BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten li cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent WOENSDAG 28 JULI. 1915. Do ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regola f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel 'neer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Greote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Een contrast. Vandér velde, Belgisch minister van Staat en jeiider der socialistische partij in België, bezoekt thans het front in Frank rijk. Ver.angend door .persoonlijk onder zoek den geest van ihet leger te leeren ken nen, onderhield hij zich met verschillende soldaten, liet hen vertellen over hun lig ging, voeding enz. Bij het afscheid nemen van de officieren zeide hij: ,,Ik wilde zelf den geest van uw troepen leeren kennen. Ik wist, dat Franschen, Belgen en Enged- schen -gereed waren tot het einde vol te houden. Maar ik wilde het hooren uit den mond van de menschen zelf." Ten slotte srarak hij de overtuiging uit, dat met zulke soldaten slechts één oplossing mogelijk is, n'. de overwinning. Aldus de socialist Vandervelde, waar lijk niet de eerste de beste onder de. roode broederen. Veiweiiik hier nu eens mede de slappe houding der Nedeiriandsche sociaListerij. Had de-ze zich in dezen tijd van meet -af aan tegen elke versterking van ons leger verzet, het ware consequent ge weest, zij 't dan ook onverantwoordelijk. Maar de leiders durfden dat niet aan, hoewel zij wisten veilig tegen te kunnen stemmen, wijl immers toch zou geschie den wat noodig was. ,-De nationale gedachte moest toen de nationale geschillen overheerschen" en zij mobiliseerden eendrachtig met overig Ne derland mee. Toen kwam eohter de oppositie i<n de partij en oin te kunnen blijven Leiden heb ben de leiders nu braaf tegengestemd bij de Landstormwet. Op het eerstvolgend congres krijgen zij deswege een pluimpje. Wij denken echter 't onze van zulk een op kiezersgunst bere kend optreden! BUITENLAND. De Oorlog. Verscheidene treiiers werden weer slachtoffers van duikbooten. Ook werd een Noorsch stoomschip door een Duit sche duikboot in den grond geboord. e Oostenrijksche regeering heeft beloofd b onverdedigde steden aan de Adriatische kust te zullen sparen. Van het Westelijk oorlogs- terrein. Artillerie-gevechten. Van dit oorlogsterrein is weinig anders te vermelden dan eenige artilleriegevech ten op verschillende punten. Over het gebeurde bij Ban-de-Sapt in de Vogezen is weder een pennestrijd ontstaan. De Duitsche bet ichten haclden gemeld, dat slechts een gedeelte van een Duitsche loop graaf door de Franschen bezet is; de Franschen stellen daartegenover vast, dat zij zeer sterke verdedigingswerken tus-' schen de hoogte bij Fontenelle (627) en Launois veroverden en daarbij meer dan 800 gevangenen maakten, onder wie elf officieren. Ondanks de hevige beschieting door de Duitsche artillerie konden zij zich in de gewonnen posities vastzetten en handhaven. Van het Oostelijk oorlogs terrein. Het Duitsch-Oostenrijkscha offensief. De opfharsch der Duitsche legers gaat steeds langzamer, naarmate het terrein moeilijker wordt. Aan den Naref hebben de troepen, die de rivier overgingen, bij Roshan krac'ntigen tegenstand ontmoet, en volgens het Russische bericht werden zij daarbij teruggedreven tot aan den mond van het riviertje de Ors. Eveneens ten Zuiden van Pultusk, aan het riviertje de Proeth. Waarschijnlijk zijn dit voor postengevechten van de Duitsche troepen die den Naref overtrokken en op den Boeg aanrukten. Wat het Russische leger ontbreekt, is voldoende ammunitie, om zich tegen de opdringende legermacht te kunnen ver zetten. Reeds had de Tirnes" daarop voor enkele dagen gewezen; thans zegt ook de Temps" dat, ondanks den onvoldoenden munitievoorraad, de Russen toonen, door hun krachtige tegenaanvallen, nog niet gedemoraliseerd te zijn. Toch verwacht ook de Temps" den val van Warschau. Het blad zegt, dat groot vorst Nikolaas de verdedigingswerken aan de verschillende punten wel krachtig zal verdedigen, doch niet zal trachten die tot eiken prijs te behouden. Van het Zuidelijk oorlogs terrein. Italiaansch leger bericht. De Italiaansche Legatie te s-Gravenhage ontving het volgende communiqué van den Italiaanschen Grooten Generalen Staf: 26 Juli. Gisteren rukten onze infanterle- troepen, aan den beneden-Ison-zo, na. ue gebruikelijke, zeer doeltreffende voorbe-t reiding door ons geschutvuur, vastberaden vooruit en slaagden er in merkbare vor deringen te maken. Op den linker- (weste lijken) vleugel hebben wij een groote uit gestrektheid boschgrond veroverd, door ons aangeduid met den naam van Bosco del Cappuccio. In het centrum hebben wij enkele verschansingen genomen, die strek ten ter verdediging van Sella San Martino del Carso, Op den rechtervleugel werd de Monte dei Sei Busi herhaaldelijk veroverd en weder verloren, maar bleef ten slotte grootendeels in ons bezit. De strijd was overal verbitterd, vooral in de bosschen, waarin de vijand sterk verschanst- w(as en waaruit hij met de ba jonet moest verjaagd worden. Tegen het einde van den dag waren on geveer 1600 gevangenen, waaronder 30 of ficieren, in onze hémden. Van het vérdere gedeelte van het front meldt men geen gebeurtenis van bijzondere beteekenis. Gostenrïjksch legerbericht. Onder bescherming van het Maandag in den vroegen ochtend geopende buitenge wone sterke artillerievuuur deden de Ita lianen nogmaals met versterkingen een aanval op het Doberdo-plateau. De bestor ming mislukte echter en de Italianen le den grootere verliezen dan bij een der vroegere aanvallen. Na verbitterde gevechten op korten af stand bleven onze troepen ook op dezen dag in het volledig bezit van hun oude gevechtstellingen om den rand van het plateau. Aan het overige gedeelte van het kust- front en in het Karintljische en Tiroolsche grensgebied gebeurde niets bijzonders. Z. H. de Paus en de onverdedigde steden aan de Adriatïsche kust. Z. E. de Kardinaal-Slaatssecretaris heeft uit naam van Z. H. den Paus tot Mgr. den bisschop van Rimini een schrijven gericht waaraan wij het volgende ontleenen. Z. H., getrouw aan zijn zending van allerhoogste liefde, en ten zeerste bewogen door de harde beproeving, waaraan van af het begin der vijandelijkheden de stéden van de Adriatische Zee-kust meer dan alle andere, onderworpen waren, heeft geen oogenblik geaarzeld aan Zijne Kei zerlijke en Koninklijke Apostolische Ma jesteit en aan de keizerlijke en koninklijke regeering van Oostenrijk-Hongarije als zijn vorigen wensch te kennen te geven, dat de tegenwoordige rampzalige oorlog gevoerd zou worden overeenkomstig de in ternationale wetten en in overeenstem ming met de beginselen der menschelijk- heid, en dat diensvolgens opene en onver dedigde steden, de kunstmonumenten, de gewijde kerkgebouwen en in het bijzonder het heiligdom van Loretto, de glorie en de schutse der Marken, van Italië en van de wereld, zouden worden geëerbiedigd. Dan indien tot' dusverre het edele verlangen des Pausen ook al niet- ten volle in vervulling is kunnen gaan, moge Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid zich toch ervan verzekerd houden, dat de liefde van Christus' plaatsbekleeder zich niet beperkt heeft tot het doen van den eersten stap. Ik kan U ook de verzekering geven, dat zij, eveneens wat de toekomst betreft, niet werkeloos zal blijven,' in de. vaste hoop, dat de sombere wolk, die boven het hoofd hangt zijner beminde zonen van dit dio cees, moge wegdrijven, om plaats te ma ken voor de blijde atmosfeer van een rus tig leven, en om de Hemel geve het veranderd te worden in de regenboog des vredes. Dat intusschen het tot stand komen van dezen vrede verhaast worde door de gebe den en de werken van boete der priesters en geloovigen. Het Oostenrijksche Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken deelde den 13den Juli den apostolischen nuntius te Weenen het volgende mede, en verzocht Mgr. Scapi- nelli dit ter kennis van den H. Vader te brengen: Zoolang het heiligdom van Loretto en de omgeving daarvan van Italiaansche zijde niet voor militaire doeleinden wordt gebruikt, zal het niet slechts tegen aan vallen, maar ook tegen beschadiging door Oostenrijksch-IIongaarsche troepen bevei ligd blijven. Onder dezelfde voorwaarden zullen ook andere, aan den godsdienst heilige plaatsen nooit aan de aanvallen der troepen worden blootgesteld, en zelfs voor elke "toevallige beschadiging beveiligd zijn, tenzij door de omstandigheid, dat in hare nabijheid van de zijde van het Ita liaansche leger toebereidselen worden ge maakt of operaties 'plaats hebben, die onder het bereik onzer krijgsverrichtingen vallen." Op Zee. Een Fransche onderzeeër gezonken. Het Turksche hoofdkwartier méldt: Gis termorgen 8 uur brachten wij den Fran schen onderzeeër „Marcotte", in de zee engte, -tot zinken. De bemanning, 31 man sterk, is gevangen genomen. Engelsche duikbootenactie. De „Times" verneemt uit Mylilene, dat volgens bericht uit Boekarest de twee En- gelsdhe duikbooten in de Zee van. Marmora in de voorlaatste weck twee barken met munitie in den -grond hebben geboord, de Gouden Hoorn zijn binnengedrongen en een Tunksche torpedojager, die aan de kaai lag, hebben aangevallen, beschadigd, maar niet tot aïinken gebracht. De duikboot- en mijnoorlog. De Noorsche bark ,,Carnsmore" heeft te Lerwick 52 opvarenden van de door een Duitsche duikboot in den grond geboorde treiiers „Honoria", „HeranonéSutton" en „Cassio" ontscheept. De mannen had den -40 tot 50 uur in de bouten gezeten toen zij werden opgepikt. De bemanningen van de treiiers „Celtic", „Cydorna", „Ross- lyn" en „Strathmore", eveneens door een Duitsche duikboot tot zinken gebracht, zijn te Stromness en Butt of Lewis onti scheept. Do Engelsche treiler „Emblen" is bij de Orkney-eilanden in den grond geboord. De bemanning moet gered zijn. Een Duitsche duikboot heeft blijkens een Lloyds-bericht op 23 dezer het Noor sche stoomschip „Fimreite" in den Atlan- tischen Oceaan in den grond geboord. De bemanning is gered en Maandagochtend te Stornoway geland. (De „Fimreite", in 1906 gebouwd, mat 3819 ton bruto, 2474 netto en behoorde aan de reederij Andr. Olsen te Bergen. Red.) Een Duitsche duikboot heeft Zaterdag het Noorsche stoomschip „Arivers" van 860 ton naar Cuxhaven opgebracht. De lading bestond uit mijnhout. De Noordsche schoener „Poseidon" is op weg naar Engeland met een lading hout door een Duitsche duikboot aangehouden, doch later weer vrijgelaten, op voorwaar de dat het schip naar Noorwegen zou te- rugkeeren. De actie tegen de Darda nelles Bij Art Boernoe en Sed-oei-Bahr. Het Turksche hoofdkwartier deelt mede: Aan het Dardanellenfront had in den nacht van 25 op 26 Juli en in den loop van den dag van 26 Juli bij Ari Boernoe en Sed-oel-Bahr van beide zijden bij tusschen- poozen een geschut- en geweervuur plaats. In België. Een protest. De Be'gische regeering heeft een zeer uitvoerig ptrotest gericht tot de Neder and- sche regeering betreffende een nvuwe 9cllending door Dui'ischland van de oor- logsgebruiken, van de door de geheel e we reld erkende beginselen van het volken recht eji vatn de bepalingen van het Ver- draar van Den Haag. In het Britsche Rijk. De katoen-quaestie. Bij de derde lezing van de Credielwet heeft Lord Robert Cecil toegegeven, even als de eerste-minister het de vorige week heeft gedaan, dat de toestand met betrek king tot den handel in katoen met landen welke met Engeland in oorlog zijn, onbe vredigend was, doch dat hij de critiek van Hunt, dat de regeering met fluweelen handschoenen streed, als onwaar en onge- loofelijk beleedigend afwees. De regeering was, zoo zeide Lord Cecil, besloten den invoer van katoen in met Groot-Britunnië in oorlog verkeerende landen te beletten en zou daarvoor al het noodige doen met inachtneming van de belangen der onzijdigen. Voor den invoer van katoen in vijandelijk land maakte het geen verschil of het artikel al dan niet tot contrabande werd verklaard. Het eenig onderscheid zou zijn, dat En geland gerechtigd werd de lading en mis schien het schip prijs te verklaren, doch men zou het vervoer van contrabande naar onzijdige landen niet kunnen beletten, tenzij men reden had te gelooven, dat het verder naar een aan Engeland vijandig land zou worden vervoerd. Verschillende Oorlogs berichten. Nieuwe onthullingen? De „Jtordd.. Allg. Ztg." zal, zoo weet de ,,Korr. Nor den'' te verhalen, beginnen met de publi catie van een groot aantal geheime stuk ken te Brussel gevonden, brieven en rap porten van Belgische gezanten te Berlijn, Londen en Parijs, gericht aan den Belgi schen minister van Buitenlandsche Jtof ken. Deze stukken moeten een duidelijk boold van do diploma!ipUt» vnnKtfftSchiPde- nis van den oorlog geven. Vliegengaardcrs. Uit Aken wordt ge meld: Volgens soldaten, die yan het froni komen, gébruiken de Duitsehers thans, 'zoodra zij zien dat zij in de lucht een vij- mndelijke vliegmachine tot da'en dw'un- gen, een groot net, dat zij zoo gauw mo gelijk uitspreiden, om te probeeren of men de bemanning van het vliegmachine levend gevangen kan nemen. Visch. Te Aken kornen groote hoe veelheden visch aan, die in de Oostzee zijn gevangen. Vrouwelijke brievenbestellers. Te Ber lijn zijn de eerste 'vijf vrouwelijke brieven bestellers in dienst getreden. Een conferentie tusschen Duitsche en Fransche socialisten. Volgens de „Neue Zürcher Ztg." zal binnenkort te Genève een conferentie worden gehouden tusschen drie Duitsche en drie Fransche socialis tische afgevaardigden. De Franschen zijn vermoedelijk de afgevaardigden Buissun, Ruel en Longuet, de Duitsehers Bernstein, Haase en Kautsky. Luchtvaart. Gisteren verscheen een Fransch luchtschip boven Gent, hoven de wijk Iloirnise, waar twee Duitsche onder zeeërs lagen. liet luchtschip werd flink beschoten, maar kon ongedeerd terugtrek ken. De onderzeeërs zijn niet getroffen. FEUILLETON. De noodlottige erfenis. 16) De dwaasheden, «d'Le mij gedwongen heb. ben. ettrnitge jaren onder een aangenomen naam te leven, zouden onvermijdelijk Ln mijn huwelijksleven een bron van eï'iende Worden en mijn sohoonouders .zouden zich verbee'detn daaraan heit recht te ontlee- •ren, mij -in mijn eiigen huds de wet voor te schrijven. Er is veel waars in hetgeen gij zegt. Om die reden geef ik er de voorkeur aoin een levon-sgezeitin te kiezen geheel raar de inzichten van mijn hart, éen le- venogeze1;iln, van wier toegevendheid ik te voren kan verzekerd zijn, evenals zij ven de mijne. Voor ons beider verleden schuiven wij een gordijn en wij maken die overeenkom fit, dat daarover tusschen ons nooit gesproken zal worden. Wat uw wereld toch nift zal beletten ons den rug toe te keeren. De liefde van een mooie vrouw kan mij daarvoor taille vergoeding schenken. Daarbij komt, dat rijkdom een toover- maoht heeft, die vele deuren opent. Gij weet u als een ware edelman te gedragen. Wie zou oaiit gedacht hebben, dat die ReriMieuay.... Spreek dien naam toch niet meer uit. Daaraan zijn te kwade herinneringen voor mij verbonden. Met is waar, dat gij onder dien naam mi juist niet schutterend waart. Dn schuit I van mijn familie. Had die zich meetr aan mij gelegen laten liggen, dan zou ik altijd een waardige nakome ling voor haar geweest zijr*. maar mijn oude domkop van een oom.... Moet ge nu zóó spreken over een mïlliannair? Hij kan eir toch niets méér 'van hoo ien. Nocth u onterven. Dus zal ik nu mijn verloren tijd In halen en het beste gebruik, dat ik van mijn miHLioeinen maken is ze te deelen met de schoone Liane De Régille. Die niets liever wenscht dan aan den edelen graaf Hector d'ADeret haar hart en hand tie schenken. Onder aangenaam gesprek volbrachten zij verder de reis en Liane De Régille, döe in den trein gestapt was met de onzekere toekomst weer te Parijs op allerlei manie ren haar fortuin te moeten zoeken, ver liet deze als de verloofde van een odeV.ij ken miLionnair. VI. EEN DONDERSLAG. Te Parijs aangekomen, bracht de val- sohe graaf d'AlGeret zijn verloofde in een rijtuig naar haar woning, in een der stra ten, die op de place C.'iohy uitkwamen, ter wijl hij met haar afsprak, dat ze die wo ning zoo spoedig mogelijk zou verlaten cm een appartement te betrekken, dat hij voor haar huren zou. Hij zelf nam zijn intrek in het hotel d'Orsav. Zijn eerste wenk te Parijs moest nu zijn een bezoek te brengen aan den jootarie Herbe" in, d-ie zijn kantoor had in de rue du Faubourg St. Honorë. Dat was een gevaarlijk werk. Bert.he nay ontveinsde het zioh niet, maar het was onvermijdelijk. Naar alle waarschijnlijkheid kende de notaris den echten d'Alleret niet, want deze had 15 jaren geleden Parijs al verla ten, maar niettemin moest Berthenay, nog zeer onvolledig bekend met de om standigheden van den man, voor wien hij zich uitgaf, wel op zijn hoede zijn om zich niet te verraden. Hij was echter volkomen meester over zijn zenuwen en nam zich voor zoo weinig mogelijk te spreken, liever den notaris té laten praten en met hetgeen hij op die manier zou vernemen, $ijn voordeel te doen. Voor het bezoek aan den notaris kleed de hij zich zoo stemmig mogelijk en legde de valsche diamanten af, die hij anders zoo gaarne droeg en die hij zich voornam door echte te vervangen, zoodra alles was algelpopen. Herbelin, een der defstige notarissen van Parijs, die zijn clientele uitsluitend onder d^ menschen der groote wereld had, bewoonde een prachtig huis. Een bediende in livrei ontving den be zoeker en liet hem in een rijk gemeubi leerde wachtkamer, waar eenige kost bare schilderijen hingen, terwijl hij zijn kaartje aan den patroon bracht. Na een paar minuten kwam de bedien de terug, opende de vleugeldeuren, die van de wachtkamer toegang tot het bij zonder kantoor verleenden en diende aan: Mijnheer de graaf Hector d'Alleret. De notaris, een statig man van middel baren leeftijd, onberispelijk in zijn klee ding en voorkomen, stond op en kwam zijn bezoeker met een buiging tegemoet. Op een wenk van zijn meester schoof de bediende een zetel bij het prachtige eiken houten schrijfbureel en ging heen, waarbij hij de deuren achter zich stool. Eerst toen zijn bezoeken- had plaats ge nomen, zette de motanis zich weer Sn zijn bu red!stoel en begon: Het venheugit mij, mijnheer de graaf, dat gij mijn raad hebt opgevolgd en be stolen tot een reis, waartegen gij eerst soheenlt op ite zien» maar d-ie u in staat aa' fiJteLVm. de aak an met meer vlugheid af •te doen. Gij weert dat men in zaken meer kan afdoen mat een gespi-Ck van een uur, dan met een lange grief worsening. Dat heeft de onderviindaavg mij ook geleerd en mij daarom doen besluiten mijn post te vei'!aten, antwoordde Berthenay. Wat mij batrefit, kan iik mij daarmee slechts geluk wenschen, want d'ie reis ver schaft mij het genoegen met u kennis te maken. Berthenay vleide ziich al véél meer op zijn gemak dan toen hij hier kwam. Het. was klaarblijkelijk de eerste maal dat de notaris zich tegenover den erfge naam bevond én helt gevaar, zijn bedrog ontdekt te zien, was voor het oogenbrik althans terzijde geciletld. Ik verheug mij daar des te meer om, hernam de nota nis, omdat ik, alvorens over de geldzaken te spreken, nog ie'ls anders met u te behandelen heb. Geheel tot uw drenst. Ik heb mij te kwijten van een jCiotot, drie tcgefijk aangenaam en pijnlijk is. Mis schien zal ?k droevige herinneringen bij u moeten opwekken. Hot zij zoo, mijt.heer, antwoordde Berthenay, diie bij deze érieidtog weer wat ongerust werd. Traohl n.ïcii mijn gevoeTg- hetid te ontzien, ik hen hier om alles te vernemen. Wat gij des te- beter doen kunit* om dat hétgeen ulk (heb te zeggen, voor u per soonlijk slechts vleiend kan zijn. Wan neer, aan helt ciiv.de van zijn leven de mar kies de Courtevrcm weer eenige gehecht heid voelde aan Oietgeen er van zijn fa- mlilio was overgebleven, dan és dat voor een groot deeil te danken aan de achting, dlie uw karakter hem inboezemde. De gewaande togeniemr maakte een ge baar van bescheidenheid om dezen tof ai te weren. Uw oom, ging de notaeis voort, ter- wijk' hij zijn welverzorgde, van brillantine glinsterende bakkebaarden streelde, die mij mot zijn vertrouwen vereerde, heeft mij medegedeeld welke gebeurtenissen zijn ouders er toe gebracht hadden hun dochter te verstoeten en hoe hij daarbij de zijde van zijn ouders koos en ook met zijn zuster brak. Een huwelijk uit liefde, waagde del avonturier te zeggen. Een ongelukkig huwelijk. Niet dat ik! tets kwetsend» wi'l zeggen tegen, de nage dachtenis van hern, die u ongetwijfeld dier baar zijn geheven, .maar gij weet even goed a's ik hoe beit neuron swn a rdi g de go- volgen daarvan zijn geweest. Men had toegeef ijk kunnen zijn. (Wordt vervolgd.1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1