Tweede Blad.
8e JAARGANG.
No. 2187
S)e £cid^eli^6oiVta4it
Woensdag 13 December 1916
Uit de Pers.
Levensmiddelen.
Naar aanleMlfng van het indienen van
een wetsöbtlwefrp., vragend© een cred iet
van 80,000,000 ter bestrijding van de V os
tein, voortv'lioedende uit de Distributie/wet,
schrijft De Maasbode o. na.
Als ewaarste posten verschijnen het
tarwebrood en Ja et varkensVlee&ch, het
eerste met 30 raillioem, het tweede met
23,5 millioen.
Dp het tarwelbirood zal door het rijk
worden toegetogid 12,5 cent per kilo tarwe,
weT.llidht gelijkstaande met 10 centte p,er
kilo brood. Dat is een duiurtetoeslag aan
eiken burger, namelijk aan eiken burger,
die het toont noodig te hebben, die al
thans het eenvoudige maar degelijke -oed-
sel wenscht te gebruiken
Vóór ales is het goedkoop® tarwebrood
een uitkomst voor de zwakke beurzen, in
het bijzonder voor de groote gezinnen,
waar zeer veel brood gebruikt wordt. Is
eir goedkoop brood verkrijgbaar, dan be
hoeft er geen vrees te bestaan, dat breede
legen des volks de grootste ontbering lij
den.
Vooral, indien daarnaast ook de aard
appel, het volksvoedsel, dat met brood op
één lijn staat, goedkoop beschikbaar is.
Kunnen deze beide worden aangevuld
door een eiwit-houdend voedsel, als boo-
nen en erwten zijn, dan is dat ook zeker
nog toe te juichen.
Echter komt mm tot een andere vraag,
wanneer men onderzoekt, of varkensvleeseh
met zoo ontzaglijke uitga/ven onder het
gemakkelijk bereik behoeft gebracht te
worden.
Op elk kilo denkt die Regeering 40 ets.
toe te leggen.
Wanneer dit niet noodzakelijke voeJsel
eens in plaats van 23 millioen zeg 10 mib
löoen kon kosten, dan ware hier toch een
belangrijke uitsparing uit te verkrijgen.
l egt het Rijk inplaats van 40 cents 20
cents toe, dan stijgt in het algemeen die
prijs met 10 cents per half kilo.
Voor den kleinen man kan dit zeer be
zwaarlijk wezen. Maar wellicht kou een
vleeschkaart het euvel kunnen verhelpen,
dat hij ziich het gebruik van vleesch ge
heel zou moeten ontzeggen.
Echter püiaatse men zich zonder dema
gogie voor dit vraagstuk. Dan moet toch
erkend, dat hot varkensvleetsch niet lot
•het noo'izake'ijk rantsoen behoort..
Daarmee moet dos wat minder royaai
te werk gegaan worden.
Slechts voor enkele artikelen zal de be
roemde o>f befaamde methode v,an Minis
ter Posithmma nog voldoen. Alleen nog
maar voor groenten, boter, margarine,
kaas, eieren en viech blijft de ex.pjort de
kosten van goedkoope beschikbaarstelling
dragen.
Echter is hier één punt, dat ons totaal
onduidelijk is. Waarom vervaüt men ten
aanzien der andere artikeflen plotseling
van heit slsteem,, waarbij de export die kos
ten diraajgt, tot het systeem, dalt het Rijk
die kosten voor zijn rekening neemt?
Zou niet dloor telkens weer wat voor
raad 'te spuien een aanmerkelijk bedrag
van de exporteurs te verkrijgen zijn?
Intuisschen schijnt wel het systeem van
Mini/ster Posthunna eenigszins, althans
voor de meeste artikelen voor brood
heeft het natuurlijk nooit gegolden te
zijn vasfgekxopen.
Zoo brengt de derde oorlogswinter ook
ons land in liet nauw.
En nog zijn wij er niet zeker van
moge die Kamer daaromtrent het.noodige
licht verkrijgen of de voorraden (afge
zien van den prijs) van allerlei Levens
ei idicM'en aanwezig zuflilen zijn.
0m de vrije Schelde.
De Nederlander schrijft:
De heer Van Leeuwen heeft een goed
.werk gedaan met den Minister van Buiten-
landsche Zaken te vragen naar da-al of niet,
juistheid der berichten, volgens welke de
Belgische Regeering aan de onze gerust
stellende verklaringen tegenover de Bel-
gisch-annexionistische beweging zou heb
ben afgelegd. Wij, die op het stellen van
deze vraag hebben aangedrongen, zijn hem
daarvoor erkentelijk.
Wij weten nu, dat Baron Beyers namens
zijne Regeering aan onzen gezant heeft me
degedeeld, „dat hij met den wensch,, dat
de betrekkingen tusschen België eui Neder
land bij voortduring het kenmerk van ver
trouwen en vriendschap zouden-blijven dra
gen, niet aaraelde te herhalen, dat de Bel
gische Regeering ten sterkste afkeurde aLle
drijverij die aantasting van de integriteit
van het Nederlandsch grondgebied mocht
beoogen."
De Nieuwe Courant maakt de op
merking, dat, wanneer deze mededeèling
reedis lang bij Buitenlandsche Zaken be
rust, ons publiek daarvan wel kennas had
mogen dragen alvorens het Departement
door publicaties en parlementaire vragen
tot het doen dezer mededeelingen wercl aan-
gespoord. De juistheid dier opmerking kan
warden erkend, maar anderzijds heeft het
officieeie zwijgen over deze zaak zijn goede
zijde gehad, omdat de publieke opinie in
Nederland zich thans, volkomen vrij-van
officieeie invloeden; onbelemmerd heeft
kunnen uitspreken. Zij heeft dit dan ook
gedaan, waardig maar beslist; het Belgi
sche volk heeft daaruit kunnen zien, dat
de Nederlaridsche sympathie voor een stam
verwante natie geen ongevoeligheid voor
eigen nationale belangen insluit, en dat
met ons volk over de plannetjes van enkele
Belgische Uebe r-patriotten slecht te spre
ken viel.
Daarom mogen we er dankbaar voor zijn,
dat de Belgische "Regeering zich eoo onbe
wimpeld afkeurend over de annexionisti-
sche „drijverij" hebben uitgelaten.
Niettemin mogen wij ons ten aanzien van
de Schelde-quaestie door deze publicatie
niet laten in slaap wiegen. Gevaren blij
ven dreigen, zoo niet van den eenen, dan
van den anderen kant. Sinds aan de Duit-
sche pers veroorloofd werd: openlijk te
schrijven over het Duitsche oorlogsdoel,
hebben twee Duitsche bladen van eenige
beteekenis zich over Antwerpen's lotbe
stemming uitgelaten op een wijze, die bui
tengemeen geschikt is om ten onzent onge
rustheid te wekken. De „Köln. Volkszei-
tung" toch heeft onbewimpeld gezegd:
Duitschland moet Antwerpen behouden
omdat het die plaats noodig heeft, en daar
enboven moet Duitschland ook Zeebrugge
en Osten.de bezetten. Geen invalspoorten
naar Duitschland mogen die plaatsen zijn;
daarom behooren ze in omze handen. De
„Köln.Ztg." die nog wel eens weergeeft
wat men van hoogerhand wil loslaten,
ging minder ver, maar plèitte toch voor
aansluiting in eenigen vorm der bezette
Vlaamsche streken bij Duitschland.
Het behoeft geen betoog dat een Duitsch
Antwerpen evenzeer de vrije Schelde be
dreigt als het gesignaleerde Belgische an
nex Lonisme.
Zelfs in dezen oorlog is de vrije Schelde
geëerbiedigd; geen der helligepenten heeft
voor zijn belangen van haar wateren ge
bruik gemaakt, en de sedert 1831 erkende
Nederlandsche souvereinileit over de Wes-
ter-Schelde is door niemand aangetast.
Metmr. Van Es, die deze aangelegenheid
in ..De Toorts"^bespreekt, gelooven wij,
dat Duitschland, indien het den weg zou
willen gaan, door de Keulsche bladen aan
gewezen, zichzelve nieuwe moeilijkheden
scheppen zou.
BINNENLAND.
De Successiewet.
Minister Van Gijn heeft een nieuw ont
werp tot wijziging van de Successiewet
ingediend.
Hij heeft hierbij rekening gehouden met
do bezwaren, wel'ke de Eerste Kamer te
gen het eerste ontwerp had'.
De- heer Van Gijn brengt een wijziging
aan in do verhaoiging van de rechten bij
vererving in de recht© lijn. Hij houdt re
kening met het bezwaar, dat aantasting
van het gezinsvormingen in vele gevallen
en met) name voorad in den middenstand,
heteekent aantasting van het gezin zelf,
waarvoor (het overlijden van het gezins
hoofd een zware slag is.
De voorgestelde regeling is thans zóó,
dat in gevallen, dat- het gezinshoofd sterft
en een weduwe niet een midde'matig of
groot gezin achterblijft, verbooging ver
meden wordt.
De heer De Geer had in do Tweede Ka
mer een amendement ingediend, om het
voor minderjarige kinderen van succes
sie vrijgesteld bedrag niet te binden aan
een maximum, afhankelijk van de groot
te der geheel erfenis.
Deze gunstige bepaling nam de Minis
ter o<p 7 Juli j.lL over, beperkt, eahter tot
weduwen en kinderen en dan tot vijfmaal
hot maximum.. De verkrijging door eeai
kind van nog geen jaar oud, is volgens
de bestaande w.ert. vrij van successierech
ten, wanneer zij niet meer dian f,7300 be
draagt en oiver f 3650 van de verkrijging
wordt geen reoth geheven, wanneer de eTf-
portie meer dan f 7300, doch niet meer dan
f lör950 bedraagt. Door het amwirlomeut-
De Geer zou er volgens de verworpen wet
f 3050 wij zijn, zoolang do erfpont-ie niet
meer dan 5 x 7300= f 36;500 bedraagt.
Nu stelt die Minister voor, om de grens
voor de vrijstelling vast te houden, doch
het vrijgestelde bedrag te verdubbel'.en,
ziocdat van de orfportie van zulk een jong
kind het bedrag, dat vrijgesteld wordt,
zoolang de heefie verkrijging niet mee* is
dan f36,500, 2 x3650^f 7300 zaJl bedragen.
Zoadat een zoodanig -kjpd minder dan
volgens de bestaande wet te betaren zal
hebben, zioolang het niet) meer dan f 17,000
erft.
Een tienjarig (kinii, dat thians over f 4300
niet meer dan f 6450 bedraagt, over 2150
vrijdom geniet, zall volgens het nieuwe
ontwerp vrijstelling genieter over 2 x2150
f4300, zooóang de erfportie niet meer
bedraagt dian f 21,500. Zoolang zijn ver
krijging niet meer dan f 11,200 bedraagt,
zal voor zanik een kind de belasting min
der bedragen dan volgens de bestaande
wet.
Het tweede bezwaar der Eerste Kamer,
'betreffende de schenkingem, wondt door
den minister geheel of nagenoeg geheel op
geheven. Men weet, dat de Rechterzijde
tegen de desbetreffende bepalingen be
denkingen inbracht, omdiat zij de aan de
gemeenschap betoonde liefdadigheid na
deel zouden toekennen, wanneer die Staat
van elke gift zijn deel vroeg. Terecht werd
verder dioor den heer v. Dan6chot in de
Eerste Kaïmer gewaarschuwd tegen de
bepaling, wefike het aian den boevaVig aan
het bewind zijnden minister overlaat, om
te beslissen, of bepaalde schenkingen aJ
dan n.fêl zijn onderworpen aan een recht
van 20 tot 27 pyocenü.
Minister Van Gijn verklaart te dien
aanzien, „dat het hem leed dofet), niet
reeds bij de tweede lezing een betere rege
ling te hebben voorgesteld." De bedoeling
van de bepaling was voorkoming, dat
schenkingen aan insilekiingiein van alge
meen nut, liefdadigheid etc. vrij' van recht
zouden zijn, ook wanneer zij klaarblijke
lijk ontduiking ten doel hadden. Hierte
gen waakt ech'tier reeds het axtilkeft 42d»
hetwelk bepgiailt, dat hetgeen binnen 180
diagen vóór het overlijden door schenkm
aan dien boedel wordt onttrokken, ge
wordt bij het overlijden alsnog in dan
boédiefl te zijn en bij legaat verkregen. En
wat de vrijetlellllTng betreft, komt de Mi
nister de Kamer tegemoet door voor te
stellen, dat het bestaan van omstandighe
den, die tot vrijstelling aanleiding geven,
moet worden aangetoond aan den door
den Minister van Financiën daartoe aan
gewezen Rijksambtenaar of aan den
rechter.
Een antipapistisch slippertje.
Naar aanleiding van een uitzonderings
bepaling betreffende kloosterbroeders en
kloosterzusters in de regeling van de on-
derwijsjaarwedden, schrijft D e (antie-re-
volutionnaire) Rotterdammer;
„De voorstellen der Bevredigingscommis
sie bevatten een opmerkelijke bepaling,
waaraan nog weinig aandacht is geschon
ken.
£ij komt voor in de regeling der onder
wijzers) aairwedden.
Daar wordt eene uitzonderingsbepaling
getroffen voor kloosterbroeders en klooster
zusters en vastgesteld, dat het salaris van
hen, die de bindende beloften hebben af
gelegd niet in het huwelijk te zullen tre
den, niet mag overschrijden een bepaald
maximum, lager dan dat van andere on
derwijzers en onderwijzeressen..
Ons rechtsgevoel billijkt dit voorstel niet.
Neen ais men wil inkorten op het sala
ris, dan zou er veel meer reden zijn om
dit te doen bij hen, die wel in het huwe
lijk zijn getreden, doch in het huwelijk de
bindende belofte van trouw niet nakomen.
Edoch, 'scherts ter tzijde.
Rekenend met de behoefte lijkt ons een
gezond element in de loonsbepaling en voor
de invoering van een gezinsloon hebben
wij meermalen bet pleit gevoerd.
"Verschil in salaris voor gehuwden en on-
gehuwden is ons alleszins sympathiek,
maar dan moet dit voor allen gelden.
Ongehuwde kloosterbroeders en onge
huwde leeken staan dan gelijk.
Wat echter voor de bevredigingscommis
sie wordt voorgesteld, lijkt ons een onge
motiveerd toegeven aan de zwakheid des
antipapi&tischen vleesches, een antipapis
tisch slippertje.
En daarom is het voor ons veroordeeld."
Onnoodige geldverspilling.
Men schrijft uit Limburg aan „De Tijd";
In Zuid-Limburg is in den laatsten tijd
wederom mond- en klauwzeer heerschend.
Hel verdachte en aangetaste vee woi;dt
afgemaakt. Goed, hierop geen critiek.
Maarhet voor de consumptiezeer
goed geschikte vleesch, waar blijft het? Een
klein gedeelte wordt ter plaatse verkocht
en de rest vervoerd.
Reeds is een zeer groote partij in onze
Residentie aangekomen, maar in zoo pul
ken staat, dat het vleesch ongeveer voor
een vierde van de waarde is verkocht. Heer-
lijke Haagsche worst!
Duizenden kilo's zij dj geborgen in bet
koelhuis van het abattoir te Vernio en heb
ben er zóó lang gezeten, dat de boel niet
meer zoo frisch is.
Nu is men bezig met opruimen!
Een onzer groote exporteurs van varkens
die immers zoo'n beroerde magere zaak
jes maakten I is vanwege de Regeering
belast met dat zaakje op t.e knappen.
Economie! Monsieur le Ministrel
Eerst dure bergplaatsen huren, vervol
gens een groot gedeelte onfrisch laten ma
ken en dan... een armen exporteur aan 't
werk zetten om den boel op te knappen!
Enwaar blijft nu 't vleesch?
Als een groot exporteur er mee gemoeid
is, dan is de vraag gewettigd.
Nog een tweede vraag?
Indien het vleesch niet in het binnenland
kan gedistribueerd worden en ook leger en
vloot mogen er niets van hebben, kan het
dan niet zoo gauw mogelijk met uitvoer-
consent over de grenzen
De mond- en klauwzeerbestrijding aou
dan geen cent aan de schatkist kosten.
Gemengde Berichten.
Smokkelen in parapluies. Gisteren
en (heden zijn te Zevenaar van een groot!
aantail trednpassagiens de door hen mede
genomen parapluies in besT.'ag gienoimen.
Het was den douane-ambtenaren opgeval
len, diat ondanks hst goede weer tlodh
elkeen van een regenscherm voorzien was.
Elke paraplu ie verborg in zwart-katoenen
zakjes allerhande smokkelwaren. Zoo
op 't oog was daarvan niets te bemerken,
dodh de douanen latlen zich nu niet zoo
gemakkelijk meer beetnemen.
Vischdieven gearresteerd. Door een
controleur van de Noord-HoTlandisohe Be>-
waking-Maa/tscharptpij te IJ muiden zijn
twee personen, die bij d© Export-Maat)-
schiappij een tweetal vaten met viisch weg
rolden, op (heeterd aad betrapt en gearres
teerd. Een der dieven dreigde den contro
leur met een mes, doch wist hem ten
plotte te overmannen. H©t was een zekere
S uit Den Helder, een militair deserteur.
Door de politie is oefc de andere diader op
gespoord.
Gasontploffing te Zaandam. Te Zaan
dam heeft gistermorgen ongeveer 12 uur
een hevige gasontploffing plaats gehad in
het perceel Langestraat 10, bewoond door
den groentehandelaar J. Off-enibeng. waar
door groote matiarieele echode werd aan
gericht. Door de kracht van de ontplof
fing werd het huis uit zijn voegen gerukt;
©en der muren werd zePifs 15 c.M. ont
wricht, terwijl de inboedel voor het groot
ste deel verfbrijizefld werd. Een begin vah
brand kon door de brandweer spoedig
worden gehdiusdht.
Het ongeluk gébeiurde, terwijl twee gas
fitters van de gaaf abri ek onder den vloer
werkzaamheden verrichtten. Beiden kwa^
men er echter gjoed af, alleen kreeg een
van hen een 'lichte brandwond aan het»
hoofd. Ook de moeder van den heer Of-
fenberg, die aVJeen thuis was, kwam met
den schrik vrij.
Handel in lage tel efoonnummers. De
auitomnummers zijn een weinig in prijs
gedaald maar rvu begint de negotie in
telefoon nummers.
Een nummer onder de 10 werd reeds
voor f 1000 aangeboden. Of er mossel ge
maakt is weten we niet. Een nummer van
onder de 100 gaat in de gToote siteden grif
voor f 100 weg. Wat de prijs van No. 100
zelf is, weten we niet. Misschien geeft d©
een of andere O. W. er daar wel een kwart
ton voor.
Waar zall mem nu nog meer in gaan
doen? Een nieuwe pef.s is ook niet chic
meer, en ©en pantalon met de vouw er
zoo in, is eveneens bedenkelijk. Kom, klei
ne Dias en groote Dias en echte Dias en
oude Dias, gaan jullie eens ten behoeve
van de O. W.'e die zich voor hun veriiem-
sten schamen, een handeltje opzetten in
gedragen, doah in gjoeden staat verke©-
rendê pelzen, smokings, ambtsgewaden,
enz. Licht, dat hoe ouder heit Is, hoe moer
de gek er voor geeft! „De Tijd.
Een Incident In den schouwburg. Men
meldt uit Utrecht:
Tijdens het eerste bedrijf van „Doodcn-
dans" door Royaards' gezelschap in den
Utrechtschen schouwbuig heeft een inci
dent plaats gehad. Toen, eenige aanwezi-
FEUILLETON.
CECILE.
Vrij naar het Fransch.
Ternauwernood breed' en diep genoeg,
om een riviertje te kunnen heeten, stroomt
de SoiseOle langs weiden en door hrö-
schen, totdat zij in de Seine uitmondt.
Daar, waar zij het breedlst is, bespoeilt
zij ter linkerzijde den zoom van een scha
duwrijk woud, rechts de stevige muur -'an
een oude hui zin-ge, welke te mid den van
een uitgestrekten tuin is gelegen. Vóór
dt huis strékt! zich langs het water een
door balustraden omgeven terras uit, dat
vroeger door een stoepen brug verbon
den was met een schoone liaan, die mid
den dioor het woud loopt. Van de laan"
zijn nog slechts de sporen, van de brug
de bouwvallen over.
Ueruimon tijd is de huizinge slechts be
woond geweest door een ouid, -landelijk
echtpaar, dat mat het toezicht over de
woning en de daarbij behoorende tuin be
last is. Op zekeren morgen nu, zagen de
oudjes, die in die keuken aan huiselijke
bezigheden waren,- een brievenbesteller
naderen.
Ik héb nieuws voor u, riep hij hen
al udt die verte toe.
Nieuws, zelde de oude Willem; mijn
heer de graaf heeft de vorige maand eerst
geschreven. Wij zijn geen brief van heim
wachtende.
En toch isi het ©en brief van den
graaf, hernam die brievenfoesteilter. Zie
maar, 't is zijn schrift en 't blijkt ook
uit het wapen in het laik.
Mathurine, de oude huisbewaarster,
veegde zich de handen af, om den brief
aan te nemen.
Dank je, Jacques, zeidie zij. Een glas
beissenwijn? 't Is warm om te loop en
De brievenbesteller maakte dankbaar
van de aangeboden verfris&ching geb/uik
en verwijderde zich, terwijl Willem zijn
werk voortzettend, -geduldig wachtte tot
zijn vrouw hem den inhoud zou voorlezen
van den brief, die toch aan hem geadres
seerd was. Marthurine scheen al even ge
duldig als haar man, want eerst na vuur
te hebben ontstoken an den haard en er
een ket'él soep boven te hebben gehangen,
opende zij den brief.
Met een neus,stem en niet lettend op de
(toesteeken®, dreuxidie zij dien inhoud: van
het schrijven liudd'e op:
Beste Willem,
„Ik kom Dinsdagmiddag met den trein
van vijven met mijn dochter op d© Live.
Breng de kamers in orde, an laat ons
met een rijtuig halen.
„U en uw vrouw hartedijk de hand
drukkend,
Graaf van Marmennes".
Marthurine, die nauwkeurig tot en met
de ondeiteetkening had galeeem, hief het
hoofd op en keek haar wederhelft aan.
Dez© bleef onbeweeglijk.
Hij komt, en met de jongejuffrouw,
zed de zij, mat een verwonden ng, welke
scherp afstak bij de wijze, waarop zij den
brief had voorgellezerr.
't I® al zes jaar, dat wij die jonge
juffrouw niet) gezien hebben, sprak nu de
cudo.
Ja, sinds het proces is mijnheer de
graaf hier slechts bij lange tusschenpoo-
zen (heel even geweest. Hij heeft er zich
nooit mede kunnen vereenigen, dien ande
ren oever niet meer te bezitten. Lk had
gedachte dat hij hier niet meer zou terug
keer en.
De jongejuffrouw zal (het gewild heb
ben. Hoe oud is zij, Marthurine?
Zeventlien jaar... 't Was een aardig
meisje, hè? Herinnert go j© nog wet, hoe
zij bij den oogst medoreed op de groote
karren Kinderen houden zoo van het
landi'even.
Daar (hieMen haar vader en mijnheer
Lucien ook van, toen zij nog jongens wa
ren.
Dde twee dodh ten toen niet, dat zij
later vijanden zouden worden en dot
vreemdelingen de schoonste bezittingen
van de oud© mevrouw zouden erven...
Maar gij moet de kamers klaar maken.
Ho© zult ge dat doen? De graaf heeft de
schoonste meubelen medegenomenwat
hier staaf is zoo oud en vermolmd.
Ik aal mijn best maar doen en het
rijtuigje van d©n burgemeester vragen,
Gm hen van 't spoor te halen.
Beid© oudjes gingen weder aan hun
werk, "doch na eenigen tijd zeide Mathu
rine met eenigszins bevende stem:
Ik zou wefl willen weten, voor hoe
lang zij komen.
Dat zulóem zij je Dinsdag wel ver
tellen, vrouw.
't Ia toch eenzaam, Willem, aH® men
oud wondt, z nod er kinderen om zich te
hechten die wat lieven maken em ltetf zijn
En dan ad die gesloten kamers en het
huis in verval. Dat was vroeger wat)
anders!
Willem wierp een blik op dien bouw
val van d© brug.
Ja, zeide bijv toen de oude mevrouw
nog leeïde en al die boaschen bij de L've
behoorden. Dat was een mopie bezitting,
die 1ien of twaalf duizend franc® winst
per jaar opleverde. Br waren ook flinke
jachten en de jongelui verstonden elkan
der goed. men zou hen voor broedens
Waarachtig! ze waren nagenoeg ver
want. om van elkaar te houden... En neet.,
lk had het nooit gedacht van mijnheer
Lucien, zeade, Mathurine hoofdschuddend
Ik voor mij geloof, dat hij. ondanks die
gevallen beslissing, toch helt recht niet
aan zijn zijde had.
Men kan het niet weten; het testa
ment was zoo verward. Maar de oude
mevrouw had hem todh eigenlijk niets an
ders dan de hoeve van Renceray kun len
geven: de andere hoeve en de boaschen
böhooaxlen bij het kasteel...
Hij heeft onzen meester beroofd,
maar het heeft hem geen geftuk aange-
gebracht. Hij is niet hier terug geweest,
sedert mijnheer de graaf de brug' heeft,
laten afbreken. En het park is zoo wild'
en verlaten geworden. Er is geen pad
meen in te bekennen.
De beide oudjes zwegen, terwijl zij aan
vervlogen tijden dachten, toen leven en
vroolijkheid aan beide oeyers heerschten en
het huis vervulden.
't Is eenzaam voor een jong meisje,
mompelde Ma.tharine weder. Maar wij zul
len de kamers zoo goed mogelijk in orde
brengen.
Voetstappen deden zich buiten hooren.
Willem opende de deur en groette beleefd
de twee personen, .die hunne schreden naar
het huls richtten. Beiden waren bejaard.
De een. was een priester van eerbiedwaar
dig uiterlijk, die al wandelend zijn brevier
bad; de ander een nog krachtig man met
door de zon gebruinde trekken onder een
vveelderigen haardos, en gekleed in fluweel.
Is er nieuws van mijnheer de Marmen
nes, vroeg laatstbedoeld© op luiden toon,
terwijl hij bij den drempel der keuken post
vatte.
De priester maakte het kruisteeken, sloot
zijn brevier, groette met een vriendelijk
gebaar de beide oudje® en wachtte met be
langstelling op hun antwoord. Matharine
schoof twee stoelen bij, die zij tersluiks met
de punt van haar voorschoot afwischte.
Wij hebben juist een brief ontvangen»
zeide Willem, aich beurtelings tot ieder
der bezoekers wendend. Vrouw, laat de»n
brief eens zien.
't Is niet noodig, Mathurine, sprak d©
pastoor. Schrijft mijnheer u, wat hem over
komen is?
De oudjes keken elkander niet zondeir
eenige ongerustheid aan.
Hij schrijft, dat hij hier komt met me-
juffrouw Cecile, anders nietsIs hem
iets overkomen?
Hij is ontslagen, zei de pastoor zuch
tende, terwijl zijn gezel toornig zijn schou
ders ophaalde.
Ontslagen! riep Mathurine, die van
kleur verschoot Dat wil zeggen, dat hij zijn
1>etrekking kwijt is".
(Wordt vervolgd.)