MAANDAG 30 AUGUSTUS. 1915. De Oorlog. No. 1790 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIIS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze imlen II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geillustrserd Zondagsblad 5 cent De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van J-5 regels f0.75, elke regel moer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Sroote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Een Utopie. Ven utopie noemt men een nitet te ver- ezenlijken. .denkbeeld. Ee,n utopie is onze vaste overtuiging het- denlt- Belii van een zekeren Amerikaan Houston at de lezers onder de rubriek Nederland n de Oor iog .Handel en Vrede") uiteen- e7et vinden. Die man wil "een geréchts- of" eon "internationaal gerechtshof.... ioch dat hebben wij al, zal men zeggen. eilt deze Amerikaan niet de stichting aii Camegie? Dat zal wel, denken we. Ioch bij wil een 'internationaal gerechts- of van een bijzonderen aard; een initer- ê4 ion aal gerechtshof, waarachter als in- jrnationale beschermer staat de inter- ationale handel! Zoo moet het in de toe- Dmst gaan: AL!e geschillen tussolien de :s, die zich voor dat doel te zamen erbinden, worden voor dat gerechtshof worpen, weigert een land zioh aan de [jtspraak van dat gerechtshof te onder- Mrpen, welnu, dan breken alle andere igesiV.-ten landen den handel af met dat villig volk. Eenvoudig, zooals u ziet, iel eenvoudig! Doet u denken aan het van Go", umbus. Maar beschouwt dat ilannetje eens iets, een klein» weinigje' neer van nabij! En ge zult bemerken, dat iet nu eigenlijk 'al precies zóó is. Al taat achter ons Vredespaleis de lezers uilen -dat mooie gebouw te 's-Gravenhage illen wel eens hebben gezien. niet ais reóging de afbreking van alle handels- emeensohap met een onwillige natie, komt toch feitelijk op 't zelfde neer: Wie zich aan de uitspraak van dat ge- «ciihshof niet zou onderwerpen,, zou op Sch laden de verachting en daardoor de istrijding van heel de wereld, hij zou rorden beschouwt als een woordbreker! Die Amerikaan had oais inziens zijn ge- ia!e vondst niet aan de wereld behoeven ekend te maken hij komt er ongeveer kd kwart-eeuw te laat mee. Maar het ergerlijke van dat overigens nsc/iuldige denkbeeld is de manier, 'aarop het wordt verdedigd. De heer Houston, die zichzelf waar- ichijnlijk reeds droomt als de grondleg ger van een blijvenden wereldvrede, zegt i. m.: ,,De groote geestelijke krachten, sis godsdienst, muziek, letterkunde, schil derkunst, enz., zijn niet machtig genoeg Rebieken om oorlogen ten ednde te bren gen. Zou het naet mogelijk zijn,, dat de .ereld te veel op deze krachtien heeft ge- feteund?" Wat 'n oppervlakkigheid en wat 'n pe danterie. De godsdienst :'(n êen adem genoemd met muziek, letterkunde, schil derkunst, enz. is niét machtig genoeg om oorlogen ten' einde te brengen En daarom zal de heer Houston de wereld een onder middel aan de hand doen! Zou het niet mogelijk zijn, dat de were'id te veel op den godsdienst heeft vertrouwd, vraagt hij. Och, als de heer Houston meent op de wereld eenigen Invloed te kunnen uitoefenen en dat meent hij ihlijkfiaar laat hij dan zijn krachten j aanwenden om d.ie wereld te leeren meer op den godsdienst te vertrouwen, meer o d s d i e n s t it g te zijn in strevingen en vertangens, Ln denken en werken), en hij zal der wereld een veiliger mid- d«l hebben geschonken om oorlogen te beëindigen en ook te voorkomen, dan zijn Internationaal Gerechtshof hetwelk is een verdienstelijke... utopie. BUITENLAND. Fransche vliegtuigen beschoten in den nacht van 28 op 29 Aug. de Duitsche barakken ie Grandpré en de barakken te Monchutinen Langen in de Argonnen. - Duitsche vliegtuigen wierpen bommen op Nogent, Ribecourt en Compiègne. - Een Italiaansch luchteskader bezocht het Oostenrijksch vliegkamp bij Aisowizaen wierp er bommen. - De uitvoer van zilvergeld uit Frankrijk is verboden. Van het Westelijk oorlogs terrein. Fran8ch legerbericht. Officieel bericht van gistermiddag 3 uur: De Fransche artillerie heeft gisternacht de beschieting van de Duitsche stellingen voortgezet. Het kanonvuur is bizonder hevig geweest in den sector van Ablain, in de streek van Roye, ten Noorden van de Aisne (in den omtrek van Caronne en Berry-au-bac), zoomede tusachen de Aisne en de Argonnen. Een verwoed gevecht van man tegen man is bij Marie Thérèse, ten Westen van het bosch van Malancourt, geleverd om het bezit van mijntrechters, waarvan de -Franschen meester zijn gebleven. De Duitsche loopgraven en veldwerken op het heele front langs de grens van Lotharingen, bij Grémecy, Bezagne, Gon- drexion en Embermesnil zijn hevig be schoten. Gevechten met handgranaten en bom men in de streek van Metzéral. Fransche vliegtuigen hebben gisternacht het station en de Duitsche legerplaats van Grandpré en de legerplaatsen van Mon- chdteau en Langon in de Argonnen ge- boipbardeerd. Zes Duitsche aëroplanes trachtten Za terdagochtend te tien uur naar Parijs te vliegen, maar misten hun doel. Zij wier pen bommen op Nogent, Ribecourt en Compiègne, waardoor te Compiègne twee vei*pleegsters en een kind werden gedood. De aëroplanes werden beschoten en nage zet door Fransche vliegtuigen. De com mandant van het escadrille vervolgde een Duitsche aeroplane tot op een hoogte van 3600 M. en schoot haar naar beneden te Senlis. De bestuui'der en de machine verbrand den. Duitsch legerbericht. Ambtelijke mededeeling van het Duit sche hoofdkwartier: 'Gisteren is 'op het Westelijke gevechts terrein niets van belang voorgevallen. Van het Oostelijk oorlogs terrein. Duitsch legerbericht. Uit het Duitsche hoofdkwartier wordt d.d. 29 Aug. gemeld: Legergroep van goneraal-veldmaarschalk Von Hindenburg. Ten Zuidoosten van Kowno werd de hajrd- nckki'ge tegenstand van den vijand ge broken. De Duitsche troepen volgen de vluchtende Russen. Wij zijn door het boschterreim ten oos ten van Augustow getrokken. Meer naar het zuiden werd bij de ver volging de iiniiej Dombrowo-Grodeck-N a- rewkasector (.ten oosten van de stad Na re w) bereikt Legergx'oep van generaal-veldmaarschalk prins Leopold van Beieren: De leger groep, die door het Bjelowijester woud heen de Russen vervolgt, nadert met ha ren rechtervleugeL Schereschewo. Legergroep van generaal Mackensen: Onder achterhoede-gev échten werden de Russen tot in de linie Podduhno (aan den weg naar Pruzana) Tewli-Kobrim ge drongen. Onize van uit het zuiden door het moe rasterrein voorwaarts dringende afdee- lingen hebben den vijand tot dicht bij Kobrin vervolgd. On hunne Stellingen ce maskeeren, dreven de Russen duizenden inwoners, hun eigen, landslieden, voor zioh uit. Zonder dat wij het wilden, zijn eenigen hunner door ons vuur gevallen. Zuidoostelijk oorlogstooneel. De troepen der bondgenooten hebben Zaterdag den verslagen vijand tot over de linie Pornor- zany—Konimdhy—Kozowa en achter den Koroplec-sector teruggedreven. Russisch legerbericht. In de streek van Riga geen veranderin gen. In de richting Fiiedrichsstadt duren de hardnekkige gevechten voort. De vijand tracht de wegen te forceeren naar de spoorlijn Kceuzburg-Mitau. Op, de wegen naar Wilna, aan den rechteroever der Wilna en tusschen dtte rivier en de Njemen heeft de vijand op 26 en 27 Augustus aanvallen gedaan,1 die door onze tegenaanvallen werden gestuit. Aan den M id den- N j emen en het front tusschen Bobr en Pripjet zetten onze troe pen o.p 26 en 27 Augustus hunne terug tocht voort, waarbij zij m gevechten de aanvallen van den vijand afsloegen. Deze is vooral vooruitgegaan in de richting ten moorden van Bjelostok, Lings den west- zoom van het Bj elowasj-bosch en de we gen naar Kobi'in. Aan den rechteroever van den Boeg begon de vijand op 26 Augustus uit de streek van Wladimir Wolinsky op te ruk ken in de richting van 'Torchin» (ten wes ten van Lutz>k) Lokatsj en Poritak. Op diit front hebben zich gevechten ontwik keld. Aan den Boven Boeg, de Zlota Lipa en den Dnjester trachtte de vijand in den nacht op 27 Aug. en den volgenden dag ons aan te vallen in verscheiden sectdes van onze stellingen en wel met bijzondere hardnekkigheid in de streek ten noorden van Brzejany en ten westen van Podgaita, waar het hem gelukt» zach te nestelen aan den linkeroever van de Zliota Lipa Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Italiaansch legerbericht Officieel bericht van den Italiaanschen generalen staf: Aan de Boven-Isonzo heeft een afdeeling Alpentroepen een stoutmoedigen overval op sterke vijandelijke stellingen op de Monte Pombon uitgevoerd en, niettegen staande hardnekkigen tegenstand, eenige loopgraven bezet. Het gevecht om het bezit van den top wordt voortgezet. Een luchteskader heeft opnieuw het vliegkamp bij Aisowiza bezocht en er 120 bommen op geworpen, die veel schade hebben aangericht. Oostenrijksch legerbericht. Officieel bericht van den Oostenrijkschen generalen staf: De op zichzelf staande aanvallen der Italianen aan het front der Isonzo zijn Zaterdag in omvang en hevigheid toege nomen, doch hebben, als gewoonlijk, ner gens resultaat bereikt. In den sector van Doberdo is Zaterdag avond laat een door krachtig artillerie- .vuur voorbereide aanval op Monte dei Sei Buse afgeslagen. Gisterochtend hebben twee mobiele mi litieregimenten tot viermaal toe storm aanvallen gedaan op de Monte San Michel. Op enkele plaatsen drongen zij in onze loopgraven door, doch werden er overal onder zware verliezen uitgeworpen. De vijand is eenigen tijd geleden een aanval met sappen tegen het bruggehoofd van Görz begonnen. Ons geschut en onze mijnwerpers hebben echter alle sappen die ons front naderden vernield. Het bruggehoofd van ToLmein is Zater dag den heelen dag zwaar door artillerie beschoten. Hierop volgde een aanval van twee ï'egimenten en twee bataljons Alpen troepen. Er ontstond een handgemeen, waarin onze troepen de overhand behiel den. Even vruchteloos waren aanvallen op de brug ten Westen van Tolmein en op het terrein ten Noorden van de brug. Zoo ook vier aanvallen op het front van de Mrzli. In het gebied van Flitsch is een aanval met aanzienlijke strijdkrachten onderno men, gestuit. Hier, gelijk overal elders, zijn onze stellingen stevig in ons bezit gebleven. Aan het Karinthische front is het tame lijk kalm. In het grensgebied, van Tirol duren de artilleriegevechten met afwisselende he vigheid voort. Amerika en Duitschland. De „Arabic". De „Times" ontleent het volgende uit New-York aan het blad „World", dat als hoofdorgaan van de Democraten ten de zen gezaghebbend is: President Wilson zal van Duitschland vergen dat het vier dingen zal doen, eer hij, President, tevre den gesteld zal zijn. 1. De daad van de onderzeeboot die de „Arabic" zonder voorafgaande waarschu wing aanviel, worde gedesavoueerd. 2. Er moeten stappen worden gedaan om de veroorzaakte schade te vergoeden. 3. De marine-officier die schuldig was aan den aanval op de „Arabic" moet wor den gestraft. 4. Duitschland moet de belofte afleggen, dat aanvallen van onderzeebooten, die in strijd zijn met het internationaal recht, niet zullen worden voortgezet. Men houdt het er voor, dat Duitschland er gereedelijk in zal toestemmen den aan val op de „Arabic" te desavoueeren en daarvoor vergoeding te geven, doch dat het over de andere punten een gedachten- wisseling zal willen openen. Doch de president zal niet voor een vergelijk te vinden zijn, tenzij hij door de feiten wordt overtuigd, dat hij ongelijk heeft. De president is heden ten dage even vast besloten, als hij was, vóór het Duit sche departement van buitenlandsche za ken aan den secretaris van Staat Lansing had gevraagd, het rapport af te wachten, uit te brengen door den gezagvoerder van de betrokken onderzeeboot. Het heet, dat de president niet van zins is nog langer met Duitschland te kibbelen over het optreden van onderzeebooton, die het leven van noncombattanten op het spel zetten. Op Zee. Kruiser gestrand. Uit Smyrna wordt aan het Wolff-bureau te Konstantinopel gemeld, dat van twee kruisers, die op 25 Augustus Geukabatli, aan de zuidpunt der Golf van Kos tón Zuiden van Smyrna, hebben gebombar deerd, de eene is gestrand. De andere trachtte hem vlot te sleepen, doch werd daarin door de Turksche artillerie verhin derd. De gestrande kruiser zette oen be mande sloep uit, waarvan 4 man zijn ge dood; de overigen sprongen in zee om naar den kruiser terug te keeren. De sloep is toen door de Turken met wapens en al buitgemaakt. Acht man van den ge- stranden kruiser, die zich op het dek be vonden, werden gedood, evenals vier man van den anderen kruiser. De door Turk sche soldaten geworpen bommen troffen den gestranden kniiser, doch het was niet mogelijk, de uitwerking vast te stellen. Aan Turksclie zijde één man gedood en één gewond. Engeisch transport met 2000 man getorpedeerd? Men seint uiit Rotterdam aan de „Tijd": Passagiers, die met 'het Nioomschip „Rijndam" van New-York te Rotterdam zijn aangekomen, deolon mede, dat in den imorgen van den 18eu Augustus bij de Sci'iLy-eilanden een. Engelsch transport schip met Canadeesche troopien is getor pedeerd. Van de 2000 man konden onge veer 1000 man worden gered. In Frankrijk. Uitvoerverboden. Uit de Fransche grensdistricten i» den laatsten tijd zooveel zilvergeld naar hek buitenland weggevloeid, dat de minister van financiën het^noodig heeft geacht den uitvoer van zilvergeld te verbieden. Voor reizigers is i«n zooverre een uitzondering gemaakt, dat zij bij het veriaten van Frankrijk voor 50 francs aan zilvergeld mogen meenemen. Frankrijk heeft, naar uit Bern aan den Lokal-Anzeiger wordt gemeld, den uit voer van wijn naar Zwitserland1 vei-boden. De Zwitsersehe wijnoogst belooflb echter dit jaar een kwalitatief zeer goede en kwantitatief middelmatige opbrengst. FEUILLETON. De noodlottige erfenis. ui Een troost? Hebt ge daajr dan iemand verloren, die u lief was? Ja en neen. Wanneer gij iemand, die u vei-geet, als dood beschouwt, ja, maar niet» wanneer mem alleen rekening houdt met het tastbare. Gij bedoelt? Er is in Frankrijk iemand, van wie Ik zielsveel houd, maar die mij geen toe van leven geeft. Zou iemand u kunnen vergeten? Dat sohijmt zoo. Eenigsziins angstig vroeg Gilberi: En.... dat is....? Mijn zuster. De jonge dokter herademde. Hoe is dat mogelijk? riep hij uit. Men zal haar belet hebben u te schrijven. Niets geeft mij aanleiding dat te ver onderstellen. Een echtgenoot misschien, die uit «verzucht.... r Zij is weduwe en hij, die haar te bidden van haar geluk ontviel, heeft ®ooit iets gedaan om ons te scheiden. Dat kan ik met hegrijpen.... Ik evenmin. Er is heel wat tijd toe geweest om mij te gewennen aan doxrkbeeld, dat mijn zuster, ondanks kefde, die wij elkander steeds hebben •occedTaganj, in staat is allen omgang met 'bh af te breken. Dat is inderdaad onbegrijpelijk'. Hadt 5>J te voren geen tyvist met elkaar gehad? Nooit. Wij zijn weezen en waren steeds innig aan elkaar verbonden, totdat zij dn het huwelijk trad. Ook na dien tijd gingen wij nog zeer vriendschappelijk ■ocm en haar echtgenoot was in onzen om gang betrokken. Zij is slechts een paar maanden met hem gehuwd geweest. On verwacht kreeg hij bericht uit Frankrijk dat hem eene erfenis was te beurt geval len, maar kort daarop overleed hij plot seling. Wat was de oorzaak van zijn dood? Ik weet het niet, dat sterfgeval kwam zoo onvei-wacht, zoo geheimzinnig, en hoe meer ik er 'over nadenk, hoe minder ik het mij kan verklaren. Heeft men dan niet de opening van het lijk aangevraagd? Alles kwam zoo onverhoeds. De fa milie van den overledene kwam over, voerde het lijk mee naar Frankrijk en mijn zustor tevens. En sedert heb ik niets meer van haar vernomen. Uw zuster ging naar Parijs? Ja. En kent gij daar ook een adres van haar? Zeker, ik heb haar meer dan eeiis geschreven, maar al mijn brieven bleven onbeantwoord. Zoudt ge mij dat adres willen noe men? Het meisje keek hem met haar groote, blauwe oogen, die vol tranen stonden)* weifelend aan, waarop hij zich haastte er bij te voegen: Ik doe die vraag niet uit nieuwsgie righeid of om mij op eenigerlei wijze in uw familieaangelegahhedeDi te dringen, dat gelooft gij toch wel van mij? Hartelijk en met volle overtuiging ant woordde zij: Ja, o! ja! Maar ik 'zie, ging hij voort, welk een grievend leed u deze verwijdering van uw zuster haart, en het zou mij zoo gelukkig maken, wanneer die verwijdering aan een of ander misverstand te wijten was en daarin door mijn tussohenkomst opheMe- Tin»g kon worden gebracht. Ik wil u wel beloven, dat Uk geen enkelien stap zal doen zonder u daarover te hebben geraad pleegd maar ook zonder dat zou ik u wel licht iets omtrent uw zuster kunnen, mee deden en daarvoor is het toch voor '1 minst noodig, dat ik haar naam weet en het adres, waaraan gij uw brieven hebt gericht. Mijn zuster is de weduwe Bernard d'AUeret, geboren Lizzie Walton, en zjj nam haar intrek bij haar zwager, den graaf Hector d'AUeret, die het hotel de Courtevron in de Avenue F ried land te Pa rijs bewoont. Gilbert noteerde dit adTes en zeide: Welk een vreugde zou het zijn, wan neer gij het hart uwer zuster kondet te rugvinden. Wie weet gebeurt dat niet nog en zou het u kunnen doen besluiten, even eens naar Europa te gaan. Zij glimlachte droevig: Wie kan weten, wat de toekomst ons nog brengen zal? zeide zij. Alleen bergen en dalen ontmoeten elkaar ndoit. VI. ONDER VIER OOGEN. Ongeveer een week was verloopen, se dert Lizzie van haar zwager toestemming had gekregen om het jachthuis te betrek ken en mem» was reeds druk bezig dit voor haar in orde te brengen, wat Hector d'Al- leret op inderdaad onbekrompen wijze liet doen. Tot zoolang zou de jonge weduwe dus op het kasteel blijven wonen, maar zij vertangde vurig dit te kuumetn verlaten, want er waren bijna altijd gaston, men- sohen, wier omgang Liizzie schuwde etn diie zij. zorgvuldig wilde vermijden, eoodOJ zij zich als het ware iin haar kamer op sloot en nagenoeg voor elk verborgen bleef. Het kasteel Courtevron lag circa 15 ki lometer van den spoorweg verwijderd en bijna dagelijks reden automobielen of sierlijke jachtwagens tusschen het kasteel en het naastbijgelegen station, om gasten te brengen of te halen. Op zekeren» morgen ging'over de ophaal brug die toegang tot het voorplein van het kasteel verbeende, een rijtuig, dat ln geen enkel opzicht geleek op de voertui gen waarmee gewoonlijk de gaston kwa men. Het was een tweewnehjg wagentje, over spannen met eén kap van ruw zeildoek en getrokken door een broodmager, aftandsch paard. dal. door een boer werd bestuurd. De heer, die uit düi armzalige huur rijtuig stapte, werd ln de vestibule van het kasteel door den gegalonneerden lakei met kennelijke minachting ontvangen. Achteloos nam de bediende zijn kaartje aan en begaf zioh daarmee naar de kamer van den graaf d'AUeret. Hij verwachtte niet anders dan bevel te zullen krijgen, dien .bezoeker af te wijzen, maar tot zijn niet geringe verbazing be val de graaf hem terstond hier te bren gen, dus keerde hij tot den bezoeker te rug, verzocht dezen hem te volgen en diende aan: Mijnheer Augu-stin Morel. Wellicht zou de verbazing van den lakei ten toppunt zijn gestegen, als hij gezien had, hoe deze gast, die op een boerenkar gekomen was, zich tegenover den lieer van het kasteel gedroeg, zoodra hij met hem onder vier oogen- was. Vrijpostig zag hij rond in de rijk ge meubileerde kamer, die den graaf d'AUe ret tot bijzonder vertrek diende, bekeek de beelden, de schilderijen, den met fijne houtsoorten ingelegd en parketvloer en 't zwaar vergulden plafond, zonder eenige notitie te nemen van den graaf, die in zijn zetel grimmig voor zich uit zat te staren. Ten slotte schoof hij een zetel tegen over dien van zijn gastheer, nam daarop plaats en leunde behaaglijk achterover. De graaf veroorloofde z»dh geen woord om aanmerking te maken op dit minst genomen zonderlinge gedrag en het was de bezoeker, die eindelijk het stilzwijgen afbrak, door met valsche gemoedelijkheid te zeggen: Verduiveld, ik moet zeggen, dat gij goed tn uw meubeLbjes zit, maar dat zie Ik met genoegen en ook dat gij volstrekt niet troisoh geworden zijt in uw grootheid want mijnheer de graaf d'AIeret is voor August.in Morel evengoed ie spreken als vroeger Bei'thenay. Loop naar de maan met uw herinne ringen, bromde de avonturier. TuKschen ens zijn geen plichtplegingen noodig.Wat komt ge hier doen? Vlug, ter zake! (Wo^dt vervol-i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1