/eede Blad.
e Oorlog.
Nö. 197®
erdag 8 April 1916
BUITENLAND.
et Westelijk oorSogsterrein.
Roffaivuur bij Avocourt.
Ross geeft in de „Wasische Zei-
l boeiende beschrijving van ©en
r rotielvuur.
i, twee uur. We lagen met z'-n
het kale, ontzaglijk hooge ver-
het kasteel. Tot aan de zoldering
la boogvensters, waarvan de ge-
uiten gebrekkig met pianken wa-
istopc. De wind streek over den
loer en rukte aan de bouwvallige
issing naar het front. De kamera
den zich tusschen de strooi egers
eeüen. Beneden stonden de p aar-
Meld.
jen door den nacht. Als een witte
de straat achter do bergen,
e stalen leeuwen, aan den hori-
tlicht het in snelle, zenuwach-
itngen. Nu groeit het rollen en
taan toft een wild, lieesch keffen
beesten die elkaar aanblazen.
!t het weer zwakker en sterft weg
korte slagen, die zwaar en
leren in den nacht,
vakken is reeds leven. Een veld-
iroeit roode vonken, daar staan
m met de menageketels t© wach-
dorpstraat ratelt een kolon-
iomen wij weer in het donker en
Men. hoort slechts den hoefslag
tarden. Aan het front stijgt een
".oog, snel en zeker, staat
oogenbhk sidderend en beslui-fce-
de lucht en daalt neer niet ver-
a schijn,
wilde krater langs den weg wor-
arden schichtig. Een paar paar-
1 liggen aan den kant. Men heeft
;g kunnen krijgen. De weg ligt
durend onder hevig vuur, de op-
lijken zien ar vormeloos uit in de
ons front staat bosch, stammen
iken, versplinterd wit hout, eiken
als struikgewas; beneden in het
ssig grasland, zwart van den om-
i moerasgrond.
terijem in de buurt zijn aan het
de beschadigingen van gisteren
en- en nieuwe, steviger dekkingpn
l
letrèkkelijk kalm. De Franschen
a leclits. een paar brandgranaten.
meter voor de batterij ontploffen
lelijke vlam slaat uit, roet, rood-
als van petroleum. Hett kreupel-
nat van de dauw, het smeult een
n de voeten van de boomen, dan
dam uit. De kanonniers werken
rder,
ri len middag wordt het vuur hevi-
It ïelle volgorde komen de zware
i ze tot een dreunend knallen ver
Om drie uur komt van een batte-
cMer de infanterielinie, het te-Ie-
ericht, dat een dekking bedolven
rmet. een paar man heen, maar
zich zelf reeds geholpen als wij
itterij zelf is niets gebeurd, slechts
ooruitgeschoven stuk krijgt men
lit, de telefoon is stukgeschoten.
De loopgraaf daarheen, is gedeeltelijk
reeds platgeroffeld. Het vuur wordt weer
heviger.. Met gerekt gehuil strijken, de
granaten door de kale stammen van hot
gehavende bosch. De lucht is. vol huilen en
suisen.
Daar, vlakbij, die komt in de loopgraaf.
Rechts ligt een kleine gang; een instinctie-
ven. sprong. Het gedreun komt me eerst
tot bewustzijn als de aardzoden op mij
neervallen. Mijn hart is rustig. In het eer
ste oo.genb!ik heb ik een gevoel van berus
ting, dan vlamt de levenswil weer op. Ik
moet eruit voor de aardlast 'te drukkend
wordt. Het gaat makkelijker dan het
scheen, In de verte kletteren nog aardklui
ten en splinters, neer als de- hoefslag van in
de verte g.allopeerende paarden. Drie me
ter verder ligt de krater, midden in- de.
loopgraaf. Diep omgewoeld en,verbrand de
aarde De gassen slaan neer boven het gat.
Daarnaast een gekreun. Da-ar ligt de re
serve van het voorste bataljon. Een man is
half bedolven, twee kameraden probeeren
hem aan de armen eruit te trekken. Spa
den hier! Zwijgend en haastig graven wij.
De leem is zoo taai als klei, weer een ge
suis, God zij dank, die ging voorbij.
„Zoo, nu snel in dekking met hem". De
man hangt als -een klomp in de armen van
een ander.
Nu naar het stuk.
Ik loop'door den gang. Men komt haast
niet vooruit. Een brei van leem, takken en
stammen.
Het kanon is weg. Een verwarde hoop oxi
de plek waar het gestaan heeft. De ijzeren
dragers waardoor het gedekt werd, zijn
gekraakt als riet. Alles verwoesting. De
ingang tot de dekking is echter open. Ik sla
do deur open, alles nog in leven.
Een aardbeving. De deur slaat toe. De"
kaars gaat uit. Voor den ingang ligt een
zware klomp. Niemand zegt eerst iets.
Dan „geen licht aansteken, sigaren uit
doen". De lucht is slecht en verbruikt, zij
moet voor veertien menschen genoeg zijn.
Nog een paar zware slagen, dam probee
ren wij de deur weer 'te openen. Door ver
eende druk wijkt do aardmassa, Frissche
lucht stroomt naar binnen.
Ik houd het echter daar beneden- niet
uit. Liever buiten in het grootare gevaar
dan daar beneden in de verstikkende duis^
ternis, waar de angst belemmend van de
een naar den ander kruipt.
Naai1 voren. Bij de waarnemers in de
sappen. Het is nu hetzelfde. Voor en achter
gaat de dood over de aarde.
twee, drie- granaten midden in- de loop
graaf. Varder gaat het niet meer: Uit de
trechters stijgt het gas omhoog, kruipt ver
stikkend en verlammend i-n de keel. Een
zee van dood en als verloren daarin een
leven.
Neon, de angst mag mij niet overmeeste
ren. De dood kan mij hier niet verrassen.
Hier zijn wij ieder oogenblik bereid.
Maar nog is het geen tijd. Een wedren
met den dood. In sprongen yan gat naar
gat. De eenige dekking in de volgeworpen
loopgraaf.
Daar is een mijngang, als een eiland in
de woeste zee.
De gang is veel meters diep, twee uit
gangen heeft ze. De infanteristen ziitten
dicht naast elkaar gehurkt, maar de lucht
is goed. Er is trek in de gang,
„Nou, zullen wij eens kijken of. ie 't uit
houdt", zegt er een. Ze bekijken het van
den vroolijken kant. Dat is de beste steun.
Zij hebben water in de veldketels en ik kan
mijn keel spoelen, waarin nog steeds bij
tend de rook van de granaat zit.
Als het vuur zwakker wordt, spring ik
het laatste stukje naar voren. De loopgraaf
is gedeeltelijk bedolven, maar de posten
staan op hun plaats. Een machinegeweer
wordt - in orde gebracht, de compagnie-
commandanten snellen door de gangen,
liat blijft echter stil, de Franschman komt
niet. Misschien, heeft hij een aanval van
onzen kant gevreesd, en wilde hij ons voor
komen. Vernietigingsvuur, heet het dan in
het bericht. Men leest zoo- gemakkelijk
daarover heen.
Het moet reeds laat geworden zijn. Het
gloeit tusschen de stammen, de zon gaat
onder. Eenig.e granaten trekken nog als
achtie-makomende trekvogels langs den
avondhemel. De plotselinge stilte ligt als
een balsem op het hart. Men hoort weer
zijn eigen stap, het kabbelen van het wa
ter. Waarachtig, daar zingt reeds een vo
gel tusschen de stukgeschoten boomen. Wit
en puntig steken de splinters uit van de
doodelijk getroffen stammen. De aarde is
omgewoeld, maar daar, daar komt een
beetje groen te voorschijn, jong, zacht
groen, het wordt lente. Lente?
Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein.
De slag aan de (sonso.
Mien -schrijft uit Weenen aan die „N. R.
Ct.."i
Naclat ia» (begijn Maart de vijfde- grooto
veldslag om het bezitt van. Görz en de
Isonzo' zond-ar succes geleverd was, volgde
eeln korte pauze. Deze nam op 17 Maart
een .einde; waaro.pl waar -aanvallen werden
gericht op Toilmein. Twae dog-en. later wend
hevig om helt bruggelnoofd' bij Görz ge
vochten, waarbij de ItaMaameelhe steLHn-
gettv bij P-odgora door da Oostenrijkers in
brand geschoten werden.em deze»'® nachts,
dear vijand; uit de voorste loop-graven' ver
dreven. Zondag den 22en was het succes
voor de Oostenrijkers aanmerkelijk, oom
dat de Kaliaamsch© stalling ten Noorden
der Podgo-r a veroverd werd; an 500 Italia
nen gevangen, werden, genomen. Daardoor
as het voor de Oostenrijkers, mogelijk ge
werden, o-m zich niet. alleen o,p het door
hen bezette deel dier Podgora te handha
ven, maar ook o-m in,-het door den vijand
bezette gedeelte zich vast ite nestelen.
Volgens de berichten, van heden wordt
die. strijd, om; den Podgoraheuvel, doe- den
toegang naar Görz beheerschlt, voortgezet;
Ook aan het front in Tirol en Karimthië
zijn. de gevechtenhervat. Heit zal dus. aan
Cadoim-a bij, zijn .terugkeer u-iit Parijs, niet
aan werk ontbreken-.
Op den. Doberdo, dien dik mij bij mijn
Vroegere, bezoeken aan. Görz no-g. herinner,',
zal het nu wel heel 'anders uitzien' dan
toen. Geen aardige huisjes, meer tusschen
boomen on groen Geien gmenfenteeh, wier,
gen, geen dorpjes, geen kerktorens, ja,
zelfs geen- sypressem meer oip de schilder
achtige dorpskerkhoven. Aides -tabula
rasa" door den moonddaddgen oorlog van
10; maanden.
In plaats, van groen en landelijke
-schoonheid heeft de oorlogsindustrie be
zit genomen van dit plateau. De soldaten
hebben die boeren vervangen en de anal,11e
pad-en, bestemd voor geiten era koeien,,
doen plaats maken voor de bread© wegen,
nood'Lg voor den aanvoer van oorlogsbe
hoeften. Reusachtige to omrollen drukken-
liet gruis plat ien een waterleiding zor.srt
voor drank. EtectriscJi© -trams zijni, v-ooa?
(het transport van vrachten tot dicht bij.
de stellkigem gebouwd, era de wielen zijn
zoo ingericht, dat ze ook buiten de rails
op de straatwegen gebruikt kuntnera wor
den. De stations, de huizen, de hospitalen,
de sanitaire inrichting, de' proviandmaga-
zijinen zijn zoo verstopt, dat do vliegers
ze moeilijk vinden kunnen. Bij het: begin
der vijandelijkheden was het plateau van
Doberdo slechts door tw-ee divisies (4 regi
menten). bezet. V-Oor het onderhoud era de
verblijfplaatsen der soldaten was weinig
voorbereid', omdat zoo lang de onderhan
delingen! met Italië duurden en op een
schikking -gehoopt werd', men geen buiten
gewone versterkingen wilde aanleggen,
om aam -de achterdocht geen nieuw voed
sel -te gevent jri het heel© Isomzo-gebied
stom dan -slechts 2D, 000 man era aan, dezen
ós heit gelukt om do Italian-era te-gera te
(ho-udan. Dit is natuurlijk h-eeil anders ge
worden. De posities zijn thans voldoende
bezet, het leger is voortdurend versterkt
era het terrein is voorde behoeften vara den
soldaat -ingericht. Daarom is de verwach
ting niet ongegrond, dat het den Italianen
mi/et gelukken zal de positie te forcecrera
Achter het front wordt voortdurend ge
werkt; sommige toppen zijn, ira. vestingen
veranderd. Het al maar door denken, hoe
zich liet best te verdedigen heeft tot ge
volg, dat herhaalde malen reeds nieuwe
middelen zijn, ontdekt en dn -toepassing, ge
bracht, zooal® bijv. -de vlammemspuiten
Evenzoo hebben de mijnw-erpers een ver
betering ondergaan, waardoor de trefkans
bijkans onfeilbaar ós -geworden. Handgra
naten era verrekijkers op geweren worden
eveneens ze-er graag gebruikt. Niettegen
staande -de soldaten, dia de positie om
Görz verdedigen, zeer dapper zijn, wordt
toch niets verzuimd1 om den offensieven
geest wakker te houden. De loopgraven
zijn, zoo diep en de borstweringen- zoo
hoog, dat die -soldaat in zijn, gehéel© leingte
daarachter staan kan. Om instorten, te
vermijden zijn ara de borst wooing staken
loodrecht en waterpas gestoken, die -met
elkaar verbonden zijn en een raam vor
men dat tevens der-zandzakken stut. Alles
wat der soldaat noodig heeft, wordt in
manden van e en- en d enz elf dén vorm ge
pakt. AIS ze dan leeg zijn, worden ze voot
de versterking der linies gebruikt. De
schildwachten dragen een schild met een
kijkgat; dat door een klepje kan, gesloten
worden: De soldaten in de achterhoede
staan -in gepiantserde schuilplaatsen. De
Italiaanse he hommen kunnen twee me
ters, -diep ón dén rotsgrond' doordringen.
Daarom hebben -de Oostenrijkers wijk
plaatsen gegraven die 5 meter onder de
rotsen 1-lggera. De bezetting is daar abso
luut.' veilig, terwijl zij daarentegen uit'
schietgaten den vijand kaar bestoken.
Dé gangen, die -dé loopgraven' verbin
den, zijn eveneens onder den grond' era,
zioo mogelijk, buit-era hert gezichtsveld vain
den vijand. De palén ten diemste-d'er-dbaad-
verape.rniragen zijn- van ijzer, ongeveer
twee meters- hoog en, van boven- puntig.
Ze worden, naar gelang yam hét terrein,
deels stevig in dén grond gerameid; deels
-aan ©en. oemeratvloiecr bevestigd'. Al die- pa
lera zijn door een ondergrondse hen kabe-l
vér-bonden. Boven de aarde-is tusschen de
poten steak prikkeldraad gesponnen era
op bijzondere ^cvuarioika nnnton rtl-n.
-trfen kaoeas -aangebracht, mat het doel om
granaten.-en explosiamiddélen beter te
kunnen weerstaan. Tusschen die versper
ringen -liggen talrijke wolfskuilen. Onder
de draadversperringen- zijn hier en daar
kiui-lera voor -scherpschutters. Hun taak ia
-dé versperringen te verdédigen. Komt de
vijand' 's nachts aansluipen, dan latera zij
buizen met myir o-glycérinontploffen era
■schieten dan uit hunne veilig© dekkingen
-alles meerr. Voor de draadversptarningen
hebben- de Oostenrijkers nog dikwijls in
twee of -drie rijen zoogenaamde Spaansohe-
ruiters, -dié' onderling weer mat prikkel
draad zijn verbonden en vast in dén grond
zijn geplant. Een nieuw verdedigingsmid
del zijn, kluwen, -era klossen met scherp
prikkeldraad, -die zij bij het handgemeen
gebruiken. Men. ziet uit dit: alles met hoe
veel overleg voor de verdediging is- ge
zorgd' era hoe gevaarlijk de aanval is.
Gezondheidscommissie.
Volksvoeding.
Zuurkool® -t -a m p p o t.
2lJ2 ,pond zuu-rkool 12% ct.
2 Liter aardappelen (o-ngeve-er
4 -pond) 9-
Liter witte boomen (2% thee
kopje, rauw gemeten) 7
I ons viet 9
37l/s oi.
Wascih -de zuurkool -even. af. Zet. ze op.
met! niet ve-el. water en wat zout. Kook ze
gaar in ongeveer 1 uur. Schep de zuur
kool d-ara -uiti. bet vocht en doe daarin de>
geisoliilde en doorgesneden aardappelen;
Vóeg'zooveel water toe -dat ze half onder
derlijk gaar gekookte witte boonen. Kook
atlas nog uur era stamp het dan dooreen
met liet vet.
R a aps x e (L e ra sta mppot
G bosjes raapstel-era 18 oL,
2 Li-ter aaixl-appeiten (ongeveer.
4 pond) 9
1. ons vet 9
42% at.
Snijdt van de bosjes raapstelen de worteltjes
af. Snijdt dB'bosjes d-an-ira-kl-eiriiei stukjes,
Wasch ze_heel -goed; Zet ze dan op met
weinig water, era zout (en laat ze- u-uur
koken. Doe dan evenals bij de andere
stamppotten onderin de aardappelen,
daarop 'd'e gewasschen rijst, dé goisde hoe^
veelli'eid watea* en. de gare raapstelen;
Laat dit nog uur koken «n stamp heft
dan met -het vet dooreen. Laat (hot nog
even mastoven.
P anvisch,
pjond stokvisoh snippers 20 ct.
2 ons rijst, gebroken 5V2
2 pond aard ap,petera 9
2 u-icn, 1 'lepel mosterd,, zout 2%
1' -ons vet of margarine 9
4G ot
W.asch de sa/ippiers,. we/ek ze een nacht
dn koud water. Zet ze den volgenden- dag
op met nieuw koud watea'. Breng ze aan
de kook, voeg. wat zout toe en laat ze l/ir
uur zachtjes kokera. Neem zé- dan uit dé
pan era haal -er die graten, udfc. Leg wear
ander i-n de pan in het nat de aard appetera,
die -gew-assch-en rijst, met zoovcieiL nat dat
ze half onder-staan, dé gesnipperde ui om.
de viöeh. Kook in uur .a-lies goed. gaar
en sltamp het dan, met het -nat en. die mos
terd, ®oo noodilig. nog, wat heet, water en,
zout', goed dooreen.
P -a m m -a k o e ko ai (ongeveer 30 stuks,
2 pond tarweblioem 24 ct.
I Liter taptemelk 9
4;cL gjst 4',,.
Olié-om te haikk-en ongeveer 10
Stroop 10
57 ot.
Doe -dothloem ira. ©era kom, maak in hét
móddiera een kuütje, doe «daarin de, m«t
wat suiker gdadgeroerde. gist. Voeg bij
die meilk V2 Liter 'kokend water om ze lauw
warm té -maken. Roer nu met d-e mdk
vara hieti. mid-dera uit langzamerhand, allé
hloiem bij. Besla deze dikke pap met
-een houten lépal tot. alle klontjes er, uit.
zijn. Vo-eg dan. de rest, der medk. toe era-zet
de po-t met het beslag dicht, gedekt op een
lauwe -plaats te rijzera, ongeveer, 1 uur.
Ro'er dan het zout er. door. Maak wat olie-
in- de (koekepan-heet, zooveel dat de hodiem,
overal vet is. Schep dam zooveel beslag in
de para dat de bodem overal bedekt is,,
maak zie niet èi te dura. Wanneer de onder
kant bruin as, wordem de pan-nekoekera
gekeerd. Zorg dat ze goed gaar worden
era -toch niet -te bruin.
STADSNIEUWS.
„Sanctua Augustinus."
De veirgadértng, wordt geopend, de notu
len voorgelezen en goedgekeurd, de rege
ling van de colleges, -te geven d-öor Prof;
Aen-generat mcegedeeld; waarna Prof. A en-
gene rut, Ecrelii van do R.K. S. V. ,,Sanc-
tus. Augustinus" zijn lezing begint over
.Bévolkingstheortëra'':
A'l vóór -de 18e eeuw heeft men zich mét.
het bevolkingsvraagstuk bezig gehouden.
FEUILLETON.
leproevingen.
frittering d-aald© dieper en dieper
1 lachte rood, dat de wgz'ink-en-de
f zich gelaten had, was geheel
t Alles rondom hulde zich meer
e-en, schaduwrijk donker; hog
iduiislelijk kon Roberta haar br-oe-
Öine-rn on-de-rschei-d-enp dié mek een
de hand op zij van het dek stom-'
Igzaarn klom d® maan aan den
goot haar bleek licht over de
ule wereld, eetniig-e sterren g'ihr
ether,
rgegevera aan onbepaalde
ien zat heb jonge meisje daar.
Kvob'-de. zo-u Bobptta niet hebben
^•ggen; zij gevoeld© slechts, dat
toetk-elijk geluklcig- was. Hoe was
haar zoo schoon voorgekomen,
"^h plaats voo-r haar bestonden?
da-t duurde, wist zij niot, het
mm" schrikte haar u-it hare- ge-
°P- Een -lichte stoot era het schip
deft steiger.
- beidde zijrae vrouw de trap
tóT den uitgang, Wöllea-n volgde
die hij zijn arm -had aange-
dag
ara heden beh-oort tot de
^ijns levens", zeide hij, „hij zal
voor mij zijn. Mag ik hopen,
vr'en'delijke herinnering
ieff meisj© behoefde
w antwoorden, want haar var
lUlflt;
„Logeert gij in hetza-fcle hot-el als wij,
mijnheer v-on WÖlIeirn?"
„In Royal? Neem, mijnheer Sf-erathal,
dat zou te -kostbaar voor mij zijn, zooals de
naam al teen reeds aanduidt. Maar als gij
het. toestaat, begeleid ik u daarheen."
Men nam dus afscheid voor' de dleur van
het hotel, zonder dat Wöilem- van Roberta
©era antwoord op zijn vraag kon krijgen.
„Vergeet niet, als gij in de buurt van
Groot-HeJmsdorf komt, dat gij daar steeds,
welkom zïjt," verzekerde Sternthal nog.
Als m-en na een tamelijk lange afwezig
heid naar huis Terugkeert, gevoelt men
zich in den beginne vreemd' in zijn eigen
huis, men moet zich weder inwerken in
de anders gewone bezigheden. Hoeveel tijd
hiervoor noodig os, hangt er voornamelijk
van af, of d-e ons gesteld© plichten drin
gend zijn, of wed dat wij ze naar willekeur
kunn en- raak o m era.
Sternhals eerst© vraag, toen hij uit zijn
rijtuig stapte, gold den rentmeester.
„Alles fn orde, Gruraert?" riep hij hem
to a
„Alles, mijnheer!" klonk het I-akonisch
terug.
Grunert was een bedaagd man, die sinds
meer dan men-sch-enleeftijd op Groot-
Itelmsd-orf woond-e, era als het ware een
deel van het landgoed uitmaakte. Hij
k-end-e precies i-edcren boom era iedere
struik, de levende en leveralooze inventa
ris, van ©en paard tot een duif, van een
dorschmachine tob ©en zei-s, sikkel of harp.
Grunert bemerkt© terstond' ieder© nala
tigheid' van h-ex personeel, era zijne beris
pingen viélem meestal -scherper uit dan di©
van "zijn meester, daar hij zich tegenover
hem verantwoordelijk geVoef.de..
zijne rechxvaard'igheid was bij echter door
zijne ondergeschikten zeer bemind. Hij
zelf was met innig© toegenegenheid ver
knocht aan .Ernst en Roberta, d© kinderen
des huizes, di© hij had' zien opgroeien, era
het, baarde heim groote zórg, dat Ernst zach
niiet aan het landbouwbedrijf wilde wij
den.
Spoedig, daarop stapte S terra thai met
zijn rentmeester over de plaats en ging
met hem tnaar d© uitgestrekte stallen. De
•prachtige dieren, die zich daarin bevon
den, werden met een crifcisch oog opgeno
men,. en vriendelijk ontving de eigenaar
op zijn omgang de groeten der talrijke-
dienstboden.
Tioen Roberta haar ©igen kamer binnen
trad, kon zij een' kreet v-an verrukking naet
weerhouden. Hoe was taillés hi'er veran
derd. Grême gordijraera hangen voor de ra
men, d© toilettafel era dö grooto alcoof; eera
eiierlixk© schrijftafel had' zijn weg naar
binraera gevonden, waarop' een rij boeken-
storadera all© Roberta's lievétingswerkenl-
Daarom dus, had mama meermalen.' het
hotel, in Wiesbaden verlaten, zonder haar
mede te mennen, en daarom ook had zij
zoo dikwijls aan Gruraert geschreven! „Dte
goede mama!"
Rober-ta stormde de trap af en viel hare
moeder om den hals, haar half smorend'
met kussen, zonder zich te storen aan de
tegenwoord-igflieid der ma-msèh „(jij lieve
goede, eemiig© mama!"
Gedurende dén vo'gendem tijd leefde men
ara Groot-Helmsdorf zeer stil. Verscheidene
huurlieden, met wie men anders omging,
waren nog afwezig. Mevrouw St-errathal
gevoéld© zich af era to© raog erger, dan zij
harent echtgenoot of hare dochter wi-Lde
laten merken, en de- heer des -huizes zelf
werd tan volle in bering genomen door
het raag-aan van het bestuur op zijn goed.
Daarbij hingen van tijd tot tijd lichte
wolkjes op SternthaiTs voorhoofd, was hij
soms ©era weinig ontstemd, wat mem an
ders nóet van hem gewoon was. Op het
vroeger beschreven; -onideriioud met zijn
zoon, was eera tweede, dergelijk© gevolgd
met hetzelfde gevolg.^ E-nnst kon zijn vadeT
niet tot zijrae mecraingem omtrent zaken
overhalen; de oud© rnara verwierp de leiex-
stellihgera der moderne school geh-eejl era
al als ongezond en naet steekhoudend. Zoo
vervreemde zich Ernst van zijne ouder®
door slecht verheelden wrevel, dien hij
iaiter ook im zijne brieven, deed gevoelen.
Tegenover zijn© moeder had Ernst zich
openuijk over deze scheiding uitgesproken.
„Gij weet niet," zei de hij; „hoe onuit
staanbaar hard het voor een mam is, over
all door geldgebrek tegengewerkt te wor
den, terwijl hij gevoelt, dat hij den alge-
meenen toestand' goted beoordeelt era ande
ren de goudoogst, waarvan ook he-m een-
deel toekomt, alleen mzamd-an."
„Maar, Ernst, hoe weinig jonge lieden
zijn in het genot van tamelijk groote geld
middel era."
„Dat is erg geraoeig, moeder. Wij zijn
aken kinderen van onzen 'tijd, en die tijdi
ei-acht ondernemlragsgeest, koene waag
stukken, waarvoor da jeugd geschdk-t is,
era diiie -niét door ouderen- kunnen worden,
uitgevoerd. Wden alf© middéte-n ontba'oken,
is wel gedwongen de handen in den
echoot te laten liggen. Maar daar ik weet,
dat slechts, 'kleingeestigheid mij .onthoudt-,
wat mij toekomt..."
„Ernst! Bedenk todh, wat je zegt! Mag.
een: zoon zoo denken, zoo spreken?" zeide
mevrouw Sternthal en barstte i-n- tranen
„Moeder, ik wild© u mint krenken, ik
wilde u geen verdriet aandoen. Maar
ouders moesten hunne kinderen niet dwin
gen, met zulke dingen rekening te- hon
den.'"
„Ik zafl zien, wat eir-t© doen valt. Ik zal
met je vader spreken, maar daarvoor is
tijd noodig. Gij weet,, dat het niet gemak
kelijk is, hem van gedachte té doen veran
deren, als zij-n besluit eenmaal genomen:
ist."
Mevrouw Sternthal wist- met- haar echte
genoot om te gaan. Na eenigien tijd stelde-
deze 10;000 thalér voor zijn zoon beschik
baar. Ernst hoorde dit van zijne- moeder,
zij-n antwoord' aan haar vloeide- over vara'
dankbetuigingen. Nu wdEde (hij' eens too
rnen, wat' hij vermocht.
„Hij zal het gef-d spoedig onder de men*
schen brengen," *m©ond© zijn vader, na
dat llij den brief gelezen had. „Goddank,
hij raoch i'k zijn er door geruïneerd en hot*
za'l voor hem éetn dure maar goede lbs
zij-n;"
„Maar vriend'; Ernst is toch verstandig
en overigens streeft iéder jo'ngmensch naar
zelfstandigheid."
„Dat geef ik beitd© to©; maar do volte
ontwikkel-i-ng vara -heit verstand toornt eénst
door den tijd era zelfstandigheid brengt
ook weer groote verantwo o rd©!ijkh0i d met
zich mede. Op uw verzoek héb -ik den jon
gen zijn zin. gégevera; dk hoop, dat wij er
nooit beipuw over zullen krijgéra."
fWordt v©rvolg<14.