Ingezonden stukken. tra de eigenaar vam dat viscKSSctt mij be letten de brug te leggen? Moet ik beslist Van hem «601 vergunning hebben of kan ik beginnen, te bouwen? Antwoord: Mogelijk is, dat u de brug niet leggen kunt, wanneer het visch- (recht reeds vóór 1838 bestond. Is dit niet het geval, zoo kan een vischrecht in dezen niet hinderen. Informeer eens bij den Am bachtsheer of ten Raadhuize, wat diens recht inhoudt en van welk jaar het da teert. Vraag: Is iemand, die in 1908 vrijge- feteld is van de militie, nog lanidstorm- iplichitig? A ntwo ord: Ja, zeer zeker. Land- te tormplichtigen zijn binnen zekere gren zen juist degenen, die geen. militiedienst behoefden te vervullen. Vraag: Hoeveel bedraagt het percen tage van de dividendbelasting? Antwoord: Deze belasting bedraagt ff 5.voor elk geheel bedrag van f 100. Vraag: Ik heb op een lakensche man tel regen gehad en nu blijft dit vlekken. Zoudt u mij kunnen zeggen, hoe ik die het best er uit kan verwijderen. Antwoord: De géheele mantel met oen spons flink nat maken en daarna terwijl de mantel nog nat is opstrijken. S. Uw aanvulling kwam te Iaat in ons bezit. Wij zullen uw vraag de volgende "week beantwoorden- (Buiten verantwoordelijkheid van de Red.) „Ons Politiek Recht". Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding van juw artikeltje ,,Ons Politiek Redht" (heb ik de eer op te merken, dat uwe vrees diat er verdee'.iiieid za, ont staan nis wij ons „Politiek Redht" eAschen, geen complimentje is tuan hen die nu de ipolitiekemacht helbben. Er mag evenmin verdeeldheid zijn, ais wij eenige macht hebben die ons toe komt, als nu, nu wij wel politiek recht hebben dat erkent u in uw artikel en geen politieke macht. Dus a'leen dan, als wij van onze rechten blijven af zien, zial er geen verdeeldheid zijn; druis goed ib 1 ij v e n, dan kan je met den duivel twal vrinden zijn. Het bewijs van een niet ver van Ledden gelegen plaats, is genoegzaam, om aan te toonen, dat die vemdeefidheid niet kooit van •die klasse, die haar politiek recht zoekt, dc<?h juist het tegenovergestelde. Toen daar de democratie vasten voet kreeg en haar rechten opeischtc, scheidden de vroe gere machthebbers uit „(hoogere kringen" zich af, celf na een uitspraak van (het ker kelijk gezag in daze, waarbij de democra tische partij in 't gelijk gesteld werd 'en daardloor erkend. Dat dan odk die drang hoe langer hoe felerker wordt, is tevens een kliaar bewijs, dat het door hen, die werkefijk sociaal! voe len, nooddg geoordeeld wordt, dat hierin verandering komt en h>un rechten niet vol doende worden erkend en hun belangen onvoldoende behartigd.1. En komt er van de Vereen. „Ons Poli tiek Recht" niets terecht, dan (zal toch daanbuiten door ieder die pt in gaat zien het redht gecocht en de macht verkregen worden. Geeft 't niet den schijn of men zich van st roof-conservatieve zijde schuldig voelt, met zóó tegen een streven naar rechtser- kenning te sputteren. Men moest ihet Gerst eens probeeren. Uk gelood niet diat het tegenvallen aou. En dan nog, zou het niet onaardig fcijn, oan ook eens te ervaren, boe ongezellig en krenkend het isf. alb men niet dat krijgt waarop men recht heeft, en welk een op offeringsgezindheid er bij verongelijkten moet zijn, oan diat aldoor maar geduldig en gelaten te dragen. Dank voor opname., W. 'A. Th. B. Bovenstaand stukje ia, dunkt ons, een typeerend voodbeeflid van de verwarring en opgewondenheid, welke er in de geesten van voorstanders van „Ons Politiek Recht" heerscht. 't Toekent toch duidelijk verwar ring en opgewondenheid, als men de tegen standers van „Ons Politiek Recht" maar eenvoudig alls .stroef-conservatiefbe stempelt en... zxx> in een hoekje wil duwen. *t Wijst todh zonder twijfel op verwarring en opgewondenheid, als men beweert, liat de arbeiders alleen eenige „macht" kun nen uitoefenen, wanneer zij zich in een af zonderlijke politieke organisatie zouden vereenigen. De inzender leze maar eens een artikel van den heer Serrarens in dit nummer, waarin wordt gezegd, dat de ar beiders (die politieke „macht" (wij zouden liever zeggen „invoeid"), welke hun toe komt, in de bestaande kiesvereenigin- gen kunnen verkrijgen, als ze maar zelf ernstig willen] In de slot-alinea zegt üe inzender, dat hij het niet „onaardig" zou vinden, wanneer door middel van „Ons Politiek Recht" an deren (bedoefld zijn hier „de hocgere krin gen") o<ok eens niet zouden krijgen, waar op zij redht hebben! Ziet, hier b e w ij s t hij zonneklaar, dat „Ons Politiek Recht"., hoe voortreffelijk zij ook door Üe ontwer- pens moge bedoeld zijn, uit den aard der zaak een groot gevaar met zich brengt voor leen noodlottige schéiding in de Katholieke partij, voor een betreurenswaar dige verdeeldheid1, waar gestreefd moet wonden naar eienheid! Als in „Ons Politiek Redht" in de toekomst een geest zou heerachen, als waarvan die inzen der veroorlove ons onze meaning ronduit te zeggen! üe schrijver van het boven staande op dit oogenblik is bezield, dan zou daze vereeniging zeker en beslist een gevaar, een groot gevaar moeten wor den gdheetan voor de Katholieke partij. En nu is juist onze vaste meening, dat een dergdSjke maoht^treying, afts waar van de schrijver Wijk geeft, buitengewoon gemakkelijk „Ons Politiek Redht" 20» kunnen doen ontaarden tot een zelfstan dige politieke partij, in, of liever geoegd,. buiten de algemeen® Katholieke partij. Wij fcijn het met één zinsnede van dèn schrijver teens, n.iL met deze: „En komt er van de Vereen. „Ons Po litiek Recht" niets terecht, dan zal toch daar buiten door ieder, die 't in gaat zien, het recht gezocht en de macht verkregen wonden." Dat geltooven wij ook en dat hopen wij. Wij hoppn, dat buiten „Ons Politiek Recht", n.l. in de kiesvereenigingen, de ar beiders Vullen boeken hun recht en zullen verkrijgen de hun rechtens toekomende macht of invloed! RECHTSZAKEN. Het militair saluut. De waariL. auditeur-militair bij den krijgsraad te 's-Gravenhage, mr. B. van Rossem, requireerde vrijspraak met last tot disciplinaire afdoening der zaak, voor den milicien der vesting-artillerie J. Th. Pe ters, afkomstig uit Halfweg, die terecht stond wegens beleediging en dienstweige ring. Bekl. die.per rijwiel een officier passeer de, salueerde niet. De officier gelastte hem stil te houden, doch bekl. reed door. Toen de officier hem later toch aanhield, keek hij dezen zeer brutaal aan, zoodanig, dat de officier zich daardoor beleedigd ge voelde. De waarn. auditeur-militair achtte het niet stilhouden van bekl. toen de officier hem aanriep, geen dienstweigering, terwijl het brutaal aankijken van den officier door bekl. niet kan beschouwd worden als een beleediging den officier aangedaan. De krijgsraad onmiddellijk uitspraak doende, wees vonnis overeenkomstig den eisch van den auditeur-militair. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Minister Cort v. d. Linden over het onderwijs. Na de pauze vervolgt de Minister Cort van der Linden, zijn rede. Hij komt thans tot art. 192. De minister meende, dat zijn voor site! geboden wend' door de rechtvaardigheid en de wijsheid. Hij wijst er op, dat de heer Eerdmans in zijn vergelijking inet de Si renen niet geheel juist was. Hij deed niet zoo verstandig als die oude Odysseus, hij hond' zicheeBf niet vast aan den mast en hij stopte de ooren van zijn makkers niet dicht met was. Maar wat nog erger is, de heer Eerdtmans wendde den steven en stuurde terug tot voor 1848. 6pr. hoopt dat de heer Eerdimans tot nadenken ge stemd nal worden en zal inzien, da.t het niet overeenkomstig het liberale beginsel is terug te gaan tot dat jaar ('n Welver diende afstraffing!) Ligt aan de openbare school een stedisel ten grondsfllag? De heer Gerhard meent van wei, üe heer Ketetoar meent dat er naar gestreefd moet worden dat alleen de paedagogisohe stelling: „geef het kind wat des kinds is" gevofgd' wordt Spreker gelooft dat de openbare fcchool het beste geeft wat ze geven kan. maar zij geeft niet datgene dat zij (willen, die hun kin deren wil/ten opvoeden in hun eigen ge loofsovertuiging. Het is spr. niet mogelijk zich te denken hoe men natuurkunde of geschiedenis kan onderwijzen ao-nder fenig verband met den godsdienst. De onderwijzer zal toch in de harten uitstor ten wat hij zefllf gevoelt. Hel ongebonden onderwijs is onbruik baar voor hen die het gdheeTa onderwijs willen doordringen van ü'en geest van hun Kerk. De openbare school is niet geworden de nationale school. Dat die school de een heid der natie zjou bevorderen, betoogde de heer Eerdmans. Deze Bpr. doet den •minister denken aan die oude nophisten; de openbare school is voor hom üe natio nale school omdat hij alls nationale school do openbare school Iwil. Maar in werke lijkheid is diat niet zoo. De vrijheid' kan well de eenheid bevorderen: men krijgt het land lief, waar men vrij is in zijn geloof. Miskent de heer Eerdmans niet spr.'s be doeling om het geheele onderwijs te wil len veiheffen op hooger peil? De tegenstanders vreezen dat het geld niet ton goede zal koonen aan het onder wijs en zij vreezen dat het openbare t>n- derwijs in gevaar zal worden gebracht. De minister Wijst er Vcp dat de drang naar goed onderwijs leeft in alle kringen van ons onderwijs. Wij zagen dat bij het_ vak onderwijs, bij het u'lo en het mulo-onder wijs. Het pulbsidiestdlsel deed het peil van het onderwijs stijgen. Bij de arbeiders doet zich steeds duidellijk het verlangen naar goed ond'erwijis gevoelen: het laven zelf drijft onverbiddelijk naar goed en betör onderwijs. Door kortzichtigheid kan dit verlangen worden tegengehouden. Daarvoor zijn waarborgen noodig, de Grondwet geeft ze: het toezicht op het onderwijs en op de zedelijkheid en de be kwaamheid der onderwijzers. Alls eerste waarborg zou spr. wensdhen goede zorg voor de opleiding van de Onderwijzers. De beide grondwettelijke waarborgen ont braken in üe Belgische grondwet. Paul Fréidéricq heeft ireeds op deze gebreken geweaen. Art, 192 bevat nog andere eisohen van deugdelijkheid; (het Laat aan den wet gever ürver ae nader vast te stellen. Spa*, begrijpt niet waarom men gesteld is pp de gelijkheid van twee geheel ongelijk soortige grootheden. Men verlangt waar borgen voor de goede besteding der gel den en voor goed' onderwijs. Spr. üeelt dit wantrouwen niet. Maar hij vraagt zioh af, wat zij zuilen bereiken /die die eisch en stellen? Spr. acht zelfs een gevaar in ge lijkstelling gelegen voor bepaaMe geval len. Men kan de vrijheid van richting voorop öteïlèTi en üe grèniai der geflijkstefl- ling zoo hoog stellen, dat de eischan van. gefijste®ing alle waarde verhezen. En wie zal arbiter zijn in de naleving van zoodanige voorwaarden? Wie zich vast klemt aan gelijke eèschen beflemimert de goede ontwikkeling van beide. Kan men een formule vindon, frie waarborgt diat het peil niet zal dalen? Spr. ziet de mo gelijkheid daarvan niet in. Men vreest, dat de bijzondere school de openbare zal verdringen. Het neutrale on derwijs is een levensbeschouwing, is vaak betoogd. Daartegen was de Minister in de Memorie van Toelichting opgekomen. Hij acht het niet denkbeeldig, dat de openbare school meer en meer zal verdrongen wor den. Daarvoor is spr. niet onthutst. Spr. gelooft, dat de waarheid niet overwint door de kracht der gouvernementen maar wel door het Jicht dat zij zelf uitstraalt. Men denkt echter ook, dat een minder heid genoodzaakt zal zijn confessioneel on derwijs te moeten verdragen. Men vreest den conscientie-dwang. Daar is spr. dade lijk bereid te steunen in het bestrijden van dat gevaar. Wanneer bijzonder onderwijs als regel werd voorgeschreven zou er spra ke kunnen zijn van een ernstige bedrei ging der conscientie-vrijheid. Maar die vrees is er niet. De Grondwet handhaaft de vrijheid van consciëntie. Spr. begrijpt, dat men thans tegenover die bezorgdheid een wat scherpere uitdrukking daarvan wenscht. Hij wenscht het beginsel gehand haafd te zien, dat overal voldoende open baar onderwijs wordt gegeven. Uitwerking in de additioneele artikelen moet de Minister beslist van de hand wij zen. Wie wil meewerken aan de totstand koming om de herziening te bevorderen, kan niet verlangen, dat -de formules zul len worden uitgewerkt. Tegenover de termijnbepaling staat de Minister anders. (Deze is door Katholieke afgevaardigden gewenscht). Niet omdat hij dat weinig beteekenend vindk Hij bindt zich niet, doch wil wel medewerken om on gerustheid weg te nemen. Een bewijs van wantrouwen is het tot op zekere hoogte, maar eveneens spruit de ongerustheid van den heer Tydeman ook voort uit wantrou wen. De Regeering heeft geen wantrouwen en bij het meerendeel der Kamer bestaat het ook niet. Diezelfde geest van vertrou wen moet in de Kamer en daarbuiten blij ven heerschen, ook in het belang van de grondwettelijke bepalingen Het ideaal van den Minister is de be vordering van het onderwijs. Of het be reikt zal worden, weet hij niet, dat het bereikt kian worden, gefwft hij zeker. Het onoerwijs is een zaak van Biet geheef.© volk, aoioaT.s rechtvaardigheid dat ook ts. Is deze tijd wel een tijd van grondwets herziening? De minister aarzelt geen oogenblik deze vraag bevestigend te be antwoorden. De ooricg dwingt de fandge- nooten tot groote eenheid, ook voor de voorbereiding van den vrede. De belofte die de discussie heeft bege ven is üeze diat door \te waardeering van eikaars overtuiging die is gebleken dat neer vrijheid en meer ontwikkeling maar ook een hechter eenheid van ons voOk is te wachten. De vergadering wordt r/erdiaagd tot Dinsdag half twaalf. Uit de Pers. Do ..Katholieke" inspecteur. De Rotterdammer schrijft: Een fier schutriheiligen van de concen tratie is jlhr. mr. Micihidls van Kessenich, een der drie inspecteurs van het-Üager on- derwijs, -die in Nedeaftand toezicht oe'fehen. Hij is Katholiek, en oefent inspectie in de Euidielijke provinciën. Welnu, als zu/lk een „Katfcoiliek" inspec teur uit het donkere Zuiden iets slechts zegt van het bijzonder onderwijs, dan moet het xvefl 'heel slecht wezen. En hij heeft harde noten gekraakt oiver de vrije school. Vandiaiar dat Ue frontmannen op de rijke ervaring van üen „katholieken" inspecteur een veelvuldig beroep doen. Nog pas voerde prof. Eerdmans hem in zijn heldengestalte in de Tweede Ka mer op. Maar nu koant dr. P. J. M. van Rils in een ingezonden situk van het Handels blad" het beeld van dazen beschermheilige nader schetsen. Enkele trekken worden hier pveogeno men: De heer M. v. K.: Ie. vervult sindls jaar en dag geen enkelen zijner katholieke godsdienstplichten; hij is dan ook juist zoo Katholiek als bijv. de Leidsche hoog leeraar Bolland' of de Amsterdamsche wet houder Vliegen; 2e. wias bestuurslid der Liberale Uniq, toen de heer Goaman Bopgesius onder wiens ministerschap de heer Micihiölis in specteur werd voorzitter der Unie was; 3e. is tot den dag van beden 't erkende hoofd der (liberale partij in en buiten den gemeenteraad van Roermond; 4e. de „Katholieke" inspecteur speelde het in zijn inspectie in 1899 k/iaar, die beide oom missies voor de hoofdakte te 'e Bosch en te Arnhem zoodanig te ïopmee- ren, dat op üe 43 leden en plaatsvervan gende leden geen enkel lid en 1, zegge en schrijve één plaatsevervanger uit het Ka tholiek bijzonder onderwijs, daarin een plaats kreeg. Wie het oordeel van de Katholieke Ka merled eai over deze daad van /den „Katho lieken inspecteur" wil vei-nemenv hij s(La de Handelingen cler Tweede en Eerste Ka mer op ten zal daar zeer krachtige protes ten van wijlen Üe heeren Mutsaert, dr. Sohaepman, dr. Vermeulen en Van der Does de Wileibois lezen. Een andere Sint-Fronfcmannius zal noo- dig zijn! Nederland na den oorlog. Het Vaderland verbaast zich over de weinig gunstige ontvangst in de afdee- lingen der Tweede Kamer van het wets ontwerp tot uitbreiding van: den dienst voor economische voorlichting in het-bui tenland. Ziedaar nu eens een wetsontwerp, dat ten volle populair mocht heeten. Van alle kanten was er om gevraagd Het denkbeeld van zulk een wet werd niet geboren in de studeerkamer, maar ont stond uit werkelijke behoefte; de pers had het allergunstigst ontvangen... In de algemeens vergadering van de Ver eeniging voor Staatshuishoudkunde en Sta tistiek hebben mannen als Tireub, Plate, d'Aulnis de Bourouill en Stork ons gewaar schuwd, dat we ons te wapenen hebben tegen hetgeen na den oorlog voor de deur staat, dat een enorme opleving van handel en verkeer te verdachten is, en dat onze uitvoernijverheid dan gereed moet staan, om zich de voordeelen van een betere plaats op de wereldmarkt te verwerven. Onze industrie is reeds bezig zich daar op in te richten. De andere neutralen zitten niet stil. De industrie van de Vereenigde Staten, begrijpend, dat haar tegenwoordige bloei als gevolg van de ammunitiefabricage slechts een tijdelijke is, zoekt nieuwe ter reinen voor blijvenden afzet van haar pro ducten in Zuid-Amerika. De Scandinavi sche Rijken wedijveren in bedrijvigheid. In Denemarken neemt de vlucht der uit voernijverheid met den dag toe. Het sa mengaan van Scandinavië met Noord- Amerika is een gevolg van toenadering tusschen genoemde landen sedert van Scan dinavië de eene stoomvaartlijn na de an dere tot stand kwam (O. Kamerlingh On nes in „De Zeepost"). In Zweden wordt met arendsoogen nagegaan, welke plaats Zweden na den vrede in de rij der volke ren zal kunnen innemen, wanneer het voor den oorlog gespaard wordt. (H. A. vam ÏJs- selstein in „De Ingenieur"). Zelfs in het anders zoo trage Spanje is een opleving van de energie te constateeren. „Is het, zoo besluit het blad, aan te ne men, dat in Nederland, een door de regee ring voorgestelde complex van eenvoudige en weinig kostbare maatregelen, om op doeltreffende wijze een betere voorlichting van onzen handel en industrie te verzeke ren, zal afstuiten op een tegenstand, die voor een belangrijk gedeelte voortvloeit uit bureaucratische administratieve en hiërarchische overwegingen, en den groo- ten kant van het vraagstuk over het hoofd ziet? „Wij verwachten het wel niet. Maar toch hopen wij, daf de critiek der tegen standers de voorstanders waakzaam moge maken". Stavast! In een artikel onder dit opschrift vestigt DeNieuweCouranterde aandacht op, dat, indien bij het einde van den huidi- gen wereldkrijg een wereldcongres, evenals dat van Weenen, een eeuw geleden, allerlei vragen, die Nederland staatkundig en ter ritoriaal onmiddellijk raken, onder de oogen zal hebben te zien, het dan ondenk baar is, dat Nederland als Souvereine staat van de deelneming van zulk een con gres zou worden uitgesloten, op grond vam zijn gedurende den oorlog rechtens en eer lijk gehandhaafde neutraliteit. Het blad trekt geen oogenblik in twijfel, dat, wanneer de tijd van voorbereiding van zulk een congres aanbreekt, onze Re geering met allen nadruk aanspraak zal maken op de plaats welke aan ons- land daar rechtens toekomt. Het veronderstelt zelfs niet dat daartoe buitengewone krachts inspanning harerzijds moodig zal zijn.. De bekwame en beleidvolle, maar vooral ook krachtige persoonlijkheden aan wie de zware taak zal worden opgedragen om Ne derland' s hoogste belangen daar te bevor deren en zoo noodig te verdedigen, zijn, zegt het, onder onze landgenooten te vin den en zullen naar wij vertrouwen, door de Regeering gevonden worden. Maar wat deze mannen voor de vervul ling van hun taak bovenal zullen behoe ven, dat is, betoogt liet, de vaste overtui ging dat èn de Regeering èn het Nederland- sche volk, wanneer "het na den oorlog om de volledige handhaving van Nederland's rechten als zelfstandige staat, of, erger nog, om de onaantastbaarheid van zijn grondgebied mocht gaan, vastbesloten en bereid zullen zijn, daarvoor, zoo 't moest, het uiterste te wagen. Het is niet te vroeg hierover te spreken. Reeds nu moet ons volk doordrongen zijn van het besef, schrijft het, dat het oogen blik kan aanbreken, waarop wij, beroofd van de gunstige kansen, die het Europee- sche machtsevenwicht aan kleine staten bood, zonder hoop op gewapende hulp van ten doode vermoeide, elkander voor lan gen tijd tot geen prijs meer bevechten wil lende mogendheden, gansch alleen zul len komen te staan tegenover co-ngres-plan-' men of -besluiten, welke onze hoosite rech ten onmiddellijk aantasten. Het oogenblik kan komen waarop met name ten aanzien van deelen van ons grondgebied, eischem aan ons gesteld worden, waarop wij op straffe van national en ondergang niet an ders zouden mogen antwoorden dan met een dreigend: kom en haal ze! Alleen indien wij Nederlanders er onder ling zeker van zijn dat wij het, zoo noo dig^ op het geven* van zulk een antwoord, welbewust van al de daaraan verbonden gevolgen, zullen laten aankomen, alleen indien wij naar buiten den indruk zullen weten te versterken (want gSlukkigl die indruk bestaat) da.t wij n a evenmin als gedurende den oorlog er tegen op zullen zien voor de" onschendbaarheid van ons grondgebied de wapens te gebruiken alleen dan is er goede hoop, dat allerlei plannen die een dreigend aanzien voor ons vertoonen, zullen, worden ter zijde gescho ven als onrechtmatig en... onpractisch. Niets zal ons onaantastbaarder maken dan de zekerheid dat op al zulke plannen slechts één antwoord te verwachten is: gij kunt mij. overhoop loopen, maar gij zult het dan ook moeten doen, gij zult den dag na den, oorlog aan -Gak wereld het vftr- Ingezonden Mededeeiingei a 30 cent per regal Wat te doen afcs~de kdöai zich vertoont. De Niatttuir geeft een üuidaBjke schuwing, als er iets binnen het lichaam niet in orde is. Geef bi; waaxisciHrwiDgai vian nierawafcte (Boor een pijnlijke rug, o& Huiver bloed of versf<*c\ie urineêowzhi^ onmiddellijk hulp aan de nieren. Een nienaanctoening is gavaanhjk et' brengt wetLdna het gozondetr gestel vas streek, itheumatische pijnen, n/«gruis, m -steen, spit en waterzucht veroorzakend. Foster's Rugpijn Nieren PDteo zijn tm.' overtrefbaar voor nier- en klabak walen. Maar ons gezond' venstand zegt onst, üal wij kwadie gewoonten, die de nieren ver zwakken, aooafis het eten van te ved vieesch, «verwerking^ aoogem, het gdbmif van steitke dranken, en buitensporiglheöei moeten nalaten. Het drinken van water ii oen goede gewoonte, want dit helpt dij "vergiften uit de nieren kpod.en. Dit zijn eenvoudige voorzorgen, van di Natuur, die met behulp wan Foster's Pill lien qpoeldig baat gdven. Neemt iu in euaht voor namaak. De ecflite Foster's Rugpijn Nieren PilMen, voorzien van do handteakening van James Fostej op Ihet etiket, rijn te Leiden verikrijgib. bij D. M. Kruisanga, N. Rijn 33, Reijst Kralk, Steenstra/at 41 en )D. de Wadi, Mare 56, Toezending geschiedt franco na ontv. v, postwissel f 1.75 p,. doos of f 10 p. zei doozem (6415) heffende schouwspel moeten aanbiedel ©ener gewelddadige onderwerping van een kleine staat die zichzelf behouden wil. Weet Europa dit, dan zal het nl e t ge beuren. Onzerzijds echter zal het niet vol. doende zijn heit te zeggen, maar in om volk moet de vastberadenheid zijn om liel te doen. Verzuimen wij niets om dien geest onder ons levendig te houden en waken wij dat al hetgeen wij ons tijde« den oorlog hebben laten welgevallen, om dat het ong deelnemen aan den oorlog niel waard is, ons nimmer gewent aan toega ven onder protest. Steken zij, wie ook en wanneer ook, de hand naar ons grondgebied uit, dan zul len zij nee n! vernemen. Stoomvaartberichten. STOOMV. MIJ. NEDERLAND. BINTANG, van Amsterdam naar Saa Francisoo vertrok 1 Nov. van Kirkwall PRINSES JULIANA vertrok 3 van Amsterdam naar Batavia. RONDO vertrok 1 1 Nov. van New-York naar Java. ROTTERDAMSCHE LLOYD. BANDOENG (uitreis) pass. 1 Nov. Perim DJEBRES arriv. 31 Oct. van Rotterdam te Baltimore. GOENTOER (thuisreis) pass, 1 Nov. Finisterre. MEDAN, van New-Yort naar Java, arriv. 2 Nov. te Padang. SIN- DORO (uitreis) pass. 31 Oct. Finisterre, WILIS (thuisreis) pajss. 1 Nov. Kaap Veri Eilanden. HOLLAND AMERIKA LIJN. CHR. MICHELSEN, van Rotterdam naar New-Orleans, vertrok 1 Nov. van Kirk-1 walL NIEUW AMSTERDAM, van Rotter- dam naar New-York, pass. 3 Nov. 2 u, j voorm. St. Kilda. POELDIJK, van Rotter dam naar New-York, pass. 2 Nov. 2 u. 30 1 nam. Brow Head. KON. WEST-IND. MAILDIENST. JAN VAN NASSAU vertrok 3 Nov. van 'Amsterdam naar Bueoos-Aynes. NICKB- RIE vertrok 3 Nov. van Amsterdam naar Suriname. Schaakrubriek. Oplossing van probleem 303: Pc3. Goede oplossingen 'Ontvangen van: A. li Ouwerkerk, Leidien; E. de Ruiter, Oegsl geest; J. Berk, Koeterw-oude; föcthaaiklust, te Z. -Ij Co-rrjespondentie. 1 R. P., telL. U hebt gelijk, dit was juid de reden, daardoor werd een nevewopl» sing verijdeld; uw schaakkennissen hebben ook D P. oever 't hoofd gezien. Verder voildoen wij gaarne aan 't verzoek; het ons welkom en we builen het nogmaaü corrigeeren. J. J. B., te Benschop. Dank voor ufl oplossing, maas* zou. u ze nog eens -na wil- !f len zien. r Probleem 307, K. ERLIN. (La StratégW s ZWART. k WIT. Stand der Stukken: Wit: Kc4; Dal; Pa7; Pg7; pion f6. Zwart: Kd6; La5; Pd8; pionnen d7, ff* Wit begint en geeft in 2 zetten mai. Oplossingen worden ingewacht tot 2» terdag 18 Nov. onder motto „Schaar au.* oai uureau van de „Leidsche Gourab" Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 6