BUITENLAND. De Oorlog. Van het Westelijk Oorlogsterrein. Bezoek aan Reïmo. André Glarner van de „United Press" [hrijft over een door hem aan Reims tbracht bezoek het volgende: De wijk rondom de Kathedraal is bijna olkomen verwoest. Vóór den oorlog wa ai de twee groote industriëlen van Reims weverij en de productie van champagne. duitschers hebben het grootste ge- jtclte van den voorraad champagne niét linnen plunderen, noch hebben zij de pjnieteJijkc kelders, die zich onder heel eze kalksteenhöudende streek van Fran. rijk uitstrekken, kunnen vernielen, leen- oudig, omdat deze grooten deels verbor- lagen, en omdat zij slecht den weg Énden in deze onderaardsche doolhoven. Met de weverijen is het helaas anders jstcld. Door de Duitsche spionnage, on er leiding van een lid der firma Mumm', aren dc Duitschers bekend mtat de lig ing van alle weverijen. Wandelt men door de industriecle wijk an Reims, die zich achter de Kathedraal [(strékt, en waar men slechts puines vindt, an dringt zich onwillekeurig de gedachte p aan San Francisco, zooals dit er uit- ig onmiddellijk na dc aardbeving, waar- an ik getuige was. Hier, in dezie wijk ar. Reims, vindt men geen sporen van rand, noch verkoold hout, noch zwart eblakerdc muren. Men vindt er slechts lassa's puin en monsterachtige gaten, oor ontploffingen geslagen. Maar ook vindt men bij eiken voetstap Ewijzen van den moed en die vastbera- enhcid der beproefde bevolking. Hoe- el het bombardement elk oogenblik kan orden hervat, leven de gezinnen tus- dien de ruïnes, en driemaal per week ordt er markt gehouden op dezelfde laats cn hetzelfde uur als eertijds. Van jd tot tijd vallen er, terwijl de markt-aan gang is, granaten tusschen de karren n de uitstallingen der verkoopers. Dan rekt ieder terug in een der naastbij zijnde elders, om er na enkele minuten weer it te voorschijn te komen en. zjjn oudie laats weer in te nemen. De giesprekken, discussies, het loven en bieden begin- im opnieuw. De inkoop van een visch van een dozijn eieren gaat weer kalm iju gang; en de huismoeders keieren naar uis terug, zoo voldaan als zij onder de oordigc omstandigheden maar kun. ten zijn, terwijl de kooplui zich bereid- illig met nieuwe klanten gaan bezighou- Van het Zuidelijk oorlogsterrein. Aan hert teonzo-front. H. G. Wells schrijft in de „Daily Chro- icle" over zijn indrukken aan het Isonzo- .1 .Bijna overal vechten de Italianen thans wat „vijandelijk gebied" wordt ge- loemd, maar in geen enkel opzicht minder iliaansch is dan de vlakte van Lorm- ardije. Toen ik ten slotte van de Udiine aar het noordelijke bergfront vertrok- en was, reed onze auto door de Campo ormio, waar ik het witgepleisterde logie- Dient zag, dat Napoleon tot verblijf strek- toen hij een einde maakte aan de oude t i'erictiaansche republiek en daardoor dit ssentieelc deel van Italië onder vreemd «stuur stelde. En nu wordt dit als vol gens een natuurwet weer aan Italië toe gevoegd, alsof er geen Napoleon bestaan ïad. En op de wegen en ook daarnaast rolde n het enorme uitrustingsmateriaal voort van een modern optrekkend Leger. Overal zag ik nieuwe wegen aanleggen, werden spoor wegen gebouwden daarlangs venjelzlcin stapelplaatsen van munitie en ander mate riaal en hospitalen; ieder dorp zwermde! van grijze soldaten; overal moest" onze auto zijn weg zoeken en allerlei gevaar lijke wendingen maken tusschen een lein- delooze reeks motorvrachtwagens, - langie rijen amb.ulance-wagens en door muilezels getrokken karren, karren met hout, kar ren met prikkeldraad, karren met kleeding- stukken, zorgvuldig overdekte karren, kar ren vol groote vaten en dan kolonrues infanterie, cavalerie en artillerie met hun batterijen. Iedere wagen die vol heengaat komt ledig terug. En dan ontmoet men ook talrijke gewonden en gevangenen ën sol daten die afgelost zijn en wat rust gaan nemen." „Langs omwegen ging ik naar zekere batterijen van zware kanonnen, die hun deel hadden bijgedragen om den linker vleugel der. Oostenrijkers bij Monfalconc te verpletteren, dwars over oen arm van de Adriatische Zee helen vurend en die nu bevel hadden gekregen om naar een verder vooruitgelegen positie te trekken. De batterij was zoo weinig opdringerig mogelijk. Zij scheen geen ander doel te hebben dan er van boven af uit te zien als een stuk weiland. Ik liep langs het net van rails en wegen, dat oen modeme batterij noodig heeft cn stiet al spoe dig op een enorm kanon, dat zelfs op den eersten blik wat minder zorgvuldig ver borgen leek dan de overigen. Maar teven ik heel dichtbij kwam bemerkte ik dat het een kunstig gemaakte nabootsing van oen kanon was en uit stukken van boomstam men, kisten enz. bestemd. Het stond op de plaats waar vroeger een echt kanon had gestaan, dat door een vijandelijke bom was vernield. Ook de geverfde zandzakken lagen er omheen als om de echte kanonnen en het imitatiekanon ge voelde zich zoo geheel |en al een deel van de batterij, dat het telkens als zijn kameraden vuurden, een vlam uitstiet en een stofwolk opjoeg. Het was oen prachtig voorbeeld van de groote kunst der „camou flage" die deze oorlog tot ontwikkeling heeft gebracht." Land-en Tuinbouw. B leemboMencu Ituur. Uit een statistiek betreffende' den uit voer van bloembollen gedurende die maan den Augustus cn September 1916 blijkt het volgende In Augustus werd uitgevoerd naar de Ver...Staten van Noord-Amerika 3,600,800 Kg., tegen 2,501,100 Kg. in Augustus 1915 en 4,457,100 Kg. in Augustus 1914. Groot-Brittannië en Ierland resp. 5,100 Kg., 3.407,100 Kg. en 2,330,200 Kg. Zweden resp. 1,491,500 Kg., 989,600 Kg. en 1,211,700 Kg. Denemarken resp. 257,000 Kg., 450,800 Kg. en 664,300. Noorwegen resp. 233,100 Kg., 143,600 Kg. en 195,500 Kg. DuiljcWml «-1 i-GVojfreru-ijie retrpr. 2,040,000 Kg., 1,834,600 Kg. en 422,900 Kg. België en Frankrijk resp. 72,600 Kg., 246,200 Kg. en 400 Kg. Rusland 25,100 Kg. in Augustus 1916 en 571,700 Kg. i'n Augustus 1915. Andere landen resp. 7500 Kg., 29,900 Kg. en 46,000 Kg. Te zameh 7,739,200 Kg. in Augustus 1916, 10,174,600 Kg. in Augustus 1915 en 9,328,100 Kg. in Augustus 1914. Over de maand September zijn de cij fers als volgt: Vereen.-Staten, resp. 4,859,000 Kg., 3,798,800 Kg. en 1,599,100 Kg.; Groot-Brittannië en Ierland, resp. 74Ö0 Kg., 2,454,600 Kg. en 2,829,300 Kg. Zweden, resp. 1,032,200 Kg., 1,163,800 Kg. en 1,476,000 Kg.; Denemarken, resp. 736,300 Kg., 446,100 Kg. en 156,200 Kg,; Noorwegen, resp'. 228,700 Kg,.; 229,900 Kg- en 90,600 Kg.; Duitsdhland' en Oostenrijk,' resp. 2,523,900 Kg., 2,012,000 Kg. en 2,306,900 Kg.; België en Frankrijk, resp. 202,900 Kg„ 5*5,400 Kg., en 48,900 Kg.; Rusland 17,500 Kg. in September 1916 en 600 Kg. in September 1915. Andere landen resp. 40,100 Kg.; 20,800 Kg. en 33,100 Kg. te tonnen 9,651,000 Kg. in September 1916, 10,142,000 Kg. in September 1915 en 8,140,800 Kg. in September 1914. In totaal dus de beide maanden in 1916 17,390,200 Kg., in 1915 20,316,600 Kg. en in 1914 17,468. 900 Kg. Uit deze cijfers blijkt, dat in het ejersfe en het derde oorlogsjaar die uitvoer vrij gelijk is gebleven, hoewel in 1916 ongteveer 3 tmilliocn Kg. daalde bij 1915, dat ondanks het vrijwel .stopzetten van den handel met Engeland dc export elders ejen afgeztet- gebied vond. Ter vergelijking zij medegedeeld, dat in 1912 de totale uitvoer 22,751,500 Kg. bedroeg en de maanden Augustus en Sep tember de Duitsche uitvoexmaanden zijn. OORLOGS-VARIA. Bij generaal Manoury. De correspondent van het „Petit Jour nal" schrijft over een bezoek aan generaal Manoury, den overwinnaar van de Qurcq, die nu te Herbilly woont: „De overwinnaar van den Qurcq leeft nu op de wijze van een Cincinnatus. Zijn deur staat altijd wijd open voor de bewo ners van het dorp en van de naburige ge huchten, die hem „vader Manoury" noe men en hem steeds komlen raadplegen over hun zaken. De generaal ontvangt een ieder met zijn gewone goedheid ien geeft zijn wijzen raad. Hij gaat zelden uit, alleen 's Zondags om de mis bij te wonen in de kerk van Courbouson, en soms in die van Avaray. Des middags gaat de dappere soldaat naar het kerkhof van Mer, om er te knie len op het graf van zijn' dochter Genoviève, een bekoorlijk meisje van achttien jaar, dat even voor den oorlog gestorven is. Daarna laat hij zich geleiden naar zijn oom, den eerwaardi'gen dokter Edmond Mercier, een bijna legendarische figuur, die gedurende een halve eeuw de Voor. zienigheid der gansche streek was. Generaal Manoury is bescheiden en zeer teruggetrokken. Bijna nooit spreekt hij over de gebeurtenissen, waarvan hij ge-' tuige geweest is, of over de historische rol, welke hij gespeeld heeft. Maar aan zijn oom heeft -hij toch verteld, dat de schoonste dag van zijn leven den 9den September geweest is, toen hij zag, hoe de Duitschers op de vlucht gingen. Wij hebben hem gevraagd naar een in cident, dat maar weinig bekend is. Toen de aanval aan de Qurcq begon, plaatste generaal Manoury zich achtereenvolglens aan het hoofd van verscheidene negimen- -tpri die..zich opstelden tot den aanval Óp den natten en ^jveemoedlgën Sep- temberayond, toen de herfstwinden al over de vlakte van Bcauoe gierden, nam ik den hollen weg, welke zich kronkelt door het dal van Herbilly. Dicht bij de boerderij van Masnes zag ik twee mannlen zich langzaam voortbewegen. De ©ene was groot en mager, zijn arme oogen konden het licht niet meer zienhij Leunde op den schouder van den anderen, die jongier was en wiens linkerbeen was afgezet. Dat waren de, overwinnaar van Qurcq en zijn zoon, de kapitein van de artillerie, Louis Manoury. EEN KUNSTHAND. In de „Deutsche Medizinische Wochien- schrift" wordt een nieuwe uitvinding be handeld van den militairen chef-arts van het reserve-lazaret te Stuttgart, dr. Wal- cher. Deizen is het gelukt, om kunstmatig een levende kunsthand tie vervaardigeai. Hij ging daarbij uit van het standpunt, dat iedere kunstmatige hand slechts iets )vër- kelijk volkomens kan leveren, wanmeier men rekening houdt met de samenwerking van 2 factoren, n.L van het gevoels- en het bewegingsvermogen. Aan iemand, dije zijn rechterhand verloren had, werd een nieuwe hand gegeven, doordat uit het ooi der-anhibecn oen nieuw lid gevormd werd. Voor 'dit doel werd de huid vanaf den pols tot aan den elleboog te zamen met dei daarin liggende weeke d'e|elen tot op het bot 'opengesneden en dan van het bot naar buiten afgeschild. .Van "dit bot werd dan 5Vs tot 6 centimeter afgezaagd. Aan dit afgezaagde 'gedeelte worden de vijf vinger pezen bevestigd en op het punt, waar het stuk werd afgezaagd, wordt een nieuw ge wricht gevormd. Daarop wordt de afge schilde huid met de weeke deelen weer om den onderarm cn om het losse bot gelegd en toegenaaid. Op deze wijze heeft de geamputeerde op die plaats, waar de hand afgenomen werd, een nieuw gewricht en een nieuw lid gekregen, om zoo te zeggen een groot en kunstmatigen duim. Deze kan op natuurlijke wijze willekeu rig gestrekt en gebogen worden en wel met een groote kracht, omdat de 5 vin gerpezen hem bewegen. Deze duim nu wordt verbonden met 4 kunstmatige, uit dood materiaal vervaardigde vingers, die onder den druk van den duim zich kun nen openen en sluiten. Die patiënt heeft daardoor een hand gekregen, waarmede hij alles kan aanvatten en vasthouden op veel natuurlijker wijze dan dit tot nu toe het geval was met levenlooze, louter me chanische kunsthanden, apgongpcpcODoappcanDDDa q Uit den Middenstand, [j cDPnanaaaDancaanot3Dn2CDnancDa II. Als wij nu verder beschouwen wat er in Leiden en Omstreken al in de Hanzever- eenigingen is tot stand gebracht, kunnen wij spreken van een kerngezond, een op gewekt leven. Niet dat wij tevreden kun nen zijn over het ledental van de afdee- lingen; velen staan nog verre en in de oude conservatieve sleur, 't zoogenolemd welvoldane zelfbewustzijn wel op eigen beenen te kunnen staan; 't laat-maar- waaien systeem in practijk brengend. De zulke, zijn de klaploopers van den mid denstand: ze profiteenen van de voordee- len door de organisatie voor hun stand verkregen, doch zelve de handen uit de mouwen, te steken, mee te arbeiden aan de versterking, de grootmaking van hun stand, daar passen ze voor; 't zou zonde zijn hun gezellig potje bier 's avonds aan de stamtafel te moeten missen, hun kaar tje, hun biljart een wijle te laten rusten. Bleef 't daar dan maar bijl Doch hün cri- tiok is stee>d9 vaardig, ze bedillen wat andere wakkere mannen doen, ook voor hen, en „ze dronken 'n glas en lieten 't zoo 't was." Aan dezulken verspillen wij geen woord meer. We verheugen ons des te meer in de met hun tijd meelevende, hun belangen begrijpende mannen, die na den strijd om het bestaan eenige uren wijden aan de actie voor den middenstanddie niet schromen voor hun beginsel uit te komen en voor zich, voor hun standge- nooten en vooral voor him kinderen den weg te effenien, tot verbetering van posi tie, tot verheffing van het geestelijk en Stoffelijk peil, waarop de middenstand be hoort te staan, wil hij meekamperi in den grooten wereldstrijd en weerstand kunnen bieden aan de radicaal-socialistische stre vingen, waarvan onze tijd vol is en waarvan dc middenstand zonder organisatie bet kind van de rekening zou worden. En daarom is 't zoo goed door de lei ders van den middenstand begrepen, in stellingen in hel IeVfeh fr/epeH'dië werken om den economii 3rijd met succes te strijden. Als w;j c\eu rond zieïï dan zien wij; de Hanzeafdoolingieji zoo nuts tig werk verrichten door het oprichten van Boekhoud-cursussen. .Voor{d in de af dees lingen om Leiden werden ze gtegemi en1 met groot succes. Of 't noodig was? Al§ brood. Hoevelen deden als groot vader gn vaderalles in de la en haalden wat eer b^j taling noodig was uit de la. Van een eens voudige groepeering van de cijfers aan dg debet en credit zijde g'ejën spoor; van een kosten-berekening, van een balans, van ben inkoop- een verkoopboek geen kennis; mijnheer. Men leefde gr maar op los en' zonder dat men 't wist, ging de evenaar uit het huisje en sloeg om naar de vierlies-- 'zijde. En hoevelen hadden erger kunnen voorkomen, als zij op tijd de bakens hads den verzet en gevaren op 't kompas van hun boeken. Dit wordt door de vlijtig ges volgde cursussen in boekhouden nu anders en men prijst zich gelukkig eene Vereen is ging te bezitten die hare bemoeingen uiL strekt tot alles wat het welzijn van hard leden kan bevorderen. Dat mien volhoude. En Hanze en leden moetien blijven voort gaan op den met voordeelen geplavëiden weg naar de volmaking. Als regel gelde: ieder jaar een nieuwe cursus voor leden en hunne huisgenooten. Dan arbeidt men in het heden en verovert in dit opzicht ook dg toekomst. Zoo mogelijk breidt men uit met een cursus voor algemeene handelskennis, een taalcursus, een cursus warenkennis en etalagekunst. Wat 'n schat van wetenschap ligt nog braak en is voor den middenstand nog te veroveren. Dat men bcgrijpie en handele.' Van even groote beteeloenis is een goed geregeld credietwezien. En ook daarin is voorzien. Hoe ging 't voordat een eigen credietinstellmg voor den middenstand bes stond? Wat baarde te kort aan bedrijfska-; pitaal groote zorgen; wat was 'n wissel-op komst een bron van ellende; wat stond 't crediet vaak wankel en hing 't zwaard van den grossier of fabrikant vaak boven 't, toch al zoo moeielijk boven water te hous den, hoofd. Wat derfde men een voordee-: len in procenten voor contante betaling; terwijl men veelal de speelbal was van den leverancier. En nu? De eigen instel ling is daar en de steeds grootere bloei getuigt van krachtig leven niet alleen,; maar van een voorzien in een groote bje- hoefte voor den middenstand. De Hanzen bank is den zakenman tot heil. Vraag 't' him, die hun instelling gebruiken, die we-- ten te profiteeren van de voordeelen, die) zij biedt. Voor hen, die vroeger hun gelden lieten liggen, totdat er een wissel kwam, ia de Bank een veilige en vertrouwbare, doch ook rentegeven de bewaarplaats en cou lante betaler. Voor den credietnemer is del Bank een trouwe hulp en goede raadge vende vriendin. Hoeveel zorgen hoeft zijl reeds van den middenstander afgewenteld; hoe is zijn crediet versterkt bij zijn Levëj rancier, en, wat van zoo groot belang is; hoe kan hij-nu van zich. afspreken, eiscben stellen aan den leverancier. Nu de knellen de band, waarmede hij vaak aan den gros sier, den fabrikant was vastgekluisterd, is losgeward, nu hij ook door zijn crediet aan de Bank contant kan betalen en dei voordeelen daarvan in den zak stekten, nu zijn ook de zorgen zooveel te lichter, nu is de slaap rustiger en gaat de arbeid met meer lust. Wij kennen ze, de menschen, die nu met vrijen tred door 't leven gaan; en, doordat zij een minder zorgelijk be; staan hebben, hun krachten kunnen en gaarne willen wijden aan de organisatie, die dan ook weer indirect, voordeel heeft van den beteren toestand, waarin de midi denstander in geldelijk opzicht is gekomen. De financieelè voordeelen zullen wij iem. volgende maal trachten uiteen te zietten; om tevens aan te toonen, welk een mach, tige factor het financieel vraagstuk voor den Tniddenstand is. Hans van Leiden, i Tusschen elf en twaalf. Een heel klein beetje onrustig was zij - toch! Het lezen van een half openge- sneden boek had zij' maar spoedig op>- gegeven en daarvoor des te meer naar de kleine rococo pendule gekeken, een allerliefst stuk, dat zich uitstekend voegde Mij de fijne meubileering van haar boudoir.' „Mijn hemel, reeds half elfl" Reeds of pas? Zij ging tusschen haar sierlijk bureautje en ilen vleugel aan de tegenovergestel, de zijde op en neer, terwijl zij haar gevoe- kns, haar stemming trachtte te analyseje- :n. Heden zou hij komen en haar vragen I zij, van nu af, aan zijn zijde door st leven wilde gaan. Maar al te duidelijk itk had hij haar dat gisteren op het feest tie hr verstaan gegeventegen twaalf uur zou lij er zijn. Zij vroeg zich af, of dat vreemdsoortige [gevoel van verwachting nu werkelijk de liefde was, waarvan zij in haar meisjest ijen had gedroomd, en dat zij tot nu toe niet gekend had, ondanks haar eierste korte huwelijk. Zij .vroeg zich af, of het nu werkelijk over haar gekomen was, wat .de dichters to duizendvoudige verzen nerhfelerlijkfcn, wat zoo geheel en al de ziel vervult, wat kortom of werkelijk de liefde bij haar aangeklopt had. Zij vroeg het zich af en vermOeddje wiet, dat de ware liefde zonder vragen als een dief in den nacht komt en zonder- twijfel dadelijk geheel den mensch ver vult. Zoo wandelde zij nu eens haastig, dan ^eer droomerig op en ne|er (en wond zich, zonder dat zij het bemerkte, op. Tegen elf uur meende zij het mlet rich- Z€'l eens te zijn geworden. „Als hij mij vraagt of ik een heel klein' feetje van hem houden kan (en of ik 't toet hem probeeren wil, dan zal ik „ja" antwoorder^ maar zóó zacht, dat hij alleen i net hooren kan", sprak zij tot zichzelf, terwijl zij duidelijk voelde, hoe' hjet bloed naar de wangen steeg 'wat ha,ar overigens allerliefst gtond- t 1 Kwart over elf trad de kamenier bin nen en reikte haar een kaart over met de mededeeding, dat er een vreemde heer was, die mevrouw wilde spreken. Zij nam de kaart in de hand en las: „Joost Trending". Alleen deze naam en vierder niets? Zij draaide het papiertje .besluiteloos heen en weer jen vroeg toen het meisje: „Hoe ziet die heer er uit?" „Hij is groot, blond, met een punt baard en zeer bruin gezicht." Terwijl zij naar de wijzerplaat dèr pen dule keek, overlegde zij en sprak een beetje mismoedig „Verzoek mijnheer binnen te komen." Dadelijk hierop trad de groote, blonde heer m de kamer. ^.Trending", zei hij met een lichte bui ging, en zag de jonge vrouw zwijgend, als in gedachten verzonken aan. Zij wist niet wat zij van den zonderlingen bezoeker moest den kien en vroeg eindelijk '„Wat is er van uw verlangen, mijnheer?" „Vergeef mij', u zal het wel wat vrieiemd vinden, maar ik ben zoo verrast, dat ik u nu voor mij' zie, dat u het werkelijk is." Verbaasd, zonder te begrijpen, zag zij den spreker aan. Hij echter glimlachte en zeide, zich nog eens buigend: „U kan het ook niet begrijpen, u vindt mijn handelwijze zonderling, maar laat maj u alles uitleggen. Ik ben voor u öen vreemde, die plotseling bij u invalt. U echter is voor mij een oude blekende^ Ja ik kende uw trekken al lang, zeer lang, voordat ik u werkelijk zag. Ik bid u, kijk maar eens," en hij haalde uit zijn borstzak een kleine étui, die hij opende en in welks uitsnijding rij een photogra phic zag. Verbeeldt je haar eigen portriet', kort vóór haar eerste huwelijk gemaakt. „Uw portret draag ik reeds sedert twjöe jaar altijd bij mij, en nog langer den wensch het origineel te leercn kennen." Zij >vas bij de eigenaardige verklarin-- gen van dien heer steieds verwarder ge worden, te meer, daar rij den samenhang der zaak niet kon ontraadselen. r„U zou mij gelukkig maken als u mij toestond u piijn geschiedenis; tje vtertpb leen. Ik ben niet opdringend tem als u het beveelt, mevrouw, zal ik u dadelijk verlaten toch, u gelooft het niet, lioie ik behoefte heb u alles öe vertellen." Zijn heldere, blauwe oogen zagen, haar zoo trouwhartig aan, dat rij hem met een beweging van haar hand verzocht, plaats tc nemen in een fauteuil, en zacht vroeg zij; „Wilt u, als het u belieft, mij vertel len „Ik ben een koopman, en mijn zaak bevindt zich te Hongkong." Verrast keek rij hem aan. „Ja, in Hongkong, waar uw broer bij het consulaat was. Daar sluit zich alles, wat één taal spreekt, bij elkander aan, want het gemeenschappelijk vaderland is de hcchtste band, dat merkt men pas in het nieuwe vaderland. „Vooral tot uw broer voelde ik mij' aangetrokken, en wij werden ware vrien den. Wij wisselden onze herinneringen en dan was er niets wat de eene van desn andere niet hoorde. Altijd en altijd weer spraken wij over ons dierbaar vaderland en van ons ouderlijk huis, in den geest waren wij met al zijn gewoonten en met alle medeleden der familie vertrouwd ge raakt. Ach, mevrouw, dat waren zalige uren, en als een lichtende draad, kron kelde door alle verhalen van Willem dó liefde en vereering tot zijn eenige zuster Hedwig, tot u. O, ik, die duizenden mijlen ver van u leefde, had u loeren klerinen,. alsof ik van jongsaf aan uwe rijde was geweest en u was mij een lieve gezellin geworden, die mijn denken en mijn voe len, geheel vervulde. Ik versierde het lief- lijke beeld dat Willem niet moede werd van u te ontwerpen, altijd en meer en meer cn ik was vast overtuigd, dat mijn fantasie nog lang niet de waarheid nabij kwam. „U was mijn leidster geworden, de en. gel van den man die daar buiten in de wereld een zwaren strijd voerde voor zijn levensonderhoud, zijn plaats in de maat schappij, zijn toekomst. En toen. kwam het bericht van uw huwelijk Ik kan u tniet zeggen, wat ik toen geleden heb. Dwaas, die ik was, ik meende dat ik eenig recht had op u.Tk kwam eroverheen en mjejende mijn 'gevoel overwonnen te hfebbien, maar hoezeer ik mij bedroog, moest ik onder vinden, toen ik uw portret, dat Willem mij na veel smeekens toegestaan had, be schouwde. „Het was mij alsoif ik een stuk van mijn leven en streven had verloren en het succes, dat ik verkreeg, was mij een zwakke troost, daar ik het zelfs niet in mijn gedachte aan uw voeten kon neer leggen. „Toen uw broer ons verliet, was ik een eenzame man geworden, ©en man zonder hoop, zonder levensvreugde U kan mij zeker niet begrijpen De mooie, jonge vrouw zag den spre ker met een eigianaardigen blik aan ien uit haar hart steeg een warm gevoel op. „En ziet u," ging de vreemdeling voort, „toen kwam deze brief. Hier is hij. Ik draag hem in denzelfden zak als uw heer lijk portret. Daarin deelde uw broer ondier andere zaken mede, dat u mevrouw, on- venvacht weduwe was geworden. „Ik moet u bekennen, dat het voor mij een ware vreugde-boodschap was en dat ik in het eerste oogenblik niets an ders Voelde darf dat mijn wenschen op nieuw hel opvlamden. Geen oogenblik dacht ik er aan, dat u misschien door diepe smart zou rijn neergebogen en ge broken. Ik had alleen dat eene gevoel, dat ik nu verder met eenig recht aan mijn 'hoop, hoe zwak die ook was, mocht toegeven. Maar toen Tcwam de twijfel. Nu ik mij een positie had veroverd, nu mijn *zaak zich in hoogen bloei ontwik kelde, nu ik er aan denken kon een vrouw in mijn huis te voeren, was ik in de wan hopige onzekerheid of niet mijn heele plannendroom op het drijfzand van mijn phantastische verbeelding was opgebouwd. Ja, zelfs als rij het verdriet over den dood van haar man kon vergeten, zou in een anderen 'man niet ©en gevaarlijke mede dinger voor mij kunnen opstaan, die mij vóór was en al mijn droomen zou doen instorten. ;,Ik heb voorzichtig naar al uwe levens omstandigheden geïnformeerd ien ben zoo spoedig als ik mij van mijn zaken kon los scheuren hierheen gereisd. Twee maan den heb ik gereisd, 12000 mijlen heb ik afgelegd,' gisteren bten ik hi(er a^igjeko- men -en heden sta ik voor u. „Ik ben open en eerlijk jegens u woest en heb u alles gezegd, zooals ik het denk en zooals ik het volgens mijn hart niet anders zeggen kan. Ik verlang niets van u, Hedwig, vergeef mij, Hedwig, zoo hebben wij u daarginds altijd; genoemd en ik vraag van u geen antwoord ai ik doe u geen vraag. Ik wil echter hier blijven tot u mij zegt: jGa!" Ik zal uw hand vragen, als u het mij toestaat. Ik ken uw karakter cn ik weet, dat gij mij goed verstaan zult,, hoe uw besluit dan ook moge uitvallen. .Wilt u mij terugzien, zoo roept u mij, dio ieder oogenblik en ieder uur alleen aan u denkt en op uw wenk wacht." De sterke reus met het door de tropen verbrande gezicht maakte een buiging en ging. Toen zij alleen was, leunde de jongiej vrouw met gesloten oogen en diep ade mend in haar stoel en zocht niet als vroeger naar een verklaring van haar ge voelens, rij vroeg niet meer naar het wezen der liefde, maar zij droomde zonder wen schen en zonder vragen. Toen het kamermeisje bïnntenkwam, sloeg de pendule met haar zilveren slag het twaalfde uur. i,,Mijnheer Van den Berg wenscht mie-; vrouw te spreken:" Verschrikt rijst de jonge, mooie we duwe op en terwijl zij haar gedachten: verzamelt, zegt zij „Ik kan niemand meer ontvangen, ik heb ontzettende migraine." En terwijl de heer Van den Berg be drukt en teleurgesteld de trappen af sluipt, zit de vrouw, die hij ten huwelijk wilde vragen, voor haar schrijftafel en schrijft „Aan den heer Joost Trending, Hotel de l'Europe. Geachte heerl Als u over uw tijd nog niet anders beschikt hebt, zoo zou u mij een groot; genoegen doen, [morgen om vijf uur bij mij 'de thee te komen drinken. Hoogachtend Uw toegenegen (Geld.) Hedwig,"^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 3