$&£MdbGho,(Sou/i<M\k
weede Blad.
Ingezonden stukkei.
jAAttGANTJ.
No. 2160
lerdag II November 1916
Uit de Pers.
Em nieuw koninkrijk Polen.
lifedhiand en Oostenrijk hébben Rus-
polen tot een zélfstandig koninkrijk
soepen.
ar a-artleiding hiervan schrijft Het
ez i n:
is"de eenste definitieve beslissing
jtief voor zoover iets tihans in de in-
Jjonafe .politiek definitief kan hieoten
jor de centradie mogendheden ten op-
itvan bezet gebied genomen,
panden van Be'gië, Servië en Mon-
staiat een baaHstaing nog opien;
palen hébben Duitschland en Ooaten-
^cogiatast en, voor zoover het van
a/hangt, het besluit onherroepelijk
I koninkrijk Polen is dlus herfleefd.
ar niet het noide koninkrijk zooals
de verdeel in g tuasdhen Rusfand,
airijk en Pruisen bestond,
men fcen oogenblik mogelijk bad
-dat Pruisen en Oostenrijk hun
PooTlsrcihe provinciën met Russfsclh-
zoorden vereenigen tot één groot
b niet geschied.
gdjk aaJl dit He vice d'orïgine, de
rongsfout, der nieuwe schepping
en ïveer een zelfstandig koninkrijk,
eigen nationaliteit, zal niet zonder
nMnngskrajcht blijven op de Pollen,
teder Oostenrijkseh en Pruisisch be
leren en bhjiven leven.
jraH op de Polen in Pruisen, die in
nationaliteit, hun taial, hun godsdienst
i zijn onderdrukt.
ben zaJl zijn Po! en-politiek grondig
te herzien, wil het zich met de
pchemping geen groote moeilijkhe
den bate halen.
een Beiersche prins koning van Po
st worden, ie een handige zet vah
n
Oostenrijiksdhe aartshertog had het
kunnen worden, even goed en met
recht alllicht, maar Pruisen had
iln, de Oostenrijitosohe dynastie te
rken.
prins uit het huis van Beieren is
kden, wint Pruisen een dynastie en
\ok, die in het Duitsche -rijk hun
sland-punt, ook tegen Pruisen, krach-
te handhaven,
it MnnentandSch-poilitiek oogpunt is
van een Witte'tsbacher tot
Polen voor Duitsch'.and een
iige vondst, mits wij herihaiem
- Pruisen geneigd is in zijn^Polen-
Hk een anderen koers in te élaan.
internationaal politiek oogpunt
Pruisen in een koninkrijk Polen
bufferstaat en verliest het Rusfand
roman.
kdat |s goed gezien, indien nu maar
ifthltkomst van den oorlog die nieu-
tepping bevestigt.
zooi voor Polön het ontwaken
boirtstondigen tfrooim van fcé!f-
Eg feeninkrijk meer dian droevig kiun-
tijn, want de Rus is hard van zin en
Iran hand.
hU. 53 en de „Blommersdilk".
i wordt nu tijd, dat wij tpoedig iets
vernemen aangaande de henuding
k Duitsohe Regeering Sn pake do
mersdijk", schrijft Het Vader-
iwas op 8 Octob©r, diat de Duitsdie
loot KJ. 133 de „Blnmemnsdijk" nabij
van Massachusets tot zinken
FEUILLETON.
bracht. Het versf.ög van den kapitein ën
hel ambtelijke bericht van on zien gezant
te Washington stemden daarin overeen,
dat de gezagvoerder der duikboot na het
onderzoek van de edheepspapieren van de
„Biommersdijk" gezegd had. dat hij ieder
schip zou tor.pedeeren, dat voornemens
was e©n Britsche haven aan te Ixopen.
Hoewel het vaartuig geladen was met
graan voor onze Regeering en geen lading
in had die voor Engeland bestemd was,
werd het op bovenstaandlen grond toch
tot zinken gebracht.
Toen onze gezant te Berlijn op last van
onze Rege.ering, te Berlijn om opheldering
verrzodht, luidde het antwoord, dat de
commandanten der Duitsche duikbooten
gestrenge orders hebben, om fclechts over
eenkomstig de bepalingen van het Duit
sdhe Prijsregilement te handelen. Daar Hit
g©6n bepaling bevat, dat alile schepen die
Engeland aandoen, getorpedeerd fcnoaten
worden, achtte de Regeering te Berlijn
het „volstrekt onwaarschijnlijk" dat de
gezagvoerder der U. 53 dit gezegd zou
hebben. ïn e'k geval zou zulk een verkla
ring volkomen in strijd zijn met de hem
verstrekte bevelen.
„Mocht, bij het Onderzoek, dat na ont
vangst van het rapport van den comman
dant der duikboot zou worden ingesteld,
blijken diat het tot zinken brengen van het
stoomschip „Blommersdijk" in strijd met
do bepalingen van het Duitsdhe Prijsrejgie-
rnent w>as geschied, dan zou de Duitacbe
Regeering ponder de zaak voor ben Prijs-
gereéht te brengen voor het schip en de
lading schadevergoeding geven."
Sinds deze verklaring van de DuitsoTTe
Regeering in de St.-Ct. werd gepubliceerd
(13 October) zijn ruim drie weken voorbij
gegaan. De U. 53 is sedert in Duitschüand
aangekomen. De Duitsdhe bi-aden pubü-
ceeren het reisverhaal van den kapitein
waaruit blijkt, dat ihij en niemand anders
de „B'.otmmarsdijk" heeft getorpedeerd.
Zijn rapport aan zijne chefis kan d'us gele
zen en herlezen zijn. Maar nog a'tijd Ver
nemen wij niets naders omtrent de beslis
sing der Duitsdhe Regeering in deze voor
onze nationale eer zoo belangrijke kaak.
Wij hopen, dat nader bericht nu niet
lang tmeer jzal uitblijven.
Roemenië.
De Standaard wijst er op, dat Roe
menië er niet mooi voorstaat.
Op zich zelf lag er in het zich stel'en
aan de zijde der Entente moot Roemenië
niets onverstaanbaars zpp^ hp.t. ki
Roemenië is geen Germaansdh, maar
.een Romaansoh liandi Roemenië staat
krachtens de (historie vanzelf tegenover
Turkije. Het heeft er geen gering bellang
bij. om. zoo mogelijk, lie drie mililioen
Roemenen, die nog aftoos in Hongarije
huizen, te annexeeren. En goede vrienden
met He Russen te blijven, is voor de Roe
menen altoos raadzaam.
Toch had Koning Carol niet onjuist in
gezien, dat te nauwe vriendschap met
Rusland op den duur voor Roemenië
hoogst gevaarlijk kon worden. De Romaan-
sche .landen, luoiezeer ook stamverwant,
•lagen te ver af, om op; een oogenbLik van
dreigend gevaar te hulp te komen. En
hierin lag voor hem oorzaak, om een
Staatkunde te volgen, die van goedfe ver
houding met Oostenrijk en Duitschland
uitging. Zelf was hij Duitsdher, een Duit
sohe was or Ik Carmen Sylva. En al was
het niet bonder strijd gelgaan, het was hem
dan toch gelukt,' al'engs zulk een interna
tionale verstandhouding in liet levetn te
roepen, dat de toekomst allengs met min
der gevaar begon te dreigen.
Dit nu had er voor Roemenië toe ge
leid,, om fin den beginne van den oorlog
eien Vrij dragelijke verstandhouding met
de Midden-Európeescbe Staten in 't leven
te roepen. Carol's denkbeelden triomfeer
den aanvankelijk, en men ontving Hen in
druk, dat zijn opvolger, die fevenzoo een
D uitscher was, in zijn voetstappen zou
blijven wandelen.
Toch weifelde fen wankelde He tegen
woordige Koning steedis in zijn wilskeuz©,
en Carp en Jonescu oefenden beiden, öu
eens de één, dan weer de ander, sf&riken
invloed in hét Parlement. En zoo kwam
het er toe, dat onder die sterke pressie en
den geduchten aanval dien de Entente nu
voor een jaar tegen de Midd'en-Staten on
dernam, oiok Roemenië omsloeg.
Dit nu maakte een weerzinwekkende im
pressie. Dit zou niet zoo gekveöst zijn, wan
neer Roemenië van meet af zich aan de
zijde van Engeland en Rusland' geschaard
had. Doch wel nu,, omdat 't nu eerst den
schijn had gekregen, alsof, men 't op de
zij van Oostenrijk hield, en voor nü twee
maanden onder trouwbreuk pmsCoeg.
Dit gaf aan de Somme lucht, omdat
Duitschland nu duizenden na duizenden
naar de Donau mioeet zenden om in
Roemenië de positie te forceeren.
Dit is dan ook gefukt, en men rekent,
dat Yoor Kerstmis Roemenië 't Bot van Ser
vië en Montenegro deelen kan.
En dan natuurlijk gaat 't surplus weer
van de Donau naar de Sotmme, en zal op
nieuw gevaarlijke kentering ophanden
zijn.
(Ruiten verantwoordelijkheid' der RedactïeJ
Aan de kiezers in het District
Haarlemmermeer.
In 't district Haarlemmermeer is de Ka
merzetel vacant. Overal zijn reeds de lo
cale ki esvereenigingen bijeengekomen, om.
candidaten te stef'len voor de groslijst. Bin
nenkort volgt dus de officieele caiudid&at-
stetling. Van dezen uitsj'.ag zall zeer waar-
schij blijk afhangen, wie de rechtsche par
tijen van dit district ,op hét Binnenhof zal
vertegenwoordigen. Reeds hierom fcs de
huidige verkiezing ernstig en .belangrijk.
Daarbij komt échter, dat Haarlemmer
meer een heel belangrijk district is: om
zijn uitgestrektheid, om zijn groote wel
varendheid, om zijn steeds groeiende be
volking; bovendien worden hier allerlei
bedrijven en standsbeiangen aangetroffen
(land- en tuinbouw, bloemencultuur, mid
denstands1- en arbeiders-belangen, enz.);
(en feffotte is dit district 't eenige boven
den Moerdijk, waar een Katholiek
't Is dus wel van het allergrootste be
lang. dat zak een district vertegenwoor
digd wondtdoor een man, wiens naam
klinkt a1^ Sen klok en die aanspraak kan
maken op groote kennis en praetischen
kijk. Zoo iemand1 moet op de eerste plaats
een man zijn van ontwikkeling en kennis;
want van hem zal géöipcht word'en, dat hij
de belangen van alle kiezers vertegen
woordigt; hij moet dus op de hoogte zijn
van de noodige sociale, en Hus ook ethische
wetenschappen, terwijl ook technische ken
nis hem dikwijls van groot nut zal zijn.
Gp de tweed© plaats wordt van hem
gevraagd liefde voor aller be1 angen.
lieer patroons zoowel als voor arbeiders,
voor landbouwende zoowel ans voor In
dustrieel© en handeldrijvende middenstan
ders, enz.
Op de derde pflaats moet zoo iemand be
zitten een praetischen kijk en groote so
ciale en politiek© levenservaring; iemand',
dde reedis getoond heeft, dat hij volkomen
op de hoogte is van de middelen, om ver
beteringen aan te brengen; die in gedu
rige waakzaamheid toeziet, waar zijn hulp
noodig is; die voor iedereen, voor arm en
rijk, klaar btaat om hen met raad en daod
te helpen, en dus aller vertrouwen
beeft.
Op de vierde plaats wordt geëlscht, dat
zulk ©en afgevaardigde vóór alles een pui
ke Katholiek is, die zijn geloof niet onder
stoelen of banken steekt en ook iimig-gods-
dienstig ia
Alleen door zulk een man wordt Haar
lemmermeer waardig vertegenwoordigd.
Laten de kiezers dit wel bedenken!
Daarom moeten zijzich degelijk laten voor
lichten over de bekwaamheid hunner can
didaten, opdat zij later geen berouw heb
ben over hun keuze!
Moge Haarlemmermeer binnenkort op
nieuw vertegenwoordigd worden door een
eminent Kamerlid!
Mijnheer de Redacteur, mijn dank voor
de verleende plaatsruimte.
J. P. VERHAAR, BT.
Seminarie „Hageveld".
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Grondwetsherziening.
De besprekingen loapjen over adt 80. Dit
artikel luidt Op het oogenblik:
„De leden der Tweede Kamer worden
ragtstreeks gekozen door de mannelijke in-
gezetenen, tevens Nederfandena, die de
door de kieswet te bepalen kenteekenen
van geschiktheid esn miaiatedbap.pelijk'en
welstand bezitten en Hen door de wet te
bepalen leeftijd, welke niet beneden drie-
en-twintig jaren mag zdjn, hebben bereikt.
De Wet bepaalt, in hoeverre de uitoefe
ning van het kiesregt wordt geschorst voor
de militairen beneden den rang van offi
cier bij d© zee- en de 1/andniogt voor den
tijd', gedurende welken zij zich onder de
wapenen bevinden.
Van de uitoefening van het kiesregt zijn
uitgesloten fcij, wien dat regt bij regter-
ïijike uitspraak is ontzegd,; zij, die in ge
vangenschap of hechtenis zijn, zij, die bij
regterlijke uitspraak de beschikking of het
beheer over hunne goederen hebben verlo
ren; zij die in het burgerlijk jaar, vooraf
gaande aan de vaststelling (Ier kiezere
lijsten," van een instelling van weldadig
heid af van een gemeentebestuur tvnder-
stand hebben genoten en, voor zoover d©
kieswet hetzij zeker bedrag van den aan
slag in eene of meer Rijks directe ba'ias-
tingen, hetzij het bezit van een of meer
grondslagen van zoodanigen aanslag alö
vereischte van kiesbevoegdheid stelt, zij
die hun aanslag in die belasting of belas
tingen niet hebben vo'daian."
Hot vioorg-esteW© TurLUsol vwJi liet rogpeie*-
-ringsontwerp luidt aidus:
„Het recht om de leden der Tweede Ka
mer te kiezen, wondt toegekend aan tic
mannelijke ingezetenen tevens Nederlan
ders of door de wet als Nederlandsdhe on
derdanen erkend!, die den door d© wet te
bepalen fteeftijidl, welke niet beneden drie
en twintig jaren mag zijn, hébben bereikt
en aan d© vrouwelijke ingezetenen, die
aan geflijke voorwaarden voldoen, indien
en voor zoover de wet haar daartoe uit
hoofde van niet aan het bezit van maot-
schappelijkan welstand ontleende redenen,
bevoegd verklaart.
De wet bepaaJlt, in hoevedre de uitoefe
ning van het kiesrecht wordt geschorst
voor de militairen beneden den rang van
officier bij de zee- en de landmacht voor
d'en tijd gedurende welken zij zich ondletr
de wapenen bevinden.
Van de uitoefening van het kiesrecht
zijn uitgesloten zij, wien Idat recht bij on
herroepelijke rechterlijke uitspraak is ont
zegd; zij die rechtens van^ hunne vrijheid
zijn beroofd en zij, die 'krachtens rechter
lijke uitspraak wegens krankzinnigheid of
zwakheid van vermogens, de beschikking
of het beheer over hunne goederen hebben
verloren of van de ouderlijke macht of de
voogdij over een of meer hunner kinderen
ontzet, fcijn.
Aan onherroepelijke Veroordeeiing tot
een vrijheidstraf van meer Aan één jaar
of wegens (bedelarij of landlooperij, zoo-
Se juffrouw op reis.
maar voor het personenvervoer
bet niet naar gewicht." meende de
„Maar haal denkster maar
hier."
was een bangerd1; hij B'oeg de
s boven het hoofd te zamen.
God, heer pastoor, _ik zou naar
reizen naar Keulen, aan den
"lat gaat nooit goed. Naar Munster
fcfrej geweest, maar verder niet."
gaat allemaal Van zedf," zei de
l,„Ük zal je op direaf heUpen."
Öe juffrouw staat aan den Dom.
*aar vind ik den Dom. Toe pastoor,
Mina fer niet naar toe gaan?"
sdhaam je wat, koster! De Dam
aan het station ©n is zoo groot
wn hem niet voorbij te zién."
de juffirauw heeft heel niet ge-
wélken kant zij zou staan."
er dan rond ornheap, dan ead
vel vindein en haast je nu wat,
|e moet terstond1 naar den trein,
j» ik je meegeven, maar o<f je |uan-
no@ kunt terugkomen, weet ik niet:
eens elven nakijken."
moet ik vannacht in een vreemde
p"®? Alles goed en wel, maar daar
Jnoor."
I ouda stoethaspell De huishoudster
a ook; die zal er zich wel doorheen
Ge gaat eenvoudig naar een loge-
voor geld kom j© altijd goed
I 01 goed, hoé hielp niets: de koster
er°p uit. Hij nam afscheid van zijn
vrouw alsof het op leven en dood ging,
„Katrien, als ik niet weer mocht komen,
vergeet mij dan niet al te gauw."
Maar geéh nood*, hij kwam weer, maar
niet eerder dan des anderen daags. Mina
had de aardappelkoekjes alleen naar bin
nen mogen spelen, 's Anderen daags mid
dags, daar kwamen ze aan. Vooruit de
koster met de bagage en de juffrouw volg
de mét
„Maar heb ik van mijn leven, wat nu?"
riep de pastoor, zijn huishoudster door het
raam tegemoet ziende, en hij wreef «zich de
oogen eens uit. Wat voor een pakket heeft
zij nu op haar arm. Het .ziet er warempel
uit alsofDaar 9nap ik niets van!"
En jawel, toch was het 'zoo; de juffrouw
droeg een klein kind op den arm. En niet
weinig parmantig kwam zij er de pastorie
mee binnen en ging eerst naar de keuken,
van waaruit de pastoor duidelijk den hel
len lach van Mina hoorde.
„Is ze niet bij haar zinnen?" bromde de
pastoor gemelijk. ,,ïk meende dat haar fa
milie geen kinderen had; dat schreef ze
toch."
De koster klopte aan de deur.
„Binnen. Nu hoe is het gegaan?"
„Och, met liet reizen ben ik goed klaar
gekomendaar zie ik geen bezwaar in,, als
je maar wat courage hebt. Als u het be
taalt, ga ik morgen naar Parijs."
„Dank je wel, daar kom ik niet van in.
Maar wat anders, wat heeft de juffrouw
meegebracht?"
„Och, heer pastoer, wendere dingen heb
ik u te verteTen."
„Niets heb jij te vertellen", onderbrak
in hoogst derzelfde persoonlijkheid, toen
ze.de deur had geopend. „Wat er te ver
tellen is, zal ik zelf wel doen." Zij gaf don
pastoor de hand met één: „goeden dag,
heer pastoor, daar ben ik weerl"
„Dat zie ik," klonk het heel droogjes.
„En nu zal ik het alLes eens uit den
knoop do©n; maar ik ben zoo vrij er bij te
gaan zitten want ik kan op mijoi beenen
bijpa niet meer staan."
„Goed," zei de pastoor en draaide zich
in zijn leunstoel. „Koster ga zitten!"
„Mina zet d© koffie en iutusschen zal
ik verslag geven. Maai" eerst een vraag:
Heeft de kleine meid ook te eout gekookt?
Ik heb het haar goed op het hart gedrukt."
„Zout hier zout daar. Komaan, Laat
eens hooren, wat ge met dat kind hier
wilt?"
„Dat kind wil ik aannemen, er voor zor
gen en 'grootbrengen voor God, Kerk en
vaderland."
„Zoo! En wien hoort het toe?"
„Dat weel ik niet, heer pastoor. Met dsn
besten wil van de wereld kan, ik het u niet
zeggen,"
„Wat?"
„Ja pastoor, dat moet ik u eens haarfijn
vertellen."
„Dat is een echte vondelingt" kwam de
koster tusschenbeiden; „de juffrouw is er
mooi mee opgeschept."
„Koster, hou je toch stil. Dat het een
vondeling is, dat kan de pastoor zelf wel
zien, maar de vraag is, waar komt het
vandaan.? Alzoo ik was gister bijtijds weer
vertrokken, want waar er voor twee niet
genoeg is, is een derde overbodig; ik heb
hem 12 gulden gelaten."
„Dat hebt ge me al geschreven," haastte
zich de pastoor»
„Nu ja, ook goed, dan zal ik er ook niets
meer van eeggen. Och eer, wat ©en behel
pen "Van generaal was niets te bespeuren;
in de gansche plaats liep geen een sol
daat. En wat mijn zusters dochter is, die
heeft ook alle pronk afgelegd, en ik ge
loof, dat ze op mijn bezoek heel niet gere
kend hadden"
„Ja maar... dat kind", onderbrak de
pastoor ongeduldig.
„Dat hebben ze haar op het dak gescho
ven," zei de koster, die moeilijk zijn mond
kon houden.
„Koster zwijg toch wat", zei de juffrouw
ietwat korzelig, „Jij bent er toch niet bij
geweest. Alzoo heer pastoor, ik zat in den
coupé en stoomde op Keulen aan ove
rigens hadt ge gelijk in Köningswinter
of heet het Kaizerswinters? yik ben het al
weer kwijt, was het niet kouder dan hier.
Onderweg, de naam van het station ben ik
vergeten, hield de trein stil en ik eat juist
voor de open deur. Daar kwam een vrouw-
aangehold en wierp mij tzoo'n vrachtje op
de knieën en zei: hou u het even vast", en
weg was zij. Ik meende dat zij een kaartje
wou koop en en dat zij dadelijk terug zou
komen; maar zij moot nog komen en het
vrachtje begon te grienen en toen .bemerk
te ik eerst dat het een kind was."
„En toen hebt ge het maai- gehouden?"
vroeg de pastoor.
„Moest ik het dan het raam uitgooien?"
vroeg de juffrouw op haar beurt.
„Maar waarom hebt ge u dan niet tot
den conducteur gewend?"
„Daar heb ik het geheel niet aan gedacht,
maar toen ik omzag, was de 'trein al aan
den gang. De lui die bij mij zaten begon-
mede aan meer dan twee, binnen een dxxpf
de wet te bepalen tijdperik (vallende, on
herroepelijke rechterlijke uitspraken open
bare dmonikensdhap, vaststellende, verbind!
de wet tijdelijk ot blijvend (verlies van
kiesrecht.
De uitoefening van het kiesrecht is ver
plicht volgens regeflfe door d© wet te btell-
Jen."
Hierop zijn ingediend d© navolgend©
'amendementen:
1. Van den heen Troeletra (S.D.) om
dién minimum-l-eerftijd /van 23 op 21 jaar té
brengen.
2. Van de C omm i ssi e van Rap
porteurs om het eedste lid) aldtas té
dioen luiden:
„De leden der Tweede Kamer warden
redhtstreeks gekozen door de mannelijk©
ingezetenen, tevens Nederlanders of tfcxw
de wet ate Nederland scire onderdanen er
kend, die den dtooa- de wet te (bepalen Heef-
tijd', wélk© nipt beneden drie en twintig
jaren mag feijn, (hébben bereikt en door die
vrouwelijke ingezetenen, die aan gelijkd
voorwaarden voüdJoen, indien en voor ©oor
ver de wet haar, niet uit hoofde van aan
het bezit van maatscbappelij'ken welstand
ontleende redenen, kies/bevoegd verklaart.
3. Van den reetr Schaper (S.-D.) om
den istemplidht fiacuflatief te fetellen.
4. Van den heer Beumer (A.-R.) sulb-
sidair op het voorgaand© om wanne err dei
van den heer Schaper is verworpen dien
stemplicht iuit het ontwerp te dloen ver
vallen.
5. Van den heer Snoeck Henké-
mans l(C.-H.) twee amendementen:
a. oon in het derde lid van wrtikel 60
na het woord' „uitgegoten" de havcOgendB
woorden tusschen te voegen:
,iZij, die den door hen versdhuMLgdleri
aanslag in een of meer der rijks directe
belastingen niet hebben voldaan";
b. Om in het derde lid van artikel 80,
na de woorden van het vorig amende
ment of, bij niet-aanneming daarvan, tea
het woord „uitgesloten" de navolgend©
woorden tusschen te voegen:
„Zij, aan wie of aan wier gezin in he!
burgerlijk jaar, voorafgaande aan de vast
stelling der kiezerslijsten, ten gevolge van
arbeidsschuwheid of wangedrag, onder
stand werd verleend door een gemeente
bestuur of door een instelling van wel
dadigheid.
6 Van den heer H e e r e s (U.-L.) en uit
de 'eerate d'inea te bchrappen de woorden
„indien en".
7. Van den" heer H ugenh o 11 z (S.-D.J
om de tweede alinea te pchrapp.cn (uit-
sluiting lagere militairen).
8. Van den heer Van Nispen tot
Sevenaer (R.K.) om uit de eerste
alinea te schrappen de woorden van ai
„en aan de vrouwelijke ingezeteren".
Nadat nog eenige leden (het woord had
den gevoerd, is He Minister van Binnen-
landsche Zaiken, de heer Cortvan der
Linden, aan het woord
Het amendemen t-T roelstra
Daartegen moet hij bezwaar maken. Da
heer Troetetra heeft de Memorie van Toe
lichting klaaribf.ijkelij'k misverstaan. Er
wordt uitgegaan van de veronderstelling,
dat men e oker en tijd d© burgerrechten
meet hebben gehad om pol it lék-rijp te kun
nen heeten. Omdat reed© velen vóór 21 ja
ren het actieve maatschappelijke levetn
meemaken, koos de Minister niet f5, maar
23 jaar. Twee jaar scheelt op dien leeftijd
veel.
Het amendement-Schaper.—
De stemplicht zal een einde maken aan
de veokiezingEmethoden, die door n1!© par
tijen worden aflgrek-eurd, maar gevolgd.
Dat fis ook. een stetmdwang, maar een im-
moreelc, ©en ongeregelde. Daarvoor in de
plaats wiil d© Minister een wattolijken
dwang, die de Zuiverheid' van de verkiezin
gen zal bevorderen, en die het besef zaf
verflevenidigen, dat de kiezer zijn kiesrecht
uitoefent al© een lands beang. De s/tem»
nen allen te lachen en een loopje met mij
te nemen. Maar ik heb ze te woord gestaan^
Maar daar zat ik met dat wurm!"
„Ge hadt u in Keulen bij den commissa
ris van politie moeten vervoegen," zei de
pastoor.
„Juist hetzelfde zei zao'n man, die vlak
tegenover mij zat en hij maakt© zulk een
goeden indruk op mij, zoo solied en. dege
lijk en wat meent ge nu mijnheer pas
toor, de kerel was een echte spitsboef, die
mij mijn geld afhandig maakte."
„Ja, maar hoe kwam dat dan?"
„Dat kwam zóó. Toen wij in Keulen;
aankwamen, begon me dat arme worm
toch zoo uit alle macht te schreeuwen, dat
het zeer deed aan mijn hart. Toen zeide de
man, dat hij op een drafje de stad wilde
ingaan om een zuigflesch te halen met wat
warme melk. Ik zou zoo lang maai' op een
bank gaan zitten en wachten. En toen gaf
ik hem mijn portemoniiaie mee, want hij
had geen klein geld bij zich, eeide hij."
„En toen bleef hij met..."
„Ja, ik schaam mij, dat ik zoo dom ge*
weest ben; maar wie kon nu ook denken*
dat de wereld zoo slecht is. Och, ik zat ae
toch zoo mee in, dat ik ben de Dom bin
nen gegaan en héb hardop zitten huilen en
voor het eerst van mijn leven heb ik gebé
deld, want ik had geen cent om een tele
gram te betalen; en het overige weet go al,,
heer pastoorl"
„Ja, ja," kwam de koster, blij, ook een»
een woordje te kunnen meespreken, ver
klaren. „Zij stond, daar voor den hooge»
Dom in al haar nood. Maar ik stelde haa*
gerust met de woorden; nu laat mij maajfc
I verder zorgen."