BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Be jAAnGANxJ No.' 2223
B)e
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN,
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, roet GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
voor Leiden II cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, 1.60 per
7 kwartaaL Franco per post fl.80 per kwartaaL
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent
p ir kwartaal, bij vooruitbetaling.
iftonder/ijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Vs cent
MAANDAG
39
JANUARI
1917.
Da ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels fQ.75, eike regel meer 15 cent
ngezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cant met gratie
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijks korting. Groots letters naar plaatsruimten
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- er Verkoop (11000
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Van kwaad tot erger.
Er is in Frankrijk een bond opgericht,
velke zich ten doel stielt den laster tegen
rublieke personen, te bestrijden.
Zooals bekend, speculeeren vooral in
'rankrijk ook in, andere landen treft men
vel eenzelfde verschijnsel aan! —vele
jladen op de sensatiezucht van een deel
ran het publiek, welke ongezonde zucht
rooral wordt bevredigd door in alle geuren
»n kleuren schandalen te vernemen betref
fende personen uit de hooge wereld. Die
iers, welker hoogste ideaal winstbejag is,
ÜH jcherpt dan ook haar vernuft om den zie-
telijken geest harer lezers naar volle maat
e verzadigen.
En nu is bovenbedoelde bofld in het leven
ill groepen om den laster, bet onware, in al
schandaal-geschiedenissen aan te too-
Ofcen en zoo het vunze bedrijf van een ge-
lemoraliseerde pers aan den kaak te stel
en.
't ts echter te vreezen, dat die bond den
der gesignaleerden toestand van kwaad tót
irger zal maken! Wat toch zal «r gebeu-
en? Als die bond van een of ander luguber
'erhaal uit het persoonlijk leven van, een
iinister b.v. zal verklaren, en trachten te
'ijzen, dat het op laster berust, dat het
llnwaar is, dan zal de verspreider van
lie geschiedenis op zijn beurt zijn uiterste
>est gaan doen, om aan te toonen, dat het
rerhaalde wel onbekend wais, doch volko-
f fien naar waarheid werd medegedeeld. Men
:al dan dus krijgen een zoo fijn mogelijke
ïitrafeling van allerlei feitlen en omstandig-
teden! Men maakt zich daardoor wel schul-
lig aan kwaad spreken kwaad vertellen,
waar, doch niet bekend is doch
aartegen stelt de bond zich niet in het ge.
•eer! Zoo'n actie zou trouwens te veel wij-
en ophet in practijk brengen van den
oomschen Katechismus!
Waarom wijzen we nu hier op het nutte-
Doze, ja zelfs gevaarlijke van zoo'n bond,
Is men nu in Frankrijk heeft gesticht? Wij
unn.cn toch al heel moeilijk hier deo men-
:hen in Frankrijk de les gaan lezen!
Omdati uit wat we hier hebben medege-
eeld, weer eens zoo duidelijk blijkt, hoe
'er Ie staat, hoe de maatschappij", als deze
reekt met den godsdienst!, noodzakelijker
wijze de straf daarvoor als een looden last
chter zich sleept.
In Frankrijk wil de staat niet meer „of-
icieel" erkennen de Katholieke zedenleer!
Iet kruis moest worden gebannen uit de
echtszalen, moest worden geweerd uit de
icholen! En nu wil men die ontkerstende
daardoor verrotte maatschappij gaan
lepleisteren met lapmiddelen, als de ge-
ïoemde bond! Om weer eens het ijdele, het
>nnutte, het vruchtelooze van zulle een po-
ing aan te toonen daarom hebben we
ii enkel woord willen wijden aan dien
ranschen bond!
Mocht in een Katholiek Frankrijk een Ka-
holiek Staatsbestuur de menschen een-
oudig kunnen verwijzen naar de lessen
A iithun RoomscTien Katechismus, welke zoo
vel laster als kwaadspreken als zonden
rerbiedt!
De verjaardag van den Duitschen
Keizer. De sociaal-democraten en de
Keizer. - Een Engelsche hulpkruiser
gezonken.
Van de oorlogsterreinen.
Overzicht.
V,an het Roem eensche front zijn
geen feiten van beteekenis te vermelden.
Hier ii9 blijkbaar bet vriesweer een ern
stige belemmering voor die krijgsve.rridh-
tinigian.
Op het Oostelijk gevechtsterrein
duurt <le strijd ten westen van Riga
neg vaart, zonder successen evenwel. In
het Mestecanest) i-vak (bij Valeput-
na), moest de verdediging der Duitsche en
Oostenrijksch-Hongaarsche troepen voor
sterken Russischen druk dichter naar den
aootJlijken oever van de Gouden Bislritza
wijken. Een later Oostenrijksdh leger be
richt meflldit, dat de tegenstander in de
voorste loopgraven binnendrong, de ge
vechtslinie werd naar de naastbijzijnde
hoogte verlegd. Hier is duts eprake van,
een Russisch voioirdeal. Aan de Aa, waar
de Russen weder aanvielen, ging het hun
niet rnaar werasrih. Het Duitsche legerbe-
ridht zegt althans dat de aanvallon onder
graote verliezen voor de aanvallers mis'-
luMen.
De Erngaütschen hebben aan het West e-
1 ij k front eenig voordeel bevochten bij L e
Transloy. Hier werden een gedee-'te
van een Duitsche stielling vermeesterd,
en 360 gevangenen gemaalkit. Het Engel
sche Isgerberidht dee'de ook nog mede,
dat invallen ten N.O. van Neuville St.
Vaast en Vermelles slaagden.
Over den strijd op heuvel 3 0 4 niets
nieuws. Het Duitsche legeihericht ver
klaart, idat da Fransdhen het verlorene
niet konidetn heroveren. „Haivas" wijdt een
uitvoerige be>chooiwing aan het gevecht,
om aam te toonen, hoe gering; da Puit-
sdhie terreinwinst was, «en, diat het erllo-
rene geheet werd heroverd. Beide lezin
gen stroken du9 niet; 't .lijkt wel, of men
het er voornamelijk op' aanlegt, elkandars
zwakke punten te onderzoeken.
0p Zee.
De vlootactie in de Noordzee.
Het „Reriiner Tagieblatt" schrijft naar
aanleiding van het optreden der Duitsche
lichite zecstrijidikr achten in de Engalschie
kustwateren: De tegenwoordige Engelsche
zeeClond h'eeft op 11 Jan. aan een fbest-
maal o.a. veutktaard: Het p.ralen der
Duitsohens over hum doorzoeken van de
Noordzee mioet ik a!is ongegrond kenschet
sen. Het schijnt intusöohen toch, zegt het
„Berd. Tageb'iatt", dat de voortdurenidie
offensieve bewegingen der Duitsche strijd
krachten het bewijs leveren, dat het door
zoeken van de Noordzee nog steeds plaats
toaeft. -
Een Engelsche hulpkruiser gezonken.
De Engelsche hulpkruiser Lauren tic"
is op 25 .deizier bij de Iersche kust door een
Duitscba duikboot in den grond geboord
of op een tmijm gezonken. Twaalf officie-
rem en 109 man zijm gored.
De duikboot- en mfjnoorlog,
Het Engelsche s.st „Tabasco" (2967
ton) en heit Noonsche s.s, „Sunniva" 1589
ton) zijn in den grond gehoond.
Naar wondt bericht, is het Deensche
stoomschip „O. B. Suhr" <1482 ton), naar
verluidt het Nporsdhe as. „Vyrdal" in
dem grond geboord. z
Lloyds meldt: Het Noonsche stoom
schip „Dicax" moet gezonken zijn.
Ook is het Noorsche stoomschip
„Myrdal getorpedeerd. Be bemanning is
geland.
Duitschland.
De kroonprins bevorderd.
Be Duitsche kroonprins is bevorderd tot
generaal der infanterie.
Verjaardag van den Keizer.
Keö/zer Wilhelm is Zaterdag 58 jaar ge
worden.
Keizer Karei is dien dag in het Duitsche
hoofdkwartier aangekomen om den Duit
schen keizer met zijn verjaar lag geluk
te wemschen. De keizer was vergezeld door
Czerain, den ministei* van buiteniandsche
zaken, die Vrijdagochtend met den rijks
kanselier en den staatssecretaris Zim
merman confer eerdie Om hailf ©en werd
genoenmaald, waarbij ook keizerin Vic
toria Augusta, de prinsen Heinrich en
Waldomar van Pruisen en eem talrijk ge
volg1 "aanzaten.
Keizer Karei hieP.d een tafelrede, waar
in hij zed, er prijs op te hebben gesteld,
persoonlijk zijm trouwen vriend en bond
genoot geluk te wenschen, en waarin hij
eraan, herinnerde, diat voor de derde maal
de verjaardag in oorlogstijd wordt her
dacht.
Be Duitsche keizer- dankte in zijn ant
woord voor het bezoek en de geilukwen-
schen, en wees nog eens radrukke ijk op
het onwrikbaar besluit, "*"d?h oorlog "foT
een zegenrijk en voor de verbonden volken
gelukkig einde te brengen. ,,De verwer
ping van ons vredes-aanbod zal neerko
men op dé hoofden van hen, die onze op-
irecht garnerende tegemoetkoming botweg
afwezen."
Be bladen wijzen naar a&nleiding van
de verjaring van den keizer eenparig op
dén groeten ernst van de viering van dit
jaar, maar- twens op het stijgende gevoel
van saamhoorigheid tussschen keizer en
volk en op de vastberadenheid1 van bet
volk om den keizer te vertrouwen en te
vo'gan.
De keizer heeft ter gedegenheid van zijn
verjaardag aan een aan,tal manned ij ke en
vrouwelijke werklieden in diö oorlogs-
wenplaatsen het kruds van verdienste voor
oorlogshulp verleend.
De sociaal-democraten en de Keizer.
In de artikelen in de bladen ter gede
genheid van dem verjaardag des Keizers,
vallen verschillende betuigingen van ver
trouwen in d'en keizer dlaor de soc.-dem.
pers te» vermelden Zoo schrijft het te
Karlsruhe verschijnende soc.-dem. blad
„Volksfreund" o. a.: Evanalls men eerst in
tijd van nood zijn waren vriend leert ken
nen, zoo ziet het vaderland thans wat het
zijn eersten dienaar, zooals de keizer zich
zelf heeft genoemd, te danken heeft.
Wat wij in hem mogen prijzen is het
sterk sprekend plichtsbesef, waadoor hij
zich'bij al zijn daden laat leiden. Al zijn
regeeringshandelingeh van hat begin van
den ooriog' af kunnen, als de uitdrukking
van den volkswil worden beschouwd.
Wij sluiten ons aan bij hetgeen een soc.-
dcm. leider bij eeikere gedegenheid zeddo
n.4'. dat de keizer thans ook dtis vertrou
wen bezit. Nog nooit waren volk en kei
zer zoo eensgezind als thans, nu de vij
anden na de botte afwijzing van ons v.'3^
desannbod zich gereed maken tot den
laatsten slag tot vernietiging van het
rijk."
De Vredespogingen.
Geen Oostenrijk9che nota.
Naar de „Oesterredchisidhe Volksztg."
van goeder hand; verneemt, beteekent een
uiting van graaf Tisza, dat O.-H. rege©-
ripg bereid is met de regeering der Ver.
Staten de gedachten wisseling over den
vredo voort te zetten, niet dat O.-H. voor
nemens is de boodschap van Wilson met
eon diplomatieiken stap bijv. met een
nota té beantwoorden. De boodschap leent
zich reeds hierom niet voor beantwoor
ding door een buitenlandsohen staat,
dlaiar zij a 'leen aan den Amerikaanschen
Senaat was gericht en bovendien is zij
veel te aJ'gemiaen gesteld, om er onler-
handeilingen aan vast fc© knoopen.
Nederland en de Oorlog.
De „Berkelstroo m".
Een „Wolff'-telegram over de uitspraak
van liet prijsgerecht te Hamburg inzake
het in den grond boren van het Nederland-
sche stoomschip „Berkelstroom" op 24
April 1916 meldt! dat het stoomschip wel
on rechtmatig tot' zinken T^gêWacirfT
maar dat voor deze daad toch voldoende
reden aanwezig was (ausreichende Grunde
vorlagen).
De Duitsche regeering zal een geldelijke
schadeloosstelling geven, welke in een vol
gende zitting van het prijsgerecht zal wor
den bepaald.
De stakingin het visscherij-
bedrijf opgeheven.
In een gehouden vergadering van zeelie
den in het visscherijbedrijf te IJmuiden is
besloten de staking in het bedrijf op te
heffen, doch nieti vóór Woensdag a.s. uit
te varen.
Uit de glas-industrie.
De Duitsche regeering heeft alle glas-
Werk en alle soorten flesschen tot contra
bande verklaard. Het gevolg hiervan zal
zijn, dat geen glaswerk en flesschen meer
over zee zullen worden vervoerd.
Waar nu een zeer groot deel van onze
glasindustrie bestaat van den uitvoer over
zee, zal het gevolg van dezen Duitschen
maatregel zijn, dat een groot deel der in
dustrie zal worden stilgelegd en honder
den arbeiders werkloos zullen worden.
Do glasfabrikanten van geheel het land
hebben vergaderd en reeds heeft een au
diëntie bij den minister plaats gehad.
Ook de Nederlandsche Vereeniglng van
Glas- en Aardewerk heeft zich tot den
minister gewend met het ver-zoek maatre
gelen te nemen en de dreigende werkloos
heid tie voorkomen.
Bloembollen.
Een onderzoek door den bond van bloem-,
bollenhandelaars in ons land omtrent ge
ruchten van invoerverbod van bloembollen
naar Oostenrijk heeft die geruchten beves.
tigd. Toch is er kans, dat er niet zoo streng
de hand aan gehouden wordt als in Enge
land. Wanneer men vergunning aanvraagt
aan sommige gouvernementsbesturen o.a*
aan de Hauptzollampter of aan bevoegde
finanzlanderbehörden en de waarde dei
zendingen resp. 50 en 500 kronen niet te
boven gaat is er kans, dat van dit Invoer
verbod afgeweken wordt „N.R.Ct.'^
Keizer Wilhelm's ver j aar dag.
Tet gelegenheid van den 58en verjaardag
van Z.M. den Duitschen Keizer, was Zater
dag de Duitsche Rijksvlag ontplooid van
de gebouwen der Duitsche legatie en de
Duitsch Evangelische kerk te 's-Graven-,
hage.
In laatstbedoeld kerkgebouw werd Zater
dagochtend ten 10i ure 's Keizers geboorte
dag herdacht met een godsdienstige vie
ring.
Het kerkgebouw aan het Bleyenburg wad
geheel gevuld met dames en heeren, behoo-,
rende tot de Duitsche kolonie, terwijl ook
uit Nederlandsche kringen enkelen aanwe
zig waren, o.a. het Kamerlid de heer Kno
bel en het oud-Kamerlid graaf Van By-
landt.
Voorganger in den dienst was professor
dr. Hans Windisch uit L e i d e n.
In zijn predikatie sloeg dr. Windich een
terbgblik op de laatst vervlogen levensjaar,
van Keizer Wilhelm.
De kern van de toespraak van dr. Win
dich vormde het vredesaanbod.
Jn l.pt cl,.tp-^hP4 yf'Tyl VOürgJUI^W HSL
een bede voor Neerland's Koninklijke Fa
milie, nog een bijzondere bede op voor
Keizer en volk en Duitschland's bondge-
nóoten en voor het tot standkomen in dit
jaar van een rechtvaardigen vrede, waar
aan elke zelfzuchtige regeling vreemd moge
blijven, en smeekte hij dat alle kraqht zou
worden gebroken van hen, die zich daarte.
gen zouden willen verzetten.
De begrafenis van de
Duitsche gesneuvelden van
d e „V 69".
De belangstelling voor de teraardebestel
ling van de officieren en matrozen van de
Duitsche torpedoboot ,,V 69" te IJmuiden
is Maandag bijzonder groot geweest.
Te 12 uur vertrok de eerste stoet van het
gemeentegebouw, waarin de lijken tijdelijk
zijn ondergebracht, naar het station, met
zich nemende het stoffelijk ovei-schot van
den flottielje-commandant Max Schültz en
luitenant Walter Faust.
Te 2 uur vertrok de tweede stoet met het
stoffelijk overschot van de 6 andere ge
sneuvelden naar het kerkhof te IJmuiden,
waar ze werden ter aarde besteld.
Nadat dó eikèn kisten, waarin het stoffe
lijk overschot der officieren is neergelegd,
in de rouwkoetsen zijn geplaatst, nemen
daarachter plaats 8 matrozen van de ,,V.
69", die gebogen gaan onder de vracht van
FEUILLETON.
Een goochelaar.
Mijnheer Philippon, een gewezen aanne
mer, wilde een groot feest geven om den
Al BOsten, verjaardag van zijn huwelijk te
'erf vieren. Hij hoopte daardoor ook in de ge
legenheid te zijn den jongen man te vin-_
'en, die hem om de hand van zijn dochter
ïou komen vragen.
Voor dat feest had hij een groot aantal
bell amusementen ontworpen. De dames van
den notaris zouden een quatremains spe
len, die zij al zes maanden lang hadden
ingestudeerd. De ontvanger had beloofd
'01 een sonnet voor te dragen, dat- tot titel
droeg: „Wat het-ochtendrood mij zeide".
Een surnumerair van het postkantoor, aan
ift'ien men in het begin niet gedacht had,
nndat hij persoon was vanweinig beteeke-
lis, had zijn uitnoodiging te danken aan
ie omstandigheid, dat hij in staat was al-
irhande dierengeluiden zoo getrouw moge-
ijk na te bootsen.
Er kwam echter nog te kort wat men een
clouwat men het glanspunt van den avond
noemt.
ioa Mijnheer Philippon zat er over na te den-
r— ■cen, toen hem plotseling inviel, dat een
sijner vrienden hem gesproken had over
jongen artist heel origineel, heel
pappig, die zich naam had gemaakt
door de wijze, waarop hij de gezelschap
pen wist te amuseeren.
De oud-aannemer meende dat het wel
aardig zou zijn zulk een gast te hebben,
'ilgf Vooral als het niets kostte. Artisten zijn
VJ li te veel geëerd als ze in gezelschap van
mn' jroote lui mogen komen; hij zou vrij mogen
Vei
beschikken over het buffet, en men zou
hem zichzelf laten bedienen van cham
pagne, pastei enz.
Zeer voldaan over dat idee, nam mijn
heer Philippon aanstonds een velletje pa
pier en schreef aan zijn vriend een brief
van vier bladzijden, die met de volgende
woorden eindigde:
...In 't kort, be9te Emile, als die jongen,
over wien je mij gesproken hebt, bij mij
wil komen, zal ik hem een uitnoodiging
zenden. Niet voor het diner wel te ver
staan, hij is misschien te ongelikt, maar
voor de soirée. Hij zal in mijn huis de
gróótste lui van de stad en van den omtrek
aantreffen. Zeg hem dat hij ei" netjes uit
moet zien en zijn beste beentje moet voor
zetten om aardige ,zoo mogelijk nog niet
vertoonde stukjes, op te disschen."
Toen de vriend den brief ontving, bevond
de artist, waarover mijnheer Philippon
schreef, zich juist bij hem.
„Kijk", zei hij lachend, „dat is een uit
noodiging, die u betreft, ze is niet heel be
leefd en ik .zal hem vlakweg antwoorden
dat ik die boodschap niet voor hem doe".
De artist, Victor Dupont heette hij, las
den brief, dien de ander hem liet zien en
zeide: „Je hebt ongelijk mijn vriend. Ik
ben al te gelukkig als ik dien mijnheer Phi
lippon pleizier kan doen, en daar hij aar
dige en nog niet vertoonde stukje© ver
langt, wil ik er hem laten zien. Schrijf aan
stonds ,dat hij op mij kan rekenen.
De groote avond is gekomen.'De ex-aan
nemer, in zwarte rok en witte das, ont
vangt met zijn vrouw zijn talrijke gasten;
dezen komen plechtig binnen en het feest
begint.
Reeds hebben de twee dochters van den
notaris het gezelschap in verrukking ge
bracht door een geweldig getrommel op de
piano; de ontvanger heeft zijn gedieht voor
gedragen met ten hemel geslagen oogen
en profetische gebaren, en de surnumerair
heeft in een karaf zitten blazen, om het
gebrul der wilde dieren in de maagdelijke
wouden na te bootsen. Maar Dupont was
er nog niet; zou hij niet komen? De heer
des huizes keek naar de pendule. Eindelijk
wordt er geheld. Hij is het. Hij verontschul
digt zich zoo laat gekomen te zijn daar hij
geen rijtuig kon krijgen, den weg niet wist
enz.
Philippon gunt hem den tijd niet uit te
praten. Haastig stelt hij hem aan zijn
vrouw voor en zegt:
„Ga u gauw wat opknappen aan het buf
fet, maar blijf niet te lang. Iedereen is ver
langend u te hoeren".
Dupont antwoordt ernstig:
„U is wel vriendelijk, maar neem mij
niet kwalijk, ik gebruik liever niets... Ik
durf niet goed... in zoo'n fijn gezelschap...
Ik ben niet in staat om te zingen, maar
zal liever wat goochelen."
„Toch geen oude kunstjes?"
„Neen, a!Qiecmaa/l nieuw en ee ga'.oikken
altijd."
„Heb je er wat bij noodig?"
„Neen, niets."
,,0, ik begrijp je, je hebt aHes in je
mouwen."
Juist, ik zie wel, daj u er veirstand
van hebt, beste heer."
Dupont gaat in een hoek der zaad staan
voor een Wleine tafel, steekt een kaars san
en zegt tegen mevrouw Philippon:
„Zo«u u mij niet een zakdoek kunnen
leenen?"
Mevrouw geeft haar kanten zakdioeik.
„Heeren en dames, ik ga dezen zakdoek
verbranden, wezenlijk verbranden, zooals
je zien zult,"
Meivroaiw Philippon had dien toer meer
gezien en fluisterde tegen haar buurvrouw:
„Je zaft zien, dat hij weer in een oranje
appel of zoo iets terecht komt."
Mijnllieer Dupont nam den kanten zak
doek en hiedd hem boven de vlam der
kaars, waar hij verbrandde onder luid
gefladh van alüe aanwezigen.
„Drommels", zeide hij, „nu schiet er
niets meer dan asch over. Ik doe ze in dat
busje. Kijk. Maai* nu moet ik nog een hor
loge hebben, een dat goed loopt."
Mijnheer Philippon gaf hem het zijne.
„Ik ga het opdraaiei^', zegt de gooche
laar, „maar ik ben een beetje ruw en
breek wat. ik in mijn handen heb."
„Kom, kom, geneer u niet", zegt de aan
nemer.
De goochelaar begint te draaien, te
draaien, knap! de veer springt onder alge-
mee no vroólijWheid dei- kijkers.
„Die jongen is wezenlijk bij de hand",
zegt Philippon tegen zijn buurman. „Je
zou zeggen, dat hij mijn horloge stuk
draait en toch heeft hij het al weggegoo-
cheflid."
Maar mijnllieer Dupont keek treurig.
„Ik ben toch ongelukkig," sprak hij.
„Een zakdoek verbrand, een horloge be
dorven. Wat zal ik er mee aanvangen?
Als ik alles eens in een hoed deed; heeft
iemand een hoogen zijden hoöd, lieifist een
nieuwen?"
De genoodigxlen Vliegen naar de voorka
mer om hun hoed te halen. Een, twee,
drie, zes worden er den goochelaar aan
geboden, die zo met een glimlach in ont
vangst neemt.
In den eenen doet hij het busje met
asch en het horloge; diaarna stapelt hij
ze allemaal opeen' op een groot tafella
ken, dat hij zich had 'laten brengen en'
dat hij bij de einden stevig dichtknoopt-
Tot groot vermaak van a'.len schudt hij
het pak geduoht door dlkaar en spreekt:
Nu wenschtie ik, dat de-persoon, die
bet.... die het minst mager is van het ge
zelschap, mij een oogenb'ik wilde' herpen."
Aller oogen richten zich op een dikken
gepensionneerden majoor, grof en zwaar
a'ilis een Olifant. Hij staat-op en vraagt aan
den artist, wat hij doen moet.
„Wil u zoo goed zijn op dit pak te gaani
zitten?"
„Qp dit pak?"
„Ja, of liever op dit tafellaken, waarvaii
ik een zak heh gemaakt en waarin alle
hoeden zijn, die men mij heeft gegeven.
Zij zijn er allemaal in, iedereen heeft hel
met eigen oogen kunnen zien."
„Ja, maar ik zal ze allemaal veiplettd»
ren."
„Natuurlijk. Ik zal dus eervst aan dg
heeren vragen of ze op dezen toer niets tel
gen hebben."
„Neen, neen!" wordt er van allo kantön
onder luid gelach geroepen.
De dikke mijnheer gaat zitten. Hij vindfc
er aardigheid in van rechts naar links tè
schommelen als een schip. Er ontstaat een
verdacht gescheur en gekraak» het publiek
giert het uit van de pret.
Maa.r de goochelaar ebvht stilte.
Barnes en Ilcereii, gii hdbt nu de voor-