GEESTDRIFT. Monaal ontwaken. Voor Jehova en voor Gedeon Pers en Garde. Een propaganda-avond bij „De Jonge Garde". „PILATUS". flauwe "kul, volgens hen fer eere van den oppersten bouwheer, en zij zijn ten slotte voor drankbestrijding, terwijl zij zoo aan gedaan zijn, dat zij 't nog ternauwernood kunnen stamelen. Mannen, 't is eigenlijk te dwaas, maar ook genoegelijk, die kara vaan van onzin van onze geachte tegenr standers te beschouwen. Hoort een klacht der rooden dat onze broeders van St. Jan de Deo en onzte ziekennonnetjes niet „geleerd" genoeg zijn in het zieken oppassen, denkt u eiens go!ed in dat zij even onhandig waren als zij inderdaad handig zijn, dan is en blijft het waar dat onze onhandigste zuster van barmhartigheid oneindig beter is dan de nonnetjes van Troelstra, of de broeders van Zaanschen Duys, want die ziekenhel- pers zijn er niet, zijn er nooit geweest gn zullen er nooit zijn. Voelt gij ons wonder? De Christelijke Charitas. Ons bestaan van twintig eeuwen is een wonder, onze groei tot hond-erde millioenen nog grooter wonder. Onze levenslust na en onder dagelijksche ver trapping ons grootste wonderJVelgemoed leven wij al stikt onze vijand van erger nis. .Wij floreeren onder God's heerlijken zon, juist omdat men ons steeds in het zonnetje zet. Men gaat ons te lijf met hef kanon maar ook met koppiekrauw. Als het kanon niet helpt gaaf men ons lonken en lokken. Ach, slechts eerae klei ne concessie, vraagt men. Eén klein begin- seltje moet opgeofferd tegen veel strijk ages. Maar gij blijft onaangetast, gij treedt geen duimbreed nader, gij laat g|e|en veer uit uw Katholiek pluimage, gij .leeft in volheid en onaantastbaarheid, mannen der Propaganda! Gij, die buiten bleeft, strijdt met ons! Schudt af de traagheid, vervloekt de lauw heid en gruwelt van alle lamlendigheid. Ach, laat ons niet strijden tegen twee zijden: tegen onzen vijand en tegen u, de tragen! Onze wil is grenzenloos, onze kracht is niet gering, wij voelen de voeten als gevleugeld om .op te trekken miet zweef-geweld tegen on zie vereende vijan den! Maar gij, weest ons geen loodzwaar gewicht! Gij behoeft niet te strijden in eerste rangen, neen, maar trekt ons niiet achterwaarts in poel van loomheid, maar duw ons in den rug, voorwaarts in storm pas, juicht dat het davert', opdat wij dol .worden van Roomschen strijdlust, eischt altijd, eischt altijd meer van ons, weest onverzadigbaar, scheldt ons voor zhchti aardigen al vechten wij dag en nacht, doet mee, doet allen mee, in den naam van God, Wiens zaak gij verdedigen moet, doet allen meêl Haarlem. Mr. Bomans. Hoe zalig (alls het ideaal Het harte nog verheugt! Dan heerscht er geestdrift in die faal En ieder werk geeft vreugd. Ziellier wat ik denk zij 't dan niet steeds in dichtmaat telkens als ik jon geren aan den arbeid zie voor (een of ander goed werk. Hun oogen schitteren dan; hun handen zijn begeerig om gauw en goed aan te vatten; hun hoofd gloeit van opgewondenheidhun woorden ge tuigen van een en al opgewektheid ten in hun gedachten zijn zij-degenen, die nu letens ter dege de zaak op pooten zullen zietten. Heerlijk idealisme, dat gloed rond zich. yerspreidt en steeds meerderen tot mede werking aantrekt. Steeds meerderen, niet alleen uit de kringen van hen, die nogJ de geestdrift der jeugd bezitten, maar ook uil de scharen dergenen,- die dachten dat het leven hen reeds ontnuchterd had. Ja, dat weten die gelukkige jongeren nog niet! De idealen, welke zij zoo blij de koesteren, blijven niet altijd (even schit terend. De kleuren vterdoffen wel eens, er brokkelt wel eens wat af, een en andjer valt wel eens tegen (en dan zakt de; geest drift. Maar als men dan, ouder geworden, aan schouwt, hoe diezelfde idealjen nog altijd bij machte zijn, de jeugd tot zich te trek ken en tot vreugdevollen arbeid te voe ren, dan rijst de gedachte: kom, laat ik over 't hoofd zien wat mij tegenviel jen ook blijde mede doen, want er molet toch meer schoons in schuilen dan mij werd geopenbaard. In dezen gedachtengang schreef ik gaarne dit stukje, erkentelijk dat Ier mij om werd gevraagd. En terwijl ik mijn vroe gere werken ernstig herdenk, roep ik den feestvierenden Gardisten .tpe: Blijft hoog houden uw ideaal! Men zal trachten het ite bezoedelen, het te Ver kleinen in uw oog, ja wellicht het u te ontrukken. Maar houd het vast en stelt het u tot blijvend richtsnoer, want het is goed, dat levenwekkende ideaal uwer geestdriftige vereeniging! Blijft ervoor werken, tot voorbeeld voor wie na u ko men, tot vreugde van wie u voorafgingien. Zoo vormt gij een kern van frissche krach ten, die van groot nut zijn voor de goede zaak. i Een oud-gediende. Deze ernstige tijden wijzfen, meer dan ooit het geval was, op onzen plicht, om al onze krachten in te spannen tot ver sterking van onze geestelijke en mate- rieele kracht. Een klein volk, als het onze, lean in den wereldstrijd slechts dan blijven bestaan, als wij onze nationale roe ping goed verstaan en vervullen. Alleen een sterk nationaal bewustzijn kan ons behoeden tegen een langzaam anne\eersn door vreemde invloeden, die ten slotte ons volksbestaan in gevaar brengen. Als nu onze oogen niet zijn opengegaan, dan zal dal nooit geschieden. .Want in de eerste plaats hebben wij tot ons zelf in te koe ren en te zien de grootie gebreken, d<je ons eigen beslaan bedreigen, 't Is' heiel gemakkelijk te spreken van een krankzin nigen oorlog en na afloop in zijn vuistje lachen, dat wij er zoq netjes buiten bleven 'rijn. T)an wordt vergeten^ 'dat dit er buitenblijVen is gelukt ten koste van een ontzettend offer aan onzfe national eer. Aan alle kanten hebben wij in stil zwijgen onrecht moeten verdragen; jeteïi ondragelijk gevoel voor wie historisch ge voelt, en zijn vaderland hoog houdt. En die vernedering kunnen wij allejen vérdra-: gen, indien hierna blijkt, dat dit bukken niet een gevolg was van gewestelijke slapte en laksheid, maar uitsluitend, omdat de overmacht van het aantal ons dwong. Hierna zal Nederland door daden moe ten toonen, dat het volk is krachtig en energiek. Maar dan ook van ons volk ge maakt, wat er van gemaakt kan worden. Een krachtige actie tegen alle mvloedten, die ons volk zijn geloof in God willen ont nemen, legen ejen gieiest van materialising, die stelselmatig gepropagcjcrd wordt, door met alle idealisme t e spotten en het tegen woordig leven te stellen bovien het Eeuwige leven hier namaals. Een zonder genadé optreden tegen hen, dié glejen gezag willen kennen en de maatschappelijke ord'é wil- len ondermijnen-. Het moet ni|et meer ge beuren, dat ons nationaal vermogen be steed wordt in buitenlandsche onderne mingen, of verspeculeerd wordt aan de- Beurs; de nationale nijverheid molet wor den 'aangemoedigd met alle kracht. Indié moet worden gebracht tot hooger ontwik keling; daar ligt een terrein voor werk zaamheid en energie, dat te lang braak lag. Onze jongens moeten er op uit; (en de hoogere standen en dié middenstand moeten het voorbeeld géven, door niét bij voorkeur hun kinderen te laten studieeren. aan 'de Universiteiten, en als hoogste (eter den docterstitel te aanbidden. Het prak tisch element moet mieter naar voren gebracht. De wereld in, zooals in onzén bloeitijd, moet de leuze worden- De brui sende energie van ons volk moet Neder land weer brengen over de geheele we reld. En in ons land moeten sociale mis standen 'worden uitgeroeid te vuur en te zwaard, opdat een nijvere arbeidersbe volking haar krachten tot het uiterste kan ontplooien. Dat moet de les zijn van van dezen tijd. Daartoe is noodig ontwaking, een rclf- critiek, 'die eigen fouten erkent en met ijzeren wil tracht te verbeteren. En dé hooghartige domheid, die lacht 0111 de reuzen in den volkerenkrijg om ons hielen, moet 'plaats maken voor eerbied voor de groote offers, die de volken brengen voor hun 'vaderland. Indien wij niet door uiterste krachts inspanning ons nationale leven weten te doen ontwaken, is onze toekomst donker. P. E, Briët. De arbeider en de politiek. De massa der arbeiders blijft buiten h)ct politieke leven staan. Het gekonkel van vele fieüe partijman nen, het gemis aan ernst bij de beharti ging der groote volksbelangen in de Ka mers, het tekort aan belangstelling bij vele volksveriegenwoordigiers doen hun een afkeer gevoelen voor de politiek. De meest en komen "daarom niet naar de kiesvereenigingien, houden zich buiten den arbeid der politieke propaganda-club. De fout ligt hierin: de massa der arbei ders beseft nog niet de leigen macht én is nog niet genoeg doordrongen van het gevoel van verantwoordelijkheid. Zij beseffen hun macht niet. Zeker,' er worden, in de publieke' licha men menschen afgevaardigd, ook aan de rechterzijde, die bet|er hadden, gedaan met in den leunstoel te blijven zitten. Er worden er gevonden, die met de nooden des volks niet op de hoogte zijn. En het kan voorkomen, dat Jan. Piet of Klaas in Raad of Staten, mogelijk zelfs in de Kamer komt, alleen doordat hij veel vriendjes beeft in het bestuur van een kies vereeniging. Maar ten onrechte mopperen dan de buitenstaanders, die nooit ter vergadering verschijnen. Het kan gebeuren, dat Katholieke ver tegenwoordigers bij verschillende vraag stukken een houding aannemen, die niet de Roomsche beginselen strijdt. Er zijn er, op wie de mannen onzer Roomsche organisaties terecht verstoord zijn geworden. Maar-nog eens: ten onrechte klagen de meesten, die het politiek partijl-even over lieten aan anderen. Als de massa onzer Roomsche arbei ders wil, kan zij dat doen veranderen. Dan kan zij er voor zorgen, dat in Raad, Staten en Kamers door ons mannen wor den afgevaardigd-, voor wie het lev|en des volks geen gesloten bock is, maar (éen, dat zij in de leerzaal der ondervinding hebben bestudeerd. Dan kan zij ervoor zorgen dat tot ver tegenwoordigers in de publieke lichamen mannen worden gëkozen, die Roomsch zijn in hun daden, mannen ook, die weten, wat zij willen, en willen, wat ïs recht. De massa onzer arbeiders, die thans nog staat buiten de politieke organisa tie. kan haar stuwen tot goede dad-cn. En zij zal dat ook doen, als het besef harer verantwoordelijkheid levendig wordt. Het lot van ons land, het lot van ons volk mag geen burger koud laten. Nu zelfs Troelstra erkent, dat het vader land ook voor de arbeiders het verdul dig e n waard is, zal toch niemand meer in ernst kunnen beweren, dat het bestuur van het land hun niet aangaat. Ook onze arbeiders moeten dat leeren- inzien. Te lang al hebben velen hunner het politieke karretje maar laten rollen, zonder ernaar om te zien. Maar zij moeten begrijpen thans, dat vooral n u goede wetten noodig zijn. Dat wij daarom allen móeten helpen 0111 het beste Staatsbestuur t-e krijgen, door de beste mannen te zendien naar de vertegen woordigende lichamen. Dat wij dat moeten doen in het belang van ons zelf en' van onze gezinnen. In het belang vooral van onze kinde ren, die de maatschappij der toekomst, zullen bouwen op de fundamenten, dij© pij hebben gelegd-. ,.L., LI .1 i^irtü&i Die zijn plicht doef ë!n "tracht" te w&rlqén tot heil van het land, zal geen z'elfvletrwijï voelen, als de zaken vteridejerd loop|en. Maar op de buitenstaanders, die büitcn hlet po litieke leven blevien, drukt de vJerantwOor: delijkheid met volle zwaarte'. Mogen onze arbeiders, en vooral die beteren onder hén, die arbeiders namelijk! die reeds door hun werken in die .Vakor ganisatie hun socialen plicht doen, leeren zien en gevoelen, dat ook in het politieke leven een taak voor hen te vtervullón ïs. Moge de stroom van duizenden nieuSvie strijders uit het kamp van den arbeid de vaak stille vijvers onzer kiesveréénigim-. gen verfrisschen, opdat onze partij worde een levende lefenhieid, wortelend in het vertrouwen van geheel ons Roomsche volk. Utrecht. P. J. S. Serrarens. Een kort woord bij het feest der Pro- paganda-ClubIn mijn geest zie ik Gedeon, die met 32000 strijders den overmachtigen vijand moest aanvallen. En God zeide tot hemKondig voor het front der troe pen af, dat de zwakmoedigen terug tre den. Tien duizend bleven ter over. En God 'zeide: Gaat met hen naar de bron, en al wie uit een nap water drinkt, trede terug. En Gedeon telde (er slechts 300, die uit de holte van hun hand dronken en geen nap noodig hadden. Met dezie kleine schare verslo-eg Giedjeon 135 dui zend Madianieten. Het voorbeeld der Leidschic Propaganda. Club. Overmachtig'is de vijand, die ver slagen moet worden; overmachtig net aan tal van domme kiezers, van onverschilligen en van misleiden door de rooie reclame- beloften. En klein het aantal Propa gandisten. .Velen hebben geen moéd om propaganda te voeren en anderen laten Gods water over Gods akker loopen. Maar de kleine schare, die overblijft ;en aan pakt, is evenals Gedeons bendie dapper en geschikt tot den strijd. Tegen het vallen van den avond ver deelde Gedeon zijn manschappen in drie afdeelingen, en gaf elk hunner éten ba zuin en een fakkel, verborgen, in telen aar den -kruik. Zij verspreidden zich, slopen tusschen de tenten des vijands, alzoo doen de, wat Gedeon hun gezegd had. Op een gegeven oogenblik vliegen alle kruiken stuk. Zij zwaaien met den fakkel, schallen de bazuin cn heffen den kretet aan: Voor Jehova en voor Gedeon. De vijand ver schrikt door den nachtelijken aanval, hakt op eigen bondgenooten in, en in weinig tijds is de zege behaald. Zoo zal ook de Jonge Garde overwinnen. Ook' deze .Club splitst zichde een is geschikt om mondeling fe propageerlen, de ander werkt met de pen en stélt de verkiezingsgeschriften samen en de derde is even onmisbaar, want al kan hij niet praten of schrijven, toch doet hij nuttig werk door het rondbrengen der circu laires, der «kranten en der convocatie's. Zoo trekken zij er allen op uit en dringen in de gelederen dér politieke vijanden. Ja, zij luisteren naar Gedeon en strijd-en in innige samenwerking met het béstuur, een afschuw hebbende van onderling geharrer war en betweterij. En evenals Gedeon de incest geschikte wapens koos, zoo kiest de Prop.-Club de meest 'geschikte argumenten, waarmee bij huisbezoek icn in strooibiljet, des vijands domheid, onverschilligheid en laksheid wordt verslagen. Zij staken de bazuin cn zwaaiden met den fakkel. Dat doet ook !de Lcidsche Club. Zij is niet bang voor ferme propagandavergaderingen, voor krachtig optreden naar buiten. Zij laat hoorcii, dat zij er ïs, en brengt leven en belangstelling onder de groote schare van rechtsche. kiezers. Voor Jehova en voor Gedeon! Zoo is ook onze leuze! Voor God den Heer en voor onzeRechtsche Politiek. Zoo strij den iwij met overtuiging en met geestdrift, (met een hoofd vol politieke kennis en een hart vol opofferings gezindheid. E-en kleine Club, maardie het al verwint I Leve de Leidsch-e Propaganda-Club! Leve de Jonge Garde!!! Haarlem. Jos. Aug. de Lobel. Onze vereeniging heeft zich steeds in nig verwant gevoeld met de Plers. Met de Roomsche pers, wel t'a verstaan. De andersgezinde pers mag van ons notitie nemen, als zulks met haar egoïs me strookt, maar als zij 't laat is 't heusch ook goed. Met de Roomsche pers echter staat de Garde gaarne in voortdurend contact. .We beoogen toch beide hetzelfde doel: verhooging der politieke actie om ons en versterking in de goede richting der deelneming aan 't openbaar leven. De pérs doet een en ander in. -breeden zin, wij op 't ons aangewezen terrein. Maar op dit terrein hemden we dan ook steeds voeling met onze pjers. LWij bevorderen haar streven, zij 't enzie en. dc schaal der erkentelijkheid dien/t daarbij naar onzen kant 'over te slaan. Wat zou toch ons werk moeilijker zijn indien we den steun -en de publiciteit mis- ten der pers, met name van D ie Le i d- schc Courant, bij welk orgaan we nooit vergeefs aanklopten. Men ziet het weer aan dit nummer. We wilden eens flink voor den dag •komen ter gelegenheid van ons koperen jubileum en ziet: onmiddellijk was De Leidsche Courant klaar om te doen wat in haar vermogen was. Gaarne brengen we hier dank voor dezie en voor de voorheen steteds ondervonden medewerking, daarbij innig overtuigd, dat de zoo noodige steun der pers ons ook' in den vervolge niet zal ontbreken. Er steekt dan ook wel een tikjie ejgen- J>eJang in, wanftegx we. tep sjotte ^eggtgu „De Deidsche Courant groeié ©1 bloeie"- maar 't is desniettemin welge meend. j t 1 i i j;| I i?! Een propagandist. Het was ,op Dinsdagavond .6 Juni 19Ï5 dat ik mij bevond te Leiden in elen der zalen van ;,Zomerzörg". De verkiezings strijd was in vollen gang en aller oogen waren gericht naar Zuid-Holland, waarop de aanvallen van al wat links heet en denkt waren gericht. Niet het minst op Leiden .- Het wisselvallige district, dat nu eens rechts dan weer links vertegenwoordigd wilde zijn. Ik. sprak er voor de thans jubileerendie Jonge Garde over-.propaganda natuurlijk. .Verkiezings- en propaganda-; vergaderingen laten altijd bij de sprekers herinneringen na. Aangenamemaar ook onaange name. .Van DeJongeGardete Leiden nam ik een hoogst aangename mede naar huis; eene waarover men, wanneer men als pro; pagandisten onder elkaar is, nog eens miet echt propagan-distentrots kan spreken en welke -men als een biewijs van vruchtbare levendige actie kan aanhalen. Als prcé pagandist voelde ik er mij direct thuis. 1.1.v Ik' zat onder mijn vrienden, die wel zoo welwillend waren de uit gesprot ken gevoelens van mijn propagandisten hart aan te hooren. Hoe langer ik sprak, des te meier kwam ik tot de overtuiging, dat hier saamhoo^ righeid heerschte, en ik had de aansporing aan het slot-van mijn speech wel achter wege kunnen laten. Op propagandistenwijze gezegd: ;,D!e zaak was gezond". Maar mocht ik nog getwijfeld heb-: ben, de verdqeling der werkzaamheden, het bezetten der verschillende posten, waar; van ik getuige mocht zijn, hadden mij over-: tuigd. Daar was leiding^..-, daar was samenwerking.... liefde en toewijding voor de zaak. Eft de verstandhouding liet niets te wlen- schen over. Een ieder aanvaardde zijn taak zonder aan- of opmerking, en, mocht het laatste worden gehoord, dan betrof het enkjel de zaak. Het persoonlijk element was hier gie-_ heel op den achtergrond geschovien. Dat was het, wat mij dien avond zoo trof. Zulk een 'keurbende !.-... .W|elk e-én steun voor de Kiesvereeniging Dat Leiden won, niettegenstaande hét in Zuid-Holland nu juist niet geheel naar wcnsch ging, heeft mij niets verwonderd. En heeft D, c J o n g e G a r de t|e Leiden op den avond van den verkiezingsdag ge juicht, ik deed het (te Amsterdam niet minder. Thans viert men er feesteen koperen feest. Het deed mij goied ook -een zwakke klank aan de vele juichtonen te mogen toevoegen. De Jonge Ga r d e lvZij leve Zij groeie en bloeie in lengte van dagten, Roomsch Leiden ter eene en de Room sche politieke propaganda ten voorbeeld. B. Th. de LWolf. 'Amsterdam, 1 November 1916. De lubileerende Voorzitter. Met z'n vereeniging mee te jubïlteeren is niet ieder bestuurslid gegeven. Van al lerlei omstandigheden is zoo'n samentref fen afhankelijk. Bij praeses Molkenboier is de traditioneele „samenloop van om standigheden" nu eens een gunstige ge weest en zoo vieren hij en onze Garde samen feest: de vciïeeniging bestaat 121/» jaar en al dien tijd maakte vriend Molken- boer deel uit van haar bestuur, de laatstfe jaren als voorzitter. Tot bedoelde omstandigheden bjehoo- ren er natuurlijk meerderte, Avaaraan gelen mensch wat helpen kan. Oti met z'n ver eeniging te kunnen jubilee ren moet een lid gezond blijven, niet verhuizen, geen ontslag neme tv trouw contributie betalen en meer van die dingen, waarbij theorie en practijk soms op merkwaardige wijze in botsing komen. Dat deze botsing bij den heer Molken- boer in geen enkel opzicht heeft plaats gegrepen, zal hij" zichzelf niet als een verdienste aanrekenen, maar wat beslist wel een verdienste van hem moet geacht worden is dit: dat hij al die jaren de on verdeelde sympathie der leden is blijven genieten, waardoor het nooit bij iemand is opgekomen een ander in zijn plaats tje kiezen. Dit te bereiken is niet ieder gegeven. Daan-oor zijn noodig ijzeren werkkracht, mcnschenkennis en geestdrift een en ander in zoo voldoende mate, dat men heel de vereeniging ervan kan doen pro- fitecren. Inzonderheid van een voorzitter moeten de aansporingen uitgaan, welke de leden brengen tot een eensgezinde en doelbewuste actie en'die aansporingen blij ven zonder kracht als het hoofd der ver eeniging niet zelf het goede voorbeeld geeft. .Van den heer Molkenboer nu is dit voorbeeld steeds uitgegaan len waar an deren soms mochten versagen daar hield hij stand, neen, daar ging hij nog voor, waarts. En zoo genoot en geniet hij aller sym pathie en wordt zijn jubileeren hem door ieder van harte gegund. Helaas, het karakter eeTier Jongie Garde brengt niet mee, dat wie den jubi leerenden pra-esies ten slotte kunnen wten. schcn admultosannos. Men ontgroeit aan zulk een vereeniging, of men wil of niet, en dit zal ook het lot zijn van voor zitter Molkenboer. Maar stellig zullen de leden hem houden zoo lang zij kunnen. Blijf u nog maar lang jong gevoelen, president I 1 j i-L i i J 1 die al oqd werd. Het tooneelstuk „Pilatus", op den feestavond van „Dejo Garde" zal worden opgevoerd te Amsterdam vertoond voor abonné's van „De Tijd", 't H daar volle zalen getrokken en opgetogen publiek gevonden. Wij vertrouwen, dat ook de Katholieken Dinsdag 13 vember blijk van hun belatij ling in waarlijk Roomsche K zullen geven. Uit den Middenstand iWat zullen wij nu te lezen krijgt menige middenstander vragen. Ziiehi antwoord: De steeds naar meerdere aliteit van ons R. K. Dagblad zoe Redactie biedt mij' de gelegenheid nu en dan eenige regels te wijden a middenstandsactie en daar, waar de genheid zich voordoet, het ontleedrnt te wenden en zoo nu en dan de I< gebruiken, doch ook éen rugsteun l aan den voor de samenleving ,zoó gen en onmisbaren stand. Schrik niet, mijn beste standgenootenée uwen zal de pen voeren en de io steeds giftvrij op. het papier voortisliei zinnen en gedachten, die moeten d den middenstand het bewustzijn bij te gen, dat, om een vruchtbare actie ti ren, steeds de hand aan den.ploegl geslagen en de nog braak liggende! bewerkt, opdat het zaad daarin gel welig ontkieme en tot rijken wasdona Naast den dank aan de steeds, dg denstand bereidwillige Redactie, <a allernederigst gehoor vragen- Lees 1 zoo ge met mij van meening vei weerspreek mij op deze plaats, op/ dus een belangrijke bijdrage worde verd, die de belangstelling van dei denstand zal verlevendigen ten de tot hooger peil opvoeren. Eerst een stukje historie. Véj jaren kende men in Leiden en Oms slechts bij name wat men verstaat middenstandsactie. O- zeker, men 1 nu en dan wel eens wat van een 11 georganiseerden middenstand; men wel eens over de namen Nouwi Meeuwse, organisatoren van den n stand, heen; men vroeg zich wel e wat die menschen nu toch wel bec met hun arbeid voor den middenst eenige lieten zich binnenloodsen neutrale vereenigingien, doch iel zweemde naar belangstelling-, na; langen om nader kennis te malei het zich ontwikkelend streven, vv te bespeuren. Een machtige bazuinstoot als in rum Novarum, die over de werelt „Vereenigt U" stuitte af op de m dat die alleen had geldonken vc werkman! Deze begreep en ging 2 arbeid, terwijl de middenstand de keling met leede oogen aanzag tegen sputterde, weinig bewust drang naar zelfbehoud, die gebi handen uit de mouwen te steken, heffing van den eigen stand, tot king van de positie door aaneen alleen te verwervien. Tot den Katholiekendag te Deli riep de epiinente Mr. R. Regout middenstanders toe De tijd is daar, staat op, beg belang, aan den arbeid! En ti woord van den Bisschop daar klonl denstanders, gaat nu huiswaarts grijp wat uw belang vordert, v U", toen vielen de schillen van d en wel laat, doch nog niet te la men met mannenmoed aan den a werd de actie vaardig. En nu In Leiden en Omstreke de vele middenstandsvereteniginj sprekende getuigenis af, dat het I pelijk woord werd opgenomen in ten en daden werden gesteld, middenstand is 't aan te zien dat is, dat men geen half werk wil vt dat men de waarde weet te scha een vereenigd zijn in R. K. H eenigingen op principieelen gron< bouwd, met het cement van den ij tot zelfverheffing, vperende de 1 ouderlingen steun, zich badend in middagzon van een zelfbewuste die groote daden zal stellen tot den R. K. Middenstand. Met standsgroet, I i-iBans M"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 10