10 BUITENLAND. De Oorlog. 7e JAARGANG No. 107» e Ecid^elieSou/tcmt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bijonzo agenten II cent per week, f 1.45 perkwartaaL Franco per post fl.65.per kwartaal Afzonderlijke nummers 27a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG DECEMBER. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting, Groote lettere naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van t-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiên) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent De Duitsche Rijkskanselier heeft in den Rijksdag een uitvoerige uiteenzetting gegeven van de gebeurtenissen op den Balkan. De soc.-dem. Scheidemann heeft een interpellatie gehouden over de voorwaarden, waarop de Rijkskan selier bereid zou zijn in vredesonder handelingen te treden. -- Het Russische gezantschap te Teheran meidt een succes der Russen in Perzië. -- Uit Konstanti- nopel wordt gemeld, dat de Senoessi's tot vlak voor de stad Tripoli zijn door gedrongen. Van het Westelijk oorlogsterrein. Overzicht De strijd ten.oosten van de hoogte van Souain wordt nog steeds voortgezet. Het Fransche tegenbericht meldt hierover: ,,Ten oosten der hoogte vain Souain werden de F.ransahe tegenaanvallen voortgezeit. en de tegenstander, die slefchts eon gedeelte der vooruitgeschoven loop graaf overhoudt, werd teruggedreven en volkomen ontmoedigd. De Fransche bat terijen hebben door voortd uitend schieten den vijand belet ziiclh er vast te zetten." Verder meCd't dot Legerbenicht nog, datt de Fransohen met succes twee "mijnen lie ten springen in de omstreken' vqn de Hau- to-C.hevanchée. Het Duitsche tegenbericht zegt, dait op verschillende plaatsen van helt front, voor namelijk in Vtlaanderen en in de streek ivan hoogte 193, ten noordoosten van Sou- aiin, levendige artillerie-gevechten plaats hadden en dat een Fransch vliegtuig ten, zuiden van Bajpoume tot landing word ge noodzaakt; de inzittenden warden gevan gen genomen. Van het Oostelijk ooriogsterrein. Overzicht. Behalve enkele iplatrouilie- en artillerie- gevechten valt van dit ooriogsterrein wei nig bijzonders te melden. Het Russische aegerberidhit meldt nog, dat bij Dunabupg een groóte Duitsche vliegmachine achter de Russische linies moest tanden; de in zittenden weiden gevangen genomen. Troepenverplaatsingen in Rualand? Telegrammen uit Stockholm maken, ge wag van een volkomen verbreking der te legrafische verbinding met Rualand. Par- itir.uliere en zelfs regaerinig&teleg,ramm.en zijn sedert Donderdag 1.1. te Stockholm niet aangekomen. Men schrijft de sitorinig fee aan groote troepenverplaatsingen in Rusland. Van het Zuidelijk oorlogsterrein. Overzicht Beide pairtijen melden .in hun legedbe- richten een succesje. l>e Oostenrijkere ceggen, dat zij bij Dol je (ten N.W. van Tc!mem) hun stellingen hebben verbeterd de or verovering van een vijandelijk fronlt»- ïtuk; de Italianen, dat zij op den Calvario- berg een vijandelijke schuilplaats bezet en er 80 geweren en munitie buitgemaakt hebben. Verder meldt het Italiaansche legerbe- rdebt nog, daJt vijandelijke afdeelitngen een Italiaansche verschansing op de Vodil- hoogte waren binnengedrongen, waar zij dadelijk weer werden uitgedreven. Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein. Overzicht. Op ditr oofl-logsterrein hébben de Oosten rijkers de Mointetnegrijnen op de hoogten van Piewlje verstrooid, in het grensgebied ten noorden van Berane den Linkervleu gel der Montenegrijnen tot dien terugtocht gedwongen en de Seavische achterhoeden op de hoogten ten weatien van Ipek terug- De Bulgaren hebben de pfaa'tsijes Djakova, Dibra, Stroega en Orkrida bezet. Van de Turksche oorlogsterreinen. Overzicht Van all© Turksche oorlogsterreinen is er slechts nieuws ui't Perzië. Volgens een door het Russische -gezantschap ite Tehe ran ontvangen bericht, hebben de Russen een ovecwirayng behaald 'in de richting van Hamadar,. waar, volgens het Russi sche bericht, de "vijand, ten getale van 5000 man ruitens en voêütvolk, gendarmen en. c-pstandeilingen, en ongeveer 1200 Duit sche en Turksche huurlingen, gewapend met kanonnen en machinegeweren, werd teruggeworpen, na verlies van een groot aantal gesneuvelden en gewonden. De Russische troepen hebben een belangrijke stelling bij de stad be®eft, van waaruit zij hun aanval vooa'tzetten. 0p Zee. Ameiilkaansch schip in beslag genomen. De Amer. gezant te-Rome heeft hot min. van buitenlandsche zaken der Ver. Staten meegedeeld, dat de petroleumboot „Com- munipaw" van do Standard Oil Cy., is aangehouden en naar een ongenoemde haven opgebracht. (Het schip is dus, in tegenstelling met het vorige bericht, niet gezonken. Of het getorpedeerd is, blijkt niet. Red.) De duikboot- en mijnoorlog. Volgens een Lloydsbericht zijn de Engelsche stoomschepen Veria" en „Gou- landis" gezonken. Oostenrijkscho duikbootactie. De Oostenrijksche marinestaf meldt offi cieel: Een onzer duikbooten heeft Dinsdagoch tend in de Golf van de Drin (Adriatische Zee, ten Zuiden van het meer van Skoeta- ri) een Albaneesch motor-zeilschip, waar op zich 30 Servische soldaten met geweren, vier kanonnen en munitie bevonden, aan gehouden en naar Cattaro opgebracht. 0p den Balkan. Griekenland en de entente. De Gnieksche mUnister-p resident Skoe- loedis heeft Woensdag de gezanten van Italië eoi Rusland ontvangen. Men veron derstelt, seint „Havas" uit Athene, dart. de böteekenis hiervan is, der Grieksche re- geerlng duidelijk te maken dart. deze mo gendheden zich aansluiten bij haar En gelsche en Fransche bondgenooten voor- zoover betrefit het ei-schen van waarbor gen met betrekking tot het expeditiekorps. België. Paters Jezuïeten veroordeeld. Een der correspondenten van ,,De Tijd" in België bericht: Aan Pater Devroye S.J., rector van het nieuwe college St. Michel te BrusseL, die begin November tot 13 maanden gevange nisstraf werd veroordeeld, is op. voor spraak van den ambassadeur van Spanje, vermindering van straf toegestaan, welke nu tot 3 maanden is teruggebracht. Pater Van Bambeke S.J., die verleden jaar tot drie jaar gevangenisstraf werd veroordeeld, is den l-*en November j.l. in vrijheid gesteld. Duitschland. De Rijksdag. De Duitsche Rijksdag is gisteren geopend met een rede van den Rijkskanselier, Von Beithmann Holiweg, waarin deze een uit voerige uiteenzetting van de gebeurtenissen op den Balkan en den militairen toestand op de verschillende oorlogsterreinen. Hierna ging de Rijksdag over tot de be handeling van de agenda, waarop de sociaal-democratische interpellatie staat: „of de Rijskkanselier bereid is mede te doelen, onder welke voorwaarde hij geneigd is vredesonderhandelingen aan te knoo- pen?" De soc.-dem. afgevaardigde Scheide mann, die deze interpellatie toelichtte, zei- de o. m.: Over vrede moet degene spreken wiens sterkte hem veroorlooft elke misduiding als zou het een teeken van zwakte zijn met rustig krachtsbewustzijn op te vatten.. Wij keeren ons ifiet beslistheid tegen al len, die uit dezen oorlog een veroverings oorlog yvillerx maken; maar ook wijzen wij alle tegen Duitschland én. zijn veiligheid gesmede plannen af (bijval). Van afschei ding van Elzas-Lotharingen willen wij na tuurlijk niets weten (levendige bijval). Spr. citeert hetgeen in Hooger- en Lagerhuis gezegd is over den vrede en gaat dan voort: Namens de Oostenrijksche partijgenoo- ton verklaar ik, dat zij het met ons eens zijn wat betreft den wensch het vaderland te verdedigen, maar ook wat aangaat het vredesluiten. Het Duitsche volk wil den oorlog geen dag langer voorzetten dan noo- dig is om het doel te verzekeren. Voor de onafhankelijkheid van het land heeft heft Duitsche volk alles over. Wij kunnen open lijk zeggen, dait wij vrede willen, daar het Duitsche volk sterk genoeg is en besloten is ook verder heft vaderland en huis en erf te verdedigen, wanneer de vijand geen vrede wil. Wij w e n 9 c h e n, dat de eer ste beslissende stap tot be ëindiging van den oorlog van Duitschland uitgaat. (Bijval en applaus bij de soc.-dem.) Na Scheidemann kwam de kanselier aan het woord. Hij zeide, dat de aankondiging van de interpellatie in 'het vijandelijk buitenland een aanmerkelijk opzien baarde van over wegend blijmoedigen aard. Men wil in de vraag naar de Duitsche vredesvoorwaarden een teeken zien van verslapping van Duitschland's kracht of van vermindering der eensgezindheid van het Duitsche volk. Ik hoop en geloof ern- ter, dat de zoo even gehoorde motiveering in hoofdzaak de hoopvolle verwachtingen van den vijand teleurstelt. Uit de uitlatingen van Scheidemann sprak bezorgdheid, dat wij de mogelijkheid van een eervollen vrede zouden laten voor bijgaan en verstandige vredesaanbiedin»- gen, welke ons gedaan konden worden, zouden afwijzen, alleen omdat wij alle veroverde landen zouden willen behouden, of ze-lfs nieuwe erbij zouden willen verove ren. Ik moet toegeven, dat tot zijn opwek king om aan den oorlog een einde te ma ken en openlijk te zeggen, hoe de Duitsche regeering zich den vrede denkit, het verloop van den oorlog tot dusverre-vanzelf leidt, (hoort, hoort). Wij hebben geweldige suc cessen bereikt en ontnamen den vijand de een© verwachting na de andere; meit de uiterste hardnekkigheid klemde hij zich na het verlies van de eene, vast aan een andere verwachting. Wanneer ik over onze vredesvoorwaar den moet spreken, moet ik eerst de vredes voorwaarden van den vijand beschouwen. Onze tegenstanders stelden in den eereten roes der verwachtingen, welke zij in het begin van .dezen gemakkelijken oorlog» meenden te kunnen koesteren, een gewel dig oorlogsdoel: zij proclameerden de ver nietiging van Duitschland. In Engeland wilde men, zoo noodig, hiertoe twintig jaar oorlogvoeren. Over zulk een duur van een oorlog ontstond daar intussohen wel eenige bezorgdheid. (Vroolijkheid). Maar het einddoel bleef, niettegenstaande alle gebeurtenissen, hetzelfde. Von Bethman Holiweg haalde- daarna aan wat in de Engelsche en Fransche pers geschreven is over het oorlogsdoel en ging tjoen voort: Komen onze vijanden met vredesvoor stellen, welke de waardigheid en veilig heid van Duitschland verzekeren, dan zijn wij steeds bereid die te bespreken. In het volle bewustzijn van de behaalde en onwrikbaar vaststaande wapensucces sen, weigeren wij alle verantwoordelijk heid voor de voortzetting van de ellende, welke Europa en de wereld vervult. Het mag niet heeten, dat wij den oorlog on- noodig rekken omdat wij dit of dat pand nog willen veroveren. In een vorige redevoering gaf ik in al- gemeene trekken het oorlogsdoel aan; ook heden kan ik niet in bijzonderheden afda len, en u niet zeggen, welke waarborgen de 'keizerlijke regeering bijv. in de Belgi sche quaestie wil eiaclien, en welke machts grondslagen zij voor deze waarborgen noodig acht. Eén ding moeten onze vijanden beden ken: hoe .langer en verbitterder zij den oorlog voeren, hoe grooter de noodzake lijke waarborgen worden (bijval, applaus). Noch in het oosten, noch in het westen mogen onze vijanden beschikken over in valspoorten, waardoor zij ons voortaan heftiger dan tot dusverre verontrusten (applaus). Wij bedreigen geen kleine volkeren en voeren niot een ons opgedrongen oorlog om vreemde volkeren te onderdrukken, maar wij vechten ter bescherming van ons leven en vrijheid. Voor de Duitsche regee ring bleef deze oorlog wat hij van het be gin was: een verdedigingsoorlog van het Duitsche volk voor zijn toekomst. Aan den oorlog kan slechts een einde komen door een vrede, welke ons naar meuschelijke berekening zekerheid geeft tegen een hor- haling. Daarover zijn we het allen eens. Dat is onze kracht en moet onze kracht blijven. (LeVendige bijval, applaus). Na het antwoord van den Rijkskanselier legde Spahn (centrum) namens de partijen behalve de soc.-democraftische, de volgen de verklaring af: Ook wij wenschen beëindiging van den ons opgedrongen oorlog; wij zien vol be wondering en dankbaarheid naar de onaf gebroken reeks overwinningen van onze troepen, die schouder aan schouder mot de dappere Oostenrijksch-Hongaarsche, Bulgaarsche en Turksche bondgenooten van succes tot succes strijden, hun roem rijke vaandels ver in 's vijands land dra gon en zoojuist het Servische leger ver nietigd hebben- In aansluiting bij de verklaring van Spahn had Landsberg (soc. dem.) willen spreken, doch zich weder van de lijst der sprekers laten schrappen. Hierna werd het ingediende voorstel tot sluiting van de debatten verklaard te zijn aangenomen. Er ontspon zich dientenge volge een door de sociaal-democraten uit gelokt debat over de orde van werkzaam heden, dat af en toe zeer opgewonden was. Er bleek uit dat er sprake was van eeu misverstand. Het huis besloot toen een- staemmig het woord te verleenen aan Landsberg (soc.-dem.) Deze zeide: Ik hoop dat aan het zooeven voorgevalLene, dat besloten is met het ver leenen van het wöord aan mij, niemand meer denkt, zoodra wij de zaal hebben verlaten. .Algemeene toejuichingen en applaus. Zorg voor de bedreigde Kul- tur heeft bij het uitbreken van den oorlog alle klassen, en partijen van Duitschland op de wallen gedreven. Thans noopt ze, itot vrede te vermanen. Wij willen de ver nietiging van ons land verhoeden, maar ook geen ander land vernietigen.^ De Rijkskanselier heeft geen harde woorden gesproken, zooals Briand en Asquith. Liebknecht: Toch wel! Landsberg: Wanneer Liebknecht van een andere meening is, berust dit op een ver schil in ons luistervermogen of van onze geestesgesteldheid (daverende vroolijk heid). Liebknecht herhaalt zijn interrupties. Lansberg: Onze groep heeft mij, niet Liebknecht als woordvoerder aangewezen. De Rijkskanselier is in beginsel tot een eervollen, vrede bereid, doch verlangt be veiliging tegen lichtzinnige aanvallen. Dat willen ook wij (levendige toej.) Voortzet ting van dein oorlog tot de uitputting van alle oorlogvoerenden verschaft geeii waar borg tegen herhaling van den oorlog. l)e Duitsche politiek moet er voor zorgen dat zekere hoop op de mogelijkheid van her overing van Elzas-Lotharingen wordt ver nietigd. (levendige toej.) Wie het més neemt om stukken uit het lichaam van het Duitsche volk te snijden, zal stuiten op een Duitsch volk, dat, eensgezind in zijn ver dediging, hem het mes uit de hand zal slaan. (Levendige toej. en applaus). Niettegenstaande het protest van Lieb knecht, die voorstelde heden zitting te houden ter bespreking van zijn korte voor stel, besloot het huis de bijeenroeping van de eerstvolgende zitting aan den voorzit ter over te laten. FEUILLETON. MARGUERITE. •18) „Geen treurspelen, (broeder, gij zult wel tot bedaren komen..."- ■Gloricerend duwde Gaza!® zijn hoed op hert hoofd, en trad1 naar buiten, als Laatst© uitdaging Ouractou toevoegend: „Tot /weerziens, broeder." Ge ruimen tijd bleef Ouradou als verplet terd. Jacques durfde de stiiïte niet verbre ken. Eindelijk edh,ter schudde do patroon der, loodzwaren last van zriéh af en zuchtte. „Zullen wij een dergel ijken aanslag het hoofd kunnen bieden, mijn zoon?... Tien duizend I" ,,En dat juist in een tijd van aankoopen vaa (hout, en van het vernieuwen van de goreod'schappenl. „Maar wij moeten ons verdedigen!...- Grootmoeder had gelijk, op het monster moet zonder genade worden jacht ge maakt," „HeLaa®! hij zal het geld behouden,.. Wie weet, of hij bij ons, dn de fabriek, ttlet verraad uitlokte?... Wie weet, of hij niet een concunverende fabriek togen ons zal oprichten?" ïie>daar, tot welk een peil van laagheid en slwohtheid een mensrih valt, die als hin derlijken btfMast uit zijn hart allen gods- nieustzin, atle GodsvereorLng heeft geban nen... Voor hom bestaat niets dasi geid..'- ;,Wai heeft hij-te vreezon in onze maat schappij van leugenaars en afgunslrgen?... Hij gékroti overigens, dat gij uit teerge voel igheifd, uiiit humaniteit zult aarzelen, hem te vervolgen...." „Neen, ik zal zonder mededongen zijn-I... Dat verzeker ik je!...." Ouradou sloeg met zijn vuisten op de tafel en richtte zich op in zijn volle lengte, sidderend meer van wanhoop dan van moed. Jacques keek door het open venster droef naar de oude kerk, dae tussohen haar muren aoovetel smarten'had gelenigd... Men hoorde beneden in de zalen de ma chines snorren, de messen knarsen op de schijven kurk, de lenige takken der lotus- boonien rollen onder de pers, die ze glad maakte. Met tusschenpoozen gaf de scher pe stem van Carrère haar bevelen, en de stem van Milhau, dien ochtend zoo wre velig hield niet op hier en daar aanmer kingen te maken. Ouradou en Jacques brachten den in houd der brandkast, en wat de tafel be vatte, weder in orde en kpraken daarbij met gedempte stem. Radeloos, niet we iend wat te beginnen, beefde eerstgenoem de van toorn, want dile duivel van 'n Ca- zals joeg hem, ondank® alles, vrees aan, en hij gevoelde niet dn zich de kracht, hoe noodzakelijk en' wettig ook, om wraak to oefenen. Klagend riep bij uit...: „Moet ik me dat al weer laten welgevallen?.... O, die bandiet!... Maar ik doe verkeerd1 met hier te blijven!... Ik moest hem gaan aan klagen bij het gerecht!" „O, ik weet het-heel goed, dat gij niet naar Perpignan zult gaan," mompelde Jacques. Troosteloos kelken zij elkander aan, toen een concert van stemmen uit de naburige kerk tot hen doordrong. Zonder een woord te zeggen, zette OuradoU bet glazen pa neel, op het Plan uitziend, _geheel open. Daarna steeg udt de verl/ichte kerk het concert nog duidelijker en blijder naar hen op. Gp de Donderdag-ochtenden ver- eenig-den Marguerite en Jeanne de kinde ren der gemeente, om hen in den catechis mus 'te oniderrtchten... thans, nu de les ge ëindigd was, riepen zij gezamenlijk den zagen de® Hemels af over de fabriek, die te Maureillas zoovele gezinnen voedde. Ouradou en Jacques, dicht bij elkander staand1, luisterden mat geheel hun ziel naar den friaschen zang van die gebeden, welke na eert. oogemblik van moedeloosheid in hun' bant het vertrouwen in God, en daardoor in hennzelven deden herleven. Het gezang eindigde en de kinderen verlieten twee aan twee de kerk, om onder geleide van Marguerite en Jeanne een wandeling te maken. Eensklaps al hun verdriet verge tend, bewonderden Ouradou en Jacques die gelukkige, kleine schepselen, die later zouden Ie eren arbeiden in de fabriek, on der de bevelen van vaderlijke meesters, evenals zij thans, onder de bezieling van twee jonge meisjes den godsdienst van bun vooroudere leerden hoogschatten. HOOFDSTUK VIII. De medeplichtigen. Beneden Maureillas loopt de zich kron kelende -ravijn van Puy, waar die „beek van Rome" stroomt, over het gebergte, tns- schen kreupelhout en wilde rozenstruiken. Stroomopwaarts vindt men een knimg van geelachtige rotsen, waarover een pad op nieuw een ravijn binnendringt, bij de oron der beek, Drtart op een open piclc, rees uit struikgewas de schuur op, die als den aan hangers van Carrère tot plaats van bij eenkomst diende. Dezen Zondag waren de twaalf ontevre denen met hun gebruinde, magere, hoe kige gezichten bijeen, om naar Carrère te luisteren. Hier en daar verspreide brok ken van meubelen en steenen boden hun de gelegenheid, om van tijd tot tijd te gaan zitten», terwijl Carrère, op den e-eni- gen stoel gezeten, redevoerde: „Wij weten," sprak hij, „jlat Cazials zich een chèque heefit toegeëigend. Ik voor mij, om de waarheid te zeggen, zou nooit onder een stuk een va/lsdhe handtoekening heb ben gezet. Maar enfin, het is geschied. Eigenlijk gezegd, heeft hij zijn eigendom teruggenomen, het edgendjom van den ouden Cazals, die onze industrie heeft op gericht." „Dat ia zoo," stemden de kameraden in. „Heeft nu Gaizals zijn eigiendoan terug genomen, neemt gij den uwen terug: de vrijheid. Een mensch, wie hij ook zij, heeft niet het recht zich te verrijken ten koste van uw onwetendheid'. Zoudlt gij niet uwe huizen willen verbeteren, niet wat meer vrijen tijd wlLlen geven aan uwe vrouwen, niet uwe kinderen goed willen kleeden en hen zelfs willen zenden naar het lyceum van Perplgnan, waaraan Jacques zijn op leiding gék regen heeft?" „Ja! ja!" grinnikten de kameraden in bef schemerig duister der kLeverage muren. ..Ik ken de gdhedimen der fabriek... Oura dou kermt voor niiets... die tien duizend frank zulLen hem niet ruïneeron... Ik z-ail ze uitstekend weten te gebruiken voor het welzijn van allenwant -ik ben het, die Cazals, verlogen met de zaak, beb onder richt... Ik offer mij op... wat doet hot er toe.... kinderen heb ik niiet." Carrère liLet zijn kameraden met hun bekrompen verstond een oogenblik tijd, om to overwegen. Vervolgens hun drup pol voor druppel toedienend het vergif van zijn eerzucht en zijn afgunst, ging hij voort: „Ik geloof, dat men to Maureillas mom- peil, d'aiti we in hét schild roeren, met Ga- zal® een fabriek op te richten, waarin gij meer in tel zijt, en beter betaald wordt.... Maar.... Cazals aarzelt..., schaamte, een formulier bezwaar, begrijpt ge? Men moge hem vcroordeelcn zooveel men wil, hij is een rechtschapen man... Er moet gewacht, hoe alles loopt, hoe Ouradou de zaak op neemt, de cheque en ons plan... Ouradou, hm..., die is bang voo»r concurrentie. Hij wacht waarschijnlijk slechts met zijn aan klacht bij het parket, om ons to noodzaken bij hem to blijven. Zoo we hem verlieten, zou hij dadelijk de daad van Cazals bij het gerecht aangeven... Er moot dus ge wacht... Zijn wij het daaromtrent eens?'' ,,Jal ja!" knorden de kameraden, onge duldig om him droomeu van vrijmaking werkelijkheid to zien worden. „In afwachting moéten vd^ons op abso lute wijze onderwerpen aan Ouradou, maar van den dag van .den opstand af, mag een enkele smeoking of bedreigen# van Ou-radou of van dien melkmuil Jac ques er je toe bewegen iii de fabriek teru® te keeren." iWordt vervolgd.j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1