29
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
AARGANG No.' 2099
De Ccid^dieSoiiAXMit
BUREAU:
LEIDEN.
STEENSCHUUR 15,
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
iBONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POUS Ongevallen-verzekering
iden II cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, 1.60 per
I. Franco per post f 1.80 per kwartaal.
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent
irtaal, bij vooruitbetaling.
onderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Va cent
DINSDAG
AUGUSTUS
1916.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededealingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groots letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (Q09n
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
nze neutraliteit.
iiU o»k Roemenië in den oorlog 'als
en, heeft voor ons, Nederlanders,
ij der-strekkende beteekeitfils, dan
o oppervlakkig zou denken,
eniië etn Nederland 't zijn twee
die niets met elkander ge-meen
dan dat zij beboeren tot eenzelfde
[eel! En todh, toch aarzelen wij
beweren, dat het feit. dat Roemenië
f;en oorlog is betrokken, voor ons,
nders, een nieuwe reden tot be-
uid schep t-
och io nu de toestand?
er centrale mogendheden: Duitsoh-
ostenrijlk, Bulgarije, Turkije, heb-
h thans tegen een overmacht van"
aten te weren: Engeland, Frank-
fan d,, Italië, België, Servië, Mon-
Portugal, Roemen:*} en Japan,
heel duidelijk, dat de geallieerden,
oveel mogelijk staten aan hun zijde
gen, tegenover Duiitschland een
c h t willen stellen, welke den
moet beëindigen.
leni'ë valt nu het Duïtsch-0osten-
e blok uit het Z.O. aan, esn... Ne-
hou dit ujit -het N.W. kunnen
daarom gewaagd', om te veronder-
dat de geallieerden, dat in 't
er Engeland) niets liever zou wien,
Lt wij onze neutraLiteiiit niet langer
handhaven, en ons tegen
ilantd zouden richten? Verder nog:
id ons dat zelfs iaiiet v'e r z o e-
af was 't maar door voor onis land'
a nu juisit niet vriendschapp eli jke
p te treden en onzen handel en ons
belemmeringen dn den weg te
.wij "zijn er van overtuigd, dat
egeering nl'iets liever will, dan onze
dtelt handhaven, dan- buiten den
blijven. Daar zijn wij van over-
ten volle van overtuiigd. En daar-
fjoefl* wat wij hier opmerken, nog
eden te zijn, om te denken, dat van-
if morgen ook ons de oorlog voor de
taai Goddank nlilet! Maar, zooals
tien, een nieuwe reden tot bezorgd
er wel, nu de rij der neutrale sta-
or RaeanenÊë's partijkiezen voor de
rden weer met één is verminderd.
geering wil niets liever dan. onze
ilteit handhaven.... Dat dan ook
nderdanen, wij allen, de neutrali-
a ons land mogen toonen te
als een zeer kostbaar, een
geerenswaardilg goed. Dat wij dit
toonen, door na te laten wat
of andere mogendheid kan of zelfs
pnikkelen, vijandig tegenover ons
emrnen. Al die warme en verhitte
mant -i-neigingen ziin voor de be-
van ons land uit den booze, gelijk
den booze is het onverantwoorde-
Lrijf van een onzer dagbladen, dat,
rare met geweld, uit het Nederland-
olk de neutraliteit will doen verdwij-
Ierland is en blijft neutraal.
>e kan veel, heel veel, medewerken
utiallteit van de Nederlan-
Duitschland verklaart aan Roemenië
den oorlog. - Het eerste gevecht tus-
schen Oostenrijkers en Roemenen. —De
strijd aan de Somme.
Van de oorlogsterreinen.
Overzicht
Van de oorlogsgebeurtenissen willen wij
a'ieen vermelden/, dat op het Westelijk
oorlogster rein de Engelschen ten Oosten
van Delvil'le eenlge vorderingen hebben
gemaakt.
Op het Oostelijk zoowel als op het Zui
delijk front is de algemeen© toestand on
veranderd gebleven.
Het eerste treffen tusschen Oostenrijk-
Hongaarscho en Roemeensdhe troepen
heeft plaats gehad en wel bij den Roeden
Toren-pas, ,in het ten Z.W. en Zuiden van
Brasso (Kronstadt) liggende gebergta
Over den afloop van het gevecht wordt
niets gemeld: wel spreekt het bericht uit
Weemen van het maken van de eerste Roe
meensche gevangenen.
Op den Balkan hebben de .Bulgaren op
het Mogleniafront zich in bet be-ziit gesteld1
van de hoogten ten Zuiden van Zbor^ko.
0p Zee.
De duikboot, en mijnoorlog.
Blijkens een bericht van Lloyd's is het
Grieksche .s.s. ,,Leandros" op 25 dezer in
de Middellandsche Zee in den grond ge
boord. Oe bemanning is gered.
(De „Leandros", m 1888 gebouwd, mat
1685 ton bruto en behoorde thuis te Pi
raeus. Red.)
Onderscheidingen aan de bemanning
van de „Dentschland."
De Duiüsche Keizer heeft dr. Lohmann
naar aanleiding van den fortuinlijken te
rugkeer van de vrachtdL\kboot „Deutsch-
land" ter erkenning van zijn uitnemende
verdiensten voor heel de onderneming de,
kroonorde tweède klasse verleend. Om do-
zelfde redenen zijn nog tal van onderschei
dingen toegekend, o. m. welhaast aan de
geheele bemanning. Kapitein König ontving
het ridderkruis der Huisorde van Hohen-
zollern.
Duitschland.
Duitschland verklaart Roemenië
den oorlog.
Een officieel telegram uit Berlijn meldt:
Nu, naar reeds gemeld is, Roemenië onder
smadelijke schending van de met Oosten-
rijk-tHongarijé en Duitschland gesloten
Jrerdrageu onzen bondgenoot den oorlog
verklaarde, heeft de keizerlijke gezant in
Romenië last gekregen zijn paspoorten te
vragen en aan de Roemeensche regeering
te verklaren, dat Duitschland zich even
eens in staat van oorlog met Roemenië
acht te zijn
Oostenrijk-Hongarije.
De Roemeensche oorlogsverklaring aan
Oostenrijk-Hongarije.
Naar de ,,Neue Freie Piresse" van diplo-
tieke zijde verneemt, heeft Bratianu, de
Roemeensche minister-president, nog Zon
dagochtend graaf Czemiaj, den Oosten-
•rijksch-Hongaarschen gezant, ontvangen
en hem verklaard dat hij de onzijdigheid
kon, wilde en zou handhaven en dat de
kroonraad, die des middags plaats zou
vinden, dit bewijzen zou. Inmiddels was
het stuk, dat de oorlogsverklaring inhield
en eigenhandig was geteekend door Po-
rambaru, den minister van buitenlandsch©
zaken, reeds in 't bezit van den Roemeen-
schen gezant te' Weenen.
Zaterdagochtend werd graaf Czernin
door koning Ferdinand ontvangen, die den
gezant verklaarde, dat hij geen oorlog wil
de en hoopte dat de kroonraad besluiten
zou tot handhaving van de onzijdigheid.
Van de oorlogsverklaring van Roemenië
is te Boedapest zonder veel opwinding ken
nis genomen, daar de pers reeds- langen
tijd op de verdachte houding van Roeme
nië opmerkzaam had gemaakt.
De „Pester Lloyd" schrijft: „de oorlogs
verklaring treft ons niet onvoorbereid.
Waarschijnlijk nadert de oorlog met de
deelneming van Roemenië zijn hoogtepunt
De onzijdigheids vertooning, die men te
Boekarest tot dusver heeft gespeeld, zal
vruchtelooze moeite blijken. Wij hebben
het spel steeds doorzien en hebben alle
maatregelen tijdig en grondig "genomen
om dezen nieuwen aanslag te verijdelen."
De „Magyarer Yzag" schrijft': „Wij heb
ben de ontwikkeling, vari Roemenië steeds
krachtig bevorderd; wij. waren de sterk
ste waarborg voor zijn veiligheid; onze di
plomatie heeft Roemenië wérkelijk vertroe
teld. maar zijn grootheidswaan heeft ver
hinderd dat gevoel ei)3. van vriendschap-en
goede buurschap in Roemepië wortel scho
ten. ~v
De verraderlijke poging om onsZeven
bui-gen te ontwringen, dat doorben geschie
denis van 1000 jaar met ons verbonden is,
zal alle Hongaren tot dapperen tegenweer
bereid vinden."
,,Az Est" zegt: „Zevenburgen kan gerust
zijn; Hongarije zal tot den laatsten man
vechten, om dezen roofzuchfeigem-overval
op zijn grenzen af te slaan".
Het Weener „Fremdenblatt" schrijft
over de Roemeensche oorlogsverklaring:
„De nota der Roemeensche regeerlng, van
gisteren, .is een schriftuur van de meest
ongehoorde schaamteloosheid en Roemenië
geniet den treurigen roem, zelfs Italië aan
laagheid te hebben overtroffen, dat ten
minste e enige weken voor de oorlogsver
klaring het bondsverdrag met Oostenrijk-
Hongarije eenzijdig buiten werking stelde.
-Roemenië echter was tot gisteravond 9 uur
nog onze bondgenoot. Het Roemeensche
kabinet hief eenvoudig het bondsverdirag
op doo.r. de oorlogsverklaring. Deze" sprong
van bondfgenootschap tot oorlog is in de
geschiedenis zonder- wederga. Ook het feit.
dat het begin van den oorlog met de over
handiging van de oorlogsverklaring sa
menvalt, is zonder voorbeeld in de anna
len der diplomatie .Roemenië heeft alle
wetten van fatsoen en zedelijkheid met voe
ten getreden.
Het is duidelijk dat er tusschen de Ita-
liaansche oorlogsverklaring aan Duitsch
land en de oorlogsverklaring van Roeme
nië aan O.-H. een innerlijk verband be
staat."
Het „Fremdenblatt" schrijft dan dat
Roemenië's deelneming niet in staat zal
zijn, de balans van den oorlog ten nadeele
van de middenrijken te doen overslaan.
„Wij hadden ons reeds lang met de moge
lijkheid van een oorlog met Roemenië ver
trouwd gemaakt; alle voorbereidingen zijn
goed getroffen om den nieuwen vijand met
goed gevolg het hoofd le kunnen bieden.
Met vergramd gemoed, met rechtmatigen
toorn, maar ook met kalmte en vertrouwen
gaan wij dezen nieuwen ons opgedrongen
strijd tegemoet, vastbesloten ook dezen
verraderij ken bondgenoot ter aarde te
werpen."
Verschillende oorlogsberichten.
De oorlogsverklaringen.
Hier volgt een lijstje dér oorlogsverkla
ringen onze lezers zullen waarschijnlijk
wel de tel zijn kwijt geraakt..
1. OostenrijkServië 28 Juli. 1914.
2. Duitschiland— Rusland 1 Aug. 1914.
3. DuMschlandFrankrijk 3 Aug. 1914.
4. DuitschlandBelgië 3 Aug. 1914.
5. Engó!andDuiitsohlanid 5 Aug. 1914.
6. MontenegroOostenrijk 5 Aug. 1914.
7. Duitsch'andServië 6 Aug. 1914.
8. OostenrijkRusland 6 Aug. 1914.
9. DuiitsoMandMontenegro 6 Aug. 1914.
10. FrankrijkOostenrijk 12 Aug. 1914.
11. Engeland—Oostenrijk 13 Aug. 1914.
12. JapanDuitschland 23 Aug. 1914.
13. OostenrijkJapan 25 Aug. 1914
14. OostenrijkBelgfië 28 Aug. 1914.
15. Turkije1Rusland 2 Nov. 1914.
16. Turkije—F,rainkrijk 6 Nov. 1914.,
17. TurkijeEngeland 6 Nov. 1914.
18. .Turkije—België 7 Nov. 1914.
19. ItaliëO»xot.cnrijk 24 _MetL 1915...
20. Turkije—Italiië 22 Aug. 1915.
21. BulgarijeServië 14 Oct. 1915.
i 22. Frankrijk—Bulgarije 16 Oct. 1915.
23. Engeland'Bulgarije 16 Oct. 1915.
24. IbalieBulgarije 17 Oct. 1915
25. Rusland—Bulgarije 22 Oct. 1915.
.26. DuiLtschlandPortugal 9 Maart 1916.
27. Italië—Duatsch'!and 27 Aug. 1916.
28. Roemenië—Oostenrijk 27 Aug. 1916.
29. DuitschlandRoemenië 28 Aug. 1916.
Wanneer zal Griekenland .In den oorlog
worden geworpen? Zal het kans alen er
bulten te blijven? 't Schijnt haast onmo
gelijk. En hoe zaïl Zwitserland het verder
stellen?
Met teleurstelling en droefenis alen wij
de lijist 'der neutrale Staten in Europa
steeds kleiner worden. Het getal der neu
trale Staten tegenover die der oorLogvoe-
rendenrenden staat nu 7 tegenover 13.
Petroleum. Overal in Duitschland is
thans wederom petroleum .verkrijgbaar ge
steld en van bevoegde zijde wordt mede
gedeeld, dat door den vermeerderden aan
voer de petroleum van den winter in veel
ruimere mate 'verstrekt zal kunnen war
den.
Nieuwe Servische troepen.De Ser
vische troepten iti Griekenland hebben alle
nieuwe grijze uniformen gekregen, en zijn
voorzien van een stalen helm met he.t
Servische waipen er on.
Een hospitaal voor Turksche officieren.
Te Weenen is een hoisoi'taal geopend
met lusttuinen voor gewonde Turksche cxf«
f rivieren van het frent in Garicië.
Nederland en de Oorlog.
De 7aak onzer zeevisschers.
In buitengewonen dienst seint Reuteir
over de getroffen regeling:
Voor elk vat (van de 60 percent der ge
heele vangst, die aan onzijdige landen
zal worden verkocht) zal de Engelsche re-
geering den toeslag van 30 shillings aan
de Nederlandsche eigenaars betalen. Dit
zal een aanmerkelijken invloed hebben.
Een lid van een Nederlandsche visscherij-
flrma heeft verklaard: De Nederlandsche
haring zal evenals altijd op de open markt
worden verkocht. Indien bijv. Duitschland
60 shilling per vat biedt en Amerika" 40,
zal Amerika de visch krijgen,, omdat de 30
shilling toeslag der Engelsche regeering
dan de prijs tot 70 shilling brengt. Biedt
Duitschland echter 75 shilling tegen Ame
rika 40, dat krijgt Duitschland de visch,
als het althans nog zijn 20 pet. van de ge
heele vangst krijgt. Amerika zal, naar ik
verwacht, het meest van de 60 pCt., die
voor onzijdigen is bestemd, krijgen.
Verder is overeengekomen, dat de vast
gehouden schepen zoo spoedig mogelijk
/.uilen worden vrijgelaten en dat de Engel
sche regeering den Nederlandsche-n eige
naars volledige schadeloosstelling zal ge
ven voor het deel van het seizoen, dat hun
ft'chepen hebben stilgelegen. Het bedrag
der schadeloosstelling zal worden bere
kend naar de gemiddelde opbrengst van
een seizoen. Ook zal de Engelsche regee-
a-ing alle schade, die aan cje schepen mocht
zijn gekomen tijdens hun in ternee ring,
vergoeden.
Er zijn, 30 schepen, die niet behooren tot
"de1 vereeniging van reeders en deze zullen
niet worden vrijgelaten. Alle andere zul
len weldra visschen.
Blijkens de voorwaarden van de over
eenkomst zullen de 30 shilling toeslag per
vat voor de Nederlandsche reeders wor
den belegd in (Engelsche) oorlegsleening.
De Londensche berichtgever van het
„Hbl." bevestigt dat de visscherijquaestóe
definitief is geregeld en dat na oriderteeke-
ning van de overeenkomst tusschen de
Britsche regeering en de visscherijvereeni-
ging alle visschersbooten, toebehoorend
aan leden dezer vereeniging, zullen wor
den vrijgelaten. De schuiten van de niet-
leden zullen worden vastgehouden, indien
de eigenaars zich niet bij de vereeniging
aansluiten. De vereeniging stemde toe geen
schadevergoeding te vragen voor de op
brenging der schepen en het oponthoud in
de havens, maar zij zal gerechtigd zijn
schadevergoeding te eischen voor het ver
lies van netten en de schade door de wijze
van opbrenging veroorzaakt. De Britsche
regeering zal den aanvoer naar Nederland
toestaan van alle materialen noodig, voor
het herstellen van booten en netten enz.
op de voorwaarden van meest begunstigde
natie.
De overeenkomst zal duren tot het einde
van het tegenwoordige vlschseizoen, einde
Maart, en in Januari zullen opnieuw over
FEUILLETON.
t Zijn sterke beenen,
ie de weelde dragen.
hij 'hierin, maar gelang het vaar
den vaderiandsehen bodem dichter
•de, beter slaagde), ligt voor de hand.
scheai trof hem een gevoelige slag
den dood van zijn trouwen en braven
Everard, die het slachtoffer zij-
nenscMeveit: dbeild geworden was. Het
van een drenkeling had een iong-
ng tengevolge, welke hem zoo ge>-
g aangreep, dat hij binnen verloop
eenilge dagen met den dood lag te
tölen. Hendrik mocht den lijder op-
-n; hij was getuilge van zijn kalm en
afsterven, en sloot hem. onder een
iam tranen, de co gen. Hij had zijn
enden vriend beloofd, onmiddellijk
landing diens moeder heit droevig
van zijn overlijden te zullen
pen en voortaan afs zoon voor de
I vrouw te zorgen. Hendrik kweet
me>t zuilk een nauwgezetheid van
belofte, dat hij Zich, in hét vader-
I teruggekeerd-, eerst tot de zwaarbe-
i moeder beigaf, alvorens de stulp
j^a'ler Raclet of wel Anna's winkeltje
^epen. Met omaichtngheild, teneinde
Nas hoogbejaarde weduwe n'let te
Jdri)r de vreeseiHjke tijding te schok-
deelde hij haar alles mede. en eindig-
rer aanbieding van Everards spaar-
met het dilLngend verzoek liern
an ais zoon te willen beschouwen,
dut zijn wvoordep zoo kiesch in te
kleeden, dat liet voorstel, om in 't vervolg
voor haar te mogen zoggen, dankbaar
werd aangenomen.
Reeds eenige dagen later ontmoeten wij
Everards moeder in het huisje van vader
Raclet, waar zij, tot innige blijdschap van
den grijsaard en diens dochter, haar ove
rige levensdagen kwam doorbrengen.
Spoedig had zij Anna's vertrouwen gewon
nen, en wat deze noch Hendrik noch haar
vader had durven toevertrouwen, deelde
zij de bejaarde weduwe mede. Vol moeder
lijke teederhejj bejegende Everards moe
der het jonge meisje, dat er zoo droevig en
bleek uitzag, en zich toch zoo gelaten toon
de.
„Hendrik", sprak vader" Raclet op zeke
ren avond, terwijl hij hartelijk de hand
van zijn pleegzoon drukte, „wat je thans
bedroeven, doch ik ken je hart genoeg om
uit mijn mond gaat vernemen, zal je diep
te weten, dat je, hij de gedachte aan mijn
smartelijk leed, spoedig eigen zielepijnen
zult vergeten. Ik ga eiken dag een schrede
nader tot het graf, mijn jongen. Agnes is
mij voorgegaan en roept me. Wat zal er
van Anna worden? Ik wensch me thans
over haar met den besten vriend te onder
houden, dien zij en ik bezitten."
Onder het uitspa-eiken dezer woorden
haalde" (bij" uïit zijn zak een röirtefeuille te
voorschijn en mam er een brief uit.
„Lees dit schrijven eens, Hendrik."
De zeeman liét de blikken sjtel over het
papier glijden, veranderde als bij toover-
slag van gelaatskleur en sprak, terwijl hij
den brief weder teruggaf:
„Wij moesten hJianover maar niet meer
gewagen."
„Integendeel, mijn jongen", antwoord
de de grijsaard. „Al's Anna's broeder en
vriend bettroor je den bijkans blinden
ouden man te vervangen, die neig slechts
kan weenen over het hartzeer zijner doch
ter."
Hendriks geilaiat betrok.
„Pk' behoef je wel, miet te verklaren",
vervolgde vader Raclet, „diat mijn kind
vroom en deugdzaam iis. Toen Jacob de
pjvoorwerkor haar, zooails je zo-oeven gele
een hebt, ten huwelijksvroeg, bouwde zij
op di't aiamzoek buiten kijf haar toekomst.
Reeds ;is sindsdien een jaar verstreken,
en nog altijd heeft hij diets van zich doen
hiooren. -Zij heeft hiierover geen klacht
geuit, noch den eerzuchtige beschuldigd,
omdat hij het oor had geleend aan de ver
leidelijke stem eener sirene, die beweerde,
dat men - te Parijs gemakkelijk fortuin
kan maken. Ik echter,, diêe mijn kinid har
telijk liefheb, kon zesr goed de reden
gissen, waarom Anna zoo vaak neerslach
tig was. Ik wachtte je terugkeer af, Hen
drik, om je de zorg voor het geluk mijner
dochter toe te vertrouwen. Wil je voor
mij naar de wereldstad reuzen en....?"
„Naar de wereldstad?" onderbrak de
zeeman vol verbazing.
„Ja, naar Parijs. Ik heb hiLer het num
mer eener courant, waarin veel over den
óivoorwerker van Marseille geschreven
staat. Men spreekt van beroemd worden,
als .iemand naam in de dagbladen voor
komt.... Het kan je dus niet moeilijk val
len, hem in de hoofdstad te vinden. Her
inner hem mondeling aan dqn brief, dien
hij kort vóór zijn vertrok geschreven heeft.
Denkt hij niiet meer aan ons, zwijg dan
en houd je fier, uiit eerbied voor mijn
grijze haren en Anna's go^dgn naam.
Miocht, hij ons evenwel niet geheel verge
ten zijn. zeg hem dan, dat de goede God
mij juist lang genoeg laat leven, óm een
beschermer aan mijn kind te schenken."
„Reken op mij. vader", sprak Hendrik.
„Ik wist, dat je mijn wensch zoudt ver
vullen", hernam de grijsaard met ont
roering, „de wijze, waarop je de aain
Everard gedane belofte ziit nagekomen,
heeft mijn vertrouwen an je hulpvaardig
heid nog verstei-kt. Gaarne zag iik je reeds
morgen de reis ondernemen."
„Ik zal aan uw verlangen vold'oen, va
der."
Hendrik vertrok des anderen daag®.
Anna en Everards moeder verkeerden in
de meening, dat hij door kanitein Lofranc
naar Parijs gezonden werd. De zeeman
had te veel-gereisd om niet te weten, hoe
Blij het moest aanleggen, Jacob in de we
reldstad te vinden. Aan 't Itatdon der rue
SaiLnt-Lazare afgestapt, was zijn eerste
werk te informeeren, welke weg naar 't
bureau van „Le Pays" leidde. Hij vroeg
er naar het adres van den heer Alard,
die het artikel over Jacob geschreveni
had. De journalist woonde in de rue
Labruyère. Een lüvreiibedi'ende deed open;
de heer des huizes was aanwezig en voor
den matroos te spreken.
Mijnheer", dus vflng HemdriQc aan, „flk
veroorloof mij de vrijheéid u een dienst te
komen verzoeken. Zou u de beleefdheid
vrillen hebben, mij het adres van uw be
schermeling, den ovoorw erker, op te
geven?"
„Volgaarne. Kent gij Jacob?"
„Pardon, mijnheer, :1k kom namens een
zijner vrienden."
„Die zeeman is als -gij, nietwaar?."
„Neen, mijnheer. Ilij was vroeger schuo-
te voer der, doch is thins te oud om te
werken."
„Wel, wel! En laat onze mijnheer Jacob!
zijn vroege:re kennissen nücts meer van.
zfc'h hooren?"
„Wat ons van hem bdlcend is, mijnheer,
welen wij ulit de couranten. Wij hebben
geileizen dat hij rijk is geworden en veron»-
d er stellen dat de hoogmoed hem onder
zijn slachtoffers telt. Ik wensch hom eens
oude namen in 't gelhëug'en terug tè noo-
pen."
„Vergeet hij zijn vrienden te Marsedllo,-
oiok aan hen. diiie hem hl'.er den weg tot
vermaardlhedid gebaand hebben., denkt hij
niiet veel meer. Zijn fortuin heeft hij aan
mijn artikelen te danken, en thans ver
waardigt hij zfch silechts een voet over
mijn drempel te zetten, als hii een reclame
noodcg heeft, of voornemens is een solréd
of een diner te geven/, waarvan ophef ba«
hoort gemaakt te worden. Ik verwachtte
niets beters van hem; ilk had hem te Mar
seille reeds gepeeld. Hij béhooat tot dezul
ken, wlie een glas champagne hailf droom
ken maakt en een lofspraak doet geloo-
vep, dat zij genieën zijn. Men loopt thamd
met hem weg, en hij verdient veel geld;
doch het uur zal komen, dat de publêefka
opinie hém voor zijn ij delheid aal doem
boeten."
„Ik heb niet véél verstand, mijnheer",-
sprak de matroos, „doch vat toch goed
den zin -uwer woorden; ik zou niet graag
in Jacobs plaats wezen. Vokrens mijn oor
deel moet men, om gelukk^ te zijn, naieJÈ
te hoog wjillen vliegen. "-
{Wordt vervolgd.