22 buitenland. De Oorlog. binnenland. 63 JAARGANG No. 1810 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering ui het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaaL Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke'nummers 2>/s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL DINSDAG SEPTEMBER. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van J-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeellngen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstper o cel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cenL De Franschen behalen een succesje bij Sapirneul. - De geschutactie tegen ie Servische Donau-stellingenduurt voort. Van hei Westelijk oorlogs terrein. Overzicht. Van dit. ooriogste.rrein groote commu niques en weinig .belangrijk nieuws. Ech ter schijnt hier toch meer gevochten te worden dam andere dagen. Zoo meldt -het Fransche communiqué: ,,Aan het. kaïnaal ran, Aisne naar Marne kregen we voet aan den rechteiroeveir ter weerszijden van Sapigneul. Tevergeefs deden de Duitschers tegenaanvallen, zij moesten terugtrekken met achterlating van een .twintigtal! lij ken en voorraden handgranaten." Het Duitsche communiqué geeft dit toe en wel dn dezen vorm: ,,Het Maandag in puin gescihoitien s'.uizehhuis bij Sapigneul i het A)isne-Mame-ka.naal ten noord westen van Reims, werd 's nachts nadat de overblijfselen hadden laten sprin gen, stelselmatig zonder aanraking met don vijand door ons ontruimd." Wij getooven echter niet, dat de ontrui ming van het siluizenhuis geheel vrijwil»- lig e.n zonder aanraking met den vijand" is geschied; hier zial, eveneens a's op', am- e ptfntem van het front, om elke strook grond ha.rd gevochten worde'n. Met dit aft heeft het Fransche succesje weinig te be kekenen en brengt het ons niets nader tot het einde van den oorlog. Van het Oostelijk oorlogs terrein. Overzicht. Over de beteekenis van de inneming van Wilna schrijft kapitein Bertkau in de „Voss. Ztg.Terwijl de legers van von Scholz en von Gallwitz de Russen tusschen Wilna en Wolkowysk aanvielen, en prins Leopold van Beleren langs den spoorweg naar Minsk uit het zuiden omvattend op rukte, ging he-t leger van generaal von Eichhorn uit h,et. noorden tot den aanval over. In het oosten sloot dit leger aan bij dat van v. Below, die tegen de linie Riga- Dunaburg oprukte, en met de uiterste vlougelgroezien ging het tot aan het spoor wegstation Molodestjno, aan de lijn Wil- na-Minsk, ongeveer 125 K.M. van Wilna. Hierdoor werd het Russische Wilnafront ingesloten in de lijn Wornjany-Smorgon- Molodetsjno, en werd de terugtochtsweg der Russen naar het oosten afgesneden. Door de bezetting van de lijn Mjedniki- Lida-Soljane werd het knooppunt van den spoorweg Wilna-Minsk bereikt, en de ver binding over Lida afgesneden. En naar het noorden is door bezetting van S>venzjany en van den spoorweg, die oostelijk van die plaats loopt, eveneens de terugtochts weg afgesneden. De ,,Rjetsj" kon dan ook, in een be spreking van den militairen toestand, do opmerking niet weerhouden, dat door den opmarsch der Duitsche legers 'de troepen aan cle Duna en in Wilna van de Russi sche hoofdmacht waren afgesneden. Generaal Von Hindenburg heeft met den directen aanval op Wilna getalmd, totdat de legers de verschillende punten, waar langs de Russen zouden kunnen terug trekken, hadden bereikt. Eerst daarna ging hij tot den aanval op de stad. over. Het Russische leger, dat in oostelijke richting terugtrok, trachtte bij Smorgon de lijn naar Minks te bereiken, doch stiet daar op de Duitsche legers, die de Russen terug dreven. Eveneens werd dé poging om aan de - Wilya bij Michaliski door te breken en de aansluiting tusschen het Wilna-leger en het Dunaburg-leger te herstellen, afgesla gen. Ditmaal schijnt von Hindenburg het omtrekkingsplan met zooveel zorg en ge duld te hebben uitgevoerd, dat de moge lijkheid bestaat een deel van het Russische leger te beletten zich bij de op Moskou .terugtrekkende hoofdmacht aan te slui ten of naar het noorden,, naar Walk of Polozk uit te wijken en zich bij het leger te voegen, dat den toegang tot Petersburg verdedigen moet. Bij Dunaburg wordt door von Below's leger de aanval krachtig voortgezet. De Russen, die in Novo—Alexandrowsk ten Z. W. van Dunaburg een stelling bezet had den, werden genoodzaakt zich hièruit te rug te trekken én op Dunaburg terug te gaan. Een ,,Times"-bericht zegt, dat de aan vallen op de stelling van Dunaburg onaf gebroken worden voortgezet. Als de aan val op de eene plaats wordt gestaakt., be gint onmiddellijk ergens anders een nieu we. Op sommige plaatsen ligt het. front nog slechts twaalf mijlen van de stad, in welker verlaten straten het gedonder van het zware geschut weerklinkt. Dat de stad het houden zal verwacht de .Times" niet. Het bericht, door het ,,H. N." ons van de Duitsche grens gezonden, dat Dunaburg dpor de Duitschers bezet is, werd officieel nog niet bevestigd. Toch is de val van Dunaburg slechts een quaestie van tijd. Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Overzicht. Op het Zuidelijk oorilogsterrein blijft de strijd steeds bepaald tot artillerie- en ïoop- g.ra vemgevechten Het Óostenrijksc-he communiqué brengt ons eens eenig niieuws van den luitenant- dichter d'Anmunzio. Uit éen t-weedekker bestuurd door den papieren held werden volgens het communiqué, vlugschriften geworpen vam buitengewoon omnoozelem inhoud." Luitenant d'Annuinzio denkt ze ker zijn tegenstanders te vernietigen met vlugschriften inplaats van met bommen. Van het Zuid-Oostelijk oorlogsterrein. Overzicht. Ongeveer veertien qnaanden na het uit breken van den oorlog tusschen Oosten rijk etn Servië, vernemen wij weder, een® wat van oorlogvoeren in dat gebied. Ge- ruimen tijd" stond de strijd daar stiill. N.a den ongel-ukki'gen terugtocht van de Oos- tenrijksche troepen uit Servië scheen de oorlogvoering op dat gebied gestaakt te ziin. Thans meldt het Oostenrijksche le- garberidht, dat de gesdhutactie tegen de Servische Donaustóltlingen voortduurt. Spoedig zullen nu van meer wapenfeiten hoeren tegen Servië. Op Zee. Turksche zeilschepen vernield. Volgens een Reuter-bericht uit Peters burg hebben Russische torpedobooten bij Sinope 'n met munitie geladen Turksche vloot van zeilschepen in den grond ge boord. De bemanningen der schepen zijn gevangen genomen. De Turken torpedeeren een Engelsch schip. Het Turksche hoofdkwartier meldt: Een gedeelte van de Turksche vloot- macht torpedeerde bet geladen Ewgelsche stoomschip Patagonia" (3653 netto tons) en bracht het vlak voor de haven van Odessa tot zinken. Op de andere fronten niets van belang. In de Zwarte Zee. Reuter meldt uit xrijs: Blijkens eem telegram uit Odessa zijn Russische sche pen, dooi' een Turks oh-Duitsche duikboot, die, onlangs iin de Zwarte Zee verschenen, Ln Russische wateren dier zee opereert, dn den girond geboord. De duikboot- en mijnoorlog. De stoomboot Linkmoor" is gezon ken. iDe bemanning iis geréd. (Het s.s. ,,Lmruk.moor", groot 4306 br. tons, gebouwd tiin 1914, behoorde aan de Moor Litnie, te Londen. Red.) Verschillende Oorlogs berichten. Uit gevangenschap ontvlucht. Den heer Job. Schmidt, diie reeds sedert jaren in dienst der American Petroleum Com pany te Rotterdam staat, laatstelijk al® gezagvoerder van het tanfcst oom schip ..Charloiis", en die destijds in het Engel- sohe Kanaal van boord werd gehaalid wijl hij van oorsprang een Duitse her is, ge lukte het uit Engeland te ontsnappen en veil/ig bij zijne famfiie te E'isfletih terug te komen. Ontsnapte gevangenen In de afge- loopen week zijn verschillende Duitsche krijgsgevangenen uit EngeLsche kampen ontsnapt. Hoewel men er reeds in is ge slaagd, eenige opnieuw in verzekerde be waring te brengen, looft de regeering than9 een som van 100 p. st. uit voor de opsporing van Otto T., luitenant-vliegenier en Hans K., luitenant der Duitsche ma rine, die beiden uit het gevangenkamp te Doning.ton, Maal zijn ontsnapt. Een verongelukte Zeppelin-soldaat. De Daily Express" meldt, dat van een der Zeppelins, die aan den tocht boven Londen deelnamen, bij terugkeer in Duitschland een man zal moeten zijn ver mist. Zijn onherkenbaar verminkt lijk is gevonden-,,ergens in Engeland". Verkwisting in het Engelsche leger. Dezer dagen hadden-50 werklieden, die in een kamp bij Godalrning gearbeid had den, zich voor den rechter te verantwoor den wegens diefstal. Het betrof hier aller lei kleine, bijna waardelooze gingen. Een der verdedigers merkte op, dat de gestolen voorwerpen opgeraapt waren van een stapel afval, die gereed lag om verbrand te-worden. Bij onderzoek was hem geble ken, dat voortdurend massa's bruikbare voedingsmiddelen enz. verbrand werden. Dit misbruik gaat zoo ver, dat op één en kelen dag 500 brooden, 20 pond vleesch, karrevrachten kleeren, honderden schoe nen, 60 paar sokken en stapels dekens werden verbrand. Toen een sergeant-majoor ontkende, dat de verkwisting zoo ernstig was, als de advocaat beweerde, weerklonk van de bank van beschuldigden zulk een geroep van leugens" en ,,er wordt dag en nacht door verbrand" enz., ontstond een. zoo hevig lawaai,' dat de hulp der politie moest worden ingeroepen. De beklaagden werden op 18 na met. boeten gestraft. De kosten der Engelsche spionnage. Op de Engelsche begrooting is de post voor .secret service" met 200,000 pd.st. verhoogd, zoodat die over het komende begrootiingsjaar 350,000 pd.sL aal beidiragcin. Deze enmme sorting en zijn langzamerhaTffl noodig geworden om de neigeerlng op de hoogte te houden van de plannen en da den van de andere. In 1886 werd slechts 60,000 pd.st. voor dezen dienst uitgetrok ken. Buitenlandsche berichten. Mijnongeluk. Volgens een bericht uit Lenden zijn 300 mijnwerkers tengevolge van een brand in een mijn .te Eqha'il bij Nunne.T^ Inge sloten. Er zijn 'reeds 10 lijken geborgen. Nederland en de Oorlog. Opkomst landstorm jaar klasse 1914. De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat de opkQmst in werkelijken dienst van de landstormplichtigen der jaarklasse 1914 zal moeten plaats hebben: de niet-Israëlie- ten voor alle provinciën met uitzondering van Groningen en Drenthe op Vrijdag 1 en Zaterdag 2 October, voor Groningen op 1 October, voor Drenthe op 2.October a.s., de Israëlieten: voor alle provinciën op Maandag 4 October. Textieln ij verheid. In de gisteravond gehouden vergadering van de Kamer Yan Koophandel, te Hen gelo, is voorgelezen een adres, gericht is aan den minister van landbouw, nijver heid en handel, waarin de moeilijkheden worden uiteengezet, welke de textielfabri kanten ondervinden bij den invoer van verfstoffen. Uit de inededeelingen van en kele leden bleek, dat het met dien invoer slechter gaat dan ooit; in geen twee maan den heeft de Duitsche regeering een con sent voor den uitvoer ervan gegeven. Mobilisatie enverveling. V. Ii(amel) spreekt in de (oude) „Amster dammer" over den „wintervijand", die onze weermacht in het komende seizoen bedreigd: de verveling. Het is een gewel dig moeilijk vraagstuk, want het betreft den zwaarsten eisch, gestold aan de geest drift en liet uithoudingsvermogen van eenig volk onder de wapenen. Hoe te voorzien voor al die uit burgerlijke leven en uit hun burgerlijken werkkring gerukte man nen, in 't. gemis van hun eigen geregelden arbeid: het gemis van het werk, hetwelk hun handen en hun hoofden verstaan en, waarmee zij zichzelf en de hunnen door het leven slaan? Prof. Van Ilamel schrijft o. a.: „,L)e vraag is dus of het niet noodig en mogelijk is, meer dan tot dusver geschiedt, onze gemobiliserden in staat te stellen althans een deel van hun gewone werk of bedrijf weer waar te nemen; en den dienst zoo te regelen, dat hieraan in ruime mate tegemoet gekomen wordt, liet gemakke lijkst zal dit vallen bij de troepengerleelten, welke, betrekkelijk kort van huis gelegerd, eenvoudig door een doelmatig ingerichte- dagindeeling reeds voor een belangrijk deel aan hun burgerleven kunnen worden teruggegeven. Moeilijker, daar, waar do afstanden groot zijn, en waar misschien bijzondere arbeidsorganisatie noodig zou zijn. Dit moge zeer ingrijpend lijken in de De suikertante. Mijnheer en juffrouw Van Meersen za ten op een mooien zomermiddag in het prieeltje achter in den tuin. Mijnheer Van Meersen had juist zijn middagdutje gedaan en slurpte behaaglijk aan zijn kopje thee. Opeens zei zijn vrouw: „Zeg, Willem, 't is vandaag juist een jaar geleden, dat tante Clara bij ons kwam. - Als ze nou niet gauw komt, komt ze van tien zomer niet, ine er. Ik mag maar lijden, dat. ze wegblijft, we hebben den laatsten keer tien dagen lang met haar opgescheept gezeten, en dat wals nog niets, maar ze is zoo slecht te voldoen." „Praat me niet over dat vervelend schepsel", antwoordde mijnheer Van'Meer sen, „ik zit nog liever 'tien dagen aan de Noordpool dan dat we haar één dag hier moeten hebben!" „Maar als ze vooruit schrijft dat ze komt, moeten wij haar toch wel wachten", zuchtte zijn echtgenoote. ,,Den laatsten keer scheen ze niet erg vqldaan, toen ze vertrok, misschien komt ze dit jaar wel Biet." „Ik mag het lijden", antwoordde Van Meersen, „was het niet om de dubbeltjes, - die.ons na haar dood te wachten staan, dan keek ik haar van mijn leven niet aan.'' -■En wat een pretentie® heeft zij altijd", hernam de juffrouw. „En gierig, verbeeld je, toen ze na tien dagen heenging, kreeg de meid, die al dien lijd haar schoenen had moeten poetsen an ze als een hondje na moest loopen... één kwartje!" Beide echtelieden zuchtten en er heersch- te een korte pauze, toen eensklaps de meid verscheen met een telegram in de hand. „Ze komt weer, en liefst van avond om zes uur al", zei Van Meersen tot zijn vrouw. Juffrouw Van Meersen nam het tele gram en las: „Kom vanavond zes uur met den trein. Baat een rijtuig komen, 't loopen valt me moeilijk, CLARA VERMEER." „Och, God", wat zullen we aanvangen, zuchtte de juffrouw, „nu komt ze zonder te schrijvén hier maar binnenvallen, ter wijl we op niets gerekend hebben." „Ja, wat vangen we daarmee aan?" her haalde hij. „Konden wij er maar op fat soenlijke wijze aan ontkomenMaar stil, daar. valt me wat te binnenAls wij ook eens op reis gingen, dan waren wij méteen van haar verlost „Maaropperde juffrouw Van Meersen, „hoe dat aan te leggen?" „Wel heel eenvoudig, wij gaan dadelijk met den eersten trein naar Amsterdam, naar mijn broer, dien heb ik in lang niet gezien. Tante zal geen kwaad vermoeden, als ze ons niet thuis vindt, daar zij ons niet over haar komst geschreven heeft We behoeven daarbij aoo lang niet weg te blijven. Trees zegt haar eenvoudig, dat wij sinds twee dagen op reis zijn en zij niet juist weet, wanneer wij terugkomen. Ik wed, dat ze dan den volgenden dag al ver trekt." Een half uur later waren de beide echt- genooten reisvaardig en juffrouw Van Meersen was bezig de meid de rol in te prenten, die zij tegenover tante Clara moest ,En nu moet gij haar maar zeggen, Trees, dat we al twee dagen op reis zijn naar Amsterdam. Zoo gauw zij vertrok ken is, moet gij ons telegrafeeren, hier hebt gij het adres. Een rijtuig hoeft ge niet naar het station te sturen; ge zegt heel eenvoudig, dat je niet lezen kan, en ze kan je dat niet kwalijk nemen." Nadat mijnheer Van Meersen op zijn beurt haar nog den een ot anderen raad had gegeven, verlieten beiden het huis, onder de verzekering van Trees, dat zij dat zaakje wel klaar .zou spelen, en twintig minuten later voerde de trein hen naar Amsterdam. Tegen zes uur ging Trees koffie zetten en broodje® smeren voor de tante, die weldra komen zou. Terwijl zij de brood jes met groote schijven gerookte worst be legde, viel haar eensklaps de rol in, dien zij moest spelen. De juffrouw had haar immers gezegd, dat zij doen moest, alsof zij geen letter kon lezen, en dan kon zij ook niet weten, dat Tante komen zou. Trees werd plotseling zenuwachtig. Zou zij haar rol wel goed spelen, nu zij al zoo slecht begon? Weldra echter herstelde zy zich, gooide de broodjes met worst in een trommel, goot de koffie, die in een porseleinen pot stond te pruttelen, in de daagsche koffiekan over en ging in de keuken haar boterham zitten eten. Terwijl zij zoo over haar rol nadacht, stiet liet haar toch wel een beetje tegen de borst, aan mevrouw Vermeer te moeten beken nen, dat zij niet kon lezen. „Neen, dat leg ik anders aan," dacht zij bij zich zelf, „ik kan even goed zeg gen, dat we geen telegram gehad hebben." 't Was halfzeven, daar werd eensklaps een beetje driftig gebeld. Trees schrok op, daar was ze... Langzaam slofte Trees naar de deur en deed open. Ja, daar stond tante, een dikke, zwaarlijvige dame, met fonkelende oogjes. „Goeden dag, mevrouw!" zei Trees de grootste verbazing veinzend^ „U hier?" „Dat moet je toch wel weten," snauwde tante de meid boosaardig toe, terwijl zij het huis binnentrad. „Maar waarom was er geen rijtuig aan het station, zooals ik in het telegram ver zocht had?" „Een telegram, mevrouw?" vroeg de meid met het onnoozelste gezicht ter we reld. „Ik heb geen telegram gezien, me vrouw." „Heeft men hier dan geen telegram van mij ontvangen?" stoof de bezoekster op. Maar waar is mijnbeer en de juffrouw?" „Het treft wel slecht, mevrouw," stot terde de meid, die merkte, dat zij in liet net geraakte, „maar het speet hun zeer... het zal hun zeer spijten", verbeterde Trees snel, „als zij vernemen, dat u hier is ge weest... u moet namelijk weten, dat zij sinds twee dagen op reis zijn... naar Am sterdam, geloof ik." „Zoo", zei tante Clara op zochten toon, „dat is toevallig, heel toevallig, zij zijn anders niet reislustig... Maar wanneer ko- mên ze thuis?' „Ik weet het niet, mevrouw, ze hebben niets bepaald gezegd, wellicht over een dag of zes..." „Zoo", hernam tante Clara, zich van haar mantel en hoed ontdoende en de groote kamer binnengaand. Toch scheen zij*niet erg ontstemd haar neef en nicht niet thuis te vinden, ten minste zij liet zich goed opdienen en het voorgezette best smaken. Toen zij klaar was, vroeg ze aan Trees: „Kan je soms iemand naar het station sturen, om te hooren of ze daar geen telegram van mij ontvangen hebben?" Trees schrik, haar bedrog moest uitko men, en dan viel het plan in duigen. Maar plotseling kwam zij op een denkbeeld en zei: „Ik heb vanmiddag wel een soort brief ontvangen, mevrouw, maar ziet u, ik kan dat allemaal zoo niet... ik ben niet sterk geleerd, weet u, en kan geen letter lezen. Als dait somwijlen het telegram is geweest,hier is het, mevrouw." De kleine oogjes van mevrouw Vermeer schoten bliksemstralen. „Dom schaap, dat je bent," snauwde tante Clara Trees toe, de gele enveloppe uit de hand rukkend," dat is het telegram, waar duidelijk in staut, dat men mij een rijtuig moest stu ren. Maar als je niet kan lezen, waarom heb je het dan open gedaan?" Tante Clara scheen intusschen wel iets te vermoeden, al begreep zij dan ook niet recht hoe de vork aan den steel zat. Maar zij liet niets blijken en scheen er zich in- tusscheri weinig over te bekommeren, dat zij het gezelschap van neef en nicht moest ontberen; zij maakte den volgenden dag volstrekt geen aanstalten om te vertrek ken. Vijf dagen verliepen er intusschen, de tante was heel wel op haar gemak, liet zich goed bedienen en commandeerde Trees alsof ze een prinses was. Nog nooit had de meid- haar steekneuziger gevon den dan thans. Op den morgen van den zesden dag, toen Trees even naar den slager was, bracht de postbode een brief, die aan haar geadresseerd was. „Dat is vreemd", mompelde tante Cla ra, de enveloppe monsterend, „'t is de hand van mijn neef, de brief is in Am sterdam afgestempeld en die is nu voor de meid, die geen Letter lezen kan, zooals ze gelegd heeft! Daar zit wat achter, dat heb ik al dadelijk gedacht!" En ongegeneerd scheurde zij de enve loppe los en las de weinige regels half luid: „Trees. We hebben eiken dag naar een bericht van je uitgezien, of het spook nog riiet weg is. We kunnen niet langer hier blijven, mijn broer is op rei3 en overmorgen vertrekt zijn vrouw naar Scheveningen. Er zit dus voor ons niets anders op, dan thuis te komen. Telegra feer aanstonds wat er van is, rnaar ver berg dezen brief goed. Als tante Clara hem onder de oogen kreeg, sprong ze uit haar vel." Woedend stond tante Clara op. Ze sprak geen woord, nam den brief in haar beven de handen, deed hem in een andere enve loppe en gaf hem aan Trees, die weldra weer was teruggekeerd, met het verzoek, dien aan mijnheer te geven, zoodra hij zou thuis komen, en een uur later vertrok tante Clara zonder zelfs Trees haar kwar tje te geven. „Die kat", mompelde de meid, en snelde daarna naar het telegraafkantoor om mijnheer en de juffrouw te berichten, dat zij eindelijk van het „spook" verlost was. Nog dienzelfden avond keerden zij naar huis terug eri nu begon Trees in alle bij zonderheden tantes verblijf te vertellen, en vergat niet er bij te voegen, dat zij haar rol goed gespeeld had, ofschoon zij bet dikwijls warm had gehad, totdaj, zij zich eindelijk herinnerde, dat tante een brief had achtergelaten. Welk gezicht mijnheer Van Meersen en zijn ega zetten, toen zij hun eigen brief terug zagen, is gemakkelijk te raden. Geen enkel jaar hadden zij meer last van een bezoek.der „dierbare" tante, en toen deze zes jaar later het tijdelijke met bet eeuwige verwisselde, nog minder vanhaar na latenschap. i „Ilsgz," H. V.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1