-Pe Scictóefve (Boivïa/nt Tweede Blad. 7# JAARGANG No. 1900 Zaterdag 8 Januari 1918 Landsiormkader jaarklasse 1915 en 1914. Evenals uit de militie, worden ook uit den verplichten landstorm manschappen opgeleid tot kader; Op 10 December 1915 is de landstorm- jaarklasse uit de verschillende Depots naar- de onderdeelen van. het veldleger overgegaan. Uit iedere jaarklasse van den landstorm zullen bij elk Regiment landstormplichti- gen in opleiding tot kader worden geno men tot een sterkte, afhankelijk van de jaarklasse en in reden van hetgeen uit een militielichting daarvoor in aanmerking komt (op lbuüO man 24 maal 48 is 1152 •sergeanten of op 15 man 1 sergeant buiten hen, die voor de opleiding tot verlofsoffi cier worden opgeleid.) De landstormplichtigen, die wegens hun ne intellectueele ontwikkeling in aanmer king komen voor opleiding tot verlofsoffi cier bij den Landstorm (zijnde 1 pCt. van elke jaarklasse) worden bij daartoe afzon derlijk aangewezen Depots opgeleid tot sergeant, om daarna over te gaan naar het Veldleger, ten einde daarbij de practische bruikbaarheid voor vaandrig te verwerven. Benoemd tot vaandrig, gaan zij weder voor practische diensten ©enige maanden naar het Veldleger om daarna tot reserve 2de Luitenant bij den Landstorm te wor den benoemd. De opleiding tot de rangen van sergeant en van korporaal (voor beide categorieën eindrang) zal bij de regimenten geschieden en wel tot een maximum per regiment zoowel van de jaarklass© 1915 als 1914, welke ongeveer van gelijke sterkte zijn van 18 sergeanten en van 12 korporaals .van ieder© jaarklasse; boven deze aan tallen komen voor het verkrijgen van een rang nog in aanmerking de ex-leden van vrijwillige landstormafdeeiin'gen, die daar. toe hun wensch te kennen geven. Het is voor de belanghebbenden wellicht gewenscht te weten op welke data onge veer een aanstelling tot sergeant en kor poraal voor hen is ite verwachten en wat alzoo daarmede verband houdt Wij zullen ons bepalen tot de jaarklasse 1915 en 1914, zoodat bij aankomst van oudere jaarklassen kan worden nagegaan binnen hoeveel tijd welke ongeveer de zelfde zal zijn ook die jaarklassen hun aanstelling in de rangen van sergeant en karporaal kunnen tegemoet zien: Overgang naar het Veldeger en aanvang opleiding: Jaarklasse 1915, 10 December 1915. Jaarklasse 1914 plm. 25 Januari 1916. Aanstelling tot korporaal: Jaarklasse 1915 plm. 25 Febr. 1916; jaarklasse 1914 plm. 5 April 1916. Examen 'tot sergeant afgeloopen op: voor jaarklasse 1915 op 25 April 1916, voor jaarklasse 1914 op 1 Juni 1916. Proeftijd als korporaal tot sergeant: voor jaarklasse 1915 Van 25 April tot 25 Mei 1916, voor jaarklasse 1914 van 1 Juni tot 1 Juli 1916. Bevordering tot sergeant: voor jaar 1915 25 Mei 1916, voor jaarklasse 1914 1 Juli 1916. Na de bevordering tot sergeant wordt de opleiding tot aanvoerder als sergeant voortgezet tot de demobilisatie. De ex-leden van vrijwillige landstorm- afdeelingen, die voor kader-opleiding in aanmerking wenschen te komen, worden tot de rangen van korporaal en sergeant bevorderd op data, waarop zij de geschikt heid voor den rang hebben verworven. Zij behoeven daarmede dus niet te wachten tot de hiervoren aangegeven data, welke - gelden voor hen die vroeger niet als vrij williger bij den landstorm zich hebben verbonden. Hier geniet, hij dus een van de voordeelen, welke aan het vr^jwilligerschap bij den landstorm zijn verbonden. Voorts zij nog vermeld, dat de 12 land stormplichtigen per regiment, die tot kor poraal (als eindrang) worden opgeleid, tot dien rang worden bevorderd op 15 Maart en 1 Mei, naar gelang zij' behooren tot de jaarklasse 1915 of 1914. Ten slotte wordt er de aandacht op ge vestigd, dat bij den landostorm de kader- plicht niet bestaat, zoodat van a a n w ij- z i n g tot kaderopleiding in den zin, zoo als dat bij de militie kan geschieden, geen sprake kan of mag zijn. Zi] die derhalve voor de kadero'ple'iding bij den landstorm geschikt worden ge oordeeld, moeten daartoe ook genegen zijn. Van het Westelijk oorlogsterrein. De verlaten huizen. De Brusselsche correspondent van. het „Hbld." schrijft: Buitengewoon talrijk zijn in de hoofd stad de woningen waarvan de bewoners de wijk naar heit buitenland hebben, ge nomen, ftcib betere tijden in België weer zouden zijn aangebroken. Misschien weet gij 't niet, maar ge eu.!it het wel natuur lijk achten, dat deze verlaten huizen, .in deze tijden van veria oogde criminaliteit, bij voorkeur het bezoek der dieven ont vanger^ die er heel wat naar hun gading vinden en vaak meb een rijken buit weer huiswaarts keeren; want al houdt de .Hermandad de oogen open, door d© afwezigheid der eigenaars zijn de kansen voor den dief toch weer zooveel mooien En haast dagelijks hoort men van belangrijke diefstallen in onbe loonde huizen, terwijl de berichten daar omtrent telkens sluiten met dezelfde zin snede: dat het voorshands niet mogelijk is omtrent den omvang van den diefstal nadere inlichtingen te verstrekken omdat deze niet vastgesteld is kunnen worden door de afwezigheid van de benadeelde partij. Als de dieven dan niet op heeter- daad worden betrapt, is de kans groot dat zij hun buit zonder gevaar van de hand kunnen doen... Maar, dit zeg ik hier nu slechts terloops! Ik wenscht© alleen maar de Brusselaars, welke hunne woning in den steek hebben gelaten, gerust te stellen omtrent de ge- u destijds heb gemeld, de Duitsche gou verneur van Brussel heeft getroffen ten aanzien van de verlaten huizen. Zooals ge dus weet, bepaalde de Duitsche bewind voerder, een in de eerste uren der bezet ting gedane belofte te niet doende, dat voortaan de Duitsche officieren en man schappen in de aldus verwaarloosde wo ningen zouden worden ingekwartierd. Wel zijn hier en daar reeds Duitsche militai ren op die wijze "bij... afwezige burgers on der dak gebracht, doch, in algemeenen zin, was me.t de invoering van den maat regel nog geen eigenlijk begin gemaakt. Alleen de voorbereidende formaliteiten hebben juist ten doel, de ongerustheid der eigenaars van verlaten huizen omtrent hun huisraad op te heffen. Een afgevaardigde der Duitsche admi nistratie samen met een ambtenaar der stad Brussel, zijn op dit oogenblik bezig een nauwkeurigen en volledigen inventaris op te maken van al de meubelen, voorwer pen enz., zich bevindende in de huizen, waar straks Duitsche manschappen inge kwartierd zullen worden. De kelderringen, de kasten en dergelijke meubelstukken worden verzegeld; en dit geschiedt ook wat de vertrekken betreft, welke door do ingekwartierden niet zullen worden ge bruikt. Bovendien is het den eigenaar toe gelaten, zich door een bloedverwant of door welk anderen persoon bij de boedel beschrijving te laten vertegenwoordigen. De inventaris wordt in drievoud opge maakt. Een der exemplaren zal de Duit sche overheid "behouden: de burgemeester van Brussel of van de voorstad bewaart een tweede exemplaar, terwijl het derde in de opgeëischte lokalen wordt aangeplakt. In de meeste der groote eigendommen mo gen trouwens de huisbewaarders hun ,,ambt" verder blijven uitoefenen. Dat zaj wel een welkom nieuws zijn voor de uitlandige en in de termen vallende Brusselaars. Op beide ooren m°6en zij thans, den winter door, den slaap des rechtvaardigen slapen. En mis schien zal nu zelfs hij, die tot nog toe hoopte te ontsnappen aan het ongevvenscb- t© bezoek der Duitsche militairen, als hi; verneemt van de ongehoorde toeneming der gevallen van diefstal in onbeheerde woningen, integendeel gaan hopen, dat ook zijn huis geschikt worde bevonden tot huisvesting van vijandige manschappen... Van het Oostelijk oorlogsterrein. De zware artillerie van het Russische veldleger. In de Weensche „Pólitische Korrespon- denz" leest men: Bijzonderheden over de indeeling en het gebruik en ook over de soorten geschut van de zware artillerie van het Russische veldleger zijn eerst in den laatsten tijd bekend geworden. Uit vroegere publicaties wist men alleen, dat de zware artillerie in het geheel uit acht afdeelingen van elk drie batterijen met ©en park van vier-en-twintig ammunitiewa- gens en een groot aantal parkvoorraad- en trein-voertuigen bestond. De afdeelingen waren in vredestijd over verschillende militaire districten verdeeld en zouden naar nadere bevelen van het legerbestuur in geval van oorlog bij de legers worden ingedeeld. Voor dezen oorlog echter was vooral het nieuwe, moderne geschutsmate- riaal sterk vermeerderd en door een ge lijktijdige hervorming van alle batterijen van zes kanonnen in batterijen van vier kanonnen werd het mogelijk gemaakt, dat ieder legercorps een afdeeling zware artil lerie van dri© batterijen van vier kanon nen kreeg. De batterijen een ©n twee zijn met zware houwitsers, de derde batterij met zware kanonnen uitgerust. Alleen de tweede afdeeling van de derde Siberische scherpschutters-artillerie-brigade heeft alle drie batterijen uit zware houwitsers be staande. Het materiaal is uit oud© en SlUKKen en .v.,., T-.-, rmdij zijn nog uit den tijd afkomstig, toen men de zware artillerie bijna uitsluitend bij de belegering van vestingen en in den stel- lLngsooz'log gebruikte. Het nieuwe mate riaal bestaat uit 1,2 houwitsers en zooge naamde 42 streeps of 10.6 centimeter snel vuurkanonnen Deze laagste moeten in uitwerking en in gébruik gelijken op de 10,5 centimeter kanonnen, waarmee de zware artillerie der Franschen eerst kort geleden voorzien is. De oude kanonnen zijn met tien paarden bespannen, de beide affuitwagens ieder met zes, eveneens de ammunitiewagens, die elk veenfig 15.2 centimeter granaten of 75 10,6 centimeter granaten bevatten. Voor de wagens, waar op de kardoezen in zinken doozen ver voerd worden, staan twee paarden en voor de parkwagens vier. De belangrijkste quaestie is natuurlijk, wat het materiaal van de zware artillerie presteeren kan. De beide types van oude kanonnen hebben een zeer goed trefver mogen. Ook hun verspreiding is gunstig. De uitwerking van de 10.6 centimeter gra naten is echter niet voldoende. Dat is vooral bij de slagen in de buurt van Lem- berg gebleken. Zeer gering is do snelheid van het vuur. Bij de 10,6 centimeter kanon nen slechts één schot in de minuut, bij de 15.2 centimeter kanonnen zelfs -maar vier schoten in vijf minuten. Da uitwer- FEUILLETON. MARGUERITE. 39) Nooit heb i!ik er meer behoefte aan ge had... Welnu... om kort te gaan... deel i'k u mede, dat Caaa's al het geld heeft mee genomen.... Zou u Carrère niieit willen te rugnemen?" :,Ik zeg mieit aanstonds neen," ant woordde Jacques levendig... moet eerst overleggen... Carrère is niet vrij meer: hij heeft verbintenissen, een ontzaglijke) ver- anltwoordelijkfhead... Ik zou mij met zijn crediteuren kunnen verstaan en de nieu we fabrilek voor mijn rekening kunnen ne men. Maar zal Carrière er in toestemmen, zdoli eerst met de opvolgers van Ouradou te verstaan?" „Ja, dat zal Carrère doen, vooral als..." Madeleine aarzelde, wendde zich tot Mar guerite, en glimg met haar HeMen glim lach voort: A'ls Marguerite mij zou wil len helpen." „Ja, ja, wij zullen pogen dien rreese- lijiken man te doen buiigen," antwoordde Marguerite, trillend van vreugde, on ook wel een beetje g&sÜTeeld in h'aar ijdelheid. „Wel, nu weet u heit... en ik dank u... ik dank u... O, ik weet niet* hoe ik u ge noeg .mijn ezkemltelijkiheLd zal betuigen!".. Met een kleur van .schaamte en blijde verwaohl'jing groette Madeleine nederig den patroon, drukte de koude hand van Bodiere, en vervolgens die hand van Mar- giuetiBte, due, haar tolt den tuin uitgeleide deed. In haar kapmanltel gehuld stapte Madeleine nu voort wiet lichten tred, en hert tokkelen van den regen, dat bij haar komst haar angst zoozeer had doen toe nemen-, kwam haar nu voor als het tot dansen nooderide geluid van castagnetten. Daarginds schitterde in haar woning een lamplicht -a's een ster der liope in den donkeren nacht. HOOFDSTUK XV. Het feest van Collioures. Dit jaar was de maand Augustus een ware vreugdeimaand, vanwege den rijken oogst, die overal welvaart bracht. Te Mau- reillas heerschte slechts in enkele gezin nen -armoede, namelijk in die der werk lieden, w:ien de fabriek van Ouradou geen werk kon verschaffen, vóór den diag, waar op Carrère zou aannemen, voor rekening van- Marguerite en Jacques zijn jeugdig huis (te bestieren. Men slaagde er niet i<m Carrère daartoe te brengen. Waar zou hij dan gaan werken? Dat wist Lij zelf mieO Uit hoogmoed weerstand bij aan de drin gende baden van zijn kameraden. Dezen morgen, neg, terwijl in elk hutis feestelijkheden werden voorbereid, waren zijn makkers bijeen in de keuken van zijn woning, nauwelijks groot genoeg om allen te bevatten, hen, hun vrouwen en i hun kinderen om hem te smeefken toe te geven: Als al-tijd zat hij in den ucitórsten hoek van den schoorsteen, als een oud man, met zijn rug naar het vensder, waar Madeïleiime meit weermoedigen blik naar bulten staarde. „Waar zal je gereedschap je eigenlijk itoe dienen?" merkte een der werklieden op. ..Tot niets.Maar de andercn mllen. er .nliet aan .rakan." „Zij zullen heit koopen." „Dat 's waar. Zij zijn rijk." „Wat hebben wij in den grond der zaak hun te verwijten?.Wij zijn het. geweest, die hen dwaselijk hebben verlaten! De dief van 'n Cazals heeft ons in het ongeluk ge sleept!" Carrère keek zijn weihlieden strak aan en bromde gemelijk: „Wij beschuldigen altijd Cazals. Dat is niet eerlijk. Als we in armoede vallen, darn hebben wij dat zeiven gewnldi, meen ik. „Erkennen wij dan eenvoudig onze fout." „Neen, ik wil mijn hoofd ni'.eit buigen, al lijd ik~ ook. Mijn armen zijn stevig en ik zal werken, in onverschillig wat." „En wij... En onze kinderen?" „Dat is zoo, ja, vergeef me. In mijn ra deloosheid vergat jk de kinderen... Wel nu, gaat ook gij naar Jacques." „In zijn fabriek is geen plaats meer, dat weet je... Hij wil die jouwe, de jonge fabriek aanhechten aan het goede huis, waar wij vroeger eiken dag ons brood ver zekerd vonden... afls jij maar wou toege ven." „Ik heb mij vervallen te ven-klaren, wil je zeggen?... Als ik mijn fabriek afsta aan Jacques, dan zal ik mieit meer zijn dan eon knecht." ..En wat zijn wij dan, onder jouw be- vel'en?... O, je schijnt ons weinig te ach ten!" antwoordden alle werklieden tege lijkertijd met verontwaardiging. Carrère wendde hot hoofd af naar den muur, klagend, op dion warmen zomer dag, diaJt hij het koud had. Allengs vielen de werklieden op hun knieën, hun vrou wen baden tot God, en de kindeken, ver ontrust door dit alles, schreiden sóhier. king va® het shrapnelschot tegen bewege lijke doelen -is daarom buitengewoon be perkt. Ook zijn de oude kanonnen niet be wegelijk genoeg en niet snel genoeg tot vuren gereed. Zij moeten eerst op .een bedding gebracht worden en dat kost veel tijd. Voor het loggen van de bedding van het affuit zijn vijftig tot zestig minuten noodig, voor ljet in stelling brengen van de kanonnen nog tien tot vijftien minuten, zoodat vijf kwartier verloopt, voordat het geschut gereed is om te schieten. Dan duurt het weer veertig tot vijftig minute, voor dat het stuk verder gereden kan wor den. In een open veldoorlog en ook in de slagen in de Karpathen, vooral aan dein Doekla-pas, heeft het prestatievermogen van een gedeelte der zware Russische ar tillerie hieronder zeer geleden. Als de ka nonnen echter dn het gebergte waren op gesteld en weken lang niet van hun affuit genomen behoefden te worden, hebben zij met hun goed trefvermogen en hun goede verspreiding volkomen aan de eischen voldaan. In tegenstelling tot de oude kanonnen voldoen de beide nieuwo modellen geheel aon de eischen, die men tegenwoordig aan zware artillerie mag stellen. Ze zijn be wegelijk, en staan in tien minuten gereed •om te vuren. De draagwijdte van de shrap- nells is aanzienlijk verhoogd. De granaten vernielen gebouwen en aardwerken en kunnen ook tegen bewegelijke doelen wor den gebruikt, als deze met shrapnells niet meer te bereiken zijn. De waarde en de beteekeirïs van de artillerie hebben bij vroeger vergeleken zich geweldig verhoogd. Dit geldt echter in het bijzonder voor de zware artillerie van het veldleger, die in dezen oorlog eigenlijk eerst den vuurdoop ondergaan heeft. Duitschland. Ontevredenheid bij Krupp. De „Vorwarts" deelit mede, dat onder het kantoorpersoneel der firma Krupp te Essen groote ontevredenheid ïieersoht. Terwijl de werklieden tenminste nog door loonsveriiooginigen eene vêrgoedirag voor de duurte der lever sfoehoeften kregen, zoodat die hen xiiiet zoo zwaar trof, moet het overige -personeel maar zien, hoe het met liet .oude salaris van 150—170 Mk. per maand rondkomt. Van dit salaris gaan bovendien, nog 15 Mk. pier maand voor Ovai-weck.dat tredu- Ilerhaaldëlijk hebben zij de directie om salarisverhoog,ing gevraagd, doch niets anders bereikt, dan dat hu A in November en December het salaris .in twee veertien- .daagscfh© termijnen in plaats van, zooal's anders, eenmaal -per maand werd uitbe taald. Zelfs in gewone tijden, merkt de „Vor- wiirts" op, moet een salaris van. 150 Mik. per maand voor gehuwde personen, die reeds jarenlang bij de firma in dienst zijn, als te laag beschouwd' worden. Nu is zulk een inkomen zelfs niet voldoende om het allernoodigste tej koopen. Het blad wijst er dan op, dat Krupp niet tot de firma's behoort, die door den oorlog ge leden hebben. Integendeel werd in het eerste oorlogsjaar een winst gemaakt van 87 millioen, welk bedrag dubbel zoo hoog zou geweest zijn, indien er niet eerst de kosten van den bouw van 35 nieuwe fabrieksgebouwen af gegaan was. Voortdurend verschijnen er mededeelin- gen cent rent de oprichting van dnstellfija- gen, waaruit het sociaal gevoel der firma imoet blijken. I-Iet personeel iia daarom veibaasd, dat van heel den zegen die de firma ten deal viel, niets, letterlijk niets, j voor hm kon overschieten. JMadeleine otond onbewegelijk vóór het venster naar den horizont te staren, ten ©inde voor hen, die op het pleintje en op den weg passeerden, dat tooneel van wan hoop t© verbergen. Carrère hijgde van ont roering, in den strijd van zijn broederhaat tegen het verzet van zijn geest. Zijn mak kers wezen er met smeek enden aandrang op. dat hij niet het recht had hen aan den hongerdood' prijs te geven, gezinnen onge lukkig te maken, waarin hij in de dagen van oproerigheid' zooveel verwachtingen had gewekt. En niets verder komend, be gonnen zij hem te vleden: „Wij zullen je liefhebben meer dan een meester. Je zult zien, dat je door je kennis en. door onze toewijding deze bij-fabriek voorspoediger zult maken, dan de fabriek van Jacques." Het verlangen, om voorspoed te bren gen in een door hem bestuurde, door hem bezielde fabriek, de ijdel- heid* dat al die menschen, aan zijn knieën, van Diem hun heal, hun redding wachtten, deed den strijd te hu-nner gun ste keeren. Hij meende zich een nobel of fer te moeten opleggen. „Ik geef toe," antwoordde hij. „Het is voor u..." „Uitstekend!" haastte Madeleine zich te antwoorden, zich even naar hem toe keerend. „Maar vergeet niet, dat jij-zelf de aanvaarding aan Jacques moet gaan mededeel en." „O!" kreet Carrère, „dat juist valt me het hardst!" ,„Je 'bent ons hoofd!" hervatten, de werk lieden, als handige hovelingen. „Gij hebt golijk, ilc ben verantwoorde lijk... Komaan, rekent op mij." Engeland. Lord Kitchener; In het Lagerhuis vroeg de heer Hoggo wat met het oog op de jongste wijzigin gen in het militaire bevel nu cigenllijk de plichten van lord Kitchener zijn. De heer Asqulth: Lord Kitchener gaat voort de plichten te vervullen van mrim't*. ter van oorlog. (Gelach en gejuich.) De heer Hogge: Kan de eerste minister ook zeggen of die plichten thans minder militair dan politiek zijn? De heer Asquith: Neen, meneer. Ik kan daar geen onderscheid tussdhen maken. De lieer Outhwaito:. Heeft hij nog e enige plichten die niet door den minister van -munitie zijn geüsurpeerd? De heer Prinzle: Heeft hij nog wel ©eni gen plicht? Geen antwoord werd hierop gegeven. Het Katholicisme in Engeland en in het Engelsche leger. Do Londensche briefschrijver van hè® Fransche katholieke blad „La Croix", do welbekende schrijver M. F. d© Bernhardt^ heeft een belangwekkend1 beschouwtom gepubliceerd over den opbloei van hot Katholicisme in Engeland en in het En gelsche üeger. „De Tijd" ontleent er het volgende aan.: Men heeft in den laatsten tijd in Enge land een groote toeneming waargenomert van bekeerangem tot het katholiek geloof. Vóór korten tijd publiceerde „Thé Uni verse" ©en lijst van markante bakeeringea en deze opgave was niet eens volledig. De .Missionary Gazette" geeft in zijn December-nummer eem volledige lijst van bedienaren van dm protestantscheo godsdienst, die zich in den loop der laat ste vijf jaren tot het Katholicisme hebben bekeerd. Zij bevat 86 namen, d.i. h«l grootst© aantal gedurende een tijdvak van vijf jaren sedert dat, hetwelk onmiddel lijk volgde .op de afzwering van het Angli canism© door Newman. Van deze 86 pre dikanten zijn er thans 15 katholiek pries ter. Wet ken llmvloed heeft de oorlog op den godsdienst in Engeland uitgeoefend? Op d© Ang'iilkaansche Kerk on de (lliissenlere- secten (de non-conformisten) heeft do oor log geeeneriei invloed gehad, doch wat de katholieke Keilk betreft, op doze to hij allerheilzaamst geweest. Onlangs heeft •de anti-Rome-agitatie Oostenrijk zwaar "TffrtifM' Tmu?s-v*ier brftcrofei orgaan uw High Church (d. i. het gedeelte der Anglt- caansche Kerk, dati door zijn. ritueel enz. het dichtst bij de Katholieke Kerk staat en waartoe vóór zijn befleeering ook Newinan behoorde) schreef het volgende: In d« laatiste tien of vijftien jaren is er een groote verandering gekomen in dê gods dienstige mentaliteit. Tien Jaar geleden waren er velen, die dachten-, dat het mo dernisme de godsdienst der jongere ge slachten. moest worden, en dat het de twintigste eeuw zou vernieuwen-. Th aria zien .wij duidelijk, dat dit een cnmogelijic- Qieid lis. De todkomst van de Engel&che Kerk hang't af van den moed, waarmee zij haar katholiek karakteir izail handha ven; van de kracht), waarmee zij den nar druk zal leggen, niet op hetgeen ons van Rome scheidt, maar op hetgeen ons nader tot Rome voert en wat ons met Rome ver bindt." De „Protestanfb Womarf, leen beslist anti-katholiek orgaan, schrijft: „Rome mag zeggen de eeist© te zijn. Groot-Brittonnlë, België en Dutschland haasten zich om strijd, om zijn invloed en steun A-oor zich t© verkrijgen. Het .schit tert in- alle phasen van den oorlog, op alle hoeken der slagvelden, als de eerste van a.lle kerken... De dagbladen stellen zich niet tevreden met lange artikelen te wij- Onder warme dankbetuigingen namen thans allen afscheid van Carrè-re, en op het pleintje, iin den zonnegloed', die de hulzen ve.rgu-kldei, lachten ze, voor d© eer ste maal sedert weken. Helaas, elikem dag verschoof Carrèrd zijn daad van vernedering en berouw. Menigmaal stak hij zich in zijn. Zondags pak, om naar de Ouradou'9 te gaan, doch na het „Plan" te hebben rondgeloopen, waar hij, met een half-blij, half-angst^j gevoel, naar de bedrijvigheid van de fa briek, waar hij eoo langen tijd had ge diend, keek, keerde hij weder naar huid terug. De 15e Augustus naderde, zonder daal hij den noodlgen stap had gedaan, tof groote wanhoop van zijn kameraden, dii begonnen te morren. Op dien groeten feestdag behoefde er niet aan gedacht to worden, Jacques te kunnen spreken. Va» die zong ontheven, herademde Carrère. Elk 'jaar op, den 15en Augustus, ditmaal een Donderdag, gaan de bewoners das bergstreek naar de kiletine haven Coiltotfr res, deelnemen aan de christelijk© betoo» ging, welke daar op diiem dag plaats heedV Elk jaar gebeurde er een wonder. ZcHt God dilt jaar Jeanne met Zijne genade gunstigen? Zou Hij (haar niet, ala loon voor zooveel moed en goedheid, de kost baarste gave terugschenken, welke aan d® meesten der stervelingen geschonken Uk die van haar vader en haar weldoener^ de zon en de .aarde te kunnen tden? (Wordt vervolgd»!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1