°°k= Leger en Vloot. Land en Tuinbouw. >e ZdTe,en 'ot wel- !3B Jésspw; ës:®*" «^to^r BUITENLAND. De Oorlog. ALLERLEI. K9n ffw» conflicten watrtsa nalCirarliJk niH yoweóficfclt Voot d© ooaMtdnu3tte®t On do re- *06jfl7Tg^perftonion .was vermijding daarvan wcascht. Spr. brengt dio riejgeering lof voor de Wijze waarop zij zich van liaar moeilijke, netelige taak heeft gekweten. De volle maat van zijn lof reserveert hij tot heit efru do van den oorkug. Ook in do hulde aan de pc re deelt spr. Hij hoopt dat zij ndot ooi- dor den velen lof bedwelmd zal geraken. De pers mtelt neutraal zijn. De beste ma nier is natuurlijk otn dan .te zwijgen. Maar dat kan de pers nu eenmaal niet. In het buitenland is men zeer gevoelig ten opzichte van onze pers. Vaak gebeurde het dat men aan bedde zijden van de oor- Ie gvoerende partijen zioh stootte aan het zelfde berichtje. Te veel zocht men heit ver keerde en het opzettelijke daarin AU een van de „Telegraaf' kan gezegd worden dat dlit blad' de Regeering niet heeft ges/teund. Dót blad schijnt de Neder- Biamdsche Rogecring den voet te willen dwars zetten en het Nlederlanidsohe volk te hesehiimpen, alïeen op gTond hiervan dat nn'et deel genomen wordt aan den oorlog. Wat nu de opheffing van het bestand betreft, spr. had liever gezien dat men nog wat op den ouden voet was voortgegaan, dat men de vele ontwerpen dte al geieeri liggen, had afgedaan, daarna eenige be last ingontwerpen om den nood van de (schatkist te lenigen en verder wat onmid dellijk noodig- was. Inmiddels had men. dan het einde van den oorlog moeten af wachten. Dat was ook voor het kabinet heter geweest. Spr, begrijpt wel dat de Regeeiring in verband met den vermoedeUjkem levens duur vam drilt Kabinet anders heeft gedacht, doch hij plaatst zijn meening naast dóe Van de Regeering. Er is een algemeene drang naar vermin- 'dering van de Lasten, die door de mohilii- jsatie op de bevolking dinilkken. Ook deze tirang is begrijpelijk, alhoewel de defensie de' belangrijkste aamgeiegenhedd blijft. De waag ie, wat is etr op ddt oogenbik arog noodig? Er lilgt eentiigo tegenstrijdigheid In 'het hervatten van de werkzaamheden, ook met haar poMrfrieke o enn se queries èn het In vollen omvang onder de wapenen houden van onze troepen. Het valt te be grijpen dat men nu de mobilisatie wenschit te verm'nxk-irer). De hoofdzaak van het werkprogram der Regeering i« de grond wetsherziening. Spr. tal zich zijn oordeel voor houden. Hij Deemt als uitgangspunt voor de vorming vam Tijui oordeel het algemeen belang. Wen echel ijk ware- geweest tegelijk met de kiesrechtregeling de onderwijsquaestdc aan de orde te stel Jen. Wat de hoofdzaak van het kiesrecht betreft acht spr. het voor gestelde ongeveer gelijk aan hetgeen in de vorige regcenirigis porto do i» voorgesteld. Met de Rechterzijde zal daar over te praten zijn. In de tweede plaate de beJastiingontwer- pen. De Minister heeft die volLo vracht in eens op den hals van de Kamer gelegd. Zij lucht ó'aa/r nu onder. Al die belastingen, behoeve» niet aMo tegelijk behandeld te worden. De herziening van' de verzekeringswet ten. Daarvan zal wal niets komen. Dat spijt epr. enorm, vooral omdat de memschem, voor wie ze bestemd zijn, er de dupe van wor den, dat men aan dit of dat stelsel de voorkeur geeft «n daardoor de uitvoering verschuift. De Regeering zal de maatrege len moeten nemen die de invoering van de Wetteob-Talma eischt. Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat lij uitgevoerd zullen moeten worden. De heer Vander Voort van Zijp {A R.) beisp/reekt de houdllmg der an/lii-neivo- lutionmainen tegenover het kabinet cn fcichgt hulde aan de Regeeirinig voor liet- geon ze deed ©n. doet voor het behoud van de neutraliteit. Spr. constateert, dat het bestand is opgeheven ten bate der linker zijde. De hoofdpunten van het concentra tie-program komen aan de orde. Het zal «T-r. genoegen "doen, indien het ondej-wijs- vergelijk tof' stand komt. Men meene niet, dat de an.t.i -retvol utionm air en voor artikel 192 (het onderwijsartikel) alles prijsgeven De heer Bos (V.D.) merkt o.m. op, dait. de regeenmg niett. genoeg het parlement heeft errkend ale een bron van nationale kracht. Dc heer K o o 1 en (R.K.) aiet in de po- hl.iek van den Mandator van Financiën een streven om de Kamer tegelijkertijd met voorzuenimg in de noodzakelijke uitgaven tc ooen aanvaarden zijn stelsel. De Kamer zal echter daaiop niet ingaan. Waarom Is niet tegemoet gekomen door een herziening van het tarief? Aan het eiin.de van de vergadering deeüi de Voorzitter mede, dat een verzoek van een aantal Kamerleden ia ingekomen «m die vergadering in comité-generaal wort te zetten ten einde te bespreken een gedeeltelijke demobilisatie en een verruiming van de ver loven. De vergaderen# word* geschorst tot he- denochtend 11 uur. Het 250-jartg bestaan der mariniers. Op den lOen December a.e. zal hot korps Ta™*, «te® dag herdenken, waarop vóór 2o0 jaar heft eerste rogimen.i zeesol daten werd opgertebt door den Nederland^ Mien ze«heM admtraaf De Ruyt». Voeding van den soldaat. Door den opperberreHhabbet- vom lan,,. eeemaehit Ie aan de auitorlteOton voor de landmacht de volgend» aanscOirijTOpg ge- Borden: „Uit urrtvaiigen rappoi-ten ts mii gtb'eken. deft hij omdardceian van de In tui* aiacihft ulft de menages worden vw-strek/t o.a. krentenbrood, koek, rolhmi lever- paateh zult, rooflrvleesoh, -^„cMUende Jorwtsooitav, k.pf«nsoep._ *oniineinmle«!di S erenan, tor vwranjeng val> ration •teeeah, fralft, ,k <lng van voieb o<loeM© ai«ttkjQl©» aan don itiKicp nfidt Sn otwnJ^^uetemmtmg met een goodo regollmg van do vicadfiTig van den soldaat. In verband hiermede \VdDsch ik, en zulks, op grond van het bepaalde Ifl de Besch/kkking van 13 Nov. 1914, VI afd. no. •474 (R. M. blz. 902), dnjt de verstrekking vaj» artikelen, als Ihiervoren bcdbeTcf, voortaan achterwege zal blijvwv Uk heb de eer, u, uilt te noodigen met het vorenstaande rekening te houden en te doen houden." Afmaaksysteem. jo. hBt aan m vlrdZ? vj1S"5 iii,h^4e f "n kla~ asaignaftfes zito iZt, d,«««J915 g«n«Vr! vSr^fCw de b'"" geroiga van het JZ bedrij^SS 'Z a, ™n de zoo ja. koZr T.L Va?f s maakt derd? uitbetaling gevor- e«i voïj«ligtl'opgaven(eST' <m beraid om wordit toegrpafft) systeam van afmaken fond- e, |iinu,ïzecr en^tlanwzeer.6 ™ededee,ink betreffende mond- iwl"„^ner4nm0 2t Novemb" reer geconstateerd: mond- on klautv- in Gddetla^rgevJYn'elk ?OAnle6r: ^n Bergh, Ambt-fïoetinchem en'Sn™.' m Zuid-Holland 1 geval in .11, j meenten Leidprdom i ^er ge- meenten (Judorn elk der ge" (het geval te Amstprdn ar8Pel, Amsterdam e®" LI ibaut> on bet"orolBtCOMtR„tee'd 1 geval to Limieten Snelrew»erd en veilen tc Znidhorn, l gevaUn elk^ni 2 Leek en Haren elk dei E'meen- .eïn xiTll **Óud'-VroenhovIk lngcïal7„geeikedn'en Kveden Roombeek" bfh.:1 iLi» Klimmen, IScht. Itieren en Weert W*Mbr«, VeMgo"""^ Bo™'"1 te Oud-tiaetel, Oud-AIbas enW^tZlen.''^ Uierziekte en meikget,reken De uierziekte is besmettejijk dwz ovetftaari "j' voorzichtig1 zljTln "dte" dus" nieT^p besmet worden. Men moet ze in een af tonder ijk emmertje opvangen en steeds gekookt aan de varkens geven; anders on den mesthoop gooien, of nog béter m den gierkelder werpen. Uierzieke koei,L?„, men bij elkaar zetten en eerst na de ge tonde koeien uitmelken, en daarna de handen goed met zeep wassclien Het 13 noodig voortdurend op uw hoede woS reiteng^tsTt iTf h dagelijks, achtereenvolgend mt S en korrelt/es t"ichtor"fal6 g'ZTZtw ZeReto :V'kaar' ddn deuBt 26 sU;llig niet j ®et«st het uier na het melken en on deraek of soms een der kwartieren groö- ler is of harder, stijver of stugge a^ doorloopem' k210bbeI'' bard/!^ r«a'.is Uw elB<"n den gegeven veeartsenijkundige behandeling het aan! getasle kwartier behouden blijft maar bovendien stelt ge dengene, dié de me?k van u koopt, om ze uit te venten bloot aan vervolging, omdat liet verkoopén van riie^ThÜ,iik Fbmik <»«to I mem een strafbaar feit is. Gemengde berichten. Wreed. Eccq hlinrtte soldaat, gelooid met hot IJzcreo RruÉS, cm goMod door oen schoolknaap "kan man ^-olgctne de „Poet", .thans» dJkwtj's wa de straten van .Auigsbuing deav Hl) ie do zooo van ecoi J-andbouweu uit Agawamg htj Gèffertehauf*©. Toon 'hljj to dien oorlog blind gefwenvten, hoi ou*ie<r. f lijik huv? bi,nflicm.tr'cKï, werd hem door den onmemsciliciüjkcin, vader, die verklaarde dat bij gcitm. blaaiden zoon. naar den oorlog had gezondiem, oinbarmhartig de deur ge wezen. Men.'walde hem nu in een blinden instdtuut opnemen. De blinde soldaat werd echter door zijn getrouwde zuster in Augs burg opgenomen en leerde daar het bbn- denschriift. Daar was hij zoo lamgzamer- ha<nd tevreden met zijn lot. Nu echter hoorde de vader, dat zijn zoon ondersteu- ning als Invalide ontving en daarom wil de hij hem weder m zijn huls opnemen. De zoon weigerde echter op die wijze we der de gasltvnrijhedd onder het ouderlijk dak te genieten. Vergiftigingsverschijnselen te Alkmaar. Nu uit het nader scheikundig ondercoek door hot Centraal Laboratorium te Utrecht naar eveautuetfe schadelijke bestanddeelem in de verschillende eetwaren, door de Alkmaarscbe depotsoldaten gebruilkit op 18 en 21 Nov., blijkt dat niets is gevonden, met name geen vludhtige vergiftojge stof- fen. zware metaalverbiinidingein, arseni cum of alkaLoïdeoTi, heeft onze coaresp,on- rient den depotarts dr. Pamoyer de vraag gesteld', of men due thans voor een raadsel staat omtrenit de oorzaak der zich voor gedaan hebbende vergiftigingsverschijn selen. Ja, antwoordde hij. Men heeft niets kunnen vinden en Ten opzichte der zich voorgedaan hebbende verschijnselen tast mem geheel in het duister. Kam hert. odk aan het water gelegen heb ben? Dit is uitgesloten, noch iai e'.en noch lm drinken is iets verkeerds geweest. Op de vraag naar de samenstelling van het gebruikte vet moest dr. Pamey het antwoord schuldig- blijven, wijl de mili taire autoriteit, hierover nog moest wor den geraadpleegd. „Hbld." Van het Zuidelijk ooriogsterrein. Hoe het er in GÖrz uit ziet. Een oorlogscorrespondent van de „Na tional Zeitung" heeft Görz bezocht. Het publiek, zoo vertelt hij, is volkomen on verschillig voor de bescliieting. De straten wemelen van mannen vrouwen^n kinderen en ieder gaat gelaten zijns weegs, of staat op straat, alsof niet de loopgraven een kilometer in vogelvlucht verder Jagen en aisof er geen kartetsen en verdwaalde kogels bestonden. Toch gaat hier geen dag voorbij, dat ar geen dooden vallen. Geen wagen rijdt echter sneller, geen mensch versnelt den pas. Aan den ingang van Görz ligt ondeir hooge cypressen een kerk- i hof, dat zooals alle kerkhoven in de buurt, vol ligt met graven van soldaten. Niemand heeft haast. De lieden nemen niet eens den kortsten weg. Ze slenteren op hun gewone manier rond, blijven staan kijken of praten. De groot© spiegelruit van het koffiehuis, waarin de kellners in rok heen en weer trippelen, heeft reeds drie ronde pleisters van metaal. Hier ie kort geleden een gast dood neergevallen, naast zijn marmeren tafeltje. Nu zit er aan het zelfde venster en aan dezelfde tafel een andere gast en leest rustig zijn krant. Vanmorgen is in een naburige straat een raam ingeslagen door een kartetskogel. Daarnaast staat nu een getresde hotel portier met alle gemoedelijkheid, die een hotelportier eigen is, in de poort. Met verbazing gaat men door de witte stad met haar stijgende straten en met haai-, witte pleinen, waarop waterputten en zuilen. Vele winkels zijn gesloten. Die behooren aan Italiaansche onderdanen of aan onbetrouwbare elementen. Toch is overal nog veel vertier en men kan van alles koopen, zelfs een ei, als men er maar 440 heller voor betaalt. In een uitstalkast staan champagneflesschen en uitgezochte lekkernijen. Op iederen hoek worden rin gen uit alluminium van de ontstekings- buizen der granaat-kartetsen verkocht. Daarop staaft: „Souvenir aan Görz". In de buurt van een kleine levendige markt is zooeven een granaat ontploft. Niemand bekommert zich er om. Bijna in elke straat ziet men huizen met verbrij zelde muren of sporen van granaten. Een toren draagt een heelen gordel van shrap- nelltreffers. Er zijn plekken die bijzonder toegetakeld werden. Daar zijn de kozijnen weg gebroken, de muren afgebrokkeld, en vol sporen van kogels, de uithangborden verbrijzeld, de neergelaten ijzeren rollui ken doorboord, als had iemand overal zijn vinger gestoken door dun bordpapier. Ook hiér Soopt niemand sneller. Vele straten zijn, omdat zij bijzonder door de vijande lijke kanonen bestreken worden, met houten schuttingen afgezet. Het volk zelf noemt deze de granaat straten.' Er zijn toch nog menschen, die zich tusschen den muur en de schutting heen wringen, om geen omweg te maken. Op hun gemak loopen zij door het gevaarlijke slop. Men zou mee- nen, dat de blind rondvliegende projectie len de menschen bij lederen stap angstig gemaakt hadden. Zij hebben hen integen deel mert. onverschilligheid gewapend. Een wijk, die naar de Isonzo loopt, heeft men moeten ontruimen. Elk buis is daar door de schrapnels beknaagd, elke muur elke venster doorzeefd. Aan de Isonzobrug. staan nog slechts ruïnes. Zorgvuldig dek king zoekende, gaan wij tot het laatste huis. Wij komen aön de Tsonzo. Vlak hij liggen de galerijen van Podgora, op den heuvel daarachter staan de Italianen. In twintig minuten kunnen wij in de ge- gevechtslinie zijn... Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein. De vestingen van Montenegro. Aan de noordelijke grens van Montene gro waar nu heit 0»:«s?emiri}ksch offetnelfef piaalte viindt, zijn slechts weinig versterkte «toilicgcffli en forten, waardoor het Moote- megrijnische froiut gefeteutld wordt. De re den is schrijft de „Kon*. Heer und Politik" diat liert) bergachtige land een natuurlijke vieeJting vormt, te meer daar de Monitene- grijnsche soldaten van (hun jeugd af aan den bergoorttog gewend zijn. Helt Oostenrijksche offensief ten oosten van Trebinje, ten zuiiden van BaLek, richt zich. tegen «den meer dan duizend meter hoog en Iil-Ino Burdo. Hier bevond zich een versterkte Moniteneg rijnse be stelling, die echter minder door kunöt dan door de na tuur ontstaan was. Behalve aan dit zui delijkste punt van het Oostenrijksche of fensief ging men ook van Awtowac aan vallend tegen Montenegro te werk. Het offensief richitlte zich Men* tegen den be kenden Du ga-pas, iLi-e in de i achting ven moord naar zuid van GiLa u>t maar Nik- sji'tin, een zeer krach'ülg versterkte plaats, door 'het noordelijke Montewègriineflhe ge- beigite loopt. Aan dezen pae ligt een veeüy» versterkingen, waarvan senate het fort Presjeka is. Heit liigt aam den mwgang van den Duga-pas. De ander» Corteit. Sii(>«/iip en Nozdre zijn ook betrekkelijk goed en modern aangelegd. Een versterkte dteiling ligt westelijk daarvan bij Renowac. Meer oostelijk aan <ie Servische givnis fögt eem reeks versterkte versperringen, waarvan de noordelijkste Plewlje is. Meer zuidelijk, ongeveer fèr hoogte van Mitnowitza lSggetn de forten van Berame en nog meer ruide- lijik de .stelling van Ipek, d-ie den weg naar Pristi^a beschermt en ongeveer op dezelfde hoogte als deze shad: ligt. Aan de zuidelijke grens vinden we ten westen van Berame in het dal van de Tara een zeer belangrijken Momtenegrijnsohen grens stroom, die het land dn zijn getoeele lengte van het zuiden naar heit moorden snijdt en de forten van Kalasjin. Die lig- ken echter rnog vrij ver van de grens. Het aanzienlijkste» veatangtsJtedsel der Monitene- grijnen hgt ten noorden van het meer 'van Skoetari, dat altijd het groot© verlangen van Montenegro geweest is. Om de sterk aangelegde bruggenhoofdsitelilimig P-odgo- riza ligt dicht bij het SkoetarL-meer. de bergvesting Sjabljak. Ten oosten daarvan is een reeks forten aangelegd aan den noordelijken uitlooper van het Skoetari- meer. Zij groepeej-en zich om het fort van Tusji, ten zuiden van Podgoriza. Ten noorden van deze hooge vesting bevindt zich het fort Sjusj, dat met de vesting Podgjoriza samen een krachtig versterkte linie vormt. Door deze vestingwerken wordt de weg maai* Cettinje beschermd. Ten noorden van Sjusj ligt de vesting Niksjiki. Er is gemeld, dat. do M on ft emegri jnsche vestingen gedeeltelijk met Franeche en. ge deeltelijk met Enge'scJie kanonnen modern 2ijn uitgerust. In liet algemeen kan men echter verwachten, diat de vestingen van Montenegro miet meer weerstandsvermo- gfn bezitten dan dde van Servië. was hij thuis als een uügemagerd, piep- Iiijgend mensch, af en toe bloed spuwend. Twee maanden later hebben we hem tea? aaide besteld en de bakkerij werd vooit 500 Mark verkocht. Daarna heb ik nog in twee andere bak-^y kerijen gewerkt en beide moeeten geslo ten worden wegens dood van den patVoon op het oorlogsveld. 't Ie eigenaardig, dat de menschen niet meer klagen, maar elkander met vragende oogen aankijken. Men durft niet meer te vragen: „Ho© gaat het met je man?" bang omdat je denkt te hoeren: „Hij is dood." Er heerecht een gedruktheid, die met der dag erger wordt. Er is een stille angst voor de toekomst, want vele eertijds gegoede bakkersgeziamen, zien de armoede reeds als een grijnzend monster voor zich staan. De Katholieke Kroonprins van Saksen. De „AHg. Rundsch." schrijft: Tolt do vriendeüijkste verschijningen op het "Westelijk front behoort zonoder twijfel Kroonprins George van Saksen, Zelfs Fiansc'hen, die hem maar zagen, maar met wie hij nooit een woo I'd sprak, zeiden van hem: Hij heeft alliea* sympathie. Heit is 't vriendelijke in zijn optreden en dat cor recte in alle relaties, dat hem ook de ach ting en de sympathie dergenen, die ver van hem afstaan, doet winneA Bovendien is hij vol beminnenwaardige» eenvoud. „Wat ik u verzoeken mag, laat Koninklij ke Hoog head maar weg", zei hij lachend tot een ziekenbroeder, wiens lazaret van zwaargewonden hij bezocht. Militaire bdlangen evenzeer als mensche- liike deelneming met onze offervaardige troepen deden hem het gevaar nimmer schuwen, dat aan het bezoeken dei* voor ste loopgraven is verbonden. De dappere Beieren zullen het wol niet hebben gewe ten, wie die jonge kapitein was, die bij L. zoo kordaat de stellingen, op 80 M. van den vijand bezichtigde. Een soldaat had naast het schietgat een wit kruisje van dennenhout in den grond gestoken, een tweede soldaat een kflein beeldje van zijn» iieveli ngspatroon, den H. Joseph, in ©en zandnlis geplaatst. Zij zullen bedden wel niet vermoed hebben, welke een vreugde het voor den vreemden officier was, zulke getuigenissen van religieuzen ernst bij on ze mannen te vinden. Ii.'de zware uren, dat zij tot bescher ming van het vaderCand, voor Koning en Keizer in de loopgraven op wacht zijn, blijven zij zich bewust, dat zij voor de poorten der eeuwigheid staan. - Daar willen zij als Christenen sterven, onder het kruis en onder bescherming van heiligen. Zulke gedachten zullen ook did van den kroonprins zijn geweest, bij de beschouwing van het kiruis en St. Jo- sephsbeèldje. Duitschland. De toestand der Duitsche bakkerijen. In „De Bakkerij" vinden wij het ver haal van een dezer dagen uit Duitschland teruggekeerd Deenech bakkersgezel, waar in verschillende bizonderheden verteld worden over den toestand, waarin de Duitsche bakkers thans verkeeren. Wij ontleenen er het volgende aan: De Duitsche bakkerij van den tegen- woordigen tijd geeft ongetwijfeld een treu rig beeld te zien, waarvan men in de neu trale landen maar weinig begrip heeft. Van alle kanten wordt er de arbeid be- emmerd door de regeeringsmaatregelen, welke het publiek tot zuinigheid dwingen. Over de door de Duitsche regeering ge nomen zuinigheidsmaatregelen, zooals: het gehalte-cijfer aan tarwemeel, de afschaf fing van nachtarbeid, de broodkaarten, 't verbod om boter en room te mogen gebrui ken, de maximum hoeveelheden meel. die men als bakker bekomen kan, enz. enz. zullen we hier maar weinig zeggen. De bakkers gaan er echter mede ten gronde. Aan de door de regeering genomen maat regelen is niets te veranderen; ze worden op korte, autocratische wijze afgekondigd, gelijk nfen dit in een zoo bij uitstek mili tair land als het Duitsche Rijk verwach ten kan. Of ze billijk of onbillijk zijn, al die wetten e<n wetjes, waaronder de bakkers gebukt gaan, komt er minder op aan. Het zijn kortweg bevelen van hooger hand, waaraan onmiddellijk en stipt gehoor zaamd moet worden. De Duitsche bakker werd liet allereerst de dupe van de regee- ringsmaati«Bgelen, maar de wetgever dorst den machtigen graanbezitter (agrariër) niet aan, noch dorst hij op te treden tegen den woekerhandel van de groot© meelfa brikanten. Ja, toen het al te bont ging,, stelde men paal en perk aan de handelin gen van deze eigenmachtige heeren, doch dee© hadden toen den buit voor een goed deel reeds binnen. Het grootste deel der bakkers is thans zoover, dat d© laatste spaarpenningen op geteerd worden. Vele bakkerijen zijn reeds lang gesloten, omdat er gebrek aan werk kracht was en de patroon zelf ten oorlog moest. Ook hebben er honderden bakke rijen moeten sluiten, omdat de patroon gesneuveld was, of totaal verminkt thuis kwam, niet meer in staat een zaak te lei den. In December 1914 werkte ik bij een bak kersweduwe toen haar man in Polen was gesneuveld en zij moest haar zaak sluiten, omdat haar zoon opgeroepen werd voor den dienst. Veertien dagen daarna sneuvelde hij in Rusland. Door het gebrek aan werkkrachten had ik spoedig weer een andere betrekking bij een bakkerin, wier man en twee zoons in den oorlog waren. Haar zei de zoons waren reeds in den oorlog gesneuveld, en... eind Januari kwam haar man uit het lazaret: hij was blind, doof en zijn beide handen ware» een paar vormlooze stompjes. Er werd familieraad gehouden en men be sloot de bakkerij op te heffen. Toen kwam ik bij een anderen patroon, een teringlijder, die nog zwoegde om een droog broodje voor vrouw en kinderen te verdienen. Hij was gezond en wel den oor log ingegaan, had een zware longontste king te de loopgraven opgedaan^ thans Smakelijk eten. Tusschen Corinthe en Patras (Grieken land) gioeit aan de wingerden der. zee kusten een zeer zoete druif met kleine donkerroode, dicht op elkander liggende bessen, die, versch gegeten., niet zecjr aangenaam smaken en daarom niet voor de wijnbereiding gebruikt worden. Daar entegen vinden deze druiven gedroogd gretig aftrek, en komen onder den naam van krenten eai rozijnen in den handel. In iederen wijnberg vindt men op een geschikte plaats een open vlakte; tijdens den oogst wordt daar een laag pa arden- en ezelmest gelijkmatig uitgespreid tot een hoogt© van 30 c.M.; in dezen mest worden de rijpe vruchten gelegd; het drogen doet alsdan de zon. Wat de mest daarbij te doen heeft, laat zich gemakkelijk verkla ren. Dit warme bed zuigt overdag de heet© zonnestralen op en geeft des nachts zeer langzaam de warmt© weder af. Bij gunstig weer is de druif op de,ze mestlaag in 10 of 12 dagen gedroogd. Een regenbui of een onweer veroorzaakt belangrijke schade. Is de droogtijd afgeloopen, dan worden de druiven uit den mest gevischt en van de trossen in de gebruikelijke bakken van geitevel gedaan, de haren naar binnen gekeerd. Dat daarbij niet enkel rozijnen en krenten maar ook vele beslanddeelen van de mestlaag in de zakken komen, behoeft niet gezegd. De gevulde zakken worden op lastezels geladen en aldus naar de haven plaatsen vervoerd, waar dc wijngaarde niers hun producten verkoopen aan de tusschenverkoopers, die ze weder leveren aan den Europeesclien groothandel. Bii dezen overgang, worden de zakken van geitenhaar öp den grond leeggeschud en de krenten of rozijnen worden, na gewo gen te zijn. overgepakt In langwerpige houten kistjes. Ook dit geschiedt alles behalve zindelijk, want om er zooveel mo gelijk in te krijgen, worden de rozijnen door de werklieden met de laarzen er in gestampt. Het is noodig, dit te weten, opdat men niet verzuim©, de krenten of rozijnen te wasschen, al is het ook algemeen bekend dat vooral krenten met veel vuil vermeng* zijn. Ook bakkers dient dit te worden aan bevolen. Een verlicht electrlsch draaiknopje. De gelukige eigenaars hebben het nog niet makkelijk genoeg. De electrische in- stallatie-bureaux maken het run nog meer comfortable. Het is nog niet makkelijk genoeg, dat ze geen gezoek naar lucifers hebben, dat ze zich niet hoeven te erge ren aan afbrekende koppen, of ander mo derne lucifers-ellendemen wil hen ook nog de moeit© besparen van liet blinde lings tasten naar het knopje. Het modern ste op dit gebied Is, dat het bedoelde knopje aan een wand in de duisternis oplicht als een glimwormpje in het woud. "De inrichting is heel eenvoudig. Men heeft een soort lens aan een knopje aange bracht, waaronder een kleine hoeveelheid radioactieve stof zijn plicht doe*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 2