25
BUITENLAND.
De Oorlog.
No. 2017
JAARGANG
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAS, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
sor Leiden II cent per week, f 1.45 per kwartaal; bjj onze agenten 12 cent per week, fl.60 per
vartaai. Franco per post f 1.80 per kwartaal.
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent
kwartaal, bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 71/J cent
DONDERDAG
MEI.
1916.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cen!j
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Niet om het ministerie.
In de vergadering van den, Romd' van
OU K. Kiiesvareeniging'en m ZuM-Hollamid,
mdag te 's-Gravenhuge gehouden,
iees de vooaraifctier, mgr. Nolens, er zoo
jredht op, dat de. linkerzijde bij de a.s.
latcnverfkiezingen zeker de personen van
W ij mimlstens in den strijd zall betrekken.
foeten wij deize mannen, die ons Land in
gevaarlijke tijden, welke we beleven,
31] -fi wiis hebben bestierd moeten wij
iee mannen nu, door op de oandidaJteu
er rechterzijde te stemmen, ons vertrou-
i ontzeggen? aldus1 zal men Man
s aan de kiezers wagen. Een drievou-
antwoord heeft dr. Nolens op die
[61 raag gegeven, hetwelk, kort saamgeivat,
Ijj jfpop, neerkomt:
personen van de tegenwoordige mi-
|lérs verlaten toch. hoe 't ook
t. in 1917 na de Kamerverkiezingen
|im fceteOs, en bovendien: heeft de
fd e r v fi n di ng niet bewezen, zón-
Waar bewezen, dat het huidige mnniste-
2 in ziin tnteraiatiionale politiek,. in zijn
om Neldetrland's neutraliteit
jjacüitdadisr te handhaven, minstens erven-
l| steun ontvangt van de rechter-
ijd1 e als van de linkerzijde min-
ens evenveel
En daarom: de a.s. Statenverkiezingen
Sat er n i e te om, om den huidigen mi
sters hun portefeuille te ontnemen. A'l
•u men nog zoo veel bewondering voor
et weak van het huidige mnmiisteriie heb-
n en d r o m links te stemmen ware,
«e men 't ook beschouwt, zeer onredelijk!
rplDoch' vooircp gezet, dat meerdere per
inea 'in dilt ministerie, en ook het mirtoP
irie in zijn geheel genomen, aanspraak
waardeering maken laten we daar-
tor iidel aa.n het overdrijven slaan. Waar-
ik, wij hebben naet de m a n 6 t e re
en voor ook maar d'e flauwste vrees, d:at
ichtsc'he mJlinisters en een rechtsch mii-
islerie het e>r niet zeker even goed zou-
6n hebben afgebracht! Wel weten we
at een C o 1 ij n a&s minister van oorlog
:n krachtiger, een energieker persoonlijk -
Kd zou zijn geweest, dan minister Bos
oom, die eens jin een ongelukkig öogenblik
ith heeft laten ontvallen, dat hij op z'n
«uiwen leefde, en dn wiens daden nu j uilst
iet ailtijd d'e logische gedarhtengang
'alt te bespeuren.... Wel weten we,
a T alm a minderontevredenheid
du hebben gewekt, dan minister Pösthu-
fia, met zijn raadselachtige, uitvoer verbo-
dfe in filmachtige opeenvolging wor-
glj lm uitgevaardigd en ingetrokken, weer
teeviaardiiigd en weer ingetrokken... fin
iens uitvoer-politiek de knapste oeconoom
letiddraad zal weten te vinden... en
gg fiens wittebrood-maatregelen b.v. spotten
7'.et ali'.e technische bezwaren van heit bak
kersbedrijf....
We wilden sllechts hierop wijzen:
perstens, de voorereffelijklha'id1 van het
e ministerie lts niet zóó groot, dat
eduische mannen het er noodzakelijk
wider goed zouden moeten afbrengen, en:
Vervolgens,,' óbk al zou men-de houding
fan dit ministerie in alles onnavolgbaar
finden.... dan zou er nog geen reden be-
,o<m bij de .a.s. Statenverkiezingen
echts te stemmen. Om dit ministerie
Zl|nzijn, laten we zeggen: orlogs-maatrege-
f-n te steunen, bef.noeft men volstrekt inliet
iiiks te stemmen.... maar juist
r o c h t s. Dat laatste zullen we 'n ander
maal nog wel eens nader aantoonen.
Heroveringen der fluitschers op het
Westelijk oorlogsterrein. Nederlagen
der Italianen. De vredesbesprekingen
in het Engelsche Lagerhuis. - De Duit-
sche pers over de vredeskansen.
Van ds oorlogsterreinen.
Overzicht.
De Franschen hebben den winst, dien
zij de laatste dogen hadden behaald, ni'et
kunnen behouden. Het Duitsche stafibe-
ric'ht meldt, dat het veiioren terrein bijna
geheel is heroverd en dat het dorp Cumiè-
res is bezet. Het Fransche communiqué
erkent dit en verklaart tevens, dat de
Duitscheirs op enkele punten ten Ooisten
van het fort Douaumont wederom vasten
Voet hebben gekregen en dat zij Gumières
zijn binnengedrongen. Dit dorp ligt on
middellijk Slinks van de Maas ten Zuiiden
van het Rods dos Gorbeaux en tusschen
hoogte 265 en 295, de voornaamste toppen
van den Mart Hccmme. Plet Cs dan ook te
voorzien, dat de Duii/schers thans hun aan
val met dubbele kracht zullen .voortzetten,
nu de Mort Homme ten Oosten opnieuw
wordt bedreigd'.
On het Itafeansdfite front moeten de
Italianen nog steedis voor den drang der
Oostenrijkers wijken. Men herdenkt in
Italië op verschillende plaatsen „feeste
lijk" den dag, waarop aan Oostenrijk den
oorlog is verklaard't Moet wel een
•onprettige feestviering, zijp, nu de Ibaliaan-
sc'he bodem reads door de eerste Oosten-
ijjksche troepen is betreden."
Van de over ga oorlog'sterreiimen valt
niets te Vermelden.
Op Zee.
De duikboot- en mijnooriog.
De Fransche driemaster „Myosotis" van
Fécamp, is door een Oostenrijksche duik
boot in den grond geboord. De bemanning
is gered.
(De „Myosotis mat 364 ton en behoorde
aan Lepore en Go., te Fécamp.)
Volgens een mededeeling van Lloyds
zijn bij het zinken van het op een mijn
geloop en Engelsche s.s. „Rhenass" zes
man verdronken.
Dlovd zegt dat een niet officii eel rap
port meldt dat het Russische schip „Re-
gina" en de Italiaanse!)e schepen „Rober-
- to" en Gemista" door du'kbaoten zijn
aangevallen.
-— Het Ncnorsche stoomschip „Tjomo" is
getorpedeerd.
De Duiitsche regeering deelde de
Noorsche regeering mede, dat zij alle ver
antwoordelijkheid' van de hand wees met
betrekking- tot de schepen „Paus", „Ka-
miik" en „Siüiuis", omdat zij de vemiieling
•daarvan slechts beschouwt als gevolg van
de marineoperaties van Duitschland tegen
•d haven Havre.
Noorsche regeering antwoordde, dat
zij zich het rechit voiorbehoudt haar eischen
aan te bieden, indien werd bewezen, dat
deze schepen slachtoffer zijn geweest van
een aanval tegen hen gericht door Duit
sche schepen, welke niet rekening hadden
gehouden met do teekenen, die wezen op
-de nationaliteit der Noorsche schepen.
De „Bernadette."
Omtrent het zinken van den Franschen
schoener „Bernadette" worden thans vol
ledige bijzonderheden gepubliceerd. Het
schip, dat driehonderd ton meet en een be
manning van 34 koppen had, begaf zich
van Fécamp naar New-Foundland. Op 1
'Mei, toen het zich op ongeveer 90 mijlen
van de meest nabije kust bevond, werd
een duikboot gesignaleerd, welke de Duit
sche vlag voerde. De duikboot gaf aan de
bemanning der „Bemadette" te kennen,
dat deze het schip ineens moest verlaten.
De reddingbooten, zeven in getal, werden,
uitgelaten en de bemanning had juilst tijd
er in te gaan toen de duikboot op een af
stand vanongeveer 100 .yards het eerste
schot, zonder waarschuwing loste. Toen
het vuren eindigde bevond dó duikboot
zich slechts op enkele yards afstands van
d© „Bernadette" die in enkele minuten
zonk. De duikboot verdween daarop in
oostelijke richting.
Toen .de duikboot de booten passeerde»,
vroeg de kapitein van de „Bernadette"
om voedsel, maar de officier der duikboot
wuifde in ontkennen den zin en de duik
boot verdween in snelle vaart. Zeven boo
ten bleven in dezelfde richting varen tot
den nacht, toen zij elkaar in de duisternis
Uit het zicht verloren.
Den volgenden middag pikte de Belgi
sche stoomtreiler „Gaby" vier man in een
der kleine booten van de „Bernadette op.
Daar deze gedurende 28 uren zonder voed
sel of drinken waren geweest, waren zij
uitgeput. De „Gaby" .zocht tot tien uur
's avonds naar de overige booten van de
„Bernadette", zonder dht'het haar geluk
te er een te vinden, maar de overige leden
van de bemanning werden opgepikt door
verschillende andere scheppn én landde
respectievelijk te Liverpool, Gibraltar en
Philadelphia. Vernomen wordt dat 29 van
de bemanning van 34 leden thans zijn op
gepikt, zoodat er nog 5 man zijn, omtrent
wier fl'ot niets bekend .is.
Duitschland.
Het interview met den rijkskanselier.
Naar •aanlefjdlintg van het feit dat de
Duitsche rijkskan se fier opnieuw de vre
desdoeleinden van. Duitschland heeft ge
steld tegenover de oorlogsdoel einden van
D ui tsch lands tegenstanders, merkt de
„Vo;ss. Zttr." cm: De kern van de uitlatin
gen van den rijkskanselier Jiitg hierin, dat
aan de staatslieden van de entente de raad
wordt gegeven, zich te stellen op den bo
dem van de werkelijke feiten. Men heeft
aan den kant der tegenstanders den val
van Luik twee weken lang met verwon
derlijke hardnekkigheidmogen loochenen
men ds maar aldoor een overwinning aan
de Dardanellen „binnen de 24 ,uur" blijven,
aankondigen! in het eind' echter kan, de
stand van den oorlog, zooals Ihjj van iede
re oorlogskaart valt af te lezen, niet wor
den wcggeigoocheld. Engeland heeft dit
keer met het tegen elkaar ophitsen van
de volken al heel slecht zaken gemaakt.
Daarom poogt het dé Bondsstaten op te
zetten tegen het Pruisische rvolk. Maar
Grey zal melt zulke pogingen geen zijde
spinnen. Hii stede zich zooals de rijks
kanselier het wil op den bodem der
werkelijke feiten.
De „Germanda" schrijft:
onze tegenstanders willen ziirh nog niet
verwaardigen den stand van den oorlog
t.* erkennen. Maar de Eng eischen kunnen
van hun bondgenooten leeren, dat ieder
"li?tel der erkenning van den werkelijker!
ccrlogstoestand hun steeds nadeel, doch
geen voordeel brengen kan. De bereidwil
ligheid van den rijkskanselier om, op den
gwndisüiag van den werkelijken toestand
een einde te maken aan het gruwelijke
bloedvergieten. fis een ernstig vermaan
aan onze vijanden om den hoog niet lan
ger te sterk gespannen te houden, doch
nog gebruik te maken van den dag vóór
het volkomen nacht voor hen zal zijn ge
worden.
De „Post" betoogt:
Wanneer het verbond van de op ons af
gunstige mogendheden er toe zal besluiten
de macht dier feiten ook op positieve ma
nier te erkennen, even goed als zij het in
negatieven zltn doen, zij om het eiven. Wij
kunnen, sterk iln het geloof jn onze toe
nemende innerlijke macht en de rechtma
tigheid van de Duitsche verlangens, ge
troost wachten.
De „Vorwarts" is het volkomen eens met
den rijkskanselier, dat „door algemeene
perspolemieken en openbare redevoerin
gen de haat tusscheii de volkeren steeds
meer aangewakkerd wordt." Het blad is
van meening dat er in deze richting al
veel is gedaan. Niet alleen de dagbladpers
in alle oorlogvoerende landen heeft mede
gewerkt. Al die artikelen en al die. boeken
halen het verleden op, om toch vooral goed
te doen uitkomen hoe slecht de tegenpar
tij is.
„Juist daarom", gaat de „Vorwarts"
voort, hadden wij gaarne gezien, dat de
rijkskanselier zelf minder woojrden aan
/het verleden en do daartoe behoorende
fouten en tekortkomingen had gewijd,
maar zich duidelijker en uitvoeriger over
de brandende vraagstukken van het heden
en de toekomst uitgelaten had.
Ook de verwijzing naar de „oorlogskaar
ten" zal bezwaarlijk doen verwachten
indruk maken. Want al is het verstandig,
met de feiten en niet te veel „met hoop en
verwachtingen", rekening te houden, even
zeker is het, dat deze oorlog niet alleen
door militaire resultaten beëindigd zal
worden.
Het blad hoopt, dat deze nu nog tame
lijk nevelachtige uitingen zch spoedig tot
concrete vredesvoorstellen zullen verdich
ten. Wie het eerst duidelijk spreekt, zal
zich jegens de menschheid en jegens zijn
eigen natie onsterfiniijk verdienstelijk ma
ken.
Engeland.
Nog geen vredesonderhandelingen met
Duitschland.
De pacifisten Ponsonby en Ramsay
Mac Donald vestigden in het Lagerhuis
de aandacht op het interview, dat Beth-
man Hollweg laatstelijk toestond aan een
Amenikaansche journalist. Zij pleitten er
voor, dat er niets was in het
Duitsche interview dat in
strijd was metGre y's ver
klaringen en dat er geen
voldoende hinderpaal was
om onderhart delingen met
het oog op den vrede te ver
hinderen.
Grey antwoordde, dat indien hij ge
loofde, dat de Duitsche regeering, de Duit
sche openbare meening en de oorlog een
stadium hadden bereikt, waarop de geal
lieerde regeeringen den vrede dichter bij
hun doel konden brengen door redevoerin
gen over vrede, hij er dozijnen zou hou
den, maar de tijd was nietgekomen.
Alle geallieerden hadden zich verplicht
slechts gemeenschappelijk vredesvoor
waarden kenbaar te maken en Engeland
kon geen verklaring afleggen omtrent vre
desvoorwaarden, welke voor Engeland en
zijn bondgenooten aannemelijk waren,
dan totdat en nadat het overleg had ge
pleegd roeit zijn bondganoten.
Ik kan niets nieuws vinden in dit inter
view van den kanselier ten opzichte van
de vredesvoorwaarden. 11c zie er één nieuw
ding in, namelijk het verhaal dat onze
houding betreffende Bosnië, toen Oosten
rijk Bosnië annexeerde, oorlogszuchtig
was. Dat is nieuw. Dat is een fatale leu
gen. Het denkbeeld dat men beproefde
Rusland tot den oorlog over te halen, dat
wij zeiden dat dit land zou gereed zijn oor
log, te voeren om Bosnië, dat dat onze hou
ding was, is in onmiddelijken strijd met
de waarheid. (Toejuichingen.)
Als gij erover spreekt een beroep te doen
op de rede, de rede te doen zegevieren over
de macht, en over redeneeren met het
Duitsche volk, antvroord ik, dat men niet
met het Duitsche volk kan redeneeren,
zoolang het wordt gevoed met leugens en
niets weet van de waarheid.
Verschillende oorlogsberichten.
Eenarmige soldaten. De minister var»
spoorwegen in Pruisen iheeft «ie tot zijn
ressort beboerende directies opgedragm
om uit den oorlog terugkeerende een
armige soldaten In dienst te neinen als
controleur voor die plaatskaarten aan in-
en uitgang der stations. Daartoe worden
ze voorzien van ©en kortelings uitgövondon
Daar ook al ontevreden. Alle bakkers
te CJhalon-sur-Saóne sloten hiun balklke-
rijen wegens conflict met de autoriteiten
over den meelaanvoer en de maximum
prijzen.
Geen vredesillusie. Er zal een groep
Fransche ingenieurs en technici naar Rus
land gaan, om de Russische oorlogsindus
trie op hooger peil te brengen.
Tabaksbelasting. Er is ©en nieuwe
belasting op uit het buitenland in Rusland
ingevoerde tabak gelegd, bedragende 8.90
op de 1000 sigaren,- 3.50 roebel op de 1000
sigaretten en 3 roebel op de 16 K.G. ruwe
tabak.
Tabak en wijn. Lord Robert Cecil
heeft in het Lagerhuis gezegd, dat de
Fransche regeering onlangs de Engelsche
heeft gevraagd, of het niet wenschelijk zou
zijn, den invoer van tabak in onzijdige
landen, die aan Duitschland grenzen, zoo
er aawijzingen zijn dat die tabak ten slot
te naar Duitschland gaat, verder te be
perken.
FEUILLETON.
Beproevingen.
Maar Roberta stond er ten zeerste op,
ht.het kinidexme:i3je, "dat Ines naar Euro-
>a .vergezeld bad1, zou wonden ontslagen,
rooi' zii Mobren'is buis betrad, en Mohren
toide hierin, hoeiwel ongaarne, toe.
Er bleef hem trouwens geetn lange b©-
fouktijid over, wiant zijne zaken eiscihten
dringend ziin© tesrenwoondiLsliedid in Bra-
toe. Hij vertrok dus en met hem het vroe-
?ere' kindermeisje. Toen hij na ©enige
banden terugkeerde, was hij ten zeerste
■verwonderd dooir de eunstiige verandering,
die er bij Ines had plaats gehad. Het
vroeger toomloicize kiind gehoorzaamde
toeren wensch vain Roberta. De hevige
lltt vlagen van drift, die vroeger de geringste
tegenspraak kon veroorzaken, kwamen
k'jna norót meer voor, en als liet kind zich
Ir Il0g eens een enkele maal vergat, was een
waarschuwend: „Ines!" uit den mond der
Sdvernante voldoende om het te bedaren.
de gezondheid der kleine was veel
v""1"berd en Mohren wist niet, hoe hij dte
gouvernante dankbaar genoeg kon zijn.
Ee vervlogen jaren hadden niet nagela
ten ook op Roberta's uiterlijk hun stempel
te drukken. De bloed dier eerste jeugd was
ha hare wangen verdwenen, maar daar-
,0<>r had zii een kalm optreden, en een
jtotandJige wijze van s>pireken gekregen,
e fret ware zegetbeken zijn van hen, dlie
l vrad<e met God en d© wetreld uit een
wen 9trijid zijn geitreden.
hield Ines Roberta omyatf toen de
kamerdeur, die op de veranda uitkwam,
geopend! werd; en de lang verwachte bin
nentrad. Mohren was een rijzige, knappe
man, van ©en goiade veertig, met een in
nemend U'iltienlijk, giroote bruine oogen én
een ietwat spottenden teek om den mond.
In haar en baard vertoonden zich een
paar zilveren dradén en zijn donkere tint
sprak van een langdurig verblijf jn war
mere streken.
Met welgevallen bekeek Mohren de aar
die e eroen: maar zoo gauw had Ines haar
vader niet bemerkt, of zij vüoog op hem
toe.
„Lieve, stoute papa!" riep zij, „hoe Lang
laat gij ons wachten, en dk ben zoo hon
gerig!"
..Dat zal wel zeto erg niet zijn", meende
Mohren, de kllëine op het vooathoofd kus
send. Daarop reikte hij Roberta de band.
„Verontschuldig mij. als dk werkelijk te
laat ben, mejuffrouw Sterntihiafl., maar ik
had ©en paiatr particuliere brielven te be
antwoorden en dat doe ik Liever hiiar dan
in de stad."
„Gij behoeft u niet te verontschuldigen,
mijnheer MohTen", zeidie Roberta, terwijl
zii schelde. ..Het is maar een paar minu
ten over den gewonen tijd."
„Gij ontzlöet anderen altijd", verzekerde
Mohren en nam plaats voor de ontbijtta
fel, „fik hoop u daarom .een plenrziLar te
kunnen doen. Hier is een brief voor u."
Een (brief voor mij? Zeker van Lady
Morton?" li'
„Toch ni'et. Heit schrijven komt niet uit
Engeland, maar uit Hannover."
„Uit Hannoiver!" herhaalde Roberta ver
baasd. Wie kou /van daar aan ha,ar schrij
ven?, Wie wnöt claa^ y^aar zij zich bevond?
Een blik >op het adres van den baiief deed
haar een .iüL'Jkiier vau schrik door de leden
eraan, verbleek end legde zij hem neder.
Ja, zij kende dez© hand nóg altijd, zij rüiep
haar de gelukkigste maar ook de treurig
ste daeen haars levens voor den geest; af
wisselend blozend etni verb! eek end zat zij
daar; de hand, waarmede zij Mohren zijn
kop thee aanreikte, beeiide Eiichthoar. Al
tijd door keek zij op den brief.
Mohren bemerkte d'it olies zeer goed,
wenzeer had hij gezien, dat het adres van
den brief door een mannenhand geschre
ven was. Van wien zou dat sc/hrijven ko
men, dat Roberta zoo bewoog? Gedurende
de twee jaren, •die zij in Mohren's huis had
doorgebracht, had' zij sj'.echfcs buiiefwiisse-
ïing gehouden met lady Morton en hare
dochters.
I-Iij wilde juffrouw Sternthal den tijd
laten om zich volkomen te 'herstellen en
begon te praten met de kleine Ines. Maar
deze wendde zich al spoedig met een vraag
aian hare .gouvernante, «Li© lin hare ver
strooidheid eersrt antwoordde, toen d©
kraag h erhaald! werd.
Eindelijk stond Roberta op; zij greep
naar het sleutelmandje, dat op een zijta-
fefltie stond, ©n verzocht Mohren, haar te
■wlLLlen verontschuldigen, daar zij voor het
begin" der leasen nog eenig huiswerk had
te regelen.
„Gij behoeft u aan mij niet-te storen",
zeilde Mohren. „Het cis zeer vriendelijk van
u, dalt gij bij afwezigheid van mevrouw
Hansen die zorg Voor het huishouden op u
hebt willen nemen. Naar fik hoop, zult gij
er ©cfliter niet lang mede wonden 'lastig ge
vallen, want mijne bloedverwante keert
binnen :acht dagen terug..'1
„,De taak is overigens niet moeilijk in
een huishouden, idot zoo g.oeid fis ingericht
als het uwe." zeiiidie Roberta
Toen Mohren op het gewone late uur
voor het middagmaal terugkeerde, vond
hii Roberta (kaC/m en bedaard als altijd,
maar zij, was opvallend bleek, en haar
•roode oogen verrieden, dat zij geweend
(had.
Als voor Ines de bedtijd aangebroken
was. bleef haar gouvernante bij afwezig
heid van mievrouw Hansen op haar kamer
die naast die van haar leerlinge gelegen
was. Heden echter keerde zij in de eetzaal
-terug.
„Hebt gii een naar minuten voor mij be
schikbaar. miinheer Mohren?" vroeg zij,
„lik beh u wat te zeggen."
„Beschik over mij naar welgevallen,
mejuffrouw," kreeg zij ten antwoord.
„Waarmee kan Ik u dienco?"
„Gij zeddet heden morgen, dat mevrouw
Hansen binnen enkele dagen zou tenrg-
keeren. Ik verzoek u, mij bij hare aan
komst te willen ontslaan."
,,U ontslaan!" a-iep Mohren ten hoogste
verrast „Wfillt gij weg? Waarom?"
„Ik wil niet het valt mij uiterst zwaar
maar ik word er toe gedwongen..."
„Wie kan u dwingen iets te doen, wat
gii ndert wilt? En gii zert dat zoo rustig.
Denk toch aan Ines aan ons allen. Zijn
wij u onverschillig, dat gij ons onbekom
merd kunt verlaten? Dat had ik werkelijk
niet gedacht! Hebt gij u over i'ets te be
klagen? Zoo nauw dik weet, wat het is, zal
dk het verhelpen."-
„Neen, miinheer Mohren1, ik heb mij
over niets te beklagen. Mevrouw I-lansen
en gij zelf, behandelt mij als .een did uwea;
familie, ök houd van Ines, als was b'©t mijn
eigen kind, en uw huls is-wk mij een
waar tehuis geworden. Maar niettegen
staande dat alles moet ik het verlaten."
„Zeg mij dan tenminste, wanneer gij
weg Wiflt", Verzocht Mhrem, „misschien
kan Ik u heüpen. Ik ben immers een man
van ondervindin g.
Roberta schudde treurig het hoofd.
„Het zijn Gebeurtenissen uit het verle
den, het verleden, waarvan ak dacht af
scheid te hebben genomen, maar dat nu
weer voor mij oprijst. Mm hweft mij ont
dekt, en dreigt mij, naor mij toe te kio-
mcn... O! iaat rnii vertrekken, opdat, men
mij hier niet vindc."
„Wie waagt het, u onder mijn nok te
dreigen?" rlen Mohren uit. en hij fronst©
de wenkbrauwen- Kalmer ging hij daarop
voort: „Uw verleden is mij onbekend, inanr
ik ken u, sedert gij bij ons zijt en ben
overtuigd, dat er in uw geheel e 'vroegere
lieven niets ds. waarover gij u behoeft te
solt amen. al kan de hernirurordng u ook
simaTten. Walt gij mij in uw vertrouwen
nemen? Denk en «handel, als ware Jk uw
•broeder, •een broeder, die gaarne bereid fis
voor u te doen, wat in mijn vermogen is."
Haar broeder? Roberta brak in tranen
uit. Ja, als Ernst nog leefde. Maar crik
hem 'had een cmv*eiifridde!ijk noodlot haar
•ontnomen, eenzaam en alleen «toad zij op
de wereld. Mohren wist partij te trekken
van hare weeke stemming oir het gaK
beirta verlichting, met een docünemei'd
mensch te kunnen spreken over de droe
vige herinneringen, dBe zich ctien margon
in haar geest verlevendigd hadden en hai\)
ziel zoo, machtig bawogcu.
j(Rlol volgt.).