rde Blad.. Jeugdorganisatie ui de Ouders. BINNENLAND. VRAGENBUS. TGANÖ. No. 2252 e Sclcboke (Bou/ccml jag 3 Maart S9I7 1 se Laatste oproep tot de Ouders |vrije jeugd, maar ook de meest belang- tjot de Ouders, daar wij zon- m-edewerking feitelijk niets innen. rillen we hier nog evn belich- s doel is, en wat we van de irachten, om dit doel te kunnen is: de H. K. Jeugd mede te hel- sn tot flinke, degelijke men- :e maatschappij, haar te waar. 3i' en zoodoende te beschermen ,vei /aren, die-van alle kanten en in oiyj nen hun geestelijk leven he ir te geven het juiste inzicht in ippelijke verhoudingen en haar te brengen den *n het tegen- ven vooral noodzakelijken ge. zin. Wij willen trachten uwe maken tot werkelijk goede ti, zoodat ze later door hun be- een goed loon voor hun arbeid net inge.n. We willen voorkomen ;ens het hoofd op hol gebracht riel socialistische leuzen en holle ortom.we willen op de aller- het leven uwer jongeais in de leiden en hen tevens helpen nóodige vakkennis eigen te Et, i s willen en kunnen ook nog iw jongens doen. in hen door middel der vak-or- eunen bij ziekte en werkloos- U1* en weg wijzen bij het zoeken chikt patroon, hun de voor hen jrkplaats, fabriek of kantoor, We kunnen in kort gezegd, adig werkzaam zijn om de ma ngen uwer jongens te beharti. is echter uwerzijds noodig, dat jongens toevertrouwt; dat gij lar onze vakvereenigingen, 'ordt geleerd, wat ze noodig ;eh n dus uwe medewerking noo- men heel veel voor uw jongens et echter niet zonder U maar uren. Met ons zult ge de nood- erkennen, dat het voor uwe dig is dat er voor hen zooveel .laan wordt. Uwe jongens loo- lagelijksch leven voortdurend 1 den rechten weg af te dwa- ar zijn de gelegenheden om te leeren kennen. Laten we chten hen van het goede zoo- li mede te geven. Iers, uw plicht als Vader en ht van U te doen, wat ge kunt )ons tot oprechte R. K. Man- >pgroeien. in deze dus uw plicht niet. In- gens hebt die op werkplaats, iantoor werkzaam zijn, komt ag 5 Maart a.s. zoo mogelijk ar onze propagandai-vergade. e R. K. Jeugdorganisatie. De- ing wordt gehouden in het ge. ker, Jan Vossensteeg. Als spre. optreden de WelEerw. Pater C. t 0. f. w.Adviseur van. den Volksbond afd. Leiden, en de Klijnee, uit Utrecht, Propagan- ïeiii R, K. Jeugdorganisatie. 5 Maart daar dus present. JOH. L. v. LITH. Het bioscoop-gevaar. Over dien bioscoop -gruwel deedt de Win- ecbotensohe rechter mr. H. H. de Uie in het maandblad „Hoernderio" uit zijn lervairing het volgende mede: ,,Het getoeuijdie voor enkele weken, in een bioscoop werd een film vertoond, waarin o.m. voorkwam de levensgeschie denis van een meisje. Op een goeden dag ontloopt het kind rua huiselijken twist do ouderlijke woning, wil zich gaan verdrin ken, springt in het water, maar zie, een redder staat gereed, haalt eir haar uit en Later verschijnt tot lovensjnoedle meu-jjo als eeini gevierd la zangeres voor de bi-r scoop -b' caoek e*rs. Een 13-jarige jongen had cm een Zon dagavond die votorsteflling bijgewoond, komt Brute en wordt daar door vader mat graf geschut ontvangen', omiclat hij on danks verbod toch naar den bioscoop is gegaan. De jongen verlaat de woning en ia er niet in weergekeerd dan zes weken later, teen hij als lijk uit de haven was opgevischt. Reeds was in die richting lang geaocht, niadat men tusschen de woning -ein die haven een schoen, dien de jongen dien avond gedragen had, had gevonden. Is die verondetreteEiang gewaagd, dat deae jongen onder dien invloed van het op de film gazd-eme. deaelfde methode heeft wi'lïen toepassen? Onderweg liet hi] een schoeni achter om zijn spoor aan te wij zen, hij sprong in het dlonkere water, maar de werkelijkheid is anders dan de film: geetn redidtelr stond' klaar en jam merlijk verdronk die 13-jarige jongen uit een volstrekt niekongunstig bekend staand fezin op dien Zondagavond, vergiftigd oor de onwaarachtigheid der filmbeel den. Als vanzelf denk iik terug aan het nu omstreeks een jaar voorgevallen feit, dat een 14-jarige jongen, na in den bioscoop „He# geheim van de mijn" te h-ebbetn gezien, waarbij een neger in een diamant mijn een kostbaren stseen heeft ingeslikt en nu opengesneden zal worden ('t snij den zelf was uiit de film gieliciht), een hem voimaaM orSbefcende 24-jarige onderwijl- zere® op straat met een mes een zoodanige steek toebracht, diat tij er na enkieöe uren aan J>azw.eek. Ondanks alle moed te door rechterlijke ambtenaren en pfsyöhiaters eraan besteed om klaarheid te krijgen omtrent de mo tieven, die dien jongen tot zijn daad ge dreven hadden, zijn deze steeds verbor gen gebleven, maar aften waren h dh overtuigd, dat de in den bioscoop ctenigo uren te voren oipgedanie indrukken, on miskenbaar meegnweikt hadden tot diit zoo ontzettend' gevolg. En wilt ge nog een greep uit de prac- tijlky zij tot dan nu niet betreffende een kind, maar een mian van 30 jaar? „Ook de „HollandsctoT pers garf een, zij (het wat erg aangedikt, Beeild van de auto-bandieten, die hier de vorige maand een bankaanslag p'leegdam Welnu, het was maar een bandiet, miaar ook hier had in den opzet o.ngetwijïelxl de bioscoop zijn fatale werking verricht: met e(en zwart gemaakt gezicht, eten muts over het hoofd, ©on slagersmes dwars in dien mond en in de hand een Browning, vied hij binnen. Ondanks tolt feit, dat. hij twee 'leden van het personeel zwaiar verwond de, mislukte de aanslag en werd hij deer het talrijk personeel overmand. Toen ik hem vroeg: maar je kondt toch vooruit begrijpen, dat dit mislukken zou? antwoordde (hij: ,,£k heb op mijni vlugheid vertrouwd en dacht, dat zooi ets wel ge makkelijk ging". Zeker wel eens inden bioscoop gezien?" hietmam ik en een veel- beteekéhend „ja menéér" was het. be scheid'. Ook de wijize, waarop hij, geluk kig zonder succes, eenige jonge jongehs voor zijn pffian had trachten te werven, bewees duidelijk, hoe hij zacfc met recht een ajuito-bandietenstraek la bioscope had voopgesitefld. De werkelijkheid), die wij aantroffen^ toen \yij amtotehaive op het kantoor kwa men en daar deai dader aan handen en voeten gebonden op dein vloer vonden liggen en de bedde slachtoffers op ma trassen 'uitgestrekt met een geloop van doktoren, politie enz. er tuisschen door, overtrof -een bioscoopfilm in dramatische kracht Over ooriog en vrede. Onder leiding van den voorzitter van den Nederlandschen Anti-Oorlog Raad, Mr. H. C. Dresselhuis, had te 's Graveuhage een besloten vergadering plaats, waar Ds. C. Saulier uit) Parijs, die voor eenige weken hier te lande vertoeft, voor een aantal ge- noodigden gesproken heeft over de Fran ce he inrichten ten aanzien van den ooi - log en den toekomstigen vrede. Spreker betoogde allereerst, hoe Frank, rijk steeds den vrede heeft gewild: op welk een tegenstand de wet van den driejarigen dienstplicht in Frankrijk was gestooten en hoe uit liefde voor den vrede Frankrijk zelfs de geheele revanche-idee vóór den oorlog van 1870 had losgelaten. Terwijl men aanvankelijijk nog den eisch stelde, dat Elzas-Lotharingen zou moeten worden een bufferstaat) tusschen Frankrijk en Duitsch. land, was men in den laatstem tijd vóór den oorlog al zóóver gekomen, dat men miert meer verlangde, dan dat deze provin cies een autonome staat in den Duitschen Bondstaat zouden vormen. Ds. Saulier schetste vervolgens in gloed- volle woorden de gevoelens die thans ge heel Frankrijk bezielen, de algemeene be reidwilligheid om alles te offeren om door den oorlog den oorlog te dooden. Spreker betreurde in de eerste plaats, dat niet de geheele wereld zich onmiddellijk tegen de schending van de neutraliteit van België verzet had en voorts, dat ook thans nog miet een Bond van Neutralen was ge vormd. Voor de toekomst hoopte spreker dat een dergelijke bond van de neutrale staten als een nieuwe grootmacht een goeden invloed zou uitoefenen. Dezelfde duurzame vrede, waarvoor in de neutrale landen bewegingen bestaan, werd voorfs beschreven als het oorlogs doel van de geallieerden. Spr. wees er op hoe thans drie documenten bestaan, waar- uit men dit oorlogsdoel nader kan leeren bennen; de antwoordnota der Entente aan President Wilson als voornaamste stuk aangevuld door het schrijven van Balfour en de rede van Boselli. Spreker durfde verklaren, dat iedere man en iedere vrouw in Frankrijk precies izóó zou hebben geantwoord, als de regee ringen der Entente dit in hun gezamenlij ke nota hebben gedaan. De voorwaarden, welke vervuld moeten worden, alvorens van een duurzamem vre de sprake zal kunnen zijn, meende spr. te moeten .zoeken in de vernietiging van het militarisme, in de doorvoering van de rechten der nationaliteiten en ten slotte in het scheppen van betere grenzen voor de verschillende staten. Voor Frankrijk be- teekent dit laatste punt z. i. niet alleen, dat Elzas-Lotharingen aan Frankrijk zal moeten terugkomen, maar tevens dat Frankrijk, zijn grenzen zal moeten uit strekken tot den linker Rijnoever. Een dergelijke grenswijziging moge u toeschijnen te „zijn verovering, zoo voegde spr. hieraan toe, dit is oh juist: het is geen verovering, heb is slechte een vraag van veiligheid. Dit oorlogsdoel van de geallieerden zal volgens de Franschen uitsluitend bereikt kunnen worden door middel van de wape nen. Vandaar dat het woord „vrede" thans in Frankrijk zulk een slechten klank heeft: voor een Franschman staat dit gelijk met berusten in den, vroegeren toestand van steeds bedreigend militarisme. Aan het debat werd deelgenomen door Dr. C. Easton, Dr. H. F. Colenbrander, heeren H. H. van Kol, L. Simons, Haakon Lökon (Noorwegen), Mevr. W. van Italië van Embden, Mevr. H. van Biema—Hij mans. De meesten dezer spnekers en spreeksters begonnen met uitdrukkelijk voorop te stellen, dat hun sympathiën wa ren aan de zijde der Entente en dat men evenzeer als Frankrijk wenschte, een vre de gegrond op het recht en niet een vrede tot iederen prijs. Echter kon men zich niet vereenigen met de oorlogsdoeleinden door Ds. Saulier aangegeven: men was van meeatoig, dat deze getuigde van een militarisme van Fransche zijde en vreesde, dat juist door een dergelijken vrede oorzaken voor nieu we oo-rlogen zouden ontstaan. De voorzitter eindigde met een woord van hartelijken dank aan dien spreker, waarin hij 'herinnert aan het goed recht der neutralen, om thans ireeds te arbeiden aan de oplossing der vraagstukken van den duurzamen vrede, en tevens den wensch uitsprak, dat de Fransche strijders en de Nederlandsche pacifisten met het zelfde ideaal van den duurzamen vrede voor oogen, maar van meening verschillen de omtrent de wijze, waarop dit doel be. reikt .zal kunnen worden, voor elkander waardeering en sympathie zullen gevoe len. Uit de Pers. Het Duitsche aanbod. Enkel» bladen hebben hun meening ge zegd omtrent het Duitsche aaribod. De N i e u w,.e R o 11. Crt. houdt zich gereserveerd: „Onze lezers zullen hegrijpens dat wij tegenover deze Dudtsühe toezegging eenige nesareve in acht moeten nemen. Allee hangt er van af, in weiike gedachte zij te gegeven. Wij, voor ons, zonden haair wenschetn te beschouwen ate erkenning van de onrechtmatigheid der vernffieitigjkig van onze zeiven Nederlanrisdhe schepen. Ook in dat geval ban men batwijMem. of de toegezegde tegemoetkoming ver genoeg gaat.... „Aan ddt fedt zou weinig afdoen, indien bleek, diat ome regeering niet veel meer had gevraagd, dan thans van Duitsche zijde i® aangeboden. Onze regeering, die in het geval van de „Tuhantia" onder vinding had opgedaan., zal bij haar ver toog te Berlijn daar wel rekening mee hebben moeten houden. Doch indien de toezegging mag opgevat worden als erkenning van gepleegd en- recht, dan verschaft zij in elk geval eene basis voor verder overleg, die wat waard is, en waarop een bevredigende eind rege ling zou kunnen worden, opgebouwd. Echter vreezen wij, giedadhtig aan die bf- fieteuse .uitlatingen in de DuitechJe per®, toen het feit van de torpedo» ring van onze schepen bekend word, diat ddt riet de geest is, waarin die) Duitsohe tegemoet koming is gedaan." De Nieuwe Crt. is meer bevredigd, althans voorwaardelijk: „De vage tijding maakt een eoJnigs-zin® bevredigenden indruk dit i© al wat. wij er op tot oogeriblik van zeggen, kunnen. Want veel, zoo niet affiles, hangt af van de vraag of de schepen ten* onzer beschik king gesteld zuillen worden on zoodanige wijze dat wij ze gielheiel gelijk 4© verlo rene zulHen kunnen gebruiken. Daaromtrent laat het bericht ons in het duister. Het spreek#, van beschikking geven „aian Nederland"; wil dit zeggen aan de Nederlandsche reederijen wier schepen vernietigd werden of aan de Ne- denLamidsdhe Regiesering? Het maakt hat vooiihehouid, dat na den vrede over va* tueelen aankoop van die schepen dooa .Nederland zal worden onderhandel i, waaruit volgen- zou dat de schepen gedu rende den ooriog Duitsch eigendom zoo den blijven, al® zoodanig, neepvbaiar ckx* Dui tcWMland's vijanden en dus voor Neder land slechts bruikbaar iindien Engeland eai Frankrijk' bij wijze van uitzondering daartoe hun toestemming mochten w.r- (leenen. Zonder tegenprestatie? Ui-tel uitend te gebruiken in het „vrij" gelaten zes- gebied en dius uitgesloten van de 'noge- lijkheid om in eein Engel&fhe hoven ta bunkeren, onder die bekend» daaraan ver bonden voorwoorden? Zou de overdracht van rijandelijka (Duitecto) schepen ondier neutrale vLa$ „na het uitbraken van de vijandelijkhe den" (zooals hier plaats zou hebben), door de Entente worden erkend' volgen^ ad 56 der Londenschle Zearechbrlecknmit», welke bepaalt, dat zij alleen geldig zal zijn wanneer „wordt aangetoond dot de®a overdracht niet heeft plaats gebod met het doel om aan de gevolgen te ontkomen waaraan, een vijondeflijk schip als zooda nig is blootgesteld"? Erkent trouwen» Engeland nog eenige bepaling van dia Declaratie ale bindend?" Vraag. Ik ben van lichting J91S (Landstorm). Kuntu mij ook meedeelesa wanneer deze lichting waarschijnlijk on der de wapenen moet komen. Antwoord. De keuring voor d» lichting 1918 heeft plaatis in de maandan Maart en ApriL Ofschoon nog geen tijdstip van opkomst is bepaald, kan, worden aangenomen, da» deze lichting niet vóór Juni onder da wa penen zal komen. Vraag: Wanneer wordt die» podt- dhèque- en girodianet geopend? Moet dJB postchèque gezegeld zijn? Antwoord: Vermoedelijk niet vooï 1 Juni a.s. De wet verleent vrij-steUiag van zegel recht. Vraag: Kan ik mijn grootboek rente per chèque» en girodienst op e»n pcBtra- keningj beschikbaar giesteid krijgen? Antwoord: Er warden maatregelen genomen om renten van inschrijvingen! Grootboek ep da postrekening der refce- ninghouidens lover te schrijven. Die reget- Jing wordt later bekend gemaakt. V r a ag: Wat kost mij een abonnement op het Maandschrift dar Liturgie? Antwoord: Wij maenen f 3 per jaar.: Wordt u tegelijk lid! der Liturgische Vw> ecniiging, dan betaaffit u veel minder. Vraag: Op weHkd manier kom ik por spoor vanuit Leiden hett voondeeligst t« Groningen? Antwoord: Wij veronderstel en dat u den prijs bedoelt. Een kaartje enkele reis wordt berekend naar eten afstand van 264 K.M., terwijl, wanneier u een kl- lometerboekje hebt, siledhts BOO K.M. aito maximum-afstand wordt in (rekening ge bracht. Tijdelijk: is het. aantal kilometers evenwel 20 pCt. Atehoogid. Vraag: Wanneer ik een dienstbode bij de week betaal, hoelang moet ik haar dan van te voren opzeggen? Wanneer die dienstbode 's Maandags weg blijft, aLs zij Zaterdag te "Voren haar dierist opgiezeigd (heeft, op hoeveel weken f/-hadev«qg)aedin!g heeft hoatr fmevrouvj i®clit, en hoe kan ze die schadcvergo»- ding krijgien, als diie dienstbode 'ze niet betalen wil? A ntwoord: Een week van te voren EUILLETON. irouw in het wit. vai r tó een (reden", was tot ant- moeilijk is te zeggen; toch mededeidlen. Toon onzie verto- was het mijn plicht u die ge- lüs vroiuw te geven,, die de 'j-jflm alle gevoeJ'ens is, en gij, eir ijjji öeri dia winnen. Is het genoeg, lat dit niet liang)ctr kan?" tranen (kwamen in haar oogen aflgzaam langs haar wangen;,- iticld en een antwoord schelen tem geen woord, maar zijn' onge- rees en droefheid, wat het ook waren duidelijk, ziohtbaar. zat verborgen in het diepe <r tiaren. Eindelijk maakte ik aan den gespannen toesitanrd. yd hjivaU" kwam ik eenigszias beitdiem, „hebt gij niets te dat mijn zuster zpo duidelijk 9öL zeicte Laura ten laatste, itenis niet tevergeefs ge- wij uw geheel e vertrouwen voor hetgeén ik u verder Mijn fout tegenover u heeft ®üjn gedachten 'bestaan en is ujaohten gieblevcn. Gsein woord tusschen mij en den j-fetr- jvi^nö gevoel ons ik -voor (hef. laatst in ujw tctgonwoorrli^ en dien ik' waarschijnflijik L?* ontmoeten. Ik verzoek u 80lK)On« nan, om nog meer te zeg gen. Het is do waarheid, sir Percdval, de waarheid, die ik denk, dat mijn voorge nomen! echtgenoot tot redht heeft te boo- (dan mef opoffering van mijn eigen gevoe len, Ik vertrouw op uw eer, dat gij mijn geihleam zult bewaren." „Uw vertrouwen is. mij heil'ig", zeide hij; „en uw geheim is zeker bewaard." „Ik tob all'es gezegd wait ik wenschte te zeggen", voegde zij er rustig bij, ,,en ik heb meer dan nicodtg gezegd om u te rechtvaardigen in het verbreken onzer verloving." „Gij hebt meer dan noodig gezegd", was zijn antwoord, „om het tof hef dierbaar ste doel van mijn Doven te maken mijn verloving te houden." Met deze woorden stond hij van zijn stool op en kwam eein paar stappen cp haar toet Wat nu volgde, hiad ik vooruit gezien; haar edel karakter was de bela/- ger van haar hoop en wenschen geweest. „Gij hebt hief aan mij overgelaten, me- juffr. Farl'ie, om u uw woord terug te geven", vervolgde hij. „Be ben niet ge- voeinioiois g'cinoiög cm d'e wouw te willen opgeven, die juist, getoond (heeft, dat rij de edelste to haar geslacht is." Hij sprak met zooveel vuur, met zooyoel gevoel en toch met zooveel kieschheid, dat Laura, een wciinig opgeschrokkeini, hom plotseling met LevoridigbcrLd aanzag. „Neen", zeico zij fliinik, „de cillendigste en on'geHubikijigste van haar geslacht, als zij eon man moet huwen, dien zij niet kan beminnen." „Kan rij hem hlaor Diefde niet géven", vroegl hij, „els tot zijn öenig levensdoel te, die to verdierven?" „Noodt!" ointwoiorddie" zij„Ail-s g» zelf nu nog onze verlicring wilt laten, door gaan, ral ik uw trouwe oohtgeavoote v/ot- dei\, sir Percival, maar nooit meer". „Ik neem uw trouw dankbaar aan", zeide hij. „Het. minste, vat gij mij kunt q,anbdoden, te mij meer woord don het moeste vami eenige andere vrouw -ter wereld'." Haar 'linkerhand hield nog steeds de mijno vast, maar hiaar rechter hing lus teloos neer. Hij nam dief en raakte ze met zijn lippen aan,, boog voor mij en verliet toon, met de uiterste kieschheSd en. bescheidenheid, stil de kamer. Toon hij weggegaan was, bleven wij zoo lang sprakeloos, tot ik mij in d<e doodscto stilte niet meer op nfljn gemak gevoelde. Mijn stem scbow haar op te schrikkn. Zij spronig piotseling op. „Ek moet mij onderwerpen., Marianne. Mijn nieuw leiven heeft zijn lastige plich ten, en een ervan begint nöedis rvu" Terwijl zij sprak, nain zij van een zij tafeltje haar toeken- en schlildeibenoodigtL hcd'en en ©loot'ze in eeai la van haar kabinet, waarvan zij de sleutel aan mij gaf. „Ik móet scheidjeu, van alias, wat mij aan hem herinneirt", aeddie zij, „bewaar den sleutel, waar gij wilt ik zal hem nooit meer noodig hebben". Wij spraken dien dog niet meer over on® treurig ondcdliiouid. Sir Percival's naam werd niet genoemd, en geen van ons (beiden maakte do minste loospe-lmg, die op Walter II art mond. betrekking kon kon hebben. Sir Percivaffi had eon onderhtoud met den heer Farlie, waar hjj mii nu bij Het roopep. I(k vond den heer Farlie zeer verheugd Itn het voojnuitizichft., dot de onlusten in die familie ten laatste bosfleoht waren. Tot zoover ooa-deeJJdiQ ik niet noodig mijn eiigien moening uit te spreken, maar toen hij op zijn gewone vervelende manier doorging en verondieinstelde, dat het het baste zou zijn, dat de tijd vooir hot hu welijk spoedig zou worden vastgesteld, bad ik de voldoenipg Farlie's zenuweai gesoalig tö stóhoJ:k«en, dic-o» oen krachtig protest tegen iederen dwang op Laura's Sir Percival kwam cnimiddelflijk tus schen beddeni, zeide, dat hij de kracht mijner taganwerpingan begreep, en ver zocht mijj, niet te die nken, dat hat voor stel (kwam door éeniga tusschenkorpst van zijn kant. Farlie sloot de oogen, leunde achterover, aaide diat wij beidetn die rnenschcflijfca natuur - ear aandeden, en heihiaiallde daarop zijn voorstel zoo koel mogelijk, ailsof air Percival noch ik een woord gezegd hadden. Ik zekte ruw, dat ik niet veakiaos iate over dit liesluit aan Laura te zlaggen, voor zij zelro er over begon. Na deze ve ik la ring verliet ik onmid- didllijk de kamer. Sir P.arcival keek wer kelijk verslagen en spijtig, en F art ie rekte zijn- luie been-an oip zijn fl.uiweelen voetenbankje uit, terwijl hij me nariep: „Beste Mariarune, hoe baniijd ilc uw Vflink zenufwgefetel. rKllap niet met da deurl" Toen ik bij Laura kwam, hoorde ik, diat zij naar mij gevraagd hod, an dat mevr. Vesey haar togezegd' had, dat ik hij dan toer Fariia was.- Zij vroeg mij nu op den man af, waarom ik bij hoor oom was geroepen, waarna ik! haar al het voorgavalüeto verhaalde. „Mijn oosm heeft gtelijk", zeide zij„ toert ik anijn verontwaardigd ng lucht had ge geven. „Ik heb aL genoeg stoornis hleiri» huis gebracht. Laat mij er niet meer ver oorzaken en sir Perch-al dus beslis sen." Ik pro te® tee rde hevig, maar niets bracht haar van haar stuk. „Ik toto mijn verloving gehouden", wad hoor antwoord, „en daarmede met mijn woeger vrij lieven gebroken. De dag zaft' er niet minder om komen, al stel ik hem eenigen tijd uit." Zij was affitijd zeer meegaand en licht over te halen; thans eóhter stond) zij paffi in haar Lijdzaamhedid, Liever had >k! ge zien, dat zij opgewóndien was zooaffia ik. want liiaatr blijkbare ongevoeligjheiid dééd mij innig leed. 12 No-vemtoer. Sir Percival steldé boden na hef ont bijt eenige vragen aan mij, die mij nood zaakten Laura's woorden van gistehén t« heiihalen. Hij heeft daarop eenige woorden Laura oHLe-'en gesproken en deelde ml) mede, dat zij besloten h'ad hem de bapat- ling von den dag van het huwelijk over te laten «n hem gezegd, zich voor de noodlge beschiikkingen tot mij te wendav Sir Percival heeft'ons nu, om drie uur, treed® verlaten en ia ate eem geJukkig^ bruidegoim voor toehe-reidsoóeui cijnerzijffll naar Hampshire g»eréied. Ik Joan niet moer echii'ijvein, die pen brandt mij fcuss-dWB da vingers;. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1