OFFICIEELE KERKLIJST WKmm ra 'fiv7p) VAN ËÖëi SCSI Sierde Blad. aterdag 4 ^aart S9I6 5 Quinquagesima. uitden I. Brief van den H. Paul us, aan 3 de Ccrïnthiérs XIII 1—13. ferliefslie broeders! al' sprak iik de la der menschen en der Engetep, indien I j8 beefde niet heb, zoo (ben 'iilc maar als y e 'klinkende bel of luidend mediaal. En li ,a(i 'ik de gave van profetie, dat Sik alle orgenkedem kende, en alle wetemschap- 1 i,ezat; iem Ihadde ik aTne geloof, zoo dat I grgöii 'kon verzetten: indien ik de liefde iheb. zoo ben ik niets. En al deelde ik lijne goederen uit tot spijs der armen, j gaf :ik mijn ilichaam ovar om ite bran- W indien ak d© liefde niet had, Iheb zoude II (baten. De 'liefde 'is verduldig, zij is [tmoedig. De liefde is niet afgunstig, ;aat niet lichtvaardig ite werk, zij is 'opgeblazen. Zij is nieb leetrzuehitig; zij I cfc haa.r .eigen belang niet; zij is niet 1 nmoediig; zij denkt geen kwaad; -zij eugt zich niet over de - ongerecht,ig- maar verheugt ziéh over de waar- zij bedekt alles; zij gelooft alles; zij •k pt ajles; zij verdraagt alles. De 'liefde |p nooit vergaan-. Alhoewel do profetien ui te iniiet gaani de talen zuilen ophou- weiteiraschap zal te niet gedaan ten. Want de wetenschap en de pro- wij nu hebben, zijn onvolmaakt, rals, wat volmaakt .is, zal gekomen dan. zal hetgeen onvolmaakt- is, ver ified worden." Toen ik een kind was, ik als een kind, oordeelde als een maar nu ik een man geworden ben, ak afgeCegd watt eigen aan een kind li zien wij .als door een spiegel in een Pfi: ma.ar dan van aanschijn tot aan- n. Nu Bieb ,ik SOna onvolmaakte keu- maar dan zaJL ik zoo kennen, gelijk lik ad word. Nu blijven deze drie. dingen.: ïïoojm, Liefde; maar de voornaam- toman ia de Liefde. 'yangelio uïfc den heiligen Lucas. XVIII 31—13. dien tijde nam Jezus „de ^wahlï—tot en zeide hun: ziet, wij gaan op naar en alles zal volbracht worclen, regens den Zoon des Menschen do'or J rokten geschreven as. Want Hij zal geleverd worden' aan de volkeren; en zal bespot, gegeeseld" en bespugen J m. En na Hem gegeaseld te hebber^, a zij Hem dooden; .en den-derden dag lij verrijzen. Maar zij verstonden hier .en dit woord was voor hem ver- ea; ein zij begrepen niet wat er gezegd werd. Toen Hij bij Jericho kwam, een. blinde aan den weg, die bedelde. het volk hoorendo voorbijgaan, vroeg wat er Ite doem was. Zij zeiden-hem, Jezus van Naz'areth daar voorbijging, lij rie.p, zeggende: Jezus, Davids Zoon! 'rm U mijner. Die voorop gingen be te hem, dat hij zoude zwijgen; maar riep nog veel meer: Davids Zoon! ont- U over mij. Jezus bleef dan staan, feehood. dat men den blinde bij Hem de brengen. En als hij genaderd was, T Hij hem, zeggende: wat wilt gij dat doa? 'Hij antwoordde: Heer,, dat ik. zic-n.. Jezuis zeide hem: word ziende! tëloof heeft u genezen. Terstond ward ziende, en volgde hij Hern. God ver- En al heit volk dit ziende, loofde rearing van het Episiei. 'p zekeren, dag stelde een wetgeleerde Q Christus de vraag: Meester wat is het otste gebod in lie wet. De Zaligmaker nvoordd© hem: ,,Gij zult den Heer, to God beminnen uit geheel uw hart, geheel uw zie,l .en niet geheel uw' tand. Dit is het eerste en grootste od. Maar het tweede, daaraan gelijk, is: suit uw naaste beminnen als u zeiven." deze woorden van den Zaligmaker l. dat onwaarheid spreekt degene, die kij G°d bemint, terwijl hij te eltijd afkeerig is van 'den even- sc'1- Dan alleen zullen ij ware leer- "i van Christuszijn, als rnet onze tot God, onafscheidelijk verbonden do tot den evennaaste, tela hot in de eerste tijden van het ndom meermalen geschiedde^ had ook aan verschillende leden van de ^ongemeente te Corinthe buitenge- 0 wondergaven geschonken. God had bovennatuurlijke gaven be ll emit, opdat zij daarmee de overige B® Z0Uclen leeren en bijstaan en 1L n in llet geloof. Er waren er 'K ^onför Iien> die niet wisten, hoe zij, 6nS|te van den naaste, een goed ge- van deze gaven moesten maken, en ai ener,, die zelfs op een geheel ver erf |Ze rïie gaven benutten: zij gin- mi't °P> 011 in hun hoogmoed zagen jachtend neer op de anderen,-dl© op duin ^ero Saven roemen konden. 0i- "vt'?!mer bezorgd voor het heil de hc l° 'g©meerute, en vol vreeze, Hzopdere hnlp van Qod tot beves- ig van het geioof, krachteloos zou ge maakt worden door dat verkeerde gedrag van sommigen, zet in dit gedeelte van zijn brief uiteen, hoe die wonderbare gaven ge bruikt moeten worden. Dan alleen zullen zij goed besteed worden, wanneer het ge bruik er van geregeld wordt door de liefde. De liefde dus is onontbeerlijk, de liefde, die door haar voortreffelijke eigenschap pen, door haar onvergankelijkheid alle andere genadegaven t© boven gaat. Hebt gij die liefde niet, al uwe werken, ook de meest verhevene, zullen èn voor u zelf en voor den evenmensch nutteloos zijn be zit gij die liefde, dan zullen door haar zelfs de kleinste daclgn een zeer groot© waarde verkrijgen. Broeders, zoo spreekt de H. Paulus, al kon ik, door Gods hulp, all© talen der menschen spreken, ja al was mij bekend de wijze, waarop de Engelen zich rnet elkander onderhouden, wat zou het mij baten, zoo ik niet, gedreven door de liefde, di© kennis besteedde tot nut der menschen. Al had ik de gave derprofetie, zoodat ik de toekomst kon doorschouwen, al had ik alle wetenschap en daarbij zoo groot een geloof, zoo groot een vertrouwen op God, dat ik wonderwerken verrichten kon, wanneer ik niet de eer van God en het heil van den evenmensch tracht te bevorderen, zullen al die gaven mij niets geen voordeel aanbrengen voor mijn eeuwige zaligheid. Zoo roem en eerzucht, en niet de liefde het motief is van mijne daden, dan zullen zelfs de voortreffelijkste algeheele opoffering van goed ©n leven zonder ©enige ver dienste zijn. D„e liefde gaat dus boven alles, omdat zij alleen in staat is ónze werken te rich ten tot God, tot ons laatst© doel. De liefde is de bron, de oorsprong aller deugd. Worclt uw gedrag door de liefde bestuurt, dan zult gij geduldig en welwillend zijn, dan zult gij niet naijverig zijn op ande ren, u niet verheugen over het zondig le ven van anderen, maar gij zult blijde zijn, wanneer het hun goed gaat naar ziel en lichaam in een woord: bezit gij de lief- do dan zult gij ook geheel de wet Gods volbrengen. De liefde is het bezielend beginsel, van alle deugd. Maar nog verder gaat de Apostel in zijn lofrede op de liefde: de liefde is onsterfelijk en blijft in eeuwig heid. Terwijl alle andere genadegaven eenmaal ophouden, .zal de liefde in den hémel liare volkomenheid, bereiken. Wanneer eenmaal liet volmaakt eA de hemelvreugde, zal komen, dan zal het ge- looven in het aanschouwen, het hopen m liet genieten ov9.ig.aan; wetenschap, pro fetie-gave en gave der talen, die op deze wereld toch altijd onvolmaakt blijven, zullen veriwijnen door de volmaakte ken nis, die den mensch bij zijn intrede in den hemel zal ten deel vallen; voor het vol maakte moet het onvolmaakte wijken. Het \%s or meej als met Gen mei^lcl^ wangle er hij man geworden is dan hebben opge houden kinderlijk denken en spreken en handelen. Gelijk iemand, die in een niet helderen spiegel ziet, de voorwerpen slechts ten halve en duister zal waarnemen, zoo kennen ook wij, zoolang we op de wereld zijn, alles slechts •gedeeltelijk. Zijn wij échter eenmaal toegelaten tot liet onmid dellijke Gods aanschouwen in den hemel, dan zullen wij God en in Hem alles ken nen op een voor org zoo volmaakt mogelij ke wijze. Alles dus, wat van deze wereld is, houdt eenmaal op, zelfs gelooven en hopen blij ven buiten den hemel; alleen de liefde vergaat nimmer; zij zal in de eeuwigheid nog toenemen, en door haar zullen wij in den hemel vereenigd worden met God, in Wien wij hier op aarde hebben geloofd, op Wien wij gehoopt hebben. Der wereld faalt het aan deze liefde. Hoe lang nog," eer men luisteren z.al naar Christus stem: Bemint God en om Hern bemint elkander. Nu zegevieren haat en nijd, en zij verwekken strijd tusschen klassen en standen,' veroorzaken oorlog tusschen de natiën. Werd Christus' lief- deleer in beoefening gebracht, de wereld zou bevrijd worden van zoovele rampen, die nu haar teisteren; het aanschijn der aarde zou vernieuwd worden. TH. A. VIS, „Hageveld" Voorhout. R. K. Priester. Verklaring van hef Evangelie. Het evangel^ van Zondag Quinquage sima verplaatst ons in den geest op den weg wellcen van Galilea langS den Jor- daan en vervolgens westwaarts over Je richo naar Jeruzalem leidt. Vanaf Jericho een afstand van 6 uur gaans naar Jeru salem, was de weg moeilijk en vermoeiend wijl hij bijna voortdurend en tamelijk steil opklimt. Jericho immers lag onge veer 150 M. beneden den zeespiegel, ter wijl Jerusalem, omtrent 750 M. daar boven was gelegen. Vandaar dat de goddelijke Zaligmaker terecht kon zeggen tot Zijn leerlingen: ,,Ziet wij gaan op naar Jeruzalem". Het was Jezus' laatst© tocht naar Jerusalem, waar Hij weldra Zijn smartelijk lijden zal beginnen en sterven dan bitteren én vernederden dood des ki'Uises, Meermalen reeds had de godde- lijke. Zaligmaker met Zijn apostelen ge sproken over Zijn lijden, doch nu clie •djroe-v© kruisweg weldra voor Hem zou aanvangen, wilde Hij ons nog eens met emst| en nadruk Zijn apostelen daarop voorbereiden. Over weinige dagen reeds zou letterlijk in vervulling gaan alles wat de profeten hadden voorspeld over het lijden, de verguizingen en vernederingen, maar ook over de verheerlijking van den Messias. Vooral de woorden van de profe ten David ©n Isaias laten hieromtrent niets aan duidelijkheid te wenschen over. Zoo voorspelde David omtrent d© verne dering van den Messias: „Ik ben een •worm ©n geen mensch, de smaad der men schen en de verachting van het volk" (Ps XXI 7b) De mishandelingen en bespottin gen, welke d© Messias zou onde.rgaan, voorzegde Isaias met de.ze woorden: „Mijn .lichaam gaf "Ik aan hen, die Mij sloegen en Mijn wangen aan Tien, die Mij den baard uitrukten.. Mijn aangezicht wend de Ik niet af van hen, die Mij scholden en bespuwden." (Is. 4 6). En in profetisch gezicht zag David den stervenden Mes sias geheel doorwond aan liet kruis han gen toen hij' voorspelde: „Doorstoken heb ben zij Mijn handen en Mijn voeten, ge teld hebben zij al Mijn© beenderen" (Ps. XXI 17, 18). Maar ook juichte dezelfde profeet reeds bij het vooruitzicht der ver heerlijking van zijn Verlosser: „Gij zult Mijn ziel niet laten in de onderwereld en uwen Heilige het verderf niet laten aan schouwen". (Ps. XV, 10). Wij weten allen hoe deze voorzeggingen, alsook hetgeen Jezus hier nog duidelijker er aan toevoeg de, tot in de kleinst© bijzonderheid let terlijk- in vervulling zijn gegaan. Het lij densverhaal bij de vier evangelisten geeft ons daarvan het droeve maar treffende bewijs. Welk- een indruk moeten die woorden hebben gemaakt op de apostelen. Nu ver namen zij het weer uit Jezus' mond, en duidelijker nog dan bij een vorige gele genheid, welk ©en droevig en vernede rend lot, en blijkbaar reeds spoedig, hun goeden Meester wachtte. Maar toch be grepen zij Jezus' woorden, niet, de ware diep© beteekenis er van konden zij niét bevatten, het geheim daarvan bleef voor hen verborgen. Want zij konden, zij wil den zich nog; maar niet voorstellen, zij konden zich .er niet indenken, dat hun goede Meester eenmaal zóóveel zou moé ten lijden, dat Hij,. Die zoo treffend dik wijls Zijn macht had geopenbaard, wel dra weerloos zou worden overgeleverd aan Zijn vijanden en vallen zou als slacht offer van hun blinde haat en woede. Neen, dat konden zij zich niet voorstellen van hun liefdevollem, sterken Meester. Inmiddels was'Jezus de stad Jericho genaderd. Waarschijnlijk dicht bij de stadspoort zat daar ©en blinde langs den weg aalmoezen afbedelend van de voor bijgangers. Toen deze het rumoer hoorde van de naderende groote mensclierimenig- te, welke Jezus omringde, vroeg hij aan de omstanders naar de oorzaak daarvan. Nier zoodra had hij1 dit vernomen, of een groote blijdschap vervulde zijn "hart. O, daar had hij al zoo lang en vurig naar verlangd, om Jezus van Nazareth te ont moeten, over Wiens groot© wonderwer ken hij reeds zooveel had hooren spreken. Ja," 'Jezus kon hem 'Oöli gemeten, daar. twijfelde hij geen oogenblik aan! En nu hij d»n Wonderdoener dicht bij zich wist, begon hij te roepen, luide ©n herhaaldelijk: Jezus, Zoon van David, ontferm U mij ner!" Wat gaf hij om liet volk, dat zich begon te ergeren over zijn onafgebroken smeekend roepen! Zijn groot geloof, zeido hem, dat zijn aandvingene op het goede ©n liefdevoli© hart van den profeet van Nazareth niet te vergeefs zou zijn, dat Jezus hem het licht der oogen zou terug schenken. En zijn vast vertrouwen werd niet beschaamd. Want getroffen door innig medelijden met den armen blinde, laat Jezus hem bij zich brengen. En dan vraagt de goddelijke Zaligmaker hem eerst nog: „Wat wilt ge, dat Ik u doe?' niet alsof Hij zijn verlangen niet kende, maar omdat Jezus wilde, dat de blinde nu uitdrukkelijk .zou vragene om d© weldaad der genezing. Daarmede zou hij dan te vens openlijk zijn geloof belijden en aan liet volk leeren, dat niets onmogelijk is bij Jezus, wanneer men slechts in Hem ge looft. En .daarom zeide Jezus ook, nadat Hij het wachtwoord, der genezing had uitgesproken tot den blinde: „Uw geloof heeft u gered." Machtig was de indruk, welken dit heerlijk wonder maakte, zoo wel op de genezene als op het volk. Want vol van innige blijdschap, dankte de nu zoo gelukkige man zijn grootan Weldoe ner, en toonde die dankbaarheid ook door Hem niet meer te verlaten, doch trouw te blijven volgen. En het volk begreep uit dit wonden', dat het de almacht Gods was, welke in Jezus werkte, begreep dat Jezus inderdaad God was, Wiens lof het. daar om in luid© jubëlklanken verkondigde. Het evangelie van dezen Zondag is voor ons de naast© voorbereiding- op de groote Vasten, den tijd van boete en ern stige overweging van Jezus' bitter lijclen. Wij Christenen moeten reeds in deze dagen, die door zoovelep. worden doorge bracht in zondig© vermaken en uitspat tingen, met ornsit over dat smartelijke lijden nadenken, opdat wij daardoor ge sterkt worden, om ons hart te vrijwaren van de besmetting der wereld door een nauwe vereeniging met een innige liefde tot Jezus' lijdend Harte. CHR. S. DESSING, Heilo, Kapelaan. Liturgische beschouwingen. LITURGISCHE GEWADEN. XXV. C. Pontificale eereteekenen. 6. D© overig© eereteekenen. Wat de nog rèsteerende .pontificale eere teekenen betreft, daarover zulten wij, om de mindere (belangrijkheid, niet uitvoerig spreken. Wij volstaan daarom met ze een voudig op te noemen. Vooreerst hebben we nog de h a n d- schoenen van' den Bisschop, welke, uit zijde vervaardigd, overeenkomen met de klem; van den dag en versierd zijn met een afbeelding van het kruis, of het Lam Góds, enz. Zij zijn ©en symbool van de zuiverheid der ziel, vooral onder de H. Mis. Vorder kunnen we nog noemen de voet- b o k I e d d n g, namelijk sandalen en kousen, welke laatste met de kleur van den dag overeenkomen. Ook deze voetbe- Meeding is een zinnebeeld van de reinheid des harten, vooral bij het verkondigen van het Woord Gods. Tenslotte zij hier nog vermeld het a >a r it s b i s s c h o p: p 1 ij k kruis, dat de aartsbisschop e. a. als eereteeken vóór zich uit mag doen dragen, en wel melt Biet Christusbeeld naar zich toegekeerd. Wij willen dit 'artikel besluiten met nog een korte beschouwing van hét p a 1- Hum. De Paus, de patriarchen en de aartsbis schoppen mogen het pallium dragen. Het bestaat uit een wat-wollen band,, geslagen om de schouders, zóó, dat de beide uitein den samenkomen op den linkerschouder en daarvan over (borst en rug afhangen. Het pallium, waarin zes zwarte kruisjes geweven staan', wordt door drie gouden, met edelgesteenten versierd© spelden aan het kasuifel vastgemaakt. De wol.' waaruit het vervaardigd is, her innert aan het schaapje, dat de goede Herder droeg .op zijn schouders naar de schaapstal. Zoo ook moet de drager van het pallium ©en goede Herder zijn, di© de verloren schaapjes als 't war© pp zijn schouders moet dragen en naar Jezus brengen. De kruisjes herinneren er aan, dat de gene, die het pallium draagt., aan do we reld gekruist moeit zijn en de wereld aan hem. Het geheel is eep teeken van aartsbis schoppelijke macht en tevens van de een heid met den H. Stoel. Aan het einde van deze serie artikelen over de liturgische gewaden durfen wij met vertrouwen, de wensch uitspreken, dat de lezing er van moge bijdragen itot een beter begrijpen ook onzer schoone litur gische plechtigheden. Moge Biet ons duide lijk zijn geworden, dat ook deze gewaden een. hemelsche tal© voor den christen spreken. J. P. VERHAAR, Seminarie „Hageveld". Pr. KERKBERICHTEN. ilARLANDERVEEN. Parochie van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus. Zondag: de H.H. Missen om 7.30 en 10 uur. In a© week alles volgens gewoonte. ALPHEN. Paronhta van den H, Bonifaciu9. Zondag: H.H. Missen 7, 8.30 (Kapel), 10 uur Hoogmis; 1.30 uur Cateohismus; -2.30 uur Vespers met Rozenhoedje; 4.30 uur Conferenti© van het Juvenaat. 7 uur Oofening voor de Leden der St. J oseph-vereeni'ging. De geheele week de H. H. Missen 7 uur, 7 uur (Kapél); 8.15 uur. Dinsdag: geen H. Mis te 7 uur, wel uit reiken der H. Communie. Woensdag: Aschwoensdag, begin der 40- daagsche vasten. 8.15 uur gezongen II. Mis. Vóór de H.H. Missen wijding en uitdeeling der geiwijde ascBi. 7 uur Lof ter ©ere van den H. Joseph. Vrijdag: na de H. Mis van 8.15 uur, oefe ning van den H. Kruisweg. BODEGRAVEN. Parochie van den H. Wiïlibrordua. Zondag: 7 en 10 uur H.H. Missen; 7 uur Lof. Maandag: 7.30 uur II. Mis. Dinsdag: 7.30 ©n 8.30 uur II. Mid. Woensdag: 7.30 en' 8.30 uur H. Mis.. Donderdag: 7.30. en 8.30 uur II. Mip* 7 uur Lof tpr ©ere van het II. Sacrament. Vrijdag: 7.30 cn 8.30 uur H. Mis. 7 uur Oefening v. d. H. Kruisweg. Zaterdag: 7.30 en 8.30 uur H. Mis. ,Van 4 uur gelegenheid om te biechten. Elkeü ochtend 6.15 uur uitreiking de? H. Communie. Eiken avond 7 uur Rozenhoedje om door, de voorspraak van Maria den vrede van God af te smeek en. BOSKOOP. Parochie van den H. Joannes de Dooper, Zondag: H. Mis -te 7.30 en 10 uur Hoog- miis; 2.30 uur Vespers met Rozenhoedje., Deze week Catechismus volgens ge woonte. Woensdag: Aschdag, t© 8 uur gezóngeni H. Mis. Vóór d© H. Mis wijding en uitr deej'jng der gewijd© osoh. Des avonda te 7 uur Lof ter eere H. Jozef en oefening van den H. Kruisweg. Vijrdag: 1© 8.15 uur gezongen Ik Mis. Zaterdag: gelegenheid oim it© biechten vanaf 3.30 en des avonds ite 7 uur Lof met Rozenhoedje. Op de gewone dagen der week de 11. H. Missen ite 7 en 8.15 uur. HAZERSWOUDE. Parochie van de H.H. Engelbewaarders. Zondag: 7 uur H. Communie; 7.30 uur H. Mis; 10 uur Hoogmis; 1 uur Catechismus; 2 uur Vespers. Dagelijks wordt om 7.15 uur de II. Com munie uitgereikt. TV oensdag: Aschdag: volgens godvruchtig gebruik onthouding van zuivel en eieren. 8 uur gez. II. Mis voor 't behoud van t 't vee en d© vruchten der aarde; 's av., 7 uur lof ter eere van den I-I. Joseph. Zaterdag: Biechthooren van 1012 en na den middag van 49 uur. HAZERSWOUDE. Parochie van den H. Michael. Zondag: 6.30 u. uitreiking der II. Com, munie; 7.30 uur Vroegmis; 10 uur Hoog mis; 2 uur Vespers. Maandag: bij d© Z.Ew. Zusters 7.30 uur, II. Mis. 11.30 uur Catechismus. Dinsdag: 8.15 uur H. Mis. 11.30 Catedh. Woensdag: 8.15 uur gez. II. Mis; wijding en uitdeeling der asch om 7 uur en vóór d© H. Mis van 8.15. 11.30 Catechismus., 's Avonds 7 uur Lof ter eere van den H.. Joseph. Donderdag: 8.15 uur II. Mis. 9 en 11.30 uur Catechismus. Vrijdag: 8.15 uur II. Mis; 'snam. 3.304.30 uur Catechismus; 's avonds 8 uur Lof 'bii de Z. Eerw. Zusters. Zaterdag: bij d© Z. Eerw. Zusters 7 uur gez. II. Mis. 's Namiddags gelegenheid om te biech ten van 4—8 uur. HAZERSWOUDE (Groenendijk). Parochie van den K. Bemardus. Zondag: otn half 8 ©erst© II. Mis; om 10 uur Hoogmis; om half 3 Vespers en Lof. Maandag en de overige dagen de eerst© H. Mis om 7 uur; de tw?.ede om kwart over 8. Aanst. Zondag (12 Mrt.) Feest van Aan>- bidding: om 7 uur gezongen dienst; om 8uui' II. Mi9; om 10 uur Hoogmis; 's av.' om half 7 Lof met Preek, processie en ,.Te Deum". HOOGMADE. Parochie van de H. Maria Geboorte. Zondag: II. Mis te 7.30 uur. 10 uur Hoog mis; 2.30 uur Vespers. I.30 uur Catechismus. Maandag: en volgende dagen de H.H. Mi# gen 8 uur en 8.30. KATWIJK. Parochie van den H. Joannes Geboorte. Zondag: H. Missen te 7 en 10 uur; to half 1 Catechismus; 6 uur Lof. Maandag; te 12 uur Catechismus. Dinsdag en Vrijdag te half 10 Catechis mus; Dinsdag en Woensdag ook te 12 u« Catechismus voor d© kindeiren der Woensdag sche Catechismus. Woensdag: Asch-Woensdag. Vóór d© II. Mis wijding en uitdeeling der gewijd© asdi; 's avonds te half 8 uur Lof tcip eere van H. Jozef. Vrijdag,: 's avonds te half 8 uur Kruisweg- Zaterdag: 's Middags van 5—9 uur gele genheid om te biechten. LANGERAAR. Parochie van den H. Acirianus. Zondag: II. Mis 7 en 10 uur; na d© Hoog mis Catechismus; 2 uur Lof en preek. Heden schaalcollect© voor den St. Pie terspenning. Door de week Catechismus naar ge woonte. i Door de week H.II. Missen om 8 en 9 u. Woensdag: Aschwoensdag, volgens god vruchtig gebruik onthoudt men' zich van: zuiveil en melkspijzen; vléesch en ga- smolten vet is (heden verboden; vóór d© 2e H. Mis wijding en uitdee/'Jiaig van asch. 7 uur Lof ter core van den IL Joseph. Woensdag ©n Vrijdag wordt d© II, Com!» munie ook om 7 uur uitgereikt., J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 5