weed© Blad.
foensdag I December 19I5
Uit de Pers.
De Oorlog.
MARGUERITE.
BUITENLAND.
L JAARGANG
j WJ. Nó. 187*0
£eidóekc Sou/fcawt
Gevaar afgewend.
let Huisgezin schrijft:
linistor Cort van der Linden is minder
I Ier dan uitvoerder.
lij heeft ten aanzien van het onderwijs
I het kiesrecht zijn eigen inzichten en
i atuiging, maar hij weet die onderge-
j kt te maken aan den „volkswil".
i- s de volkswil voor de gelijkstelling van
t onder en openhaar onderwijs, hij zal
.- roorstelien.
de volkswil voor algemeen mannen-
m vrouwenkiesrecht, hij wil het geven.
t j drijvers voor algemeen vrouwen-
srecht speculeeren daarop,
r ia sociaal-democraten, de vrijzinnig-
L locraten en de kiesrechtdames hebben
lelijk geroepen, dat algemeen vrouwen-
srecht in de Grondwet moest worden
j Igelegd.
elfs een Unie-liberaal Kamerlid deed in
koor mee.
lot „Vaderland" opperde bedenkingen
3 deze beweging en achtte ze in strijd
o I het concentratie-program, dat niet
sr dan oen blanco-artikel had verlangd.
n r. Bos antwoordde, dat de vrijzinnig-
n locraten vrij bleven in hun propa-
n da voor algemeen vrouwenkiesrecht in
n Grondwet.
[en hoopte blijkbaar door groot ver-.
door meetings en moties en resolu-
qiinister Cort van der Linden te over-
jjl pn, dat de pas- geraadpleegde volkswil
P l minder dan algemeen vrouwenkies-
tit niet tevreden was, en de meer ge-
*1 igde vrijzinnigheid te intimideeren,
II als zij algemeen vrouwenkiesrecht
a II afwijzen, voor de zeer groote mooi
heid staat, welk vrouwenkiesrecht zij
invoeren, een moeilijkheid, welke
w nog niet opgelost vonden.
l(j e papieren voor algemeen vrouwen-
,e recht schenen aan de linkerzijde niet
j,. ht te staan.
,j iar nu komt de „Vaderlander", het
:ieol orgaan der Liberale Unie, ver-
j|. en, dat de beweging voor algemeen
g iwenkiesrecht in de Grondwet buiten-
I, oon ~gevaamjlsr—en Wil xicinrvau.rurg-
a i9-
jj i „Het Volk" wellicht ter rechter
q geadviseerd door den afwezigen mr.
rij ristra, die ziet, dat men den boel aan
bederven is zegt, dat aan de poli-
in 8 rijpheid van het vrouwenkiesrecht
Q veel ontbreekt.
?n goed verstaander zal de beteêkenis
rj. dit woord, als blijft „Het Volk" alge-
3 in vrouwenkiesrecht wenschelijk en
izakelijk achten, niet misduiden,
inister Cort van der Linden is thans
i twee zijden gewaarschuwd vóór het-
(i men hem sir aks als volkswil-uiting
pogen aan te smeren.
a !n zoo is het gevaar met het oog op
u. totstandkoming der Grondwetsherzie-
4 ig dat hij óf .zelf zijn voorstel zou
j, jzigen,, óf een algemeen vrouwenkies-
q ihti)xme;ndr^Qent zou aanvaarden!, fei
lt jk afgewend.
0
ié De „aalmoes van Treub aan de
behoeftigen."
1 het Katholieke Volk schrijft
Is:
es paar weken heb ik met spanning
racht, wat „Het Volk" het orgaan
„bewusten" wel zou schrijven over
t misérabele prulwetje van Treub' in
e „ouderdomsrente aan behoeftigen".
l'ij weten hoe de brave redacteuren van
■HII I II - «Mg—MEg
dat blad op hun achterste beenen gingen
staan toen dr. Kuyper, volgens hen, wilde
geven „een rijksdaalder aan een dooie".
Wij weten ook, wat er te doen is geweest
in het roode kamp, toen de Invaliditeits
wet van Talma aan de orde kwam, hoe er
toen protestmeetingen wérden gehouden,
waarin den „bewusten" werd aangetoond,
hoe verschrikkelijk min eene minimum-
rente van twee gulden op 70-jarigen leef
tijd was.
Dat alles ligt mij nog versch in het ge
heugen. Ook het „daverend applaus", op
die protestmeetingen en de moordlustige
neigingen van Duys tegen de „kapitalis
ten''', die 'm dat hadden geleverd.
Geen wonder, dat ik met spanning uitzag
naar het zoolang uitblijvend oordeel der
sociaal-denlocraten over het „aalmoes van
Treub aan* behoeftigen".
Talma's wetsontwerp was reeds afge
maakt daags na verschijning, ennu,,
nu „kapitalisten" van vrijzinige richting
aan het roer zitten, werd zoo vreeselijk
lang „getalmd", om te zeggen, waar het
op staat. Dat verraadt een angstvalligheid,
die wij niet gewoon zijn van de sociaal
democraten; dat doet aanstonds denken
aan de voorbereiding van een magnifieken
draai.
En nu is hij er, de draai, maar magni
fiek kan ik 'm niet vinden.
„Het Volk" bereidt de „bewusten" aldus
voor op de aanneming van het onmogelijk
wetsdingetje van Treub:
„Het tijdstip van de* behandeling van
het ouderdoms-ontwerp is vermoedelijk
niet ver meer af. Wij mogen er wel eens
op wijzen, dat de regeering, door de uit
sluiting der bedeelden ter beslissing van
de Kamér te laten, de mogelijkheid heeft
geschapen voor het tot stand komen van
een staatspensioneering, waarvan welis
waar het geldelijk bedrag te laag, en de
leeftijd waarop zij ingaat, te hoog is ge
steld, maar waaruit dan althans de be
paling is verdwenen, die in alle kringen
der arbeidersbevolking verzet wekte."
Ha, ha, ha! Dat noemen-ze waarachtig...
„staatspensionneering", die aalmoes, door
gemeentebesturen toe te kennen aan be
hoeftigen; die aalmoes, minder dan het
„pensioen aan een dooie" en minder dan
de Talma-rente!
Do socialisten zijn tot alles in staat,
wetend dat een „bewuste", als het er op
aan komt, zeer veel slikken kan.
Maar dót is nu toch te sterk'
Ü0 TÜTK.
De Standaard driestart:
Verrassend is-te midden van den alles
omzettenden oorlogstoestand de houding
van Turkije.
Van de passie, die steeds kenmerk van
het Moliamedaansch fanatisme was, be
speurt men minder dan niets.
Turkije hoeft in de Jongste Balkan-oor
logen, die afliepen, eer de wereldoorlog in
zette, zeer groote verliezen geleden, aan
land. geld en prestige. Bijna had 't zelfs
Adrianopel voor goed verloren, en alleen
door den finalen tusschenoorlog van Ser
vië mot Roemenië en Griekenland tegen
Bulgarije, kreeg 't tenminste dezen ouden
zetel van zijn glorie nog terug.
Wat had dan meer voor de hand gelegen
.dan dat de Turksche dweper, nu alles in
Europa onderstboven ging, de kans schoon
had geacht, om althans op een deel van
de zoo ernstige verliezen terug te komen.
En toch, wat men waarneemt is juist het
omgekeerde.
Turkije sluit zich bij Bulgarije aan. Het
leeft in pais en "goeden vrede met Roeme
nië. Het stoot de Grieken niet af. En het
trad in Bond met Oostenrijk, dat 't Bosnië
en Herzogewina afnam, en 't lokt haast de
Duitschers naar Konstantinopel.
't Kan dan ook niet bevreemden, dat de
dusgenaamde Heilige Oorlog wel geprocla
meerd werd, maar dat er geen vuur
FEUILLETON.
Het strak gelaat en met de ellebogen op
tafel leunend gaf Carrère geen ant-
ord» Zonder zich te haasten ging Jac-
es naai- bulten. He-t gevoel, dat de blik
a Carrère hem stekend volgde, maakte
i on-aangenamen indruk op hem. Even-
J was hij vast bósloten hem te bestrij-
d. en, weldra had' hij weder moed gevat,
ie kon hij hem beter bestrijden, dan door
ir Madeleine, Carrère's vrouw, zich tie
seven, overal gezien om haar zachtheid
1 echtgenoote en haar bijna fiere eer-
kheid?
L'e weemoedige trek op haar gelaat esn
zorg, waarmede zij gezelschappen ver-
=ed. zelfs des Zondags, deden vermoeden
zij geheim lijden verborg.
Lcques vond haar me t een teem arbeid
lig. Toen hij binnentrad, hief zij haar
■ofd op en zei glimlachend:
„Hoeden dag, mijnheer Jacques."
Zij glimlachte, dat ze den zoon van Per-
che, hun vriend, nu „mijnheer" noem-
Haar glimlach was evenwel slechts
f vluchtig, want dEt ongewone bezoek,
'dit uur, -gevoegd bij de herinnering aan
gesprekken, welke Carrère en Cazats
®cn haddtn gevoerd, wekte in haar een
ty? voorgevoel, dat een ramp over hun
i:s zou losbarsfteau Na de roode gordij-
van het venster 1ie heb/ben ges lóten,
1 uitzicht op het pleintje gaf, bood zij
ciues een stoel aan, tegenover haar, en
bc-schecden:
iWat hebt gij mij te boodschappen?"
„Ach, mijn arme Madeleine," antwoord
de hij. met somberen blii-k, „ik vervul een
pijnlijken plicht. Gij weet het, Carrère
mag me niet lijden."
Haar zwijgen op dat gezegde kon als be
vestigend antwoord gelden.
„Ik weeti, waarom hij mij haat. Hij ia
afgunstig. Madeleine, en hij heeft onge
lijk. Wil hij mij vervangen?.Zeker, het
ontbreekt hem geenszins aan verstand,
maar het onderricht, dat hij genoot-, weegt
niet zwaar. Die aanval van j aloezie zou
evenwel niet veel te -beduiden hebben, en
hopend, hem door mijn toegevende gene
genheid voor mij te zullen winnen, zou ik
niet over zijn zwakheden ongerust maken,
zoo hij het thans niet gemunt had op de
fabriek."
„Hii?..."
„Verwondert je dat, Madeleine?"
Zij boog het hoofd, verlegen over de on
waarheid. welike zij, om haar man te be
schermen, had wi/llcn zeggen.
..Gaat hij niet soms 's avonds na het
sc-uper nog uit?" vroeg Jacques .weder,
recht op zijn doel afgaande.
„Ja.".
„Hij gaat in een schuur eenige ontevre
denen toespreken. Kent gij die schuur?"
Neen. daar weet ik niets van"
Zelfs hier moet hij uitvaren tegen
Guradou, tegen mijl"... Dat is ondank-
latrheid. dat is dwaasheid. Hij zal u in
de el'endo brengen, en.ons misschien
evenzeer."
Madeleine wendde zich naar den haard.
De isiti'lfe in het groote huis, vol van don
kere schaduwen, maakte haar nog ang
stiger
'„Droomt Carrère er van, een codcutree-
spatte. De Senoussi saken even de bazuin
op. En in Klein-Azië viel een kleine actie
te bespeuren. Maar voor 't overige scheen
't of de volken van den Islam doof waren
geworden. Van een hartstochtelijk opdui
ken van de Halve Maan uit de wolken
schijnt nergens sprake te zijn.
Ook ons komt dit ten goede.
Er kwam op Java geen onrust. Allee
bleef stil. En zelfs nam de Mekkabedevaart
af in 't getal.
Spreekt hierin nu een reëele keer voor
wat den Islam in Azië en Afrika betreft?
Heeft do vuurpijl van den Islam voorgoed
uitgevuurd? Komt er een geheel nieuwe
geest onder de Mohammedanen op? Zou 't
waar zijn, dat Mohammed het bij hen
legt voor de Cultuur?
Vooral in Engelsch-Indië is blijkbaar bij
de 63 millioen Islamieten het fanatisme
er uit.
Van het Zuidelijk oorlogsterrein.
Op d&n Karet.
De dagelijksche berichten van den gene
ral en staf, zoo wordt uit het Oosten-rij k-
sche perskwartier gemeld, doelen one
thans niets mede vah de met kloven be
zaaide Karst-hoogten van den Km, het
noordelijkste punt van het Isonzofront.
De loopgraven strekken zidh daar u<it in
sneeuw, die 1 Meter hoog ligt, terwijl de
troepen stand houden bij een koude van
8 graden. De sneeuw bedekt reeds de ijzer
draadversperringen, zoodat men nieuwe
moest aanleggen. Onze soldaten gebruiken
als dekking zandzakken die door de koude
steenhard zijn geworden. Men moet hier
niet alleen met den vijand strijden, maar
ook met de hooge sneeuw. Geheels afdee-
■li^jgen moeten onophoudelijk met schoffels
de wegen vrij houden. Aan de sterke hel
lingen heeft men groote muren van plan
ken opgetrokken om de toegangen te be
schermen tegen neervallende lawinen. De
tegenstanders zijn zeer dicht tegenover
elkaar, 200 100 zelfs 20 Meter. Ook thans
hebben artilleniegevechten plaats en even
zeer kleine infanteriegevechten.
geSiteuvefd zi jn en
voor de stellingen zijn blijven laggfe;
kunnen niet begraven worden. Toen de
daar zich bevindende Hongaarsche troe
pen des nachts Italiaansche dooden, die
tot ontbinding waren overgegaan, gingen
begraven, vuurden de Italianen op hen.
Deze kunnen evenwel ook hunne gewon
den niet in veiligheid brengen en des
nachts hoort men vaak het jammeren van
hen, die in de sneeuw beA-riezen. Daar de
tegenstanders zich zoo dicht tegenover
elkaar bevinden^ trachten de Italianen
zich door pantserschi-ldcn te beveiligen.
Daarvan hebben zij twee soorten in ge
bruik; een zware om onder bescherming
daarvan sappen aan te leggen, terwijl de
Lichtere soort dient bij stormaanvallen.
Beidq pantsers zijn van staal, zwart en
vierhoekig, zelfs zijn zij met pamtse-rhel-
men uiifgerust, die echter door onze ge
weerkogels gemakkelijk doorboord wor
den.
Even moeilijk is voor onze troepen de
strijd met de koude. Onophoudelijk zijn
duizenden lastdieren op weg om de hoog
ten te voorzien van proviand en m unit je.
Verder moet nog planken-materieel voor
de dekkingen, warme kleederen voor de
troepen, brandhout voor de sectiekachels
naar boven worden gebracht om tegen
verrassingen van den winter gevrijwaard
te zijn. De .soldaten moeten bij deze koude
dubbel goed gevoed worden, terwijl zij ook
rende fabriek op te richten?" ging hij
voort. „Met Cazals?... Weet gij dat niet?"
„Neen."
„Als Ouradou weerstand kan bieden
aan den schok van zijn vijanden, zal Car
rère zijn pogingen zien mislukken. Gij
kunt hem terugvoeren op den weg van
zijn belang ien van zijnreer... Dat kunt gij,
maar wel te verstaan, zonder hem tets te
zeggen van mijn stap, welken hij zou be
schouwen als een zwakheid of als List, en
dien ak. dat moet ik eerlijk bekennen,
eigenlijk meer voor u doe dan voor hem."
Medelijdend keek hij, in afwachting van
een antwoord, haar aan. Madeledme hield
haar handen voor het gezicht. In hare ra
deloosheid miste zij de krach't, om de fou
ten van haar man. het verdriet van haar
eenmaal zoo gelukkig bestaan, te beken
nen.
Ontroerd drong Jacques aan:
„De hoogmoed heefte Carrère doen af
dwalen. Men beklaagt je, Madeleine. Door
je genegenheid, door je Liefde voor je man
kan je hem redden... Welnu, wat heb je
mii te zeggen?"
Madeleine richtte zich nu naar den karit
van Jacques en hare handen van haar ge
zicht verwijderend, sprak ze, haar vol
hart uitstortend:
„Ik weet niet, hoe Carrère zoo geworden
dsl... Hij, dii-e vroeger zoo rechtschapen en
zoo rustig was!... Ik zou nog ljever arm
zijn... De voorspoed heeft zijn hoofd op
hol -gebracht."
„Belooft ge mij, hem op den goeden weg
terue te voeren?... Zult gij deen moed be
zitten?"
„Dat zal moeilijk, zoo niet onmogelijk
zijn, helaas! Doch wat mijn man ook on
rijkelijk voorzien worden van middelen om
zich tegen de koude te beschuitten; elke
man heeft drie dekens, wollen mutsen,
borstrokken. Elke sectie h?eft een kachel.
Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein.
Het Merelveld.
Het dn de geschiedenis van den Balkan
beroemde Merelveld in Servië wordt than9
weer tot slagveld van wereldhistorische
beteekenis. Aan bedde kanten van de uit
het Zuiden iin de westelijke Morawa stroo-
mende Sitnica gelegen, is d-i-t in het Ser-
vjpsch „Kossowopolje" genoemde slagveld
het brongebied van de witte Drin, de veel
genoemde Wardar en de nliet minder be
kend geworden Morawa.
Van al,-Ie kanten door ontoegankelijke,
moeilijk begaanbare en boschachtige ge
bergten, zooa-ls de Sjar, de Kopanik en de
Albaneesche Alpen omgeven, ,is 't onge
veer vijftig kilometer lang en vijf en twin
tig kilometer breed, waarbij ook nog t be
lendende Metoja-bekken gerekend wordt.
Den eenïgan belangrijken toegangsweg
vormt de. Katsjani pas. Wel zeer vrucht
baar, maar nog weinig ontgonnen vormt
het Merelveld1 toch het m-idïï&lpuint van het
oeconomische leven. Het as voor handel
en ve.rtkeer in midden-Servië even belang
rijk als Belgirado en de Donauweg iin het
Noorden van het land. De spoorweg van
Uskub voert naar Mitrowiitza, de belang
rijkste stad van het Merelveld. Pristdna is
het middelpunt van den handel, van
waaruit in het dal van de Cepenica een
weg en de spoorweg zuidelijk naar Mace
donië leiden, die door den mauwen pas
van Koranik bij Uskub in het Wardar-dal
uitkomen.
In de breedo bedding van de I-bar leidt
een randpad naar de westelijke Morawa,
naar Kraljewo terwijl de naar het westen
'ioopeaide veihindingsweg over Prisrend
paar Albanië gaat. Minder belangrijke
steden zijn Ipek en Djapowa. De bevol
king bestaat meestal uit Albaneezen, die
sedert meetr dan twee eeuwen de hier
vroeger gevestigde Servfiërs steeds meer
verdrongen of doorr huwelijken met zich
vere-enigd hebben.
Het Merelveld heeft éen groot historisch
verleden. Ilier was het, dat de vorsten
van Bosnië, Bulgarije en Servië, onder
aanvoering van den laat.stern Tsaar der
Serviërs, Lazarus, rin den strijd tegon Sul
tan Moerad, den 15 Juni 1389, schouder
aan schouder stonden in den slag, waar-
a^. Moerad den dood
der Serwera woa vmttoouo v-o^vloj.ifrd
Eerst Johannes Hunyadi gaf in 1428 den
Serviërs van Brankowios hun vrijheid en
onafhankelijkheid terug, nadat hij in het
vorige jaar voor de overmacht van Moe
rad' den tweeden had moeten wijken en ge
deelten van Servië aan den Sultan had
moeten afstaan. Brankowios beloonde de
hulp, die Hunyadi hem verleend had,
slecht. Toen Johannes) Hunyadi' twintig
jaar later tegen den zelfden Moerad op
trok, vereendgde Brankowios zich met de
zen. In den moorddadigen slag van 17 tot
19 October 1-18-1 werd Hunyadi verslagen
en op de vlucht door Georg Brankowios
gevangep genomen.
Na den tweeden Balkanoorlog van 1913
kwam het Merelveld, dat -tot nu toe
Turksch bezit was geweest aan rin Ser
viërs. Nu staan zij daar weer tegenover
hun vijanden als vele eeuwen geleden»
Hun oude bondgenooten zijn echter thans
hun tegenstanders.
De actie tegen de Dardanelles
Op Gallipoli.
De Londensche bladen bevatten een be
schrijving van den eersten bajonet-aanval
der Australiërs op, de Turken, waaraan
wij het volgende ontlemen:
„Wij begrepen allen liet gevaar toen de
instructies op het achterdek gegeven wer-
denneme, het is mijn plicht bij hem te
bliive^."
„Zeker!..."
„Ik zal hem misschien behoeden tegen
de bekoringen der zonde, rik zal God bid
den, dat Hij er mij de kracht toe schenke."
En Madeleine -boog zLch in hare nederig
heid diteü voorover.
„Arme Madeleine!" zuchtte Jacques.
„Dit zult ge moeten erkennen, dat ik
niets doe. om den haat van Carrère voed
sel te geven. Ik poog een ongeluk te voor
komen."
„Ik ken u", sprak zq.
Jacques stond op. .TAdieu, Madeleine,"
voegde hij haar toe, „vergeet niet, dat ik
u eerbiedig en dat ük u liefheb."
„Adieu, mijn Rel k?nd," antwoordde
Madeleine, met schier moederlijke teeder-
heirv
Ontroerd en erkentelijk zag zij dien
jonkman een oogenblik na. Jacques liep
haastig de fontein voorbij, waar hij in de
schaduw weder zijn bedaarden tred aan
nam, om naar huis terug te keeren. Op
den achtergrond van den tuin, welken hij
binnentrad, scheen het huis van Ouradou
geïUumiineerd. Over de rui'tem der ven
sters zag hij bedrijvige schaduwbeelden
glijden, die hij heel goed herkendq Oura
dou was van Perpiignan teruggekomen.
Aan tafel op zijn gewonen stoel gezeten,
las hij een dagblad.
„Niets nieuws?" vroeg hij Jacques.
„Niets," antwoordde Jacques met een
leugentje om bestwil.
Om tegenwoordig te zijn bij de amu
sante toebereidselen van den maaltijd,
trad hii de keuken binnen. Marguerite en
de dienstbode waren aan bet eieren klut-
den. Wij waren dicht bij de kust, toen het
geraas der machines ophield. Er heersoh»
te stilte, die eensklaps verbroken wesf
door het geknal van zware kanonmeo f«,
het gekraak der granaten. De vijand ha
ons opgemerkt an weldra regende het gra
naten. Wij waren nu vlak aan de kust en
reeds waren eenige mannen gedood en
gewon,d. zoodat het dek glibberig was van
Jiet bloed. Wij sprongen uit de booten- e«
waadden maar de kust, de meestem tot dwn
hals tn het water.
De vijand bleef door>1iren en had den
afstand nauwkeurig bepaald. Do slag be
gon hoe langer hoe heviger te worden.
Spoedig zonden tie machinegeweren dea
viiands hum vlammen uit en weerklonk
het geweervuur van zijn infanterie, düe i»
do heuvels verborgen was. Aanhoudend
vielen de granaten neer, den grond om
woelende en wolken stof opjagende. De
lucht was bezwangerd met den treuk van
kruit en schietkatoen, terwijl de grond
bezaaid was met dooden en gebonden, te
vreoselijk om te beschrijven. Het was e«o
hel voor ons, die den schok van den
strijd doorstonden en zware verliezen wa
ren te betreuren.
Eindelijk stormden wij met gevelde bar
jonet op den vijand af onder het aanhef
fen van een luid geschreeuw. Het was om
nooit te vergeten. Het bloedbad was vreo
selijk. Wij snelden, tegen de heuvels op
onder een vernietigend vuur, verdreven
den vijand en maakten vele gevangenen
en machinegeweren buit. Er was inder
daad veel moed noodig om dezzn laatetea
aanval te doen en zij, die gevallen ziji^
hebben een roemrijke bladzijde toegevoegd
aam de geschiedenis van Australië".
Duitschland.
De invoer van varkens en varkensvleesoll.
De Bondsraad nam in de gisteren ge
houden zitting een verordening aan, be
palende dat do verordening tot regeling
van de prijzen voor varkons voor d*
slachtbank en voor varkensvleesch van
Nov. 1915 niet van toepassing is op uit
het buitenland ingevoerde varkens, versch
varkensvleesch en vet.
Aan de centrale autoriteiten des land*
wordt overgelaten bepalingen te maken op
den verkoop dezer artikelen.
Zondag heeft te Berlijn eon vergadering
van de „Vereeniging van slagerspatroon»
in Berlijn en omstreken" plaats gehad»
waar de moeilijkheden besproken werd-ea^
ondöfvinaon. »o,,fining van hun
De vergadering nam een moue
waarin o. a. werd gezegd, dat de vast
stelling van maximum-prijzen voor den
verkoop van varkensvleesch in het klein
slechts uitvoerbaar is onder omstandig
heden, waarbij de verbruikers, en vooral
de armen, veel nadeel ondervinden.
De slagers krijgen thans, ofschoon zii
slechts een zeer geringe winst maken, bij
het publiek een slechte reputatie. Om deze
redenen vraagt de vereeniging het ge
meentebestuur, nieuwe verordeningen
vast te stellen en een tarief in te voeren,
waarbij de verschillende vleeschsoorten
tegen verschillende prijzen en niet, zooala
thans, alle voor denzelfden prijs berekend
worden.
De „Altmerster" der vereóniging stelda
verder voor, den Bondsraad te verzoeken,,
de maximumprijzen voor varkens en voor
vleesch, na het inwinnen van deskundige
voorlichting, te herzien. Het zal dan on
getwijfeld blijken, dat de thans geldende
regeling onhoudbaar is en dat do vlcesch-
prijzen minstens 10 tot 15 pCt. hooger
moeten worden.
Verschillende slagers merkten naar aan
leiding van dit voorstel op, dat het thane
niet aanging, hoogere prijzen te vragen.
De fout zou volgens hen elders liggen. De
slagers krijgen n.l. sedert er maximum-
sein. Marguerite wenkte Jacques om bij
haar te komen en vroeg -hem op hare beuri
zacht aan het oor:
„Niets niieuws?"
„Keen."
„Il-eusch waar?"
„Te deksel!..."
„Het schijnt, dait Cazals nog altijd ia
Roussillon «rondzwerft, maar man heelt
riin sooor verloren. Pas op, vandaag ol
morgein komt hij als oen bom -binnenvalt
iem,.. We zullen hem naar behooren ont
vangen."
Ten einde Ouradou door te veel gepraaé
niet te verontrusten, -trad Jacques wede®
de eetzaal binnen. Op den drempel kwam
hij grootmoeder tegemoet, die hem eeai
klapje gaf op de wang en hem verwet
komde met de woorden:
„Zoo, ben je daar, beste Jacques?"
Blij, zich zoo bemind te zlesn, zette <fi
jonkman zich naast zijn meester neder,
zijn besit doemde, om door de grootst moge*
lijke kalmte niet de minste achterdocht
bij Ouradou te wekken. Ouradou en Mar
guerite schonen mot dat al niet bij zonde®
op hun gemak te zijn: hadden zij een vooa>
gevoel van een hun hoven het hoofd ham»
gende ramp? O, zoo zij de oproerige ge
dachten gekend hadden, die, volgens d<8
vertrouwelijke mededeel i.ngen van Milhau,
in bet hoofd van Carrère woelden,, zou hua»
C»ngerustheid' nog wel grooter zijn g«W
wecst.
(Wordt vervolgd J