22
buitenland.
De Oorlog.
binnenland.
63 JAARGANG
No. 1810
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
ui het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaaL Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke'nummers 2>/s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cenL
DINSDAG
SEPTEMBER.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van J-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeellngen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstper o cel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cenL
De Franschen behalen een succesje
bij Sapirneul. - De geschutactie tegen
ie Servische Donau-stellingenduurt voort.
Van hei Westelijk oorlogs
terrein.
Overzicht.
Van dit. ooriogste.rrein groote commu
niques en weinig .belangrijk nieuws. Ech
ter schijnt hier toch meer gevochten te
worden dam andere dagen. Zoo meldt -het
Fransche communiqué: ,,Aan het. kaïnaal
ran, Aisne naar Marne kregen we voet
aan den rechteiroeveir ter weerszijden van
Sapigneul. Tevergeefs deden de Duitschers
tegenaanvallen, zij moesten terugtrekken
met achterlating van een .twintigtal! lij
ken en voorraden handgranaten."
Het Duitsche communiqué geeft dit toe
en wel dn dezen vorm: ,,Het Maandag in
puin gescihoitien s'.uizehhuis bij Sapigneul
i het A)isne-Mame-ka.naal ten noord
westen van Reims, werd 's nachts nadat
de overblijfselen hadden laten sprin
gen, stelselmatig zonder aanraking met
don vijand door ons ontruimd."
Wij getooven echter niet, dat de ontrui
ming van het siluizenhuis geheel vrijwil»-
lig e.n zonder aanraking met den vijand"
is geschied; hier zial, eveneens a's op', am-
e ptfntem van het front, om elke strook
grond ha.rd gevochten worde'n. Met dit aft
heeft het Fransche succesje weinig te be
kekenen en brengt het ons niets nader
tot het einde van den oorlog.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
Overzicht.
Over de beteekenis van de inneming van
Wilna schrijft kapitein Bertkau in de
„Voss. Ztg.Terwijl de legers van von
Scholz en von Gallwitz de Russen tusschen
Wilna en Wolkowysk aanvielen, en prins
Leopold van Beleren langs den spoorweg
naar Minsk uit het zuiden omvattend op
rukte, ging he-t leger van generaal von
Eichhorn uit h,et. noorden tot den aanval
over. In het oosten sloot dit leger aan bij
dat van v. Below, die tegen de linie Riga-
Dunaburg oprukte, en met de uiterste
vlougelgroezien ging het tot aan het spoor
wegstation Molodestjno, aan de lijn Wil-
na-Minsk, ongeveer 125 K.M. van Wilna.
Hierdoor werd het Russische Wilnafront
ingesloten in de lijn Wornjany-Smorgon-
Molodetsjno, en werd de terugtochtsweg
der Russen naar het oosten afgesneden.
Door de bezetting van de lijn Mjedniki-
Lida-Soljane werd het knooppunt van den
spoorweg Wilna-Minsk bereikt, en de ver
binding over Lida afgesneden. En naar het
noorden is door bezetting van S>venzjany
en van den spoorweg, die oostelijk van
die plaats loopt, eveneens de terugtochts
weg afgesneden.
De ,,Rjetsj" kon dan ook, in een be
spreking van den militairen toestand, do
opmerking niet weerhouden, dat door den
opmarsch der Duitsche legers 'de troepen
aan cle Duna en in Wilna van de Russi
sche hoofdmacht waren afgesneden.
Generaal Von Hindenburg heeft met den
directen aanval op Wilna getalmd, totdat
de legers de verschillende punten, waar
langs de Russen zouden kunnen terug
trekken, hadden bereikt. Eerst daarna ging
hij tot den aanval op de stad. over. Het
Russische leger, dat in oostelijke richting
terugtrok, trachtte bij Smorgon de lijn
naar Minks te bereiken, doch stiet daar op
de Duitsche legers, die de Russen terug
dreven. Eveneens werd dé poging om aan
de - Wilya bij Michaliski door te breken en
de aansluiting tusschen het Wilna-leger en
het Dunaburg-leger te herstellen, afgesla
gen. Ditmaal schijnt von Hindenburg het
omtrekkingsplan met zooveel zorg en ge
duld te hebben uitgevoerd, dat de moge
lijkheid bestaat een deel van het Russische
leger te beletten zich bij de op Moskou
.terugtrekkende hoofdmacht aan te slui
ten of naar het noorden,, naar Walk of
Polozk uit te wijken en zich bij het leger
te voegen, dat den toegang tot Petersburg
verdedigen moet.
Bij Dunaburg wordt door von Below's
leger de aanval krachtig voortgezet. De
Russen, die in Novo—Alexandrowsk ten Z.
W. van Dunaburg een stelling bezet had
den, werden genoodzaakt zich hièruit te
rug te trekken én op Dunaburg terug te
gaan.
Een ,,Times"-bericht zegt, dat de aan
vallen op de stelling van Dunaburg onaf
gebroken worden voortgezet. Als de aan
val op de eene plaats wordt gestaakt., be
gint onmiddellijk ergens anders een nieu
we. Op sommige plaatsen ligt het. front
nog slechts twaalf mijlen van de stad, in
welker verlaten straten het gedonder van
het zware geschut weerklinkt.
Dat de stad het houden zal verwacht de
.Times" niet. Het bericht, door het ,,H.
N." ons van de Duitsche grens gezonden,
dat Dunaburg dpor de Duitschers bezet is,
werd officieel nog niet bevestigd. Toch is
de val van Dunaburg slechts een quaestie
van tijd.
Van het Zuidelijk oorlogs
terrein.
Overzicht.
Op het Zuidelijk oorilogsterrein blijft de
strijd steeds bepaald tot artillerie- en ïoop-
g.ra vemgevechten
Het Óostenrijksc-he communiqué brengt
ons eens eenig niieuws van den luitenant-
dichter d'Anmunzio. Uit éen t-weedekker
bestuurd door den papieren held werden
volgens het communiqué, vlugschriften
geworpen vam buitengewoon omnoozelem
inhoud." Luitenant d'Annuinzio denkt ze
ker zijn tegenstanders te vernietigen met
vlugschriften inplaats van met bommen.
Van het Zuid-Oostelijk
oorlogsterrein.
Overzicht.
Ongeveer veertien qnaanden na het uit
breken van den oorlog tusschen Oosten
rijk etn Servië, vernemen wij weder, een®
wat van oorlogvoeren in dat gebied. Ge-
ruimen tijd" stond de strijd daar stiill. N.a
den ongel-ukki'gen terugtocht van de Oos-
tenrijksche troepen uit Servië scheen de
oorlogvoering op dat gebied gestaakt te
ziin.
Thans meldt het Oostenrijksche le-
garberidht, dat de gesdhutactie tegen de
Servische Donaustóltlingen voortduurt.
Spoedig zullen nu van meer wapenfeiten
hoeren tegen Servië.
Op Zee.
Turksche zeilschepen vernield.
Volgens een Reuter-bericht uit Peters
burg hebben Russische torpedobooten bij
Sinope 'n met munitie geladen Turksche
vloot van zeilschepen in den grond ge
boord. De bemanningen der schepen zijn
gevangen genomen.
De Turken torpedeeren een Engelsch
schip.
Het Turksche hoofdkwartier meldt:
Een gedeelte van de Turksche vloot-
macht torpedeerde bet geladen Ewgelsche
stoomschip Patagonia" (3653 netto tons)
en bracht het vlak voor de haven van
Odessa tot zinken.
Op de andere fronten niets van belang.
In de Zwarte Zee.
Reuter meldt uit xrijs: Blijkens eem
telegram uit Odessa zijn Russische sche
pen, dooi' een Turks oh-Duitsche duikboot,
die, onlangs iin de Zwarte Zee verschenen,
Ln Russische wateren dier zee opereert,
dn den girond geboord.
De duikboot- en mijnoorlog.
De stoomboot Linkmoor" is gezon
ken. iDe bemanning iis geréd.
(Het s.s. ,,Lmruk.moor", groot 4306 br.
tons, gebouwd tiin 1914, behoorde aan de
Moor Litnie, te Londen. Red.)
Verschillende Oorlogs
berichten.
Uit gevangenschap ontvlucht. Den
heer Job. Schmidt, diie reeds sedert jaren
in dienst der American Petroleum Com
pany te Rotterdam staat, laatstelijk al®
gezagvoerder van het tanfcst oom schip
..Charloiis", en die destijds in het Engel-
sohe Kanaal van boord werd gehaalid wijl
hij van oorsprang een Duitse her is, ge
lukte het uit Engeland te ontsnappen en
veil/ig bij zijne famfiie te E'isfletih terug
te komen.
Ontsnapte gevangenen In de afge-
loopen week zijn verschillende Duitsche
krijgsgevangenen uit EngeLsche kampen
ontsnapt. Hoewel men er reeds in is ge
slaagd, eenige opnieuw in verzekerde be
waring te brengen, looft de regeering
than9 een som van 100 p. st. uit voor de
opsporing van Otto T., luitenant-vliegenier
en Hans K., luitenant der Duitsche ma
rine, die beiden uit het gevangenkamp te
Doning.ton, Maal zijn ontsnapt.
Een verongelukte Zeppelin-soldaat.
De Daily Express" meldt, dat van een
der Zeppelins, die aan den tocht boven
Londen deelnamen, bij terugkeer in
Duitschland een man zal moeten zijn ver
mist. Zijn onherkenbaar verminkt lijk is
gevonden-,,ergens in Engeland".
Verkwisting in het Engelsche leger.
Dezer dagen hadden-50 werklieden, die
in een kamp bij Godalrning gearbeid had
den, zich voor den rechter te verantwoor
den wegens diefstal. Het betrof hier aller
lei kleine, bijna waardelooze gingen. Een
der verdedigers merkte op, dat de gestolen
voorwerpen opgeraapt waren van een
stapel afval, die gereed lag om verbrand
te-worden. Bij onderzoek was hem geble
ken, dat voortdurend massa's bruikbare
voedingsmiddelen enz. verbrand werden.
Dit misbruik gaat zoo ver, dat op één en
kelen dag 500 brooden, 20 pond vleesch,
karrevrachten kleeren, honderden schoe
nen, 60 paar sokken en stapels dekens
werden verbrand.
Toen een sergeant-majoor ontkende, dat
de verkwisting zoo ernstig was, als de
advocaat beweerde, weerklonk van de
bank van beschuldigden zulk een geroep
van leugens" en ,,er wordt dag en nacht
door verbrand" enz., ontstond een. zoo
hevig lawaai,' dat de hulp der politie
moest worden ingeroepen. De beklaagden
werden op 18 na met. boeten gestraft.
De kosten der Engelsche spionnage.
Op de Engelsche begrooting is de post
voor .secret service" met 200,000 pd.st.
verhoogd, zoodat die over het komende
begrootiingsjaar 350,000 pd.sL aal beidiragcin.
Deze enmme sorting en zijn langzamerhaTffl
noodig geworden om de neigeerlng op de
hoogte te houden van de plannen en da
den van de andere. In 1886 werd slechts
60,000 pd.st. voor dezen dienst uitgetrok
ken.
Buitenlandsche berichten.
Mijnongeluk.
Volgens een bericht uit Lenden zijn
300 mijnwerkers tengevolge van een brand
in een mijn .te Eqha'il bij Nunne.T^ Inge
sloten. Er zijn 'reeds 10 lijken geborgen.
Nederland en de Oorlog.
Opkomst landstorm jaar
klasse 1914.
De Minister van Oorlog heeft bepaald,
dat de opkQmst in werkelijken dienst van
de landstormplichtigen der jaarklasse 1914
zal moeten plaats hebben: de niet-Israëlie-
ten voor alle provinciën met uitzondering
van Groningen en Drenthe op Vrijdag 1
en Zaterdag 2 October, voor Groningen op
1 October, voor Drenthe op 2.October a.s.,
de Israëlieten: voor alle provinciën op
Maandag 4 October.
Textieln ij verheid.
In de gisteravond gehouden vergadering
van de Kamer Yan Koophandel, te Hen
gelo, is voorgelezen een adres, gericht is
aan den minister van landbouw, nijver
heid en handel, waarin de moeilijkheden
worden uiteengezet, welke de textielfabri
kanten ondervinden bij den invoer van
verfstoffen. Uit de inededeelingen van en
kele leden bleek, dat het met dien invoer
slechter gaat dan ooit; in geen twee maan
den heeft de Duitsche regeering een con
sent voor den uitvoer ervan gegeven.
Mobilisatie enverveling.
V. Ii(amel) spreekt in de (oude) „Amster
dammer" over den „wintervijand", die
onze weermacht in het komende seizoen
bedreigd: de verveling. Het is een gewel
dig moeilijk vraagstuk, want het betreft
den zwaarsten eisch, gestold aan de geest
drift en liet uithoudingsvermogen van eenig
volk onder de wapenen. Hoe te voorzien
voor al die uit burgerlijke leven en uit
hun burgerlijken werkkring gerukte man
nen, in 't. gemis van hun eigen geregelden
arbeid: het gemis van het werk, hetwelk
hun handen en hun hoofden verstaan en,
waarmee zij zichzelf en de hunnen door
het leven slaan?
Prof. Van Ilamel schrijft o. a.:
„,L)e vraag is dus of het niet noodig en
mogelijk is, meer dan tot dusver geschiedt,
onze gemobiliserden in staat te stellen
althans een deel van hun gewone werk of
bedrijf weer waar te nemen; en den dienst
zoo te regelen, dat hieraan in ruime mate
tegemoet gekomen wordt, liet gemakke
lijkst zal dit vallen bij de troepengerleelten,
welke, betrekkelijk kort van huis gelegerd,
eenvoudig door een doelmatig ingerichte-
dagindeeling reeds voor een belangrijk
deel aan hun burgerleven kunnen worden
teruggegeven. Moeilijker, daar, waar do
afstanden groot zijn, en waar misschien
bijzondere arbeidsorganisatie noodig zou
zijn. Dit moge zeer ingrijpend lijken in de
De suikertante.
Mijnheer en juffrouw Van Meersen za
ten op een mooien zomermiddag in het
prieeltje achter in den tuin.
Mijnheer Van Meersen had juist zijn
middagdutje gedaan en slurpte behaaglijk
aan zijn kopje thee. Opeens zei zijn vrouw:
„Zeg, Willem, 't is vandaag juist een jaar
geleden, dat tante Clara bij ons kwam.
- Als ze nou niet gauw komt, komt ze van
tien zomer niet, ine er. Ik mag maar lijden,
dat. ze wegblijft, we hebben den laatsten
keer tien dagen lang met haar opgescheept
gezeten, en dat wals nog niets, maar ze is
zoo slecht te voldoen."
„Praat me niet over dat vervelend
schepsel", antwoordde mijnheer Van'Meer
sen, „ik zit nog liever 'tien dagen aan de
Noordpool dan dat we haar één dag hier
moeten hebben!"
„Maar als ze vooruit schrijft dat ze
komt, moeten wij haar toch wel wachten",
zuchtte zijn echtgenoote. ,,Den laatsten
keer scheen ze niet erg vqldaan, toen ze
vertrok, misschien komt ze dit jaar wel
Biet."
„Ik mag het lijden", antwoordde Van
Meersen, „was het niet om de dubbeltjes,
- die.ons na haar dood te wachten staan,
dan keek ik haar van mijn leven niet aan.''
-■En wat een pretentie® heeft zij altijd",
hernam de juffrouw.
„En gierig, verbeeld je, toen ze na tien
dagen heenging, kreeg de meid, die al dien
lijd haar schoenen had moeten poetsen an
ze als een hondje na moest loopen... één
kwartje!"
Beide echtelieden zuchtten en er heersch-
te een korte pauze, toen eensklaps de meid
verscheen met een telegram in de hand.
„Ze komt weer, en liefst van avond om
zes uur al", zei Van Meersen tot zijn
vrouw.
Juffrouw Van Meersen nam het tele
gram en las:
„Kom vanavond zes uur met den trein.
Baat een rijtuig komen, 't loopen valt me
moeilijk,
CLARA VERMEER."
„Och, God", wat zullen we aanvangen,
zuchtte de juffrouw, „nu komt ze zonder
te schrijvén hier maar binnenvallen, ter
wijl we op niets gerekend hebben."
„Ja, wat vangen we daarmee aan?" her
haalde hij. „Konden wij er maar op fat
soenlijke wijze aan ontkomenMaar
stil, daar. valt me wat te binnenAls
wij ook eens op reis gingen, dan waren
wij méteen van haar verlost
„Maaropperde juffrouw Van
Meersen, „hoe dat aan te leggen?"
„Wel heel eenvoudig, wij gaan dadelijk
met den eersten trein naar Amsterdam,
naar mijn broer, dien heb ik in lang niet
gezien. Tante zal geen kwaad vermoeden,
als ze ons niet thuis vindt, daar zij ons
niet over haar komst geschreven heeft
We behoeven daarbij aoo lang niet weg te
blijven. Trees zegt haar eenvoudig, dat wij
sinds twee dagen op reis zijn en zij niet
juist weet, wanneer wij terugkomen. Ik
wed, dat ze dan den volgenden dag al ver
trekt."
Een half uur later waren de beide echt-
genooten reisvaardig en juffrouw Van
Meersen was bezig de meid de rol in te
prenten, die zij tegenover tante Clara moest
,En nu moet gij haar maar zeggen,
Trees, dat we al twee dagen op reis zijn
naar Amsterdam. Zoo gauw zij vertrok
ken is, moet gij ons telegrafeeren, hier
hebt gij het adres. Een rijtuig hoeft ge
niet naar het station te sturen; ge zegt
heel eenvoudig, dat je niet lezen kan, en
ze kan je dat niet kwalijk nemen."
Nadat mijnheer Van Meersen op zijn
beurt haar nog den een ot anderen raad
had gegeven, verlieten beiden het huis,
onder de verzekering van Trees, dat zij dat
zaakje wel klaar .zou spelen, en twintig
minuten later voerde de trein hen naar
Amsterdam.
Tegen zes uur ging Trees koffie zetten
en broodje® smeren voor de tante, die
weldra komen zou. Terwijl zij de brood
jes met groote schijven gerookte worst be
legde, viel haar eensklaps de rol in, dien
zij moest spelen. De juffrouw had haar
immers gezegd, dat zij doen moest, alsof
zij geen letter kon lezen, en dan kon zij
ook niet weten, dat Tante komen zou.
Trees werd plotseling zenuwachtig. Zou
zij haar rol wel goed spelen, nu zij al zoo
slecht begon? Weldra echter herstelde zy
zich, gooide de broodjes met worst in
een trommel, goot de koffie, die in een
porseleinen pot stond te pruttelen, in de
daagsche koffiekan over en ging in de
keuken haar boterham zitten eten. Terwijl
zij zoo over haar rol nadacht, stiet liet
haar toch wel een beetje tegen de borst,
aan mevrouw Vermeer te moeten beken
nen, dat zij niet kon lezen.
„Neen, dat leg ik anders aan," dacht
zij bij zich zelf, „ik kan even goed zeg
gen, dat we geen telegram gehad hebben."
't Was halfzeven, daar werd eensklaps
een beetje driftig gebeld. Trees schrok op,
daar was ze... Langzaam slofte Trees naar
de deur en deed open. Ja, daar stond
tante, een dikke, zwaarlijvige dame, met
fonkelende oogjes.
„Goeden dag, mevrouw!" zei Trees de
grootste verbazing veinzend^ „U hier?"
„Dat moet je toch wel weten," snauwde
tante de meid boosaardig toe, terwijl zij
het huis binnentrad.
„Maar waarom was er geen rijtuig aan
het station, zooals ik in het telegram ver
zocht had?"
„Een telegram, mevrouw?" vroeg de
meid met het onnoozelste gezicht ter we
reld. „Ik heb geen telegram gezien, me
vrouw."
„Heeft men hier dan geen telegram van
mij ontvangen?" stoof de bezoekster op.
Maar waar is mijnbeer en de juffrouw?"
„Het treft wel slecht, mevrouw," stot
terde de meid, die merkte, dat zij in liet
net geraakte, „maar het speet hun zeer...
het zal hun zeer spijten", verbeterde Trees
snel, „als zij vernemen, dat u hier is ge
weest... u moet namelijk weten, dat zij
sinds twee dagen op reis zijn... naar Am
sterdam, geloof ik."
„Zoo", zei tante Clara op zochten toon,
„dat is toevallig, heel toevallig, zij zijn
anders niet reislustig... Maar wanneer ko-
mên ze thuis?'
„Ik weet het niet, mevrouw, ze hebben
niets bepaald gezegd, wellicht over een
dag of zes..."
„Zoo", hernam tante Clara, zich van
haar mantel en hoed ontdoende en de
groote kamer binnengaand. Toch scheen
zij*niet erg ontstemd haar neef en nicht
niet thuis te vinden, ten minste zij liet
zich goed opdienen en het voorgezette
best smaken. Toen zij klaar was, vroeg
ze aan Trees: „Kan je soms iemand naar
het station sturen, om te hooren of ze
daar geen telegram van mij ontvangen
hebben?"
Trees schrik, haar bedrog moest uitko
men, en dan viel het plan in duigen. Maar
plotseling kwam zij op een denkbeeld en
zei: „Ik heb vanmiddag wel een soort
brief ontvangen, mevrouw, maar ziet u, ik
kan dat allemaal zoo niet... ik ben niet
sterk geleerd, weet u, en kan geen letter
lezen. Als dait somwijlen het telegram is
geweest,hier is het, mevrouw."
De kleine oogjes van mevrouw Vermeer
schoten bliksemstralen. „Dom schaap, dat
je bent," snauwde tante Clara Trees toe,
de gele enveloppe uit de hand rukkend,"
dat is het telegram, waar duidelijk in
staut, dat men mij een rijtuig moest stu
ren. Maar als je niet kan lezen, waarom
heb je het dan open gedaan?"
Tante Clara scheen intusschen wel iets
te vermoeden, al begreep zij dan ook niet
recht hoe de vork aan den steel zat. Maar
zij liet niets blijken en scheen er zich in-
tusscheri weinig over te bekommeren, dat
zij het gezelschap van neef en nicht moest
ontberen; zij maakte den volgenden dag
volstrekt geen aanstalten om te vertrek
ken. Vijf dagen verliepen er intusschen,
de tante was heel wel op haar gemak, liet
zich goed bedienen en commandeerde
Trees alsof ze een prinses was. Nog nooit
had de meid- haar steekneuziger gevon
den dan thans. Op den morgen van den
zesden dag, toen Trees even naar den
slager was, bracht de postbode een brief,
die aan haar geadresseerd was.
„Dat is vreemd", mompelde tante Cla
ra, de enveloppe monsterend, „'t is de
hand van mijn neef, de brief is in Am
sterdam afgestempeld en die is nu voor
de meid, die geen Letter lezen kan, zooals
ze gelegd heeft! Daar zit wat achter, dat
heb ik al dadelijk gedacht!"
En ongegeneerd scheurde zij de enve
loppe los en las de weinige regels half
luid: „Trees. We hebben eiken dag naar
een bericht van je uitgezien, of het
spook nog riiet weg is. We kunnen niet
langer hier blijven, mijn broer is op rei3
en overmorgen vertrekt zijn vrouw naar
Scheveningen. Er zit dus voor ons niets
anders op, dan thuis te komen. Telegra
feer aanstonds wat er van is, rnaar ver
berg dezen brief goed. Als tante Clara hem
onder de oogen kreeg, sprong ze uit haar
vel."
Woedend stond tante Clara op. Ze sprak
geen woord, nam den brief in haar beven
de handen, deed hem in een andere enve
loppe en gaf hem aan Trees, die weldra
weer was teruggekeerd, met het verzoek,
dien aan mijnheer te geven, zoodra hij
zou thuis komen, en een uur later vertrok
tante Clara zonder zelfs Trees haar kwar
tje te geven.
„Die kat", mompelde de meid, en snelde
daarna naar het telegraafkantoor om
mijnheer en de juffrouw te berichten, dat
zij eindelijk van het „spook" verlost was.
Nog dienzelfden avond keerden zij naar
huis terug eri nu begon Trees in alle bij
zonderheden tantes verblijf te vertellen, en
vergat niet er bij te voegen, dat zij haar
rol goed gespeeld had, ofschoon zij bet
dikwijls warm had gehad, totdaj, zij zich
eindelijk herinnerde, dat tante een brief
had achtergelaten.
Welk gezicht mijnheer Van Meersen en
zijn ega zetten, toen zij hun eigen brief
terug zagen, is gemakkelijk te raden. Geen
enkel jaar hadden zij meer last van een
bezoek.der „dierbare" tante, en toen deze
zes jaar later het tijdelijke met bet eeuwige
verwisselde, nog minder vanhaar na
latenschap.
i „Ilsgz," H. V.