22 Uit de Leidsche Vroedschap. Be JAARGANG No. 2345 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, voor Leiden II cent per week [1.45 per kwartaalbij onze agenten 12 cent per week, f 1.60 per kwartaaL Franco per post 1.80 per kwartaaL Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent per wartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 71/* cenl VRIJDAG JUNI 1917. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f 0J5, elke regel meer 15 cent. Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regBl meer 30 cent met gratie bewijsnummer. Bij contraot aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. KLEINE ADVERTENTIËN, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd huur en verhuur, koop en verkoop 40 centen per 30 woorden, leder woord meer 1 cent. We werden er nog eens aan herin- reud, dat zuinig-zijn met licht, zuinig- ajn met alle kolen-verbruik het wachtwoord is. Afwijzend werd be- feliikt op een verzoek van de vereeni- nng van den Handeldrijvenden en In- lustrieelen Middenstand om des Zater- lagavonds de etalagekasten te mogen terlichten. Commissarissen der Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit sadden eerst gunstig op het verzoek ge- sdviseerd. Nadat echter een nadere cir culaire van den Minister van Landbouw werd ontvangen, waarin op nog groote- re bezuiniging van het kolengebruik wordt aangedrongen, waren ook zij op dal advies teruggekomen. We willen hier terloops de bemerking siaken, dat ook nog wel eens op andere wijze in het lichtverbruik zou kunnen worden bezuinigd. Nog altijd trekken sommige inrichtingen hier ter stede de aandacht door een weelderige liclitover- slrooming. Een winkelier mag geen en kel licht branden voor de etalage en daar een overvloed van licht! Een goede maatregel van wijze dus gematigde! drankbestrijding is ge nomen. Naar aanleiding van eèn circu laire van Ged. Staten namens den mi- ister van Binnenlandsche Zaken aan den gemeenteraad gezonden, houdendB hel verzoek om een verbodsbepaling te gen het bierhuisbezoek door jeugdige personen, werd in de desbetreffende verordening een bepaling opgenomen, waarbij het den houder van een voor bet publiek toegankelijke inrichting, al waar alcoholhoudende drank, andere dan sterke drank voor gebruik ter plaatse van verkoop wordt verkocht, verboden in die inrichting personen be neden 16 jaar anders dan in gezelschap van een meerderjarige toe te laten. Na uitvoerige discussie werd besloten l een nadere salarisregeling van de leeraren en leeraressen in de gymnas tiek aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool voor onderwij zers en onderwijzeressen en de openba re lagere scholen, waarbij het stamtrac- teriient voor de leeraren op f 16002100 'sjaars wordt bepaald en dat der leeraressen op f 13251665. De meer dere kosten zullen f2360 per jaar be dragen. Langdurig werd er over gediscus sieerd, of het gymnastiekonderricht bij 'iet middelbaar onderwijs niet hooger gesalarieerd moet worden, dan dat bij iet lager. De voorstanders van zulk een splitsing verloren ten slotte het pleit. Een verheugend teeken in deze on gunstige tijden is, dat het belastbare in- tomen weder belangrijk is toegenomen. Het kohier der plaatselijke directe be lasting dienst 1917 werd vastgesteld tot een totaal bedrag van f 13,113,500, ter- wijl de opbrengst der belasting werd bepaald op f816,600, het gemiddeld heffingspercentage op 6.28 pet. en het vermenigvuldigingscijfer vastgesteld op 7. (Deze laatste cijfers zijn minder ver heugend!) BUITENLAND. De Oorlog. Plaatselijke aanvallen op de fronten. Russisch protest tegen Fransche oorlogs- bedoeiingen. -- Ontvangst van ex-Koning Konstantijn binnen Lugano. -- De opening van de Italiaansclie Kamer. Overzicht. De bewegingen van plaatselijken aard handhaven zich. In het Westen hebben de Duitschers n.l. bij Vauxaillon, noord waarts van Soissons, over 1500 M. breedte, een krachtigen aanval op de Fransche stellingen uitgevoerd. Het Duitsche bericht meldt de bezetting van Fransche loopgraven en de gevangen neming van 160 legerstanden. Volgens het Fransche bericht konden de Duit schers slechts op 2 plaatsen de loopgra ven der eerste linie binnendringen ten Z. van den Mont des Singes over een afstand van 400 M. en ten N. van de hpeve van Moisy op een breedte van 200 M. Uit het eerste stuk werden de Duit schers volgens het Fransche bericht weder teruggeworpen, zoodat alleen de 200 M. loopgraaf ten N. van de hoeve van Moisy voor de Duitschers over bleef. Ter aanvulling van de mededeelingen aangaande den Italwansclien aanval in de streek van de Sette Comuni, is van Italiaansclie zijde bericht, dat de Italia nen den Oostenrijkers geduchte stellin gen ontrukten in de streek van den Mopte Ortigara en den Cima Gompris, en bij die actie, welke met groote moei lijkheden gepaard ging, 936 Oostenrij kers krijgsgevangen maakten. Niettegenstaande de Oostenrijkers het gisteren voorstelden, als zouden de Ita lianen eenige honderden passen terrein winst behaald hebben, welke echter door een tegenaanval weer grootendeels ongedaan gemaakt werd, blijft het ech ter niet meer dan een plaatselijk suc ces. Wanneer Weenen goed inlicht, dan is de pauze reeds ingetreden;, verdere aanvalspogingen der Italianen kwamen volgens het Oostenrijksch communiqué niet voor. Sedert 10 Juni maakten ook de Oos tenrijkers in deze streek 650 gevange nen. In dit aantal is inbegrepen het aantal Italiaansclie krijgsgevangenen, dat bij den stoot van 11 Juni in Oosten- rijksche handen viel. Bij deze gelegen heid meldden de Italianen de gevan genneming van 512 Oostenrijksche sol daten, zoodat de getallen aan krijgsge vangenen bij beide ondernemingen voor Italië en Oostenrijk respectievelijk zijn 1448 en 650. De redevoeringen zijn den laatsten tijd niet van de lucht! Zoo pas zijn er weer twee in Engeland en twee in Ita lië afgestoken. Alle zeer breedvoerig, maar weinig inhoudend. Te Londen heeft de minister van Buitenlandsche Zaken, ter gelegenheid van een middag maal, een en ander verteld van zijn reis naar Amerika en vs.n de geestdrift, die daar heerscht. Ilij is er zeker van, dat de Ver. Staten tot dé slotsom zijn geko men, dat „de toekomst der beschaving verbonden is met de overwinning der Geallieerden". Aan een ander middagmaal heeft het arbeiderslid van het Oorlogskabinet over de zegepraal d:r Geallieerden ge sproken en het een gevaar genoemd, dat de Duitsche regeering, in tegenstel ling met de Duitsche sociaal-democraten en publicisten, ju éls heeft losgelaten, dat haar op een evt ntueele vredescon ferentie zou kunnen binden. In Italië hebben bij de heropening van het Parlement de premier Boselli en de minister van Buitenlandsche Zaken Sonnino het woord ,'gevoerd. Beide re devoeringen hadden een bijzonder doel. Boselli beoogde allereerst, om de natie er van te overtuigen, dat een verder voortzetten van den oorlog voor Italië een strikte noodzak! iijkheid is. Want er zijn in den laatstl a tijd tal van tee kenen, die op een jkere oorlogsmoe heid bij het Italiaamche volk en leger wijzen, een moeheid, welke zich door een steeds sterker vordende pacifisti sche strooming uit. Vel is waar zeide de premier, dat hij moeilijk kan geloo- ven dat dergelijke stroomingen waarlijk in Italië beslaan, doch hij achtte het in- tusschen noodzakelijk om tot de oprich ting van een oorlogspropaganda-depar- tement over te gaan. dat zich in hoofd zaak met het aanwakkeren van den strijdlust bezig zal houden Minister Sonnino's rede liep voor een groot deel over de onafhankelijkheids verklaring van Albanië. Naar men weet, heeft Italië dezer tia£en "de"zelfstandig heid van Albanië uitgeroepen onder Ita- liaansch protectoraat. Sonnino gaf te verstaan, dat Italië niet van plan is van zijn vermeende rechten op Albanië af te zien. Na het sluiten van den vrede zul len de Albaneezen vrijelijk mogen be slissen over hun binnenlandsche poli tieke aangelegenheden. Italië belast zich dus met de behartiging der buiten landsche, daar Albanië geen „vazalstaat" mag worden van Oostenrijk tegen Italië. Bij dit al blijkt intusschen, dat in de landen der Geallieerden de feestmaaltij den veelvuldiger zijn dan bij de Centra le Mogendheden, hetgeen behalve met het verschil in volksaard tevens ver band schijnt te houden met de hoeveel heid levensmiddelen. En tegenover al dit getoast, gefuif; te genover al deze eischen en verwachtin gen, staat tot heden nog hoog uit, dit ééne groote feit, dat op de oorlogsterrei nen de toestand gehandhaafd blijft, en dagelijks duizenden in den strijd onder- Oostenrijk-Hongarije. Huldiging van keizerin Zita. Dezer dagen heeft de vrouwelijke jeugd van Weenen, aangesloten bij de Katholieke Vrouwenorganisatie, een groolsche hulde aan keizerin Zita te Schönbrunn gebracht. Het was voor de eerste maal, dat de keizerin zich als landsmoeder te midden van de vrouwe lijke jeugd van Weenen vertoonde, 's Morgens hadden al de meisjes tot in tentie der keizerin gecommuniceerd, terwijl 2000 meisjes plechtig beloofden voor de keizerin te zullen bidden. Bij de huldiging waren ook tegen woordig Z. Em. Kardinaal Piffl en de burgemeester van Weenen, dr. Weis- kirchner. Nadat de verschillende vereenigingen voor de keizerin waren voorbijgetrok ken, hield Z. Em. de Kardinaal een rede, waarin hij o. a. keizerin Zita in naam der vrouwenorganisatie voor haar moe derlijke bezadigdheid bedankte, en Gods zegen over haar afsmeekte. Daar na werd nog het woord gevoerd door den burgemeester en de presidente der vrouwenorganisatie, barones Rosa von der Wense. Door eenige hartelijke woorden be tuigde de keizerin haar dank voor de haar gebrachte hulde. Frankrijk. Herziening van het oorkïgstlce!. De correspondent van de „Daily Te legraph" te Stockholm verneemt uit goe den bron, dat de Fransche minister Thomas een Russisch voorstel mee brengt om het oorlogsdoel der geallieer den te herzien. Italië. De opening van de Kamer, De Kamer heeft haar werkzaamheden hervat. De president sprak over de his torische boodschap van Wilson die hij de krachtigsten gewetenskreet noemde, welke ooit tot de beschaafde wereld ge richt werd, en voegde er bij, dat hij, de gevoelens van de afgevaardigden vertol kend, dezen vermaarden man een be tuiging voor de bewondering en dak baarheid voor de Kamer en het land deed toekomen. Vervolgens noodigde spr. de Kamer uit, om deze betuiging te herhalen, vooral na de geestdriftige ont vangst, welke de Italiaansche missie ten deel viel. Daarna herinnerde spr. aan de roem rijke daden van leger en vloot en ver zocht de Kamer een groet aan den voor- beeldigen Koning, alsmede aan de sol daten en matrozen te zenden. Ik hoop vervolgde spr. dat de militaire deugd gepaard zal gaan met burgerlijke tucht en vertrouwen op de overwinning. De zitting werd geschorst, om de mi nisters in de gelegenheid te stellen, zich naar den Senaat te begeven. In den Senaat hebbe Boselli en Son nino de verklaringen herhaald, die ze in de Kamer hadden'afgelegd. Ze zijn daar levendig toegejuicht. De voorzitter las een motie voor, die vraagt om een Se- naalszitting met gesloten deuren, ten einde de Regeeringsverklaring te be spreken. Boselli stemde daarmee in en de Senaat nam de motie aan. De datum van het comité-generaal zal later wor den vastgesteld. Geen passen aan socialisten. De Italiaansche Regeering heeft zich aangesloten bij de opvatting der Fran sche Regeering en het uitreiken van passen aan- socialisten, die zich naac Stockholm willen begeven. Griekenland. Konstantijn tie Lugiano. De aankomst van den ex-koning Kon-» stantijn te Lugano in Zwitserland is rustig afgeloopen, maar zijn rit door de stad gaf aanleiding tot een levendig in cident. Toen hij naar zijn hotel reed, ontvingen enkele Duitschers hem met een „hoch". De menigte protesteerde. Konstantijn keerde terug; er klonk ge fluit en er werden kreten aangeheven als: verrader van Servië, moordenaar van Fransche matrozen. Een jonge vrouw sprong naar voren en sloeg den koning in het gelaat. Sommige personen wierpen met steenen. Dc positie van koning Alexander. Koning Alexander heeft, naar de „Dai ly Mail" verneemt, besloten met zijn oom, prins Nicolaas, den zorner in zijn villa te Iviffissia, bij Athene, door te brengen. Dit wordt beschouwd als een teeken, dat de huidige situatie slechts tijdelijk is, en dat de nieuwe koning niet bereid is de regeering geheel te aan vaarden, vóór zijn positie verzekerd is. Het schijnt, dat de koning slechts door de Nationale Vergadering, welke de Ka mer zal bijeenroepen, definitief op den troon geplaatst kan worden. Spanje. De toestand. De correspondent van de „Daily Express" meldt uit Madrid, dat de Spaansche censor verscheiden telegram men, door hem verzonden, heeft aange houden. Hij verklaart verder, dat ér'in Spanje een militaire opstand plaats heeft. Deze opstand besliste reeds over het lot van één regeering, bracht de te genwoordige regeering in gevaar en bedreigde zelfs den troon. De regeering heeft thans de meest dringende eischen van het leger inge willigd. Zij erkent de jursta's of comi- té's. Dientengevolge werd de toestand iets beter, maar opgelost is het conflict bij lange na niet. Er zullen nog heel wat ingrijpende maatregelen genomen moe ten worden eer de toestand van elk ge vaar bevrijd is. Rusland. Protest tegen Fransche oorrogsbetfoelingen Naar de „Isvestija" melde, heeft een Russisch regiment in Helsingfors tele grafisch een protest gezonden aan den Raad van Arbeiders en Soldaten tegen de chauvinistische oorlogsbedoelingen der Fransche regeering. Het telegram dringt er bij de Raad op aan in naam van het Russische leger te antwoorden, dat Rusland nooit een actie ten gunste van annexatie en oorlogsnaasting kan ondernemen. Spoorwcgs'aking. De spoorwegbeambten van de lijn Petrograd—Moskou zijn in staking ge gaan, zonder de resultaten af te wach ten van de werkzaamheden der bemid delingscommissie, welke de eischen der spoorwegarbeiders onderzoekt. FEUILLETON. Christen-helden in Japan. pen zoo dapper ter dood zag gaan. Op hen volgden zes Spaansche monniken in hun bruine gewaden. Ten laatste zag ik ook mijn Joannes. Hij liep naast zijn beide medebroeders, Paulus Miki, een schoonen jonkman, en den ietwat oude ren Jacob Ghisai. O, Prinses, ge hebt nooit een schooner jonkman gezien dan mijn Joannes was op negentien-jarigen leeftijd. Hij was zoo prachtig ontwik keld, dat ik hem nauwelijks meer her kende. Doch hij herkende mij aanstonds en knikte mij vriendelijk toe. Nu drong ik door de rij der gerechtsdienaars heen en snelde op mijn zoon toe. Wij om helsden elkander. „Vader", zeide hij met een vriendelijk lachje, „zie nu eens wel ke offers men moet brengen, om zijn ziel te redden." En hij gaf mij een ro zenkrans voor zijn moeder. Nu kwa men de beulsknechten ons van elkander scheuren. Doch het gelukte mij, zeer dicht bij zijn kruis te komen, en toen hij reeds daaraan vastgebonden was, lachte hij mij toe, en wees met de oogen naar den hemel. En toen hield van het kruis af zijn metgezel Paulus Miki, de zoon van een Japanschen edelman, een predikatie, zooals gij er zeker nog nooit een gehoord hebt duizenden bekeer den zich! En de drie knapen hieven met hunne heldere stemmen een psalm aan, zoodat ik verscheiden soldaten zag weenen. En toen begonnen de beulen hen te doorsteken met speren. En wel dra kwam de beurt aan mijn Joannes, en terwijl de speren hem de borst door boorden, meende ik zelf de pijn te ge voelen, en zakte bewusteloos in elkan der. Toen ik weer bij kennis kwam, Aïras alles .voorbij; de bloedige lijken hingen aan de kruisen, doch de zielen der martelaren jubelden in den Hemell En ik ging heen met groote vreugde in het hart. En sinds dien tijd is het mij altijd alsof mijn Joannes mij toefluis tert: „Gij komt spoedig bij mij! Ik zal u weldra roepen!" „Gelukkige vader! van een marte laar!" zei Lucia ontroerd. „Bid ook voor mij tot uw Joannes!" En nog veel en nog lang spraken zij met hun drieën over den marteldood, en over het geluk voor Christus te sterven. Doch Hede, die daarvan niets ver mocht te begrijpen, bracht het gesprek op prins Michael. „Vertel ons iets van hem", zeide zij tot Hajuschida. „Gij zijt immers een speelmakker van hem, en wat gij van hem weet, zal mijn lieve Lucia zeker nog liever hooren, dan die treurige martelaars-geschiedenis." Hajuschida vertelde dan ook menigen schoonen trek uit de jeugd van prins Michael, en Lucia luisterde aandachtig. Hij had echter ook feiten kunnen ver melden, die 's Prinsen karakter in een minder gunstig daglicht hadden ver toond. Doch als getrouw vazal achtte hij zich verplicht, aan de Prinses over den Prins niets dan goeds en eervols mede te deelen. Den meest gunstigen indruk maakte op de Prinses de laatste bijzonderheid die Hajuschida verhaalde. Hij deelde namelijk mede, dat 't prins Michael was geweest, die den ouden visscher van Goto aan zijn vader had voorgedragen voor den eerepost van stuurman op het admiraalschip. „Het is billijk, dat wij den vader van den eer sten martelaar uit ons Vorstendom eeren", had prins Michael tot zijn vader. gezegd, toen hij van de groote reis uit het verre Westen terugkeerde, en voor de eerste maal de geschiedenis van de gekruisigden te Nagasaki vernam. „Dat was braaf van den Prins!" riep Lucia. „Dat getuigt van zijn echt chris telijke gezindheid." „Ziet ge wel, mijn kikoebloempje". zei de voedster, „dat de Prins een goed hart heeft! En welke schoone geschiede nissen heeft deze edelman ons uit zijn jeugd verhaald! Zelfs omtrent helden van vroegere dagen heb ik zooveel edele trekken niet hooren vertellen!" Met die woorden had de oude vrouw juist den lof verkondigd van den jongen prins Michael, toen de groot-admiraal bij de kapel verscheen, en zijn dochter wenkte om bij de kluis te komen. „Hoe is het?" vroeg hij na een paar inleidende woorden. „Hebt gij eindelijk een besluit genomen? Gij hebt thans eenige dagen gehad om met den Prins, die met mijn goedkeuring naar uw hand dingt, te verkeeren. Hebt gij een rede lijk bezwaar tegen mijn wensch in te brengen? Niet? Goed. Dan zou ik gaar ne zien, dat hedenavond de overhandi ging der bruidsgeschenken plaats had." „Vanavond reeds?" vroeg Lucia half- verheugd en half-verschrikt. „Wij kunnen niet langer wachten", verklaarde haar vader en deelde haar mede welk een boodschap gekomen was uit het paleis van den Mikado. Het meisje gaf nu haar toestemming, doch verbleekte daarbij. „Dan wensch ik u geluk als de bruid van een der machtigste Vorsten van ons vaderland!" riep de vader. „Ik ge loof, dat hij uwec waardig is. Maak u dus tegen dezen avond gereed voor het verlovingsfeest!" Er viel voor Hede heel wat te doen, alvorens het bruidje gekeed en getooid was. En alle vrouwelijke dienstboden moesten komen, en haar bewonderen, en allen sloegen de handen ineen van verbazing over het kostbare kleed en den breeden groenen gordel met bor duursel van zilveren chrysanthemums, en over den onberispelijken haartooi doch dat de bruid naliet, volgens oude gewoonte tanden en lippen te vergul den, konden zij niet begrijpen. Immers, slechts gouden lippen mochten het ge lukkige en gelukkig makend jawoord uitspreken. Eiocli Lucia zag daarin een vereering van de godin Benten, vandaar dat zij zich daartoe niet liet overhalen, zelfs niet door al de vrouwen te zamen. Vóór den avondmaaltijd herhaalde da vorst van Arima zijn vorstelijk aanzoek, en Lucia legde op 'n wenk haars vaders haar rechterhand in die des Prinsen. Toen de tafel geëindigd was. verzocht deze zijn bruid de gebruikelijke ge schenken in ontvangst te nemen. Deze waren intusschen onder leiding van Hede tentoongesteld in de groote zaal, en de Prins zelf leidde Lucia naar de kostbaarheden, welke door de Japan- sche zede voor een verloving als ge schenken worden voorgeschreven. In het midden lagen het bruidskleed van zware, sneeuwwitte zijde en de breede gordel met kostbaar goudborduursel en paarlen en robijnen. (Wordt vervolgd. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1