26 BUITENLAND. De Oorlog. be jaargang No. 2247 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering jor Leiden If cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, 1.60 per wartaal. Franco per post f 1.80 per kwartaal. Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent* r kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Vs cent MAANDAG FEBRUARI 1917. De ADVEBTEHTIEPBIJS bedraagt van t-5 regels fOJ5, elke regel meer 15 cent ngeznnden mededaelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korling. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- er Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Oorlog om ons recht te wreken jg verklaarbaar alleszins verklaar- dat,, na de toupeicLeeiingi cnaer istbare Nederlandfiche schepen - door Doiitacihie marine, bij menigeen de raag rijst: Maar moeiten we nu dan eens et eindelijk ons recht wreken door mid- e] van de wapenen? Ons leger is daar ch ook niet voor niets! De vraag is volkomen begrijpelijk, maar (Ui toch kan zij, naar onze besliste reatuigingj o rnn ogelijk bevesti- ejmd. wordein beantwoord. 't Is tcc!h i fleit, dat kaai worden bejammerd, iar n i e t kan worden ontkend, dat de huidige wijiz.e van oorlogvoeren het iogste onrecht hoogtij viert. Het land, liUich in den oioalog werpt of zich larin laat slepen, zal zeker door den jianid wie detze ook zij worden o n- e .r d r u k t, zoo het zich bij zijn wijze C oorlogvoeren .uitsluitend zou laten en 'door d>e wetten van het oorlogs- e c h tl! Het zal, zij 't dan ook uit tegen- eer, dat recht op zijde moeten schui- n, ofals overwonnene uit U et strijdperk moeten treden! Deize tieu- ge werkelijkheid ligt zoo klaar uit de k ill ter ons liggende ooriogsj aren, dat het I n dwaasheid zou zijn er de oogen veior 6luiton- Em is 't niu niet beladhieMjk' zouden fcuninien zeggen om. het recht te Lllen wreken door middel van een oor- waarin men coo men succes" over 'li wapenen wil hebben op zijn Leurt recht zou moeten vertrappen... De meeste menschen denken, wanneer iets kwaads wordt aangedaan, er et ever, om het in hen geschonden i» jdht te wrteken zij willen zichzelven ichte voMoeniirtg schenken door op hun art (hrun tegenstander onheil te herx k- nen. In (hen spreekt dan de haat haat, waarmede bitter weinig te rede leren valt. Toch wilton wij pogen, om eeni redieneciring ook d!e geestesge- jldhedd van dezulken op d'e rechte bar irite eiden. Veronderstel, dat men zijn vijand bei- beenen zou kurar.ien afslaan, maar ten Kte van het Mt, dat men zelf twee vin- irs verliest... Zou niet ieder mensch, e nog even kan beschikken over een tooeveelhri-t zelfbeheer schin g, vow Ik eean daad terugdeinzen? Welnu, een >rlog brengt voor i edic-r deir onrlogvoie- nden, al zou hij c»ok de overwinnende artij worden; de grootste rampen niet ,i. ch mede. Vooral: geldt d/it voor. dei tegen- öordige wijze van ooirlogiuoienem, waarbij Bel meier béestendiaden, dian h e 1 d e li lden worden verricht! ,i|i Mauw, zoo wij ons maar aldoor aan den itrlog wilDen onttrekken. waarvoor Jent dan eigenlijk ons leger? Een andere vraag. Waarom, neemt'gei de uiterste voorzich- eid in adit, om bij uw werk geen -cn- sval te krijgen. g,e zijt toch niet voor iets in d'e ongieivaliletnveirzekering? Men i»l antwoorden: Die ongevallen ver zeke- kan mij redden, althans eeuiger- w-aii ghei mate, wanneer mij toch, ondanks mijn gnoobei voorzichtigheid, heilaas, een onge luk hou o vertoornen. Juist. Zoo is ons le ger er om het vaderland te verdedigen wanneer het, helaas, gedwongen zou worden tot dein krijg giedijto is geschied met het ons naburige België. Maiar dwingt hetgeten nu weer is geschiedt ons niet inderdaad tot dien oorlog? Laten wij de) beantwoording dezer vraag- over aan onze Regeering.Maar maken wij haar zioo zware taak niet nog moei- dijker diow uiting te geven aan een door verontwaardiging verhitte verbeelding, die ons de gevolgen van een oorlog slechts eenzijdig doet inzien en begrijpen! Een Araerikaansch schip behouden door de gevaarlijke zone. - De Duitsche rijkskanselier krijgt de beschikking over de steenkolen in het Rijk in voorraad. De Duitsche pers heeft haar leedwezen uitgedrukt over de torpedeering der Nederlandsche schepen. Van de oorlogsterreinen. Overzicht. 't Ia de algemeene meeudugi, dat er o-p aJUe fronten e-etn, geweldige kracht-vint- wikfkeling' woirdt voorbereid het z.g. lente-offensief, dat, naar de En ten te- moge nld heden alle om strijd verzekeren, het einde van den oorlog en de overwin ning aan hen aai brengen. Hoe het ook zij de laatste weken hebben er aan de fronten geen bijzonder ingrijpende veranderingen plaats gehad. Op het O o s t el ij k en Roe- m e n e c h oorlogsterrein schijnt hevi ge koude' oorzaak te zijn, dat de strijd, welke daar in de laatste dagen aan het opllieiven was, weer stilstaat In het W es ten zetten*de Engellschen hun aanvatten voort aan die' Ancre, de Fransdien in Ghiarnpogne heel veel euoces schijnen ze echter niet te hebben, vooral de Franfidhen niet. Bij Gorizia schijnen de Italianen op de Oostenrijkers nog al overwinning em te mak en. De Tuifcén erkennen nu, dat ziij aan de Tigris een beduiidlemde nederlaag heb ben geleden. 0p Zee. De verscherpte duikbootenoorlog. Een Amerikaansch schip door de gevaar lijke zóne. De „Times" verneemt van een bijzon rie men berichtgever uit New-York, dat al daar de Philadelphia" is aangekomen, het eerste schip van een Amerika arische lijn., dat het duikbootgeivaar getrotseerd heeft einde» de aankondiging, dat ieder schip binnein de oorlogszone getorpedeerd zoü wonden. Zonder de voorgteischr eve n strepen op dien zijwand, is de „Philadel phia" vani Liverpool uitgevaren ondanks DuitschLanids bepaling, dat geen schip van, een andere haven dian Falmouth mocht uitvaren. Da „Philadelphia"; met 61 eerste klas-. 66 tweede klas en 119 derde klas-passa giers aan boord', hoeft de Duitsche blok kade getrotseerd en is vrijwel, zonder zijn gewonen koers te wijzigen, door de zoo- naamda gevaarlijke zöne gegaan. Er is niets bespeurd van hen, die verklaard haddien, dat geen schip-zou kunnen uit varen. Misschien heeft het groote aantal Brit- sdhe schepen de nadering van duikbootein moeilijlk, zco niet uiterst gevaarlijk ge maakt. In ieder geval werd er niet de ge ringste poging gedaan óm het schip in zijn reis te bölemmeidn. De „Edda". Het Wolff-bureau mei dij7 Ilet in den grond borer, van liet Zweed- sche stoomscliip „Edda" is, zooals uit het onderzoek is gebleken, onrechtmatig ge schied. Er mag worden aangenomen-, dat eige naars van schip en lading voor hun ver lies schadeloos worden gesteld. De „Athos" getorpedeerd. De Fransche minister van marine be richt, dat de maijboot „Athos" -van de Messagedesj maritimes", die Senegalsche tfrailleurs en koloniale arbeiders naar Frankrijk overbracht, in de Middellandsche Zee getorpedeerd is; 1450 man werden ge red. De „Euphrates". Reuter seint, dat het vo< r de Belgische sfeun-commissie varende, schip „Euphra tes", in ballast varend van Rotterdam naar Sandy Hook, door een Duitschen onder zeeër getorpedeerd is, niettegenstaande 't te Rotterdam een "Duuèeh riuüjgèÈÉida vnnr die reis had gekregen. Het schip voerde de vlag en de bijzondere kent eekenen. der steuncommissie. Slechts één der opvaren den werd gered, na eenige uren in zee te hebben rondgedobberd. De bemanning van het tegelijkertijd ige- torpederde Engelsche stoomschip „Tre- veah" zag dat de onderzeeër, die de „Euphrates" torpedeerde,- een Portugee. schien schoener in brand stak. Een Italiaansch transportschip getor. pedeerd. Het transportschip „Minas", dat op 13 Februari naar Saloniki vertrok, is op 15 Februari door een vijandelijke onderzeeër zonder voorafgaande waarschuwing, op ongeveer 160 mijlen westelijk van Kaap Matapan getorpedeerd. Te hulp gekomen schepen konden een deel der troepen die zich aan boord bevonden redden. Anderei gezonken schepen. Lloyds meldt, dat het Engelsche s.s. „Grenadier" getorpedeerd is; de kapitein en zes man der équipage zijn gedood. De rest der bemanning is aan land gebracht. Ook het Engelsche s.s. „Trojan Prince" is getorpedeerd. - Het s.s. „Grenadier" was Zaterdagmor gen uit den N. Waterweg vertrokken naar Newcastle. Red. Lloyds bericht: Het Engelsche stoom schip „Beneficent" is, naar bericht wordt, gezonken. Lloyds bericht, dat liet Engelsche stoom schip „Belgier" gezonken is. Lloyds agentschap deelt mode, dat het Enge|"!sdhe stoomschip „Ise/r" getor pedeerd is. - Volgens een LLoyds-berricht is bet En gelsche stoomschip „Falcon" 'tof zinken gebracht Duitschland. De kalenvoorziening. Officieel Een verordening van den Bondsraad van 24 Febr. machtigt don rijkskanselier, clloor oen door hem op te richten bureau over de in het Duitsche rijk voorbanden zijnde producten van; do steenkool- en hiuintoooihverken, steen kooi, bruinkool, briketten en coke® voor de verzorging van bet binnenland, alsmede voor den uitvoer te beschikken.. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. DE GETORPEDEERDE NEDERLANDSCHE SCHEPEN. Een verontschuldiging van Duitsche z ij d e. Om verkeerde .(ndrukken naar aaixl.-iding van hit torpedeeren van de Nederlandsche stoonischepen de „Jacatra", de „Ban doeng", de „Noorderdijk", de „Zaandijk", de „Eemland" en de „Gaasterland" bij de Scilly-eilanden op 22 Februari om 5 uur des namiddags door een Duitsche duik boot te voorkomen, stelt het Duitsche ge- zsanïvidhap het volgende vaat: Met het oog op den toestand der Neder landsche schepen in Engelsdhe havens n toi-mïjn om uit te varen, die oo 5 Februari was afgeloopen, tot op 9 Fe bruari des middags verlengd. Nadat deze termijn door de Nederlandsche schepen niet had kunnen worden gebruikt, werd hun als laatste mogelijijheidom Engelsche havens met zekerheid te verlaten en naar het Westen uit het versperde gebied te stoomen, een tijdstip niet later dan midder nacht van. 10 op 11 Februari gegeven. Daar om redenen, die aan Engeland waren te wijten, ook deze termijn niet kon worden gebruikt, doch Duitschland met het oog op den toestond van Nederland en van zijn scheepvaart bereid was het verla ten van Engelsche havens naar mogelijk heid te ondersteunen, werd op 14 Februari den reeders de volgénde verdere concessie gegeven: De Nederlandsche schepen te Dart mouth en Falmouth kunnen uitvaren,: het zij op 22 Februari of op 17 Maart. Op 22 Februari kan hun slechts betrekkelijke veiligheid gewaarborgd worden; eerst op 17 Maart kan volstrekte zekerheid worden ge geven, daar vóór dien datum niet m., Duitsche strijdkrachten desbetreffende ^in structies me volle zekerheid konden hebben ontvangen. De schepen varen gezamenlijk naar het Westen uit het versperde gebied en daar buiten daaromheen. Tegen mijngevaar kan geen waarborg gegeven worden. Reeds op 6 Februari was den reedera vertrouwelijk medegedeeld, dat het ver- sprede gebied in groot/en omvang met mij nen was bezaaid. Aan de reeders dei- uitgevaren en door een uiterst betreurenswaardig samenwer ken van ongelukkige, doch buiten onze macht liggende omstandigheden te gronde gegane schepen was mitsdien bekend, dat zij'op 22 Februari slechts op betrekkelijke, d. w. z. van gelukkige of toevallige om standigheden afhankelijke veiligheid kon den rekenen. Hetzelfde begrip van betrekkelijke veilig heid, geldt ook thans nog voor de vrije vaargeul in de Noordzee, welke Duitsch land evènzeer om aan Nederlandsche be hoeften tegemoet te komen, door verande ring der grenzen van het versperde gebied heeft ingesteld, terwijl een zoodanige of een dergelijke tegemoetkoming van Engel- schen kant tot heden nog in geen enkel opzicht heeft plaats gehad. Op 3 Februari werd n.l. den reeders be kend gemaakt, dat het nieuw vrijgegeven gebied in de Noordzee na drie dagen be trekkelijk veilig was, maar dat volstrekte zekerheid tegen aanvallen zonder waar schuwing eerst na 30 dezer, dus ongeveer op 5 Maart, zou bestaan: Deze bepaling geldt ook voor de te Port Said liggende Nederlandsche schepen, die door bijzondere tegemoetkoming van Duit schen kant na herhaaldelijke verschuiving van den termijn onlangs een nieuwen ter mijn van uitvaren hebben toegestaan ge kregen. Een Wolff-telegram uit Berlijn, dat vrij wel op hetzelfde neerkomt, bésluit aldus: „De verantwoordelijkheid treft den reeders die er de voorkeur aan gaven hunne sche pen bij de betrekkelijke veiligheid op 22 Februari te doen vertrekken, in plaats van de reis uit te stellen -tot 17 Maart, op welk tiidstvo volkomen veiltoheirl toperezeKd was. Een bericht onzer duikbooten is nog nieö ontvangen." De Duitsche pers over het gebeurde. Bij de bespreking van die berichten- over filet zinfken brengen van Holtondsche schepen bij de Scüily-edlianiden, wijzen de bladen er met leedwezen op, dat. het de Duitschie negóering hief mogelijk is geweest voor den 22sten Februari volko men veiligheid te waarbotrgen. De „Lokal Anaedgeir" schrijft Oim.dat de Duitsdhie regeering zonder aarzelen het tot zaniken brengen van Nederland sche' schepen als zeer betreurenswaardig heeft gekarakteriseerd. Ook; wij kunnen ons in de gemoedsstemming van het Nederlandsche volk' indenken, maar nog maals dient geconstateerd, dat de groot ste schuld niet aan Duitscihe zijde is te wijten, doch aan da Engelsche admi raliteit, die de schiepen niet tijdig heeft toten uitwaren. Een Engelsche verklaring. Reuter seint uit Londen: Betreffende den aanval op Eeven Nederlandsche schepen in den Westelijkeji tioegang tot het Engel sche Kanaal kan gemeld worden dat geen instructies waren gevraagd aan of gegeven FEUILLETON. De vrouw in het wit. -Zondag was 'steai vervelende dag. Er Iwaim een brief voor ons van Sir Percival 'lyde's net aids», die mij berichtte, dat hij len anoniemen brief met zijn bijgevoegd! -chrijven hal ontvangen. Den andoren L»g kwam Isir Percival Glyde. Ik vopd lom den meest inoemenden man, zoover tonieren» en uiterlijk betreft, dien ik mij' [wi dentoan. Hij izag er ouder uit, dan ik ïiij bad voorgesteld, miaar zijn gedrag dien stempel van jeugdige frisch- jëid en vroolijjkheidi. Zijn 'ontmoerting met juffrouw Halcombe wa& aeer harterijk en zonder eenige ge- toaithieiid], terwijl wiat mij; betreft, hij feoedig met mij o-mging als met een oud Toen juffrouw Farlie, die niet bij to aankomst tegenwoordig wag, binnen stond sir Percival onmidldeiLlijk op ito maakte zijn begroetingen met vo'l- tonakte hoffelijkheid. «Wat Laura betreft, znj scheen mij tame- fk koel zocht vreemd genoeg de eer- gelegenheid de beste om zich te ver aderen, Sb Percival wias te welopgevoed cm fits te willen bemerken of toen hij zich firuigigeitrokke.n had, benige opmerking toarover tegen juffroiuw Halcombe te naken, T°ött juffrouw Farlie de toanver uit was, ^paarde hij ons iedere pijnlijke ii Jel- door zelf over het te bespreken punt 1 teginri an. Hij had op zijn reis van Hampshire naar Cumberland eenige dagen in Londen vertoeft en bij zijn zaakgelastigde da copie van den anoniemen brief gelezen. Hij was zoo spoedig mogedijk doorgereisd om nu de noodige inlichtingen te geven, die wij natuurlijk met bagrijpeilijk verlangen te gemoet zagen. Ik bood hem nog den brief zelf te lezen aian, maar hij weies mijn aanbod hoffelijk van de hand. Zijn verklaring van die zaak was zoo eenvoudig en voldoend, ato ik reeds lang vermoed bad;, d)at zij zijn zou. Vrouw Catrijn, zeide hij ons, had in vroegere tijden zijne familie door trouwe -diensten aan zich verplicht. Zij was ech ter dubbel ongelukkig geweest, want haar echtgenoot had haar vertoten en haar aenig kind had geikrlenkte geestvermo gens. Ofschoon haar huwelijk haar tame lijk van sir Percival's goed verwijderd had, hiad hij aorg gedragen Kaar niet uit hlet oog te verhezen, uit danMjaarhei :1 welke doo,r medelijden met haar ongeluk ken nog vermeerderd was. In de loop van den tijd werden de syimptonen van gees tesziekte bij haar dochter zoo ernstig, dat het noodig werd de kleine ondier ge neeskundig toezicht te pliaateen. Vrouw Catrijn erkende zelf de noodzakriijkhcid miaar zag er tegen op haar in eem-armun- inrichtingj te doiem terwijl _zij geen geld had om haar in een fatsoenlijk gesticht te ptoat&ön. Daarom had sir Percival er voior geaorgd, dat het medsijie in een gn- paste inrichting onder dak kwam ep had de kosten op zich genomen. Tot haar moeders spijt had de dochter door deze daad, alleen uit een oogpunt van welwil lendheid ontsproten, een diepen haat te gen sir Percival opgevat. Aan dien haat en dat wantrouwen was ^zeker de ano nieme brief toe te schrijven. Alls, notaris Gilmore of mejuffrouw Hal combe eenige verdere inlichting omtrent het krankzinnigengesticht (waarvan hij het adres en de hamen der daaraan verbonden doctoren opgaf) wenschten, was Blij bereid, die te verstrekken. Hij had' 7,'n plicht jegens de jonge vrouw gedaan en wilde dat ook verder doen. Hij sfpaaiidie daarom geien kosten cm haar op te sporen en weder onder geneeskun dig toezicht te plaatsen. Ik verklaarde on- Veiholen, geheel voldaan te zijn met deze verklaring en mejuffrouw Halcombe sprak ook eenige woorden, die dieze strekking hadden. Maar er Bag een aarzeling in haar woorden, die al te duidelijk was, cm niet dow sir Percival opgemerkt te wor den. „Als mijn verklaring slechts gericht was tegen notaris Gilmore", zeide hij, „zou ik hier ndets aan toe tei voegen heb ben. Ieder man zou' mij verder op mijn eerewoord moeten gelooven. Nu zij ecliter ook een dame geldt, i9 'het iets anders en daarom, juffitouw Halcombe, zult gij mij verplichten, als gij de moeder van het ongelukkige wezen, waarvan sprake is, om bevestiging mijmer woorden vraagt." Marianne kreeg een kleur, want hoe beleefd sir Percival's voorstell ook was ingekleed, toch achten het haar en- ook mij duidelijk te wijnen op de aarzeiing die zij snoeven getoond had., Zij veronit- scihukligd'e zich dan ook en svilde niets van de zaak weten, maar sir Perviv;nl hield zoo stijf voet bij stuk. dat zij teen laatste een briefje Q»ahi vrouw ♦ritrijn schreef, waarin deze om bevestiging van het door sir Percival medegedeelde vroeg. Daarop stelde de toatsite ons nog eenige vragen aangaande zijn beschermelinge. Hij vroeg, of juffr. Hajlcombe of juf fir. Farlie, Anna Catrijn gesproken hadle.n en vernam, dat slechts Walter Hartm-ónd haar op het kerkhof gezien had. Hij ver nam ook), dat zij) op Todd's Corner ge-' logeerd had en maenide z°lf nog navraog te doen op de hoeve. Hij stond op en verliet ons. Toen ik nog met juffr,. Halcombe over de zaak, die mijns inziens tot volkomen klaarheid was gekomen, sprak, bemerkte ik, dat zij nog niet ten voile overtuigd was. Won derlijke stijfhoofdigheid van het anders zoo verstandige jonge meisje! „Zult g,ij dian overtuigd zijn, als vrouw Catrijn een bevestigend antwoord geeft?" vroeg ik. „Natuurlijk, beter bewijs 'kan ik niet verlangen,." „Ja, dat zal ik doicn", zeide zij, stond op en verliet mij. Woensdag bracht die post oen antwoord van vrouw Cat.rijn voor juffr. Halcombe. Het luidde als volgt: „Mejuffrouw, ik verzoek u dit schrij ven te beschouwen als een bevestiging uwer vragen, of mijn dochter Anna met mijn kennis on goedkeuring onder ge neeskundig toezicht werd geplaatst, en of bet aandeel, daarin door sir Percival Glyde genomen, zoodanig was. dat ik hem daarvoor dankbaar moet zijn. „Ik verblijf, mejuffrouw, uw onderda nige dienares Jeanne Catrijn." Kort, scherp en zakelijk. Sir Porei val. wien wij den brief tpouden, verklaarde. dat vrouw Catrijn een vrouw was van weinig woorden., een persoon met ccn helder hoofd, die even kort en openlijk schroef, als zij sprak. Er bleef nu nog oven-, met juffr. Farlie te spreken. Den volg,enden morgen na het ontbijt ging ik maar hoor toe en vond baar in zeer gedrukte» stemming op oen canapé zitten, terwijl een album .met nette aquarellen voor haar lag. „Is dat uw werk?" vroeg ik, om een begin te makten. „Neen", antwoordde zij kortaf. Haar oogen, die do gewoonte haddon om ruste loos rond te dwalen, een gewoonte, die ik mij nog uit dten tijd barer kindsheid her innerde!, gingen onwilekieurig naar bef aquarel, dat voor hiaar lag en een wee moedige trek kwam op haar gelaat. „Eén der redenen, die mij hierheen voert", ging ik voort, „is om u goeden dag te zeggen; ik ga naar Londen tlerug maar moet eerst een paar woordjes óver zaken met u spreken. Het betreft n.l. uw verloving met sir Percival." „Is hoe, zoo noodzakelijk, daarover te spreken?" vroeg zij en trok haar oogen in zoo'n girocta haast terug, alsof zij zd brandde. „Ja, het is noodzakelijk, in uw eigen belang. Gij begrijpt, uw zaken moeten g&- regeld worden en daarom verzoek ik voor een o ogenblik uwiei oplettendheidi" Zij luisterde oplettend toe., terwijl ik ■sprak en haar uiteenzette, boei de om standigheden waren en waarschijnlijk zouden worden. Ten slotte vroeg ïk, of zdj n.Tg oen bijzondere wensdh had. (Wurdt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1