zin: donker en licht oorlogsbier. Het donkere is dan het zg. volksbier en goedkooper in prijs dan het lichte. Toch' zijn de beide soorten nog tamelijk licht en veel slapper dan het huidige fabri kaat door de mindere hoeveelheid grond stoffen, die er in zullen worden ver-, werkt. Om de beperking nog grootcr te ma ken zal de prijs van dit artikel belang rijk worden verhoogd. Men noemt reeds een prijs 28 en 18 ets. per liter. Om het publiek aan den overgang tof het oorlogsbier te doen wennen zal ge leidelijk de kwaliteit minder worden tot het gehalte is bereikt dat men zich' denkt. De hoogere prijs, die voor dit bier zou moeten worden btaald zal men zien te ondervangen door in vergelijking de glazen iets kleiner te maken, waardoor de prijsstijging schijnbaar minder is; Over dezen laatsten maatregel wordt door den Bond van Koffiehuishouders beraadslaagd en eerstdaags is een defi nitieve regeling dezer aangelegenheid te verwachten. Zachte zeep. De minister van Landbouw heeft, on der intrekking van zijn beschikking van 21 Juli j.L, den maximumprijs voor de gemeenten voor zachte zeep voor huis houdelijk gebruik voor het tijdperk loo- pende van 14 Augustus10 September bepaald op f 37.20 per 100 K.G. Gemengde Berichten. Cefcfkistje gestolen. Ten nadeele van een bewoonster <1ot Reguliersgracbt to Amsterdam is ontvreemd eon geldkistjes waarin zich een bedrag van f 1055 bevondc KoperdiefstaL Van het sloe pen dek vaö een te Amsterdam liggend stoomschip zijn acht koperen wieltjes ter waarde van 1120 ontvreemd. Sigaren; Ten nadeel© eener stoomboot- hootonderneming te Amsterdam is van een sleeperskar ontvreeml een pak, var- moeede lijk inhoudende 2000 sigaren. Van hot p&rron gedrukt; Toon gister, avond .te 7 uur het personeel der Phi- lipsfabriekea te Eindhoven, dat van Hel mond komt, met den. trein van dat uur zou vertrekken, werd door he opdringen het 10-jaiig meisje Martens, van net verhoog dia perron gedrukt. Het kind: kwam tusschen den muur van het perron en den nog loopenden trein terecht: Met hevige inwendige kneuzingen en in levensgevaar, is hel meisje naar het Eindhovensch Ziekenhuis vervoerd. Overreden. Te Lonneker is het 3jar;g dochtertje van den arbeider O: door een auto van den hear T. te Almelo over.ediem: Het kind werd vervoerd naar liet zieken huis te» Enschede, waar het is overleden. 15 Irtbraksn. De inbreker, de arbericter W-, te Hengelo, door marechaussee em rijkspolitie aangehouden, heeft niet msi'w- der dan 15 inbraken op zijn kerfstok. Inbraak. Terwijl d© bewoners afwezig waren, heeft men, vermoedelijk inet val scha sleutels, ingebroken in het woonhuis van den heer A: R: te Rotterdam, Het tafelzil ver, benevens eenig papier van waarde, worden vermist: Door don trein gedood: Te Meppol is die 60-jarige landbouwer Jan Muldior uifctJ Nijeveen, toen hij per fiets uit hot land den straatweg opreed, door de locaal" spoor Meppel-Smilde overreden en gedood. Verdrenken; Te Groningen is in het Eemskanaal de 15jarige K. de W. bij het feuilleton. 'isten-helden in Japan. gelooft dus dat het geheele Vor- °in tegen den Prins in opstand zou wanneer deze metterdaad tot f'JJJsl van onze oude goden terug- - polste Safioye. sari.' 81 wil ik niet zeggen. Onze prics- jouden het wel weten te verhinde ren vorst Protasius zou hem zeker en in zijn plaats een der beide uit zijn tweede huwelijk tot op- r benoemen." J zoo zou dan zijn eerstgeborene «ns zonder land, een bedelaar concludeerde Safioye met voldoe- oij zichzelven. „Het doet mij ge- ji °at ik dit weet", zeide hij hard- H«et is natuurlijk, dat men een 0 tegen zulk een onheil tracht te fchuwen." p!a woor^en nam Safioye groeiend IH ra met de opmerking, dat hij vol- in §e^r°°nte, den avond verder ^J^oschte door te brengen met andeling in den tuin. Ilajuschida H t™Ug.en we& en beerde naar zijn voornaam jonkman", zei vprHü 0mkij^end naar Safioye, die irt i?en iussclien de boomen van in "j" 200 verstandig en degelijk ,eerino en oordeel. Ware Michael maar zool Gelooft gij, dat in! ïr-.rdaad vrienden zijn?" te Jr1(f 1.. behandelt hem ten aisof hij zijn beste kanigraad „Hm, ik weet het niet. Er is iels in zijn oogen, dat mij niet bevalt. En toen ik zooeven langs de kiosk kwam, hoorde ik, dat hij bezig was den Prins te over reden, om de dochter van Jyeyas te ont voeren uit de macht van den vorst van Tschikoengo. Ge moet vorst Protasius, of liever vorstin Justa eens waarschu wen. Want wanneer dit gebeurde, zou het een oorzaak worden van allerlei moeilijkheden voor ons allen en een bron van verdriet en lijden voor de goe de Lucia." „Het zou zonder twijfel volstrekt ver keerd zijn, indien prinses Hime aan het hof van Arima en in de omgeving van prins Michael kwam. Reeds eenmaal had zij hem bijna in haar strikken ge vangen. Ik zal zien, wat er gedaan kan worden. Als onze goede, oude missiona rissen bij het Hof maar niet schier al hun invloed hadden verloren! Waar zijn de kinderen?" „Lodewijk is met Marietje in het park. Waarschijnlijk zijn zij naar de nieuwe kapel gegaan. O, gij behoeft niet angstig te zijn! Hij leidt zijn zusje zoo voorzichtig als een volwassen man. Doch het is voor hen tijd, om terug te komen. Ga hen halen, man. Ondertusschen ga ik naar huis, en naar de dienstboden." Prins Safioye dwaalde door het in fantastischen avondgloed gehulde bosch doch bemerkte van de schoonheid daar van weinig of niets, daar hij geheel - op ging in zijn wraakzuchtige plannen. Zijn weg voerde hem thans langs den rand van den loodrecht in zee neerzin kenden rotswand. De ondergaande zon wierp wonderbare tinten op de donkere coniferen, de gprauw.e, gespleten rotsen, den smaragd-groenen waterspiegel, welke in sidderende lijnen land en he mel weerkaatste, en over de kelen van den Asajama in het verre Oosten. Maar ook deze schoonheid miste heden haar uitwerking op zijn gemoed, ja, hij be merkte ze nauwelijks. „Het gaat, het zal en het moet gaan", mompelde hij som ber. „Om met Ilime te kunnen trouwen, moet hij zijn geloof verzaken. Dan wordt hij wel onterfd door zijn vader, of wel verjaagd door zijn volk. En ik ben ge wroken! Doch zijn bekoorlijke vrouw zal mij naar Nagasaki volgen. En met behulp van Jyeyas herwin ik dit schoone eiland voor hem, en voor de oude go den. Daarvoor zal hij mij tot stadhouder, of misschien zelfs wel tot vorst van Arima verheffen. En mijn naam zal in Japan beroemd zijn voor altijd!" Kinderstemmen stoorden Safioye in zijn overpeinzingen ,en toen hij, op het geluid daarvan afgaand, eenige trappen was opgegaan, te midden van hoog struikgewas, stond hij tegenover het kapelletje op de rotsrif. Zacht liep hij over de brug, en zag door de halfgeopen de deur den kleinen Lodewijk met zijn zusje bij het beeld der Moeder Gods. Met opgeheven, gevouwen handjes bad de knaap het „Wees Gegroet", en het meisje stamelde de woorden na. Safioye had nooit iets dergelijks gezien of ge hoerd. Zuik een lieflijk godenbeeld be zat geen enkele Japansche pagode. En toen hij het nader bekeek, bespeurde hij een sterke gelijkenis tusschen dit he- melsch schoone gelaat, en dat van de dochter van Tsoekami-Dono, wel niet in trekken of in kleur dar oogen, doch in uitdrukking van ceinheid en kinderlijke onschuld. „Dal beeld moet ik hebben", zei Safioye tot zichzelven. „Wat doet gij hier? Wat is dat voor een beeld?" vroeg hij aan de kinderen. Het meisje was door het verschijnen van den man, die zoo onverwacht de kapel binnentrad, verschrikt. Zij ver school zich achter haar broertje, en be gon luid te schreien. „Stil, Marietje", zei het knaapje, „die vreemde heer is mee gekomen met onzen Prins, en zal u niets doen. „O, heer", sprak hij vervolgens tot Safioye, „indien gij met ons wilt bid den, kniel dan neder. Tiet is de lieve Moeder Gods! Kent gij haar beeld dan niet? Vorstin Lu, de vrouw van onzen Prins, heeft dit mooie beeld hier ge bracht. En wij hebben haar geholpen, om het met deze bloemen te versieren, en ik heb haar beloofd hier ^lken dag voor haar en voor den Prins een „Wees Gegroet" te bidden." „O, heeft zij het hier geplaatst? En bidt gij hier voor haar? Nu, dan zal ik haar vragen, dat zij mij het beeld schen- ke, want ik zie naar welk model het vervaardigd is. Dan kan ik het met u aanbidden." „Ik begrijp u niet, mijnheer. Gij spreekt zoo vreemd. Maar, aanbidden moogt gij het beeld niet, dat moogt gij alleen onzen Lieven lieer." „Stelt hel dan geen godin voor?" vroeg Safioye verwonderd. „Een godin? Wat is dat? Wacht, daar komt vader.... Vader, spreek gij met dezen heer; hij doet zulke wonder lijke vragen!" En terwijl zij huiswaarts gingen, leg de Ilajuschida den vreemdeling uit, dat do eenig geboren Zoon Gods, menscJi was geworden uit de maagd Maria, om ons te verlossen, en dat daarom de Chris tenen de maagdelijke Moeder Gods wel iswaar niet aanbaden, daar dit afgoderij zou zijn, maar toch hoog vereerden. Safioye dacht aan de verwarde leerstel lingen van de talrijke menschwordingen van Boeddha, leerstellingen, welke hij minachtte, en zeide bij zichzelven, dat het hem wel gemakkelijk zou vallen de schoone Lucia te overtuigen van het dwaze van zulk een geloof. „Maar het beeld moet zij mij geven, en ik zal het in hooge eere houden!" Dat was de laat ste gedachte, waarmede hij dien avond insliep. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Safioye aan het hof ran Arima. Toen prins Michael hem den volgen den morgen den brief voor llime ter hand stelde, deed hij het met kloppend hart. Den geheelen nacht had zijn gewe ten hem, hetzij hij waakte of droomde, gewaarschuwd en gefolterd, en het was hem slechts zeer onvolkomen gelukt die stem te onderdrukken. „Ik wil haar immers slechts van den dood redden", zeide hij om zichzelven gerust te stel len. „Ik denk er niet aan de aan Lucia gezworen trouw te verbreken. Neen, zóó ver zal ik niet gaan, al is het toch eigen lijk betreurenswaardig, dat de christe lijke godsdienst slechts het huwelijk met één vrouw toelaat. Hm, de Vorsten kon toch wel een uitzondering gemaakt worden, en misschien doch, neen, neen! Weg met die gedachte! Ik wil Hime van den dood redden, en anders niets, en 'dit is niet enkel geoorloofd, doch zelfs plicht en een edele daad." OYordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 3