25
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
7e JAARGAtJQ
No. 2066
e S^idóoheGou/torit
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
latere. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekerinQ
voor Leiden li cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, f 1.60 per
kwartaal Franco per post ff.80 per kwartaaL
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent
per kwartaal, bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 72/a cent
DINSDAG
JULI
1916.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 15 een.
Ingezonden tnedadeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (ges*
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Het Engelsche offensief. Bij Verdun.
- Uit het Engelsche Lagerhuis. - De
lersche quaestie.
Van de oorlogsterreinen.
Overzicht
Aan de Somme is thans, na de gevechten
van Zondag, eenige stilstand ingetreden.
Zoowel de Engelsche als Fransche legër-
benchten melden, dat de actie over het al
gemeen betrekkelijk rustig is geweiest. Op
net Engelsche front hebben de Duitschors
bij Longueval tegenaanvallen gedaan,
waardoor de Engelschen werden terugge
slagen, doch die tot geen verder resultaat
hébben geleid.
Bij Pozières zijn de Engelschen aanmer
kelijk vooruitgekomen. Zij zijn het doTp
binnengedrongën en houden dit voor een
groot gedeelte bezet. De gevechten duren
luier nog voort.
Bij Verdun wordt nog aanhoudend ge
streden. Op den rechter-Maasoever hebben
de Franschen 'bij de kapel van St. Fini een
dertigtal gevangenen gemaakt. Ten Wes
ten van de hoeve van Tlhiaumont heeift
Fransche infanterie een schans genomen,
waarbij 5 machinegeweren en 40 gevange
nen in haai- handen vielen. In den sector
van Fleurv zouden de Franschen in 10
dagen tijd 800 gevangenen gemaakt heb
ben.
Van het Oostelijk oorlogsterrein valt
niets bijzonders te melden; de strijd blijft
hier onafgebroken voortduren. De Russen
behaalde eenige voordeelen aan de Lipa.
Een Italiaansch legerbericht meldt, dat
de Italianen hun bezit voltooiden in de
dalm-van Travigno en San Pellegrino, de
.Cime Stradone namen, en, nieuwe stellin
gen op de hellingen ten nooden van de
Cime Bocche.
0p Zee.
Vreemde duikbooten in Zweedsche
wateren.
In aansluiting aam het verscherpte ver-,
bod van (heit oponthoud van vreemde duik-
booten dm Zweedisiche wateren dis eem al
gemeen© order uitgevaardigd, waarin
wordt bevolen onmiddellijk vreemde duik-
ibooten aam te vallen, die zich in Zweed
sche watemem heel inden en niet herkend
worden als neutrale of als liandelsduik-
booten.
Deensch schip opgebracht.
Het Dee-nsche sitoiomschiip „C'ito" met
'paipiiarpuilp, ds im de Somd door een Diiiitsch
oorlogsschep, opgebracht en zuidwaarts ge
bracht.
(De „Cito" behoort aan de reederij Vee-
terliUvet te Esbjerg en meet 867 ton.)
België.
Schatting van de graanopbrengst.
Tusschen 20 en 26 dezer wordt de op
brengst geschat van al de akkers, die met
graan (wintertarwe, zomertarwe, rogge,
rogge, masteluin, spelt, wintergerst, zo-
mergerst, haver) werden bebouwd.
De schatting moet, naar ,,Vrij België"
meedeelt, dn elke gemeente door het ge
meentebestuur worden gedaan. De boerde-"
rijhouders of hun vertegenwoordigers zijn
gehouden, juiste aangiften je doen aan het
gemeentebestuur en aan de ambtenaren
die door de Duitsche overheid met het toe
zicht zijn belast.
De schatting geschiedt door middel van
invullijsten, die door de bevoegde Provin
ciale Oogstcommissies (Provinzial Brnte*
Kommissionen) aan de burgemeesters wor
den toegezonden en waarop elke landbou
wer een afzonderlijke aangifte moet doen
voor elk stuk grond waarop hij koren en
haver heeft gebouwd. Hij moet daarenbo
ven, door eigenhandig zijn naam op de in
vullijsten te schrijven, bevestigen, dat de
ze schatting door hem naar zijn beste we
ten gedaan werd.
De bedrijf houders of hun plaatsvervan
gers, die opzettelijk de aangiften, waartoe
zij krachtens deze verordening en de uit
voeringsbepalingen gehouden zijn, niet of
onjuist of onvolledig doen, worden met ten
hoogste 10.000 mark boete gestraft. Ook
kan boete naast gevangenisstraf worden
^uitgesproken..
De bedrijfhouders of hun plaatsvervan
gers, die uit nalatigheid de aangifte niet
of onjuist of onvolledig doen, worden met
ten hoogste drie duidend mark boete ge
straft.
Engeland.
De lersche quaestie.
Bij de bespreking in het Lagerhuis over
de lersche quaestie zei-do Redmond: Indien
het wetsontwerp, dat de schikking in Ier
land belichaamt, in eenig onderdeel r.i
wijkt van de voorwaarden, waarover de
beide lersche partijen het met Lloyd Geor
ge eens zijn geworden, dan zullen de na
tionalisten zich tegen het geheele ontwerp_
verzetten.
In zijn antwoord zeide Lloyd George, dat
de unionisten staan op een wijziging ten
aanzien van de vertegenwoordiging der
nationalisten in het rijksparlement na in
stelling van home rule en dat de regee
ring het ontwerp alleen kan indienen, in
dien de nationalisten met die wijziging ge
noegen nemen. Op deze woorden volgde
luid ontkennend geroep van de zijde der
nationalisten, waarop Lloyd George zijn
diep leedwezen betuigde, dat de poging der
regeering om een schikking te bewerken,
was mislukt.
Carson legde den nadruk op de noodza
kelijkheid van een schikking tusschen na
tionalisten en Ulsterianen en gaf uiting
aan zijn sterk verlangen om de oorspron-
lijk door Lloyd George ontw-orpen regeling
tot stand te brengen. Hij gaf daardoor te
kennen dat hij weinig waarde hechtte aan
de wijziging waartegen de nationalisten
zich kanten.
Engeland's oorlogskosten.
Minister Asquit'h heeft in het Lagerhuis
het crediet ingediend van 450,000,000 pd.
£t., waardoor het totaal der Engelsche
oorlogskosten sedert 't begin van den oor-
iLoig ap 2,832,000,000 jp-d.st. komt. De dage-
lijksche uitgaven zijn gestegen tot 5,050,000
pd. St. voor het tijdvak van 21 Mei tot 22
Juli. De uitgaven betreffen voornamelijk
leger, vloot en munitie. De uitgaven voor
de vloot blijven gelijkmatig en een belang
rijke stijging is in de naaste toekomst niet
te verwachten. De uitgaven vöor het le
ger hadden haar hoogtepunt bereikt in No
vember 1915. Zij zullen waarschijnlijk over
de maand Juli 1916 nog hooger zijn, en ten
zij de een of. andere groote verandering
!van politiek wordt irigevoejrd, zal die
hoogte in de (naaste toekomst blijven ge
handhaafd. De uitgaven aan munitie zijn"
tot de grootste totdusverre bereikte hoogte
geklommen en zouden zelfs nog wel kun
nen toenemen.
Aan leeniingsgelden voor de bondgenoo-
ten en overzeesche gewesten werd gemid
deld 132,000 .pd.et. per dag uitgegeven. Zij
bedroegen 457,000,000 pcLst. voor het tijd
vak van 1 April to<t 22 Julfi.
Roger Casement.
De procureur-generaal heeft geweigerd,
aan Roa'er Casement toe te staan Sn hoo
ger beroep te komen bij bet Hóóg-erfhuis.
Uit het Lagerhuis.
In het Lagerhuis klaagde Churchill er
over dat Asqu/ith in zijn redevoering over
het nieuwe oorlogscred-iet geen overzient
had gegeven van den militairen toestand.
Llioyd George antwoordde in zijn eerste
rede als minfiister van oorlog dat het on
mogelijk is een blik te werpen op die r. iLi-
taire vooruitzichten midden in een slag.
De voorudtziiöhiten zijn echter gunstig. Onze
generaals zijn meer dan tevreden over de
vorderingen die er worden gemaakt. Onze
nieuwe buigerlegers drukken een zeer
machtigen vijand achteruit, die de beste
hersenen van bet land gedurende twee
gesfachteh heeft gewijd aan het hestuiee-
ren van de oorlogswetenschap.
Wat er ook dn dezen of ©enigen anderen
Slag m-oge gebeuren vervolgde Lloyd
George ik twijfel hoegenaamd riet, ik
koester thanis het vertrouwen dat de (ver
winning ic'j ve.rzrlkerd.. Er was é6*i ding dat
ons ongetrusühejd baarde. Wij wöisten dat
voor de uitrusting werd gezorgd t et een
spoed, waarmee nooit.ter wereld ♦en le
ger is uitgerust; doch zouden de man
nen, die nog maar 6 maanden oefening
hadden, weten boe die uitrusting te ge
bruiken en dn staat z-ijn de prachtige ge
weren waarmee zij voorzien rijn, rp zoo
danige wijze te gebruiken, dat zij de klei
ne doelpunten op 3, 4 of 5 mijl afstand
kunnen raken? Zij hebben het gedaan.
Heit was de eenige ongerustheid, die er
nog was gebleven. Wij weten thuis echter
dat onze mannen al hun verstand en in-
'gp-anning (hebben gewijd aan het vohna-
ken van bun bedrevenheid, op zoodanige
wijze dat zij voor hun land de overwin
ning kunnen bevechten. Dat is de reden
van mijn vertrouwen.
De get allien en alle andere hulpmidde
len zijn aan onzen kant. Dö eenige vree®
was, dat de jaren van oefenen en denken
aan de zijde van de groote militaire mo
gendheid -iets onoverkomelijks zouden
blijken. Onze mannen hebben bewezen,,
dat dit niet zoo os en dat Engelands rijk
dom aan hulpmiddelen en het Engelsche
intellect binnen weinige maanden de over
winning zullen behalen over wat eens
iets onverwinnelijks leek (toejuichingen).
Wat deze slag leert is, dat wij eenvoudig
hebben door te zetten met aiWie m-aterieele1
hulpmiddelen, die te onzer beschikking
staan en de zége aal ons zijn! (To ej ui chin-
gen.)
Buitenlandsche berichten.
Het ongeluk op de-Spree.
Omtrent de noodlottige aanvaring op de
Boven-Spree vinden wij bijzonderheden
in de Beriijnsche bladen. De ramp gebeur
de op het riviergod eeüte dat den naam
draagt van Langen See", bij Grünau.
De motorboot, dJie door het stoomschip
„Hindenburg" doormidden werd. gevaren,
had ongeveer 50 Zondagsrfitgangens aan
boord. Ze zonk binnen enkele minuten.
Aide passagiers raakten te water, slechts
een 20-tal kon zich redden. Onder de 30
verdronkenen waren ook verscheidene
kanderen. Het schijnt dat ook de motor is
ontploft.
Het ongeluk gebuide Zondagmiddag om
kwart voor vlieren. De motorboot stak van
Grünau de rivier over naar Schmetter-
ifingehorst. De passagiersibo-ot „Hinden
burg" kwam van den kant van Berlijn.
Beide bestuurders hebben blijkbaar ge
meend. elkander te kunnen pas-seeren. en
ei- werd geen vaart geminderd. Toen de
motoihoot dwars voor de „Hindenburg"
kwam. bleek het dat er aan uitwijken niet
meer te denken viel. De „Hindenburg"
sneed de motorboot doormidden en liep
over de beide zinkende doelen heen. Er
werd een luide knal gehoord, men zag de
beide van elkander gescheiden die-eden van
de motorboot nog even boven water ko
men, en teen zonken ze onmiddellijk we
der in de diepte. De tent van de motorboot
maakte het reddingsweik vrijwel onmo
gelijk.
De schipper va-n de motorboot en zijn
zoon, die voor hem aan 't stuurrad stond,
zijn beide verdronken. De kapitein van de
„Hindenburg" verzekert, door bellen tij
dig te hebben gewaarschuwd en schrijft
de ramp toe aan de onervarenheid van
den schipperszoon.
Nederland en de Oorlog.
Het opbrengen van visschersschepen.
Reuter seint uit Londen:
De uitgebreidheid waarmede de Hol-
landsche visschersvloot gebruikt werd om
Duitschland van visch te voorzien, heeft
een ernstig punt van overweging uitge
maakt bij de Engelsche regeering. Het is
algemeen bekend, dat circa 90 pet. van de
haring en een zeer belangrijk gedeelte van
andere visch, die door de Hollandsche
visschersvaartuigen waren gevangen, di
rect werden betaald door Duitsche koopers
De Engelsche regeering heeft het daar
om noodig geacht een aantal visschers
schepen voor het prijshof te brengen en,
heeft ook een aantal schepen vastgehou
den, omdat zij in verboden wateren viseh-
ten, een bedrijf, waafrin de Nederlandsche
visscherijbelanghebbenden koppig" blijven
volharden, niettegenstaande de waarschu
wingen gegeven door hun eigen regeering.
Door de Engelsche regeering is erkend,
dat eenige moeilijkheden worden veroor
zaakt door deze handelwijze en zij heeft
zich. bereid verklaard met de vertegen
woordigers van de Nederlandsche vissche-
rijblanghebbenden te confereeren, ten earn
de eenige maatregelen te overwegen om
den toestand te verlichten.
Stoomtloggger beschoten.
Omtrent de beschieting van den Vl-aar-
dmigscben etoomlogger „VL 106" van d«
reederij De Eendracht deelt de directeur,
de Iheea* H. de Konver, het volgende mede:
Op 19 Jiulba bevond zich het schip op 56
gr. N.B. 's Morgens 5 uur was de vleet
binnengehaald en sindsdien was de trol-
Ier met.gestopte machines drijvende ge
bleven. Tot plotseling te ongeveer 8 uur
de bemanning werd opgeschrikt door een
schot, waarvan het projectiel eenige me
ters van de „VL 106" in zee plofte. Met
een verrekijker ontdekte men aan den ho
rizon een duikboot, die "riak daarop bin
nen een paar minuten vijf schoten lo-stev
zonder evenwel doel te treffen. De schip
per van de VL 106, de lieer J. de Jong, gaf
toen bevel koers te houden op de duik
boot en vooral zorg te dragen, dat da
Nederlandsche vlag, die steeds zeer dui
delijk gevoerd was, goed zichtbaar bleef.
Toen de duikboot kort hierna weer 2
schoten loste, waarvan één kogel tuisschen
pijp en mast heensuisde, verwijderde zich
de duikboot naar een nabijzijnd Noorscb
stoomschip. Blijkbaar nadat op de duik
boot was opgemerkt, dat de „VL 106" nóet
getroffen was, koerste de- duikboot weer
terug naar den treiter en loste wee-r twee
schoten. De schipper, die in tusschen be
volen had te stoppen, beval hierop weer
naar de- .duikboot.,koera te houden. Deze
naderde de kanonnen gericht op de ,,VL'
106", en beval den schipper de scheepspa
pieren aan boord te brengen.
Aan dit bevel weid onmiddellijk vol»
daan.
Op de vraag van den schipper aan den
kapitein, wat dit alles beteeken de, daar
tocfh het vissöhersvaartung duidelijk- zicht
baar de HollLandsehe kleuren drcxeg, ant
woordde de kapitein: Dat doen de Engel
sche treilei® ook allemaal.
Ten slotte zij vermeld, dat de duikboot
geen nummer droeg.
Schipbreukelingen aange
bracht.
Gisterenavond kwam de Scheveningsche
logger Sch. 208, schipper Jan den Ileijer,
voor de haven té Scheveningen met 28
schipbreukelingen aan boord, afkomstig
van 3 Noorsche scheepjes, welke, naar be
weerd wordt, eergisteren op ongeveer 70
mijl uit de Engelsche kust op 55 gr. 30 m.
N.B. door een Duitschen onderzeeër in
brand."zouden zjjn geschoten.
Naar wordt uit Scheveningen bericht:
Om ongeveer 8 uur 45 min. kwam de Sch
208 voor de haven en seinde dat hij schip
breukelingen aan boord had. De haven
meester, de heer G. Bakker, begaf zich on
middellijk met de motor-reddingsboot Jhr.;
Rutgers van Rozenburg naar buiten en
haalde al vast 9 schipbreukelingen af, die
door zijn zorgen naar het politiebureau
Duinstraat' werden overgebracht, waar
voor hen en de anderen, die met hoogwa
ter gisterenavond met den logger binnen
kwamen, voor nachtlog-ies werd gezorgd..
Blijkens mededeeling van de schipbreu
kelingen, maken zij deel uit van de be
manning van 3, met hout beladen Noor
sche schepen, welke door een Duitsche
duikboot getorpedeerd zijn 35 mijl uit de
Engelsche kust.
De duikboot nam de bemanningen in
FEUILLETON.
Het gebed verhoord.
2)
,,U schijnt te vermoeden, wat ons de on
aangename plicht oplegt, u pp deze wijze
te bezoeken. Uw man is, zooals u weet
door zijn heer belast een landgoed te kee
pen, en had een bedrag van honderd dui
zend mark bij zich. Hij heeft het landgoed
net gekocht, noch is hij met het geld te
ruggekeerd; ja zelfs is hij dn 't geheel niet
ter plaatse geweest. Een moord of een an
dere aanslag is geheel uitgesloten, daar
terstond alle autoriteiten telegrafisch be
richt ontvangen hebben, en deze- hebben
niet het minste spoor van een ongeluk of
een misdaad ontdekt. Het 'kan dan ook
niet anders, of uw man moeit met het geld
zich uit de voeten gemaakt hebben, en gij
zult daarvan wel meer weten. Ik raad u
■aan een openhartige bekentenis te doen,
daar 't bedrog vroeg of laat toch aan den
dag komt en uw straf dian des te gevoeli
ger zijn zal."
Alsof de bliksem in 't vertrek geslagen
was, zoo hevig was de arme vrouw ge
schrokken. Elke andere jobstijding had'
ze verwacht, doch dat men haar man en
haar voor bedriegers hield, dat had
zij nooit kunnen dentoen. Haar krachten
begaven haan' en met de doend en: „Ge
rechte Hemel, sta ons bijl" aonto zij be
wusteloos neer. Tot dan toe had Gahrielle,
een beeld gelijk, niet kunnen spreken.
Men waagde heit haar vader, dlien zij zoo
hinderlijk lief had, en vafi wien zij nooit
anders dan een goed voorbeeld gehad had,
diof lei bes&mldigen, ea baar nxo®dar*
die haar van haar prilste jeugd slechts de
deugd voor oogen had gehouden, ais me
deplichtige'. „O moeder, lieve moeder",
riep zij ten slotte en snelde op haar toe,
„laat u drit toch niet zoo krenken, het kan
slechts een dwaflirig zijn, een misverstand,
en die goede God zal vaders onschuld wel
dra aan dén dag brengenf"
Bij dit too nee 1 kwam er zelfs een zach
ter gevoel aver den comimustsarijs van poli
tie. Hij mocht echter aan dit gevoel niet
toegeven; hij wenkte een agent en zij be
gonnen de huiszoeking. Een uur daarna
verlieten zij het hui®, zonder tot eenig be
vredigend resultaat te zijn gekomen.
Maanden waren er voorbijgegaan sedert
het raadselachtig verdwijnen van Wolzer,
en niet het minste spoor ervan was nog
ontdekt.
In haar jeugd had juffrouw Wok er de
fraaie handweikeni uitstekend geleerd;
ook thans neg was zij d'aar zeer bekwaam
dn en Gabrielle toonde veel aanleg er voor.
Wiie zou echter bij de vrouw van een ver
meenden bedrieger bestellingen doen?
vroeg zij zich bekommerd af en donker
zag zij de toekomst in.
Doch nu kwam de eerwaarde heer pas
toor ter hulp. Sedert jaren kende hij de
familie Wolzer en had geen oogenhldk ge
loof geslagen aan de schuld' des rentmees
ters. Hij beloofde voor de arme wouw te
zullen doen, wat in zijn vermogen was. En
dat gebeurde. Reeds eeriige dagen daarna
kreeg Juffrouw Wolzer, door bemiddeling
van den pjastoor, bestellingen uiit een
winkel van mode-artikelen, en wijl zij en
üabriello het werft iot gropf genoegen de£
werfcversclh af fe rs af levenden, kregen zij
vast en beter werk, zoodat het gdbrek nog
niet voorr de deur stond. Doch het groote
leed om haar echtgenoot, wat hem wel
mocht overkomen zijn, liet haar geen rus-
tip uiur meer.
Bijna vijf jaren waren na dit treurige
voorval voorbijgegaan. Wat er met den
■rentmeester Wolzer gebeurd, of waar hij
gebleven was, wdst nog niemand; men
had niet de minste aanwijzing gevonden.
De hoop, haar echtgenoot nog op deze
wereld terug te zdeai, had juffrouw Wolzer
gqheel opgegeven, want zij gevoelde maar
al te wel, dat het uur niiet ver meer af
was van haar vertrokken uil deze wereld.
Spoedig reeds süioeg dat uur voor haar.
Nog eerder dan zij het gedacht had werd
zij op het ziekbed geworpen. Noch de vu
rige gebeden der dochter, noch de kunst
middelen der dokters vermochten haar te
redden. Bitter weeneoud knielde Gabrielle
aan het ziekbed haror innig geliefde moe
der. ..Kan het dan werkelijk Gods wil
zijn", sprak zij" tot zich zelf, „mij het dier
baarste en liefste te ontnemen, wat ik op
aa/nde beeit, en mij als arme, verachte
wees achterlaten?"
„Troost u, liiietf, goed kind! Blijf altijd
braaf en godsdienstig, dan zal God., de
vader van weduwen en weezen u ook niet
vergeten. Van nu af zij God uw vader en
Maria, de Moeder Gods, zij voortaan uwe
moeder."
Na deze woorden zonk de zieke uitgeput
achterover; zij sloot de oogen tot dien
slaap, waaruit niemand1 ontwaakt in deze
wereld'.
Wedey waaien er eeni^o, dagen heenge-
s&eJd h'a de befcriiteriif* Mm! jtidÜPJiE
Wolzer. Gabriel les verdriet was onbe
schrijfelijk, en haar toestand vertwijfe
lend. Wat moest zij nu beginnen als arme
verlatene, door de mensehen verachte
wees?
Zoo was de maand Mei aangebroken,
en Gabrielle steillda ztich in 't bijzonder
ond'er de hoede der Koningin der Mei,
zooals wij haar ook in 't begin van dit
verhaal hebben aangetroffen.
Het was op den morgen, volgende op
avond, waarop zij zoo vurig bad en een
onbekende dame den koster vroeg, wie
dat mei®je was. Juist dezen morgen waren
er vijf jaren voorbijgevlogen, waarop zij
'.t liaatst haren dierbaren vader gezien
had. Alle treurge Hagen en uren, sedert
dlit voorval doorleefd, trokken thans hel
der eh klaar haar geestesoog voorbij. Er
werd aan de deur geklopt en een deftige,
oude dame trad' binnen.
„U is juffrouw Wolzer?"
„Ja, die ben ik-"
Mijn naam is jonkvrouwe von Hagenov.
Ik zoek een juffrouw van gezelsohap voor
mij. Ik heb u in de kerk gezien en ook ge-
booöd, dat gij een wees zijt en een betrek
king- zoekt.- Daarom kom ik bij^ u, en
wiensch u te vragen of gij met mij naar
Mündhen gaat en daar bij mij juffrouw
van gezelschap worden wilt."
„Zeer gaarne," antwoordde Gahriellei,
„maar..."
„Dan kunt gij u voor de reis gereed
maken. Morgenmiddag vertrekken wij."
Nog denzélfden diag verkocht Gabrielle
van de weinige meubeen, weke zij bezat,
diie, welke zij miiasen kon. Den volgenden
morgen gang zij nos? eens naar de haar
zoa Jiêf sswojiidiéia aan* ktèE
afscheid-, en toen g'ing het in den vree mie
onder onbekenden.
In een deftig hui® in de Ludwigstraafc
te Mündhen bewoonde mevrouw von Ha-
igenov met haar zoon, diie dokter was, de
eerste verdieping. Na aankomst van het
jonge meisje bracht mevrouw haar zelf
naar de voor haar bestemde kamer en
gebood haar vriendelijk spoedig ter rust»
te gaan om uit te rusten van de vermoeie
nis der reis. Moede en afgemat volgde
Gabrielle terstond den wel gem eend en
raad harer meesteres en, genoot weldra
een veikw/ïkkenden slaap. Den volgenden
ochtend stond zij versterkt op, en opende
de vensters, om de frissche Mei-lucht
binnen te laten. Het bonte gewoel de®
straat bood haar een schoenen, vroolij-
ken aanblik. Wel was het hier anders dan:
dn haai* vroegere woonplaats. Hoe zou hel
gaan? wats haar eerste gedachte.
Mevrouw von Hagenov, eensde ecihtgé-
noote van een vermogend professor en
beroemden dokter doch nu sedert een aan
tal jaren weduwe, behandelde Gabrielle
met moederlijke liefde, en dat werkte wel
dadig op het gemoed der arme wees, zoo-
dat zij weldra haar kommer én verdriel
kon vergeten. Gabrielle deed van haafl
kant h'aar best haar meesteres, alsmed»
den doktea'. haar zoon, zoo dankbaar mo
gelijk te zijn. Zij trachtte haar meestere*
eiken wensch uit de oog elm te lezen en dis
terstond nauwgezet te volvoeren. Door
haar vriendelijk, bescheiden wezen jegeoa*
iedereen, en door haar vroomheid won
zij vooral de achtnng van mevrouw
Hagenov en ook van haar zoon, die evea|,
als zijn moedex zesc god^dienmtriig was.
tsuavtteu