BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten li cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
WOENSDAG
28
JULI.
1915.
Do ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regola f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel 'neer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Greote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Een contrast.
Vandér velde, Belgisch minister van
Staat en jeiider der socialistische partij in
België, bezoekt thans het front in Frank
rijk. Ver.angend door .persoonlijk onder
zoek den geest van ihet leger te leeren ken
nen, onderhield hij zich met verschillende
soldaten, liet hen vertellen over hun lig
ging, voeding enz. Bij het afscheid nemen
van de officieren zeide hij: ,,Ik wilde zelf
den geest van uw troepen leeren kennen.
Ik wist, dat Franschen, Belgen en Enged-
schen -gereed waren tot het einde vol te
houden. Maar ik wilde het hooren uit
den mond van de menschen zelf." Ten
slotte srarak hij de overtuiging uit, dat
met zulke soldaten slechts één oplossing
mogelijk is, n'. de overwinning.
Aldus de socialist Vandervelde, waar
lijk niet de eerste de beste onder de. roode
broederen.
Veiweiiik hier nu eens mede de slappe
houding der Nedeiriandsche sociaListerij.
Had de-ze zich in dezen tijd van meet
-af aan tegen elke versterking van ons
leger verzet, het ware consequent ge
weest, zij 't dan ook onverantwoordelijk.
Maar de leiders durfden dat niet aan,
hoewel zij wisten veilig tegen te kunnen
stemmen, wijl immers toch zou geschie
den wat noodig was.
,-De nationale gedachte moest toen de
nationale geschillen overheerschen" en zij
mobiliseerden eendrachtig met overig Ne
derland mee.
Toen kwam eohter de oppositie i<n de
partij en oin te kunnen blijven Leiden heb
ben de leiders nu braaf tegengestemd bij
de Landstormwet.
Op het eerstvolgend congres krijgen zij
deswege een pluimpje. Wij denken echter
't onze van zulk een op kiezersgunst bere
kend optreden!
BUITENLAND.
De Oorlog.
Verscheidene treiiers werden weer
slachtoffers van duikbooten. Ook werd
een Noorsch stoomschip door een Duit
sche duikboot in den grond geboord.
e Oostenrijksche regeering heeft beloofd
b onverdedigde steden aan de Adriatische
kust te zullen sparen.
Van het Westelijk oorlogs-
terrein.
Artillerie-gevechten.
Van dit oorlogsterrein is weinig anders
te vermelden dan eenige artilleriegevech
ten op verschillende punten.
Over het gebeurde bij Ban-de-Sapt in de
Vogezen is weder een pennestrijd ontstaan.
De Duitsche bet ichten haclden gemeld, dat
slechts een gedeelte van een Duitsche loop
graaf door de Franschen bezet is; de
Franschen stellen daartegenover vast, dat
zij zeer sterke verdedigingswerken tus-'
schen de hoogte bij Fontenelle (627) en
Launois veroverden en daarbij meer dan
800 gevangenen maakten, onder wie elf
officieren. Ondanks de hevige beschieting
door de Duitsche artillerie konden zij zich
in de gewonnen posities vastzetten en
handhaven.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
Het Duitsch-Oostenrijkscha offensief.
De opfharsch der Duitsche legers gaat
steeds langzamer, naarmate het terrein
moeilijker wordt. Aan den Naref hebben
de troepen, die de rivier overgingen, bij
Roshan krac'ntigen tegenstand ontmoet,
en volgens het Russische bericht werden
zij daarbij teruggedreven tot aan den
mond van het riviertje de Ors. Eveneens
ten Zuiden van Pultusk, aan het riviertje
de Proeth. Waarschijnlijk zijn dit voor
postengevechten van de Duitsche troepen
die den Naref overtrokken en op den Boeg
aanrukten.
Wat het Russische leger ontbreekt, is
voldoende ammunitie, om zich tegen de
opdringende legermacht te kunnen ver
zetten. Reeds had de Tirnes" daarop voor
enkele dagen gewezen; thans zegt ook de
Temps" dat, ondanks den onvoldoenden
munitievoorraad, de Russen toonen, door
hun krachtige tegenaanvallen, nog niet
gedemoraliseerd te zijn.
Toch verwacht ook de Temps" den val
van Warschau. Het blad zegt, dat groot
vorst Nikolaas de verdedigingswerken aan
de verschillende punten wel krachtig zal
verdedigen, doch niet zal trachten die tot
eiken prijs te behouden.
Van het Zuidelijk oorlogs
terrein.
Italiaansch leger bericht.
De Italiaansche Legatie te s-Gravenhage
ontving het volgende communiqué van den
Italiaanschen Grooten Generalen Staf:
26 Juli. Gisteren rukten onze infanterle-
troepen, aan den beneden-Ison-zo, na. ue
gebruikelijke, zeer doeltreffende voorbe-t
reiding door ons geschutvuur, vastberaden
vooruit en slaagden er in merkbare vor
deringen te maken. Op den linker- (weste
lijken) vleugel hebben wij een groote uit
gestrektheid boschgrond veroverd, door
ons aangeduid met den naam van Bosco
del Cappuccio. In het centrum hebben wij
enkele verschansingen genomen, die strek
ten ter verdediging van Sella San Martino
del Carso, Op den rechtervleugel werd de
Monte dei Sei Busi herhaaldelijk veroverd
en weder verloren, maar bleef ten slotte
grootendeels in ons bezit.
De strijd was overal verbitterd, vooral
in de bosschen, waarin de vijand sterk
verschanst- w(as en waaruit hij met de ba
jonet moest verjaagd worden.
Tegen het einde van den dag waren on
geveer 1600 gevangenen, waaronder 30 of
ficieren, in onze hémden.
Van het vérdere gedeelte van het front
meldt men geen gebeurtenis van bijzondere
beteekenis.
Gostenrïjksch legerbericht.
Onder bescherming van het Maandag in
den vroegen ochtend geopende buitenge
wone sterke artillerievuuur deden de Ita
lianen nogmaals met versterkingen een
aanval op het Doberdo-plateau. De bestor
ming mislukte echter en de Italianen le
den grootere verliezen dan bij een der
vroegere aanvallen.
Na verbitterde gevechten op korten af
stand bleven onze troepen ook op dezen
dag in het volledig bezit van hun oude
gevechtstellingen om den rand van het
plateau.
Aan het overige gedeelte van het kust-
front en in het Karintljische en Tiroolsche
grensgebied gebeurde niets bijzonders.
Z. H. de Paus en de onverdedigde steden
aan de Adriatïsche kust.
Z. E. de Kardinaal-Slaatssecretaris heeft
uit naam van Z. H. den Paus tot Mgr. den
bisschop van Rimini een schrijven gericht
waaraan wij het volgende ontleenen.
Z. H., getrouw aan zijn zending van
allerhoogste liefde, en ten zeerste bewogen
door de harde beproeving, waaraan van
af het begin der vijandelijkheden de stéden
van de Adriatische Zee-kust meer dan
alle andere, onderworpen waren, heeft
geen oogenblik geaarzeld aan Zijne Kei
zerlijke en Koninklijke Apostolische Ma
jesteit en aan de keizerlijke en koninklijke
regeering van Oostenrijk-Hongarije als
zijn vorigen wensch te kennen te geven,
dat de tegenwoordige rampzalige oorlog
gevoerd zou worden overeenkomstig de in
ternationale wetten en in overeenstem
ming met de beginselen der menschelijk-
heid, en dat diensvolgens opene en onver
dedigde steden, de kunstmonumenten, de
gewijde kerkgebouwen en in het bijzonder
het heiligdom van Loretto, de glorie en de
schutse der Marken, van Italië en van de
wereld, zouden worden geëerbiedigd.
Dan indien tot' dusverre het edele
verlangen des Pausen ook al niet- ten volle
in vervulling is kunnen gaan, moge Uwe
Doorluchtige Hoogwaardigheid zich toch
ervan verzekerd houden, dat de liefde van
Christus' plaatsbekleeder zich niet beperkt
heeft tot het doen van den eersten stap.
Ik kan U ook de verzekering geven, dat
zij, eveneens wat de toekomst betreft, niet
werkeloos zal blijven,' in de. vaste hoop,
dat de sombere wolk, die boven het hoofd
hangt zijner beminde zonen van dit dio
cees, moge wegdrijven, om plaats te ma
ken voor de blijde atmosfeer van een rus
tig leven, en om de Hemel geve het
veranderd te worden in de regenboog des
vredes.
Dat intusschen het tot stand komen van
dezen vrede verhaast worde door de gebe
den en de werken van boete der priesters
en geloovigen.
Het Oostenrijksche Ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken deelde den 13den Juli
den apostolischen nuntius te Weenen het
volgende mede, en verzocht Mgr. Scapi-
nelli dit ter kennis van den H. Vader te
brengen:
Zoolang het heiligdom van Loretto en
de omgeving daarvan van Italiaansche
zijde niet voor militaire doeleinden wordt
gebruikt, zal het niet slechts tegen aan
vallen, maar ook tegen beschadiging door
Oostenrijksch-IIongaarsche troepen bevei
ligd blijven. Onder dezelfde voorwaarden
zullen ook andere, aan den godsdienst
heilige plaatsen nooit aan de aanvallen
der troepen worden blootgesteld, en zelfs
voor elke "toevallige beschadiging beveiligd
zijn, tenzij door de omstandigheid, dat in
hare nabijheid van de zijde van het Ita
liaansche leger toebereidselen worden ge
maakt of operaties 'plaats hebben, die
onder het bereik onzer krijgsverrichtingen
vallen."
Op Zee.
Een Fransche onderzeeër gezonken.
Het Turksche hoofdkwartier méldt: Gis
termorgen 8 uur brachten wij den Fran
schen onderzeeër „Marcotte", in de zee
engte, -tot zinken. De bemanning, 31 man
sterk, is gevangen genomen.
Engelsche duikbootenactie.
De „Times" verneemt uit Mylilene, dat
volgens bericht uit Boekarest de twee En-
gelsdhe duikbooten in de Zee van. Marmora
in de voorlaatste weck twee barken met
munitie in den -grond hebben geboord, de
Gouden Hoorn zijn binnengedrongen en
een Tunksche torpedojager, die aan de
kaai lag, hebben aangevallen, beschadigd,
maar niet tot aïinken gebracht.
De duikboot- en mijnoorlog.
De Noorsche bark ,,Carnsmore" heeft
te Lerwick 52 opvarenden van de door een
Duitsche duikboot in den grond geboorde
treiiers „Honoria", „HeranonéSutton"
en „Cassio" ontscheept. De mannen had
den -40 tot 50 uur in de bouten gezeten toen
zij werden opgepikt. De bemanningen van
de treiiers „Celtic", „Cydorna", „Ross-
lyn" en „Strathmore", eveneens door een
Duitsche duikboot tot zinken gebracht,
zijn te Stromness en Butt of Lewis onti
scheept.
Do Engelsche treiler „Emblen" is bij
de Orkney-eilanden in den grond geboord.
De bemanning moet gered zijn.
Een Duitsche duikboot heeft blijkens
een Lloyds-bericht op 23 dezer het Noor
sche stoomschip „Fimreite" in den Atlan-
tischen Oceaan in den grond geboord. De
bemanning is gered en Maandagochtend
te Stornoway geland.
(De „Fimreite", in 1906 gebouwd, mat
3819 ton bruto, 2474 netto en behoorde aan
de reederij Andr. Olsen te Bergen. Red.)
Een Duitsche duikboot heeft Zaterdag
het Noorsche stoomschip „Arivers" van 860
ton naar Cuxhaven opgebracht. De lading
bestond uit mijnhout.
De Noordsche schoener „Poseidon" is
op weg naar Engeland met een lading hout
door een Duitsche duikboot aangehouden,
doch later weer vrijgelaten, op voorwaar
de dat het schip naar Noorwegen zou te-
rugkeeren.
De actie tegen de Darda
nelles
Bij Art Boernoe en Sed-oei-Bahr.
Het Turksche hoofdkwartier deelt mede:
Aan het Dardanellenfront had in den
nacht van 25 op 26 Juli en in den loop van
den dag van 26 Juli bij Ari Boernoe en
Sed-oel-Bahr van beide zijden bij tusschen-
poozen een geschut- en geweervuur plaats.
In België.
Een protest.
De Be'gische regeering heeft een zeer
uitvoerig ptrotest gericht tot de Neder and-
sche regeering betreffende een nvuwe
9cllending door Dui'ischland van de oor-
logsgebruiken, van de door de geheel e we
reld erkende beginselen van het volken
recht eji vatn de bepalingen van het Ver-
draar van Den Haag.
In het Britsche Rijk.
De katoen-quaestie.
Bij de derde lezing van de Credielwet
heeft Lord Robert Cecil toegegeven, even
als de eerste-minister het de vorige week
heeft gedaan, dat de toestand met betrek
king tot den handel in katoen met landen
welke met Engeland in oorlog zijn, onbe
vredigend was, doch dat hij de critiek van
Hunt, dat de regeering met fluweelen
handschoenen streed, als onwaar en onge-
loofelijk beleedigend afwees.
De regeering was, zoo zeide Lord Cecil,
besloten den invoer van katoen in met
Groot-Britunnië in oorlog verkeerende
landen te beletten en zou daarvoor al het
noodige doen met inachtneming van de
belangen der onzijdigen. Voor den invoer
van katoen in vijandelijk land maakte het
geen verschil of het artikel al dan niet
tot contrabande werd verklaard.
Het eenig onderscheid zou zijn, dat En
geland gerechtigd werd de lading en mis
schien het schip prijs te verklaren, doch
men zou het vervoer van contrabande naar
onzijdige landen niet kunnen beletten,
tenzij men reden had te gelooven, dat het
verder naar een aan Engeland vijandig
land zou worden vervoerd.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Nieuwe onthullingen? De „Jtordd..
Allg. Ztg." zal, zoo weet de ,,Korr. Nor
den'' te verhalen, beginnen met de publi
catie van een groot aantal geheime stuk
ken te Brussel gevonden, brieven en rap
porten van Belgische gezanten te Berlijn,
Londen en Parijs, gericht aan den Belgi
schen minister van Buitenlandsche Jtof
ken. Deze stukken moeten een duidelijk
boold van do diploma!ipUt» vnnKtfftSchiPde-
nis van den oorlog geven.
Vliegengaardcrs. Uit Aken wordt ge
meld: Volgens soldaten, die yan het froni
komen, gébruiken de Duitsehers thans,
'zoodra zij zien dat zij in de lucht een vij-
mndelijke vliegmachine tot da'en dw'un-
gen, een groot net, dat zij zoo gauw mo
gelijk uitspreiden, om te probeeren of
men de bemanning van het vliegmachine
levend gevangen kan nemen.
Visch. Te Aken kornen groote hoe
veelheden visch aan, die in de Oostzee
zijn gevangen.
Vrouwelijke brievenbestellers. Te Ber
lijn zijn de eerste 'vijf vrouwelijke brieven
bestellers in dienst getreden.
Een conferentie tusschen Duitsche en
Fransche socialisten. Volgens de „Neue
Zürcher Ztg." zal binnenkort te Genève een
conferentie worden gehouden tusschen
drie Duitsche en drie Fransche socialis
tische afgevaardigden. De Franschen zijn
vermoedelijk de afgevaardigden Buissun,
Ruel en Longuet, de Duitsehers Bernstein,
Haase en Kautsky.
Luchtvaart. Gisteren verscheen een
Fransch luchtschip boven Gent, hoven de
wijk Iloirnise, waar twee Duitsche onder
zeeërs lagen. liet luchtschip werd flink
beschoten, maar kon ongedeerd terugtrek
ken. De onderzeeërs zijn niet getroffen.
FEUILLETON.
De noodlottige erfenis.
16)
De dwaasheden, «d'Le mij gedwongen heb.
ben. ettrnitge jaren onder een aangenomen
naam te leven, zouden onvermijdelijk Ln
mijn huwelijksleven een bron van eï'iende
Worden en mijn sohoonouders .zouden zich
verbee'detn daaraan heit recht te ontlee-
•ren, mij -in mijn eiigen huds de wet voor
te schrijven.
Er is veel waars in hetgeen gij zegt.
Om die reden geef ik er de voorkeur
aoin een levon-sgezeitin te kiezen geheel
raar de inzichten van mijn hart, éen le-
venogeze1;iln, van wier toegevendheid ik
te voren kan verzekerd zijn, evenals zij
ven de mijne. Voor ons beider verleden
schuiven wij een gordijn en wij maken
die overeenkom fit, dat daarover tusschen
ons nooit gesproken zal worden.
Wat uw wereld toch nift zal beletten
ons den rug toe te keeren.
De liefde van een mooie vrouw kan
mij daarvoor taille vergoeding schenken.
Daarbij komt, dat rijkdom een toover-
maoht heeft, die vele deuren opent.
Gij weet u als een ware edelman te
gedragen. Wie zou oaiit gedacht hebben,
dat die ReriMieuay....
Spreek dien naam toch niet meer uit.
Daaraan zijn te kwade herinneringen voor
mij verbonden.
Met is waar, dat gij onder dien naam
mi juist niet schutterend waart.
Dn schuit I van mijn familie. Had die
zich meetr aan mij gelegen laten liggen,
dan zou ik altijd een waardige nakome
ling voor haar geweest zijr*. maar mijn
oude domkop van een oom....
Moet ge nu zóó spreken over een
mïlliannair?
Hij kan eir toch niets méér 'van hoo
ien.
Nocth u onterven.
Dus zal ik nu mijn verloren tijd In
halen en het beste gebruik, dat ik van
mijn miHLioeinen maken is ze te deelen met
de schoone Liane De Régille.
Die niets liever wenscht dan aan den
edelen graaf Hector d'ADeret haar hart
en hand tie schenken.
Onder aangenaam gesprek volbrachten
zij verder de reis en Liane De Régille, döe
in den trein gestapt was met de onzekere
toekomst weer te Parijs op allerlei manie
ren haar fortuin te moeten zoeken, ver
liet deze als de verloofde van een odeV.ij
ken miLionnair.
VI.
EEN DONDERSLAG.
Te Parijs aangekomen, bracht de val-
sohe graaf d'AlGeret zijn verloofde in een
rijtuig naar haar woning, in een der stra
ten, die op de place C.'iohy uitkwamen, ter
wijl hij met haar afsprak, dat ze die wo
ning zoo spoedig mogelijk zou verlaten
cm een appartement te betrekken, dat hij
voor haar huren zou.
Hij zelf nam zijn intrek in het hotel
d'Orsav.
Zijn eerste wenk te Parijs moest nu zijn
een bezoek te brengen aan den jootarie
Herbe" in, d-ie zijn kantoor had in de rue
du Faubourg St. Honorë.
Dat was een gevaarlijk werk. Bert.he nay
ontveinsde het zioh niet, maar het was
onvermijdelijk.
Naar alle waarschijnlijkheid kende de
notaris den echten d'Alleret niet, want
deze had 15 jaren geleden Parijs al verla
ten, maar niettemin moest Berthenay,
nog zeer onvolledig bekend met de om
standigheden van den man, voor wien
hij zich uitgaf, wel op zijn hoede zijn om
zich niet te verraden.
Hij was echter volkomen meester over
zijn zenuwen en nam zich voor zoo weinig
mogelijk te spreken, liever den notaris té
laten praten en met hetgeen hij op die
manier zou vernemen, $ijn voordeel te
doen.
Voor het bezoek aan den notaris kleed
de hij zich zoo stemmig mogelijk en legde
de valsche diamanten af, die hij anders
zoo gaarne droeg en die hij zich voornam
door echte te vervangen, zoodra alles was
algelpopen.
Herbelin, een der defstige notarissen
van Parijs, die zijn clientele uitsluitend
onder d^ menschen der groote wereld
had, bewoonde een prachtig huis.
Een bediende in livrei ontving den be
zoeker en liet hem in een rijk gemeubi
leerde wachtkamer, waar eenige kost
bare schilderijen hingen, terwijl hij zijn
kaartje aan den patroon bracht.
Na een paar minuten kwam de bedien
de terug, opende de vleugeldeuren, die
van de wachtkamer toegang tot het bij
zonder kantoor verleenden en diende aan:
Mijnheer de graaf Hector d'Alleret.
De notaris, een statig man van middel
baren leeftijd, onberispelijk in zijn klee
ding en voorkomen, stond op en kwam
zijn bezoeker met een buiging tegemoet.
Op een wenk van zijn meester schoof de
bediende een zetel bij het prachtige eiken
houten schrijfbureel en ging heen, waarbij
hij de deuren achter zich stool.
Eerst toen zijn bezoeken- had plaats ge
nomen, zette de motanis zich weer Sn zijn
bu red!stoel en begon:
Het venheugit mij, mijnheer de graaf,
dat gij mijn raad hebt opgevolgd en be
stolen tot een reis, waartegen gij eerst
soheenlt op ite zien» maar d-ie u in staat
aa' fiJteLVm. de aak an met meer vlugheid af
•te doen. Gij weert dat men in zaken meer
kan afdoen mat een gespi-Ck van een uur,
dan met een lange grief worsening.
Dat heeft de onderviindaavg mij ook
geleerd en mij daarom doen besluiten mijn
post te vei'!aten, antwoordde Berthenay.
Wat mij batrefit, kan iik mij daarmee
slechts geluk wenschen, want d'ie reis ver
schaft mij het genoegen met u kennis te
maken.
Berthenay vleide ziich al véél meer op
zijn gemak dan toen hij hier kwam.
Het. was klaarblijkelijk de eerste maal
dat de notaris zich tegenover den erfge
naam bevond én helt gevaar, zijn bedrog
ontdekt te zien, was voor het oogenbrik
althans terzijde geciletld.
Ik verheug mij daar des te meer om,
hernam de nota nis, omdat ik, alvorens
over de geldzaken te spreken, nog ie'ls
anders met u te behandelen heb.
Geheel tot uw drenst.
Ik heb mij te kwijten van een jCiotot,
drie tcgefijk aangenaam en pijnlijk is. Mis
schien zal ?k droevige herinneringen bij u
moeten opwekken.
Hot zij zoo, mijt.heer, antwoordde
Berthenay, diie bij deze érieidtog weer wat
ongerust werd. Traohl n.ïcii mijn gevoeTg-
hetid te ontzien, ik hen hier om alles te
vernemen.
Wat gij des te- beter doen kunit* om
dat hétgeen ulk (heb te zeggen, voor u per
soonlijk slechts vleiend kan zijn. Wan
neer, aan helt ciiv.de van zijn leven de mar
kies de Courtevrcm weer eenige gehecht
heid voelde aan Oietgeen er van zijn fa-
mlilio was overgebleven, dan és dat voor
een groot deeil te danken aan de achting,
dlie uw karakter hem inboezemde.
De gewaande togeniemr maakte een ge
baar van bescheidenheid om dezen tof ai
te weren.
Uw oom, ging de notaeis voort, ter-
wijk' hij zijn welverzorgde, van brillantine
glinsterende bakkebaarden streelde, die
mij mot zijn vertrouwen vereerde, heeft
mij medegedeeld welke gebeurtenissen
zijn ouders er toe gebracht hadden hun
dochter te verstoeten en hoe hij daarbij
de zijde van zijn ouders koos en ook met
zijn zuster brak.
Een huwelijk uit liefde, waagde del
avonturier te zeggen.
Een ongelukkig huwelijk. Niet dat ik!
tets kwetsend» wi'l zeggen tegen, de nage
dachtenis van hern, die u ongetwijfeld dier
baar zijn geheven, .maar gij weet even
goed a's ik hoe beit neuron swn a rdi g de go-
volgen daarvan zijn geweest.
Men had toegeef ijk kunnen zijn.
(Wordt vervolgd.1