JL i s M fg li n fi ■ÏI Tri' Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Bestrijding van mond- en klauwzeer. In" zijn Merrtorie van Antwoord1 vcsiigt d& minister van Landbouw, Nijverheid en Haaide' er de aandacht" op, dat blijkens de wekelijksche mededeelingen na 9 Februari jl'. in nagenoeg alle gevallen, die sedert dien zijn voorgekomen, isolatie zonder af making van vee ös toegepast. En hoewel de minister zijn steeds ingenomen stand punt te dezer zake «niet heeft verlat ent meende ihij niettemin na het votum van tie Tweede Kamér zijn gedragslijn in overeen- stemming -met de uitgesproken wenschen te moeten brengen. De minister bestrijdt echter de zien wijze, dat in den weidetijd van afmaking geen heil zou zijn te verwachten. Deze op vatting wordt voldoende weersproken de resultaten, die in den weidetijd 1915 met (laatstbedoelde bestrijdingswijze zim 'bereikt. Dat het mond- en klauwzeer, mdettegenstaande het afmaken van de zie ke en de verdachte dieren:, zal "Rijven, te- rugkecren, is vrij zeker. Het telkens ierug- keeren heeft deze ziekte gemeen met alle besmettelijke ziekten, ook met. die van den mensch. Dat. di.t echter een reden zou moe ten zijn om niet telkens we dei- met krach 1 te trachten de ziekte zooveel mogelijk te beperken en' een algemeen© epizootic te voorkomen, kan de minister allerminst toeseven. Welke eischen daarbij 'steeds op nieuw aan de schatkist zullen worden ge steld1. valt voorshands nieit te beoorclee'en, daar steeds verschillende omstandigheden od de meerdere of mindere uitbreiding de-r atekte haar invloed kunnen laten gelden. Zij, dia meenen, dab de ziekte niet zóó erg is. dat.krasse "maatregelen a'ls afma ken gerechtvaardigd zijui. en. in verband hiermede opmerken, dat zij minder ernstig is daar influenza, verkeeren blijkbaar eenigszins dn dwaling ten. aanzien van /heb doel," dat. met do bestrijding- wordt be oogd. Nöe.t toch, wijl mond- en klauwzeer een ernstige ziekte wordt geacht, zooa's b.v. veepest, 'long-ziekte e.a., die in den regel doodelijk verloopen, wordt zij krach tig 'bestredens d«och «meer uit hoofde van de schade, die het lijden vei-oorzaakb aan het p rod u e tie veiru ogen der betreffende dieren. Dat deze schade «inderdaad «belang rijk is, werd herhaaldelijk aangetoond. De meening, als zouden dieren, die een maal de ziekte hebben doorstaan, on den a-egel niet meer voor de «tweede maal wor den aangetast, is in strijd met de erva ring. Deze heeft geleerd, dat de immuni teit, die de ziekte opwekt, van beperkten "duur is en dikwijls zoo «kort aanhoudt, dat er gevallen «bekend zijn, waarbij dezelfde dieren, in één jaar tweemaal door mond en klauwzeer werden aangetast. Dat door geziekte" dieren dn het algemeen krachti ger zouden worden en zelfs meer melk geven dan de andere, welke gezond zijn gebleven, zal niemand, die van nabij vee stapels, onder welke het» lijden i& voorge komen, heeft kunnen nagaan, toestemmen. De ervaring leert integendeel, dat het ge- riiimen tijd duurts eer dieren, die de ziekte, hebben doorstaan, wederom de normale hoeveelheid melk geven, en dikwijls ze.fs niet eerder weder op hun veihaal komen, •alvorens een nieuwe lactatie-periode is in getreden. Zii. die met eon andere regeling der Schadevergoeding bdcloelen, orn aan dien, ,wien cLa ziekte treet, minder toe te kennen 'dan de tegenwoordige wettelijke bepalin gen:. zlI. de volle waarde voor Verdacht en 90 pet. van de waarde in gezonden toe stand voor ziek vee, verliezen vermoede- fiijk uit het oog, dat de maatregelen wor den «toegepast om anderen te bescherme«n'. •Een wijziging in bovenbedoelden zin zou derhalve onbillijk zijn. Een regeling, waarbij een deel der kos ten in het algemeen wordt verhaald op hen, wien de bestrijding dn de eerste plaais ten goede komt, acht evenwel ook de mi nister wenschelijk em is in bewerking. Een stelsel, waarbij aan eigenaren van vee, gevestigd binnen een besmetten kring, een premie zou worden toegekend, indien geeai enkel hunner runderen door de ziekte werd aangetast,, valt, alvorens dit nader is uitgewerkt, moeilijk te beoordeelen. Het wil den minister evenwel voorkomen, dat hiermede niet zoodanige snellere en betere resultaten zouden kunnen worden verkre gen, dat deze zouden opwegen tegen bezwaren, aan do toepassing van zulk een stelsel verbonden. Na mededeel ing van de correspondentie met den minister van Oen-log omtrent de beschikbaarstelling van'militairen voor de isolatie van besmette hoeven geeft de mi nister de verzekering, dat de gelden, die eventueel zullen worden toegestaan, met groote gematigdheid .zullen worden benut tigd. Zooals de minister reeds bij de behan deling van dit wetsontwerp, in de Tweede Kamer mededeelde, heeft hij, zich hierbij beroepende op het oordeel van vele be kwame deskundigen en vakmannen, waar toe gerekend kunnen worden zij, dié den strijd 'tegen de ziekte jarenlang in alle phasen eh veelal onder de grootste moei lijkheden hebben gevOëtd, omtrent de beste wijze en het nut van de bestrijding een ge vestigde meening. In verband hiermede acht hij de benoeming van een commissie van deskundigen, teneinde naar een en ander-' een onderzoek in te stellen, onder de tegenwoordige omstandigheden niet noodzakelijk. Daar hij echter gaarne wil medewerken om over de bestrijding van liet mond- en klauwzeer, mede in verband met het feit, flat deze bestrijding aan 's Rijks schatkist zulke groote offers vraagt., zooveel mogelijk licht te verschaf fen. is hij bereid de benoeming van een commissie nader in overweging te nemen. OORLOGS-VARIA. Hoe sterk zijn de partijen? „De Militaire Spectator" (hoofdred. kap. v. d. gen. staf P. II. A. de Ridder) schrijft over de kansen op militaire uitputting dei- oorlogvoerende staten: „De door Duitschland geleden 'verlie zen bedroegen tot 1 December 1915; ge sneuveld 484,218 man, gevangen en ver mist 381,149 man, aan ziekten overleden 27j,671 man, gewond 1,631,419 man. Van de gewonden zijn blijvend onge schikt 10.9 pCt. van de 1,631,419 man 177,825 man. liet blijvend verlies bedraagt derhalve in he«l geheel 1,070,866 man over 16 maanden, dus rond 67,000 man per maand en 804,000 per jaar. De lichtingen 1915 en 1916 waren elk ongeveer 780,000 man sterk, waarvan 80 pCt. of '624,000 man geschikt voor den dienst te velde waren. Op de reserve „van het weerbare Duitsche volk wordt dus jaa rlij.ks ingeteerd 804,000 G24,OÜO 180,000 man. 1 Aangezien liet totale aantal troepen te velde ongeveer 4 millioen man en de weerbare bevolking ongeveer 7 millioen man bedraagt, is de reserve pl.m. 3 mil lioen man sterk. Wordt nu jaarlijks hier van slechts 180,000 man ingeteerd, dan kan daaruit de gevolgtrekking worden gemaakt,, dat Duitschland nog vele jaren den oorlog zou kunnen volhouden met de zelfde sterkte aan troepen te velde en on der het lijden van even zware verliezen ale tot dusver. Maar tevens blijkt uit de even cijfers, dat van eene militiare uitputting geen sprake is; integendeel, dat Duitschland nog tot eene geweldig© krachtsinspanning en tot slrategiscli- offensief optreden in staat is. Hoe staat het bij de Entcnte-mogendhe- den? Het aantal Engclsche troepen in Meso- potamie werd belangrijk uitgebreid: in Saloniki bevinden zich thans meer dan een kwart millioen Engelschen en Fran- sclien, terwijl liet aantal Britsche troepen in Egypte op meer dan 400,000 man wordt „eschat. Door het zenden van al deze «troepen, ter bescherming van bijzondere belangen .ziet het Westfront, dat juist zoo dringend behoefte heeft aan aanvulling, zich meer dan 700,000 meerendeels in den krijg geliarde, ervaren manschappen ont houden. Nu Frankrijk niet. meer geven kan. nijpt het troepengebrek zóózeer, dat Engeland, allen tegenzin van het volk ten spijt, ge noodzaakt is tot invoering van den dienst plicht over te gaan, omdat de werving an vrijwilligers onvoldoende resultaten oplevert. Of echter met dit nieuwe stelsel van legervorming Engeland binnenkort een leger op de been kan brengen, waar mede het tot strategisch offensief optreden, ter verkrijging eener beslissing, in stoat zal zijn., meenen wij te mogen betwijfelen. Ook de modewerker van de „Times", voor militaire aangelegenheden, deelt uien twij fel en berekent, dat Engeland door ,de wet op den dienstplicht in 1916 «ten hoo« ste 1,400,000 man zal krijgen en dat het daarmede niet meer kan doen dan de be staande divisies aanvullen en haar tot in den herfst in het veld handhaven." De redactie betoogt dan, dat van, Italië niet verwacht kan worden, dat (het voor een -gemeenschappelijke actie ter verkiij- gi.ng van eert beslissing een aanzienlijke troepen/macht ter beschikking zal stellen, want niet alleen Reeft «het werkeloos toe gezien dat Servië werd vernietigd, maar ook had het geen man beschikbaar om Montenegro te' helpen, terwijl het toqih juist voor Italië van buitengewoon belang was., dat Cattaro n'llet in «handen van Oos tenrijk b'ecf. „Van d«e Enten'e-mngendheden blijft slechts Rusland, dat met. zijn schier on uitputtelijk m-e-nsch en materiaal nog tot eene belangrijke k i a ehsi.ii spanning in staat geacht kan warden. Maar vergeten we niet, dat dit land in het afgeloopen jaar gewe«ldige klappen heeft gehad; en dat weliswaar Giet Russische leger niet we.rcl vernietigd, maar dat 'dan toch het beste deel «er van verloren ging. Of de n'uiw-georgamiseerde troepen -een zooda nige kracht -kunnen ontwikkelen, dat zij het zeer sterke Duitsche Oostfront zouden kunnen indrukken, mag ibewijfeh! worden, aangezien de «beste Russische troepen niet in sta.at zijn ige«bleke«n om door een et rijd dn het ope-n veld de voorwaarts dringende Duitsche legers tegen te 'houden. Ook is Rusland voorloopig «niet hij machte om zijne bondgenootein met. zijn overvloed van. personeel 1e helpen, omdat het nog steeds geïsoleerd is. „De MiM'laire Spectator" concludeert, dat aan beide zijden van een militaire uit putting geen sRrake is en g«ceft verder als zijn ineening te-kennen, dat men van de zijde der Entente ook'dwaalt met de reeds door veten .geuite opvatting, «lat. in «te ver slapping van llietki'ijgs'bedvijf «(vóór de we deropleving in den al'erlaatsten tijd) een blijk van Duitschland^ economische uit putting te zieai valt. Na toelichting van de-ze meenihg ,"/pgt. de redactie, dat van Duitschland echter niet te verwachten was, dat «het. een afwachtende houding zou aannemen, die. het. geen vcordeelen kan brengen. Vandaar, dat dé geringe actie veeleer wordt toegeschreven aan, het feit, dat Duitschland toezag was tot f«n- de punt- tjes voorbereidingen te treffen voor een krachtig offensief. In Athene. 'Emil Ludwiig, medewerker van het Beul. Tagebk", seint. d.d. 16 Februari) uit Athene: v Athene is rustig. Na al-Ie geruchten, vui trens welke «de -reis hêe'rheeni gevaarlijk zou ziinvoor vreemdelingenis men verbaasd ever de vêiMigiheiil en.de stHLc, die op Griekseh grondgebied heenschen. Met het kleine -escort-c, dal de regsering mij mee gaf ren mij j«n elk geval te beschermen, kwam ik ma een reós van -toe-ii uur nor. een militaire auto van Sorowitsj, een station. an de Salonikii-spóorlijn «in Lairösa, zon der iets van. omver.Ifigihei'd te Siebtoeai ge- merkt. Den dag «te voren was «ar een En- getechst auto gepasseeixi mét. officie-ren'«in buigerklcedingNa een» spöorrejs van een da-c komt, men in de hoofdstad aan, wa ker hotels bijna uilts'hniend gasten herber gen uit de Enteuledaiklen. De hotels zijn overvol va«ri spionnen, agenten en ver dachte elementen en de Enge'ische gezant- maakt misibnvik van «zijn macht om het land te laten -uithongeren. Hij en zijn commissie Sn Malta bewiesen zelfstandig wat Griekenland noodlgjveef't. Zij zetten fbe-t, centrale Ja«n«d o«p een wekelij'ksch mat hoen. En blijft dit, ramt soon weg, nan is gedeelte van het achterland zonder brood. Alleen EmLeaite-gezinde handelaars j ki-ijgen de onde:rteeken«i.ng, die noodig as v,oor den iaivoer van graan, steenkool, sui ker en petroleum. Door dreigementen ja- ,en de Engelsehen vaak de prijzen hoogei' op dan de maximum-prijzen door de Griek- sohe regeering vastgesteld. Met manaa-elijke berustflugdraagt. zoo a-ls Sfltoekuediis het zeide in zijn jongste redevoering, de ver nederde natie a 10e «inbreuken'op haar sou- vereiniteiit, omdat het nadeöl bij een an dere. jwet-neuiüale politiek, n«og grooter zou zijn. Met deze a?edeiiéering moet, men het eens zijn, wanneer men bedenkt, dat Qiet toetreden van» Grieken,I,aard tot de cen trale mogaudtoe'den die voeding van «dat land nog vec.1 moeilijker ziou maken, daar Sre«t dan van drie kanten geiblckikecrd wórdt. Toch wordt een dergelijk toetreden door do openbare me.eninig met meer prin cipieel. venvoa-pen, hetgeen kort geleden r.'Og het geval was, daar men sedert de landing, en» Salom/M en de re-aks van an dere- gewei ddad.'igGred en,, verbitterd 'ie te gen de indringers, "dlie mem vroeger höoger schatte dan de (Duits-citers. Het gelheele le-irer staat, achter deal onwrikbaren» ItO'- ndiivg. Miliitaiire gewelddadig/lieden vaar bui ten.. zooaós «in Saloniki, schijnen thans buitengesloten. Even weinig rekent men op gevvciddadigihe-den van de e,:{gein bevoï- ki'Uc. Vele Vcnlzelisten zouden» l'ieve.r hun .'"liteenan veu-iateai dan den koming aan te \allen,. die ziich overal tiai het openbaar vertoont, evenals de koniaigin en de prin sen -De En-te: ui e deinst voor geweld te-rug, oan«dat zij weet, -ftait zij hierdoor even veel tci rein verliezen meet als zij verloor door «le be-zr.iting va«n Saloniki f chepen van. de Eiicclsohe «vloot doen dikwijls Piraeus, Pal ras cn Corin-Wie- aan, doch slechts voor* enkele uren. Nooi'Jt heeft er een landing in Phaleroai plaats gevonden, zooals in Jauuani bericht weid, De opwinding, die toen ontstond, inoe«t daaraan toegescGire- ven woj-den dat een tprpeid«ob«oolt een of ficier en een matroos landde om de post af te geven, De politieke situatie wordt beheérscht door het. wachten op een Duitsch-Bul- gaarsch offensief tegen Saloniki. Men wacht zoo hartstochtelijk op dezen aan val, dat zelfs het wantrouwen tegen de Bulgaren vermindert. Men hoopti alleen maar dat, de indringers .verdreven zullen worden. Men weet hier ook, dat 'de stad niet door de Duitsehers doch door de Entente vernield zou kunnen worden. Wout wie de hoogten van Saloniki bezet houdt, kan de haven beschieten zonder de stad te treffen. De Grieken vreezen echter, dat de wegtrekkende vloot de stad onder vuur zal nemen.' En alle toonaangevende •maiinen verwachten, dat de vloot verdwij nen zal. De Fransclten zijn echter mce<- dan ooit te voren zeker van hun overwin ning. Zij bouwen bijna niet aan hun te- iDgtoehtslinie door Chaldike. denken noog te hebben aan één slechten straatweg. Zij hebben slechts één stelling, -die van. Otavfos aan de golf van Orfana, ten zui den van de beide meren, over Langada en Balza, dan noordelijk van Topsin langs de Warda-r loopt tot Janitza en de streek van Gida. Iiiet tot Yerria. Westelijk reikt de verkenning lot- Serres over de Stroeana. Totaal zijn er geland 222,000 man, van wie er 20,000 af gaan aan doe,den, gevan genen en zieken, 40,000 voor den trein enz., zoodat men met niet meer dan 100,000 vechtende soldaten rekening behoeft te houden. Burgerlijke Stand. LEIDEN. Geboren: Hendrika, d. v. G. Dubbel- deman en M. TuWtooff. .Tan-netje,, d. v. J. A. Nieuwenhuizen en M. R. Stecnb«?r- in, Gorretje, d'. v. J. Ravel aar en G. de Ilaas Hubertha Cornelia, d. v. C. J. ran de.r Linden en C. H. Klein. Th'te- lorus, z. v. D. D BartQien, en H. P. Gea-- ivi.cr. Geertrui, d. v. Pth. van Hooven en G. Stikkelorum.' Cathariaic^ d. v. I. SIkreers en G. Yarkevisser. Leent,je, d. v. H. Waalewijn en G. van der Mark. ïeertruida Johanna, d. v. 3. Schimmel on J. de Jong. Cornelia Adriana* d'. v. E. •T. Kelder en E. M. A. PriMevitz. 'Gustav Zacharias Anton,ins, z. v. J. H. H. Beek man en A. J. M. Taverne. Wilhelmus F rede-rik. z. v. H. J. yaai Dijk en J. S. Klavérwijdehi. Willem, z. v. J. KOeiiu en E. Noest. Willem Jacobus, z«. v. 5Y. .1. v. Stralen en P. M. Smit Andreas, z. v. M. C. Pieters can A. Pardoel. Gea-rit en Niciilaas, 2- z. v. G. J. Schip aanboord' en K. Ravensbergen. Overleden: M. B. Charité jcl. 23 j. E. Keyzer d. 20 uien. J. C, H. van der.Drift geb. de Jong 63 j. G. A. M. Goes geb. van der Stok 30 j. J. M. J. H. Kerstens m. 32 j. Levenl. kind v. F. Mierernei en M. C. van «Dijk J. van Put ten d. 4 j. M. Burgerjon d. 6 j. A. Hoogkamer m. 43 j. Ch. C,-Verboeven l. 36 j. C. v. EgmondZwaan v. 29 j. Th. M. Koppesdhaar z. 16 m. Ingezonden Mededeelingen a 30 cent per regel. Misschien maakt uw tfagelijksch werk u ziek. Er zijn ve«èl ambachten^ diie do n«iea"en' ie vee«l inspanneau gij u naar en van, uw werk, u af vragend wat die pijnen in den rug, dat» vermoeide gevoel, die hoofdpijn, duizelig heid e«n urime-stoornissen veroorzaakt? Misschien hebt gij aan een nierkwaal gedacht, maar vraagt gij uzelf af waar mede gij u te buiten zoudt gegaan zijn, dat uw nieren aangetast zijn. Welnu, vele ambachten, die binnenst huis moeten worden verricht, in gebogen houding, in wisselende temperaturen, op. vochtige plaatsen, te midden vair chemi sche stoffen, of op schokkende voertuigen, werken nadeelig op de nieren. En wanneer de nieren eenmaal van streek zijn, komen zij niet van zelf tot rust. Gij kunt liaar helpen door uw werk lich ter op te vatten, door minder zwaar te eten, door alle buitensporigheden en zor gen te vermijden, door toe te zien dat gij voldoende lichaamsoefening en rust krijgt en dóór Foster's Rugpijn Nieren Pillen te gebruiken. Foster's Rugpijn Nieren Pillen helpen ontstoken en verzwakte' nieren, en staan haar bij in haar gewichtig werk, het fil- treeren van het bloed. Zij verwijderen op gehoopt water bij waterzucht en voorko men dat de urine de erin opgeloste vaste stoffen neerslaat, zooals bij niergruis, niersteen, en rheumatiek. Foster's Pillen dienen alleen voor de nieren en blaas; zij kunnen 'volkomen veilig dooi* ifedereenU mannen en vrouwen, oud en jong, ge bruikt worden. Te Leiden verkrijgb. bij D. M. Krui- singa, N. Rijn 33, Reijst en Krak, Steen straat 41 en D. de Waai, Mare 56. Toezending geschiedt franco na ontv. v post wissel a f 1.75 voor één, of f 10.voor 6 üoozen. Eischt de dfchte Foster's Rugpijn Nie ren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien is van ne- venst. handelsmerk. 1241 Schaakrubriek. Oplossing van Probleem 269 is Te7. Correcte oplossingen ontvangen van: J.- Heeniskerk Pzn., R oei o f arend s veenR- vPaul'ides, Leiden; C. L. Viveen, Zoeter- meer; G. Vorenkamp, Zevenhoven; J. Berk,. Katwijk aan» Zee; J. G. B., te S.; Schaak- lust, te Z. Van Probleem 268 nog bereids een goede oplossing ontvangen van E. de Ruiter* Oegstgeest. Correspondentie. H. S., te W. .en E. de R., te O. Oplos sing Da3 kan niet geschieden wegens Ta8.« R. P., te L. De notatie van probleem 271 is correct. Eindspel 272. ZWART. Wn WH m 48» WÉ w.,. wam 'M/y). M t TM '::'r - WIT. Stand der stukken: Wit: Kffi, TbS, Lc8. Zwart: Kh8, Dbl, pion b7; f2, g6, h6. Wit begint en wint. Oplossingen worden ingewacht tot Za terdag 18 Maart onderi-motto „Sc-haak" aan het Bureau van do „Leidsche Courant", Leiden. De photograaf. Mijnheer Thomas, inspecteur van politie, 7„at tin zijn kahiiorct en» was geheel perplex., Het hoofd in beide handen, dacht hij na. Het was wel meer dan erg, al weèr een mooiKÜ... Dat waren» nu ai acht moorden achter éLkaar an korten tijd. En» geen en kelen: moordenaar Ihad imen kunnen enap- ®ren. Allen waren vertj-oikken, verdwenen! Waar moest dat toch heen? Den vorigem aivord was een oude dame vermoord, vijf en» twintig duizend gulden wrii gold en juwelen waren gestolen, maar van de moordenaars weer geen spoor! Thomas schudde wreveCiig het hoofd. Daar trad een politieagent binnen en reik te zijn dief een kaartje over. „Deze meneer." eeii ttiij, „vraagt dringend •u te spreken. Iljj zegt dm staat te zijn, u im- Bfiohliimgen -te geven over de «misdaad \'a-n gfeterein." ..Laat hem binnenkomen," eeli' Tliomas levendiig. Terwijl de poli tic a gent zich verwijderde, wierp de inspecteur een bklk op "hot kaartje. ..Frederik Men^inJk," las hij halfluid. .MetneiLn'k? Menecnk?... Het schijnt mij tee. dat i;k d"?ert naam meer gehoord heb." En, oeni'-ge woorden op een papfier schrij- viernd, gaf iiij het aan den fi'T'itieagemt, due mof «dtn bezoeker was btovneng©treden. De ogenl «verwijdeixte ui oh en Thomas beA-o-nd afeb aüe&m -me»t de-n vreemdeling. Deze was arnKiedig, doch zandelijk gc- kkïed; hij zag er eerfijik uit, maai- op zijn ïSJiaot was duld ei ijk diepe droefheid te it*en •ijjjij «kn-rut mjj JnltcJikingoii weu' «de mis daad van gisteren geve-n, mijnheer?" vroeg de inspecteur. „Ik hoop het," antwoordde de bezoeker eenvoudig. „Hoe, gii hoopt het? Gij zijt er dus niet zeker van? „Dat ligt slechts aan u. Alles hangt af van een proeï, diie lik alileen met uw roe stemming kan nemen." „Verklaar u." „Luister dan-. Gij hebt welddcht hooi-en spreken, mijnheer, van een wetenschap pelijk procédé, dat, to zekere omstandig heden ons het portret van een moordenaar kan verschaffen. Ziëhiex dn drie woorden de zaak: gij weet, dat het voorwerp, dat wii aanstaren, tei*uggekaatst wordt tn onze oogen en dat het beeld van dat voor--, werp op ihe«t nehfties blijft, totdat het rlooj1 eon ander vervangen wordt. Het Is nu uitgemaakt, dat rl't beeld wok na den dood in de oogen blijft. Men moet dus aanne men, dat, indien een persoon yan voren en an hot licht gedood wondt, het teatst© voorwerp, dat zijn oogeai gezien Ivebben, natuurlijk het gelaat «is vaai zijn rnoord»e- noai- Het beeld van drit gezicht nu blijft fin- den oogappel, waar (het nnet alleen- «no- geliik is terug tg vindenmaar ook hel te ï-enroduceeren. Welnu, mijnheer. i«n het geval, dat ons braigBioudt,.. Op dit oogenbilk trad rle pofTriieagent het ver-trefk hhmen. Hij «reikte zijn chef dossier oiver. waarna «hij weer 'iceng-ing. ..Gil heet Frederik Menrinifk?" «vroeg hij. „Ja, mijmiheeT." „Hoe oud zijt gij?" „Drie envijföig jaar." Do «inspecteur bbwteft-d-e ftü het dossier ..Zeven on trwin/iig jaar," aniompefde hij. **Gij zijt Jnet «JiiiS r^at, idve Qvet vorige jaat wesrene diefstal vaai tiien d«u'iz-end gn'Vl'en vei-volgd en bij vevteeik veroordeeld zijt?" _,yeen, mijnheer," antwoordde de bezoe. ker met moeite, terwijl zijn gelaat rood werd. ,,ïk toen 'het. niet..,, hjet is mijiu zoon." „Bediende op een torinJsyeo'akantoor, niet waar? En .gij weet n«iei, wat <>r van hem crcworden is?" „Neon, mijnheer. Reedis vijftien maan den zijn zij-n moeder en zonder nieuws van (hëm. Dit kind', mijnheer «is ons o«nge- Ink en onze «schande.* Hij heeft ons feart cr eb roken en oneen naarn onteerfl." Er volgde «eentgc oogenbh'kke-n van stiil- zwivsen. „Vergeef mij, mijnheer," hernam de in specteur. „dat i»k die wondie opnieuw heb open«jrereten. Ga «voort, ük lu'bster. De an an streel-: met. zii n rech'teihand ove r ziincrelaat en wisdh-to de tranen uit zijn oocféli. Daarn.a hernam hij4 „Ik zei dus, mijnheer, dat m het gova«l, dat ons bêKilghoudt, het mogelijk i-s, hot beeld van het gezicht van de«n moo3-deuaa«r te rus: te "vinden. Het ©lach toffer is van vore.n> aangevallen, de wonde heeft dit dwi- d-elijk bewe/zem. Zij heeft zeker het gc/.icht. van dm mooixlonaar geaiiesn, wan.t haar oogen. zeggen de kranten, hebben zelfs na den -dood een uiiitdi'ukk'iTig van schrik be waard. Daarbij moet dót gelaat voldoende vérfróht zijn geweest, want <men heeft ge constateerd, dait op den schPoo-steenman tel. waarvoor de dame o-ownoord is, ten fcroonlniste-r met Dtaarsen' aan Was, die tot den morgen hehbeni gebrand en toen uit zich zelf zijn uitgegaan-. „bus. mijmheer, wij staan hier voor een zaak, die zoo got«l aks zekér is. Het oJS mo- gcLijik, Ite. «La bijata, zeker, dat het oog van het «lijlkj dait aax het» doótteriihniia het 3i«auwke'u«rige portret (bevat van den mooi'- denaar, dien gij zoekt. Het hangt nol slechts van u af. dat portret te hebben." ..Hoe dat zooTl „Dooi* de plho«toigTapürie. Ik l>e.n -pOiote- graaf, mijnheer; en ik heb met hartstocht deze kAvest«te bestudeerd, want Ik heb daarin steeds, in geval van weilsLlagen, een o'er nuttigste en- mooiste «toepassingen ge- ziicn van dé moderne wetenschap. Wielnu, mijnheer, vaar dat succes toen -ik thans zéker! lik héb voor acht dagen de beslis sende proef genomen op het oog van- een doode. vaar wien d«k het portret «moe«st ma ken. Alleen in de sterfkamer heb ük op mijn gemak «kunaneni werken, en met be hulp van mijn electrograaf heb ik een prachtige proef venkregen. van- het geziclit van dien doocl'e. Iir hot midden vani zijn» oogappél héb 5!k hot gefaat «vaü den dok ter weergevonden, cii-e, -in- hei laatste •ootrcrub'jilk. «zich ower Qiem had hee-ngébo- cefn." De man. «had met vuur gesproken en in zijn oog schitterde ern straal van trots. De Inspecteur kéék hem aan. „En gij wilt nu?" vroeg hij. „Sta mij toe, de pi«oef te nemen op hét lijk der vrouw, die glsteran vermoord is. Ind.ien ik slaag, zooate ak zieker geloof, ks dit voor mij«n- vj*oiiw en vooa* mij een beétji© gloriie en gef.-di, een laatste ©fraai van hoop m onze eHende. Indien ik móet slaag welnu, dan ês e«r nog siiéls vea*k>ren. wij zijn voor het ongeluk geschapen, een oni- goochoilnig meei* of min dei- .is voor «ons niets. I«n i>edw geval waagt gij rilcts met de proef dan de kans van ecai ongehoc.pt succes." ,,'it Zij zoo," zei' d«e inspecteui*. „Kom rrooi^coi wxreg «on> kien- uur met uw Sjnt&tru- 4, meuten tn- het doodenhui»sje. Ik zal mij«rti beveAeni geven, «of liever, ik zal zorgen, dat ik er zelf hen." l«n de donkere kamer, waar hij is opgesloten, bespiedt Frederik Mens ink, hét Hdl3aam voorovei-getoogen, «angstig het re sultaat van de 03ntwilkk«elang zijner plaat. Ze -ligt «in het «laatste zllvei-bad... I-Iij heeft a'llee met de grootste nauwgczeithedd ve«r- rteht. en ö-nd'ien het slachtoffer, alvorens te ater\-en, werkelijk den moordenaar itru het gelaat gezien heeft, moet het port«retl van den moordenaar zich daar bevinden, onder die «laag -van gelatine.,.. Met klop pend 'hart gaat de photograaf' te werk, hef beeld wordt helderder en duidelijker op de plaat, nog eenige o ogenblikken- en hij zal weten, of zijn. proe-f geslaagd is. Eindelijk richt hij rich op en de plaat voorzichtig aan de kanten uit Biet bad ne mend. nadert hij het venster. Hij schuift het gordijn ter zijde en kijkt met scherp, starend- oog op dé plaat. E«e3i rauwe 'kreet ontsnapt zijn keel: „Mijn aoon!" De plaat valt o-p den grond in 'hondei-d stukkeui.... Viif minuten, 'later, toen de photograaf zijn donkere kamer verliet, zag d«e üuspec- tei'u, d'-Le met ongeduld op hem wachtte, aanstonds «aan zij-n. bleekheid', dat de on gelukkige niet geslaagd was. „Wol?" vroeg hij. „Niets?" ..Niéts!" stamelde de .photograaf. „Indien, men de proef nog eens door eern ander liet nemen,?" „OnmogélijM Dat gaat nu niet nieer!" Deai volgen ma i morgen vond. men dén photograaf dood, een» «beroerte had hem go- iroften.,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 2