9
BUITENLAND.
De Oorlog.
re JAARGANG
No. 1851
e £aid^eW0oii^atit
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DA6, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
ihet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
ijenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DINSDAG
NOVEMBER.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen yan 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cenL
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geeo
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Voor Z. H. den Paus.
Vorig bed/rag f 176.95
IN. 17*
y N., opdat vrede Spoedig .intrede 0.50
jtdeeling Wassenaar van den
Xed. H- K. Volksbond 15.
N. te Leiden 10.—
t 203.45
In dezen tijd, welke van dén Paus dage-
jj-lss de zwaarste zorgen vraagt, zal )jet
Hem een troost zijn, dat de Katholieken, in
let van de oorlogsrampen gevrijwaarde
Nederland toonen te beseffen, hoe de Hei-
U^e Vader hunnen steun noodig heeft.
Het bestuur van een zóó uitgebreide ge
meenschap als de H. Kerk kost natuuiflijk
«el, heel veel geld. Sinds op ongerechte
in 1870 de inkomsten van den Paus
nór 't mee ren deel zijn weggenomen; wer-
fea de geldelijke behoeften van den H.
Steel voor een groot deel gedragen door
ten 8t. Pieterspenning, waartoe alle ge-
liodgen bijdragen. Sedert de oorlog-woedt
'B die bron echter grootendeels verstopt.
Ct de oorlogvoerende landen kan thans
[oo goed als niets verwacht worden en
Zijne Heiligheid verifaert daardoor in
aooi Te erger thans, nu bijkans de heele
oole wereld in elöende verkeert en men
iwar dan anders het oog op den H. Stoel
gericht houdt om steun.
Dat dan de Katholieken van Nederland
bl ij v e n offeren, b il ij v e n uitschitteren
ir. hun oude trouw aan den Apostolischen
stoel.
Het penningske der weduwe heeft ook in
deze zijne bijzondere verdienste.
','Aliet naar wensch.
Misschien mocht de een of ander den-
ira, dat de voorgestelde grond wetsher-
itooiag 'inzake a'gemeen kiesrecht zoo ge
heel en al naar den wensch is der vrijzin
nige partijen. Deze laatste zijn er echter
Kif heel vlug bij om in hun persorganen
mik een voorstelling tegen te spreken. En
dat is voor een deeL te begrijpen. Met z'n
toelating van bedeelden en slechte belas
ting-betalers gaat de minister verder, dan
te vrijzinnige partijen ooot in een van
hun programma's hebban geschreven.
voor het grootste deel schijnt echter
hun crit'iek op 's ministers voorstel wel
tak erg ongemotiveerd te zijn. Het begin-
el van het algemeen kiesrecht, dat in het
concentrate e-p rogram stond neergeschre
ien, is er immers nu! Moest dit voor hen
reden zijn voor ondubbelzinnige
feugde en voor luide toejuichingen? 't Ia
echter heel anders, zooals we zeiden. En
yaarom?
Vooreerst schijnt het, dat sommigen,
roorail de conservatieve elementen jn heit
TrijztnnLge. kamp, nu de haren ten berge
welen rijzen, nu zij staan zoo dicht bij
te verwezenlijking van het als theorie zoo
vreedzaam klinkende allemanskiesrecht.
Vervolgens en dat is heel merkwaar
dig! schijnt er in die1 crit'iek op het al
gemeen kiesreïcht een zekere tactiek te
Een der liberale organen heeft m!
reeds geschreven: De rechtsche partijen
moeten niet denken, dat wij uit blijdschap
Wor het algemeen kiesrecht hun nu de
gelijkstelling van op/enbaar en bijzonder
onderwijs zullen gevenl Wij zijn immers
z e il f heelemaal niet voor het algemeen
kiesrecht, zooals de regearing dat voor
stelt!! Deze tactiek is echter te doorzich
tig. Hoe men ook piraten moge: het begin
sel van algemeen kiesrecht, dat een der
hoofdpunten vormde van het ccmoenbratie-
program, zien de vrijzinnigen nu toch ten
minste vastgelegd in de voorgestelde
grondwetsherziening. Als zij bang zijn
voor de verwerkefl ij king hunner eigen
theoriën dat kunnen wij niet helpen!
De Duitsch-Oostenrijksche legers
hebben in Servië de stad Kroesewatsj
bezet. -- Tijdens een patrouille-vaart
ten Zuiden van de Zweedsche kust is
de kleine Duitsche kruiser „Undine" ge
torpedeerd.
Van het Westelijk oorlogsterrein.
Overzicht
In Frankrijk en België wordt de laat
ste dagen weinig gevochten; de legerbe-
richtem weten dan ook geen enkel belang
rijk feit te vermelden.
Van het Oostelijk oorlogsterrein.
Overzicht
Ook van dit oorlogsterrein valt geen
enkele gebeurtenis van belang t© vermel
den. Bij Dunaburg en Riga wordt nog
steeds hevig gevochten en zijn het thans,
voornamelijk de Russen die aanvallen.
Volgens de Duitsche legerberichtcn wer
den de Russen steeds met groote verliezen
teruggeslagen.
Van het Zuidelijk oorlogsterrein.
Overzicht.
Op dit oorlogsterrein is na de hevige
Italiaansche aanvallen een tijdperk van
rust ingetreden. Dit wil evenwel niet zeg
gen, dat elke actie gestaakt is, integendeel
er wordt over het geheele front nog ver
woed gestreden, al blijft deze strijd slechts
beperkt tot artillerie- en loopgravenge-
yechten.
Van het Zuidoostelijk oorlogsterrein.
Overzicht.
Uit de legerberichten blijkt steeds meer
en meer, dat de weerstandskracht der
Serviërs sterk aan het verminderen is.
Het noordelijk deel van Servië van de
Bosnische tot de Roemeensche grenzen ia
reeds door de Duitsch-Oostenrijksche troe
pen bezet, in het oosten vorderen de Bul
garen in de laatste dagen met steeds
grootere snelheid, zoodat, nu ook Kroese
watsj, ten zuidwesten van Paratun en ten
noordwesten van Nisj, door de Duitsch-
Oostenrijksche legers is genomen, de cen
trale mogendheden met hun Bulgaarschen
bondgenoot nog slechts een klein gebied
hébben te zuiveren, om in het volledig be
zit te zijn van den spoorweg, die Bulgarije
met Oostenrijk en Duitschland verbindt.
Geleidelijk en, zooals we zeiden, in de
laatste dagen met grooteren spoed, wor
den de Serviërs teruggedrongen in het
westelijke bergland aan de zijde van Mon
tenegro en Albanië, waar ook reeds Alba-
neesche benden de benarde troepen ver
ontrusten. Het voornaamste doel van de
Duitschers is dan bereikt. De actie van de
te Salomiki gelande Fransche en Britsche
troepen, die ver in het zuiden, aan de
Stroemniitza pogen den druk op de Serviërs
te verlichten, heeft de bereiking van dat
doel niet kunnen beletten en de waar
schijnlijkheid is dus groot, dat men zal
trachten, hetzij door een inval in Bulga
rije, 'hetzij door een invasie in Thracië,
het Duitsch-Turksche gevaar af te wenden,
nu Servië zelf door een rechtstreeksche
hulp toch niet meer te redden schijnt.
0p den Balkan.
Frankrijk en Griekenland.
Aan de ,,Star" wordt uit Xthene geseind:
De ,,Hestia" bericht, dat de Fransche
regeering zich bereid heeft verklaard om
aan Griekenland een bedrag van 40 mil-
lioen fres. te leanen en 20,000 ton meel te
zenden.''
Op Zee.
Een Duitsche kruiser getorpedeerd.
Officieel wordt door dein Duitschen ma
rinestaf medegedeeld, dat den 7den No
vember, des namiddags, de kleine krui
ser Undine" tijdens oen patrouille-vaart
ten Zuiden van de Zweedsche kust door
een duikboot met twee torpedoschoten tot
zinken is ge brac hl Bijna de geheele be
manning is gered.
De „Undine" was gebouwd in 1902. Het
schip had een waterverplaatsing van 2715
ton, terwijl de bemanning 264 koppen tel-
de. na hftwftnftning heston.-. 10.0
e.M. kanonnen, tien één-ponders en twee
torpedo-lanceerbuizen.
De „Turquoise" als „Achmed" in
Turkschen dienst
Men herinnert zich, dat de Fransche
onderzeeër „Turquoise" gestrand is en de
bemanning door de Turken gevangenge
nomen werd. De „Frankfurter Zeitung"
verneemt thans uit KonsUantinopeL, dat
het schip door de Turken gelicht en in
dienst der Turksche marine gesteld is.
De sultan heeft het schip echter omgedoopt
en wel den naam gegeven van den Turk
schen kanonnier Achmed, die door een
welgericht schot de periscoop van den
onderzeeër verbrijzelde, waardoor het
schip het stuur verloor en aan den grond
raakte.
De „Tara" getorpedeerd.
De Britsche Admiraliteit bericht d.d. 5
Nov.: „Het gewapende stoomschip „Tara"
is in heit oostelijk deel van de Midclelland-
sche Zee aangevallen door twee vijande
lijke onderdeeërs en in den grond geboord.
Vier-en-dertig man van de equipage wor
den als vermist opgegeven.
De duikboot- en mijnoorlog.
Lloyds meldt, dat de stoomboot
„Woolwich" van Londen gezonken is. De
bemanning is gered.
(Het s.s. „Woolwich", groot 2936 bruto
tons, behoorde aan de Hants Steam Nav.
Cy. Ltd. Red.)
Reuter meldt, dat} de Enge!| lu^
trawler „King William'' is gezonken; zeven
man zijn gered.
De kapitein en één man van de equipage
worden vermist.
Een aanslag te Antwerpen.
De „Temps" van 25 October bevatte het
bericht, dat te Antwerpen een aanslag zou
zijn gepleegd op een huis, waarin Duit
sche officieren verblijf hielden.
De ,,Köln. ZeLtung" bevestigt, dat op 9
September, 's avonds elf uur, in het aan
gewezen huis een ontploffing plaats had,
waardoor een keldervenster beschadigd
werd. De aanslag was blijkbaar gericht
tegen stafofficieren, die in een naburig
huis ondergebracht waren. Niemand werd
gekwetst
Luxemburg.
Een proces.
De Luxemburger oud-afgevaardigde
Prüm, burgemeester van Clerf, had in zijn
blad „Fortschritt" scherpe artikelen gepu
bliceerd tegen het Duitsche oentrum en
vooral tegen den centrumsleider Erzber-
ger. Deze had Prüm een civiel proces aan
gedaan en eischte van hem een schadever
goeding van 5000 frs. en publicatie van
Prüm's veroordeeling in drie Luxemburg-
sche en drie Duitsche bladen.
Het geding, op zich zelf van onderge
schikt belang, was voor de rechtbank te
Diekirch begonnen, doch is plotseling ge
schorst door het ingrijpen der militaire
overheid.
De militaire commandant meldt de
Luxemburgsche berichtgever van „De
Tijd" heeft een huiszoeking in de "wo
ning van L'ruui -JLtMMx. .in tiivfftn.
zelf door landstoriusoldaten in de werk
plaats van een timmerman te Clerf ge
arresteerd. Terwijl Prüm in een naburig
hotel werd bewaakt, nam men te zijnen
huize eenige geschriften in beslag en
exemplaren van de brochure, waarin de
artikelen* waren verzameld, die hij tegen
Erzberger had gepubliceerd.
De arrestatie heeft in Luxemburg, waar
de heer Prüm zeer populair is, veel opzien
gebaard; men vreest dan ook, dat zijn
aanhouding nieuwe stof tot agitatie zal
geven.
Engeland.
Lord Kitchener.
De „Petit Parisian" medd-t, dat lord
Kitchener na zijn overleg met de Fran
sche regeering vertrekken zal naar de
Dardanellen, Egypte, Macedonië en Grie
kenland. Hij zal de verschillende fronten
bezoeken waar gevochten wordt of waar
strijd te verwachten is. Hij zal omtrent
zijn bevindingen te Parijs en Londen ver
slag uitbrengen, dat naar men hoopt tot
volledige samenwerking in de actie der
geallieerden zal voeren en wellicht tot
thans nog onvoorziene plannen zal leiden.
Verschillende oorlogsberichten.
Voor den vrede. Z. D. H. de Bisschop
van. Gent heeft een gedurige aanbidding
voor den vrede vastgesteld op 8, 15, 22 en
29 November en 6, 13 en 20 December in
de St. Jacobskerk, St. Martinuskerk. St.
Pieterskerd, St. Annakerk, St. Bavokerk
en St. Michielskerk, aldaar.
Prijsverlaging op de veemarkt te Ber
lijn. De vaststelling in Duitschland van
maximumprijzen voor varkens heeft reeds
resultaten gehad. Op de veemarkt te Ber
lijn stonden Zaterdag 11,483 varkens ten
verkoop. De slagers namen oen afwach
tende houding aan, daar zij niet wisten,
of zij duur ingekocht vleesch nog van de
hand zouden kunnen zetten voor de bepa
lingen op de maximum-prijzen van kracht
werden. Het gevolg was, dat de prijzen
gemiddeld 40 M. per centenaar levend ge
wicht daalden.
Zeppelin-vrees. De „Manchester
Guardian" meldt, dat het gewone diner in
de Guildhall in Londen, ter eere van den
nieuwen lord mayor, dit jaar niet zal
plaats hebben, maar dat er een déjeuner
zal gegeven worden. De reden is, dat men
zooveel mogelijk extra-drukte in de Lon-
densche, straten na zonsondergang zoekt
te vermijden. Het blad schrijft, dat dit in
zicht zóó juist is, dat het wel navolging
verdient. In het bijzonder zou het door de
Londensche theaters kunnen worden na
gevolgd, die in plaats van avondvoorstel
lingen zooveel mogelijk matiné's zouden
kunnen geven. Verder zouden zakenliedeij
in het algemeen verstandig doen, indien
zij, om onnoodige drukte te vermijden,
zich nog bij daglicht huiswaarts begaven.
Buitenlandsche berichten.
Een aanslag.
In een straat te Boecharest ontplofte
gistervoormiddag een helsche machine. Zij
was goed verpakt aan oen pakjesdrager
hnn.l irmfrlrl i
hat .ynlr.
kot, welks inhoud aan den pakjesdrager
onbekend was, bij Jancullscu, leeraar aan
een seminarie, te bestellen. Op weg daar
heen liet de besteller het pakje bij ongeluk
vallein. Er ontstond toen een ontploffing;
door welke de pakjesdrager zwaar en een
jongmensch, dat juist voorbij ging, licht
werden gewond.
Zondag reeds was bij genoemden leoraar
een pakjesdrager gekomen mot een pakje,
en oen brief, die don leeraar waarschuw
de het pakje niet te openen, daar hij an
ders verloren zou zijn. De leeraar gaf den
brenger het pakje dan ook weer inedo.
Men veronderstelt, dat hier sprake is
van een persoonlijke wraakneming.
De autoriteiten zijn onmiddellijk een on
derzoek begonnen.
Brand op een Franschen mailboot.
Reuter meldt uit New-York: De Fran
sche mailboot „Rochambeau" heeft brand
aan boord, doch verkeert niet in gevaar,
daar het vuur reeds onder bedwang is.
Het schip koerst naar Halifax.
(De „Rochambeau" is een schip van
12,678 "ton van de Cie Générale Transat-
lantique te Havre. Red.)
Mijnontploffing.
In een mijnschacht van de naamlooze
vennootschap „Deutscher Kaiser" te Ham-
bom zijn gistermiddag door oen ontplof
fing van mijngas 19 mijnwerkers gedood,
FEUILLETON.
De noodlottige erfenis.
IN)
Ik bracM hein naar den trein
«n hij mam zeer vriendelijk afscheid van
mij en bedoofde, dab hij mij, zoodira hij te
Parijs was, zou schrijven, maar ik heb
oouit meer iets van hem gehoord. Plotse-
fog zijn .alle betrekkingen, tusschen ons
gebroken en ik kan u niet zeggen, hoe
wel verdriet mij dat deed want ik hield
wel van mijn overste.
Misschien heeft zijn plotseling ver
kregen rijkdom hemtrots gemaakt en
wixw hij daarna geen kennismaking meer
aanhouden met mensehen uit zijn vroeger
teven.
O! -neein, d-at zal ik nooit van hem ge-
teoven, daarvoor ken ik zijn eidel karakter
tegoed, maar dat .lis het juist, wat mij zijn
Ptetsalsng stilzwijgen nog meer onverklaar
baar maakt.
Hebt gij dan ook niet vernomen, dat
*ijn broeder an Amerika overleden is?
he secretaris üeeik zijn bezoeker met
groote oogan aan en riep:
Is mijnheer Bernard dood?
Wist gij dat niet?
Ik hoor het nu pas voor 't eerst.
Gij hebt mijnheer Bernard d'Alleret
kfr zeker niet gekend?
Persoonlijk niet, maar ik héb veel
hem hooren spieken. Mr. Hector
"teid .innig veeft van zijn broeder, dit sterf
geval moet voor hem een zware slag ge-
^st zijn en misschien ligt. hierin de oor-
l4ak dat hij mij in het geheel niet meer
geschreven heeft. Door zijn verdriet zal
hij al het overige vergeten hébben.
Het zou wel kunnen, dat dit verdriet
niet zoo erg is geweest als gij wel denkt
Wareneer zijn broeder wa3 blijven, leven,
had hij met hem de erfenis moeten doelen,
terwijl hij, bij diens dood, eenig erfge
naam van de mitlioemen bleef.
Oblousky sprong bij deze verdachtma
nende woorden op en riep imeb veront
waardiging uit:
Ik zJ.e wék. dab gij mijnheer Hector
d" Alle ret niet kent. Zijn broeder was het
liefste wat hij op de wereld bezat en alle
schatten der aarde zouden hem niet in
dat ver'.tes hebben kunnen troosten. Gij
hadt hem moeten hooren met hoeveel
warmte en innigheid hij over hem sprak.
Steeds had hij het portret van zijn broe
der bij zich, dat hij in een gouden medail
lon om zijn hals droeg.
GLever James spitste zijn ooren.
Ee-n portret in medaillon? herhaalde
hij.
Ja.
Hebt gij dat portret wel eens gezien?
Meermalen.
Zoudt gij het herkennen?
Ongetwijfeld, maar waarom vraagt
gij dat?
Zonder te antwoorden haalde Swift een
dagblad uit zijn zak, de Nouvelliste Vau-
dois, waarin het vinden van het lijk op
den Finsteraarhorn uitschreven was met
eenige illustraties en portretten toegelicht.
Hij vouwde hel blad zoo, dat het me
daillon-portret boven 'kwam en hield dit
aan Oblousky voor.
Nog voor James den ffjd had gehad iets
te vragen, riep de Rus:
Dat is hijl
Mijnheer Barnard?
Ja zieker, en dit is zelfs genomen
naar hetzelfde medaillonportret dat ik
zoo dikwijls van mijnheer Hector heb ge
zien.
Daar zijt gij dus volkomen zeker van?
Ik zou er een eed op; durven doen.
Maar hoe kamt dat portret in die courant
afgedrukt?
Dat zal ilk u dadelijk zeggen, maar
eerst moet gij nog iets anders zien.
James varvouwde de courant, zoo dat nu
een ander portret bovenkwam, namelijk
een portret dat de Zwitsersche politie had
laten maken van den onbekenden doode
en dat zij eveneens aan de dagbladen had
rondgezonden, met verzoek het af te druk
ken.
Kent ge hem? vroeg hij, terwijl hij
ook dit portret onder de oogen van
Oblousky bracht.
Weer antwoordde deze zonder aar
zeling:
Dat is mijnheer Hector zelf.
Hij bekeek niettemin het portret wat
nauwkeuriger, zoodat Swift vroeg:
Vergist ge u niet?
Die vraag bleef onbeantwoord. Oblous
ky scheen ze niet gehoord te hebben.
Zijn oogen bleven strak op het portret
gericht en een uitdrukking van schrik en
ontsteltenis teekerede zich meer en meer
op zijn gelaat af.
Hij ds 't, o! geen twijfel mogelijk,
mompelde hij, meer voor zichzelf dan te
gen den detective, die hem met aandacht
gadesloeg, maïtr welk een zonderling por
tret is dat. Zijn gelaat is zoo vermagerd
en ingevallen, het lijkt wel versteend en
zijn oogen staan zoo strak.
Nu zag hij den detective aan en zeide:
Het is, alsof dit portret ndet van een
levende is genomen.
Dat ie het ook niét.
Van... van oen lijk?
Ja.
Oblousky slaakte een kreet van smart,
viel met «zijn hoofd voorover op zijn schrijf
tafel en barstte in krampachtig snikken
uit.
Clever James wachtte geduldig, totdat
deze eerste aanval van smart een weinig
gestild zou zijn.
Hij was in het geheel niet verbaasd.
Reeds lang, zonder dat hij er met
iemand over gesproken had, vermoedde
hij, dat die man .te Parijs zich ten on
rechte voor graïaf d'Alleret uitgaf en het
geen hij hier in Rusland omtrent het ka
rakter van Hector vernam, had süechts
ge-strekt om dit vermoeden te bevestigen.
Na geruimen tijd hief Oblousky het
hoofd weer op en, met nog door de tranen
half versmoorde 6bem zeide hij, op een
.toon van zacht verwijt tegen zijn bezoe
ker:
Waarom hebt ge mij niet dadelijk
gezegd dat hij dood was?
Omdat ik het zelf niet wist.
En dit portret dan?
Ik wist dat dit portret van een doode
is. maar niet, dat die doode mijnheer
Hector d'Alleret is.
Wat beteekent dat?
Het portret is genomen van een lijk,
dat in een rotsWloof van oen der Zwitser-
sche bergen werd gevonden. Men weet
alleen, dat het van een reiziger is, die
daar ruim anderhalf jaar gé'.eden varon-
lukte. Dat het lijk zoo gaaf en goed her
kenbaar is gebleven komt, doordat het al
dien tijd onder ijs en sneeuw gelegen
heeft.
Maar wat heeft dat medaillon-por
tret met dien doode te maken en hoe komt
het dat het, naast het portret van den
doode. in dit blad is afgedrukt?
Dat is zeer eenvoudig Men heeft op het
lijk niets gevonden, geen papieren of aan
wijzingen waaraan men do indentiteit kon
vaststellen. Alleen droeg de doode een
gouden medaillon om den hale waarin
zich dit portret bevond en om nu de her
kenning mogelijk te maken heeft men dit
portret, naasi da van den doode, ire de
bladen laten afdrukken.
Een aanwijzing te meer. Wanneer ik
er nog aan twijfelde of mijn arme overste
dood was, dan zou dit portret mijn laatste
aarzeling wegnemen, want zooals ik u
reeds zeide, ik héb het meer dan eens iim
zijn bezit gezien en ik wéét dat hij het
aan een zijden koord om zijn hals droeg
in een gouden medaillon.
Daar zijt gij dus zeker van?
Als van mijn eigen bestaan.
Maar nu moet ik u nog iets meedee-
len. Te Parijs woont op dit oogenhlik een
man die beweert de graaf Hector d'AMe-
ret te zijn, geweizen mijn-ingenieur te Toe*
la in Rusland, broeder van Bernard d'Al-
•leret en erfgenaam van de milllioenen;wat
meer zegt, die man is -in het bezit van alle
papleren, om zijn aanspraken te bewijzen.
Een bedrieger! riep Oblousky met
volle overtuiging uit, een bedrieger... zoo
niet erger.
[Wordt vervolgd.)