kijken, zonder zijn leven op het spel te zel
den. Elk oogenblik kun een handgranaat
of het trage projectiel van den niijnen-
werper in de loopgraaf vliegen en de
daar vertoevende soldaten misschien in
stukken scheuren. Dit is geen gevaar, dat
den soldaten misschien boven het hoofd
hangt-, naar dat dagelijks geschiedt. De
schildwacht blijft op zijn post staan. God
alleen weet, of hij de volgende seconde
nog in leven zal zijn. De anderen wachten,
gedoemd tot nietsdoen in hun aardholen
en wachten, tot het den vijand goed dunkt
den volgenden aanval te ondernemen.
Maar ook in de schuilplaatsen onder den
grond is het niet veilig. Zacht, maar toch
duidelijk hoort men er het krabbende en
kloppende geluid van de vijandelijke mijn
gravers. Ongetwijfeld wordt ergens in de
buurt een onderaardsche gang gegraven
naar onze stelling. En ongetwijfeld zal
binnenkort of lang van deze gang uit een
verschrikkelijke ontploffing plaats vinden,
die een deel van onze loopgraaf, met alles
wat daarin is,, tot gruis zal versplinteren.
Maar waar dit geschieden zal en wanneer,
hoort men niet met zekerheid. Toch moet
men trachten zelf eeri gang te graven in de
flank van de vijandelijke om hem voor te
zijn met de ontploffing. Zal het gelukken en
wie zal de eerste zijn?
Brult buiten het artillerievuur, dan biedt
de schuilplaats veiligheid tegen shrapnell-
kogels en granaat-splinters, maar tegen
een recht inslaande granaat niet. Die slaat
door de zoldering heen. Zoo hebben ze den
langen, langen winter doorgebracht^ in
mist, slik en vuil. Toen kwam echter eerst
de tijd, waarin dit alles liiets zou zijn, ver
geleken bij den moed en de kracht, die
daarna van de mannen geëischt zou wor
den. Den 9en Mei begon de grootc aanval,
die nu nog voortduurt, waardoor de vijand
hoopte hier door ons front te breken. Het
gruwelijk trommelvuur kwam. Door de
photographische opnamen van de vliegers,
maanden lang, kennen de Fransehen de
ligging van onze loopgraven zoo nauwkeu
rig als wij de hunne. Wij hebben bij de
gevangen en gedoode Franschen zelfs
nauwkeurige kaarten gevonden, waarop
onze loopgraven namen dragen, door de
Franschen er aan gegeven: Bismarck-loop
graaf, Moltke-loopgruaf, Putsdam-loop-
graaf. Met de groote zorgvuldigheid zijn,
aan de hand van deze kaarten, de enorme
hoeveelheid vijandelijke kanonnen zoo in
gesteld, dat op het oogenblik, dat het sein
gegeven wordt, het vuur van liet zwaarste
kaliber en de straal van machinegeweren
langs de loopgraven kunnen glijden, heen
en weer en weer heen. En punt naast punt,
meter naast meter zit een granaat. De hel-
sche chaos, die dan in de loopgraaf uit
breekt, is stellig de gruwelijkste beproe
ving, die sedert het begin van de wereld
historie gesteld kan worden aan inenschc-
lijke zenuwen. Het daarin uit te houden,
zonder stijf te worden van schrik, is meer,
veel meer dan alle Leonidas-daden van de
oude geschiedenis. Ik wil hier niet veel
woorden gebruiken, om fle?e verschviickino-
nowcne enecien. Ik wil heel nuchter het
verschrikkelijke teekenen, wat onze solda
ten hier voor ons moeten doormaken. De
granaten verbrijzelen, waar zij vallen, niet
alleen de lichamen, maar zij vernielen ook
de borstweringen, zij woelen de loopgraven
zoo om, dat deze eenvoudig verdwijnen en
dat de verdedigers, die nog in leven zijn
in deze wolk van rook, vuur, aarde en stof,
in dezen hage op het vrije veld staan Maar
zij staan! Verdoofd door liet krankzinnig
gedonder, de oogen verschrikt, ten deele
beroofd van hun sterkste wapen, het ma
chinegeweer, dat stuk geschoten werd of
onder de aarde bedolven, zonder telepho-
nische verbinding met de troepen achter
het front, omdat deze verbinding eveneens
vernield werd, wachten zij op het oogen
blik, dat na het voorbereidende trommel
vuur moet komen, op den stormaanval van
de vijandelijke colonnes. Werkelijk, dat zij
hiertoe nog den moed en de- kracht bezitten
om met een hoera! voorwaarts te rennen,
zooals geschied is, dat is nauwelijks te be
grijpen.
En dit niet één keer, maar telkens en
telkens weer. Zoodra een stormaanval afgc
slagen is, begint het werk om de. stukge
schoten loopgraven te herstellen. De sol
daten op zoo vooruitgeschoven en betwist'
punten als de Loretto-hoogte, de buurt om
Souchez en Neuville, zijn als mannen, die
dag in, dag uit, in een razenden orkaan op
het voorste puntje van een dijk staan,
waartegen een branding voortdurend storm
loopt. De branding grijpt voortdurend de
aarde, steenen,, balken, waarmede de ga
ten in den dijk gestopt worden. Elk oogen
blik lijkt het, alsof er een dambreuk zal
volgen. Maar onverschrokken, het voor
hoofd druipend van zweet, met haren, die
in den wind fladderen, zich in den wind
alleen verstaanbaar makend door gebaren,
houden de mannen het uit, steeds weer
nieuwe baken, aarde en steeoen aandra
gend om de gaten te stoppen. En zij houden
den dijk.
liet verschrikkelijkste misschien heb ik
nog niet verteld. Hier, op de Loretto-hoogte,
zijn geen mooi versierde graven. Hier wor
den de dooden begraven bij of zelfs in de
loopgraven. De niet begraven kameraad
zou in een paar dagen, bij deze hitte in een
paar uur, een verschrikkelijke vijand wor
denMaar een granaten-regen werpt
dikwijls de vlug onder den grond geborgen
dooden uit hun graven. Zelfs is liet niet
mogelijk de dooden onder den grond te
graven. De gesneuvelden, vriend en vijand,
moeten blijven liggen tusschen de loopgra
ven. En toch blijven de soldaten op hun
post. Houden zij stand.
In de Belgische loopgrachten.
Ontleend aan een brief van een Belgisch
onder-officier:
Den 27en, 28en, 29en en 30en Mei heb ik
verschrikkelijk© dagen beleefd. Den 27en
's avonds was onze compagnie in de eerste
•loopgrachten-linie gelegerd, toen er rond
elf uur op de voorposten een verwoed ge
vecht ontstond. De geweren, machinegewe
ren, mijnenwerpers en kanonnen maakten
een helscb leven. Eer^t wist njymaa# wat
er precies aan ue hand was. Later bl^jk^
de Duitschers hadden zich bij verrassing
meester gemaakt van een uitersten voor
post en een koi-poraal niet zes man gevan
gen. Daarna hadden zij een stormaanval
gedaan op de twee volgende posten, en
onze mannen rnet de bajonet neergestoken
of verdreven. Het verloren terrein moest
weer herwonnen. Den 28en werden vergeefs
pogingen daartoe gedaan, onder leiding
van adjudant V. d. Gracht. Bij de vierde
poging kreeg deze dappere een kogel juist
onder het rechteroog. Gelukkig was de
wond niet levensgevaarlijk maar groot,
daar ze door een dum-dum was veroor
zaakt. Na een bombardement van heel den
dag werden 's avonds zoo heette het
althans de verloren punten weer bezet.
Men verzekerde het ons. Maar helaas,
moesten wij, moest vooral ik, ondervinden,
dat dit niet waar was.
Ik werd aangeduid om met zes man den
uitersten post te bezetten (de po9t, die
's nachts te voren was overrompeld). Een
geleider voorop, Irokken wij af, behoed-
zaam glijdend langs-heen den oever van
den bewusten IJzer, alle geruchten vermij
dend. Eindelijk duidde mijn gids mij een
paar obusgaten aan en zeide, dat dit mijn
post was, en dat ik een tiental nieters
verder een schildwacht moest plaatsen.
Verwonderd vroeg ik hem, waar de mannen
waren, die afgelost moesten worden? Hij
zegde mij, dat de post gevangen was ge
nomen. Fluisterend merkte ik aan, dat de
overheid dan schandelijk was bedrogen,
toen de wachten hadden meegedeeld, dat
zij al hun posten hernomen hadden. Daar
't echter gevaarlijk was hier te twisten,
voegde ik alleen hem het- woord „lafaards
toe bleef alleen met mijn mannen. Ik
plaa-tate mijn marnoen in twee door obus
sen geslagen holen in den grond en trok
toen niet twee kameraden een tiental me
ters verder om behoedzaam over den dijk
te kijken. Onmogelijkste hoogIk kroop
nog vijf meters verder en daar bij een boom
vond ilk een aardhoopje, waar ik mij op
lichten kon. Vandaar kon ik alles goed
overzien. Dat was dus een geschikte plaats
voor de schildwachts. Ik aarzelfde om het
te roepen, daai;ik eenige meters verder tot
driemaal toe een verdacht gekraak van
takken en bladeren bad geboord. Toen
echter alles stil bleef riep ik zacht mijn
twee mannen. Nauwelijks waren zij bij mij
en had ik hun uitgelegd in welke richting
zij kijken moesten en wat zij te doen had
den, of... zimm-boem... boem... pang...
twee granaten en drie geweersalvo s wer
den op ons afgevuurdEén oogenblik
niets dan vuur rondom ons.
Mijn twee man vielen beide doodelijk
getroffen neer; hun toestand was sein ikke-
lijk. Zij kreunden vreeselijk, maar zeiden
toch zich nog te kunnen verwijderen. Ik
hielp hen zoo goed en kwaad als het ging
en bracht ze al kruipend naar de eerste
loopgraven. De nacht verliep alsdan zon
der verdere incidenten. In de alleruiterste
loopgracht bleef ik. Heel den volgenden
Av.uifc. ivuiiQ en uuv ~s avonds berichtte
men ons, dat wij nog 24 uur moesten stand
houden (en dat zonder eten of drinken,
gelukkig had ik nog wat overgespaard!»
Een peloton van een andere compagnie zou
pogen de verloren posten terug te nemen.
Wij moesten met de bajonet eiken tegen
aanval afslaan en koste wat kost, onze stel
lingen behouden. Onze artillerie begon als
dan de vijandelijke voorposen geducht te
beschieten. Op een gegeven oogenblik
hield het bombardement op en onze genie-
mannen, met handgranaten voorzien, als
mede heit aainvalöpelotcm trokken behoed
zaam maar vastberaden vooruit. Helaas...
zij kwamen niet ver: zij werden als kal
neergemaaid en wij in de loopgraven moch.
ten hen niet helpen daar wij onze grachten
zelf moes/ten verdedigen en iin de loopgra
ven mochten hen niet helpen, daar onze
kameraden zelf voor ons stonden. Binnen
enkele minuten kwamen de meesten, ge
kwetst terug. (17 van de 22 man.)- Bloed...
overal bloed. Wij trachtten de armen zoo
goed mogieflijk te bel.pen met alles wat bij
de hand was, strékken van ons ondergoed,
zakdoeken enz. Weidra kwamen ook de
brancardier aan. 't Was een hel! Rond
drie uur 's morgens 30 Mei verwittigde
de scihitdwaciht, dat de Duitschers nader
den. Onmiddellijk gaf <k bevel den luite
nant te venviititiigen. Maar geen der man
nen dorst zijn schuilplaats te vei'iaten. Ik
droeg_ den sergeant 't commando even
over en ging er zelf op uit, dwars over 't
open veld. De kogels vlogen rond mij
een mirakel dat ik niet getroffen werd.
Ongedeerd kwatm ik weie.r terug bij mijn
mannen. De Du-iitschers hadden hun aan
val niog niiet gedaan, zij hadden miet
groote stoutmoe.dli gil ei d hun steil!'in,gen, wil
len versterken, maar waren verdreven,
toen otnze sergeant op hen had doen vu
ren.
Een heftig artillerievuur hebben wij nog
te doorstaan gehad, dat louter op onze
loopgracht was geconcentreerd. Toch werd
slechts één der onzen, zwaar gewond,
's Avonds rond elf uur werden wij einde
lijk afgdost. liet waren moeiljjke dagen
geweest.
Vriend en vijand.
Tegenover dein diood verdwijnt a.Ve haat*
zegt het „Journal des Dóbats" in een
aangrijpende beschrijving van twee kerk
hoven in België, waar vniend en vijand
naast eikaar de laatste rustplaats hebben
gevonden.
Zeven kilometer van Luik, op een heu
vel, liggen twee kerkhoven, dicht bij
elkander. Het landschap heeft van daar
uit gezien een kalmeeiende liefelijkheid,
maar alles 'herinnert toch aan de vreese-
lijke gebeurtenissen, die hier plaats von
den: lange en diepe loopgraven, situkkem
prikkeldraad, soldaitenuiutsen en helmen,
die overal verspreid liggen, en deze gixi-
ven, waarvan de aarde pas op.gewoi-pen
schijnt.
Het eerste keik/bof is heel klein, hoewel
120 Belgische soldaten daar ter aarde be
steld werden. Ben statige eik bewaakt den
ijlgang. De wortels" van den boom wei den
dóór een loopgraaf blo^tge'egd, due in zig
zaglijn door dit vé-?d van de eeuwige rust
loopt. De graven zijn goed onderhouden
en met bloemen bedekt. Met gruiszaond
heeft men op den bodean een Belgischen
leeuw en een A in een krans geteekend,
©n tusschen bei&> staat een houten kruis
mot het opschrift: „1914. Aan de dappere
verdedigers van het vaderland, de gemeen
te Ghera-tte."
Hier en daar verrijzen onder© kleinei-e
kruisen. Op een daarvan leest men: „Hul
de aan de dappere Belgische soldaten, dfie
den 6en Augustus 1914 voor hun vaderland
stierven" en daaronder: „Ter eere van
onzen dapperen vijand, toegewijd door
het K. Beoieirsohe landstorm Inf. Bat. Ans-
bach." Op een ander kruis: „Aan de ge
sneuvelde Belgen, Duitsehe soldaten."
Dat Is, schrijft het F.ransche blad, de
betuiging 'van eerbied door den vijand.
Kleine pa^en met de Belgische kleuren
zijn door verzilverde guirlandes met
elkaar verbonden Shako's, half verwelkte
kuaraen en stukken van ransels liggen
daar en omgeven de beeltenissen van Ko
ning Albert en Koningin B'isabeth, als
mede het opschrift: „God behoede België
en zijn Koning!"
Eenige honderden meters verder langs
een loopgraaf, die in de richting van het
fort Barchan loopt, vindt men een kerk
hof voor de Duitsehe soldaten, die op het
slagveld viiielem. Het .Is veel grooter, dan
het eerste, het heeft d'e afmetingen van
een groot dorpskeikhof. Ook (hoer herin
nert .alles aan den krijg: prikkeldraad, de
overblijfsels van een afgebrand landhuis,
terwijl .in, de nabijheid van een bloeienden
boomgaard, achter een haagdooin-heb, een
loopgraaf is.
Driehonderd soldaten zijn hier hegra
ven. Rechts zijn de g.raven der officieren*
waarbij een kruis staat, met de namen
der gesneuvelden. Onder een groet- gras
veld zijn de andere soldaten ter aarde
besteid. Geen naam wordt vernield. Op
een kruds van eikenhout, een paar meter
hoog, huldigt een officier alleen „de hel
den, die voor de eer en het bestaan van
Dui-tschland vielen."
De Belgische gemeente W'ondre onder
houdt de graven der Duitsehe eo- daten en
zorgt er voor, dat de bloemen niet ontbre
ken....
De Russische Poetioff-fabrieken.
Elk heetf't in dezen oorlogstijd en ook
daarvoor wel in zijn krant den naam van
de PoetLLoff-fabrieken gelezen: vóór den
corlog maeisita.1 in verband met arbeiders-
onlusten een staking aan die fabrieken
was gewoonlijk de eerste uiting van een
hcoger stijgen der chronische ontevreden
heid in zekere kringen van het Russische
lijk tijdens den krijg als één der groote
leveranciers van oorlogsmateriaal aan het
leger van den Tsaar. De Poeitlkiff-fabrie-
ken befliooreai tot de oudste ijzersmelterij
en en -werkplaatsen van Europa. Ze zijn
reeds in 1801 door de Russische regeering
yrgu^.Jl/t,«1>'e.pa1a)^jayig van krijgsbenoo-
gericiht. Reeds van den aanvang af hie'.d
de aan de oevers der Newa bij St. Peters
burg gelogen gieterij 7Ó0—8OÜ arbeiders
bezig voor die tijden een belangrijk
aantal. Langzamerhand legde men zich
ook op andere takken van metaoJfabrica-
gc- toe, zoodat de krijgsbenoodigdheden
ten slott© geiheel op den achtergrond wer
den gedrongen. Echter daalde de betee-
kenis der fabrieken voortdurend, tot de
regeering ze in 1808 aan N. J. Poetifoff
verkocht, die de eerste was, die hot walsen
van rails in Rusland invoerde en verder
de zaak grooteiijks uitbreidde. Evenals
Alfred Krupp had Poetiloff zich van klein
af omhoog gewerkt. In. 1873 werd de firma
een naamhooze vennootschap,'die züoh ook
cp de staalfabrieage ging toeleggen en
groote installaties voor het Siemens-,
Marfan- en het Bessemerproces bouwde.
Sedert Poetiloffs dood. die stierf zonder
reehtstreeksche erfgenamen na te laten,
bestaat de vennootschap als vennootschap
van de aamdeeihouders der Poeti'offwer-
keu. Spoedig werd de fabricage van rails
en van plaatstaal hoofdzagk. In '90 weid
ook een scheepswerf in bedrijf gebracht,
welke sedert dien herhaalde malen, is ver
groot. In 1893 leverde de fabriek de eerste
locomotief af, waarvan, alle onderdeden
in de fabriek zelf waren vervaardigd.
Thans zijn er twee groote werkplaatsen
voor den bouw van, locomotieven, weTko
de zaak mede aan den spits van dezen tak
van industrie plaatsen. Jaarlijks worden
30P locomotieven aan de Russische, Sibe
rische en Finsche spoorwegen afgeleverd,
cm bovendien maandelijks 300 goederen-
en 25 personenwagens. Aan bet buiten
land wordt niets geleverd, daar de Rus
sische regeerng de gansche productie
heeft besproken.
In 1898 werd de smederij aan grondige
vernieuwing onderworpen, waarbij 0
smeedpersen van 1000 ton elk in werking
werden gesteld. In 1890 is men eindelijk
ook weer met den aanmaak van kanon-
ren en vuurwapenen begonnen. Tegen
woordig (dait wil zeggen l.n normale tijden)
worden jaarlijks 60,000 ton smeed- en 6000
ton giets.tuikkein, e,n door liet wa.'swevk
80,000 ton formaatijzer afgeleverd. Naast
de eigenlijke staalbeweikingsafdee.ling
liggen nog een af deeling voor warmtebe
handeling der werktuig-staalsoorten en
een uitstekend laboratorium. De metallur
gische afdeeling omvat bovendien nog een
kopersmelterij, waar jaarlijks ongeveer
500 ton brons en messing worden versmol
ten, besteimd voor den loeomotievenbouw,
voor geschut enz. De geheele fabriek om
vat vier hoofdafdelingen: de sme'derij,
waar alleen 1500 ton voor gesohut doel
einden wordt geproduceerd: de ketelmake
rij; de afdeeling ijzerconstruoties en ein
delijk de m ach i n e -const n i c tie-werkplaats
De laatste, de meest ontwikkelde, omvat
cok werkplaatsen voor stoomturbine*,
Dieselmotoren, pompen, hefwerktuigen
e. d.
De scheepswerf bouwde twee 7000 ton-
kru.isers en venscheiden toipedojagers. In
de laatste jaren is de werf onder !vid.ing
van de bekende firma Blohm en Vosjz te
Komburg ook voor den bouw van groote
P anfse rsch epen ingericht. De g esc.hu t-
afdeeling, dlie over een groote schietbaan
beschikt, construeerde reeds een groot aan
tal stukken veldgeschut naar het model
van Schneider te le Creusot, én. verschei
dene kus-tverdedigingsvuuitnonden. De
fabrieken. liggen ongeveer 10 K.M. ten. Z.-
Wi. van Pet rograd aan de Newa en be
dekken een. groot terrein. Vóór den oorlog
waren er 8000 arbeiders aan het. werk, dik
wijle heeft dfit getal echter reeds 12000 be
reikt. Als we er nog bijvoegen, dat de
krachtinstallatte 15,000 P.K. levert, heb
ben we genoeg gezegd om het belang van
deze fabrieken, ook in verband met dezen
cortog, te doen uitkomen.
Dum-dum koge<6.
Het is misschien niet algemeen bekend,
hoe de uitvinding van de dum-dum kogels
tot stand kwam en vanwaar de naam
komt.
De Engelschen in Engelsch-Indië had
den zeer veel last van lieden, behoorend
tot wilde bergstammen, die 's nachts en
soms overdag zelfs, hun kampen kwamen
„afloopen", voorzien van groote, vlijm
scherpe messen, waarmee zij zeer handig
de Engelsche soldaten bewerkten. De En-
gelsehe soldaten, die toen pas van gewe
ren van het tegenwoordige kleine kaliber
voorzien waren, werden zeer onaangenaam
getroffen door het feit, dat het gaatjes
schieten in zoo'n wilde slechts die uitwer
king had op hen had, dat de doorzichtige"
lieden nog kwader werden en hun messen
met nog grooter virtuositeit hanteerden.
Op deze wijze werden verschillende solda
ten gedood door lieden, die volgens het
oorlogsrecht, verplicht waren om heusch
dood te zijn, doch die daar blijkbaar nog
niet beschaafd genoeg toe waren.
Te Dum-Dum, een klein plaatsje waar
het arsenaal stond, werd toen de uitvin
ding gedaan om „zachtzinnige" menschen
te maken, nl. door een deel van den punt
van den kogel te verwijderen. Deze vinding
was schitterend: de Engelsche soldaten
riepen erover: de tegenpartij daarentegen
protesteerde bij zoo'n ontmoeting niet te
gen deze vinding, daar zij gewoonlijk dood
was.
Het bestuur van het obscure Indische
arsenaaltje te Dum-Dum heeft vergeten
patent op zijn uitvinding te nemen. Op het
oogenblik profiteeren alle oorlogvoerenden,
tenminste volgens de tegenpartij, van de
uitvinding. Misschien is het ook geen ver
zuim geweest, doch heeft het bestuur ge
meend goed te doen om de .zegeningen dei-
beschaving als gemeengoed aan de geheele
wereld vrij ter beschikking te stellen.
Faillissementen.
U ingesproken:
B. S. Lam, aannemer, te Utrecht. Cu
rator: ma*. A. J. S. vaai Lier.
inanaam Gebroeders de Bier, siligarenana-
ker ein winkelier in. tabak e nsiigaren. te
Hilversum. Curator: mr. F. \V. C. II. 01-
dewelt.
H. Bos Westei'huiis, Den Haag. Curator:
mu\ E. Overboscb.
G. E. Hoornik, gescheiden eclrtgenoote
van W. Lindeman, Den Haag. Curator:
mr. E. Prager.
J. R. P. van Zuy'.en, koopman, Den
Haag. Curator: mr. H. J. Rink.
II. M. van Eijkelcnburg, assuradeur, te
I. oosduinen. Curator: mr. Th. L. van
Berckel.
V ernietigd:
Mevr. A. M. Leenes, te Amsterdam.
Geëindigd:
M. \V. Koch, koffiehuishouder, vroeger
ie Hil versum, thans te Amsterdam: A. J.
van de Ven van Spaardonk, boekhouder,
C. van de Ven, boekhouder, L. Evers,- ko
perslager, ai'len te Tilburg, en L. H. van
Amelsvooit, koopman, thans te Breda; J.
A. Peek, caféhouder, te Rotterdam; A.
Kwakernaak. schilder, te Jutphafls; Joh.
de Bruyn, handelaar in geneesmiddelen,
J. Wisse, caféhouder, te Yersekc.
Burgerlijke Stand.
LEIDEN.
Geboren: Anthony, z. v. W. C. Ple
zier en M. Neuteboom. Neelij e, d. v.
J. A. Jacobs en J. Martijn. ChrisWaan
Gar relt, >z. v. H. Schoonhoven en H. Hen-
sen. Karei, z. v. H. -de Graaf en S. Tis-
seur. Petronekia, d. v. A. Go meli s se en
P. Jongeleen. Cafharina, d. v. J. van
Veen en P. van den Berg. Jeannette,
d. v. G. van den Dungen en L. B. E. van
der Wagt. Vincent, lus Constanten us Jo
zef Paul, zv. J. Thijssen en M. Peenen.
Gerardus Antonius, z. v. P. I Raijma-
kers an G. M. Walraven. Bernard, z. v.
B. F. Grün en, M. Kalb. Gertrud Louise,
d. v. K. Hof en L. A. van Ara.
Overleden: B. van Leeuwen, z. 3 j.
D. Kramer, w. 77 j. H. Jacobs, m. 60
j. W. Neevens, w. 87 j. J. Te gelaar
m. 49 j. M. Spanjae.rt wed. J. B. Maüer
82 jaar.
BODEGRAVEN.
Geboren: Paulus z. van A. van den
Berg en J. Koning; Willem Wouter, z.
van J. M. Voordouw en J. H. Hak;
Aartje d. v. G. G Burggraaf en C. Brand.
Getrouwd: J. Koning 26 j. en C.
Mulder 22 j.
Overleden: J. Verwoerd, wed. van J.
Beijeman 64 j. C. van Dam, gehuwd met
M. Lok, 76 j.
LISSE.
Geboren: Antje, dochter v. F. Sinink
en A. Hoekstra. Gerardus, zoon van II.
M. van Gerven en J. Heemskerk. Ber-
nardus, zoon van W. Lemmers en C. Vrij
burg Marius Wouter, zoon van M. de
Graaf en A. van Vliet, Teunis, zoon van
B, Kulk en M. Nederveld..
Stoomvaartberichten.
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
BATJAN arriveerde 28 Juni van New-
York te Padang. BILLITON (thuisreis)
arriveerde 27 Juni te Suez. GROTIUS
(thuisreis) vertrok 26 Jun-i van Periin.
KANGEAN (thuisreis) vertrok 29 Juni van
Marseille. KONINGIN DER NEDERLAN
DEN (thuisreis) is 26 Juni Dover gepas
seerd. KONINGIN EMMA (uitreis) arri
veerde 28 Juni te Genua. NIAS (thuisreis)
arriveerde 28 Juni te Suez. ORANJE arri
ve eixle 27 Juni van Amsterdam te Batavia.
RADJA vertrok 27 Juni van New-York m.
Norfolk. REMBRANDT (uitreis) is 26 Juni-
Perion gepasseerd. RIOUW (thuisreis) ar
riveerde 27 Juni te Suez. TIMOR (uitreis)'
is 26 Juni Dungeneiss gepasseerd.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
GORONTALÖ (uitreis) is 28 Juni bij i
Deal geankerd. INSULIN DE (uitreis) ver
trok 28 Juni van Port Said. MALANG ar
riveerde 28 Juni van New-York te Noi folk.
MEDAN (uitreis) is 27 Juni Ouessant ge-1
passeerd. MENADO (thuisreis) is 27 Juni;
Sagres gepasseerd. MERAUKE (thuisreis),
passeerde 28 Juni Prawlepoint. SOERA-»
KARTA. van Rotterdam naar Baltimore,
passeerde 28 Juni Dungeness. TABANAN-
(uitreis) arriveerde 27 Juni te Gravesend.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
ANDIJK arriveerde 28 Juni van Rotter
dam te Philadelphia. AMSTELDIJK, ver
trok 26 Juni van Newport News naar Rot
terdam. ESPERANCE vertrok 26 Juni van
Baltimore naar Rotterdam. LOCK TA"¥
arriveerde 27 Juni van Rotterdam te Bue-
inps-Ayres. NOORDAM vertrok 26 Juni
\yn New-York naar Rotterdam. NOOR-
DERDIJK, van Ga'.veston naar Bordeaux,
vertrok 26 Juni van Newport News. OOS-
TIRDIJK arriveerde 26 Juni van Rotter
dam te Delaware. RANDWIJK, van Rot
terdam oiaar Buemos-Ayres, passeerde 26
Juni St. Vincent. ROTTERDAM, van Rot
terdam naar New-York is 26 Juni te Deal
teruggekeerd. SLOTERD1JK, van Rotter
dam naar Havana en N'ew-Or'ieans, pas
seerde 26 Juni Bevezier. TERJE VIKF.N,
arriveerde 26 Juni van Rotterdam te Bue
nos Ayres. VEENDIJK vertrok 26 Juni vao>
Boston naar Rotterdam. WAALDIJK, van
Rotterdam naar Buenos-Ayres, passeerde
23 Juni Madera. ZAANDIJK, van Rotter
dam naar Savannah, passeerde 27 Juni;
Prawlepoint. ZUIDERDIJK vertrok 26'
Juni van New-Orleans naa.r Rotterdam.
ZIJLDIJK, van Savannah naar Rotterdam,
is 26 Juni bij Dea.l geankerd.
KON. HOLL. LLOYD.
DELFLAND (thuisreis) a erti-ok 29 Juni
vaai Vigo. MAASLAND (uitreis) vertrok 27
Juni van Periiambueo, NORFOLK .arri
veerde 28 Juni van Buenos-Ayres te Am
sterdam. RIJNLAND (thuisreis) vertrok 27
Juni van Viigo. TUBANTIA (uitreis) arri-
j" 20 JU'JJ'L re nuj Janeiro. ZEELAN-
DIA (uitreis) vertrok 27 Juni van Vigo.
KON. WEST-IND. MAILDIENST.
PRINS WILLEM I (uitreis) vei'trok 26
Juni van Funehal (Madera).
KON. PAKETVAART-MIJ.
DE GREVE vertrok 26 Juni van New
castle (N. Z. W.) naar Tjilatjap. TAS
MAN vertrok 27 Juni van Brisbane naar
Batavia.
Marktberichten.
BODEGRAVEN, 29 Juni. Kaas. Aange
voerd 235 partijen kaas, controlekaas f
ale soort Goudsc-he f46.a f49.—,
2e soort 43.a f45.le soort Derby f
a f '2e soort f—a f—le "soort
Edammer fa f2e soort fa
f—Zwaardere Goudsche f49.— a fölVa-
Handel vlug.
ROTTERDAM. 29 Juni. Vee. Aanvoer
Paarden 107, Veulens 0, Ezels 0, magere run
deren 923, vette runderen 560, veile kalve
ren 212, Nuchtere kalveren 553, graskalveren
0, schapen —0, varkens 3, Biggen 179, Buk.
ken of geiten 4.
Prijzen per 1/o Kilo:
Koeien en ossen 40-47-521/., stieren 36-40-44,
vette kalveren 52l/2-57I/J-ii2i/,, varkens -0-0,
schapen 00-00 lichte varkens (JO-OO export kal
veren 00-00 ets.
Prijzen per stuk van mager vccMelkkoeien
180-345, kalfkoeïen 250-335, stieren 16U-420
pinken 100-150, graskalveren 000-000, vaarzen
150—200, alles mager vee; biggen 13—20, slat-li t-
paarden 100—250, werkpaarden 200—500 hitten
150350, Fok Nuch. kalv. 25-40, slacht nuch.
kalv. 10-24, biggen p. week 2-2.25.
HAZERSAYOL'DE, 28 Juni. II. E. Veiling.
Aangevoerd 4838 Kipeieren f6.00f6,25 per
100, 46 Eendeneieren 1 5.55—f5.60 per 100.
SI OMPWIJK, 28 Juni. Eieren. Heden
werden ter eierenveilingaangevoerd 2979 kip
peneieren, die verkocht werden voor f 6,05 a
1' 6.55 de 100 stuks, benevens 106 eenden
eieren, die f6.30f6.50 opbrachten per 100,
ganzeneieren a cents per stuk.
KATWIJK AAN DEN RIJN, 29 Juni. Veiling
der Tuinbouwvereeniging K. en O. Aardapp.
Due of York p. baal f3.00 f3.15 dito p. mnml
f2.45 f2,60 dito. Kleinen p. 1/2 H.L. f1,35
fl,50 Aardapp. ronden p. baal fU,fdito
p. mand f 10,dito kleinen p. 1/2 H.L.
10,1*0,— Bloemkool 10,f0,dito II
10,— f0,— Reuzen j 1*0,— 10,— fO,— dito II
f0,— f0,— Peen p. 100 bos f2,40 f3,50 l'ien
p. 100 bos f0,f0,Aangevoerd 600 ba
len en 300 manden aardappelen. Handel voor
vlug. Meer vraag voor binnenland.
WASSENAAR. 2S Juni. Veiling. Radijs 1 a
2c.PeterselielalV^c.Boonenkruidl al1 .c.Scl-
dei ij la 11/2 Peen 2 a 4>/2 c.; Rabarber 1 a 4
c.; Slauitjcs 1 a 0cent per be>s. Zuring 5
a 10 c.; Postelein a c. p. ben. Kropsla
f0.30 a 0.70; Bloemkool 1'3,a f6.50 p. ÏQÜ).
Meidoppers fl.20 a fl.35; Doperwten 11.30 a
f1,45; Rasperenvten 11.70 a 2.00; Gr. Capu-
cijners f1,80 a f2.00; Peulen fl.75 a f2,00;
Tuinboonen f0,30 a 0.42, p. 10 K.G. Aard
beien 25 a 30 e. p. KG. Meloenen a l'O.
Eieren per 100 f5.005.50, Ktrvel D/2 a 2 c.
per bos, Spinazie 20 c. per ben, Komkommers
f57 per 100, Konijnen 20 a 30 c. per sink.
LEIDEN. 29 Juni. Varkensninrkt. Aange
voerd 178 stuks. Vette varkens 178 van f O.HO
tot f0.88. Licht soort 146 van f0.80 tot fO.78^
Handel matig.