2
BUITENLAND.
De Oorlog.
2023
BUREAU:STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Tilefaon 935. - Postbus 6.
DfT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
voor Leiden II cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, f 1.60 per
kwartaal. Franco per post f 1.80 per kwartaal
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent
p«r kwartaal, bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Vs een
VRIJDAG
JUNI
1916.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 rBgel3 f0.75, elke roge! moer 15 cant
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, eik» regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote lettors naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, ledero regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel moer 5 cent
De verkiezingen voor de
Prov. Staten.
De beteekenis der Eerste Kamer,
Wij hebben in ons vorig nummer, naar
we vertrouwen, duidelijk uiteengezet, dat
de groote beteekenis der verkiezingen
voor de Provinciale Staten vooral hierin
is gelegen, dat zij de leden der Eerste
a in e r kiezen.
Maar is de Eerste Kamer zelf dan wel
too belangrijk?
In het bekende rapport over het kies-
rechtvraagstuk, uitgebracht aan den Bond
ian R. K. Kiesvereenigingen, vinden wij
de beteekenis der Eerste Kamer o. m. in
volgende kernachtige woorden aange-
en: Houdt men alleen de Tweede Ka
mer als volksvertegenwoordiging in het
leven, dan is. het gevaar niet te onder
schatten, dat enkel politieke of partijmee-
ningen de grondslagen zijn, waarop de
.wetten rusten en naar welke de regeering
wordt uitgeoefend, terwijl wellicht het wa
re volksbelang daarin wordt terugge
drukt. Een Eerste Kamer, zooals die bij
bestaat, is een noodzakelijk en
daarom niet genoeg te
w a a-r deeren t e g e n> g ^fwi i' c h t te
gen voor de gemeenschap noodlottige par
tij- of andere politieke buitensporigheden.
Gasanctionneerd door een hoogerhuis er
langen de wetten verhoogd moreel effect.
Gecontroleerd door hetzelve zullen de ver.
antwoordelijke regeeringspersonen, de mi.
nis te i's, .zich hoeden voor partijdigheid en
misbruik van macht."
Welnu, kiezers, de a. s. Statenverkie-
lingen gaat er voor ons in hoofdzaak om,
in een zoo belangrijk regeeringslichaam,
als de Eerste Kamer is, derechtsch e,
de christel ij ke partijen de meerder
heid te laten behoudenl
Laten we d/it toch wel helder inzien: Een
linksche Tweede Kamer kan zooveel ant<-
clericale, anti-christelijke wetten aannemen
als ze wil, als de Eerste Kamer rechtsch
blijft,- bereiken deze nooit het Staatsblad
worden ze nooit wet. Daartegenover: Zou
Eerste Kamer óók linksch worden, dan
zou de linkerpartij, waarin de so
ciaal-democraten den baas
spelen, allee te zeggen krijgen; dan
zou er b.v. zeker niets terecht komen
van de Uitvoering -van Talma's volle
dig stel sociale verzek e rin g a
wetten!
Kiezers, gij heg-rijpt nu ten volle, welk
een ontzaglijken invloed de uitslag der ver
kiezingen voor de Provinciale Staten kan
hebben. -
Vervult daarom zelf uw stemplicht, maar
weest ook propagandist voor de
candklaten der rechtsch© partijen.
Toont u man van beginselen!
Zeeslag bij het Skagerak. - Oosten-
rijksche successen aan het Italiaansche
front. - De bewapening van Amerika.
-• Vredesklanken in het Engelsche
Lagerhuis.
Van de oorlogsterreinen.
Overzicht
Bii Verdun is de strijd, nog geenszins in
'hevc'igüneLd vermlinderid. Eergisteren sche
nen de Laatste dagen van dien Mort Hoimme
te zijtn eeteüd. Het Duitsdhe H'egebanidht
had roods mierLaxedeo'.d. dat de Dubtsdhers
od 30 Mei die Fransche s/te/ïiingen. tuissclhen
den Zuidelijken top vian den Moirt Hoonme
en heit dioniD Oumières h/adiden veroverd.
Het begon er nu Jcolijk voor de F-ramschen
uit te men. die zrldh, nu de Mort Homme
wel haast an zijn geheel venwerd bleek,
moeilijk op heuvel 304 zouden kunnen
handhaven, daar deze dan dJLrect in de
flank aan dien Duitschen aanv.al zou zijn
blootgesteld. Thans iis de toestand vooa*
de Franschen eer.ijgseins verbeterd' door
een tweetal aamvarien, diie zij hebben on
dernomen, een ten Z.W. efn een ten Z.O.
van den Mort Hoimme. Hrierbij behaalden
de Franscheni eenitr ivoor deel', dat in het
Duitsche leige-rbericht van 1 Junii wordt
toereceven. De tencechwtinst der Fran
schen zou een breedte van 400 M. bedra
gen; zij zouden 250 gevangenen hebben
cemaakt en zeven machinegeweren ver
overd.
Het eerste gedeelte van het Oosten/rijk-
sclie offensief in Zuid-T/irol' ils thans afge
floten met den val dar beide Italiaansche
vestingen AeiLaigio en Arsleno, die door de
troepen van Aartshertig Eugenius zijn
veroverd. De ten Noorden van Asiijgo naar
het Ojpsf/en oorukkenide -OostenrijlkiScQie
troenen bereikten het erehncht Mandriele
en overschreden den straatweg, terwijl
ten Oosten, van ArsLero de Monte Gengio
ton Zuóden «van Cava en Tresche, werd
veroverd.
Op Zee.
Zeeslag bij het Skagerak.
Officieel wordt uit Berlijn gemeld: De
Duitsche vloot kwam den 31sten Mei in ge
vecht met het aanzienlijk sterkere grootste
deel van de Engelsche vloot, 's Middags en
's nachts ontwikkelde zich tusschen het
Skagerak en Horns-lif (ter hoogte van
Blaavands-hoek, op de Zuidwestkust van
Denemarken) een reeks zware, voor ons
succesvolle gevechten. Wij vernietigden,
voorzoovec ons bekend is, het groote slag
schip „Warspite", de slagkruisers Queen
Mary" en de Indefatigable", twee pant
serkruisers, blijkbaar van de Acbilles-
klasse, een kleinen kruiser, de nieuwe
torpedo-vernielers „Turbulent", „Nes
tor" en „Alcastar", een groot aantal ande
re torpedoboot-vernielers en een onderzee
boot. Nog een aantal Engelsche slagsche
pen heeft zware averij. Zoo as het groote
slagschip „Marlborough,' door een torpedo
getroffen.
Aan onzen kant zijn de kleine kruiser
„Wiesbaden" en het slagschip „Pommern"
door den vijand in den grond geboord. Het
lot van de pantserdekikruiser „Frauenlob"
en van enkele torpedobooten is tot dusver
nog onbekend.
De Duitsche vloot is gisteren in onze
haven binnengeloopen.
(De „Pommern" was een linieschip, in
1905 van stapel geloopen en mat 13,200
ton; de benanning bestond uit 743 koppen.
De „Wiesbaden" komt in het Tasschen-
buch der Kriegsflotten. van 1914/15 nog niet
voor.
De „Frauenlob" was een pantserdek-
krudser, in 1902 van stapel geloopen; hij
mat 2700 ton; de bemanning bestond uit
281 koppen.
De „Warspite'' vras een linieschip, in
1913 van stapel geloopen en mat 28,500 ton.
De „Queen Mary", in 1912 van stapel ge
loopen, bestond uit een gepantserde
kruiser van 30,000 ton; de bemaiming be
stond uit 1020 koppen.
De „Indefatigable" in 1909 van stapel
geloopen, mat 19,050 ton; de bemanning
bestond uit 760 koppen.
De Achillesklasse telt 4 gepantserde krui
sers van 13,750 ton; ze zijn in 1905 te wa
ter gelaten; de bemanning telt 704 koppen.
Over de „Turbulent", „Nestor" en „Al
castar*" hebben wij geen opgave kunnen
vinden.
De „Marlborough", die getorpedeerd heet
is een linieschip van 28,000 ton, in 1912 te
water gelaten.)
Tegenspraak.
Van Engellistihe zijde wordt het bericht
versDiieiiid. diat de Duitsche 'stooansc/hepien
„Peru", „HeJbe" en „Worms" itn, de Oost
zee in den gr-otnid zijn geboord. Het bureau
Wolff is semadhtiisd tot d>e veoikLaning, dat
dit bericht een verzinsel is.
België.
Briefwisseling met België.
De Duitsche post administratie in België
heeft thans oiok .de briefwisseling met
Spanje weder ingesteld. Toegestaan is zij
voor Ajntweroen,. Brussel, Hasselt, I.uik,
Turnhout en Verviers, de voorstedien en de
naburige pCiaatsjes meegerekend, verder
vnoit* Leuven en Bok onraad. In het Ver
keer met Spanje is de Duitsche, Vlaam-
sche, Nedeivaiudsche, Spasunscibe en Fran-
sche taal geoorloofd.
Frankrijk.
Uitvaart van generaal Gallienr.
De begrafenis van generaal Galliém
(heeft igijsteren bij /prachtig weder plaats
gehad.'De uliit/vaiairt droeig eon gnootsch en
plechtig 'karakter.
De miarister van oorlog ae/Lde in zijn rede
o. m., dat die regeering reeds bij het uit
breken van den oorlog generaal Ga.lliénS
had gdkozen om mochten de omstan
digheden heit noodiig maken Joffre op
to volgen.
In die (dasierder. waarmede Joffre dein
dooid van eeneraiaH Ga/Hiérn ter kennós van
de troepen gebracht iheeft. zegt hij: Gail-
liéni, di'e afjle ölgenscihaopen van een led
der had, Os in zijn «lange, schitterende loopp
baan .een estr voor het ilan-d geweest. Op
het oogenb'ük. waarop de vi j-and de hoofd
stad bedirerigde, heeft GaMILéni blijk gege-
ven de hoogste miilitaire crgensdhaippen
te bezittén bii de voorbereiding en de uit
voering van de beweging der troepen, dBe
ondetr ziin belvelen stonden om hen te La
ten rleeï nemen aan den a'g erne enen s'.ag.
Als minister heeft 'Galliéni met
ki*acht zijin eigenschappen tot organiisee-
ren gebruikt, die slechts zijn ziekte beeft
kunnen bi-eken. De herinnering man Gatl-
lférfi, als een van de beste dienaren vian
rijn land; zal ons al'len bijblijven.
Engeland.
Uitgestelde vakantiedagen.
Minister Asquith heeft in het Lagerhuis
het uitstel van de Pinkstervacantie mee
gedeeld. Hij zei'de, dat de regeering reke
ning had gehouden met de op 't oogenblik
bestaande uiterst dringende behoefte aan
een voortdurend toenemenden aanvoer
van munitie en tot de slotsom was geko
men, dat het in het belang van den lande
noodzakelijk is, om in de munitienijver-
liedd alle vacantiedagen, zoowel de alge
meen© Pinkstervacantie als bizondere
plaatselijke vacantiedagen, - uit te stellen
tot na het eind van Juli.
Het uitstel heeft betrekking op de va-
cantio op de regeeringswerven en in de re-
geeringsfabrieken en andere .munitiefa
brieken onder staatsbeheer.
Daar de behoefte aan uitstel is ontstaan
door de behoefte aan munitie, is dei* re
dering krachtig de wenschelijkhead on
der het oog gebrAcht, dat, teneinde het
uitstel in de munitiefabrieken en op de
werven ten volle tot zijn recht te doen ko
men, dit uitstel zoo algemeen mogelijk zij.
De banken stemmen hiermede dn.
Vredesklanken.
In het Lagerhuis wees het lid Markham
op de verklaring van den Dudtschen rijks
kanselier in diiens nota aan de Ver. Staten,
dat Duitschland in de jongste twee maan
den tweemaal aan de wereld heeft medege
deeld, dat het bereid is vrede te sluiten op
zoodanxgen grondslag, dat zijn levensbe
langen worden beschermd en dat het
Duitschlands schuld niet is, wanneer de
vrede aan Europa wordt onthouden. Hij
vroeg Asquith--of de geallieerden bereid
zouden zijn gebruik te maken van de dien
sten van een neutralen staat ten einde
aan Duitschland besliste voorwaarden me
de te deelen, waarop zij vrede zouden wil
len sluiten, mits Duitschland op dezelfde
wijze en dënzelfden tijd aan de geallieerden
mededeeling zou willen doen van de defi-
liitieve voorwaarde®, waarop het vrede
wil sluiten.
Asquith antwoordde, dat minister Grey
reeds een verklaring omtrent den vrede
had gepubliceerd. En, zoo .zeide hij verder,
de rijkskanselier heeft in zijn verklaring
niets gezegd, waaruit valt op te maken,
dat Duitschland bereid 'is vredesvoorwaar
den in overweging te nemen, door welke
de belangen der geallieerden en de toe
komstige vrede van Europa verzekerd wor-
depi. De eerste min'ister verklaarde wij
ders, dat hij van meaning was, dat het
geen nut had, wanneer hij aan de rede,
die Grey in de vorige week had gehouden,
nog iets toevoegde.
Inventarisatie van wol en wolproducten.
De militaire autoriteit heeft de inventa
risatie gelast van alle wol en wolpi*oduc-
ten in het Vereen'igd Koninkrijk.
Zij, die voorraden in hun bezit hebben,
zullen daarvan opgave moeten doen vóór
6 Juni.
De lersche quasstie.
De parlementaire medewerker van de
„Glasgow Herald" zfcgit, dat er overeen
stemming is verkregen tusschen de par
tijen over de lersche quaestie op den
grondslag van een parlement voor het na
tionalistisch Ierlaivd met uitsluiting van
Ulster of althans het grootste gedeelte
daarvan. De schrijver voegt hierbij dat in
een vergadering van de leiders der beide
lersche partijen gisteren de discussie in
zeer verzoenenden geest werd gevoerd..
De nationalisten en de mannen van Ulster
schudden elkaar na afloop der vergade
ring hartelijk de hand.
Van het Vaticaan.
Hervatting .van het Vatfcaansch
Concilie?
Door Italiaansche en Fransche bladen
werd onlangs het bericht verspreid, dat
de LI. Stoel het plan gevormd had, bij het
sluiten van den vrede tusschen de oorlog
voerende staten, de hervatting van het op
20 October 187D verdaagde algemeetfe Va-
ticaansche Concilie uit te schrijven.
De „Untita Cattolii/ca" van 28 April 1.1,
ontving hieromtrent een correspondentie
uit Rome van den volgenden inhoud:
„Uit plicht tegenover de geschiedenis
van den dag maken wij er melding van,
dat enkele bladen en agentschappen van
een hervatting van het oecumenische Con
cilie en de verkondiging der Ten-hemel-op-
neming als dogma na het einde van den
oorlog spreken. Wat de definitie der Ten-
hemel-opnemiing als dogma betreft, brengt
de „Croix van Parijs uit een Italiaansch
tijdschrift daarover berichten en publi
ceert de verzekeringen, diie een Italiaansch
priester van den H. Vader ontvangen
heeft.
Daar 't hier documenten van zoo groote
beteekenis en betreffende zulke teere za
ken geldt, wachten wij af, tot deze berich
ten van gezaghebbende zijden bevestigd
worden."
De „Petrus-Blütter" publiceeren naar
aanleiding hiervan nog eens den tekst .van
het decreet van Paus Pius IX z.g. van 20
October 1870, waarbij het Vaticaansch Con
cilie werd verdaagd.
De Paus zegt daarin „dat de plotselinge,
kerkroovende inval in deze heilige stad,
Onzen zetel, en in de overige aan Onze we
reldlijke heerschappij ondergeschikte ge-
biedsdèelen, eene gewelddaad, waardoor
alle wettigheid ten spijt met ongelooflijke
trouweloosheid en onbeschaamdheid de
onstrijdbare rechten van Onze vorstelijke
heerschappij en van die van den H. Stoel
geschonden zijn, Ons «in zulk een toestand
heeft gébracht, dat Wij volgens de toela
ting van God, in overeenstemming met
Zijn onnaspeurbaar raadsbesluit, ons vol
komen bevinden onder vijandelijke heer
schappij en macht."
Verder verklaart de Paus, „in het be
wustzijn, dat Wij onder deze betreurens
waardige omstandigheden in de vrije en
onverminderde uitoefeniing der door God
ons toevertrouwde hoogste autoriteit dik
wijls belemmerd zijn", liet Concilie ver
daagd tot een meer geschikten en gunsti
ger tijd, die door den H. Stoel zal worden
aangewezen.
Vereenigde Staten.
De bewapening van Amerika.
Het Huis van afgevaardigden, dat het
acnta/l duikbooten, voorzien dn de vkot-
wet uitbreiidid1© van twintig tot vijftig,
Leeft ooik het oredi' et voor het mailt aire
v leswezen uiteebreid >van twee tot drie en
een half niatllioen dollar. Ilet Hues heeft
voorts zijn goedkeuring gdheciht arn een
crodi'iet van e'.f miêüioen bescihi'klbaiar te
FEUILLETON.
HET PLEEGKIND.
2)
Naast den aanvoerder, een, vergrijsden
krijgsman, reed een vaandrig, miauwelijlkis
"den kinderschoeinien ontgroend. Bij de
thigestoTte den !hlle!iden> de ruiters hunne
paarden in.
..Een omvetrsiewoatoen boom, wat betee-
lent dat?" vroeg -de oude hoofdschud
dend.
„Wat dat beteek ent", meende de jonge
re, „het betcakentr slechts, dat een boom
dcor deji wiind is omgeworpen."
„Zoo verstaat gij het, jonken*; itk vrees
echter, dat hi'er weder een dievenbende in
het spel is. Al in geen acht dagen heeft
het zoo gewaald, dat er een boom van
omgeworpen kan zijn, en we hebben ook
schoten hoiofl,en tossen. Mannen! houdt de
handiroeren geneed, vooaric/htilg, twee
■vooraan. God geve", zeide ihij zachtjes tot
fijnen, makker, „dat we lien, wien wij te
gemoet getzonden zijn, nog behouden aan
keffen."
Na enkele minuten stonden/ zij op de
plaats, waar de gruwelijke daad plaats
gehad had.
„W/ie zouden die ongelukkige redizli(gers
geweest zijn?" vroeg de jonken*. „Onze
l'oinst heeft de deaden vooa* plundering
bewaard; heC'aas, we hebben de ongelulk-
fci'gen rti'et kunnen redden."
.■Laat ons d/e reiskoets naaien", beiviail de
oodste.
Zij traden naar de koets toe en zaïgen
het neg steeds hand in han.d zitten
de paar. Befiden moesten zonder doodstrijd
gestorven zijn; om de lippen der dame
sipeellde nog eien lachje, terwijl de rechter
hand van den man nog krampachtig het
pistool omkneld hield.
..Dood. Beiden zijn dood", zeide de
krijgsman rustig; „vam hen zullen we nletis
meer hoeren.- Laat ons verder zien."
Een van de ruiters meldde nu, dat een
der gievafllenen nog eeniig teeken van le
ven gaf, en de overigen dood waren.
„Laat den gewonde wat brandewijn
driinklen", luilddfe liet bevel; „komt hij tot
zich zelven, dan zullen we met hean spre
ken."
De bewustetoaze herstelde spoedig in
zooverre, diat hij iets zeseen kon.
„Wie zijt gij?" vroeg de oude soldaat.
„Rutgier... hoofdman... graaf Felkseck.
graaf... enravöm... overvallen... wagen." Af
gemat siloot Rutger de oogeh.
„Graaf Felseck; dus juiist hen, die wij
beschermen moesten", zeide de krijgsman
nadenkend. „Ronden wij hen niet levend
d(n het k/amp brengen, weren wij hen er
dan dood heen. Verbindt de wonden van
dien troiuwen dienaar en legt hem bij zij
nen giedooden moester ctn het rijtuig. Wel
licht .gelukt het, hem in het leven te hou
den. Dile dooiden echter, werpt be<n in het
kreupelhout, opdat zij een prooi worden
van de wolven en gieren, hetgeen hun
verdiende toon ite."
Toen de a-ui ter s den terugweg aanna
men, goot de maan haar bleek lilcht over
de donkere denman.
Langzaam aiLs een kruipende slang volg
de de stoet den kronkelenden weg, met de
zwarte koets met 'haai* treurigeu inhoud ün
hun midden.
De stralen van de maan deden af en toe
de sd'itsen der rieken of hellebaarden flik
keren. etn. lansaaam e/af de echo tin de verte
den gelijkmiatkren tred der maarden en het
rammelen der kettingen en assen van den
wagen, terug.
Korten tijd nadat de trourige stoet weg
gegaan was, ritselde het weder in het ge
boomte, en een 'hialf /dozijn verwijderde en
in lompen gekleedde mannen en vrouwen
kramen te voorschijn.
„Hlier is het oieweest." rian een der man
nen; „de soMaten zijn spoedig .afgebrek-
keni, tzii eiiiu dan ook voornamer dan wij
en zullen voor ons. arme lieden, wel wat
over hebben gélaten."
Spoedig waren de liiken, ontdekt en be
gon de ulumdering. Die verdierlijkte men-
schen hadden in die jaren van onlusten
zelfs den. eerbied voor de majesteit van
den dood vertoren.
„Geld heben zii niet." uiien een man na
©enige oogenbinkken. toen hij met geoe
fende haank eenilze maien doch-vruchteloos
de geldtasschen had onderzocht. „Dat zul
len de blauwen wijselijk hebben medege
nomen."
„In ieder geval hebben zij (tólcederen,
wellicht ook wapens, weflke wij gebruiken
kunnen", beval de aanvoerder.
„Hl, hi, hii, hl", riep een oud wijf, wrer
haren verward om der den verscheurden
hoofddoek vandaan kwamen, uit haar
landentoo/zen mond, terwijl zij naast het
lijk van den eerlijken Jochem km lelde, „nu
kan je niet meer dansen, en toch hebt gij
rieuwc sdluoienen aan? En zao'n moed warm
buis! Geof mij dat, mijn 7 "ntr» 1,^ kan
het gebruiken", en zij lachte schel van
eugde.
„Zwijg, -oudie heks. Gij zult de vervolgers
bior nog heen lokken."
„Wat geeft dat, mijn jongen" bromde
de oude, „nu heb ik nieuwe schoenen en
kan loopen ails een uwer."
Spoedig was liet schandelijke weïk ge
ëindigd. De haülfn/aakte .lijken lagen in
greppels naast den weg, en de lijken-
sch earners verdwenen stiB, zboaJls zij geko
men waren.
Wederom was de heirbaan verlaten,
maai* de maam had haar aanschijn om
huld, ai'is wrilLde zij die gruweldaden niet
aanschouwen, welke de menscihen begaan
hadden.
Diep in het woud gingen twee mannen
in de kleeding van vermogende landlieden.
Beiden waren goed bewapend. De eene kon
vijf- of zes-en-dertig jaren tellen, de ande
re scheen aanmerkelijk jonger. Hen verge
zelde een hond, die meer op een wolf, dan
op een hulsdiea- geleek. De mannen schre
den behoedzaam verder en keken nauw
keurig om zich heenen, voordat zij een
dik begroeide plek betraden. Naar hunne
gebaren te oordeelen schenen zij zich op
den bekenden grond te bevinden.
„Alles ds rustig, Maarten", zeide nu de
oudste, „en zoo we beiden geene schoten
hadden hooren vallen, zou men in de dwa
ling 'Verkeeren, dat we in den diiepsten
vrede leefden. Maar onze ooren kennen
dien klank te goed. dan dat we ons zou
den bedriegen. Waarschijnlijk heeft een
bende struikroovers weder reizigers over
vallen: God zij dien armen genadig!" Dit
zeggende nam hij de muts af en vouwde
de handen.
„Gelooft gij dat, burchtvoogd? Laat ons
dan spoedig naar den terugweg gaan, wel
licht kunnen wij nog helpen en redden",
antwoordde de jongere.
De oudste schudde ontkennend het hoofd
en zette zijn pelsmuts weder op.
„Neen, Maarten, daar is noch te helpen,
noch te redden; roovers doen hun arbeid
snel. Ik zou niet gaarne tegen zulk een
moordenaarsbende vechten. Toen de scho
ten vielen, waren we daarenboven nog te
ver van den weg verwijderd om aan het
gevecht, indien zulks plaats gehad heeft,
deel te kunnen nomen. We weten nu, dat
het woud vrij is, keeren we thans terug."
„Doe mij het genoegen nog wat dichter
bij den weg te komen", smeekte de jongste,
„het is mij, als moeten we daar zijn."
„Vooruit dan, maar voorzichtig. Sturen
wij den hond vooraan. Pas op Wolf".
De hond scheen het bevel van zijn mees
ter te verstaan en liep gedrui9chloos vaa
boom tot boom, struik tot struik met den
neus op den grond.
Plotseling bleejf hij stilstaan, knorde
zacht en keek vragend zijnen meester aan.
„Wolf schijnt wat gevonden te hebben'1
zeide Maarten.
„Wat zal het zijn?" antwoordde zijn
makker, „een ziek wild misschien of iets
anders, laat ons zien."
Maar er^lag geen stuk wrid acthtea* tte
struiken, dooh eene Eclht gekleed© beiwiuh
telooze gestalte.
„Een vrouw", riep Ma/arten.
„Is ze dood?"
Zijn makker boog zidh over de bewuetflN
loose (heen en Legde zijn hand op ha/eafl
vooa h oofd.
(Wordt vervolgd.!