E K Se £42l€bclve (Bou/%cml; ra ft 6^jTOlg!gWratGM^TSi»y31GÏWK>ISg<^l<K^ÏGWroï<iWOTlGi»g3lGS»fólgJ»g3 Ua ï&a w. Ol iisoa VAN ijakzg «mvm G»M®ti5iea^ieiw^(?^i^i6i^iGJWKi6i*föi(3iWKi6?i^tiiGS*iïjt jra erde Blad. erdag 8 April 1916 PASSIE-ZONDAG. den brïef van den heiligen Paulus in de Hebreeuwen 'X 11—15. Broeders! Christus, de hooge- der toekomstige goederen opge- ;i)nde, is door den grobieren en i' tabernakel, die niet met gemaakt, dat is: niet van deze ig is, en niet door het bloed van of vaarzen, maar door zijn eigen simaal in het heiligdom binnen- na eeuwige verlossing verworven Want indien het bloed van en stieren en de asch van een de onreine®, gesproeid zijnde, hen )t zuivering des vleesches, hoeveel het bloed van Christus, die Zich heiligen Geest onbevlekt aan God ;en heeft, ons geweten zuiveren le werken, om den levenden God i! En daarom is Hij ook de Mid- les Nieuwen Testaments, opdat ie® dood, tot. verzoening der over- onder het voorgaande Testa- ireven, zij die geroepen zijn, de eeuwige erfenis mogen ontvan- hristus Jezus, onzen Heer. tiOi den H. Joannes VIII 46—59. tijd sprak Jezus tot het Joodsche van u zal Mij van zonden over- 392|lndien Ik u de waarheid zeg, gelooft gij Mij niet? Wie uit God ïit naar Gods woorden; daarom ;ij er niet naar, omdat gij uit God De Joden dan antwoordden en m: zeggen wij niet terecht, dat Samaritaan zijt. en den duivel in :us antwoordde: Ik heb geeneri maar Ik vereer mijnen Vader, ibt Mi) onteer d. Ik zoek mijne st: daar is er één, die ze zoekt en feit. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg ijn woord onderhoudt, hij .zal den it zien in eeuwigheid. De Joden a: nu erkennen wij, dat Gij den hebt: Abraham en de Profeten irven, en Gij zegt: wie mijn woerd zal den dood niet smaken in miid. Zijt Gij dan meer dan onze III traham, die .gestorven is? Ook de zijn gestorven. Wien maakt Gij If? Jezus antwoordde: indien Ik verheerlijk, zoo is mijne glorie it is mijn Vader, die Mij verhe-ër- wien gij zegt, dat Hij uw God is. kent Hem niet, maar Ik ken Hem; k zeide, dat Ik hem niet kende, II lan u gelijk zijn, een leugenaar, ken Hem, en onderhoud zijn ibraham, uw vader, heeft zich zeer VI d, dat hij mijnen dag zou zien; hij ,|-| n gezien en zich verblijd. De Jo- zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen ren, en Gij hebt Abraham gezien? itwoordde hun: voorwaar, voor al zeg u: Ik ben, eer Abraham werd. dan steenen op om op Hemte maar Jezus verborg zich en ging tempel. eillls 1 i Iv, 0ii stond i tf-.n l/ic b aring van het Epistel. bevel had Mozes den taberna- lwuwen, de heilige tent, waarin bi een eigen huis onder zijn uit- volk wilde wonen. Deze taberna- in twee deelen verdeeld: het ,,Hei- n het „Heilige der H<(djgen", en tO heel omgeven door een langwerpig plein, het Voorhof geheeten. Voorhof hadden allen toegang, hun God te aanbidden en Hem op te dragen. In het Heilige 'iemand treden, behalve de pries- er hun heilig dienstwerk verrich- Hellige der Heiligen was het mid- der geheele Joodsche godsdienst; de ark des Verbonds, "een to kist, uit acaciahout vervaar- 'n binnen en van buiten met het ;oud overtogen. Deze kist, waarin hi der Wet bewaard werden, werd ft door een gouden deksel, het ver. 'sol, waarop twee gouden Cheru- «Idem waren aangebracht. Tus- Sfl eze beelden troonde God, volgens 'ijl 'ord tot Mozes: „Boven het ver- en uit het midden tusschen de 'orubijnen zal Ik alles tol. u spre- at Ik door u aan de kinderen van ;al bevelen." eenmaal in het jaar, op grooten mocht de hoogepriester dit ,ta binnengaan. Dan schreed hij 30 jlor het Heilige tot in het Heilige 'tfeii en besprenkelde met het bloed [5er en een bok het gouden Ver- °Pda.t God, dit zoenoffer aan- om wille va® een «.nder Offer- iat eenmaal vloeien zou op Golgo- zondeschuld van Zijn volk zou .z.en J°odschen 'tabernakel en Jood- 'Iferdi 'enst zinspeelt de II. Paulus in het bovengenoemde gedeelte van zijn IIc- breënbrief. Het Israëlitisch heiligdom en de hoogepriester in de uitoefening van zijn heilig ambt, waren voorafbeeldingen van hetgeen eenmaal geschieden zou, als de volheid der tijden zou zijn gekomen. Die tijd is gekomen. Jezus Christus, de Verlosser, is onder de menschen versche nen en Hij is opgetreden als hoogepriester, als middelaar tusschen God en heel het menschelijk geslacht. Ook Hij heeft een offer gebracht, het bloedig, offer van Zich "zalven, en Hij heeft ons verworven de toe komstige goederen, de Messiaansclie goe deren, waarvan wij reeds hier op 'aarde ontvangen, .n.l. de vergiffenis der zonde, de heiligmakende genade, maar die wij ten volle zullen ontvangen en genieten, als na onzen dood, de hemelpoort, ons geopend wordt. Gelijk de hoogepriester van 't Oud Ver bond ging door 't Heilige naar 't Heilige der Heiligen, ,zoo ook Christus. Maar Hij is gegaan door een tabernakel die niet het werk is van mensclienhanden, die niet van deze schepping, een aardsch maaksel is. ,,Hij is de hemelen doorgegaan" den wol ken- e® sterrenhemel, totdat Hij kwam in het Heilige der Heiligen, tot voor den troon van God zelf. De Joodsche hoogepriester had toegang tot 't Heilige der Heiligen om 't offerbloed, dat hij moest sprenkelen. Christus had toegang tot den hemel oui Zijn eigen Bloed, dat Hij als Slachtoffer voor de zonden der wereld aan het kruis had vergoten, dat Hij den Hemelschen Vader ter verzoening aanbood, waardoor Hij ons eeuwige verlossing verworven heeft. Dat Christus een eeuwige verlossing be werkt. heeft, een verlossing voor'alle men schen van alle tijclen, bewijst de H. Paulus uit de voortreffelijkheid èn van den Offer aar èn van de Offerande. „Indien het bloed van bokken en stieren, èn de besprenkeling met de asch der jonge koe (het middel tot reiniging vooral voor hen, die door het aanraken van een lijk onrein waren geworden.) zuivert tot reini ging des vleesches, tot uitwendige, wette lijke, reinheid, zoodat zij, die onrein waren geworden, weer geheel hersteld werden in hu® rechten ais lidmaten va® het uitver koren volk dan zal zeker het bloed -van den smettëloozen Christus, die onder in geving én leidihg van den H. Geest, van wien Hij als mensch vol was, zich zelf voor ons heeft opgeofferd, niet alleen uitwen dige, wettelijke reinheid veroorzaken, maar de zielen van alle menschen reinigen van zonde, en hun de genade verwerven, waardoor zij in staat gesteld worden God door goede werken te dienen." Daarom, omdat Christus door Zijn Bloed onze zielen verlost heeft en bevrijd heeft van de zonde, hetgeen de offers van het Oud Verbond niet vermochten, is Hij de bewerker en de Middelaar van het Nieuw Verbond, dat God beloofd had met de menschen te zullen sluiten. Christus' dood heeft de verzoening gebracht voor de over tredingen die in het Oud Verbond geschied waren (ziehier de kracht van Christus' kruisoffer tegenover de krachteloosheid der Joodsche offers, die dezë verzoening niet konden bewerken), Zijn dood heeft ftlle menschen vrijgekocht en verlost, ge lijk Paulus elders leert: ,,Hij heeft Zich zelf gegeven tot losprijs voor allen", opdat allen de beloofde eenwige erfenis, de eetfwige zaligheid, waartoe zij geroepen zijn, eenmaal ontvangen mogen. O, onmetelijke, onuitsprekelijke goedheid van den Godmensch, die onze ongerechtig heden op Zich nam, om ze uit te boeten aan het kruis. Beantwoorden wij aan die goedheid, door der zonde afgestorven te leven, en vragen wij daartoe Hem, die ons verlost heeft door Zijn kostbaar Bloed, dat Hij ons met Zijn genade te hulp kome, op dat ook wij eenmaal geteld worden onder de heiligen in 's Hemels glorie. TH, A. VIS, „Ilageveld" Voorhout. R. K. Priester. Verklaring van het Evangelie. Om het evangelie van Passie-Zondag goed te begrijpen moeten wij even herin neren aan de gebeurtenis, welke aanlei ding gaf tot deze redetwist tusschen den goddelijken Zaligmaker en de Parizeen. Deze laat,sten brachten bij Jezus, terwijl Hij in het voorhof van den tempel predik te, een vrouw, die betrapt was op overspel. In de hoop Jezus een strik te spannen, vroegen zij Zijn oordeel over de wijze, waarop men volgens de Joodsche wet te genover deze zondige vrouw moest optre den. Wij kennen het treffende antwoord, hetwelk Jezus gaf aan de Parizeen ter bestraffing van hun vermeende vroomheid: „Wie van u zonder zonden is, werpe het eerst den stee® op haar." Beschaamd moes ten zij heengaan. Hierin nu vond Jezus aanleiding, om een gestrenge strafpredikatie te houden 'tegeii de schijnheilige en hardnekkige Farizeen. Ofschoon zij van den een-en kant hun eigen zondig levensgedrag moesten bekennen, en van den anderen kant cloor hun zwijgen openlijk getuigenis af Legden van Jezus onschuld, toeli weigeren zij halsstarrig Hei®, to erkennen als den Zoon Gods, als de® Messias. Want zij misten den waren geest, den geest Gods. Dat verwijt Jezus hun hier nog eens zeer terecht. En als zij ook nu inwendig de waarheid van Jezus' beschuldiging moeten erkennen, en niet weten wat Hem te antwoorden,, om zich te rechtvaardigen, nemen zij hun toevlucht tof- schelden en lasteren, zooals menschen van dat slag i® zulk een geval gewoonlijk doen. Zij zeggen, dat Jezus ee® Samaritaan is, d. w. z. een doodsvijand van de ware Israëlieten, en dat Hij een duivel in heeft, dat Hij bezeten is en daardoor dolle, dwaze dingen doet en zegt. Op die gruwelijke godslastering en onteerende beschuldiging antwoordt Jezus met goddelijke zachtheid en kalmte door te wijzen op Zijn werk, het leeren der waarheid, waarmede Hij geen zelfverheffing beoogt, doch eer brengt aan God Zijne® Vader, Die de. oneer Hem thans aangedaan eenmaal beoordéelen zal en wreken. En dan wendt Jezus Zich tot Zijn gelooi'ige toehoorders, aa® wien Hij om hun getrouwheid aan Zijn woord belooft, dat zij nimmer den geestelijken dood zullen sterven. Verbitterd door deze woorden, waa/rvan zij de beteekenis en bedoeling maar al te goed begrepen, gaven zij er opzettelijk een verkeerden uitleg aan, aLsof zij door Jezus waren bedoeld in den letterlijken zin, n.l. van den lichamelijken dood. Ook nu be straft Jezus hen niet om hun hernieuwde godslastering, maar Hij vindt i® hun woorden juist- aanleiding, om met nog meer nadruk te verklaren, dat Hij God is 'van alle eeuwigheid, een verklaring, welke God Zijn Vader zelf bevestigt door-Ie wonderen die Hij verricht. Ein op de spottende vraag van de Farizeën, of Hij, zoo jong nog, den aartsvader Abraham soms had gekend of gezien, antwoordt Jezus mgt onverbidde lijke duidelijkheid, dat Hij, ofschoon naar Zijn menschel ij ka natuur- geboren na Abraham's dood, naar Zijn godde lijke. natuur bestond eer Abraham, eer de wereld werd geschapen, omdat Hij i s van alle eeuwigheid: „Eer Abraham werd, ben I k." Als eenig antwoord' op deze ondubbelz'inigc verklaring Zijner godheid, grepen de Parizeen in hun wöede en haat naar steenon, om Jezus, volgens hen een godslasteraar, dood. te steenigen. Maar Jezus verborg Zich, Ilij onttrok Zich aan hun woede, omdaf Zijn uur nog niet _was gekomen. In hare liturgie past de H. Kerk op eigen aardige en toch. treffende wijze deze laat ste woorden van het evangelie toe. Immers van af dezen dag zijn de beelden van Chris tus en Zijn Heiligen in onze kerken verbor gen en aan ons oog onttrokken door een paarscli kleed. De II. Kerk wil door dit uiterlijk teeken van rouw. over Jezus nade rend lijden 'ons opwekken tot berouw en droefheid des harten over onze bedreven zonden en misslagen, de oorzaak van Jezus' lijden. Daarnaar moeten wij dan ook in dezen lijdenstijd vol ijver streven, om met des te meer geloof en liefde, met een smet teloos hart Jezus' kruis te kunnen ver- eeren en aanbidden, als het op den Goeden Vrijdag voor onze oogen weer plechtig wordt onthuld. CIIR. S. DESSING, Heilo, Kapelaan. Liturgische beschouwingen. DE KELK MET TOEBEHOOREN. II. I. Kelk èn patoen. (Vervolg.) Reeds in ons vorig artikel gaven wij den oorsprong aan van kelk en pateen, en zet ten tegelijkertijd uiteen, waardoor' en waarom beide zulk een verheven waarde bezitten. -Wij .zullen nu een en ander zeg gen over de mystieke beduidenis dezer ge wijde vaten. Maar eerst laten wij daar nog een historische Inzonderheid aan vooraf gaan. De kelk en pateen werden, zooals wij a-eeds zagen, naar het voorbeeld van Chris tus, vanaf de eerste tijden der Kerk onder de II. Mis gebruikt als heilig vaatwerk, om te bevatten Jezus' goddelijk Vleesch en Bloed. Aanvankelijk echter gebruikte de Priester in de H. Mis 'twee kelken, name lijk de .consecratie- en de spijskelk. De consecratie-kelk diende, evenals nu, on middellijk voor den priester, terwijl de spijskelk, die veel grooter en dikwijls van handvatsels voorzien was, gebruikt werd voor de geloovigen, toen zij nog het II. Lichaam e® Bloed van Jezus onder twee gedaanten nuttigden. Ook de pateen was' vroeger veel grooter en dikwijls van draag- ringen voorzien, omdat in de cerate eeuwen de II. Communie vanaf de pateen werd uitgereikt. Na deze historische voorbemerking 'nu nog een enkel woord over de zinnebeeldige beteekenis van beide. Bij de wijding van don kelk bidt de Bis schop: „Gcwaardig U, o Heer, op dezen kelk uit te storten de heiliging, die Gij uit gestort hebt op den geheiligden kelk van Uw dienaar Mel.chisedech." De altaarkelk herinnert ons dus aan den geheiligden kelk van Melchisedecl'i. Op de tweede plaats herinnert hij ons aan het goddelijk Ilart van Jezus. Want evenals dat heilig Hart de bron is, waaruit het goddelijk Bloed tot onze- verlossing als een breed e stroom is ontsprongen, zoo ook is de offer- kelk op liet altaar een nieuwe bron waarin eiken dag opnieuw het goddelijk Harte- bloed zich verzamelt om telken dage weer de besmeurde zielen te reinigen en met den Hemelschen - Vader te verzoenen. In de gebeden, clie de Bisschop bidt bij de wijding van de pateen, wordt ons her innerd 'aan „de gouden en zilveren scha len", waarop de priesters van het Oude Verbond hun offers van wit tarwemeel op droegen hi den tempel. Maar nog een hoo- gere beteekenis heeft de pateen. Zij draagt het heilige Lichaam van Jezus en spreekt aldus van den kruisboom, die óók droeg liet doormartelüe Olfer-Licliaam van Je zus Christus. Ten slotte wijst ons de wijde vorm van de. pateen op de vurige liefde van ons wijd-opensfaand liart, waarmede wij tot Jezus moeten naderen, gelijk Paus Innocentius dit zoo.schoon zegt: y,de pa teen wijst op het hart, dat wijd openstaat voor dé breedte der liefde." Eindelijk beduiden beide tezamen nog het graf, waarin Jezus na het moeilijke, g-róote verlossingswerk rustte, gelijk de Bisschop aan liet einde der wijdingsgebe den bidt: „opdat deze gewijde vaten door de genade des Heiligen Geestes een nieuw graf mogen zijn voor liet. II. Lichaam en Bloed van onzen Heer Jezus Christus." Merken wij ten slotte nog op, dat ook het goud een hoogere, zinnebeeldige bedui denis heeft, waardoor de verheven voor treffelijkheid van het H. Misoffer wordt aangegeven. Bovendien spreekt het goud ons van de koninklijke waardigheid van onzen Hoogepriester Christus, zooals wij weten uit de offergaven der Wijzen, die Hein goud offerden om Hem als Koning te huldigen. Seminarie „Ilageveld". Pr. J. P. VERHAAR. KERKBER1CHTEN. riMRLANDERVEEN. Parochie van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus. Zondag: de H.H. Missen om 7.30 en 10 uur. In de week II. Mis om 8 uur, waarna Kruisweg, behalve Vrijdag. Donderdag: 8 uur gezongen II. Mis ter eere Allerh. Sacrament. Vrijdag: 's.avonds T uur p&eehtóge oefening van 'den Kruisweg. Zaterdag: na de H. Mis en 's middags van 5 uur af gelegenheid om te biechten. ALPHEN. Parochie van den H. Bonifacius. Zondag: De II. Missen 7 u. 8r30 (Kapel) 10 uur Hoogmis; 1.30 uur Catechismus; 2.30 uur Vespers met Rozenhoedje; 4.30 uur Conferentie van het Juvenaat. 7 uur Lof met lijdensmeditatie. De gelieele week de II. II. Missen 7 uur, 7 uur (Kapel); 8.15 uur. Donderdag: 8.15 uur gezongen Rouwmis. Vrijdag: na do II. Mis van 8.15 uur oefe ning van den II. Kruisweg. BODEGRAVEN. Parochie van den H. Weüibrordua. Zond dg: 7 en 10 uur II.H. Missen; 1.30 uur Catechismus; 4.30 uur Patronaat; 7 uur Lo-f en Lijdensmeditatie. Maandag: 7.30 en 8.30 uur H.H. Missen. Dinsdag: 7.30 en 8.30 uur II.Ht Missen. Woensdag: 7.30 en 8.30 uur II. Mis. Donderdag: 7.30 en 8.30 uur II. Mis. 7 uur Lof 'tor eere van het H. Sacrament. Vrijdag: 7.30 en 8.30 uur II. Mis. 7 uur oefening vaui den H. Kruisweg. Zaterdag: 7.30 en 8.30 uut II. Mis. Van 4 uur gelegenheid om to biechten. Eiken ochtend 6.15 uur uitreiking der II. Communie. Eiken avond 7 uur Rozenhoedje om door de voorspraak van Maria den vrede van God af te snioeken. BOSKOOP. Parochie van den H. Joannes de Doc-uer. Zondag: II. Mis tie 7 uur en 9.30 uur Hoog mis. Geien Vespers. To 7 uur Lof, waar onder Meditatie. Deze week Catechismus volgens ge woonte. Vrijdag: -te'8 uur gezongen H. Mis; des avonds 7 uuiv Kruisweg en van tr-8 uur gelegenheid' om 4e biechten. Zaterdag: gelegenheid om le Hechten vanaf 3.30 en 'des avonds te 7 uur Lof mat Rozenhoedje. Op cle gewone dagen der week de il II. Missen te 7 en 8.15 uur. HAZERSWOUDE. Parochie van de H.H. Engelbewaarders. Zondag: 7.30 iv H. Mis; 10 uur Hoogmis. 1 uur Catechismus; 2 uur Lijdensmedi tatie ion- Lof. Dagelijks wordt om 7.15 uur de II. Com- m un ie uitgereik t. Woensdag: 8 uur gez. II. Mis voor 'i be-, houd vu.n het vee en de vruchten der aarde. Zaterdag: Biechthooren van 10—12 en na don middag van 4—9 uur. HAZERSWOUDE. Parochie van den H. Michaël. Zondag: (5.30 uur uitreiking der H. Com munie; 7.30 uur Vroegmis; 10 uur Hoog mis; 2 uur Lof en -meditatie. Maandag: bij de Z.Ew. Zusters 7.30 uur H. Mis. 11.30 uur Catechismus. Dinsdag: 8.15 uur H. M'Ls; 11.30 uur Ca-t. Woensdag: 8.15 uur II. Mis; 11.30 Catech. Donderdag: 8.15 uur gezi. H. Mis tot afwe ring zfiokte onder hét vee. 9 en 11.30 uur Catechismus. Vrijdag: 8.15 uur H. Mis; 3.30—4.30 Cat. Zaterdag: 8 15 uur II. Mis. 's Namiddags gelegenheid om te biech ten van 4—8 uur. HAZERSWOUDE (Groenendijk). Parochie van den H. Bemardus. Zondag: hailf 8 eerste H. Mis; om 10 uur Hoogmis; o-m 2 -uur Meditatie on Lof. Maandag en. de overige dagen de eerste II. Mis ora 7 uur; de tw.-.ede om kwart over 8. HOOGMADE. Parochie van de H. Maria Geboorte. Zondag: II. Mis te 7.30 uur. 10 uur Hoog mis; 2.30 uur Vespers. I.30 uur Catechismus. Maandag: en volgende dagen de II.II. Mi» een 8 uur en 8.30. KATWIJK. Parochie van den H. Joannes Geboorte. Zondag: II. Missen te 7 en 10 uur; te half i Catechismus; 's avonds te kwart vóór G uur Rozenhoedje en te 6 uur Lof met Lijdensmeditatie. Maandag: te 12 uur Catechismus. Dinsdag en Vrijdag te haLf 10 Catechis mus; Dinsdag en Woensdag ook te 12 u. Catechismus voor „de kind-eren der Woens-dagsche Catechismus. Dinsdag: 's avonds te half 8 Lof ter eere van H. Antanius. Woensdag; 's avonds te half 8 uur Lof ter eere van-Ik Jozef. Vrijdag: 's avonds te half 8 uur Kruisweg oefening. Zaterdag: 's Middags v-aai 59 uur gele genheid om te biechten. LANGERAAR. Parochie van den H. Adrianus. Zondag: II. Mis 7 en 10 uur; na de Iloog- - mis Catechismus; 2 uur Lof met medita- tie. Door de week Catechismus naar ge» w-ooiile. Door de week II.II. Missen om 8 en 9 u. Woensdag en Vrijdag: onthouding van spek -en vleesch, V-rijdag ook van ge smolten vet; op de andere dagen mag men eens per dag vleesch eten en meer malen gesmo-lten vet. Woensdag en Vrijdag wordt de II. Com munie ook om 7 uur uitgereikt. Donderdag: van 3.30 tot 4.30 uur gelegen heid om te biechten, eerat de schoolkin deren e-n dan de groote-ni. Zaterdag; 34 uur en 58 uur gelegen heid om te biechten; 7 uur Lof. LEIDSGHENDAM. Parochie van den H. Petrus en Paulua. Zondag: 3 uur Vespers; 7 uur Lof e-n Lij densmeditatie. Donderdag: 6.30 uur Lof. Biechthooren van G uur tot aan het Lof. Vrijdag: 6.30 uur Oefening vaal den Kruis- weg. Zaterdag: van 48.30 uur biechthooren. 6.30 uur Lof. LtS&E. Parochie van do H. Agatha. Zondag: te 7 uur eit te> hali 9 de gelezen II.-Missen; te 10 uui*^ de Hoogmis. To half 2 Catechismus; te half 3 Vespers mot Rozenhoedje.; te 7 uur Lof met Meditatie; Gedurende dezo week do Catechismus naar gewoonte. Maandag: onder <ie II. Mis van half 8 a'l- gemeema H. Communie voar do jongens die That bij* dein Pastoor op -de leering zijn. Maandag, is er geen H. Mis te half 10. Dinsdag: 's Avonds 7 uur Lof met Rozen hoedje. Vrijdag: Feestdag.der Zeven Smarten van M-O'Lva. Te 7 uur oefening van den den II. Kruisweg, daarna vereeriing der Reiiquie van het H. Kruis. Zaterdag: na' schooltijd biechthooren voor de meisjes d-ie nieit bij den pastoor op de leering zijn. Van 34 uur biechtlhoo- rem voor do kinderen (jongens en meis jes) die bij den pastoor op de leering zijn. Van 4 uur 'tot half 10 gelegenheid ora te biechten voor oudere' kinderen cu volwassenen. - MEI JE EN ZEGVELD. Parochie van de H. Maria Geboorte. Zondag: 7 uur Vroegmis; 9 uur Catechtó» mus; 10 uur Hoogmis; 2 uur Kruisweg oefening waarna. Lof. Maandag: 8 uur II. Mis; 12 uur Cat, Dinsdag: 8 uur II. Mis; 12 uur Cat.,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 7