De Oorlog.
6e JAARGANG
WG No. 743
e QekiódMiQouftaffl
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post ff.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers 27s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DONDERDAG
8
JULI.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt Yan 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, Iedere regel meer 5 cent
Gods geboden.
In welke bochten de menschheid zich
ook wringen moge, naar Gods geboden
keert zij toch -terug al geeft zij er dan
ook om haar figuur te redden een anderen
naam aan.
Zoo klaagt nu in Frankrijk, waar Viviani
de lichten des Hemels eens uitgedoofd
waande, diens partijgenoot Hervé over de
bittere gevolgen van het Neo-Malthusianis-
me. De oorlog heeft hem de oogen geopend
en doet hem in .zijn blad „Guerre Social"
vragen: „Zouden wij het verbond met
Rusland gesloten hebben, waarvan wij
het gevaar kenden, wanneer wij de krach
tige nationaliteit gehad hadden, die ons
in staat gesteld zou hebben Duitschland
te trotseeren? En zou Duitschland het ooit
gewaagd hebben een Frankrijk zonder
bondgenooten, maar met meer dan 67 of 68
millioen. inwoners, den oorlog te verkla
ren?"
Op dergelijke armzalige gronden beveelt
Hervé aan, den kinderzegen niet langer te
beperken.
Armzalig noemen wij die gronden, wijl
jze van ieder hooger beginsel gespeend
zijn. Of denkt men dat gemakzucht en
[winstbejag wijken zullen voor de gedachte:
laten we onze natie toch krachtig maken.
We weten wel beter.
Neen, slechts wie in vertrouwen op God
Diens geboden naleven zullen alle wereld-
sche overwegingen daarbij ter zijde stellen.
Dit te erkennen is echter van Hervé c. s.
e veel gevraagd. Intusschen onderschrij-
-en zij ondanks zichzelf de geboden Gods,
velke gronden zij ook mogen aanvoeren.
BUITENLAND.
De Duitschers veroveren een Franrche
lelling tusschen Ailly en Apremont.
p Duitschers veroveren hoogte 95 bij
olowatka in Polen. De Oostenrijkers
/lijven de Russen op den terugtocht be
stoken. Op het Oostenrijksch-ltaliaan-
Bche front komt weinig verandering.
De Russen_hebben in den Kaukasus eenig
succes. De Britsche regeering aan-
vaardt het aanbod van de Zuid-Afrikaan-
sche om troepen en geschut naar Europa
te zenden. Amerikaansche regeerings-
personen achten het ontwerp derOuitsche
nota onvoldoende. Holt, de pleger van
den aanslag op Morgan, heeft zich in
de gevangenis van het leven beroofd.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
Op dit oorlogsterreiiji strijden de Duit
schers met eenig succes. Tem Z.W. van
Les Eparges izetti&n de Franschen hum po
gingen voort, om de hum onlangs ontno-
jmen posities terug te nemen. Bij den
eersten aanval gef.ukte het den Framschen
in een deel der Duitsche verdedigingsli
nie te komen. Bij een tegenaanval werden
rle loopgraven, tot op een stuk van 100 M.
na, weder hernomen.
Halfweg tusschen Ail/ly en Apremont
werd door de Duitsche troepen-aangeval
len. Zij veroverden een vijandelijke positie
ter breedte van 1500 M. en namen daarbij
meer dan 300 Franschem gevangen.
Bij beschieting van de Fransdhe troepen
massa's in Atrecht raakte de stad in
brand. De kathedraal is daarbij afge
brand.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
De terugtocht der Russische troepen
houdt 9teeds aan. In Polen, ten Zuiden
van de Weiohsel, veroverden de Duitsche
troepen hoogte 95, ten Oosten van Doüo-
wasko (ten Zuiden van Borzymof). De
Russische verliezen waren daar zeer aan
zienlijk. De Duitschers maakten tien mi
trailleurs, een revolverkanon en vele ge
weren buit. Ten Zuiden van BialeZlofca
bedroeg het aantal gevangen gemaakte
Russen 7 officieren en ruim 800 man;
verder vielen dn Duitsche handen zeven
mitrailleurs en een pionierpark.
In Polen, Noordelijk naar de Weiohsel,
werd een Russische aanval afgeslagen.
Op het Zuid-Oo9telijik oorlogsterreim
maakten de Oostemrijksche troepen goe
den voortgang ten Westen van de Boven
wei chsel.
Van 3 tot 5 Juli werden door de Duitsoh-
Oostenrijksche troepen gedurende de ver
volging naar de Zlota—Lipa 3850 gevange
nen gemaakt.
Van hei Zuidelijk oorlogs
terrein.
He<t Oo stenrij ksche communiqué van 7
Juli meldt:
Aan het slagfromlt i3 het op het oogen-
bvik tamelijk rustig.
Na de overwinning van eergisteren
moesten onze troepen nog eenige zwakke
nachtelijke aanvallen op het bruggehoofd
van Görz en de piateau-steTIïng' afslaan.
Gisteren opende de vijand opnieuw een
hevig geschutvuur,, waarop in den nacht
vergeefsclie aanvallen van een niet zeer
sterke troepenmacht volgden.
Italiaansche vliegers wierpen bommen
op Triëst zonder er belangrijke schade aan
te richten.
In het Rrn-gebi<ed deed de vijand een
aanval op een rotspunt, die hij reeds
vroeger had trachtten te veroveren, de
aanval werd echter afgeslagen.
Het terrein voor onze stelling is als be
zaaid met lijken.
Aan het Karintische en Tiroolsche
grensgebied duren de artillerie-gevechten
hier en daar voort
Op den Balkan.
De Britsche vertegenwoordiger te Sofia.
Sir Ilenry Bax Ironside, de Britsche ge
zant te Sofia, heeft met het oog op zijn
vertrek een afscheidsreceptie gehouden,
waarbij alle hooge personages te Sofia en
alle gezanten der verbonden en neutrale
Staten aanwezig waren. Volgens den
„Daily TelegraplT'-correspondent zal deze
gezant hoogstwaarschijnlijk niet meer te
Sofia terugkeeren.
Officieel is medegedeeld dat H. O. Beir-
ne, gezantschapsraad te Petersburg, als
charge d'Affaires te Sofia zal optreden.
O'Beirne kwam in diplomatieken dienst
in 1892 en is thans 50 jaar oud. Hij ver
toefde te Washington, Konstantinopel en
Parijs. In laatst genoemde stad fungeer
de hij o. a. als Engelsch afgevaardigde in
de Doggersbank-quaestie.
De Duitsche ambassadeur met
ziekteverlof.
De Duitsche ambassadeur te Konstanti
nopel von Wangenheim moet op aanra
den van zijn dokter wegens een hartkwaal
een kuur van zes weken te Nauheim doen.
Hij wordt vervangen door Fürst Hohen-
loheLangenburg, die in buitengewone
zending naar Konstantinopel gaat.
In Duitschland.
Financleele bespreking.
De ministers van financiën van de Duit
sche bondsstaten zullen den lOen op uit-
noodiging van minister Helfferich te Ber
lijn voor een conferentie bijeen komen.
De „Norddeutsche" schrijft over de con
ferentie: Naar wij vernemen betreft het
hier een beraadslaging over bepaalde
voorstellen. Het doel van de bijeenkomst
is veeleer een algemeene gedachtenwisse-
ling over den financieelen toestand van
het Rijk en over de vraagstukken die de
financieele oorlogvoering raken.
De Minister van Financiën hecht op 't
oogenblik bijzonder veel waarde eraan
om rechtsstreeks persoonlijk voeling te
houden met de leiders van de financieele
aangelegenheden der Bondsstaten.
In den Kaukasus.
Weinig verandering.
Het communiqué van den Russischen
generalen staf van het leger in den Kau
kasus van 5 Juli luidt:
In het kustgebied had een artillerie-duel
plaats.
Bij het dorp Awbatsah sloegen de Rus
sen-een Turicscnen aarrvai ur.
Bij het dorp Dardjigliai dreven de Rus
sen een bende Koerden uiteen.
Op het overige front is geen enkele ver
andering.
In België.
Brood verordening.
Te Gent is vanwege den gemeenteraad
een verordening op het brood bekend ge
maakt.
Het is verboden, te Gent en in de om
streken (Ledeberg, Gentbrugge en St.
Amandsberg) wit brood te bakken of te
verkoopen, behalve voor de zieken. Ook
het bakken van „klein goed" is verboden.
De prijs van het gemengd brood (gema
len met een deel roggemeel) is vastgesteld
op frs. 0.42 per kilogram; de prijs van
zwart brood (uitsluitend vervaardigd van
rogge) op fr. 0.48 per kilogram.
De overtreders dezer verordening wor
den met straffen bedreigd.
In het Britsche Rijk.
Een Zuid-Afrikaansch contingent
De Engelsche Regeering heeft het aan
bod van de Zuidafrikaansche regeering
aangenomen om een contingent Zuidafri
kaansche troepen te zenden voor den
dienst- in Europa, met eenige batterijen
zware artillerie.
Een ontploffing.
Zeven man zijn gedood bij een toevallige
ontploffing in de cordietafdeeling van de
Canadian Explosions Company te Belveil
in de provincie Quebec (Canada). Onder
de dooden bevindt zich een Engelsche
inspecteur, die aan de cflrectie van de fa
briek was toegevoegd. Tien menschen wer
den* gewond. Na de ontploffing ontstond
brand. De aangerichte schade beloopt
4000 pond st:
Amerika en Duitschland.
Aangezien niets uitlekt, seint Reuter uit
Washington, gelooft men, dat het Duitsche
antwoord op de Amerikaansche nota verre
van voldoende zal zijn. Algemeen is men
van oordeel, dat Duitschland de onder
handelingen op de lange baan wil schui
ven, opdat de verontwaardiging in Ame
rika tijd zal hebben tot rust te komen. De
ambtenaren die zich bij den president te
Newhampshire bevinden, meenen dat
Duitschland tot overeenstemming wil ko
men; maar de president heeft geen enkele
aamvijziging ontvangen, dat Duitschland
werkelijk het gebruik van duikbooten tegen
de koopvaarders van den vijand wil wij
zigen.
Een telegram van de „Associated Press"
uit Washington zegt: Na aandachtig on
derzoek van den inhoud van het ontwerp
van de Duitsche antwoordnota, zooals die
door den Amerikaanschen ambassadeur te
Berlijn is geschetst, zijn de hooge ambte
naren het er over eens, dat de Vereenigde
Staten zulke voorstellen niet kunnen aan
vaarden, zonder opoffering van gewichtige
rechten der neutralen. De Duitsche con
cessies worden onvoldoende geacht.
Buitenlandsche berichten.
De aanslag op Morgan.
Zooals wij gisteren reeds gemeld heb
ben heeft de dader van den aanslag op
Morgan zelfmoord gepleegd.
Een nader Reuter-telegrain meldt hier
over:
Holt heeft zich van het leven beroofd
door van een venster van de gevangenis
naar beneden te springen, een hoogte van
15 M. De cipier, die de cel verliet, had even
de deur opengelaten. De schedel van Holt
was verpletterd en de dood oogenblikkelijk
ingereden.
Er worden steeds meer aanwijzingen ont
dekt, seint Reuter uit New-York, die er op
duiden, dat Holt, de voormalige hoog
leeraar in het Duitsch aan de Harvard-
Universiteit Münter zou wezen, die ver
dwenen was na het overlijden onder
verdachte omstandigheden van zijn
vrouw, in 1906. Bij de schouwing van
Holt's lijk werden litteekens opgemerkt,
overeenkomende met die welke Münter
had gehouden uit een operatie. Dit is een
punt van eenig gewicht, daar er uit schijnt
te blijken, dat de bewering van Holt, dat
hij een Duitsch-Amerikaan was, onjuist is.
Onder de professoren in het Duitsch
aan de Universiteit van Harvard komt
voor het gemelde jaar geen prof. Münter
voor.
Münter toch was geboortig uit Duitsch
land.
De gevangenis-dokter is er van over
tuigd, dat Holt leed aan geesteszwakta.
Hij had gepoogd zelfmoord te plegen met
een potlood-houder. Hij had er van achte
ren het gummie uitgehaald en de metalen
randen met de tanden samengedrukt. Met
dit geünproviseerde mes kerfde hij zich
een a/lor open, tengevolge waarvan hij
veel bloed verloor.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
De rijkssalarissen.
Men herinnert zich, dat bij h«et uitbre
ken van den oorlog de cp de Staatsbe-
grootlng gebrachte belangrijke bedragen
tot verbetering van de loonen van lager
Rijkspersoneel, weer werden teruggeno
men.
Naar „Hei Volk" verneemt, overweegt
de regeering de mogelijkheid, althans eon
deel der toen voorgenomen loonsverhoo-
gingen voor de personeelsgroepen, die het
't meest noodig hebben, wederom op de
a s. staatsbegrooting te brengen.
Onderlin ge verzekering.
Door alle readers en Maatschappijen van
de Katwijksche visscherij-vloot is een on
derlinge verzekerings-maatschappij opge
richt, ten doel hebbende het tegemoetko
men in de schade door visscherlieden of
hun nagelaten betrekkingen geleden, ten
gevolge van zeerampen door oorlogsge
vaar ontstaan. Pondspondsgewijze worden
de schadeloosstellingen gedragen. De ver
zekering eindigt zoodra de oorlogs-onge-
vallenwet in werking treedt.
Bommen op een Engelsch
schip.
Een tweetal matrozen van de „Hollan-
dia" van de Kon. IIoll. Lloyd, welk schip
gisteren van zijn reis van Buenos-Ayres
te Amsterdam is aangekomen, heeft mede
gedeeld, dat de bemanning van dit schip
eergisterenavond tusschen 7 uur en half-
acht ter hoogte van de lichtschepen Noord
Hinder en Galloper is getuige geweest van
het werpen van bommen uit een tweetal
vliegmachines op de Engelsche weekboot
de „Groningen", op weg naar Rotterdam.
Toen de „Hollandia" op ongeveer 2 mij
len van de „Groningen" verwijderd in
dezelfde richting als dit schip voer, zag de
bemanning der „Hollandia" twee vlieg
machines in het zicht komen, welke vanuit
vrij groote hoogte plotseling twee hommen
lieten vallen naar het Engelsche schip.
Terwijl men achtereenvolgens tot 10 ma
len toe een groote ontploffing had gehoord,
gevolgd door het opslaan van een groote
breede waterzuil, zag men, dat do „Gro
ningen", na eerst gestopt te hebben, met
volle kracht vooruitstoomde, om op die
manier te trachten buiten het bereik der
vliegmachines te komen. Voor zoover men
had kunnen nagaan, werden de hommen,
van wie een op zeer korten afstand van do
„Hollandia" en in het vaarwater van dit
schip ontplofte, uit een der beide vliegma
chines geworpen, terwijl het andere obser-
vatiedienrt deed. Toen de beide v'Logma-
FEUILLETON.
WITTE ROZEN.
Europa was het juk moede, door Na
poleon den veroveraar opgelegd. Lang
genoeg had de gekroonde soldaat zijn wil
overmoedig opgedrongen aan den. mach
tigen Czaar aller Russen, aan den fieren
liabsburger van Oostenrijk, aan den op
volger van den strijdlustigen Frederik van
Pruisen, aan alle vorsten van Duitschland
en Italië. Europa had lang genoeg de be
lasting van bloed betaald, om den Corsi-
kaan te verrijken met bloedige krijgslau-
weren zijne krachtigste zonen ook gele-
iverd om het groote leger van 650,000 man
•te vormen, waarvan slechts een handvol
uit Rusland terugkeerde. Afstaan wilde
men nog, ook van eeuwenoude rechten,
maar niet alle vrijheid en volksbestaan
prijsgeven.
Toen klonk het, vooral in alle landen
van Duitschland: „onmogelijk met Napo
leon den" vrede te bewaren", en jong en
oud greep naar de wapenen, om den
I dwingeland te verdrijven, onschadelijk te
maken. Dichters stonden op, om rle liefde
i tot den geboortegrond te bezingen; op de
I bergen en in de dalen, in de scholen en de
ambachtswinkels, allerwege klonken de
vrijheidsliederen van Körner. Vooral zijn
laatste lied: „Samenspraak tusschen den
Ridder en zijn zwaard", dat hij samen-
stelde onmiddellijk vóór den slag van
Leipzig, waarin hij het leven liet, wist hel
enthousiasme tot de hoogste hoogte te
doen stijgen.
Vrijheer von Bergthal ook greep het
vuur der vadmlojnJsiiefde in den warmen
boezem, en „gelijk het krijgspaard, dat
poogt uit te breken in prikkelend onge
duld", kon hij het niet langer uithouden
in zijn prachtig slot, aanbeden door zijne
dierbare echtgenoote en zijn twee lieve
kinderen, Hugo en Julia. Het oorlogsru
moer en de zangen van Körner lieten hem
geen rust; weldra had hij zich losge
scheurd uit de armen der zijnen, en gelijk
later de heldhaftige weduwe van generaal
de Pimodan, toen zij den dood van haar
echtgenoot vernam, bij Castelfidardo ge
vallen, haar kleinzoon in de hoogte beurde
en vol trots uitriep: „ook gij zult soldaat
worden", zoo had hij zijn achtjarigen Hugo
aan 't harte gedrukt, in de hoogte gesto
ken en uitgeroepen: „ook gij zult later
voor het vaderland strijden."
Hij was vertrokken, en daar zijn moed
en voortvarendheid geen gevaren kenden,
in .een der eerste gevechten gevallen.
De treurmare kwam op het slot, en alsof
Mevrouw von Bergthal met hare kinderen
nog niet genoeg in het hart getroffen wa
ren, overviel, korten tijd daarna, eene
woeste krijgsbende het aan de grenzen
gelegen kasteel en stak het aan de vier
hoeken in brand. Slechts aan de opoffe
ring een9 trouwen dienaar^ dankte de
edele vrouw, met hare lievelingen, het
leven.
Wie bescihrijifit echter haar doodsangst,
toen zij, geruim on tijid daarna, tot zioh
zelve kee.rend, alleen de kleine Julia vóór
zich zag, die weemienda haar broertje riep.
In de algemeene verwarring had men
mo6der en kinderen eerst buiten bereik
van gevaar en vijanden gebracht, en ver
volgens op de kinderen geen acht meer
geslagen* Later hadden de bedienden
overal naar den knaap gezocht, doch de
kleine Hugo was verdwenen.
„Mijn kind, mijn arme Hugos" zoo riep
handenwringend Mevrouw von Berkthai;
en zij wilde terug naar de rookende pui-
nen van haar kasteel, om diaar aan alle
echo's der Jxetigen, aan de droevige resten
van haar rijkdom te vragen, maar haar
lieveling.
Dit drievoudig- verifies, van haar echt
genoot, van haar zoon en van het groot
ste gedeelte harer rijkdommen, greep
haar overigens sterk gestel zóódanig aan,
dat zij weldra in ijlende koortsen daar
nederlag, waarin zij zich niu eems op 't
slagveld waande om haar stervenden man
te verbinden en uit het strijdgewoel! te
dragen, dan weer ziidh tegen de worste
lingen van soldaten verdedigde, om haar
Hugo uit hunne handen of uit de vlam
men te redden. Eene zware ziekte volgde,
die maanden lang voor haar leven deed
vreezen.
Allo mavorechiingen naar den vermisten
knaap bleven zonder gevolg. Eindelijk
geloofde men niet anders, dan dat het
kind, een oogenblik onbewaakt, den vuur
gloed van het brandend kastee/1 te dacht
genaderd was en in de vlammen omgeko
men.
Gelukkig was Mevrouw von Bergthal in
den ruimste® zin des woords eene Christe
lijke vrouw, en vond zij alleen troost en
sterkte bij Decngeme, die „onze smarten
heeft gedragen en voor ons leed," die „als
de mede.lijdende Hoog êpri ester, onze
krankheden in zijn liohaam heeft onder
vonden," en zoet, aanminnig ons toe
roept: „komt allen tot Mij, die belast en
bö.iiuiejn zijt, Ik zal u verkwikken*'-
Van hare uitgestrekte rijkdommen had
zij nog slechts zooveel over gehouden, om
eenvoudig e® teruggetrokken te kunnen
leven. Eerst begaf zij zich met de kleine
Julia naar een ver verwijderde stad, doch
wijl daar het leven te duur was, giing zij,
na verloop van twee jaren, in het afgele
gen dorpje RolLheiLm wonen, waar zij
achttien jaren lang verwijlde, op bewon
derenswaardige wijze haar levenstaak
vervullende, namelijk: het voorbeefld van
Christelijke deugd te geven en Julia tot
een model van Ohrisk-me jonkvrouw op
te voeden.
Opgevoed door vrome ouders, had Me
vrouw von Bergthal van af hare teeder-
ste jeugd in teedere liefde en vereering
tot de Heüjige Moeder Gods uitgeblonken,
wier beeld met de schoonste bloemen te
sieren steeds haar hartelust was. Op aNe
feesten van Maria bracht zij aan de voe
ten der Onbevlekte Moeder-Maagd de
schoonste witte rozen, ter eere harer on
bevlekte reinheid. ZeÜ.fs itn het strenge
winterseizoen trachtte zij met de grootste
moeite deze hare LieveilLngshlocmen aan te
kweeken; en mocht het haar bij wijlen
niet gelukken, in edgen tuin of serre,
trots hare zorgen, de witte tolken harer
kinderliefde te zien bloeien, zoo ontzag zij
geen kosten, om ui/t den vreemde witte
rozen te doen komen. Ook in den tegen
woordig en bescheiden toeetand harer
beur% had zij nog steeds hare vrome ge
woonte bewaard; hare naald, waarmede
zij kunstrijk borduurwerk wist te maken,
hielp haar daartoe de noodige middelen
verschaffen. Zoo kwam het, dat ook in de
nederige dorpskerk, op alle feesten van
f y«*uw, o on heerlijke ruiken
van witte rozen voor het beeld der Moe
dermaagd prijkte.
Op zekeren dag kwam een jonge man
van een zeer deftig voorkomen, die op
reis was naar N...., in de nabijheid vair»
het dorpje RoIJheim. Door de schoone
natuur aangeklikt had hij dear postwagen
verlaten, en had een eind weegt te voet
afgelegd, totdat hij, bij het binnenkomen
•in het dorp, den pastoor ontmoette.
„Een prachig land hier, Mijnheer
Pastoor," zoo sprak de vreemde den her
der toe.
„Inderdaad, Mijnheer," antwoordde
deze, in Gods schoone natuur ademt men
vrijer, en de ziiel stijgt gemakkelijker tot
God omhoog, dien men hier beneden in
zoo vele schoonheden bewondert."
„Wat Is u gelukkig, Eerwaarde op flit
heerlijk plekje gronds, dait als uit don
hemel gedaald sohijnit, God, den Maker
van zoo veel schoonheid overal te ontmoe
ten en te dienen, en dien God loeren te
beminnen aan uwe talrijke kinderen;
UEw. vindt immens overal in uwe paro
chianen uwe familie terug."
„Gij oordeelt zeer juist, mijn onbeken
de vriend," hernam de goéde pastoor,
„want, hoezeer ook vreemd aan elkan
der, zoo maakt ons de harmonie onzer
gevoelens toch reeds tot vrienden. En
daar gij het zoo aantrekkelijk vindt den
goeden God te beminnen, noodiig ik u uit,
ons arm, maar net versierd kerkje te ko
men bezichtigen, waar ons aller Vriend
en Vader te midden der zijnen verwijlt.
(Wordt vcrvolgd.i