26
BUITENLAND.
De Oorlog.
be jaargang
No. 2247
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
jor Leiden If cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, 1.60 per
wartaal. Franco per post f 1.80 per kwartaal.
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent*
r kwartaal, bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Vs cent
MAANDAG
FEBRUARI
1917.
De ADVEBTEHTIEPBIJS bedraagt van t-5 regels fOJ5, elke regel meer 15 cent
ngeznnden mededaelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korling. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- er Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Oorlog om ons recht te
wreken
jg verklaarbaar alleszins verklaar-
dat,, na de toupeicLeeiingi cnaer
istbare Nederlandfiche schepen - door
Doiitacihie marine, bij menigeen de
raag rijst: Maar moeiten we nu dan eens
et eindelijk ons recht wreken door mid-
e] van de wapenen? Ons leger is daar
ch ook niet voor niets!
De vraag is volkomen begrijpelijk, maar
(Ui toch kan zij, naar onze besliste
reatuigingj o rnn ogelijk bevesti-
ejmd. wordein beantwoord. 't Is tcc!h
i fleit, dat kaai worden bejammerd,
iar n i e t kan worden ontkend, dat
de huidige wijiz.e van oorlogvoeren het
iogste onrecht hoogtij viert. Het land,
liUich in den oioalog werpt of zich
larin laat slepen, zal zeker door den
jianid wie detze ook zij worden o n-
e .r d r u k t, zoo het zich bij zijn wijze
C oorlogvoeren .uitsluitend zou laten
en 'door d>e wetten van het oorlogs-
e c h tl! Het zal, zij 't dan ook uit tegen-
eer, dat recht op zijde moeten schui-
n, ofals overwonnene uit
U et strijdperk moeten treden! Deize tieu-
ge werkelijkheid ligt zoo klaar uit de
k ill ter ons liggende ooriogsj aren, dat het
I n dwaasheid zou zijn er de oogen veior
6luiton-
Em is 't niu niet beladhieMjk' zouden
fcuninien zeggen om. het recht te
Lllen wreken door middel van een oor-
waarin men coo men succes" over
'li wapenen wil hebben op zijn Leurt
recht zou moeten vertrappen...
De meeste menschen denken, wanneer
iets kwaads wordt aangedaan, er
et ever, om het in hen geschonden
i» jdht te wrteken zij willen zichzelven
ichte voMoeniirtg schenken door op hun
art (hrun tegenstander onheil te herx k-
nen. In (hen spreekt dan de haat
haat, waarmede bitter weinig te rede
leren valt. Toch wilton wij pogen, om
eeni redieneciring ook d!e geestesge-
jldhedd van dezulken op d'e rechte bar
irite eiden.
Veronderstel, dat men zijn vijand bei-
beenen zou kurar.ien afslaan, maar ten
Kte van het Mt, dat men zelf twee vin-
irs verliest... Zou niet ieder mensch,
e nog even kan beschikken over een
tooeveelhri-t zelfbeheer schin g, vow
Ik eean daad terugdeinzen? Welnu, een
>rlog brengt voor i edic-r deir onrlogvoie-
nden, al zou hij c»ok de overwinnende
artij worden; de grootste rampen niet
,i. ch mede. Vooral: geldt d/it voor. dei tegen-
öordige wijze van ooirlogiuoienem, waarbij
Bel meier béestendiaden, dian h e 1 d e li
lden worden verricht!
,i|i Mauw, zoo wij ons maar aldoor aan den
itrlog wilDen onttrekken. waarvoor
Jent dan eigenlijk ons leger?
Een andere vraag.
Waarom, neemt'gei de uiterste voorzich-
eid in adit, om bij uw werk geen -cn-
sval te krijgen. g,e zijt toch niet voor
iets in d'e ongieivaliletnveirzekering? Men
i»l antwoorden: Die ongevallen ver zeke-
kan mij redden, althans eeuiger-
w-aii
ghei
mate, wanneer mij toch, ondanks mijn
gnoobei voorzichtigheid, heilaas, een onge
luk hou o vertoornen. Juist. Zoo is ons le
ger er om het vaderland te verdedigen
wanneer het, helaas, gedwongen zou
worden tot dein krijg giedijto is geschied
met het ons naburige België.
Maiar dwingt hetgeten nu weer is
geschiedt ons niet inderdaad tot dien
oorlog?
Laten wij de) beantwoording dezer vraag-
over aan onze Regeering.Maar maken
wij haar zioo zware taak niet nog moei-
dijker diow uiting te geven aan een door
verontwaardiging verhitte verbeelding,
die ons de gevolgen van een oorlog slechts
eenzijdig doet inzien en begrijpen!
Een Araerikaansch schip behouden door
de gevaarlijke zone. - De Duitsche
rijkskanselier krijgt de beschikking over
de steenkolen in het Rijk in voorraad.
De Duitsche pers heeft haar leedwezen
uitgedrukt over de torpedeering der
Nederlandsche schepen.
Van de oorlogsterreinen.
Overzicht.
't Ia de algemeene meeudugi, dat er o-p
aJUe fronten e-etn, geweldige kracht-vint-
wikfkeling' woirdt voorbereid het z.g.
lente-offensief, dat, naar de En ten te-
moge nld heden alle om strijd verzekeren,
het einde van den oorlog en de overwin
ning aan hen aai brengen.
Hoe het ook zij de laatste weken
hebben er aan de fronten geen bijzonder
ingrijpende veranderingen plaats gehad.
Op het O o s t el ij k en Roe-
m e n e c h oorlogsterrein schijnt hevi
ge koude' oorzaak te zijn, dat de strijd,
welke daar in de laatste dagen aan het
opllieiven was, weer stilstaat
In het W es ten zetten*de Engellschen
hun aanvatten voort aan die' Ancre, de
Fransdien in Ghiarnpogne heel veel
euoces schijnen ze echter niet te hebben,
vooral de Franfidhen niet.
Bij Gorizia schijnen de Italianen
op de Oostenrijkers nog al overwinning em
te mak en.
De Tuifcén erkennen nu, dat ziij aan de
Tigris een beduiidlemde nederlaag heb
ben geleden.
0p Zee.
De verscherpte duikbootenoorlog.
Een Amerikaansch schip door de gevaar
lijke zóne.
De „Times" verneemt van een bijzon rie
men berichtgever uit New-York, dat al
daar de Philadelphia" is aangekomen,
het eerste schip van een Amerika arische
lijn., dat het duikbootgeivaar getrotseerd
heeft einde» de aankondiging, dat ieder
schip binnein de oorlogszone getorpedeerd
zoü wonden. Zonder de voorgteischr eve n
strepen op dien zijwand, is de „Philadel
phia" vani Liverpool uitgevaren ondanks
DuitschLanids bepaling, dat geen schip
van, een andere haven dian Falmouth
mocht uitvaren.
Da „Philadelphia"; met 61 eerste klas-.
66 tweede klas en 119 derde klas-passa
giers aan boord', hoeft de Duitsche blok
kade getrotseerd en is vrijwel, zonder zijn
gewonen koers te wijzigen, door de zoo-
naamda gevaarlijke zöne gegaan. Er is
niets bespeurd van hen, die verklaard
haddien, dat geen schip-zou kunnen uit
varen.
Misschien heeft het groote aantal Brit-
sdhe schepen de nadering van duikbootein
moeilijlk, zco niet uiterst gevaarlijk ge
maakt. In ieder geval werd er niet de ge
ringste poging gedaan óm het schip in
zijn reis te bölemmeidn.
De „Edda".
Het Wolff-bureau mei dij7
Ilet in den grond borer, van liet Zweed-
sche stoomscliip „Edda" is, zooals uit het
onderzoek is gebleken, onrechtmatig ge
schied.
Er mag worden aangenomen-, dat eige
naars van schip en lading voor hun ver
lies schadeloos worden gesteld.
De „Athos" getorpedeerd.
De Fransche minister van marine be
richt, dat de maijboot „Athos" -van de
Messagedesj maritimes", die Senegalsche
tfrailleurs en koloniale arbeiders naar
Frankrijk overbracht, in de Middellandsche
Zee getorpedeerd is; 1450 man werden ge
red.
De „Euphrates".
Reuter seint, dat het vo< r de Belgische
sfeun-commissie varende, schip „Euphra
tes", in ballast varend van Rotterdam naar
Sandy Hook, door een Duitschen onder
zeeër getorpedeerd is, niettegenstaande 't
te Rotterdam een "Duuèeh riuüjgèÈÉida vnnr
die reis had gekregen. Het schip voerde de
vlag en de bijzondere kent eekenen. der
steuncommissie. Slechts één der opvaren
den werd gered, na eenige uren in zee te
hebben rondgedobberd.
De bemanning van het tegelijkertijd ige-
torpederde Engelsche stoomschip „Tre-
veah" zag dat de onderzeeër, die de
„Euphrates" torpedeerde,- een Portugee.
schien schoener in brand stak.
Een Italiaansch transportschip getor.
pedeerd.
Het transportschip „Minas", dat op 13
Februari naar Saloniki vertrok, is op 15
Februari door een vijandelijke onderzeeër
zonder voorafgaande waarschuwing, op
ongeveer 160 mijlen westelijk van Kaap
Matapan getorpedeerd. Te hulp gekomen
schepen konden een deel der troepen die
zich aan boord bevonden redden.
Anderei gezonken schepen.
Lloyds meldt, dat het Engelsche s.s.
„Grenadier" getorpedeerd is; de kapitein
en zes man der équipage zijn gedood. De
rest der bemanning is aan land gebracht.
Ook het Engelsche s.s. „Trojan Prince"
is getorpedeerd.
- Het s.s. „Grenadier" was Zaterdagmor
gen uit den N. Waterweg vertrokken naar
Newcastle. Red.
Lloyds bericht: Het Engelsche stoom
schip „Beneficent" is, naar bericht wordt,
gezonken.
Lloyds bericht, dat liet Engelsche stoom
schip „Belgier" gezonken is.
Lloyds agentschap deelt mode, dat
het Enge|"!sdhe stoomschip „Ise/r" getor
pedeerd is.
- Volgens een LLoyds-berricht is bet En
gelsche stoomschip „Falcon" 'tof zinken
gebracht
Duitschland.
De kalenvoorziening.
Officieel Een verordening van den
Bondsraad van 24 Febr. machtigt don
rijkskanselier, clloor oen door hem op te
richten bureau over de in het Duitsche
rijk voorbanden zijnde producten van; do
steenkool- en hiuintoooihverken, steen kooi,
bruinkool, briketten en coke® voor de
verzorging van bet binnenland, alsmede
voor den uitvoer te beschikken..
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
DE GETORPEDEERDE NEDERLANDSCHE
SCHEPEN.
Een verontschuldiging van
Duitsche z ij d e.
Om verkeerde .(ndrukken naar aaixl.-iding
van hit torpedeeren van de Nederlandsche
stoonischepen de „Jacatra", de „Ban
doeng", de „Noorderdijk", de „Zaandijk",
de „Eemland" en de „Gaasterland" bij
de Scilly-eilanden op 22 Februari om 5 uur
des namiddags door een Duitsche duik
boot te voorkomen, stelt het Duitsche ge-
zsanïvidhap het volgende vaat:
Met het oog op den toestand der Neder
landsche schepen in Engelsdhe havens
n toi-mïjn om uit te varen, die oo
5 Februari was afgeloopen, tot op 9 Fe
bruari des middags verlengd. Nadat deze
termijn door de Nederlandsche schepen
niet had kunnen worden gebruikt, werd
hun als laatste mogelijijheidom Engelsche
havens met zekerheid te verlaten en naar
het Westen uit het versperde gebied te
stoomen, een tijdstip niet later dan midder
nacht van. 10 op 11 Februari gegeven.
Daar om redenen, die aan Engeland
waren te wijten, ook deze termijn niet kon
worden gebruikt, doch Duitschland met
het oog op den toestond van Nederland en
van zijn scheepvaart bereid was het verla
ten van Engelsche havens naar mogelijk
heid te ondersteunen, werd op 14 Februari
den reeders de volgénde verdere concessie
gegeven:
De Nederlandsche schepen te Dart
mouth en Falmouth kunnen uitvaren,: het
zij op 22 Februari of op 17 Maart. Op 22
Februari kan hun slechts betrekkelijke
veiligheid gewaarborgd worden; eerst op 17
Maart kan volstrekte zekerheid worden ge
geven, daar vóór dien datum niet m.,
Duitsche strijdkrachten desbetreffende ^in
structies me volle zekerheid konden hebben
ontvangen.
De schepen varen gezamenlijk naar het
Westen uit het versperde gebied en daar
buiten daaromheen. Tegen mijngevaar kan
geen waarborg gegeven worden.
Reeds op 6 Februari was den reedera
vertrouwelijk medegedeeld, dat het ver-
sprede gebied in groot/en omvang met mij
nen was bezaaid.
Aan de reeders dei- uitgevaren en door
een uiterst betreurenswaardig samenwer
ken van ongelukkige, doch buiten onze
macht liggende omstandigheden te gronde
gegane schepen was mitsdien bekend, dat
zij'op 22 Februari slechts op betrekkelijke,
d. w. z. van gelukkige of toevallige om
standigheden afhankelijke veiligheid kon
den rekenen.
Hetzelfde begrip van betrekkelijke veilig
heid, geldt ook thans nog voor de vrije
vaargeul in de Noordzee, welke Duitsch
land evènzeer om aan Nederlandsche be
hoeften tegemoet te komen, door verande
ring der grenzen van het versperde gebied
heeft ingesteld, terwijl een zoodanige of
een dergelijke tegemoetkoming van Engel-
schen kant tot heden nog in geen enkel
opzicht heeft plaats gehad.
Op 3 Februari werd n.l. den reeders be
kend gemaakt, dat het nieuw vrijgegeven
gebied in de Noordzee na drie dagen be
trekkelijk veilig was, maar dat volstrekte
zekerheid tegen aanvallen zonder waar
schuwing eerst na 30 dezer, dus ongeveer
op 5 Maart, zou bestaan:
Deze bepaling geldt ook voor de te Port
Said liggende Nederlandsche schepen, die
door bijzondere tegemoetkoming van Duit
schen kant na herhaaldelijke verschuiving
van den termijn onlangs een nieuwen ter
mijn van uitvaren hebben toegestaan ge
kregen.
Een Wolff-telegram uit Berlijn, dat vrij
wel op hetzelfde neerkomt, bésluit aldus:
„De verantwoordelijkheid
treft den reeders die er de
voorkeur aan gaven hunne sche
pen bij de betrekkelijke veiligheid op
22 Februari te doen vertrekken, in plaats
van de reis uit te stellen -tot 17 Maart, op
welk tiidstvo volkomen veiltoheirl toperezeKd
was.
Een bericht onzer duikbooten is nog nieö
ontvangen."
De Duitsche pers over het
gebeurde.
Bij de bespreking van die berichten- over
filet zinfken brengen van Holtondsche
schepen bij de Scüily-edlianiden, wijzen
de bladen er met leedwezen op, dat. het
de Duitschie negóering hief mogelijk is
geweest voor den 22sten Februari volko
men veiligheid te waarbotrgen.
De „Lokal Anaedgeir" schrijft Oim.dat
de Duitsdhie regeering zonder aarzelen
het tot zaniken brengen van Nederland
sche' schepen als zeer betreurenswaardig
heeft gekarakteriseerd. Ook; wij kunnen
ons in de gemoedsstemming van het
Nederlandsche volk' indenken, maar nog
maals dient geconstateerd, dat de groot
ste schuld niet aan Duitscihe zijde is
te wijten, doch aan da Engelsche admi
raliteit, die de schiepen niet tijdig heeft
toten uitwaren.
Een Engelsche verklaring.
Reuter seint uit Londen: Betreffende den
aanval op Eeven Nederlandsche schepen
in den Westelijkeji tioegang tot het Engel
sche Kanaal kan gemeld worden dat geen
instructies waren gevraagd aan of gegeven
FEUILLETON.
De vrouw in het wit.
-Zondag was 'steai vervelende dag. Er
Iwaim een brief voor ons van Sir Percival
'lyde's net aids», die mij berichtte, dat hij
len anoniemen brief met zijn bijgevoegd!
-chrijven hal ontvangen. Den andoren
L»g kwam Isir Percival Glyde. Ik vopd
lom den meest inoemenden man, zoover
tonieren» en uiterlijk betreft, dien ik mij'
[wi dentoan. Hij izag er ouder uit, dan ik
ïiij bad voorgesteld, miaar zijn gedrag
dien stempel van jeugdige frisch-
jëid en vroolijjkheidi.
Zijn 'ontmoerting met juffrouw Halcombe
wa& aeer harterijk en zonder eenige ge-
toaithieiid], terwijl wiat mij; betreft, hij
feoedig met mij o-mging als met een oud
Toen juffrouw Farlie, die niet bij
to aankomst tegenwoordig wag, binnen
stond sir Percival onmidldeiLlijk op
ito maakte zijn begroetingen met vo'l-
tonakte hoffelijkheid.
«Wat Laura betreft, znj scheen mij tame-
fk koel
zocht vreemd genoeg de eer-
gelegenheid de beste om zich te ver
aderen,
Sb Percival wias te welopgevoed cm
fits te willen bemerken of toen hij zich
firuigigeitrokke.n had, benige opmerking
toarover tegen juffroiuw Halcombe te
naken,
T°ött juffrouw Farlie de toanver uit was,
^paarde hij ons iedere pijnlijke ii Jel-
door zelf over het te bespreken punt
1 teginri an.
Hij had op zijn reis van Hampshire
naar Cumberland eenige dagen in Londen
vertoeft en bij zijn zaakgelastigde da copie
van den anoniemen brief gelezen. Hij was
zoo spoedig mogedijk doorgereisd om nu
de noodige inlichtingen te geven, die wij
natuurlijk met bagrijpeilijk verlangen te
gemoet zagen. Ik bood hem nog den brief
zelf te lezen aian, maar hij weies mijn
aanbod hoffelijk van de hand.
Zijn verklaring van die zaak was zoo
eenvoudig en voldoend, ato ik reeds lang
vermoed bad;, d)at zij zijn zou.
Vrouw Catrijn, zeide hij ons, had in
vroegere tijden zijne familie door trouwe
-diensten aan zich verplicht. Zij was ech
ter dubbel ongelukkig geweest, want haar
echtgenoot had haar vertoten en haar
aenig kind had geikrlenkte geestvermo
gens. Ofschoon haar huwelijk haar tame
lijk van sir Percival's goed verwijderd
had, hiad hij aorg gedragen Kaar niet uit
hlet oog te verhezen, uit danMjaarhei :1
welke doo,r medelijden met haar ongeluk
ken nog vermeerderd was. In de loop van
den tijd werden de syimptonen van gees
tesziekte bij haar dochter zoo ernstig,
dat het noodig werd de kleine ondier ge
neeskundig toezicht te pliaateen. Vrouw
Catrijn erkende zelf de noodzakriijkhcid
miaar zag er tegen op haar in eem-armun-
inrichtingj te doiem terwijl _zij geen geld
had om haar in een fatsoenlijk gesticht
te ptoat&ön. Daarom had sir Percival er
voior geaorgd, dat het medsijie in een gn-
paste inrichting onder dak kwam ep had
de kosten op zich genomen. Tot haar
moeders spijt had de dochter door deze
daad, alleen uit een oogpunt van welwil
lendheid ontsproten, een diepen haat te
gen sir Percival opgevat. Aan dien haat
en dat wantrouwen was ^zeker de ano
nieme brief toe te schrijven.
Alls, notaris Gilmore of mejuffrouw Hal
combe eenige verdere inlichting omtrent
het krankzinnigengesticht (waarvan hij
het adres en de hamen der daaraan
verbonden doctoren opgaf) wenschten,
was Blij bereid, die te verstrekken.
Hij had' 7,'n plicht jegens de jonge vrouw
gedaan en wilde dat ook verder doen.
Hij sfpaaiidie daarom geien kosten cm haar
op te sporen en weder onder geneeskun
dig toezicht te plaatsen. Ik verklaarde on-
Veiholen, geheel voldaan te zijn met deze
verklaring en mejuffrouw Halcombe sprak
ook eenige woorden, die dieze strekking
hadden. Maar er Bag een aarzeling in
haar woorden, die al te duidelijk was, cm
niet dow sir Percival opgemerkt te wor
den.
„Als mijn verklaring slechts gericht
was tegen notaris Gilmore", zeide hij,
„zou ik hier ndets aan toe tei voegen heb
ben. Ieder man zou' mij verder op mijn
eerewoord moeten gelooven. Nu zij ecliter
ook een dame geldt, i9 'het iets anders en
daarom, juffitouw Halcombe, zult gij mij
verplichten, als gij de moeder van het
ongelukkige wezen, waarvan sprake is,
om bevestiging mijmer woorden vraagt."
Marianne kreeg een kleur, want hoe
beleefd sir Percival's voorstell ook was
ingekleed, toch achten het haar en- ook
mij duidelijk te wijnen op de aarzeiing
die zij snoeven getoond had., Zij veronit-
scihukligd'e zich dan ook en svilde niets
van de zaak weten, maar sir Perviv;nl
hield zoo stijf voet bij stuk. dat zij teen
laatste een briefje Q»ahi vrouw ♦ritrijn
schreef, waarin deze om bevestiging van
het door sir Percival medegedeelde vroeg.
Daarop stelde de toatsite ons nog eenige
vragen aangaande zijn beschermelinge.
Hij vroeg, of juffr. Hajlcombe of juf fir.
Farlie, Anna Catrijn gesproken hadle.n
en vernam, dat slechts Walter Hartm-ónd
haar op het kerkhof gezien had. Hij ver
nam ook), dat zij) op Todd's Corner ge-'
logeerd had en maenide z°lf nog navraog
te doen op de hoeve.
Hij stond op en verliet ons. Toen ik
nog met juffr,. Halcombe over de zaak,
die mijns inziens tot volkomen klaarheid
was gekomen, sprak, bemerkte ik, dat zij
nog niet ten voile overtuigd was. Won
derlijke stijfhoofdigheid van het anders
zoo verstandige jonge meisje!
„Zult g,ij dian overtuigd zijn, als vrouw
Catrijn een bevestigend antwoord geeft?"
vroeg ik.
„Natuurlijk, beter bewijs 'kan ik niet
verlangen,."
„Ja, dat zal ik doicn", zeide zij, stond
op en verliet mij.
Woensdag bracht die post oen antwoord
van vrouw Cat.rijn voor juffr. Halcombe.
Het luidde als volgt:
„Mejuffrouw, ik verzoek u dit schrij
ven te beschouwen als een bevestiging
uwer vragen, of mijn dochter Anna met
mijn kennis on goedkeuring onder ge
neeskundig toezicht werd geplaatst, en of
bet aandeel, daarin door sir Percival
Glyde genomen, zoodanig was. dat ik hem
daarvoor dankbaar moet zijn.
„Ik verblijf, mejuffrouw, uw onderda
nige dienares Jeanne Catrijn."
Kort, scherp en zakelijk. Sir Porei val.
wien wij den brief tpouden, verklaarde.
dat vrouw Catrijn een vrouw was van
weinig woorden., een persoon met ccn
helder hoofd, die even kort en openlijk
schroef, als zij sprak.
Er bleef nu nog oven-, met juffr. Farlie
te spreken. Den volg,enden morgen na
het ontbijt ging ik maar hoor toe en vond
baar in zeer gedrukte» stemming op oen
canapé zitten, terwijl een album .met
nette aquarellen voor haar lag.
„Is dat uw werk?" vroeg ik, om een
begin te makten.
„Neen", antwoordde zij kortaf. Haar
oogen, die do gewoonte haddon om ruste
loos rond te dwalen, een gewoonte, die ik
mij nog uit dten tijd barer kindsheid her
innerde!, gingen onwilekieurig naar bef
aquarel, dat voor hiaar lag en een wee
moedige trek kwam op haar gelaat.
„Eén der redenen, die mij hierheen
voert", ging ik voort, „is om u goeden
dag te zeggen; ik ga naar Londen tlerug
maar moet eerst een paar woordjes óver
zaken met u spreken. Het betreft n.l. uw
verloving met sir Percival."
„Is hoe, zoo noodzakelijk, daarover te
spreken?" vroeg zij en trok haar oogen
in zoo'n girocta haast terug, alsof zij zd
brandde.
„Ja, het is noodzakelijk, in uw eigen
belang. Gij begrijpt, uw zaken moeten g&-
regeld worden en daarom verzoek ik voor
een o ogenblik uwiei oplettendheidi"
Zij luisterde oplettend toe., terwijl ik
■sprak en haar uiteenzette, boei de om
standigheden waren en waarschijnlijk
zouden worden. Ten slotte vroeg ïk, of zdj
n.Tg oen bijzondere wensdh had.
(Wurdt vervolgd).