Tweede Blad. 8e JAARGANG. No. 2187 S)e £cid^eli^6oiVta4it Woensdag 13 December 1916 Uit de Pers. Levensmiddelen. Naar aanleMlfng van het indienen van een wetsöbtlwefrp., vragend© een cred iet van 80,000,000 ter bestrijding van de V os tein, voortv'lioedende uit de Distributie/wet, schrijft De Maasbode o. na. Als ewaarste posten verschijnen het tarwebrood en Ja et varkensVlee&ch, het eerste met 30 raillioem, het tweede met 23,5 millioen. Dp het tarwelbirood zal door het rijk worden toegetogid 12,5 cent per kilo tarwe, weT.llidht gelijkstaande met 10 centte p,er kilo brood. Dat is een duiurtetoeslag aan eiken burger, namelijk aan eiken burger, die het toont noodig te hebben, die al thans het eenvoudige maar degelijke -oed- sel wenscht te gebruiken Vóór ales is het goedkoop® tarwebrood een uitkomst voor de zwakke beurzen, in het bijzonder voor de groote gezinnen, waar zeer veel brood gebruikt wordt. Is eir goedkoop brood verkrijgbaar, dan be hoeft er geen vrees te bestaan, dat breede legen des volks de grootste ontbering lij den. Vooral, indien daarnaast ook de aard appel, het volksvoedsel, dat met brood op één lijn staat, goedkoop beschikbaar is. Kunnen deze beide worden aangevuld door een eiwit-houdend voedsel, als boo- nen en erwten zijn, dan is dat ook zeker nog toe te juichen. Echter komt mm tot een andere vraag, wanneer men onderzoekt, of varkensvleeseh met zoo ontzaglijke uitga/ven onder het gemakkelijk bereik behoeft gebracht te worden. Op elk kilo denkt die Regeering 40 ets. toe te leggen. Wanneer dit niet noodzakelijke voeJsel eens in plaats van 23 millioen zeg 10 mib löoen kon kosten, dan ware hier toch een belangrijke uitsparing uit te verkrijgen. l egt het Rijk inplaats van 40 cents 20 cents toe, dan stijgt in het algemeen die prijs met 10 cents per half kilo. Voor den kleinen man kan dit zeer be zwaarlijk wezen. Maar wellicht kou een vleeschkaart het euvel kunnen verhelpen, dat hij ziich het gebruik van vleesch ge heel zou moeten ontzeggen. Echter püiaatse men zich zonder dema gogie voor dit vraagstuk. Dan moet toch erkend, dat hot varkensvleetsch niet lot •het noo'izake'ijk rantsoen behoort.. Daarmee moet dos wat minder royaai te werk gegaan worden. Slechts voor enkele artikelen zal de be roemde o>f befaamde methode v,an Minis ter Posithmma nog voldoen. Alleen nog maar voor groenten, boter, margarine, kaas, eieren en viech blijft de ex.pjort de kosten van goedkoope beschikbaarstelling dragen. Echter is hier één punt, dat ons totaal onduidelijk is. Waarom vervaüt men ten aanzien der andere artikeflen plotseling van heit slsteem,, waarbij de export die kos ten diraajgt, tot het systeem, dalt het Rijk die kosten voor zijn rekening neemt? Zou niet dloor telkens weer wat voor raad 'te spuien een aanmerkelijk bedrag van de exporteurs te verkrijgen zijn? Intuisschen schijnt wel het systeem van Mini/ster Posthunna eenigszins, althans voor de meeste artikelen voor brood heeft het natuurlijk nooit gegolden te zijn vasfgekxopen. Zoo brengt de derde oorlogswinter ook ons land in liet nauw. En nog zijn wij er niet zeker van moge die Kamer daaromtrent het.noodige licht verkrijgen of de voorraden (afge zien van den prijs) van allerlei Levens ei idicM'en aanwezig zuflilen zijn. 0m de vrije Schelde. De Nederlander schrijft: De heer Van Leeuwen heeft een goed .werk gedaan met den Minister van Buiten- landsche Zaken te vragen naar da-al of niet, juistheid der berichten, volgens welke de Belgische Regeering aan de onze gerust stellende verklaringen tegenover de Bel- gisch-annexionistische beweging zou heb ben afgelegd. Wij, die op het stellen van deze vraag hebben aangedrongen, zijn hem daarvoor erkentelijk. Wij weten nu, dat Baron Beyers namens zijne Regeering aan onzen gezant heeft me degedeeld, „dat hij met den wensch,, dat de betrekkingen tusschen België eui Neder land bij voortduring het kenmerk van ver trouwen en vriendschap zouden-blijven dra gen, niet aaraelde te herhalen, dat de Bel gische Regeering ten sterkste afkeurde aLle drijverij die aantasting van de integriteit van het Nederlandsch grondgebied mocht beoogen." De Nieuwe Courant maakt de op merking, dat, wanneer deze mededeèling reedis lang bij Buitenlandsche Zaken be rust, ons publiek daarvan wel kennas had mogen dragen alvorens het Departement door publicaties en parlementaire vragen tot het doen dezer mededeelingen wercl aan- gespoord. De juistheid dier opmerking kan warden erkend, maar anderzijds heeft het officieeie zwijgen over deze zaak zijn goede zijde gehad, omdat de publieke opinie in Nederland zich thans, volkomen vrij-van officieeie invloeden; onbelemmerd heeft kunnen uitspreken. Zij heeft dit dan ook gedaan, waardig maar beslist; het Belgi sche volk heeft daaruit kunnen zien, dat de Nederlaridsche sympathie voor een stam verwante natie geen ongevoeligheid voor eigen nationale belangen insluit, en dat met ons volk over de plannetjes van enkele Belgische Uebe r-patriotten slecht te spre ken viel. Daarom mogen we er dankbaar voor zijn, dat de Belgische "Regeering zich eoo onbe wimpeld afkeurend over de annexionisti- sche „drijverij" hebben uitgelaten. Niettemin mogen wij ons ten aanzien van de Schelde-quaestie door deze publicatie niet laten in slaap wiegen. Gevaren blij ven dreigen, zoo niet van den eenen, dan van den anderen kant. Sinds aan de Duit- sche pers veroorloofd werd: openlijk te schrijven over het Duitsche oorlogsdoel, hebben twee Duitsche bladen van eenige beteekenis zich over Antwerpen's lotbe stemming uitgelaten op een wijze, die bui tengemeen geschikt is om ten onzent onge rustheid te wekken. De „Köln. Volkszei- tung" toch heeft onbewimpeld gezegd: Duitschland moet Antwerpen behouden omdat het die plaats noodig heeft, en daar enboven moet Duitschland ook Zeebrugge en Osten.de bezetten. Geen invalspoorten naar Duitschland mogen die plaatsen zijn; daarom behooren ze in omze handen. De „Köln.Ztg." die nog wel eens weergeeft wat men van hoogerhand wil loslaten, ging minder ver, maar plèitte toch voor aansluiting in eenigen vorm der bezette Vlaamsche streken bij Duitschland. Het behoeft geen betoog dat een Duitsch Antwerpen evenzeer de vrije Schelde be dreigt als het gesignaleerde Belgische an nex Lonisme. Zelfs in dezen oorlog is de vrije Schelde geëerbiedigd; geen der helligepenten heeft voor zijn belangen van haar wateren ge bruik gemaakt, en de sedert 1831 erkende Nederlandsche souvereinileit over de Wes- ter-Schelde is door niemand aangetast. Metmr. Van Es, die deze aangelegenheid in ..De Toorts"^bespreekt, gelooven wij, dat Duitschland, indien het den weg zou willen gaan, door de Keulsche bladen aan gewezen, zichzelve nieuwe moeilijkheden scheppen zou. BINNENLAND. De Successiewet. Minister Van Gijn heeft een nieuw ont werp tot wijziging van de Successiewet ingediend. Hij heeft hierbij rekening gehouden met do bezwaren, wel'ke de Eerste Kamer te gen het eerste ontwerp had'. De- heer Van Gijn brengt een wijziging aan in do verhaoiging van de rechten bij vererving in de recht© lijn. Hij houdt re kening met het bezwaar, dat aantasting van het gezinsvormingen in vele gevallen en met) name voorad in den middenstand, heteekent aantasting van het gezin zelf, waarvoor (het overlijden van het gezins hoofd een zware slag is. De voorgestelde regeling is thans zóó, dat in gevallen, dat- het gezinshoofd sterft en een weduwe niet een midde'matig of groot gezin achterblijft, verbooging ver meden wordt. De heer De Geer had in do Tweede Ka mer een amendement ingediend, om het voor minderjarige kinderen van succes sie vrijgesteld bedrag niet te binden aan een maximum, afhankelijk van de groot te der geheel erfenis. Deze gunstige bepaling nam de Minis ter o<p 7 Juli j.lL over, beperkt, eahter tot weduwen en kinderen en dan tot vijfmaal hot maximum.. De verkrijging door eeai kind van nog geen jaar oud, is volgens de bestaande w.ert. vrij van successierech ten, wanneer zij niet meer dian f,7300 be draagt en oiver f 3650 van de verkrijging wordt geen reoth geheven, wanneer de eTf- portie meer dan f 7300, doch niet meer dan f lör950 bedraagt. Door het amwirlomeut- De Geer zou er volgens de verworpen wet f 3050 wij zijn, zoolang do erfpont-ie niet meer dan 5 x 7300= f 36;500 bedraagt. Nu stelt die Minister voor, om de grens voor de vrijstelling vast te houden, doch het vrijgestelde bedrag te verdubbel'.en, ziocdat van de orfportie van zulk een jong kind het bedrag, dat vrijgesteld wordt, zoolang de heefie verkrijging niet mee* is dan f36,500, 2 x3650^f 7300 zaJl bedragen. Zoadat een zoodanig -kjpd minder dan volgens de bestaande wet te betaren zal hebben, zioolang het niet) meer dan f 17,000 erft. Een tienjarig (kinii, dat thians over f 4300 niet meer dan f 6450 bedraagt, over 2150 vrijdom geniet, zall volgens het nieuwe ontwerp vrijstelling genieter over 2 x2150 f4300, zooóang de erfportie niet meer bedraagt dian f 21,500. Zoolang zijn ver krijging niet meer dan f 11,200 bedraagt, zal voor zanik een kind de belasting min der bedragen dan volgens de bestaande wet. Het tweede bezwaar der Eerste Kamer, 'betreffende de schenkingem, wondt door den minister geheel of nagenoeg geheel op geheven. Men weet, dat de Rechterzijde tegen de desbetreffende bepalingen be denkingen inbracht, omdiat zij de aan de gemeenschap betoonde liefdadigheid na deel zouden toekennen, wanneer die Staat van elke gift zijn deel vroeg. Terecht werd verder dioor den heer v. Dan6chot in de Eerste Kaïmer gewaarschuwd tegen de bepaling, wefike het aian den boevaVig aan het bewind zijnden minister overlaat, om te beslissen, of bepaalde schenkingen aJ dan n.fêl zijn onderworpen aan een recht van 20 tot 27 pyocenü. Minister Van Gijn verklaart te dien aanzien, „dat het hem leed dofet), niet reeds bij de tweede lezing een betere rege ling te hebben voorgesteld." De bedoeling van de bepaling was voorkoming, dat schenkingen aan insilekiingiein van alge meen nut, liefdadigheid etc. vrij' van recht zouden zijn, ook wanneer zij klaarblijke lijk ontduiking ten doel hadden. Hierte gen waakt ech'tier reeds het axtilkeft 42d» hetwelk bepgiailt, dat hetgeen binnen 180 diagen vóór het overlijden door schenkm aan dien boedel wordt onttrokken, ge wordt bij het overlijden alsnog in dan boédiefl te zijn en bij legaat verkregen. En wat de vrijetlellllTng betreft, komt de Mi nister de Kamer tegemoet door voor te stellen, dat het bestaan van omstandighe den, die tot vrijstelling aanleiding geven, moet worden aangetoond aan den door den Minister van Financiën daartoe aan gewezen Rijksambtenaar of aan den rechter. Een antipapistisch slippertje. Naar aanleiding van een uitzonderings bepaling betreffende kloosterbroeders en kloosterzusters in de regeling van de on- derwijsjaarwedden, schrijft D e (antie-re- volutionnaire) Rotterdammer; „De voorstellen der Bevredigingscommis sie bevatten een opmerkelijke bepaling, waaraan nog weinig aandacht is geschon ken. £ij komt voor in de regeling der onder wijzers) aairwedden. Daar wordt eene uitzonderingsbepaling getroffen voor kloosterbroeders en klooster zusters en vastgesteld, dat het salaris van hen, die de bindende beloften hebben af gelegd niet in het huwelijk te zullen tre den, niet mag overschrijden een bepaald maximum, lager dan dat van andere on derwijzers en onderwijzeressen.. Ons rechtsgevoel billijkt dit voorstel niet. Neen ais men wil inkorten op het sala ris, dan zou er veel meer reden zijn om dit te doen bij hen, die wel in het huwe lijk zijn getreden, doch in het huwelijk de bindende belofte van trouw niet nakomen. Edoch, 'scherts ter tzijde. Rekenend met de behoefte lijkt ons een gezond element in de loonsbepaling en voor de invoering van een gezinsloon hebben wij meermalen bet pleit gevoerd. "Verschil in salaris voor gehuwden en on- gehuwden is ons alleszins sympathiek, maar dan moet dit voor allen gelden. Ongehuwde kloosterbroeders en onge huwde leeken staan dan gelijk. Wat echter voor de bevredigingscommis sie wordt voorgesteld, lijkt ons een onge motiveerd toegeven aan de zwakheid des antipapi&tischen vleesches, een antipapis tisch slippertje. En daarom is het voor ons veroordeeld." Onnoodige geldverspilling. Men schrijft uit Limburg aan „De Tijd"; In Zuid-Limburg is in den laatsten tijd wederom mond- en klauwzeer heerschend. Hel verdachte en aangetaste vee woi;dt afgemaakt. Goed, hierop geen critiek. Maarhet voor de consumptiezeer goed geschikte vleesch, waar blijft het? Een klein gedeelte wordt ter plaatse verkocht en de rest vervoerd. Reeds is een zeer groote partij in onze Residentie aangekomen, maar in zoo pul ken staat, dat het vleesch ongeveer voor een vierde van de waarde is verkocht. Heer- lijke Haagsche worst! Duizenden kilo's zij dj geborgen in bet koelhuis van het abattoir te Vernio en heb ben er zóó lang gezeten, dat de boel niet meer zoo frisch is. Nu is men bezig met opruimen! Een onzer groote exporteurs van varkens die immers zoo'n beroerde magere zaak jes maakten I is vanwege de Regeering belast met dat zaakje op t.e knappen. Economie! Monsieur le Ministrel Eerst dure bergplaatsen huren, vervol gens een groot gedeelte onfrisch laten ma ken en dan... een armen exporteur aan 't werk zetten om den boel op te knappen! Enwaar blijft nu 't vleesch? Als een groot exporteur er mee gemoeid is, dan is de vraag gewettigd. Nog een tweede vraag? Indien het vleesch niet in het binnenland kan gedistribueerd worden en ook leger en vloot mogen er niets van hebben, kan het dan niet zoo gauw mogelijk met uitvoer- consent over de grenzen De mond- en klauwzeerbestrijding aou dan geen cent aan de schatkist kosten. Gemengde Berichten. Smokkelen in parapluies. Gisteren en (heden zijn te Zevenaar van een groot! aantail trednpassagiens de door hen mede genomen parapluies in besT.'ag gienoimen. Het was den douane-ambtenaren opgeval len, diat ondanks hst goede weer tlodh elkeen van een regenscherm voorzien was. Elke paraplu ie verborg in zwart-katoenen zakjes allerhande smokkelwaren. Zoo op 't oog was daarvan niets te bemerken, dodh de douanen latlen zich nu niet zoo gemakkelijk meer beetnemen. Vischdieven gearresteerd. Door een controleur van de Noord-HoTlandisohe Be>- waking-Maa/tscharptpij te IJ muiden zijn twee personen, die bij d© Export-Maat)- schiappij een tweetal vaten met viisch weg rolden, op (heeterd aad betrapt en gearres teerd. Een der dieven dreigde den contro leur met een mes, doch wist hem ten plotte te overmannen. H©t was een zekere S uit Den Helder, een militair deserteur. Door de politie is oefc de andere diader op gespoord. Gasontploffing te Zaandam. Te Zaan dam heeft gistermorgen ongeveer 12 uur een hevige gasontploffing plaats gehad in het perceel Langestraat 10, bewoond door den groentehandelaar J. Off-enibeng. waar door groote matiarieele echode werd aan gericht. Door de kracht van de ontplof fing werd het huis uit zijn voegen gerukt; ©en der muren werd zePifs 15 c.M. ont wricht, terwijl de inboedel voor het groot ste deel verfbrijizefld werd. Een begin vah brand kon door de brandweer spoedig worden gehdiusdht. Het ongeluk gébeiurde, terwijl twee gas fitters van de gaaf abri ek onder den vloer werkzaamheden verrichtten. Beiden kwa^ men er echter gjoed af, alleen kreeg een van hen een 'lichte brandwond aan het» hoofd. Ook de moeder van den heer Of- fenberg, die aVJeen thuis was, kwam met den schrik vrij. Handel in lage tel efoonnummers. De auitomnummers zijn een weinig in prijs gedaald maar rvu begint de negotie in telefoon nummers. Een nummer onder de 10 werd reeds voor f 1000 aangeboden. Of er mossel ge maakt is weten we niet. Een nummer van onder de 100 gaat in de gToote siteden grif voor f 100 weg. Wat de prijs van No. 100 zelf is, weten we niet. Misschien geeft d© een of andere O. W. er daar wel een kwart ton voor. Waar zall mem nu nog meer in gaan doen? Een nieuwe pef.s is ook niet chic meer, en ©en pantalon met de vouw er zoo in, is eveneens bedenkelijk. Kom, klei ne Dias en groote Dias en echte Dias en oude Dias, gaan jullie eens ten behoeve van de O. W.'e die zich voor hun veriiem- sten schamen, een handeltje opzetten in gedragen, doah in gjoeden staat verke©- rendê pelzen, smokings, ambtsgewaden, enz. Licht, dat hoe ouder heit Is, hoe moer de gek er voor geeft! „De Tijd. Een Incident In den schouwburg. Men meldt uit Utrecht: Tijdens het eerste bedrijf van „Doodcn- dans" door Royaards' gezelschap in den Utrechtschen schouwbuig heeft een inci dent plaats gehad. Toen, eenige aanwezi- FEUILLETON. CECILE. Vrij naar het Fransch. Ternauwernood breed' en diep genoeg, om een riviertje te kunnen heeten, stroomt de SoiseOle langs weiden en door hrö- schen, totdat zij in de Seine uitmondt. Daar, waar zij het breedlst is, bespoeilt zij ter linkerzijde den zoom van een scha duwrijk woud, rechts de stevige muur -'an een oude hui zin-ge, welke te mid den van een uitgestrekten tuin is gelegen. Vóór dt huis strékt! zich langs het water een door balustraden omgeven terras uit, dat vroeger door een stoepen brug verbon den was met een schoone liaan, die mid den dioor het woud loopt. Van de laan" zijn nog slechts de sporen, van de brug de bouwvallen over. Ueruimon tijd is de huizinge slechts be woond geweest door een ouid, -landelijk echtpaar, dat mat het toezicht over de woning en de daarbij behoorende tuin be last is. Op zekeren morgen nu, zagen de oudjes, die in die keuken aan huiselijke bezigheden waren,- een brievenbesteller naderen. Ik héb nieuws voor u, riep hij hen al udt die verte toe. Nieuws, zelde de oude Willem; mijn heer de graaf heeft de vorige maand eerst geschreven. Wij zijn geen brief van heim wachtende. En toch isi het ©en brief van den graaf, hernam die brievenfoesteilter. Zie maar, 't is zijn schrift en 't blijkt ook uit het wapen in het laik. Mathurine, de oude huisbewaarster, veegde zich de handen af, om den brief aan te nemen. Dank je, Jacques, zeidie zij. Een glas beissenwijn? 't Is warm om te loop en De brievenbesteller maakte dankbaar van de aangeboden verfris&ching geb/uik en verwijderde zich, terwijl Willem zijn werk voortzettend, -geduldig wachtte tot zijn vrouw hem den inhoud zou voorlezen van den brief, die toch aan hem geadres seerd was. Marthurine scheen al even ge duldig als haar man, want eerst na vuur te hebben ontstoken an den haard en er een ket'él soep boven te hebben gehangen, opende zij den brief. Met een neus,stem en niet lettend op de (toesteeken®, dreuxidie zij dien inhoud: van het schrijven liudd'e op: Beste Willem, „Ik kom Dinsdagmiddag met den trein van vijven met mijn dochter op d© Live. Breng de kamers in orde, an laat ons met een rijtuig halen. „U en uw vrouw hartedijk de hand drukkend, Graaf van Marmennes". Marthurine, die nauwkeurig tot en met de ondeiteetkening had galeeem, hief het hoofd op en keek haar wederhelft aan. Dez© bleef onbeweeglijk. Hij komt, en met de jongejuffrouw, zed de zij, mat een verwonden ng, welke scherp afstak bij de wijze, waarop zij den brief had voorgellezerr. 't I® al zes jaar, dat wij die jonge juffrouw niet) gezien hebben, sprak nu de cudo. Ja, sinds het proces is mijnheer de graaf hier slechts bij lange tusschenpoo- zen (heel even geweest. Hij heeft er zich nooit mede kunnen vereenigen, dien ande ren oever niet meer te bezitten. Lk had gedachte dat hij hier niet meer zou terug keer en. De jongejuffrouw zal (het gewild heb ben. Hoe oud is zij, Marthurine? Zeventlien jaar... 't Was een aardig meisje, hè? Herinnert go j© nog wet, hoe zij bij den oogst medoreed op de groote karren Kinderen houden zoo van het landi'even. Daar (hieMen haar vader en mijnheer Lucien ook van, toen zij nog jongens wa ren. Dde twee dodh ten toen niet, dat zij later vijanden zouden worden en dot vreemdelingen de schoonste bezittingen van de oud© mevrouw zouden erven... Maar gij moet de kamers klaar maken. Ho© zult ge dat doen? De graaf heeft de schoonste meubelen medegenomenwat hier staaf is zoo oud en vermolmd. Ik aal mijn best maar doen en het rijtuigje van d©n burgemeester vragen, Gm hen van 't spoor te halen. Beid© oudjes gingen weder aan hun werk, "doch na eenigen tijd zeide Mathu rine met eenigszins bevende stem: Ik zou wefl willen weten, voor hoe lang zij komen. Dat zulóem zij je Dinsdag wel ver tellen, vrouw. 't Ia toch eenzaam, Willem, aH® men oud wondt, z nod er kinderen om zich te hechten die wat lieven maken em ltetf zijn En dan ad die gesloten kamers en het huis in verval. Dat was vroeger wat) anders! Willem wierp een blik op dien bouw val van d© brug. Ja, zeide bijv toen de oude mevrouw nog leeïde en al die boaschen bij de L've behoorden. Dat was een mopie bezitting, die 1ien of twaalf duizend franc® winst per jaar opleverde. Br waren ook flinke jachten en de jongelui verstonden elkan der goed. men zou hen voor broedens Waarachtig! ze waren nagenoeg ver want. om van elkaar te houden... En neet., lk had het nooit gedacht van mijnheer Lucien, zeade, Mathurine hoofdschuddend Ik voor mij geloof, dat hij. ondanks die gevallen beslissing, toch helt recht niet aan zijn zijde had. Men kan het niet weten; het testa ment was zoo verward. Maar de oude mevrouw had hem todh eigenlijk niets an ders dan de hoeve van Renceray kun len geven: de andere hoeve en de boaschen böhooaxlen bij het kasteel... Hij heeft onzen meester beroofd, maar het heeft hem geen geftuk aange- gebracht. Hij is niet hier terug geweest, sedert mijnheer de graaf de brug' heeft, laten afbreken. En het park is zoo wild' en verlaten geworden. Er is geen pad meen in te bekennen. De beide oudjes zwegen, terwijl zij aan vervlogen tijden dachten, toen leven en vroolijkheid aan beide oeyers heerschten en het huis vervulden. 't Is eenzaam voor een jong meisje, mompelde Ma.tharine weder. Maar wij zul len de kamers zoo goed mogelijk in orde brengen. Voetstappen deden zich buiten hooren. Willem opende de deur en groette beleefd de twee personen, .die hunne schreden naar het huls richtten. Beiden waren bejaard. De een. was een priester van eerbiedwaar dig uiterlijk, die al wandelend zijn brevier bad; de ander een nog krachtig man met door de zon gebruinde trekken onder een vveelderigen haardos, en gekleed in fluweel. Is er nieuws van mijnheer de Marmen nes, vroeg laatstbedoeld© op luiden toon, terwijl hij bij den drempel der keuken post vatte. De priester maakte het kruisteeken, sloot zijn brevier, groette met een vriendelijk gebaar de beide oudje® en wachtte met be langstelling op hun antwoord. Matharine schoof twee stoelen bij, die zij tersluiks met de punt van haar voorschoot afwischte. Wij hebben juist een brief ontvangen» zeide Willem, aich beurtelings tot ieder der bezoekers wendend. Vrouw, laat de»n brief eens zien. 't Is niet noodig, Mathurine, sprak d© pastoor. Schrijft mijnheer u, wat hem over komen is? De oudjes keken elkander niet zondeir eenige ongerustheid aan. Hij schrijft, dat hij hier komt met me- juffrouw Cecile, anders nietsIs hem iets overkomen? Hij is ontslagen, zei de pastoor zuch tende, terwijl zijn gezel toornig zijn schou ders ophaalde. Ontslagen! riep Mathurine, die van kleur verschoot Dat wil zeggen, dat hij zijn 1>etrekking kwijt is". (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1