weed© Blad. foensdag I December 19I5 Uit de Pers. De Oorlog. MARGUERITE. BUITENLAND. L JAARGANG j WJ. Nó. 187*0 £eidóekc Sou/fcawt Gevaar afgewend. let Huisgezin schrijft: linistor Cort van der Linden is minder I Ier dan uitvoerder. lij heeft ten aanzien van het onderwijs I het kiesrecht zijn eigen inzichten en i atuiging, maar hij weet die onderge- j kt te maken aan den „volkswil". i- s de volkswil voor de gelijkstelling van t onder en openhaar onderwijs, hij zal .- roorstelien. de volkswil voor algemeen mannen- m vrouwenkiesrecht, hij wil het geven. t j drijvers voor algemeen vrouwen- srecht speculeeren daarop, r ia sociaal-democraten, de vrijzinnig- L locraten en de kiesrechtdames hebben lelijk geroepen, dat algemeen vrouwen- srecht in de Grondwet moest worden j Igelegd. elfs een Unie-liberaal Kamerlid deed in koor mee. lot „Vaderland" opperde bedenkingen 3 deze beweging en achtte ze in strijd o I het concentratie-program, dat niet sr dan oen blanco-artikel had verlangd. n r. Bos antwoordde, dat de vrijzinnig- n locraten vrij bleven in hun propa- n da voor algemeen vrouwenkiesrecht in n Grondwet. [en hoopte blijkbaar door groot ver-. door meetings en moties en resolu- qiinister Cort van der Linden te over- jjl pn, dat de pas- geraadpleegde volkswil P l minder dan algemeen vrouwenkies- tit niet tevreden was, en de meer ge- *1 igde vrijzinnigheid te intimideeren, II als zij algemeen vrouwenkiesrecht a II afwijzen, voor de zeer groote mooi heid staat, welk vrouwenkiesrecht zij invoeren, een moeilijkheid, welke w nog niet opgelost vonden. l(j e papieren voor algemeen vrouwen- ,e recht schenen aan de linkerzijde niet j,. ht te staan. ,j iar nu komt de „Vaderlander", het :ieol orgaan der Liberale Unie, ver- j|. en, dat de beweging voor algemeen g iwenkiesrecht in de Grondwet buiten- I, oon ~gevaamjlsr—en Wil xicinrvau.rurg- a i9- jj i „Het Volk" wellicht ter rechter q geadviseerd door den afwezigen mr. rij ristra, die ziet, dat men den boel aan bederven is zegt, dat aan de poli- in 8 rijpheid van het vrouwenkiesrecht Q veel ontbreekt. ?n goed verstaander zal de beteêkenis rj. dit woord, als blijft „Het Volk" alge- 3 in vrouwenkiesrecht wenschelijk en izakelijk achten, niet misduiden, inister Cort van der Linden is thans i twee zijden gewaarschuwd vóór het- (i men hem sir aks als volkswil-uiting pogen aan te smeren. a !n zoo is het gevaar met het oog op u. totstandkoming der Grondwetsherzie- 4 ig dat hij óf .zelf zijn voorstel zou j, jzigen,, óf een algemeen vrouwenkies- q ihti)xme;ndr^Qent zou aanvaarden!, fei lt jk afgewend. 0 ié De „aalmoes van Treub aan de behoeftigen." 1 het Katholieke Volk schrijft Is: es paar weken heb ik met spanning racht, wat „Het Volk" het orgaan „bewusten" wel zou schrijven over t misérabele prulwetje van Treub' in e „ouderdomsrente aan behoeftigen". l'ij weten hoe de brave redacteuren van ■HII I II - «Mg—MEg dat blad op hun achterste beenen gingen staan toen dr. Kuyper, volgens hen, wilde geven „een rijksdaalder aan een dooie". Wij weten ook, wat er te doen is geweest in het roode kamp, toen de Invaliditeits wet van Talma aan de orde kwam, hoe er toen protestmeetingen wérden gehouden, waarin den „bewusten" werd aangetoond, hoe verschrikkelijk min eene minimum- rente van twee gulden op 70-jarigen leef tijd was. Dat alles ligt mij nog versch in het ge heugen. Ook het „daverend applaus", op die protestmeetingen en de moordlustige neigingen van Duys tegen de „kapitalis ten''', die 'm dat hadden geleverd. Geen wonder, dat ik met spanning uitzag naar het zoolang uitblijvend oordeel der sociaal-denlocraten over het „aalmoes van Treub aan* behoeftigen". Talma's wetsontwerp was reeds afge maakt daags na verschijning, ennu,, nu „kapitalisten" van vrijzinige richting aan het roer zitten, werd zoo vreeselijk lang „getalmd", om te zeggen, waar het op staat. Dat verraadt een angstvalligheid, die wij niet gewoon zijn van de sociaal democraten; dat doet aanstonds denken aan de voorbereiding van een magnifieken draai. En nu is hij er, de draai, maar magni fiek kan ik 'm niet vinden. „Het Volk" bereidt de „bewusten" aldus voor op de aanneming van het onmogelijk wetsdingetje van Treub: „Het tijdstip van de* behandeling van het ouderdoms-ontwerp is vermoedelijk niet ver meer af. Wij mogen er wel eens op wijzen, dat de regeering, door de uit sluiting der bedeelden ter beslissing van de Kamér te laten, de mogelijkheid heeft geschapen voor het tot stand komen van een staatspensioneering, waarvan welis waar het geldelijk bedrag te laag, en de leeftijd waarop zij ingaat, te hoog is ge steld, maar waaruit dan althans de be paling is verdwenen, die in alle kringen der arbeidersbevolking verzet wekte." Ha, ha, ha! Dat noemen-ze waarachtig... „staatspensionneering", die aalmoes, door gemeentebesturen toe te kennen aan be hoeftigen; die aalmoes, minder dan het „pensioen aan een dooie" en minder dan de Talma-rente! Do socialisten zijn tot alles in staat, wetend dat een „bewuste", als het er op aan komt, zeer veel slikken kan. Maar dót is nu toch te sterk' Ü0 TÜTK. De Standaard driestart: Verrassend is-te midden van den alles omzettenden oorlogstoestand de houding van Turkije. Van de passie, die steeds kenmerk van het Moliamedaansch fanatisme was, be speurt men minder dan niets. Turkije hoeft in de Jongste Balkan-oor logen, die afliepen, eer de wereldoorlog in zette, zeer groote verliezen geleden, aan land. geld en prestige. Bijna had 't zelfs Adrianopel voor goed verloren, en alleen door den finalen tusschenoorlog van Ser vië mot Roemenië en Griekenland tegen Bulgarije, kreeg 't tenminste dezen ouden zetel van zijn glorie nog terug. Wat had dan meer voor de hand gelegen .dan dat de Turksche dweper, nu alles in Europa onderstboven ging, de kans schoon had geacht, om althans op een deel van de zoo ernstige verliezen terug te komen. En toch, wat men waarneemt is juist het omgekeerde. Turkije sluit zich bij Bulgarije aan. Het leeft in pais en "goeden vrede met Roeme nië. Het stoot de Grieken niet af. En het trad in Bond met Oostenrijk, dat 't Bosnië en Herzogewina afnam, en 't lokt haast de Duitschers naar Konstantinopel. 't Kan dan ook niet bevreemden, dat de dusgenaamde Heilige Oorlog wel geprocla meerd werd, maar dat er geen vuur FEUILLETON. Het strak gelaat en met de ellebogen op tafel leunend gaf Carrère geen ant- ord» Zonder zich te haasten ging Jac- es naai- bulten. He-t gevoel, dat de blik a Carrère hem stekend volgde, maakte i on-aangenamen indruk op hem. Even- J was hij vast bósloten hem te bestrij- d. en, weldra had' hij weder moed gevat, ie kon hij hem beter bestrijden, dan door ir Madeleine, Carrère's vrouw, zich tie seven, overal gezien om haar zachtheid 1 echtgenoote en haar bijna fiere eer- kheid? L'e weemoedige trek op haar gelaat esn zorg, waarmede zij gezelschappen ver- =ed. zelfs des Zondags, deden vermoeden zij geheim lijden verborg. Lcques vond haar me t een teem arbeid lig. Toen hij binnentrad, hief zij haar ■ofd op en zei glimlachend: „Hoeden dag, mijnheer Jacques." Zij glimlachte, dat ze den zoon van Per- che, hun vriend, nu „mijnheer" noem- Haar glimlach was evenwel slechts f vluchtig, want dEt ongewone bezoek, 'dit uur, -gevoegd bij de herinnering aan gesprekken, welke Carrère en Cazats ®cn haddtn gevoerd, wekte in haar een ty? voorgevoel, dat een ramp over hun i:s zou losbarsfteau Na de roode gordij- van het venster 1ie heb/ben ges lóten, 1 uitzicht op het pleintje gaf, bood zij ciues een stoel aan, tegenover haar, en bc-schecden: iWat hebt gij mij te boodschappen?" „Ach, mijn arme Madeleine," antwoord de hij. met somberen blii-k, „ik vervul een pijnlijken plicht. Gij weet het, Carrère mag me niet lijden." Haar zwijgen op dat gezegde kon als be vestigend antwoord gelden. „Ik weeti, waarom hij mij haat. Hij ia afgunstig. Madeleine, en hij heeft onge lijk. Wil hij mij vervangen?.Zeker, het ontbreekt hem geenszins aan verstand, maar het onderricht, dat hij genoot-, weegt niet zwaar. Die aanval van j aloezie zou evenwel niet veel te -beduiden hebben, en hopend, hem door mijn toegevende gene genheid voor mij te zullen winnen, zou ik niet over zijn zwakheden ongerust maken, zoo hij het thans niet gemunt had op de fabriek." „Hii?..." „Verwondert je dat, Madeleine?" Zij boog het hoofd, verlegen over de on waarheid. welike zij, om haar man te be schermen, had wi/llcn zeggen. ..Gaat hij niet soms 's avonds na het sc-uper nog uit?" vroeg Jacques .weder, recht op zijn doel afgaande. „Ja.". „Hij gaat in een schuur eenige ontevre denen toespreken. Kent gij die schuur?" Neen. daar weet ik niets van" Zelfs hier moet hij uitvaren tegen Guradou, tegen mijl"... Dat is ondank- latrheid. dat is dwaasheid. Hij zal u in de el'endo brengen, en.ons misschien evenzeer." Madeleine wendde zich naar den haard. De isiti'lfe in het groote huis, vol van don kere schaduwen, maakte haar nog ang stiger '„Droomt Carrère er van, een codcutree- spatte. De Senoussi saken even de bazuin op. En in Klein-Azië viel een kleine actie te bespeuren. Maar voor 't overige scheen 't of de volken van den Islam doof waren geworden. Van een hartstochtelijk opdui ken van de Halve Maan uit de wolken schijnt nergens sprake te zijn. Ook ons komt dit ten goede. Er kwam op Java geen onrust. Allee bleef stil. En zelfs nam de Mekkabedevaart af in 't getal. Spreekt hierin nu een reëele keer voor wat den Islam in Azië en Afrika betreft? Heeft do vuurpijl van den Islam voorgoed uitgevuurd? Komt er een geheel nieuwe geest onder de Mohammedanen op? Zou 't waar zijn, dat Mohammed het bij hen legt voor de Cultuur? Vooral in Engelsch-Indië is blijkbaar bij de 63 millioen Islamieten het fanatisme er uit. Van het Zuidelijk oorlogsterrein. Op d&n Karet. De dagelijksche berichten van den gene ral en staf, zoo wordt uit het Oosten-rij k- sche perskwartier gemeld, doelen one thans niets mede vah de met kloven be zaaide Karst-hoogten van den Km, het noordelijkste punt van het Isonzofront. De loopgraven strekken zidh daar u<it in sneeuw, die 1 Meter hoog ligt, terwijl de troepen stand houden bij een koude van 8 graden. De sneeuw bedekt reeds de ijzer draadversperringen, zoodat men nieuwe moest aanleggen. Onze soldaten gebruiken als dekking zandzakken die door de koude steenhard zijn geworden. Men moet hier niet alleen met den vijand strijden, maar ook met de hooge sneeuw. Geheels afdee- ■li^jgen moeten onophoudelijk met schoffels de wegen vrij houden. Aan de sterke hel lingen heeft men groote muren van plan ken opgetrokken om de toegangen te be schermen tegen neervallende lawinen. De tegenstanders zijn zeer dicht tegenover elkaar, 200 100 zelfs 20 Meter. Ook thans hebben artilleniegevechten plaats en even zeer kleine infanteriegevechten. geSiteuvefd zi jn en voor de stellingen zijn blijven laggfe; kunnen niet begraven worden. Toen de daar zich bevindende Hongaarsche troe pen des nachts Italiaansche dooden, die tot ontbinding waren overgegaan, gingen begraven, vuurden de Italianen op hen. Deze kunnen evenwel ook hunne gewon den niet in veiligheid brengen en des nachts hoort men vaak het jammeren van hen, die in de sneeuw beA-riezen. Daar de tegenstanders zich zoo dicht tegenover elkaar bevinden^ trachten de Italianen zich door pantserschi-ldcn te beveiligen. Daarvan hebben zij twee soorten in ge bruik; een zware om onder bescherming daarvan sappen aan te leggen, terwijl de Lichtere soort dient bij stormaanvallen. Beidq pantsers zijn van staal, zwart en vierhoekig, zelfs zijn zij met pamtse-rhel- men uiifgerust, die echter door onze ge weerkogels gemakkelijk doorboord wor den. Even moeilijk is voor onze troepen de strijd met de koude. Onophoudelijk zijn duizenden lastdieren op weg om de hoog ten te voorzien van proviand en m unit je. Verder moet nog planken-materieel voor de dekkingen, warme kleederen voor de troepen, brandhout voor de sectiekachels naar boven worden gebracht om tegen verrassingen van den winter gevrijwaard te zijn. De .soldaten moeten bij deze koude dubbel goed gevoed worden, terwijl zij ook rende fabriek op te richten?" ging hij voort. „Met Cazals?... Weet gij dat niet?" „Neen." „Als Ouradou weerstand kan bieden aan den schok van zijn vijanden, zal Car rère zijn pogingen zien mislukken. Gij kunt hem terugvoeren op den weg van zijn belang ien van zijnreer... Dat kunt gij, maar wel te verstaan, zonder hem tets te zeggen van mijn stap, welken hij zou be schouwen als een zwakheid of als List, en dien ak. dat moet ik eerlijk bekennen, eigenlijk meer voor u doe dan voor hem." Medelijdend keek hij, in afwachting van een antwoord, haar aan. Madeledme hield haar handen voor het gezicht. In hare ra deloosheid miste zij de krach't, om de fou ten van haar man. het verdriet van haar eenmaal zoo gelukkig bestaan, te beken nen. Ontroerd drong Jacques aan: „De hoogmoed heefte Carrère doen af dwalen. Men beklaagt je, Madeleine. Door je genegenheid, door je Liefde voor je man kan je hem redden... Welnu, wat heb je mii te zeggen?" Madeleine richtte zich nu naar den karit van Jacques en hare handen van haar ge zicht verwijderend, sprak ze, haar vol hart uitstortend: „Ik weet niet, hoe Carrère zoo geworden dsl... Hij, dii-e vroeger zoo rechtschapen en zoo rustig was!... Ik zou nog ljever arm zijn... De voorspoed heeft zijn hoofd op hol -gebracht." „Belooft ge mij, hem op den goeden weg terue te voeren?... Zult gij deen moed be zitten?" „Dat zal moeilijk, zoo niet onmogelijk zijn, helaas! Doch wat mijn man ook on rijkelijk voorzien worden van middelen om zich tegen de koude te beschuitten; elke man heeft drie dekens, wollen mutsen, borstrokken. Elke sectie h?eft een kachel. Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein. Het Merelveld. Het dn de geschiedenis van den Balkan beroemde Merelveld in Servië wordt than9 weer tot slagveld van wereldhistorische beteekenis. Aan bedde kanten van de uit het Zuiden iin de westelijke Morawa stroo- mende Sitnica gelegen, is d-i-t in het Ser- vjpsch „Kossowopolje" genoemde slagveld het brongebied van de witte Drin, de veel genoemde Wardar en de nliet minder be kend geworden Morawa. Van al,-Ie kanten door ontoegankelijke, moeilijk begaanbare en boschachtige ge bergten, zooa-ls de Sjar, de Kopanik en de Albaneesche Alpen omgeven, ,is 't onge veer vijftig kilometer lang en vijf en twin tig kilometer breed, waarbij ook nog t be lendende Metoja-bekken gerekend wordt. Den eenïgan belangrijken toegangsweg vormt de. Katsjani pas. Wel zeer vrucht baar, maar nog weinig ontgonnen vormt het Merelveld1 toch het m-idïï&lpuint van het oeconomische leven. Het as voor handel en ve.rtkeer in midden-Servië even belang rijk als Belgirado en de Donauweg iin het Noorden van het land. De spoorweg van Uskub voert naar Mitrowiitza, de belang rijkste stad van het Merelveld. Pristdna is het middelpunt van den handel, van waaruit in het dal van de Cepenica een weg en de spoorweg zuidelijk naar Mace donië leiden, die door den mauwen pas van Koranik bij Uskub in het Wardar-dal uitkomen. In de breedo bedding van de I-bar leidt een randpad naar de westelijke Morawa, naar Kraljewo terwijl de naar het westen 'ioopeaide veihindingsweg over Prisrend paar Albanië gaat. Minder belangrijke steden zijn Ipek en Djapowa. De bevol king bestaat meestal uit Albaneezen, die sedert meetr dan twee eeuwen de hier vroeger gevestigde Servfiërs steeds meer verdrongen of doorr huwelijken met zich vere-enigd hebben. Het Merelveld heeft éen groot historisch verleden. Ilier was het, dat de vorsten van Bosnië, Bulgarije en Servië, onder aanvoering van den laat.stern Tsaar der Serviërs, Lazarus, rin den strijd tegon Sul tan Moerad, den 15 Juni 1389, schouder aan schouder stonden in den slag, waar- a^. Moerad den dood der Serwera woa vmttoouo v-o^vloj.ifrd Eerst Johannes Hunyadi gaf in 1428 den Serviërs van Brankowios hun vrijheid en onafhankelijkheid terug, nadat hij in het vorige jaar voor de overmacht van Moe rad' den tweeden had moeten wijken en ge deelten van Servië aan den Sultan had moeten afstaan. Brankowios beloonde de hulp, die Hunyadi hem verleend had, slecht. Toen Johannes) Hunyadi' twintig jaar later tegen den zelfden Moerad op trok, vereendgde Brankowios zich met de zen. In den moorddadigen slag van 17 tot 19 October 1-18-1 werd Hunyadi verslagen en op de vlucht door Georg Brankowios gevangep genomen. Na den tweeden Balkanoorlog van 1913 kwam het Merelveld, dat -tot nu toe Turksch bezit was geweest aan rin Ser viërs. Nu staan zij daar weer tegenover hun vijanden als vele eeuwen geleden» Hun oude bondgenooten zijn echter thans hun tegenstanders. De actie tegen de Dardanelles Op Gallipoli. De Londensche bladen bevatten een be schrijving van den eersten bajonet-aanval der Australiërs op, de Turken, waaraan wij het volgende ontlemen: „Wij begrepen allen liet gevaar toen de instructies op het achterdek gegeven wer- denneme, het is mijn plicht bij hem te bliive^." „Zeker!..." „Ik zal hem misschien behoeden tegen de bekoringen der zonde, rik zal God bid den, dat Hij er mij de kracht toe schenke." En Madeleine -boog zLch in hare nederig heid diteü voorover. „Arme Madeleine!" zuchtte Jacques. „Dit zult ge moeten erkennen, dat ik niets doe. om den haat van Carrère voed sel te geven. Ik poog een ongeluk te voor komen." „Ik ken u", sprak zq. Jacques stond op. .TAdieu, Madeleine," voegde hij haar toe, „vergeet niet, dat ik u eerbiedig en dat ük u liefheb." „Adieu, mijn Rel k?nd," antwoordde Madeleine, met schier moederlijke teeder- heirv Ontroerd en erkentelijk zag zij dien jonkman een oogenblik na. Jacques liep haastig de fontein voorbij, waar hij in de schaduw weder zijn bedaarden tred aan nam, om naar huis terug te keeren. Op den achtergrond van den tuin, welken hij binnentrad, scheen het huis van Ouradou geïUumiineerd. Over de rui'tem der ven sters zag hij bedrijvige schaduwbeelden glijden, die hij heel goed herkendq Oura dou was van Perpiignan teruggekomen. Aan tafel op zijn gewonen stoel gezeten, las hij een dagblad. „Niets nieuws?" vroeg hij Jacques. „Niets," antwoordde Jacques met een leugentje om bestwil. Om tegenwoordig te zijn bij de amu sante toebereidselen van den maaltijd, trad hii de keuken binnen. Marguerite en de dienstbode waren aan bet eieren klut- den. Wij waren dicht bij de kust, toen het geraas der machines ophield. Er heersoh» te stilte, die eensklaps verbroken wesf door het geknal van zware kanonmeo f«, het gekraak der granaten. De vijand ha ons opgemerkt an weldra regende het gra naten. Wij waren nu vlak aan de kust en reeds waren eenige mannen gedood en gewon,d. zoodat het dek glibberig was van Jiet bloed. Wij sprongen uit de booten- e« waadden maar de kust, de meestem tot dwn hals tn het water. De vijand bleef door>1iren en had den afstand nauwkeurig bepaald. Do slag be gon hoe langer hoe heviger te worden. Spoedig zonden tie machinegeweren dea viiands hum vlammen uit en weerklonk het geweervuur van zijn infanterie, düe i» do heuvels verborgen was. Aanhoudend vielen de granaten neer, den grond om woelende en wolken stof opjagende. De lucht was bezwangerd met den treuk van kruit en schietkatoen, terwijl de grond bezaaid was met dooden en gebonden, te vreoselijk om te beschrijven. Het was e«o hel voor ons, die den schok van den strijd doorstonden en zware verliezen wa ren te betreuren. Eindelijk stormden wij met gevelde bar jonet op den vijand af onder het aanhef fen van een luid geschreeuw. Het was om nooit te vergeten. Het bloedbad was vreo selijk. Wij snelden, tegen de heuvels op onder een vernietigend vuur, verdreven den vijand en maakten vele gevangenen en machinegeweren buit. Er was inder daad veel moed noodig om dezzn laatetea aanval te doen en zij, die gevallen ziji^ hebben een roemrijke bladzijde toegevoegd aam de geschiedenis van Australië". Duitschland. De invoer van varkens en varkensvleesoll. De Bondsraad nam in de gisteren ge houden zitting een verordening aan, be palende dat do verordening tot regeling van de prijzen voor varkons voor d* slachtbank en voor varkensvleesch van Nov. 1915 niet van toepassing is op uit het buitenland ingevoerde varkens, versch varkensvleesch en vet. Aan de centrale autoriteiten des land* wordt overgelaten bepalingen te maken op den verkoop dezer artikelen. Zondag heeft te Berlijn eon vergadering van de „Vereeniging van slagerspatroon» in Berlijn en omstreken" plaats gehad» waar de moeilijkheden besproken werd-ea^ ondöfvinaon. »o,,fining van hun De vergadering nam een moue waarin o. a. werd gezegd, dat de vast stelling van maximum-prijzen voor den verkoop van varkensvleesch in het klein slechts uitvoerbaar is onder omstandig heden, waarbij de verbruikers, en vooral de armen, veel nadeel ondervinden. De slagers krijgen thans, ofschoon zii slechts een zeer geringe winst maken, bij het publiek een slechte reputatie. Om deze redenen vraagt de vereeniging het ge meentebestuur, nieuwe verordeningen vast te stellen en een tarief in te voeren, waarbij de verschillende vleeschsoorten tegen verschillende prijzen en niet, zooala thans, alle voor denzelfden prijs berekend worden. De „Altmerster" der vereóniging stelda verder voor, den Bondsraad te verzoeken,, de maximumprijzen voor varkens en voor vleesch, na het inwinnen van deskundige voorlichting, te herzien. Het zal dan on getwijfeld blijken, dat de thans geldende regeling onhoudbaar is en dat do vlcesch- prijzen minstens 10 tot 15 pCt. hooger moeten worden. Verschillende slagers merkten naar aan leiding van dit voorstel op, dat het thane niet aanging, hoogere prijzen te vragen. De fout zou volgens hen elders liggen. De slagers krijgen n.l. sedert er maximum- sein. Marguerite wenkte Jacques om bij haar te komen en vroeg -hem op hare beuri zacht aan het oor: „Niets niieuws?" „Keen." „Il-eusch waar?" „Te deksel!..." „Het schijnt, dait Cazals nog altijd ia Roussillon «rondzwerft, maar man heelt riin sooor verloren. Pas op, vandaag ol morgein komt hij als oen bom -binnenvalt iem,.. We zullen hem naar behooren ont vangen." Ten einde Ouradou door te veel gepraaé niet te verontrusten, -trad Jacques wede® de eetzaal binnen. Op den drempel kwam hij grootmoeder tegemoet, die hem eeai klapje gaf op de wang en hem verwet komde met de woorden: „Zoo, ben je daar, beste Jacques?" Blij, zich zoo bemind te zlesn, zette <fi jonkman zich naast zijn meester neder, zijn besit doemde, om door de grootst moge* lijke kalmte niet de minste achterdocht bij Ouradou te wekken. Ouradou en Mar guerite schonen mot dat al niet bij zonde® op hun gemak te zijn: hadden zij een vooa> gevoel van een hun hoven het hoofd ham» gende ramp? O, zoo zij de oproerige ge dachten gekend hadden, die, volgens d<8 vertrouwelijke mededeel i.ngen van Milhau, in bet hoofd van Carrère woelden,, zou hua» C»ngerustheid' nog wel grooter zijn g«W wecst. (Wordt vervolgd J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1