kijken, zonder zijn leven op het spel te zel den. Elk oogenblik kun een handgranaat of het trage projectiel van den niijnen- werper in de loopgraaf vliegen en de daar vertoevende soldaten misschien in stukken scheuren. Dit is geen gevaar, dat den soldaten misschien boven het hoofd hangt-, naar dat dagelijks geschiedt. De schildwacht blijft op zijn post staan. God alleen weet, of hij de volgende seconde nog in leven zal zijn. De anderen wachten, gedoemd tot nietsdoen in hun aardholen en wachten, tot het den vijand goed dunkt den volgenden aanval te ondernemen. Maar ook in de schuilplaatsen onder den grond is het niet veilig. Zacht, maar toch duidelijk hoort men er het krabbende en kloppende geluid van de vijandelijke mijn gravers. Ongetwijfeld wordt ergens in de buurt een onderaardsche gang gegraven naar onze stelling. En ongetwijfeld zal binnenkort of lang van deze gang uit een verschrikkelijke ontploffing plaats vinden, die een deel van onze loopgraaf, met alles wat daarin is,, tot gruis zal versplinteren. Maar waar dit geschieden zal en wanneer, hoort men niet met zekerheid. Toch moet men trachten zelf eeri gang te graven in de flank van de vijandelijke om hem voor te zijn met de ontploffing. Zal het gelukken en wie zal de eerste zijn? Brult buiten het artillerievuur, dan biedt de schuilplaats veiligheid tegen shrapnell- kogels en granaat-splinters, maar tegen een recht inslaande granaat niet. Die slaat door de zoldering heen. Zoo hebben ze den langen, langen winter doorgebracht^ in mist, slik en vuil. Toen kwam echter eerst de tijd, waarin dit alles liiets zou zijn, ver geleken bij den moed en de kracht, die daarna van de mannen geëischt zou wor den. Den 9en Mei begon de grootc aanval, die nu nog voortduurt, waardoor de vijand hoopte hier door ons front te breken. Het gruwelijk trommelvuur kwam. Door de photographische opnamen van de vliegers, maanden lang, kennen de Fransehen de ligging van onze loopgraven zoo nauwkeu rig als wij de hunne. Wij hebben bij de gevangen en gedoode Franschen zelfs nauwkeurige kaarten gevonden, waarop onze loopgraven namen dragen, door de Franschen er aan gegeven: Bismarck-loop graaf, Moltke-loopgruaf, Putsdam-loop- graaf. Met de groote zorgvuldigheid zijn, aan de hand van deze kaarten, de enorme hoeveelheid vijandelijke kanonnen zoo in gesteld, dat op het oogenblik, dat het sein gegeven wordt, het vuur van liet zwaarste kaliber en de straal van machinegeweren langs de loopgraven kunnen glijden, heen en weer en weer heen. En punt naast punt, meter naast meter zit een granaat. De hel- sche chaos, die dan in de loopgraaf uit breekt, is stellig de gruwelijkste beproe ving, die sedert het begin van de wereld historie gesteld kan worden aan inenschc- lijke zenuwen. Het daarin uit te houden, zonder stijf te worden van schrik, is meer, veel meer dan alle Leonidas-daden van de oude geschiedenis. Ik wil hier niet veel woorden gebruiken, om fle?e verschviickino- nowcne enecien. Ik wil heel nuchter het verschrikkelijke teekenen, wat onze solda ten hier voor ons moeten doormaken. De granaten verbrijzelen, waar zij vallen, niet alleen de lichamen, maar zij vernielen ook de borstweringen, zij woelen de loopgraven zoo om, dat deze eenvoudig verdwijnen en dat de verdedigers, die nog in leven zijn in deze wolk van rook, vuur, aarde en stof, in dezen hage op het vrije veld staan Maar zij staan! Verdoofd door liet krankzinnig gedonder, de oogen verschrikt, ten deele beroofd van hun sterkste wapen, het ma chinegeweer, dat stuk geschoten werd of onder de aarde bedolven, zonder telepho- nische verbinding met de troepen achter het front, omdat deze verbinding eveneens vernield werd, wachten zij op het oogen blik, dat na het voorbereidende trommel vuur moet komen, op den stormaanval van de vijandelijke colonnes. Werkelijk, dat zij hiertoe nog den moed en de- kracht bezitten om met een hoera! voorwaarts te rennen, zooals geschied is, dat is nauwelijks te be grijpen. En dit niet één keer, maar telkens en telkens weer. Zoodra een stormaanval afgc slagen is, begint het werk om de. stukge schoten loopgraven te herstellen. De sol daten op zoo vooruitgeschoven en betwist' punten als de Loretto-hoogte, de buurt om Souchez en Neuville, zijn als mannen, die dag in, dag uit, in een razenden orkaan op het voorste puntje van een dijk staan, waartegen een branding voortdurend storm loopt. De branding grijpt voortdurend de aarde, steenen,, balken, waarmede de ga ten in den dijk gestopt worden. Elk oogen blik lijkt het, alsof er een dambreuk zal volgen. Maar onverschrokken, het voor hoofd druipend van zweet, met haren, die in den wind fladderen, zich in den wind alleen verstaanbaar makend door gebaren, houden de mannen het uit, steeds weer nieuwe baken, aarde en steeoen aandra gend om de gaten te stoppen. En zij houden den dijk. liet verschrikkelijkste misschien heb ik nog niet verteld. Hier, op de Loretto-hoogte, zijn geen mooi versierde graven. Hier wor den de dooden begraven bij of zelfs in de loopgraven. De niet begraven kameraad zou in een paar dagen, bij deze hitte in een paar uur, een verschrikkelijke vijand wor denMaar een granaten-regen werpt dikwijls de vlug onder den grond geborgen dooden uit hun graven. Zelfs is liet niet mogelijk de dooden onder den grond te graven. De gesneuvelden, vriend en vijand, moeten blijven liggen tusschen de loopgra ven. En toch blijven de soldaten op hun post. Houden zij stand. In de Belgische loopgrachten. Ontleend aan een brief van een Belgisch onder-officier: Den 27en, 28en, 29en en 30en Mei heb ik verschrikkelijk© dagen beleefd. Den 27en 's avonds was onze compagnie in de eerste •loopgrachten-linie gelegerd, toen er rond elf uur op de voorposten een verwoed ge vecht ontstond. De geweren, machinegewe ren, mijnenwerpers en kanonnen maakten een helscb leven. Eer^t wist njymaa# wat er precies aan ue hand was. Later bl^jk^ de Duitschers hadden zich bij verrassing meester gemaakt van een uitersten voor post en een koi-poraal niet zes man gevan gen. Daarna hadden zij een stormaanval gedaan op de twee volgende posten, en onze mannen rnet de bajonet neergestoken of verdreven. Het verloren terrein moest weer herwonnen. Den 28en werden vergeefs pogingen daartoe gedaan, onder leiding van adjudant V. d. Gracht. Bij de vierde poging kreeg deze dappere een kogel juist onder het rechteroog. Gelukkig was de wond niet levensgevaarlijk maar groot, daar ze door een dum-dum was veroor zaakt. Na een bombardement van heel den dag werden 's avonds zoo heette het althans de verloren punten weer bezet. Men verzekerde het ons. Maar helaas, moesten wij, moest vooral ik, ondervinden, dat dit niet waar was. Ik werd aangeduid om met zes man den uitersten post te bezetten (de po9t, die 's nachts te voren was overrompeld). Een geleider voorop, Irokken wij af, behoed- zaam glijdend langs-heen den oever van den bewusten IJzer, alle geruchten vermij dend. Eindelijk duidde mijn gids mij een paar obusgaten aan en zeide, dat dit mijn post was, en dat ik een tiental nieters verder een schildwacht moest plaatsen. Verwonderd vroeg ik hem, waar de mannen waren, die afgelost moesten worden? Hij zegde mij, dat de post gevangen was ge nomen. Fluisterend merkte ik aan, dat de overheid dan schandelijk was bedrogen, toen de wachten hadden meegedeeld, dat zij al hun posten hernomen hadden. Daar 't echter gevaarlijk was hier te twisten, voegde ik alleen hem het- woord „lafaards toe bleef alleen met mijn mannen. Ik plaa-tate mijn marnoen in twee door obus sen geslagen holen in den grond en trok toen niet twee kameraden een tiental me ters verder om behoedzaam over den dijk te kijken. Onmogelijkste hoogIk kroop nog vijf meters verder en daar bij een boom vond ilk een aardhoopje, waar ik mij op lichten kon. Vandaar kon ik alles goed overzien. Dat was dus een geschikte plaats voor de schildwachts. Ik aarzelfde om het te roepen, daai;ik eenige meters verder tot driemaal toe een verdacht gekraak van takken en bladeren bad geboord. Toen echter alles stil bleef riep ik zacht mijn twee mannen. Nauwelijks waren zij bij mij en had ik hun uitgelegd in welke richting zij kijken moesten en wat zij te doen had den, of... zimm-boem... boem... pang... twee granaten en drie geweersalvo s wer den op ons afgevuurdEén oogenblik niets dan vuur rondom ons. Mijn twee man vielen beide doodelijk getroffen neer; hun toestand was sein ikke- lijk. Zij kreunden vreeselijk, maar zeiden toch zich nog te kunnen verwijderen. Ik hielp hen zoo goed en kwaad als het ging en bracht ze al kruipend naar de eerste loopgraven. De nacht verliep alsdan zon der verdere incidenten. In de alleruiterste loopgracht bleef ik. Heel den volgenden Av.uifc. ivuiiQ en uuv ~s avonds berichtte men ons, dat wij nog 24 uur moesten stand houden (en dat zonder eten of drinken, gelukkig had ik nog wat overgespaard!» Een peloton van een andere compagnie zou pogen de verloren posten terug te nemen. Wij moesten met de bajonet eiken tegen aanval afslaan en koste wat kost, onze stel lingen behouden. Onze artillerie begon als dan de vijandelijke voorposen geducht te beschieten. Op een gegeven oogenblik hield het bombardement op en onze genie- mannen, met handgranaten voorzien, als mede heit aainvalöpelotcm trokken behoed zaam maar vastberaden vooruit. Helaas... zij kwamen niet ver: zij werden als kal neergemaaid en wij in de loopgraven moch. ten hen niet helpen daar wij onze grachten zelf moes/ten verdedigen en iin de loopgra ven mochten hen niet helpen, daar onze kameraden zelf voor ons stonden. Binnen enkele minuten kwamen de meesten, ge kwetst terug. (17 van de 22 man.)- Bloed... overal bloed. Wij trachtten de armen zoo goed mogieflijk te bel.pen met alles wat bij de hand was, strékken van ons ondergoed, zakdoeken enz. Weidra kwamen ook de brancardier aan. 't Was een hel! Rond drie uur 's morgens 30 Mei verwittigde de scihitdwaciht, dat de Duitschers nader den. Onmiddellijk gaf <k bevel den luite nant te venviititiigen. Maar geen der man nen dorst zijn schuilplaats te vei'iaten. Ik droeg_ den sergeant 't commando even over en ging er zelf op uit, dwars over 't open veld. De kogels vlogen rond mij een mirakel dat ik niet getroffen werd. Ongedeerd kwatm ik weie.r terug bij mijn mannen. De Du-iitschers hadden hun aan val niog niiet gedaan, zij hadden miet groote stoutmoe.dli gil ei d hun steil!'in,gen, wil len versterken, maar waren verdreven, toen otnze sergeant op hen had doen vu ren. Een heftig artillerievuur hebben wij nog te doorstaan gehad, dat louter op onze loopgracht was geconcentreerd. Toch werd slechts één der onzen, zwaar gewond, 's Avonds rond elf uur werden wij einde lijk afgdost. liet waren moeiljjke dagen geweest. Vriend en vijand. Tegenover dein diood verdwijnt a.Ve haat* zegt het „Journal des Dóbats" in een aangrijpende beschrijving van twee kerk hoven in België, waar vniend en vijand naast eikaar de laatste rustplaats hebben gevonden. Zeven kilometer van Luik, op een heu vel, liggen twee kerkhoven, dicht bij elkander. Het landschap heeft van daar uit gezien een kalmeeiende liefelijkheid, maar alles 'herinnert toch aan de vreese- lijke gebeurtenissen, die hier plaats von den: lange en diepe loopgraven, situkkem prikkeldraad, soldaitenuiutsen en helmen, die overal verspreid liggen, en deze gixi- ven, waarvan de aarde pas op.gewoi-pen schijnt. Het eerste keik/bof is heel klein, hoewel 120 Belgische soldaten daar ter aarde be steld werden. Ben statige eik bewaakt den ijlgang. De wortels" van den boom wei den dóór een loopgraaf blo^tge'egd, due in zig zaglijn door dit vé-?d van de eeuwige rust loopt. De graven zijn goed onderhouden en met bloemen bedekt. Met gruiszaond heeft men op den bodean een Belgischen leeuw en een A in een krans geteekend, ©n tusschen bei&> staat een houten kruis mot het opschrift: „1914. Aan de dappere verdedigers van het vaderland, de gemeen te Ghera-tte." Hier en daar verrijzen onder© kleinei-e kruisen. Op een daarvan leest men: „Hul de aan de dappere Belgische soldaten, dfie den 6en Augustus 1914 voor hun vaderland stierven" en daaronder: „Ter eere van onzen dapperen vijand, toegewijd door het K. Beoieirsohe landstorm Inf. Bat. Ans- bach." Op een ander kruis: „Aan de ge sneuvelde Belgen, Duitsehe soldaten." Dat Is, schrijft het F.ransche blad, de betuiging 'van eerbied door den vijand. Kleine pa^en met de Belgische kleuren zijn door verzilverde guirlandes met elkaar verbonden Shako's, half verwelkte kuaraen en stukken van ransels liggen daar en omgeven de beeltenissen van Ko ning Albert en Koningin B'isabeth, als mede het opschrift: „God behoede België en zijn Koning!" Eenige honderden meters verder langs een loopgraaf, die in de richting van het fort Barchan loopt, vindt men een kerk hof voor de Duitsehe soldaten, die op het slagveld viiielem. Het .Is veel grooter, dan het eerste, het heeft d'e afmetingen van een groot dorpskeikhof. Ook (hoer herin nert .alles aan den krijg: prikkeldraad, de overblijfsels van een afgebrand landhuis, terwijl .in, de nabijheid van een bloeienden boomgaard, achter een haagdooin-heb, een loopgraaf is. Driehonderd soldaten zijn hier hegra ven. Rechts zijn de g.raven der officieren* waarbij een kruis staat, met de namen der gesneuvelden. Onder een groet- gras veld zijn de andere soldaten ter aarde besteid. Geen naam wordt vernield. Op een kruds van eikenhout, een paar meter hoog, huldigt een officier alleen „de hel den, die voor de eer en het bestaan van Dui-tschland vielen." De Belgische gemeente W'ondre onder houdt de graven der Duitsehe eo- daten en zorgt er voor, dat de bloemen niet ontbre ken.... De Russische Poetioff-fabrieken. Elk heetf't in dezen oorlogstijd en ook daarvoor wel in zijn krant den naam van de PoetLLoff-fabrieken gelezen: vóór den corlog maeisita.1 in verband met arbeiders- onlusten een staking aan die fabrieken was gewoonlijk de eerste uiting van een hcoger stijgen der chronische ontevreden heid in zekere kringen van het Russische lijk tijdens den krijg als één der groote leveranciers van oorlogsmateriaal aan het leger van den Tsaar. De Poeitlkiff-fabrie- ken befliooreai tot de oudste ijzersmelterij en en -werkplaatsen van Europa. Ze zijn reeds in 1801 door de Russische regeering yrgu^.Jl/t,«1>'e.pa1a)^jayig van krijgsbenoo- gericiht. Reeds van den aanvang af hie'.d de aan de oevers der Newa bij St. Peters burg gelogen gieterij 7Ó0—8OÜ arbeiders bezig voor die tijden een belangrijk aantal. Langzamerhand legde men zich ook op andere takken van metaoJfabrica- gc- toe, zoodat de krijgsbenoodigdheden ten slott© geiheel op den achtergrond wer den gedrongen. Echter daalde de betee- kenis der fabrieken voortdurend, tot de regeering ze in 1808 aan N. J. Poetifoff verkocht, die de eerste was, die hot walsen van rails in Rusland invoerde en verder de zaak grooteiijks uitbreidde. Evenals Alfred Krupp had Poetiloff zich van klein af omhoog gewerkt. In. 1873 werd de firma een naamhooze vennootschap,'die züoh ook cp de staalfabrieage ging toeleggen en groote installaties voor het Siemens-, Marfan- en het Bessemerproces bouwde. Sedert Poetiloffs dood. die stierf zonder reehtstreeksche erfgenamen na te laten, bestaat de vennootschap als vennootschap van de aamdeeihouders der Poeti'offwer- keu. Spoedig werd de fabricage van rails en van plaatstaal hoofdzagk. In '90 weid ook een scheepswerf in bedrijf gebracht, welke sedert dien herhaalde malen, is ver groot. In 1893 leverde de fabriek de eerste locomotief af, waarvan, alle onderdeden in de fabriek zelf waren vervaardigd. Thans zijn er twee groote werkplaatsen voor den bouw van, locomotieven, weTko de zaak mede aan den spits van dezen tak van industrie plaatsen. Jaarlijks worden 30P locomotieven aan de Russische, Sibe rische en Finsche spoorwegen afgeleverd, cm bovendien maandelijks 300 goederen- en 25 personenwagens. Aan bet buiten land wordt niets geleverd, daar de Rus sische regeerng de gansche productie heeft besproken. In 1898 werd de smederij aan grondige vernieuwing onderworpen, waarbij 0 smeedpersen van 1000 ton elk in werking werden gesteld. In 1890 is men eindelijk ook weer met den aanmaak van kanon- ren en vuurwapenen begonnen. Tegen woordig (dait wil zeggen l.n normale tijden) worden jaarlijks 60,000 ton smeed- en 6000 ton giets.tuikkein, e,n door liet wa.'swevk 80,000 ton formaatijzer afgeleverd. Naast de eigenlijke staalbeweikingsafdee.ling liggen nog een af deeling voor warmtebe handeling der werktuig-staalsoorten en een uitstekend laboratorium. De metallur gische afdeeling omvat bovendien nog een kopersmelterij, waar jaarlijks ongeveer 500 ton brons en messing worden versmol ten, besteimd voor den loeomotievenbouw, voor geschut enz. De geheele fabriek om vat vier hoofdafdelingen: de sme'derij, waar alleen 1500 ton voor gesohut doel einden wordt geproduceerd: de ketelmake rij; de afdeeling ijzerconstruoties en ein delijk de m ach i n e -const n i c tie-werkplaats De laatste, de meest ontwikkelde, omvat cok werkplaatsen voor stoomturbine*, Dieselmotoren, pompen, hefwerktuigen e. d. De scheepswerf bouwde twee 7000 ton- kru.isers en venscheiden toipedojagers. In de laatste jaren is de werf onder !vid.ing van de bekende firma Blohm en Vosjz te Komburg ook voor den bouw van groote P anfse rsch epen ingericht. De g esc.hu t- afdeeling, dlie over een groote schietbaan beschikt, construeerde reeds een groot aan tal stukken veldgeschut naar het model van Schneider te le Creusot, én. verschei dene kus-tverdedigingsvuuitnonden. De fabrieken. liggen ongeveer 10 K.M. ten. Z.- Wi. van Pet rograd aan de Newa en be dekken een. groot terrein. Vóór den oorlog waren er 8000 arbeiders aan het. werk, dik wijle heeft dfit getal echter reeds 12000 be reikt. Als we er nog bijvoegen, dat de krachtinstallatte 15,000 P.K. levert, heb ben we genoeg gezegd om het belang van deze fabrieken, ook in verband met dezen cortog, te doen uitkomen. Dum-dum koge<6. Het is misschien niet algemeen bekend, hoe de uitvinding van de dum-dum kogels tot stand kwam en vanwaar de naam komt. De Engelschen in Engelsch-Indië had den zeer veel last van lieden, behoorend tot wilde bergstammen, die 's nachts en soms overdag zelfs, hun kampen kwamen „afloopen", voorzien van groote, vlijm scherpe messen, waarmee zij zeer handig de Engelsche soldaten bewerkten. De En- gelsehe soldaten, die toen pas van gewe ren van het tegenwoordige kleine kaliber voorzien waren, werden zeer onaangenaam getroffen door het feit, dat het gaatjes schieten in zoo'n wilde slechts die uitwer king had op hen had, dat de doorzichtige" lieden nog kwader werden en hun messen met nog grooter virtuositeit hanteerden. Op deze wijze werden verschillende solda ten gedood door lieden, die volgens het oorlogsrecht, verplicht waren om heusch dood te zijn, doch die daar blijkbaar nog niet beschaafd genoeg toe waren. Te Dum-Dum, een klein plaatsje waar het arsenaal stond, werd toen de uitvin ding gedaan om „zachtzinnige" menschen te maken, nl. door een deel van den punt van den kogel te verwijderen. Deze vinding was schitterend: de Engelsche soldaten riepen erover: de tegenpartij daarentegen protesteerde bij zoo'n ontmoeting niet te gen deze vinding, daar zij gewoonlijk dood was. Het bestuur van het obscure Indische arsenaaltje te Dum-Dum heeft vergeten patent op zijn uitvinding te nemen. Op het oogenblik profiteeren alle oorlogvoerenden, tenminste volgens de tegenpartij, van de uitvinding. Misschien is het ook geen ver zuim geweest, doch heeft het bestuur ge meend goed te doen om de .zegeningen dei- beschaving als gemeengoed aan de geheele wereld vrij ter beschikking te stellen. Faillissementen. U ingesproken: B. S. Lam, aannemer, te Utrecht. Cu rator: ma*. A. J. S. vaai Lier. inanaam Gebroeders de Bier, siligarenana- ker ein winkelier in. tabak e nsiigaren. te Hilversum. Curator: mr. F. \V. C. II. 01- dewelt. H. Bos Westei'huiis, Den Haag. Curator: mu\ E. Overboscb. G. E. Hoornik, gescheiden eclrtgenoote van W. Lindeman, Den Haag. Curator: mr. E. Prager. J. R. P. van Zuy'.en, koopman, Den Haag. Curator: mr. H. J. Rink. II. M. van Eijkelcnburg, assuradeur, te I. oosduinen. Curator: mr. Th. L. van Berckel. V ernietigd: Mevr. A. M. Leenes, te Amsterdam. Geëindigd: M. \V. Koch, koffiehuishouder, vroeger ie Hil versum, thans te Amsterdam: A. J. van de Ven van Spaardonk, boekhouder, C. van de Ven, boekhouder, L. Evers,- ko perslager, ai'len te Tilburg, en L. H. van Amelsvooit, koopman, thans te Breda; J. A. Peek, caféhouder, te Rotterdam; A. Kwakernaak. schilder, te Jutphafls; Joh. de Bruyn, handelaar in geneesmiddelen, J. Wisse, caféhouder, te Yersekc. Burgerlijke Stand. LEIDEN. Geboren: Anthony, z. v. W. C. Ple zier en M. Neuteboom. Neelij e, d. v. J. A. Jacobs en J. Martijn. ChrisWaan Gar relt, >z. v. H. Schoonhoven en H. Hen- sen. Karei, z. v. H. -de Graaf en S. Tis- seur. Petronekia, d. v. A. Go meli s se en P. Jongeleen. Cafharina, d. v. J. van Veen en P. van den Berg. Jeannette, d. v. G. van den Dungen en L. B. E. van der Wagt. Vincent, lus Constanten us Jo zef Paul, zv. J. Thijssen en M. Peenen. Gerardus Antonius, z. v. P. I Raijma- kers an G. M. Walraven. Bernard, z. v. B. F. Grün en, M. Kalb. Gertrud Louise, d. v. K. Hof en L. A. van Ara. Overleden: B. van Leeuwen, z. 3 j. D. Kramer, w. 77 j. H. Jacobs, m. 60 j. W. Neevens, w. 87 j. J. Te gelaar m. 49 j. M. Spanjae.rt wed. J. B. Maüer 82 jaar. BODEGRAVEN. Geboren: Paulus z. van A. van den Berg en J. Koning; Willem Wouter, z. van J. M. Voordouw en J. H. Hak; Aartje d. v. G. G Burggraaf en C. Brand. Getrouwd: J. Koning 26 j. en C. Mulder 22 j. Overleden: J. Verwoerd, wed. van J. Beijeman 64 j. C. van Dam, gehuwd met M. Lok, 76 j. LISSE. Geboren: Antje, dochter v. F. Sinink en A. Hoekstra. Gerardus, zoon van II. M. van Gerven en J. Heemskerk. Ber- nardus, zoon van W. Lemmers en C. Vrij burg Marius Wouter, zoon van M. de Graaf en A. van Vliet, Teunis, zoon van B, Kulk en M. Nederveld.. Stoomvaartberichten. STOOMV. MIJ. NEDERLAND. BATJAN arriveerde 28 Juni van New- York te Padang. BILLITON (thuisreis) arriveerde 27 Juni te Suez. GROTIUS (thuisreis) vertrok 26 Jun-i van Periin. KANGEAN (thuisreis) vertrok 29 Juni van Marseille. KONINGIN DER NEDERLAN DEN (thuisreis) is 26 Juni Dover gepas seerd. KONINGIN EMMA (uitreis) arri veerde 28 Juni te Genua. NIAS (thuisreis) arriveerde 28 Juni te Suez. ORANJE arri ve eixle 27 Juni van Amsterdam te Batavia. RADJA vertrok 27 Juni van New-York m. Norfolk. REMBRANDT (uitreis) is 26 Juni- Perion gepasseerd. RIOUW (thuisreis) ar riveerde 27 Juni te Suez. TIMOR (uitreis)' is 26 Juni Dungeneiss gepasseerd. ROTTERDAMSCHE LLOYD. GORONTALÖ (uitreis) is 28 Juni bij i Deal geankerd. INSULIN DE (uitreis) ver trok 28 Juni van Port Said. MALANG ar riveerde 28 Juni van New-York te Noi folk. MEDAN (uitreis) is 27 Juni Ouessant ge-1 passeerd. MENADO (thuisreis) is 27 Juni; Sagres gepasseerd. MERAUKE (thuisreis), passeerde 28 Juni Prawlepoint. SOERA-» KARTA. van Rotterdam naar Baltimore, passeerde 28 Juni Dungeness. TABANAN- (uitreis) arriveerde 27 Juni te Gravesend. HOLLAND-AMERIKA LIJN. ANDIJK arriveerde 28 Juni van Rotter dam te Philadelphia. AMSTELDIJK, ver trok 26 Juni van Newport News naar Rot terdam. ESPERANCE vertrok 26 Juni van Baltimore naar Rotterdam. LOCK TA"¥ arriveerde 27 Juni van Rotterdam te Bue- inps-Ayres. NOORDAM vertrok 26 Juni \yn New-York naar Rotterdam. NOOR- DERDIJK, van Ga'.veston naar Bordeaux, vertrok 26 Juni van Newport News. OOS- TIRDIJK arriveerde 26 Juni van Rotter dam te Delaware. RANDWIJK, van Rot terdam oiaar Buemos-Ayres, passeerde 26 Juni St. Vincent. ROTTERDAM, van Rot terdam naar New-York is 26 Juni te Deal teruggekeerd. SLOTERD1JK, van Rotter dam naar Havana en N'ew-Or'ieans, pas seerde 26 Juni Bevezier. TERJE VIKF.N, arriveerde 26 Juni van Rotterdam te Bue nos Ayres. VEENDIJK vertrok 26 Juni vao> Boston naar Rotterdam. WAALDIJK, van Rotterdam naar Buenos-Ayres, passeerde 23 Juni Madera. ZAANDIJK, van Rotter dam naar Savannah, passeerde 27 Juni; Prawlepoint. ZUIDERDIJK vertrok 26' Juni van New-Orleans naa.r Rotterdam. ZIJLDIJK, van Savannah naar Rotterdam, is 26 Juni bij Dea.l geankerd. KON. HOLL. LLOYD. DELFLAND (thuisreis) a erti-ok 29 Juni vaai Vigo. MAASLAND (uitreis) vertrok 27 Juni van Periiambueo, NORFOLK .arri veerde 28 Juni van Buenos-Ayres te Am sterdam. RIJNLAND (thuisreis) vertrok 27 Juni van Viigo. TUBANTIA (uitreis) arri- j" 20 JU'JJ'L re nuj Janeiro. ZEELAN- DIA (uitreis) vertrok 27 Juni van Vigo. KON. WEST-IND. MAILDIENST. PRINS WILLEM I (uitreis) vei'trok 26 Juni van Funehal (Madera). KON. PAKETVAART-MIJ. DE GREVE vertrok 26 Juni van New castle (N. Z. W.) naar Tjilatjap. TAS MAN vertrok 27 Juni van Brisbane naar Batavia. Marktberichten. BODEGRAVEN, 29 Juni. Kaas. Aange voerd 235 partijen kaas, controlekaas f ale soort Goudsc-he f46.a f49.—, 2e soort 43.a f45.le soort Derby f a f '2e soort f—a f—le "soort Edammer fa f2e soort fa f—Zwaardere Goudsche f49.— a fölVa- Handel vlug. ROTTERDAM. 29 Juni. Vee. Aanvoer Paarden 107, Veulens 0, Ezels 0, magere run deren 923, vette runderen 560, veile kalve ren 212, Nuchtere kalveren 553, graskalveren 0, schapen —0, varkens 3, Biggen 179, Buk. ken of geiten 4. Prijzen per 1/o Kilo: Koeien en ossen 40-47-521/., stieren 36-40-44, vette kalveren 52l/2-57I/J-ii2i/,, varkens -0-0, schapen 00-00 lichte varkens (JO-OO export kal veren 00-00 ets. Prijzen per stuk van mager vccMelkkoeien 180-345, kalfkoeïen 250-335, stieren 16U-420 pinken 100-150, graskalveren 000-000, vaarzen 150—200, alles mager vee; biggen 13—20, slat-li t- paarden 100—250, werkpaarden 200—500 hitten 150350, Fok Nuch. kalv. 25-40, slacht nuch. kalv. 10-24, biggen p. week 2-2.25. HAZERSAYOL'DE, 28 Juni. II. E. Veiling. Aangevoerd 4838 Kipeieren f6.00f6,25 per 100, 46 Eendeneieren 1 5.55—f5.60 per 100. SI OMPWIJK, 28 Juni. Eieren. Heden werden ter eierenveilingaangevoerd 2979 kip peneieren, die verkocht werden voor f 6,05 a 1' 6.55 de 100 stuks, benevens 106 eenden eieren, die f6.30f6.50 opbrachten per 100, ganzeneieren a cents per stuk. KATWIJK AAN DEN RIJN, 29 Juni. Veiling der Tuinbouwvereeniging K. en O. Aardapp. Due of York p. baal f3.00 f3.15 dito p. mnml f2.45 f2,60 dito. Kleinen p. 1/2 H.L. f1,35 fl,50 Aardapp. ronden p. baal fU,fdito p. mand f 10,dito kleinen p. 1/2 H.L. 10,1*0,— Bloemkool 10,f0,dito II 10,— f0,— Reuzen j 1*0,— 10,— fO,— dito II f0,— f0,— Peen p. 100 bos f2,40 f3,50 l'ien p. 100 bos f0,f0,Aangevoerd 600 ba len en 300 manden aardappelen. Handel voor vlug. Meer vraag voor binnenland. WASSENAAR. 2S Juni. Veiling. Radijs 1 a 2c.PeterselielalV^c.Boonenkruidl al1 .c.Scl- dei ij la 11/2 Peen 2 a 4>/2 c.; Rabarber 1 a 4 c.; Slauitjcs 1 a 0cent per be>s. Zuring 5 a 10 c.; Postelein a c. p. ben. Kropsla f0.30 a 0.70; Bloemkool 1'3,a f6.50 p. ÏQÜ). Meidoppers fl.20 a fl.35; Doperwten 11.30 a f1,45; Rasperenvten 11.70 a 2.00; Gr. Capu- cijners f1,80 a f2.00; Peulen fl.75 a f2,00; Tuinboonen f0,30 a 0.42, p. 10 K.G. Aard beien 25 a 30 e. p. KG. Meloenen a l'O. Eieren per 100 f5.005.50, Ktrvel D/2 a 2 c. per bos, Spinazie 20 c. per ben, Komkommers f57 per 100, Konijnen 20 a 30 c. per sink. LEIDEN. 29 Juni. Varkensninrkt. Aange voerd 178 stuks. Vette varkens 178 van f O.HO tot f0.88. Licht soort 146 van f0.80 tot fO.78^ Handel matig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 2