BUITENLAND.
De Oorlog.
Van het Westelijk Oorlogsterrein.
Bezoek aan Reïmo.
André Glarner van de „United Press"
[hrijft over een door hem aan Reims
tbracht bezoek het volgende:
De wijk rondom de Kathedraal is bijna
olkomen verwoest. Vóór den oorlog wa
ai de twee groote industriëlen van Reims
weverij en de productie van champagne.
duitschers hebben het grootste ge-
jtclte van den voorraad champagne niét
linnen plunderen, noch hebben zij de
pjnieteJijkc kelders, die zich onder heel
eze kalksteenhöudende streek van Fran.
rijk uitstrekken, kunnen vernielen, leen-
oudig, omdat deze grooten deels verbor-
lagen, en omdat zij slecht den weg
Énden in deze onderaardsche doolhoven.
Met de weverijen is het helaas anders
jstcld. Door de Duitsche spionnage, on
er leiding van een lid der firma Mumm',
aren dc Duitschers bekend mtat de lig
ing van alle weverijen.
Wandelt men door de industriecle wijk
an Reims, die zich achter de Kathedraal
[(strékt, en waar men slechts puines vindt,
an dringt zich onwillekeurig de gedachte
p aan San Francisco, zooals dit er uit-
ig onmiddellijk na dc aardbeving, waar-
an ik getuige was. Hier, in dezie wijk
ar. Reims, vindt men geen sporen van
rand, noch verkoold hout, noch zwart
eblakerdc muren. Men vindt er slechts
lassa's puin en monsterachtige gaten,
oor ontploffingen geslagen.
Maar ook vindt men bij eiken voetstap
Ewijzen van den moed en die vastbera-
enhcid der beproefde bevolking. Hoe-
el het bombardement elk oogenblik kan
orden hervat, leven de gezinnen tus-
dien de ruïnes, en driemaal per week
ordt er markt gehouden op dezelfde
laats cn hetzelfde uur als eertijds. Van
jd tot tijd vallen er, terwijl de markt-aan
gang is, granaten tusschen de karren
n de uitstallingen der verkoopers. Dan
rekt ieder terug in een der naastbij zijnde
elders, om er na enkele minuten weer
it te voorschijn te komen en. zjjn oudie
laats weer in te nemen. De giesprekken,
discussies, het loven en bieden begin-
im opnieuw. De inkoop van een visch
van een dozijn eieren gaat weer kalm
iju gang; en de huismoeders keieren naar
uis terug, zoo voldaan als zij onder de
oordigc omstandigheden maar kun.
ten zijn, terwijl de kooplui zich bereid-
illig met nieuwe klanten gaan bezighou-
Van het Zuidelijk oorlogsterrein.
Aan hert teonzo-front.
H. G. Wells schrijft in de „Daily Chro-
icle" over zijn indrukken aan het Isonzo-
.1
.Bijna overal vechten de Italianen thans
wat „vijandelijk gebied" wordt ge-
loemd, maar in geen enkel opzicht minder
iliaansch is dan de vlakte van Lorm-
ardije. Toen ik ten slotte van de Udiine
aar het noordelijke bergfront vertrok-
en was, reed onze auto door de Campo
ormio, waar ik het witgepleisterde logie-
Dient zag, dat Napoleon tot verblijf strek-
toen hij een einde maakte aan de oude
t i'erictiaansche republiek en daardoor dit
ssentieelc deel van Italië onder vreemd
«stuur stelde. En nu wordt dit als vol
gens een natuurwet weer aan Italië toe
gevoegd, alsof er geen Napoleon bestaan
ïad.
En op de wegen en ook daarnaast rolde
n het enorme uitrustingsmateriaal voort van
een modern optrekkend Leger. Overal zag
ik nieuwe wegen aanleggen, werden spoor
wegen gebouwden daarlangs venjelzlcin
stapelplaatsen van munitie en ander mate
riaal en hospitalen; ieder dorp zwermde!
van grijze soldaten; overal moest" onze
auto zijn weg zoeken en allerlei gevaar
lijke wendingen maken tusschen een lein-
delooze reeks motorvrachtwagens, - langie
rijen amb.ulance-wagens en door muilezels
getrokken karren, karren met hout, kar
ren met prikkeldraad, karren met kleeding-
stukken, zorgvuldig overdekte karren, kar
ren vol groote vaten en dan kolonrues
infanterie, cavalerie en artillerie met hun
batterijen.
Iedere wagen die vol heengaat komt
ledig terug. En dan ontmoet men ook
talrijke gewonden en gevangenen ën sol
daten die afgelost zijn en wat rust gaan
nemen."
„Langs omwegen ging ik naar zekere
batterijen van zware kanonnen, die hun
deel hadden bijgedragen om den linker
vleugel der. Oostenrijkers bij Monfalconc
te verpletteren, dwars over oen arm van
de Adriatische Zee helen vurend en die
nu bevel hadden gekregen om naar een
verder vooruitgelegen positie te trekken.
De batterij was zoo weinig opdringerig
mogelijk. Zij scheen geen ander doel te
hebben dan er van boven af uit te zien
als een stuk weiland. Ik liep langs het
net van rails en wegen, dat oen modeme
batterij noodig heeft cn stiet al spoe
dig op een enorm kanon, dat zelfs op den
eersten blik wat minder zorgvuldig ver
borgen leek dan de overigen. Maar teven
ik heel dichtbij kwam bemerkte ik dat het
een kunstig gemaakte nabootsing van oen
kanon was en uit stukken van boomstam
men, kisten enz. bestemd. Het stond op
de plaats waar vroeger een echt kanon
had gestaan, dat door een vijandelijke
bom was vernield. Ook de geverfde
zandzakken lagen er omheen als om de
echte kanonnen en het imitatiekanon ge
voelde zich zoo geheel |en al een deel
van de batterij, dat het telkens als zijn
kameraden vuurden, een vlam uitstiet en
een stofwolk opjoeg. Het was oen prachtig
voorbeeld van de groote kunst der „camou
flage" die deze oorlog tot ontwikkeling
heeft gebracht."
Land-en Tuinbouw.
B leemboMencu Ituur.
Uit een statistiek betreffende' den uit
voer van bloembollen gedurende die maan
den Augustus cn September 1916 blijkt
het volgende
In Augustus werd uitgevoerd naar de
Ver...Staten van Noord-Amerika 3,600,800
Kg., tegen 2,501,100 Kg. in Augustus 1915
en 4,457,100 Kg. in Augustus 1914.
Groot-Brittannië en Ierland resp. 5,100
Kg., 3.407,100 Kg. en 2,330,200 Kg.
Zweden resp. 1,491,500 Kg., 989,600 Kg.
en 1,211,700 Kg.
Denemarken resp. 257,000 Kg., 450,800
Kg. en 664,300.
Noorwegen resp. 233,100 Kg., 143,600
Kg. en 195,500 Kg.
DuiljcWml «-1 i-GVojfreru-ijie retrpr. 2,040,000
Kg., 1,834,600 Kg. en 422,900 Kg.
België en Frankrijk resp. 72,600 Kg.,
246,200 Kg. en 400 Kg.
Rusland 25,100 Kg. in Augustus 1916 en
571,700 Kg. i'n Augustus 1915.
Andere landen resp. 7500 Kg., 29,900
Kg. en 46,000 Kg.
Te zameh 7,739,200 Kg. in Augustus
1916, 10,174,600 Kg. in Augustus 1915 en
9,328,100 Kg. in Augustus 1914.
Over de maand September zijn de cij
fers als volgt:
Vereen.-Staten, resp. 4,859,000 Kg.,
3,798,800 Kg. en 1,599,100 Kg.;
Groot-Brittannië en Ierland, resp. 74Ö0
Kg., 2,454,600 Kg. en 2,829,300 Kg.
Zweden, resp. 1,032,200 Kg., 1,163,800
Kg. en 1,476,000 Kg.;
Denemarken, resp. 736,300 Kg., 446,100
Kg. en 156,200 Kg,;
Noorwegen, resp'. 228,700 Kg,.; 229,900
Kg- en 90,600 Kg.;
Duitsdhland' en Oostenrijk,' resp.
2,523,900 Kg., 2,012,000 Kg. en 2,306,900
Kg.;
België en Frankrijk, resp. 202,900 Kg„
5*5,400 Kg., en 48,900 Kg.;
Rusland 17,500 Kg. in September 1916
en 600 Kg. in September 1915.
Andere landen resp. 40,100 Kg.; 20,800
Kg. en 33,100 Kg.
te tonnen 9,651,000 Kg. in September
1916, 10,142,000 Kg. in September 1915
en 8,140,800 Kg. in September 1914. In
totaal dus de beide maanden in 1916
17,390,200 Kg., in 1915 20,316,600 Kg. en
in 1914 17,468. 900 Kg.
Uit deze cijfers blijkt, dat in het ejersfe
en het derde oorlogsjaar die uitvoer vrij
gelijk is gebleven, hoewel in 1916 ongteveer
3 tmilliocn Kg. daalde bij 1915, dat ondanks
het vrijwel .stopzetten van den handel met
Engeland dc export elders ejen afgeztet-
gebied vond.
Ter vergelijking zij medegedeeld, dat
in 1912 de totale uitvoer 22,751,500 Kg.
bedroeg en de maanden Augustus en Sep
tember de Duitsche uitvoexmaanden zijn.
OORLOGS-VARIA.
Bij generaal Manoury.
De correspondent van het „Petit Jour
nal" schrijft over een bezoek aan generaal
Manoury, den overwinnaar van de Qurcq,
die nu te Herbilly woont:
„De overwinnaar van den Qurcq leeft
nu op de wijze van een Cincinnatus. Zijn
deur staat altijd wijd open voor de bewo
ners van het dorp en van de naburige ge
huchten, die hem „vader Manoury" noe
men en hem steeds komlen raadplegen
over hun zaken. De generaal ontvangt
een ieder met zijn gewone goedheid ien
geeft zijn wijzen raad.
Hij gaat zelden uit, alleen 's Zondags
om de mis bij te wonen in de kerk van
Courbouson, en soms in die van Avaray.
Des middags gaat de dappere soldaat
naar het kerkhof van Mer, om er te knie
len op het graf van zijn' dochter Genoviève,
een bekoorlijk meisje van achttien jaar,
dat even voor den oorlog gestorven is.
Daarna laat hij zich geleiden naar zijn
oom, den eerwaardi'gen dokter Edmond
Mercier, een bijna legendarische figuur,
die gedurende een halve eeuw de Voor.
zienigheid der gansche streek was.
Generaal Manoury is bescheiden en zeer
teruggetrokken. Bijna nooit spreekt hij
over de gebeurtenissen, waarvan hij ge-'
tuige geweest is, of over de historische
rol, welke hij gespeeld heeft. Maar aan
zijn oom heeft -hij toch verteld, dat de
schoonste dag van zijn leven den 9den
September geweest is, toen hij zag, hoe
de Duitschers op de vlucht gingen.
Wij hebben hem gevraagd naar een in
cident, dat maar weinig bekend is. Toen
de aanval aan de Qurcq begon, plaatste
generaal Manoury zich achtereenvolglens
aan het hoofd van verscheidene negimen-
-tpri die..zich opstelden tot den aanval
Óp den natten en ^jveemoedlgën Sep-
temberayond, toen de herfstwinden al
over de vlakte van Bcauoe gierden, nam
ik den hollen weg, welke zich kronkelt
door het dal van Herbilly. Dicht bij de
boerderij van Masnes zag ik twee mannlen
zich langzaam voortbewegen. De ©ene was
groot en mager, zijn arme oogen konden
het licht niet meer zienhij Leunde op den
schouder van den anderen, die jongier
was en wiens linkerbeen was afgezet. Dat
waren de, overwinnaar van Qurcq en zijn
zoon, de kapitein van de artillerie, Louis
Manoury.
EEN KUNSTHAND.
In de „Deutsche Medizinische Wochien-
schrift" wordt een nieuwe uitvinding be
handeld van den militairen chef-arts van
het reserve-lazaret te Stuttgart, dr. Wal-
cher. Deizen is het gelukt, om kunstmatig
een levende kunsthand tie vervaardigeai.
Hij ging daarbij uit van het standpunt, dat
iedere kunstmatige hand slechts iets )vër-
kelijk volkomens kan leveren, wanmeier
men rekening houdt met de samenwerking
van 2 factoren, n.L van het gevoels- en
het bewegingsvermogen. Aan iemand, dije
zijn rechterhand verloren had, werd een
nieuwe hand gegeven, doordat uit het ooi
der-anhibecn oen nieuw lid gevormd werd.
Voor 'dit doel werd de huid vanaf den pols
tot aan den elleboog te zamen met dei
daarin liggende weeke d'e|elen tot op het
bot 'opengesneden en dan van het bot naar
buiten afgeschild. .Van "dit bot werd dan
5Vs tot 6 centimeter afgezaagd. Aan dit
afgezaagde 'gedeelte worden de vijf vinger
pezen bevestigd en op het punt, waar het
stuk werd afgezaagd, wordt een nieuw ge
wricht gevormd. Daarop wordt de afge
schilde huid met de weeke deelen weer
om den onderarm cn om het losse bot
gelegd en toegenaaid. Op deze wijze heeft
de geamputeerde op die plaats, waar de
hand afgenomen werd, een nieuw gewricht
en een nieuw lid gekregen, om zoo te
zeggen een groot en kunstmatigen duim.
Deze kan op natuurlijke wijze willekeu
rig gestrekt en gebogen worden en wel
met een groote kracht, omdat de 5 vin
gerpezen hem bewegen. Deze duim nu
wordt verbonden met 4 kunstmatige, uit
dood materiaal vervaardigde vingers, die
onder den druk van den duim zich kun
nen openen en sluiten. Die patiënt heeft
daardoor een hand gekregen, waarmede
hij alles kan aanvatten en vasthouden op
veel natuurlijker wijze dan dit tot nu toe
het geval was met levenlooze, louter me
chanische kunsthanden,
apgongpcpcODoappcanDDDa
q Uit den Middenstand, [j
cDPnanaaaDancaanot3Dn2CDnancDa
II.
Als wij nu verder beschouwen wat er in
Leiden en Omstreken al in de Hanzever-
eenigingen is tot stand gebracht, kunnen
wij spreken van een kerngezond, een op
gewekt leven. Niet dat wij tevreden kun
nen zijn over het ledental van de afdee-
lingen; velen staan nog verre en in de
oude conservatieve sleur, 't zoogenolemd
welvoldane zelfbewustzijn wel op eigen
beenen te kunnen staan; 't laat-maar-
waaien systeem in practijk brengend. De
zulke, zijn de klaploopers van den mid
denstand: ze profiteenen van de voordee-
len door de organisatie voor hun stand
verkregen, doch zelve de handen uit de
mouwen, te steken, mee te arbeiden aan
de versterking, de grootmaking van hun
stand, daar passen ze voor; 't zou zonde
zijn hun gezellig potje bier 's avonds aan
de stamtafel te moeten missen, hun kaar
tje, hun biljart een wijle te laten rusten.
Bleef 't daar dan maar bijl Doch hün cri-
tiok is stee>d9 vaardig, ze bedillen wat
andere wakkere mannen doen, ook voor
hen, en „ze dronken 'n glas en lieten 't
zoo 't was." Aan dezulken verspillen wij
geen woord meer. We verheugen ons des
te meer in de met hun tijd meelevende, hun
belangen begrijpende mannen, die na den
strijd om het bestaan eenige uren wijden
aan de actie voor den middenstanddie
niet schromen voor hun beginsel uit te
komen en voor zich, voor hun standge-
nooten en vooral voor him kinderen den
weg te effenien, tot verbetering van posi
tie, tot verheffing van het geestelijk en
Stoffelijk peil, waarop de middenstand be
hoort te staan, wil hij meekamperi in den
grooten wereldstrijd en weerstand kunnen
bieden aan de radicaal-socialistische stre
vingen, waarvan onze tijd vol is en waarvan
dc middenstand zonder organisatie bet
kind van de rekening zou worden.
En daarom is 't zoo goed door de lei
ders van den middenstand begrepen, in
stellingen in hel IeVfeh fr/epeH'dië
werken om den economii 3rijd met
succes te strijden. Als w;j c\eu rond zieïï
dan zien wij; de Hanzeafdoolingieji zoo nuts
tig werk verrichten door het oprichten van
Boekhoud-cursussen. .Voor{d in de af dees
lingen om Leiden werden ze gtegemi en1
met groot succes. Of 't noodig was? Al§
brood. Hoevelen deden als groot vader gn
vaderalles in de la en haalden wat eer b^j
taling noodig was uit de la. Van een eens
voudige groepeering van de cijfers aan dg
debet en credit zijde g'ejën spoor; van een
kosten-berekening, van een balans, van ben
inkoop- een verkoopboek geen kennis;
mijnheer. Men leefde gr maar op los en'
zonder dat men 't wist, ging de evenaar
uit het huisje en sloeg om naar de vierlies--
'zijde. En hoevelen hadden erger kunnen
voorkomen, als zij op tijd de bakens hads
den verzet en gevaren op 't kompas van
hun boeken. Dit wordt door de vlijtig ges
volgde cursussen in boekhouden nu anders
en men prijst zich gelukkig eene Vereen is
ging te bezitten die hare bemoeingen uiL
strekt tot alles wat het welzijn van hard
leden kan bevorderen. Dat mien volhoude.
En Hanze en leden moetien blijven voort
gaan op den met voordeelen geplavëiden
weg naar de volmaking. Als regel gelde:
ieder jaar een nieuwe cursus voor leden en
hunne huisgenooten. Dan arbeidt men in
het heden en verovert in dit opzicht ook dg
toekomst. Zoo mogelijk breidt men uit met
een cursus voor algemeene handelskennis,
een taalcursus, een cursus warenkennis en
etalagekunst. Wat 'n schat van wetenschap
ligt nog braak en is voor den middenstand
nog te veroveren. Dat men bcgrijpie en
handele.'
Van even groote beteeloenis is een goed
geregeld credietwezien. En ook daarin is
voorzien. Hoe ging 't voordat een eigen
credietinstellmg voor den middenstand bes
stond? Wat baarde te kort aan bedrijfska-;
pitaal groote zorgen; wat was 'n wissel-op
komst een bron van ellende; wat stond 't
crediet vaak wankel en hing 't zwaard van
den grossier of fabrikant vaak boven 't,
toch al zoo moeielijk boven water te hous
den, hoofd. Wat derfde men een voordee-:
len in procenten voor contante betaling;
terwijl men veelal de speelbal was van
den leverancier. En nu? De eigen instel
ling is daar en de steeds grootere bloei
getuigt van krachtig leven niet alleen,;
maar van een voorzien in een groote bje-
hoefte voor den middenstand. De Hanzen
bank is den zakenman tot heil. Vraag 't'
him, die hun instelling gebruiken, die we--
ten te profiteeren van de voordeelen, die)
zij biedt. Voor hen, die vroeger hun gelden
lieten liggen, totdat er een wissel kwam, ia
de Bank een veilige en vertrouwbare, doch
ook rentegeven de bewaarplaats en cou
lante betaler. Voor den credietnemer is del
Bank een trouwe hulp en goede raadge
vende vriendin. Hoeveel zorgen hoeft zijl
reeds van den middenstander afgewenteld;
hoe is zijn crediet versterkt bij zijn Levëj
rancier, en, wat van zoo groot belang is;
hoe kan hij-nu van zich. afspreken, eiscben
stellen aan den leverancier. Nu de knellen
de band, waarmede hij vaak aan den gros
sier, den fabrikant was vastgekluisterd, is
losgeward, nu hij ook door zijn crediet
aan de Bank contant kan betalen en dei
voordeelen daarvan in den zak stekten, nu
zijn ook de zorgen zooveel te lichter, nu
is de slaap rustiger en gaat de arbeid met
meer lust. Wij kennen ze, de menschen,
die nu met vrijen tred door 't leven gaan;
en, doordat zij een minder zorgelijk be;
staan hebben, hun krachten kunnen en
gaarne willen wijden aan de organisatie,
die dan ook weer indirect, voordeel heeft
van den beteren toestand, waarin de midi
denstander in geldelijk opzicht is gekomen.
De financieelè voordeelen zullen wij iem.
volgende maal trachten uiteen te zietten;
om tevens aan te toonen, welk een mach,
tige factor het financieel vraagstuk voor
den Tniddenstand is.
Hans van Leiden, i
Tusschen elf en twaalf.
Een heel klein beetje onrustig was zij
- toch! Het lezen van een half openge-
sneden boek had zij' maar spoedig op>-
gegeven en daarvoor des te meer naar
de kleine rococo pendule gekeken, een
allerliefst stuk, dat zich uitstekend voegde
Mij de fijne meubileering van haar boudoir.'
„Mijn hemel, reeds half elfl"
Reeds of pas?
Zij ging tusschen haar sierlijk bureautje
en ilen vleugel aan de tegenovergestel,
de zijde op en neer, terwijl zij haar gevoe-
kns, haar stemming trachtte te analyseje-
:n.
Heden zou hij komen en haar vragen
I zij, van nu af, aan zijn zijde door
st leven wilde gaan. Maar al te duidelijk
itk had hij haar dat gisteren op het feest tie
hr verstaan gegeventegen twaalf uur zou
lij er zijn.
Zij vroeg zich af, of dat vreemdsoortige
[gevoel van verwachting nu werkelijk de
liefde was, waarvan zij in haar meisjest
ijen had gedroomd, en dat zij tot nu
toe niet gekend had, ondanks haar eierste
korte huwelijk.
Zij .vroeg zich af, of het nu werkelijk
over haar gekomen was, wat .de dichters
to duizendvoudige verzen nerhfelerlijkfcn,
wat zoo geheel en al de ziel vervult,
wat kortom of werkelijk de liefde bij
haar aangeklopt had.
Zij vroeg het zich af en vermOeddje
wiet, dat de ware liefde zonder vragen
als een dief in den nacht komt en zonder-
twijfel dadelijk geheel den mensch ver
vult.
Zoo wandelde zij nu eens haastig, dan
^eer droomerig op en ne|er (en wond zich,
zonder dat zij het bemerkte, op.
Tegen elf uur meende zij het mlet rich-
Z€'l eens te zijn geworden.
„Als hij mij vraagt of ik een heel klein'
feetje van hem houden kan (en of ik 't
toet hem probeeren wil, dan zal ik „ja"
antwoorder^ maar zóó zacht, dat hij alleen
i net hooren kan", sprak zij tot zichzelf,
terwijl zij duidelijk voelde, hoe' hjet bloed
naar de wangen steeg 'wat ha,ar
overigens allerliefst gtond- t 1
Kwart over elf trad de kamenier bin
nen en reikte haar een kaart over met
de mededeeding, dat er een vreemde heer
was, die mevrouw wilde spreken.
Zij nam de kaart in de hand en las:
„Joost Trending".
Alleen deze naam en vierder niets?
Zij draaide het papiertje .besluiteloos
heen en weer jen vroeg toen het meisje:
„Hoe ziet die heer er uit?"
„Hij is groot, blond, met een punt
baard en zeer bruin gezicht."
Terwijl zij naar de wijzerplaat dèr pen
dule keek, overlegde zij en sprak een
beetje mismoedig
„Verzoek mijnheer binnen te komen."
Dadelijk hierop trad de groote, blonde
heer m de kamer.
^.Trending", zei hij met een lichte bui
ging, en zag de jonge vrouw zwijgend,
als in gedachten verzonken aan.
Zij wist niet wat zij van den zonderlingen
bezoeker moest den kien en vroeg eindelijk
'„Wat is er van uw verlangen, mijnheer?"
„Vergeef mij', u zal het wel wat vrieiemd
vinden, maar ik ben zoo verrast, dat ik
u nu voor mij' zie, dat u het werkelijk is."
Verbaasd, zonder te begrijpen, zag zij
den spreker aan.
Hij echter glimlachte en zeide, zich nog
eens buigend:
„U kan het ook niet begrijpen, u vindt
mijn handelwijze zonderling, maar laat maj
u alles uitleggen. Ik ben voor u öen
vreemde, die plotseling bij u invalt. U
echter is voor mij een oude blekende^
Ja ik kende uw trekken al lang, zeer
lang, voordat ik u werkelijk zag. Ik bid
u, kijk maar eens," en hij haalde uit zijn
borstzak een kleine étui, die hij opende
en in welks uitsnijding rij een photogra
phic zag.
Verbeeldt je haar eigen portriet',
kort vóór haar eerste huwelijk gemaakt.
„Uw portret draag ik reeds sedert twjöe
jaar altijd bij mij, en nog langer den
wensch het origineel te leercn kennen."
Zij >vas bij de eigenaardige verklarin--
gen van dien heer steieds verwarder ge
worden, te meer, daar rij den samenhang
der zaak niet kon ontraadselen.
r„U zou mij gelukkig maken als u mij
toestond u piijn geschiedenis; tje vtertpb
leen. Ik ben niet opdringend tem als u
het beveelt, mevrouw, zal ik u dadelijk
verlaten toch, u gelooft het niet, lioie
ik behoefte heb u alles öe vertellen."
Zijn heldere, blauwe oogen zagen, haar
zoo trouwhartig aan, dat rij hem met een
beweging van haar hand verzocht, plaats
tc nemen in een fauteuil, en zacht vroeg
zij;
„Wilt u, als het u belieft, mij vertel
len
„Ik ben een koopman, en mijn zaak
bevindt zich te Hongkong."
Verrast keek rij hem aan.
„Ja, in Hongkong, waar uw broer bij
het consulaat was. Daar sluit zich alles,
wat één taal spreekt, bij elkander aan,
want het gemeenschappelijk vaderland is
de hcchtste band, dat merkt men pas
in het nieuwe vaderland.
„Vooral tot uw broer voelde ik mij'
aangetrokken, en wij werden ware vrien
den. Wij wisselden onze herinneringen en
dan was er niets wat de eene van desn
andere niet hoorde. Altijd en altijd weer
spraken wij over ons dierbaar vaderland
en van ons ouderlijk huis, in den geest
waren wij met al zijn gewoonten en met
alle medeleden der familie vertrouwd ge
raakt. Ach, mevrouw, dat waren zalige
uren, en als een lichtende draad, kron
kelde door alle verhalen van Willem dó
liefde en vereering tot zijn eenige zuster
Hedwig, tot u. O, ik, die duizenden mijlen
ver van u leefde, had u loeren klerinen,.
alsof ik van jongsaf aan uwe rijde was
geweest en u was mij een lieve gezellin
geworden, die mijn denken en mijn voe
len, geheel vervulde. Ik versierde het lief-
lijke beeld dat Willem niet moede werd
van u te ontwerpen, altijd en meer en meer
cn ik was vast overtuigd, dat mijn fantasie
nog lang niet de waarheid nabij kwam.
„U was mijn leidster geworden, de en.
gel van den man die daar buiten in de
wereld een zwaren strijd voerde voor zijn
levensonderhoud, zijn plaats in de maat
schappij, zijn toekomst. En toen. kwam het
bericht van uw huwelijk Ik kan u tniet
zeggen, wat ik toen geleden heb. Dwaas,
die ik was, ik meende dat ik eenig recht
had op u.Tk kwam eroverheen en mjejende
mijn 'gevoel overwonnen te hfebbien, maar
hoezeer ik mij bedroog, moest ik onder
vinden, toen ik uw portret, dat Willem
mij na veel smeekens toegestaan had, be
schouwde.
„Het was mij alsoif ik een stuk van
mijn leven en streven had verloren en
het succes, dat ik verkreeg, was mij een
zwakke troost, daar ik het zelfs niet in
mijn gedachte aan uw voeten kon neer
leggen.
„Toen uw broer ons verliet, was ik een
eenzame man geworden, ©en man zonder
hoop, zonder levensvreugde U kan
mij zeker niet begrijpen
De mooie, jonge vrouw zag den spre
ker met een eigianaardigen blik aan ien
uit haar hart steeg een warm gevoel op.
„En ziet u," ging de vreemdeling voort,
„toen kwam deze brief. Hier is hij. Ik
draag hem in denzelfden zak als uw heer
lijk portret. Daarin deelde uw broer ondier
andere zaken mede, dat u mevrouw, on-
venvacht weduwe was geworden.
„Ik moet u bekennen, dat het voor
mij een ware vreugde-boodschap was en
dat ik in het eerste oogenblik niets an
ders Voelde darf dat mijn wenschen op
nieuw hel opvlamden. Geen oogenblik
dacht ik er aan, dat u misschien door
diepe smart zou rijn neergebogen en ge
broken. Ik had alleen dat eene gevoel,
dat ik nu verder met eenig recht aan
mijn 'hoop, hoe zwak die ook was, mocht
toegeven. Maar toen Tcwam de twijfel.
Nu ik mij een positie had veroverd, nu
mijn *zaak zich in hoogen bloei ontwik
kelde, nu ik er aan denken kon een vrouw
in mijn huis te voeren, was ik in de wan
hopige onzekerheid of niet mijn heele
plannendroom op het drijfzand van mijn
phantastische verbeelding was opgebouwd.
Ja, zelfs als rij het verdriet over den dood
van haar man kon vergeten, zou in een
anderen 'man niet ©en gevaarlijke mede
dinger voor mij kunnen opstaan, die mij
vóór was en al mijn droomen zou doen
instorten.
;,Ik heb voorzichtig naar al uwe levens
omstandigheden geïnformeerd ien ben zoo
spoedig als ik mij van mijn zaken kon los
scheuren hierheen gereisd. Twee maan
den heb ik gereisd, 12000 mijlen heb ik
afgelegd,' gisteren bten ik hi(er a^igjeko-
men -en heden sta ik voor u.
„Ik ben open en eerlijk jegens u
woest en heb u alles gezegd, zooals ik
het denk en zooals ik het volgens mijn
hart niet anders zeggen kan. Ik verlang
niets van u, Hedwig, vergeef mij,
Hedwig, zoo hebben wij u daarginds altijd;
genoemd en ik vraag van u geen
antwoord ai ik doe u geen vraag. Ik
wil echter hier blijven tot u mij zegt:
jGa!" Ik zal uw hand vragen, als u
het mij toestaat. Ik ken uw karakter cn
ik weet, dat gij mij goed verstaan zult,,
hoe uw besluit dan ook moge uitvallen.
.Wilt u mij terugzien, zoo roept u mij,
dio ieder oogenblik en ieder uur alleen
aan u denkt en op uw wenk wacht."
De sterke reus met het door de tropen
verbrande gezicht maakte een buiging en
ging.
Toen zij alleen was, leunde de jongiej
vrouw met gesloten oogen en diep ade
mend in haar stoel en zocht niet als
vroeger naar een verklaring van haar ge
voelens, rij vroeg niet meer naar het wezen
der liefde, maar zij droomde zonder wen
schen en zonder vragen.
Toen het kamermeisje bïnntenkwam,
sloeg de pendule met haar zilveren slag
het twaalfde uur.
i,,Mijnheer Van den Berg wenscht mie-;
vrouw te spreken:"
Verschrikt rijst de jonge, mooie we
duwe op en terwijl zij haar gedachten:
verzamelt, zegt zij
„Ik kan niemand meer ontvangen, ik
heb ontzettende migraine."
En terwijl de heer Van den Berg be
drukt en teleurgesteld de trappen af
sluipt, zit de vrouw, die hij ten huwelijk
wilde vragen, voor haar schrijftafel en
schrijft
„Aan den heer Joost Trending,
Hotel de l'Europe.
Geachte heerl
Als u over uw tijd nog niet anders
beschikt hebt, zoo zou u mij een groot;
genoegen doen, [morgen om vijf uur
bij mij 'de thee te komen drinken.
Hoogachtend
Uw toegenegen
(Geld.) Hedwig,"^