29 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. AARGANG No.' 2099 De Ccid^dieSoiiAXMit BUREAU: LEIDEN. STEENSCHUUR 15, Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN iBONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POUS Ongevallen-verzekering iden II cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, 1.60 per I. Franco per post f 1.80 per kwartaal. GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent irtaal, bij vooruitbetaling. onderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Va cent DINSDAG AUGUSTUS 1916. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededealingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groots letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (Q09n Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent nze neutraliteit. iiU o»k Roemenië in den oorlog 'als en, heeft voor ons, Nederlanders, ij der-strekkende beteekeitfils, dan o oppervlakkig zou denken, eniië etn Nederland 't zijn twee die niets met elkander ge-meen dan dat zij beboeren tot eenzelfde [eel! En todh, toch aarzelen wij beweren, dat het feit. dat Roemenië f;en oorlog is betrokken, voor ons, nders, een nieuwe reden tot be- uid schep t- och io nu de toestand? er centrale mogendheden: Duitsoh- ostenrijlk, Bulgarije, Turkije, heb- h thans tegen een overmacht van" aten te weren: Engeland, Frank- fan d,, Italië, België, Servië, Mon- Portugal, Roemen:*} en Japan, heel duidelijk, dat de geallieerden, oveel mogelijk staten aan hun zijde gen, tegenover Duiitschland een c h t willen stellen, welke den moet beëindigen. leni'ë valt nu het Duïtsch-0osten- e blok uit het Z.O. aan, esn... Ne- hou dit ujit -het N.W. kunnen daarom gewaagd', om te veronder- dat de geallieerden, dat in 't er Engeland) niets liever zou wien, Lt wij onze neutraLiteiiit niet langer handhaven, en ons tegen ilantd zouden richten? Verder nog: id ons dat zelfs iaiiet v'e r z o e- af was 't maar door voor onis land' a nu juisit niet vriendschapp eli jke p te treden en onzen handel en ons belemmeringen dn den weg te .wij "zijn er van overtuigd, dat egeering nl'iets liever will, dan onze dtelt handhaven, dan- buiten den blijven. Daar zijn wij van over- ten volle van overtuiigd. En daar- fjoefl* wat wij hier opmerken, nog eden te zijn, om te denken, dat van- if morgen ook ons de oorlog voor de taai Goddank nlilet! Maar, zooals tien, een nieuwe reden tot bezorgd er wel, nu de rij der neutrale sta- or RaeanenÊë's partijkiezen voor de rden weer met één is verminderd. geering wil niets liever dan. onze ilteit handhaven.... Dat dan ook nderdanen, wij allen, de neutrali- a ons land mogen toonen te als een zeer kostbaar, een geerenswaardilg goed. Dat wij dit toonen, door na te laten wat of andere mogendheid kan of zelfs pnikkelen, vijandig tegenover ons emrnen. Al die warme en verhitte mant -i-neigingen ziin voor de be- van ons land uit den booze, gelijk den booze is het onverantwoorde- Lrijf van een onzer dagbladen, dat, rare met geweld, uit het Nederland- olk de neutraliteit will doen verdwij- Ierland is en blijft neutraal. >e kan veel, heel veel, medewerken utiallteit van de Nederlan- Duitschland verklaart aan Roemenië den oorlog. - Het eerste gevecht tus- schen Oostenrijkers en Roemenen. —De strijd aan de Somme. Van de oorlogsterreinen. Overzicht Van de oorlogsgebeurtenissen willen wij a'ieen vermelden/, dat op het Westelijk oorlogster rein de Engelschen ten Oosten van Delvil'le eenlge vorderingen hebben gemaakt. Op het Oostelijk zoowel als op het Zui delijk front is de algemeen© toestand on veranderd gebleven. Het eerste treffen tusschen Oostenrijk- Hongaarscho en Roemeensdhe troepen heeft plaats gehad en wel bij den Roeden Toren-pas, ,in het ten Z.W. en Zuiden van Brasso (Kronstadt) liggende gebergta Over den afloop van het gevecht wordt niets gemeld: wel spreekt het bericht uit Weemen van het maken van de eerste Roe meensche gevangenen. Op den Balkan hebben de .Bulgaren op het Mogleniafront zich in bet be-ziit gesteld1 van de hoogten ten Zuiden van Zbor^ko. 0p Zee. De duikboot, en mijnoorlog. Blijkens een bericht van Lloyd's is het Grieksche .s.s. ,,Leandros" op 25 dezer in de Middellandsche Zee in den grond ge boord. Oe bemanning is gered. (De „Leandros", m 1888 gebouwd, mat 1685 ton bruto en behoorde thuis te Pi raeus. Red.) Onderscheidingen aan de bemanning van de „Dentschland." De Duiüsche Keizer heeft dr. Lohmann naar aanleiding van den fortuinlijken te rugkeer van de vrachtdL\kboot „Deutsch- land" ter erkenning van zijn uitnemende verdiensten voor heel de onderneming de, kroonorde tweède klasse verleend. Om do- zelfde redenen zijn nog tal van onderschei dingen toegekend, o. m. welhaast aan de geheele bemanning. Kapitein König ontving het ridderkruis der Huisorde van Hohen- zollern. Duitschland. Duitschland verklaart Roemenië den oorlog. Een officieel telegram uit Berlijn meldt: Nu, naar reeds gemeld is, Roemenië onder smadelijke schending van de met Oosten- rijk-tHongarijé en Duitschland gesloten Jrerdrageu onzen bondgenoot den oorlog verklaarde, heeft de keizerlijke gezant in Romenië last gekregen zijn paspoorten te vragen en aan de Roemeensche regeering te verklaren, dat Duitschland zich even eens in staat van oorlog met Roemenië acht te zijn Oostenrijk-Hongarije. De Roemeensche oorlogsverklaring aan Oostenrijk-Hongarije. Naar de ,,Neue Freie Piresse" van diplo- tieke zijde verneemt, heeft Bratianu, de Roemeensche minister-president, nog Zon dagochtend graaf Czemiaj, den Oosten- •rijksch-Hongaarschen gezant, ontvangen en hem verklaard dat hij de onzijdigheid kon, wilde en zou handhaven en dat de kroonraad, die des middags plaats zou vinden, dit bewijzen zou. Inmiddels was het stuk, dat de oorlogsverklaring inhield en eigenhandig was geteekend door Po- rambaru, den minister van buitenlandsch© zaken, reeds in 't bezit van den Roemeen- schen gezant te' Weenen. Zaterdagochtend werd graaf Czernin door koning Ferdinand ontvangen, die den gezant verklaarde, dat hij geen oorlog wil de en hoopte dat de kroonraad besluiten zou tot handhaving van de onzijdigheid. Van de oorlogsverklaring van Roemenië is te Boedapest zonder veel opwinding ken nis genomen, daar de pers reeds- langen tijd op de verdachte houding van Roeme nië opmerkzaam had gemaakt. De „Pester Lloyd" schrijft: „de oorlogs verklaring treft ons niet onvoorbereid. Waarschijnlijk nadert de oorlog met de deelneming van Roemenië zijn hoogtepunt De onzijdigheids vertooning, die men te Boekarest tot dusver heeft gespeeld, zal vruchtelooze moeite blijken. Wij hebben het spel steeds doorzien en hebben alle maatregelen tijdig en grondig "genomen om dezen nieuwen aanslag te verijdelen." De „Magyarer Yzag" schrijft': „Wij heb ben de ontwikkeling, vari Roemenië steeds krachtig bevorderd; wij. waren de sterk ste waarborg voor zijn veiligheid; onze di plomatie heeft Roemenië wérkelijk vertroe teld. maar zijn grootheidswaan heeft ver hinderd dat gevoel ei)3. van vriendschap-en goede buurschap in Roemepië wortel scho ten. ~v De verraderlijke poging om onsZeven bui-gen te ontwringen, dat doorben geschie denis van 1000 jaar met ons verbonden is, zal alle Hongaren tot dapperen tegenweer bereid vinden." ,,Az Est" zegt: „Zevenburgen kan gerust zijn; Hongarije zal tot den laatsten man vechten, om dezen roofzuchfeigem-overval op zijn grenzen af te slaan". Het Weener „Fremdenblatt" schrijft over de Roemeensche oorlogsverklaring: „De nota der Roemeensche regeerlng, van gisteren, .is een schriftuur van de meest ongehoorde schaamteloosheid en Roemenië geniet den treurigen roem, zelfs Italië aan laagheid te hebben overtroffen, dat ten minste e enige weken voor de oorlogsver klaring het bondsverdrag met Oostenrijk- Hongarije eenzijdig buiten werking stelde. -Roemenië echter was tot gisteravond 9 uur nog onze bondgenoot. Het Roemeensche kabinet hief eenvoudig het bondsverdirag op doo.r. de oorlogsverklaring. Deze" sprong van bondfgenootschap tot oorlog is in de geschiedenis zonder- wederga. Ook het feit. dat het begin van den oorlog met de over handiging van de oorlogsverklaring sa menvalt, is zonder voorbeeld in de anna len der diplomatie .Roemenië heeft alle wetten van fatsoen en zedelijkheid met voe ten getreden. Het is duidelijk dat er tusschen de Ita- liaansche oorlogsverklaring aan Duitsch land en de oorlogsverklaring van Roeme nië aan O.-H. een innerlijk verband be staat." Het „Fremdenblatt" schrijft dan dat Roemenië's deelneming niet in staat zal zijn, de balans van den oorlog ten nadeele van de middenrijken te doen overslaan. „Wij hadden ons reeds lang met de moge lijkheid van een oorlog met Roemenië ver trouwd gemaakt; alle voorbereidingen zijn goed getroffen om den nieuwen vijand met goed gevolg het hoofd le kunnen bieden. Met vergramd gemoed, met rechtmatigen toorn, maar ook met kalmte en vertrouwen gaan wij dezen nieuwen ons opgedrongen strijd tegemoet, vastbesloten ook dezen verraderij ken bondgenoot ter aarde te werpen." Verschillende oorlogsberichten. De oorlogsverklaringen. Hier volgt een lijstje dér oorlogsverkla ringen onze lezers zullen waarschijnlijk wel de tel zijn kwijt geraakt.. 1. OostenrijkServië 28 Juli. 1914. 2. Duitschiland— Rusland 1 Aug. 1914. 3. DuMschlandFrankrijk 3 Aug. 1914. 4. DuitschlandBelgië 3 Aug. 1914. 5. Engó!andDuiitsohlanid 5 Aug. 1914. 6. MontenegroOostenrijk 5 Aug. 1914. 7. Duitsch'andServië 6 Aug. 1914. 8. OostenrijkRusland 6 Aug. 1914. 9. DuiitsoMandMontenegro 6 Aug. 1914. 10. FrankrijkOostenrijk 12 Aug. 1914. 11. Engeland—Oostenrijk 13 Aug. 1914. 12. JapanDuitschland 23 Aug. 1914. 13. OostenrijkJapan 25 Aug. 1914 14. OostenrijkBelgfië 28 Aug. 1914. 15. Turkije1Rusland 2 Nov. 1914. 16. Turkije—F,rainkrijk 6 Nov. 1914., 17. TurkijeEngeland 6 Nov. 1914. 18. .Turkije—België 7 Nov. 1914. 19. ItaliëO»xot.cnrijk 24 _MetL 1915... 20. Turkije—Italiië 22 Aug. 1915. 21. BulgarijeServië 14 Oct. 1915. i 22. Frankrijk—Bulgarije 16 Oct. 1915. 23. Engeland'Bulgarije 16 Oct. 1915. 24. IbalieBulgarije 17 Oct. 1915 25. Rusland—Bulgarije 22 Oct. 1915. .26. DuiLtschlandPortugal 9 Maart 1916. 27. Italië—Duatsch'!and 27 Aug. 1916. 28. Roemenië—Oostenrijk 27 Aug. 1916. 29. DuitschlandRoemenië 28 Aug. 1916. Wanneer zal Griekenland .In den oorlog worden geworpen? Zal het kans alen er bulten te blijven? 't Schijnt haast onmo gelijk. En hoe zaïl Zwitserland het verder stellen? Met teleurstelling en droefenis alen wij de lijist 'der neutrale Staten in Europa steeds kleiner worden. Het getal der neu trale Staten tegenover die der oorLogvoe- rendenrenden staat nu 7 tegenover 13. Petroleum. Overal in Duitschland is thans wederom petroleum .verkrijgbaar ge steld en van bevoegde zijde wordt mede gedeeld, dat door den vermeerderden aan voer de petroleum van den winter in veel ruimere mate 'verstrekt zal kunnen war den. Nieuwe Servische troepen.De Ser vische troepten iti Griekenland hebben alle nieuwe grijze uniformen gekregen, en zijn voorzien van een stalen helm met he.t Servische waipen er on. Een hospitaal voor Turksche officieren. Te Weenen is een hoisoi'taal geopend met lusttuinen voor gewonde Turksche cxf« f rivieren van het frent in Garicië. Nederland en de Oorlog. De 7aak onzer zeevisschers. In buitengewonen dienst seint Reuteir over de getroffen regeling: Voor elk vat (van de 60 percent der ge heele vangst, die aan onzijdige landen zal worden verkocht) zal de Engelsche re- geering den toeslag van 30 shillings aan de Nederlandsche eigenaars betalen. Dit zal een aanmerkelijken invloed hebben. Een lid van een Nederlandsche visscherij- flrma heeft verklaard: De Nederlandsche haring zal evenals altijd op de open markt worden verkocht. Indien bijv. Duitschland 60 shilling per vat biedt en Amerika" 40, zal Amerika de visch krijgen,, omdat de 30 shilling toeslag der Engelsche regeering dan de prijs tot 70 shilling brengt. Biedt Duitschland echter 75 shilling tegen Ame rika 40, dat krijgt Duitschland de visch, als het althans nog zijn 20 pet. van de ge heele vangst krijgt. Amerika zal, naar ik verwacht, het meest van de 60 pCt., die voor onzijdigen is bestemd, krijgen. Verder is overeengekomen, dat de vast gehouden schepen zoo spoedig mogelijk /.uilen worden vrijgelaten en dat de Engel sche regeering den Nederlandsche-n eige naars volledige schadeloosstelling zal ge ven voor het deel van het seizoen, dat hun ft'chepen hebben stilgelegen. Het bedrag der schadeloosstelling zal worden bere kend naar de gemiddelde opbrengst van een seizoen. Ook zal de Engelsche regee- a-ing alle schade, die aan cje schepen mocht zijn gekomen tijdens hun in ternee ring, vergoeden. Er zijn, 30 schepen, die niet behooren tot "de1 vereeniging van reeders en deze zullen niet worden vrijgelaten. Alle andere zul len weldra visschen. Blijkens de voorwaarden van de over eenkomst zullen de 30 shilling toeslag per vat voor de Nederlandsche reeders wor den belegd in (Engelsche) oorlegsleening. De Londensche berichtgever van het „Hbl." bevestigt dat de visscherijquaestóe definitief is geregeld en dat na oriderteeke- ning van de overeenkomst tusschen de Britsche regeering en de visscherijvereeni- ging alle visschersbooten, toebehoorend aan leden dezer vereeniging, zullen wor den vrijgelaten. De schuiten van de niet- leden zullen worden vastgehouden, indien de eigenaars zich niet bij de vereeniging aansluiten. De vereeniging stemde toe geen schadevergoeding te vragen voor de op brenging der schepen en het oponthoud in de havens, maar zij zal gerechtigd zijn schadevergoeding te eischen voor het ver lies van netten en de schade door de wijze van opbrenging veroorzaakt. De Britsche regeering zal den aanvoer naar Nederland toestaan van alle materialen noodig, voor het herstellen van booten en netten enz. op de voorwaarden van meest begunstigde natie. De overeenkomst zal duren tot het einde van het tegenwoordige vlschseizoen, einde Maart, en in Januari zullen opnieuw over FEUILLETON. t Zijn sterke beenen, ie de weelde dragen. hij 'hierin, maar gelang het vaar den vaderiandsehen bodem dichter •de, beter slaagde), ligt voor de hand. scheai trof hem een gevoelige slag den dood van zijn trouwen en braven Everard, die het slachtoffer zij- nenscMeveit: dbeild geworden was. Het van een drenkeling had een iong- ng tengevolge, welke hem zoo ge>- g aangreep, dat hij binnen verloop eenilge dagen met den dood lag te tölen. Hendrik mocht den lijder op- -n; hij was getuilge van zijn kalm en afsterven, en sloot hem. onder een iam tranen, de co gen. Hij had zijn enden vriend beloofd, onmiddellijk landing diens moeder heit droevig van zijn overlijden te zullen pen en voortaan afs zoon voor de I vrouw te zorgen. Hendrik kweet me>t zuilk een nauwgezetheid van belofte, dat hij Zich, in hét vader- I teruggekeerd-, eerst tot de zwaarbe- i moeder beigaf, alvorens de stulp j^a'ler Raclet of wel Anna's winkeltje ^epen. Met omaichtngheild, teneinde Nas hoogbejaarde weduwe n'let te Jdri)r de vreeseiHjke tijding te schok- deelde hij haar alles mede. en eindig- rer aanbieding van Everards spaar- met het dilLngend verzoek liern an ais zoon te willen beschouwen, dut zijn wvoordep zoo kiesch in te kleeden, dat liet voorstel, om in 't vervolg voor haar te mogen zoggen, dankbaar werd aangenomen. Reeds eenige dagen later ontmoeten wij Everards moeder in het huisje van vader Raclet, waar zij, tot innige blijdschap van den grijsaard en diens dochter, haar ove rige levensdagen kwam doorbrengen. Spoedig had zij Anna's vertrouwen gewon nen, en wat deze noch Hendrik noch haar vader had durven toevertrouwen, deelde zij de bejaarde weduwe mede. Vol moeder lijke teederhejj bejegende Everards moe der het jonge meisje, dat er zoo droevig en bleek uitzag, en zich toch zoo gelaten toon de. „Hendrik", sprak vader" Raclet op zeke ren avond, terwijl hij hartelijk de hand van zijn pleegzoon drukte, „wat je thans bedroeven, doch ik ken je hart genoeg om uit mijn mond gaat vernemen, zal je diep te weten, dat je, hij de gedachte aan mijn smartelijk leed, spoedig eigen zielepijnen zult vergeten. Ik ga eiken dag een schrede nader tot het graf, mijn jongen. Agnes is mij voorgegaan en roept me. Wat zal er van Anna worden? Ik wensch me thans over haar met den besten vriend te onder houden, dien zij en ik bezitten." Onder het uitspa-eiken dezer woorden haalde" (bij" uïit zijn zak een röirtefeuille te voorschijn en mam er een brief uit. „Lees dit schrijven eens, Hendrik." De zeeman liét de blikken sjtel over het papier glijden, veranderde als bij toover- slag van gelaatskleur en sprak, terwijl hij den brief weder teruggaf: „Wij moesten hJianover maar niet meer gewagen." „Integendeel, mijn jongen", antwoord de de grijsaard. „Al's Anna's broeder en vriend bettroor je den bijkans blinden ouden man te vervangen, die neig slechts kan weenen over het hartzeer zijner doch ter." Hendriks geilaiat betrok. „Pk' behoef je wel, miet te verklaren", vervolgde vader Raclet, „diat mijn kind vroom en deugdzaam iis. Toen Jacob de pjvoorwerkor haar, zooails je zo-oeven gele een hebt, ten huwelijksvroeg, bouwde zij op di't aiamzoek buiten kijf haar toekomst. Reeds ;is sindsdien een jaar verstreken, en nog altijd heeft hij diets van zich doen hiooren. -Zij heeft hiierover geen klacht geuit, noch den eerzuchtige beschuldigd, omdat hij het oor had geleend aan de ver leidelijke stem eener sirene, die beweerde, dat men - te Parijs gemakkelijk fortuin kan maken. Ik echter,, diêe mijn kinid har telijk liefheb, kon zesr goed de reden gissen, waarom Anna zoo vaak neerslach tig was. Ik wachtte je terugkeer af, Hen drik, om je de zorg voor het geluk mijner dochter toe te vertrouwen. Wil je voor mij naar de wereldstad reuzen en....?" „Naar de wereldstad?" onderbrak de zeeman vol verbazing. „Ja, naar Parijs. Ik heb hiLer het num mer eener courant, waarin veel over den óivoorwerker van Marseille geschreven staat. Men spreekt van beroemd worden, als .iemand naam in de dagbladen voor komt.... Het kan je dus niet moeilijk val len, hem in de hoofdstad te vinden. Her inner hem mondeling aan dqn brief, dien hij kort vóór zijn vertrok geschreven heeft. Denkt hij niiet meer aan ons, zwijg dan en houd je fier, uiit eerbied voor mijn grijze haren en Anna's go^dgn naam. Miocht, hij ons evenwel niet geheel verge ten zijn. zeg hem dan, dat de goede God mij juist lang genoeg laat leven, óm een beschermer aan mijn kind te schenken." „Reken op mij. vader", sprak Hendrik. „Ik wist, dat je mijn wensch zoudt ver vullen", hernam de grijsaard met ont roering, „de wijze, waarop je de aain Everard gedane belofte ziit nagekomen, heeft mijn vertrouwen an je hulpvaardig heid nog verstei-kt. Gaarne zag iik je reeds morgen de reis ondernemen." „Ik zal aan uw verlangen vold'oen, va der." Hendrik vertrok des anderen daag®. Anna en Everards moeder verkeerden in de meening, dat hij door kanitein Lofranc naar Parijs gezonden werd. De zeeman had te veel-gereisd om niet te weten, hoe Blij het moest aanleggen, Jacob in de we reldstad te vinden. Aan 't Itatdon der rue SaiLnt-Lazare afgestapt, was zijn eerste werk te informeeren, welke weg naar 't bureau van „Le Pays" leidde. Hij vroeg er naar het adres van den heer Alard, die het artikel over Jacob geschreveni had. De journalist woonde in de rue Labruyère. Een lüvreiibedi'ende deed open; de heer des huizes was aanwezig en voor den matroos te spreken. Mijnheer", dus vflng HemdriQc aan, „flk veroorloof mij de vrijheéid u een dienst te komen verzoeken. Zou u de beleefdheid vrillen hebben, mij het adres van uw be schermeling, den ovoorw erker, op te geven?" „Volgaarne. Kent gij Jacob?" „Pardon, mijnheer, :1k kom namens een zijner vrienden." „Die zeeman is als -gij, nietwaar?." „Neen, mijnheer. Ilij was vroeger schuo- te voer der, doch is thins te oud om te werken." „Wel, wel! En laat onze mijnheer Jacob! zijn vroege:re kennissen nücts meer van. zfc'h hooren?" „Wat ons van hem bdlcend is, mijnheer, welen wij ulit de couranten. Wij hebben geileizen dat hij rijk is geworden en veron»- d er stellen dat de hoogmoed hem onder zijn slachtoffers telt. Ik wensch hom eens oude namen in 't gelhëug'en terug tè noo- pen." „Vergeet hij zijn vrienden te Marsedllo,- oiok aan hen. diiie hem hl'.er den weg tot vermaardlhedid gebaand hebben., denkt hij niiet veel meer. Zijn fortuin heeft hij aan mijn artikelen te danken, en thans ver waardigt hij zfch silechts een voet over mijn drempel te zetten, als hii een reclame noodcg heeft, of voornemens is een solréd of een diner te geven/, waarvan ophef ba« hoort gemaakt te worden. Ik verwachtte niets beters van hem; ilk had hem te Mar seille reeds gepeeld. Hij béhooat tot dezul ken, wlie een glas champagne hailf droom ken maakt en een lofspraak doet geloo- vep, dat zij genieën zijn. Men loopt thamd met hem weg, en hij verdient veel geld; doch het uur zal komen, dat de publêefka opinie hém voor zijn ij delheid aal doem boeten." „Ik heb niet véél verstand, mijnheer",- sprak de matroos, „doch vat toch goed den zin -uwer woorden; ik zou niet graag in Jacobs plaats wezen. Vokrens mijn oor deel moet men, om gelukk^ te zijn, naieJÈ te hoog wjillen vliegen. "- {Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1