25 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. 7e JAARGAtJQ No. 2066 e S^idóoheGou/torit BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. latere. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekerinQ voor Leiden li cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, f 1.60 per kwartaal Franco per post ff.80 per kwartaaL Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 72/a cent DINSDAG JULI 1916. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 15 een. Ingezonden tnedadeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (ges* Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Het Engelsche offensief. Bij Verdun. - Uit het Engelsche Lagerhuis. - De lersche quaestie. Van de oorlogsterreinen. Overzicht Aan de Somme is thans, na de gevechten van Zondag, eenige stilstand ingetreden. Zoowel de Engelsche als Fransche legër- benchten melden, dat de actie over het al gemeen betrekkelijk rustig is geweiest. Op net Engelsche front hebben de Duitschors bij Longueval tegenaanvallen gedaan, waardoor de Engelschen werden terugge slagen, doch die tot geen verder resultaat hébben geleid. Bij Pozières zijn de Engelschen aanmer kelijk vooruitgekomen. Zij zijn het doTp binnengedrongën en houden dit voor een groot gedeelte bezet. De gevechten duren luier nog voort. Bij Verdun wordt nog aanhoudend ge streden. Op den rechter-Maasoever hebben de Franschen 'bij de kapel van St. Fini een dertigtal gevangenen gemaakt. Ten Wes ten van de hoeve van Tlhiaumont heeift Fransche infanterie een schans genomen, waarbij 5 machinegeweren en 40 gevange nen in haai- handen vielen. In den sector van Fleurv zouden de Franschen in 10 dagen tijd 800 gevangenen gemaakt heb ben. Van het Oostelijk oorlogsterrein valt niets bijzonders te melden; de strijd blijft hier onafgebroken voortduren. De Russen behaalde eenige voordeelen aan de Lipa. Een Italiaansch legerbericht meldt, dat de Italianen hun bezit voltooiden in de dalm-van Travigno en San Pellegrino, de .Cime Stradone namen, en, nieuwe stellin gen op de hellingen ten nooden van de Cime Bocche. 0p Zee. Vreemde duikbooten in Zweedsche wateren. In aansluiting aam het verscherpte ver-, bod van (heit oponthoud van vreemde duik- booten dm Zweedisiche wateren dis eem al gemeen© order uitgevaardigd, waarin wordt bevolen onmiddellijk vreemde duik- ibooten aam te vallen, die zich in Zweed sche watemem heel inden en niet herkend worden als neutrale of als liandelsduik- booten. Deensch schip opgebracht. Het Dee-nsche sitoiomschiip „C'ito" met 'paipiiarpuilp, ds im de Somd door een Diiiitsch oorlogsschep, opgebracht en zuidwaarts ge bracht. (De „Cito" behoort aan de reederij Vee- terliUvet te Esbjerg en meet 867 ton.) België. Schatting van de graanopbrengst. Tusschen 20 en 26 dezer wordt de op brengst geschat van al de akkers, die met graan (wintertarwe, zomertarwe, rogge, rogge, masteluin, spelt, wintergerst, zo- mergerst, haver) werden bebouwd. De schatting moet, naar ,,Vrij België" meedeelt, dn elke gemeente door het ge meentebestuur worden gedaan. De boerde-" rijhouders of hun vertegenwoordigers zijn gehouden, juiste aangiften je doen aan het gemeentebestuur en aan de ambtenaren die door de Duitsche overheid met het toe zicht zijn belast. De schatting geschiedt door middel van invullijsten, die door de bevoegde Provin ciale Oogstcommissies (Provinzial Brnte* Kommissionen) aan de burgemeesters wor den toegezonden en waarop elke landbou wer een afzonderlijke aangifte moet doen voor elk stuk grond waarop hij koren en haver heeft gebouwd. Hij moet daarenbo ven, door eigenhandig zijn naam op de in vullijsten te schrijven, bevestigen, dat de ze schatting door hem naar zijn beste we ten gedaan werd. De bedrijf houders of hun plaatsvervan gers, die opzettelijk de aangiften, waartoe zij krachtens deze verordening en de uit voeringsbepalingen gehouden zijn, niet of onjuist of onvolledig doen, worden met ten hoogste 10.000 mark boete gestraft. Ook kan boete naast gevangenisstraf worden ^uitgesproken.. De bedrijfhouders of hun plaatsvervan gers, die uit nalatigheid de aangifte niet of onjuist of onvolledig doen, worden met ten hoogste drie duidend mark boete ge straft. Engeland. De lersche quaestie. Bij de bespreking in het Lagerhuis over de lersche quaestie zei-do Redmond: Indien het wetsontwerp, dat de schikking in Ier land belichaamt, in eenig onderdeel r.i wijkt van de voorwaarden, waarover de beide lersche partijen het met Lloyd Geor ge eens zijn geworden, dan zullen de na tionalisten zich tegen het geheele ontwerp_ verzetten. In zijn antwoord zeide Lloyd George, dat de unionisten staan op een wijziging ten aanzien van de vertegenwoordiging der nationalisten in het rijksparlement na in stelling van home rule en dat de regee ring het ontwerp alleen kan indienen, in dien de nationalisten met die wijziging ge noegen nemen. Op deze woorden volgde luid ontkennend geroep van de zijde der nationalisten, waarop Lloyd George zijn diep leedwezen betuigde, dat de poging der regeering om een schikking te bewerken, was mislukt. Carson legde den nadruk op de noodza kelijkheid van een schikking tusschen na tionalisten en Ulsterianen en gaf uiting aan zijn sterk verlangen om de oorspron- lijk door Lloyd George ontw-orpen regeling tot stand te brengen. Hij gaf daardoor te kennen dat hij weinig waarde hechtte aan de wijziging waartegen de nationalisten zich kanten. Engeland's oorlogskosten. Minister Asquit'h heeft in het Lagerhuis het crediet ingediend van 450,000,000 pd. £t., waardoor het totaal der Engelsche oorlogskosten sedert 't begin van den oor- iLoig ap 2,832,000,000 jp-d.st. komt. De dage- lijksche uitgaven zijn gestegen tot 5,050,000 pd. St. voor het tijdvak van 21 Mei tot 22 Juli. De uitgaven betreffen voornamelijk leger, vloot en munitie. De uitgaven voor de vloot blijven gelijkmatig en een belang rijke stijging is in de naaste toekomst niet te verwachten. De uitgaven vöor het le ger hadden haar hoogtepunt bereikt in No vember 1915. Zij zullen waarschijnlijk over de maand Juli 1916 nog hooger zijn, en ten zij de een of. andere groote verandering !van politiek wordt irigevoejrd, zal die hoogte in de (naaste toekomst blijven ge handhaafd. De uitgaven aan munitie zijn" tot de grootste totdusverre bereikte hoogte geklommen en zouden zelfs nog wel kun nen toenemen. Aan leeniingsgelden voor de bondgenoo- ten en overzeesche gewesten werd gemid deld 132,000 .pd.et. per dag uitgegeven. Zij bedroegen 457,000,000 pcLst. voor het tijd vak van 1 April to<t 22 Julfi. Roger Casement. De procureur-generaal heeft geweigerd, aan Roa'er Casement toe te staan Sn hoo ger beroep te komen bij bet Hóóg-erfhuis. Uit het Lagerhuis. In het Lagerhuis klaagde Churchill er over dat Asqu/ith in zijn redevoering over het nieuwe oorlogscred-iet geen overzient had gegeven van den militairen toestand. Llioyd George antwoordde in zijn eerste rede als minfiister van oorlog dat het on mogelijk is een blik te werpen op die r. iLi- taire vooruitzichten midden in een slag. De voorudtziiöhiten zijn echter gunstig. Onze generaals zijn meer dan tevreden over de vorderingen die er worden gemaakt. Onze nieuwe buigerlegers drukken een zeer machtigen vijand achteruit, die de beste hersenen van bet land gedurende twee gesfachteh heeft gewijd aan het hestuiee- ren van de oorlogswetenschap. Wat er ook dn dezen of ©enigen anderen Slag m-oge gebeuren vervolgde Lloyd George ik twijfel hoegenaamd riet, ik koester thanis het vertrouwen dat de (ver winning ic'j ve.rzrlkerd.. Er was é6*i ding dat ons ongetrusühejd baarde. Wij wöisten dat voor de uitrusting werd gezorgd t et een spoed, waarmee nooit.ter wereld ♦en le ger is uitgerust; doch zouden de man nen, die nog maar 6 maanden oefening hadden, weten boe die uitrusting te ge bruiken en dn staat z-ijn de prachtige ge weren waarmee zij voorzien rijn, rp zoo danige wijze te gebruiken, dat zij de klei ne doelpunten op 3, 4 of 5 mijl afstand kunnen raken? Zij hebben het gedaan. Heit was de eenige ongerustheid, die er nog was gebleven. Wij weten thuis echter dat onze mannen al hun verstand en in- 'gp-anning (hebben gewijd aan het vohna- ken van bun bedrevenheid, op zoodanige wijze dat zij voor hun land de overwin ning kunnen bevechten. Dat is de reden van mijn vertrouwen. De get allien en alle andere hulpmidde len zijn aan onzen kant. Dö eenige vree® was, dat de jaren van oefenen en denken aan de zijde van de groote militaire mo gendheid -iets onoverkomelijks zouden blijken. Onze mannen hebben bewezen,, dat dit niet zoo os en dat Engelands rijk dom aan hulpmiddelen en het Engelsche intellect binnen weinige maanden de over winning zullen behalen over wat eens iets onverwinnelijks leek (toejuichingen). Wat deze slag leert is, dat wij eenvoudig hebben door te zetten met aiWie m-aterieele1 hulpmiddelen, die te onzer beschikking staan en de zége aal ons zijn! (To ej ui chin- gen.) Buitenlandsche berichten. Het ongeluk op de-Spree. Omtrent de noodlottige aanvaring op de Boven-Spree vinden wij bijzonderheden in de Beriijnsche bladen. De ramp gebeur de op het riviergod eeüte dat den naam draagt van Langen See", bij Grünau. De motorboot, dJie door het stoomschip „Hindenburg" doormidden werd. gevaren, had ongeveer 50 Zondagsrfitgangens aan boord. Ze zonk binnen enkele minuten. Aide passagiers raakten te water, slechts een 20-tal kon zich redden. Onder de 30 verdronkenen waren ook verscheidene kanderen. Het schijnt dat ook de motor is ontploft. Het ongeluk gebuide Zondagmiddag om kwart voor vlieren. De motorboot stak van Grünau de rivier over naar Schmetter- ifingehorst. De passagiersibo-ot „Hinden burg" kwam van den kant van Berlijn. Beide bestuurders hebben blijkbaar ge meend. elkander te kunnen pas-seeren. en ei- werd geen vaart geminderd. Toen de motoihoot dwars voor de „Hindenburg" kwam. bleek het dat er aan uitwijken niet meer te denken viel. De „Hindenburg" sneed de motorboot doormidden en liep over de beide zinkende doelen heen. Er werd een luide knal gehoord, men zag de beide van elkander gescheiden die-eden van de motorboot nog even boven water ko men, en teen zonken ze onmiddellijk we der in de diepte. De tent van de motorboot maakte het reddingsweik vrijwel onmo gelijk. De schipper va-n de motorboot en zijn zoon, die voor hem aan 't stuurrad stond, zijn beide verdronken. De kapitein van de „Hindenburg" verzekert, door bellen tij dig te hebben gewaarschuwd en schrijft de ramp toe aan de onervarenheid van den schipperszoon. Nederland en de Oorlog. Het opbrengen van visschersschepen. Reuter seint uit Londen: De uitgebreidheid waarmede de Hol- landsche visschersvloot gebruikt werd om Duitschland van visch te voorzien, heeft een ernstig punt van overweging uitge maakt bij de Engelsche regeering. Het is algemeen bekend, dat circa 90 pet. van de haring en een zeer belangrijk gedeelte van andere visch, die door de Hollandsche visschersvaartuigen waren gevangen, di rect werden betaald door Duitsche koopers De Engelsche regeering heeft het daar om noodig geacht een aantal visschers schepen voor het prijshof te brengen en, heeft ook een aantal schepen vastgehou den, omdat zij in verboden wateren viseh- ten, een bedrijf, waafrin de Nederlandsche visscherijbelanghebbenden koppig" blijven volharden, niettegenstaande de waarschu wingen gegeven door hun eigen regeering. Door de Engelsche regeering is erkend, dat eenige moeilijkheden worden veroor zaakt door deze handelwijze en zij heeft zich. bereid verklaard met de vertegen woordigers van de Nederlandsche vissche- rijblanghebbenden te confereeren, ten earn de eenige maatregelen te overwegen om den toestand te verlichten. Stoomtloggger beschoten. Omtrent de beschieting van den Vl-aar- dmigscben etoomlogger „VL 106" van d« reederij De Eendracht deelt de directeur, de Iheea* H. de Konver, het volgende mede: Op 19 Jiulba bevond zich het schip op 56 gr. N.B. 's Morgens 5 uur was de vleet binnengehaald en sindsdien was de trol- Ier met.gestopte machines drijvende ge bleven. Tot plotseling te ongeveer 8 uur de bemanning werd opgeschrikt door een schot, waarvan het projectiel eenige me ters van de „VL 106" in zee plofte. Met een verrekijker ontdekte men aan den ho rizon een duikboot, die "riak daarop bin nen een paar minuten vijf schoten lo-stev zonder evenwel doel te treffen. De schip per van de VL 106, de lieer J. de Jong, gaf toen bevel koers te houden op de duik boot en vooral zorg te dragen, dat da Nederlandsche vlag, die steeds zeer dui delijk gevoerd was, goed zichtbaar bleef. Toen de duikboot kort hierna weer 2 schoten loste, waarvan één kogel tuisschen pijp en mast heensuisde, verwijderde zich de duikboot naar een nabijzijnd Noorscb stoomschip. Blijkbaar nadat op de duik boot was opgemerkt, dat de „VL 106" nóet getroffen was, koerste de- duikboot weer terug naar den treiter en loste wee-r twee schoten. De schipper, die in tusschen be volen had te stoppen, beval hierop weer naar de- .duikboot.,koera te houden. Deze naderde de kanonnen gericht op de ,,VL' 106", en beval den schipper de scheepspa pieren aan boord te brengen. Aan dit bevel weid onmiddellijk vol» daan. Op de vraag van den schipper aan den kapitein, wat dit alles beteeken de, daar tocfh het vissöhersvaartung duidelijk- zicht baar de HollLandsehe kleuren drcxeg, ant woordde de kapitein: Dat doen de Engel sche treilei® ook allemaal. Ten slotte zij vermeld, dat de duikboot geen nummer droeg. Schipbreukelingen aange bracht. Gisterenavond kwam de Scheveningsche logger Sch. 208, schipper Jan den Ileijer, voor de haven té Scheveningen met 28 schipbreukelingen aan boord, afkomstig van 3 Noorsche scheepjes, welke, naar be weerd wordt, eergisteren op ongeveer 70 mijl uit de Engelsche kust op 55 gr. 30 m. N.B. door een Duitschen onderzeeër in brand."zouden zjjn geschoten. Naar wordt uit Scheveningen bericht: Om ongeveer 8 uur 45 min. kwam de Sch 208 voor de haven en seinde dat hij schip breukelingen aan boord had. De haven meester, de heer G. Bakker, begaf zich on middellijk met de motor-reddingsboot Jhr.; Rutgers van Rozenburg naar buiten en haalde al vast 9 schipbreukelingen af, die door zijn zorgen naar het politiebureau Duinstraat' werden overgebracht, waar voor hen en de anderen, die met hoogwa ter gisterenavond met den logger binnen kwamen, voor nachtlog-ies werd gezorgd.. Blijkens mededeeling van de schipbreu kelingen, maken zij deel uit van de be manning van 3, met hout beladen Noor sche schepen, welke door een Duitsche duikboot getorpedeerd zijn 35 mijl uit de Engelsche kust. De duikboot nam de bemanningen in FEUILLETON. Het gebed verhoord. 2) ,,U schijnt te vermoeden, wat ons de on aangename plicht oplegt, u pp deze wijze te bezoeken. Uw man is, zooals u weet door zijn heer belast een landgoed te kee pen, en had een bedrag van honderd dui zend mark bij zich. Hij heeft het landgoed net gekocht, noch is hij met het geld te ruggekeerd; ja zelfs is hij dn 't geheel niet ter plaatse geweest. Een moord of een an dere aanslag is geheel uitgesloten, daar terstond alle autoriteiten telegrafisch be richt ontvangen hebben, en deze- hebben niet het minste spoor van een ongeluk of een misdaad ontdekt. Het 'kan dan ook niet anders, of uw man moeit met het geld zich uit de voeten gemaakt hebben, en gij zult daarvan wel meer weten. Ik raad u ■aan een openhartige bekentenis te doen, daar 't bedrog vroeg of laat toch aan den dag komt en uw straf dian des te gevoeli ger zijn zal." Alsof de bliksem in 't vertrek geslagen was, zoo hevig was de arme vrouw ge schrokken. Elke andere jobstijding had' ze verwacht, doch dat men haar man en haar voor bedriegers hield, dat had zij nooit kunnen dentoen. Haar krachten begaven haan' en met de doend en: „Ge rechte Hemel, sta ons bijl" aonto zij be wusteloos neer. Tot dan toe had Gahrielle, een beeld gelijk, niet kunnen spreken. Men waagde heit haar vader, dlien zij zoo hinderlijk lief had, en vafi wien zij nooit anders dan een goed voorbeeld gehad had, diof lei bes&mldigen, ea baar nxo®dar* die haar van haar prilste jeugd slechts de deugd voor oogen had gehouden, ais me deplichtige'. „O moeder, lieve moeder", riep zij ten slotte en snelde op haar toe, „laat u drit toch niet zoo krenken, het kan slechts een dwaflirig zijn, een misverstand, en die goede God zal vaders onschuld wel dra aan dén dag brengenf" Bij dit too nee 1 kwam er zelfs een zach ter gevoel aver den comimustsarijs van poli tie. Hij mocht echter aan dit gevoel niet toegeven; hij wenkte een agent en zij be gonnen de huiszoeking. Een uur daarna verlieten zij het hui®, zonder tot eenig be vredigend resultaat te zijn gekomen. Maanden waren er voorbijgegaan sedert het raadselachtig verdwijnen van Wolzer, en niet het minste spoor ervan was nog ontdekt. In haar jeugd had juffrouw Wok er de fraaie handweikeni uitstekend geleerd; ook thans neg was zij d'aar zeer bekwaam dn en Gabrielle toonde veel aanleg er voor. Wiie zou echter bij de vrouw van een ver meenden bedrieger bestellingen doen? vroeg zij zich bekommerd af en donker zag zij de toekomst in. Doch nu kwam de eerwaarde heer pas toor ter hulp. Sedert jaren kende hij de familie Wolzer en had geen oogenhldk ge loof geslagen aan de schuld' des rentmees ters. Hij beloofde voor de arme wouw te zullen doen, wat in zijn vermogen was. En dat gebeurde. Reeds eeriige dagen daarna kreeg Juffrouw Wolzer, door bemiddeling van den pjastoor, bestellingen uiit een winkel van mode-artikelen, en wijl zij en üabriello het werft iot gropf genoegen de£ werfcversclh af fe rs af levenden, kregen zij vast en beter werk, zoodat het gdbrek nog niet voorr de deur stond. Doch het groote leed om haar echtgenoot, wat hem wel mocht overkomen zijn, liet haar geen rus- tip uiur meer. Bijna vijf jaren waren na dit treurige voorval voorbijgegaan. Wat er met den ■rentmeester Wolzer gebeurd, of waar hij gebleven was, wdst nog niemand; men had niet de minste aanwijzing gevonden. De hoop, haar echtgenoot nog op deze wereld terug te zdeai, had juffrouw Wolzer gqheel opgegeven, want zij gevoelde maar al te wel, dat het uur niiet ver meer af was van haar vertrokken uil deze wereld. Spoedig reeds süioeg dat uur voor haar. Nog eerder dan zij het gedacht had werd zij op het ziekbed geworpen. Noch de vu rige gebeden der dochter, noch de kunst middelen der dokters vermochten haar te redden. Bitter weeneoud knielde Gabrielle aan het ziekbed haror innig geliefde moe der. ..Kan het dan werkelijk Gods wil zijn", sprak zij" tot zich zelf, „mij het dier baarste en liefste te ontnemen, wat ik op aa/nde beeit, en mij als arme, verachte wees achterlaten?" „Troost u, liiietf, goed kind! Blijf altijd braaf en godsdienstig, dan zal God., de vader van weduwen en weezen u ook niet vergeten. Van nu af zij God uw vader en Maria, de Moeder Gods, zij voortaan uwe moeder." Na deze woorden zonk de zieke uitgeput achterover; zij sloot de oogen tot dien slaap, waaruit niemand1 ontwaakt in deze wereld'. Wedey waaien er eeni^o, dagen heenge- s&eJd h'a de befcriiteriif* Mm! jtidÜPJiE Wolzer. Gabriel les verdriet was onbe schrijfelijk, en haar toestand vertwijfe lend. Wat moest zij nu beginnen als arme verlatene, door de mensehen verachte wees? Zoo was de maand Mei aangebroken, en Gabrielle steillda ztich in 't bijzonder ond'er de hoede der Koningin der Mei, zooals wij haar ook in 't begin van dit verhaal hebben aangetroffen. Het was op den morgen, volgende op avond, waarop zij zoo vurig bad en een onbekende dame den koster vroeg, wie dat mei®je was. Juist dezen morgen waren er vijf jaren voorbijgevlogen, waarop zij '.t liaatst haren dierbaren vader gezien had. Alle treurge Hagen en uren, sedert dlit voorval doorleefd, trokken thans hel der eh klaar haar geestesoog voorbij. Er werd aan de deur geklopt en een deftige, oude dame trad' binnen. „U is juffrouw Wolzer?" „Ja, die ben ik-" Mijn naam is jonkvrouwe von Hagenov. Ik zoek een juffrouw van gezelsohap voor mij. Ik heb u in de kerk gezien en ook ge- booöd, dat gij een wees zijt en een betrek king- zoekt.- Daarom kom ik bij^ u, en wiensch u te vragen of gij met mij naar Mündhen gaat en daar bij mij juffrouw van gezelschap worden wilt." „Zeer gaarne," antwoordde Gahriellei, „maar..." „Dan kunt gij u voor de reis gereed maken. Morgenmiddag vertrekken wij." Nog denzélfden diag verkocht Gabrielle van de weinige meubeen, weke zij bezat, diie, welke zij miiasen kon. Den volgenden morgen gang zij nos? eens naar de haar zoa Jiêf sswojiidiéia aan* ktèE afscheid-, en toen g'ing het in den vree mie onder onbekenden. In een deftig hui® in de Ludwigstraafc te Mündhen bewoonde mevrouw von Ha- igenov met haar zoon, diie dokter was, de eerste verdieping. Na aankomst van het jonge meisje bracht mevrouw haar zelf naar de voor haar bestemde kamer en gebood haar vriendelijk spoedig ter rust» te gaan om uit te rusten van de vermoeie nis der reis. Moede en afgemat volgde Gabrielle terstond den wel gem eend en raad harer meesteres en, genoot weldra een veikw/ïkkenden slaap. Den volgenden ochtend stond zij versterkt op, en opende de vensters, om de frissche Mei-lucht binnen te laten. Het bonte gewoel de® straat bood haar een schoenen, vroolij- ken aanblik. Wel was het hier anders dan: dn haai* vroegere woonplaats. Hoe zou hel gaan? wats haar eerste gedachte. Mevrouw von Hagenov, eensde ecihtgé- noote van een vermogend professor en beroemden dokter doch nu sedert een aan tal jaren weduwe, behandelde Gabrielle met moederlijke liefde, en dat werkte wel dadig op het gemoed der arme wees, zoo- dat zij weldra haar kommer én verdriel kon vergeten. Gabrielle deed van haafl kant h'aar best haar meesteres, alsmed» den doktea'. haar zoon, zoo dankbaar mo gelijk te zijn. Zij trachtte haar meestere* eiken wensch uit de oog elm te lezen en dis terstond nauwgezet te volvoeren. Door haar vriendelijk, bescheiden wezen jegeoa* iedereen, en door haar vroomheid won zij vooral de achtnng van mevrouw Hagenov en ook van haar zoon, die evea|, als zijn moedex zesc god^dienmtriig was. tsuavtteu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1