21
Uit de Leidsche
Vroedschap.
BUITENLAND.
De Oorlog.
VRIJDAG
MEI.
I9I5.
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
tnterc. Telefoon 935. -- Postbus S.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2-/j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
No. 1705
acaaBHMBaEm——.maw wwiwmia—a—iHMnr-Tiiiri me—Jjijjj.i.ji
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Grooto letters naar plaatsruimte.
Aanvragen am Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, ledore regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentlën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Ge JAARGANG
De pachter van Si-et overhaalveeir over
den Rijn bij de Smidssteeg had reeds
eenige malen tot B. en W. het verzoek ge
richt gedurende een half jaar van de be
taling van de paoht wij gesteld te worden.
Het Dag. Bestuur vond geen termen aan
het verzoek -te voldoen. De man wendde
zich nu met den meest gepasten eerbied'
tot den raad, beleefd en eerbiedig vragen
de de- zaak grondig te willen doen onder
zoeken en te willen bewerkstelligen dat:
of bet- -door hem met de gemeente Leiden
ten deze aangegane contract met ingang
van 1 Apri'l worde verbroken, dan ,wel bij
.wijze van proef hem voor den tijd van een
lialf jaar -te willen ontheffen van het be
talen der pachtpenningen.
De bediening der overhaalschouw werd
1 Oct-. 1911 aan dein tetgenwoordigen pach
ter opgedragen tegen betaling van f 175
's jaars. Bij raadsbesluit van 22 Febr. 1912
werd de pachtsom teruggebracht tot f 75
*s jaars. Na onderzoek toch was gebleken,
d-at de zuivere opbrengst op ten hoogste
f 125 mocht worden gesteld in ons ver
slag schreven wij van f 100 tot f 200, hier
verwarden wij geld met menschen.
De pachter kan echter de pachtpenndn-*
gen niot langer voldoen en we-'l omdat zijn
inkomsten verminderd zijn door.... het niet
.vieren van het 3 October en het etudeai^.
tenfeest, ook door de mobilisatie en nu
door de dure tijdsomstandigheden. Hadde
de-ze pachter betere argumenten aange
haald, misschien had dan de rand op
verzoek van den heer S y t e m a de hand
over heit hart gestreken. Nu liep te veel
in den kijkert-, dat de financieeie omstan
digheden niet rooskleurig zijn. Zijn borg
heeft het ondervonden, want- die heeft het
.loopende kwartaal moeten betalen en de
andere zullen wei volgen.
Met de h-eeren Sytsma en Pera
hadden wij het pachtcontract gaarne ont
bonden gezien te meer waar men ten op
zichte- van de oveihaalschouw aan het
Ga'igewater in de toekomst andere plannen
schijnt te hebben. Wij moeten den voor
zitter toegeven, dat met het ontbinden
van het contract een precedent gesteld
wordt. In de toekomst toch zou het moge
lijk kunnen zijn, dat ander-en van wie de
gemeente onder borgschap geld heeft te
vorderen, met een dergelijk verzoek zou
den kunnen komen. En -dan is Leiden in
last, want Leiden heeft veel aan belasting
ite betalen.
Staan we dus in 't algemeen op het
standpunt van B. en W., dat het niet aan
gaat iemand die aan da gemeente, en wel
onder borgschap, te betalen heeft, van
zijn verplichtingen te ontslaan, omdat ook
de gemeente en zeker niet de gemeente
Leiden geein philantropisehe inrichting is,
dn dit geval hadden wij gaarne een uitzon
dering gezihü, omdat de overhaal practisch
geen reden van bestaan meer hééft.
Over het voorstel van B. en W. om af
wijzend t-e beschikken op het verzoek van
de a.fd. Leiden van den Centralen Bond
van Bouwvakarbeiders om veihooging van
het uurloon der steenhouwers in bestek
ken van gemeen t-e we rkennn verhand met
de invoering ven den 9-urigen werkdag,
staakten de stemmen (1414) onder de
tegenstemmers in ons vers'.ag sloeg de zet
ter den heer Driessen- over.
De heer V an Tol was gistermiddag
goed op dreef. Met degelijke argumenten
heeft hij het goed recht van de steenhou
wers baplecll. Wat toch is het geval? Inge
volge de bepalingen van de Steenhouwers-
wet mag een steenhouwer niet langer dan
9 uren arbeiden. Voor 1 Maaijt '1915 be
droeg de maximum arbeidsduur ten hoog
ste. 10 uur per etmaal. In den zomertijd
schieten de steenhouwers er dus i-ederen
dag een uur loon bij in. Is het nu te ver
wonderen dat die menschen vragen om de
uurloonen zoodanig te veihoogen, dat het
zoiroer weekloon niet minder wordt, dan
het verleden jaar bij den 10-urigen ar
beidsdag fis geweest. In de wet zijn de be
palingen vastgelegd, zij zelf hebben met
om den 9-urigen werkdag gevraagd. Had
den zij het gedaan, dan hadden zij natuur
lijk tegelijkertijd op verhooging der uurloo
nen gestaan. Men kan toch niet zeggen
het is een sociale maatregel, het is nood
zakelijk, dat gij in uw vak maar 9 uren
arbeidt, en hem van de andere zijde te
kort doen in zijn Joon.
Het heeft ons verwonderd, dat B. en W.
in de stukken, te kennen geven, dat zoo
lang de particuliere patroons geen besluit
in d-eze genomen hebben, de gemeente ook
maar moet wachten. Wij meenden-, dat,
waar het sociale maatregelen betreft, rijk,
provincie en gemeente voor moesten
gaan, juist .liet voorbeeld aan particuliere
patroons moesten geven, model-werkgevers
moesten zijn. Het heefit ons tevens verwon
derd, dat minimum-loon en maximum-ar
beidsduur in- Leiden nog een kwestie is.
Die kwestie moest toch reeds lang opge
lost zijn. Is de raad een volgende maal
voltallig, dan hebben- de h-eeren Aalbarse,
Heeres en Hoog-e-nboom de zaak in han
den. Wij verwachten, d-at het voorstel van
B. en W. dan verworpen wordt, en dat zij
met een voorstel zullen komen, waarin de
ideeën van den heer Van Tol belichaamd
zullen zijn.
Wij kunnen de Hanze feliciteeren
met het succes in zake haar be
moeiingen voor steun aan den klei
nen middenstand van gemeentewege. Wed'
is afwijzend op haar verzoek bescliikt,
maar -de kleine middenstand kan en moet
De Hanze dankbaar zijn, dat zij de zaak
aan het rollen heeft gebracht. B. en W.
zijn met een voorstel gekomen, waar de
Hanze ten slotte haar wenschen bevredigd
ziet.
Van oppositie tegen het voorstel van B.
en W. is geen sprake geweest. Zonder
hoofdelijke stemming werden de voorstel
len aangenomen. Wel was ter elf
der ure een adres van de Kamer
van Arbeid voor de Winkel- en Grossiers-
bedrijven ingekomen, maar dit adres
ging voornamelijk over de controle. Mr.
Fokker kwam de argumenten daarin
nog eens -onderstreepen. Of hij met zijn
argumenten gelukkig is geweest betwij
felen wij. Terecht merkte de -heer Ver
gouwen op dat de beer Fokker nu
juist in deze zaak niet tehuis was. De al-
geaneene commissie der organisatie welke
van regeeringswege tot stand is gekomen,
spreekt het laatste woord. Waar nu het.
rijk zoo'n groot risico draagt, daar
-mag toch verwacht worden dat de controle
van zijnentwege scherp zal zijn. In ieder
•gerval er kan niets op tegen .zijn zich aan
te sluiten bij de organisatie door het rijk
in het leven geroepen. De commissie van
Financiën heeft de pluiui van den voorzit
ter ten volle verdiend.
Uit het antwoord van den wethouder
van fabricage aan den heer v. d. Eist is
•ten duidelijkste gebleken, dat het niet aan
hem ligt, dat de scholep nog bezet zijn
door militairen. De heer Fisher doet
al het mogelijke om de scholen vrij te krij
gen. Andere gebouwen om de militairen
op te nemen schijnen er niet te zijn. Er
wordt nu gedacht aan de fabriek van
den heer Zaalberg, welke leeg gekomen is
door het vertrek der Belg. vluchtelingen.
Wat de andere punten betreft verwijzen
wij naar het verslag.
De Italiaansche Kamer stond de re
geering buitengewone bevoegdheden toe
voor geval, van een oorlog. De Duit-
schers en Oostenrijkers hebben zich ge
nesteld op den rechteroever van de San.
De houding van Italië.
De Italiaansche Kamer
nam met 407 tegen 74 stem
men en één onthouding, te
midden va-n ovaties een
besluit, waarbij d regee-
ringbuitengewonebevoegd-
heid werd toegestaan voor
geval van een oorlog.
Een Wolff-telegram uit Rome, van
Woensdag, beschrijft oorlogsbetoogingem.
Zondag had de koning zijn lijfkurassiers
geschouwd. Ze waren voor het eerst in de
nieuwe grijsgroene uniform gestoken.
Maandag nam hij andere troepen in oogen-
schouw. Bij zijn rit door de stad werd hij
overal met geestdriflt toegejuicht, ook in
de arbeiderswijken.
Tegen den avond had er een groote be
tooging voor heit Kapitool plaats. Duizen
den menschen stonden daar. Prins Colon-
na, burgemeester van Rome, omringd
van aMe assessoren en raadsleden, sprak
van boven aan da dubbele trap het "rolk
toe, vaderlandlievend, maar gematigd.
Vervolgens hield hij een Fransche toe
spraak. In de betoogimgen van het volk
van Rome zag hij een- gunstig voorteeken
zeilde hij, van een gemeenschappelijke
overwinning voor Italianen en Franschen.
Ewiva 1'Italia! riep hij, en het volk riep:
Leve Frankrijk!
Dan sprak Golonna nog van .onzen
jongen koning". Wanneer hij ons den weg
wijst, moeten wij met vertrouwen volgen!
zei hij. Vóva i-l Re! was het slot, met geest
drift door het volk herhaald.
Toen nam de socialist Podrescca het
woord en zong den lof van leger en vloot,
maar de komst van d'An-nunzio brak zijn
rede af. Deze stelde zich naast den bur
gemeester op en roemde, onder herhaalde
toejuichingen, het besluit van den ko
ning.
Na d'Annunzio's rede trok de menigte
onder gezang van vaderlandisehe liederen
en het gebeier van de giroote Kapitoolklok,
die alleen op feestdagen wordt geluid, naar
het Farnese-paieis, het Fransche gezant
schap. Daar wapperde de Fransche vlag
uit. De menigte groette met devaandels,
die ze meevoerde, en met gejuich. Barrère,
de Fransche gezant verscheen op het ha-1-
con en wierp onder het roepen van Ewiva
1'Italia-! bloemen op het volk.
Nu naar het ministerie va-n hu-i-tenland-
sche zaken, waar aan Satan-dra I le hul
de werd gebracht, en. de menigte ging uit
een.
Garbiele d'Annun-zio ie gisterochtend
drie kwartier bij den koning op audiëntte
geweest. De koning ontving hem in de
V.illa A-da. Hij wachtte den dichter aan
de tuindeur op en begroette hem in de
hartelijkste bewoordingen. Daarop gingen
koning en dichter het park in. Over liet
gesprokene wil d'Annunzio zich mi-et uit
laten, doc-h hij was er zeer van onder den
indruk.
De „Secoio" drukt op verzoek van d'An
nunzio de eerste verbanningslijst van ver
raders" af. Het zijn: „Bertolini, Facta,
Peano, Schanzer en Suardi, allen aan
hangers van Giolititd.
De „Tijd" verneemt uit Freiburg, d.d. 19
dezer, dat de Paus -enkele kerkelijke hoog-
w aardighe-i dsbekle ede ns in afschoids-
audiöntie beeft ontvangen. Aan den groot
meester der "Mal'tihezer orde en den pater-
generaal der Jezuïten drukte de Heilige
Vader zijn groote bezorgdheid over de ko
mende gebeurtenissen uit.
Mgr. Erems, mgr. Kouwens en andere
Nederlanders zijn te Zürich aangekomen,
waar zij den loop der dingen afwachten
om daarna te besluiten of zij verder zul
len reizen.
De Duitsche en Oostemrijksche hoofd-
consuls zijn re-eds uit Italië weg.
Naar de „Kötuische Zeitung" uit Zü
rich verneemt, is daar bericht ontvangen,
dat er in verscheiden Itatlaa/nischie steden
botsingen zijn voorgekomen tusschen sol
daten etn voorstanders van den oorlog, o.a.
te ""Cameo, Vicevano, Paiviia, Pievi di Teco,
Nov.i, Monteleone, CaJlabro, Rio Marina
enz.
De „Ziircher Ztg." verneemt u-ijt ver
trouwbare zijde uit Milaan dat 190 regi
menten infanterie op oorlogssterkte te
Genua zijn samengetrokken. Men ver
moedt dat ze, als de oorlog uitbreekt, per
spoor en schip naar Frankrijk zullen wor
den overgebracht om dienst te doen op het
westelijk front.
Naar „Havas" uit Rome seint, zegt men
daar onder de Kamerleden, dat het lieu-
liaan-sche Groenboek, dat gisteren zou wor
den rondgedeeld, een nota van 4 Mei zal
bevatten, waarin de Italiaansche regee-
cimg het drievoudig verbond voor opgehe
ven verklaart, aangezien Oostenrijk h'e.t
door zijn eigenmachtig optreden tegen
Servië in geest en letter hee-ft geschonden.
Naar dé „Secoio" uiit Boekarest ver
neemt, veifluidt daar in politieke kringen,
dat Italië aan Roemenië heeft te kernen
gegeven, dat het zich van alle met Roe
menië getroffen afspraken ontslagen zal
rekenen, bijaldien Roemenië niet op het
overeengekomen oogenbliik -het zwaard
trekt.
Naar de „Kölnische Volkszeitung" uit
Lugano verneemt, hebben de socialistische
vrouwen van Milaan zich op grond van
een door iniltioenen Italiaansche vrouwen
uitgesproken oordeel tegen den oorlog ver
klaard.
Alle geestelijken van Piëmont hebben
Ziich ook tegen den oorlog verklaard.
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
De officieele communiqué's uit Parijs
melden dat het mulst en hoe dik het wel
mi-st. In dezen mist iis alles verdwenen,
wat er nog van het Fransch-Engelsche
•offensief tusschen Atrecht en Yperen nar
weitkite. Dat offensief heeft aan de bond-
genooten een-ige p'aatselijke voorclee'.en
opgeleverd, maar is niet voortgezet. Even
zoo leverde voor dien tijd het offensief
der Duitschers bij Yperen voor dezen eetnig
plaatselijk voordeel op en kwam vervol
gens tot staan. Zoodat per Bil-ot van reke
ning alles weer vrijwel bij het oude geble
ven is.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
Op het Oostelijk oorlogsterrein rukken de
Duitschers niet alleen nog op Mibau aan
en zijn met hun Oostenrijksche bondgenoo-
ten niet alleen over de San hoen, doch heb
ben zelfs aan gene zijde dier rivier vasten
voet gekregen, naar valt op te maken uit
de Russische officioele berichten zelf. Ook
de Lysa Gora, het gebergte vlak ten N.O.
van Kjelzy, is niet langer meer in Russi
sche handen, daar de Russen melden in
strijd met de Oostenrijkers, die spreken van
afgeslagen aanvalLen bij Opatow en
Swaniska, welke plaatsen ten O. en Z.O.
van het gebergte liggen, de Duitschers te
hebben achteruitgedrongen. Althans heb
ben de Duitsche bondgenooten de Oostelijke
en Zuidoostelijke hellingen van dat geberg
te bereikt.
Verschillende Oorlogs
berichten.
De duikbootenoorlog. De Engelsche Ad
miraliteit meldt uit Pembroke dat het
stoomschip „Dumfries" is getorpedeerd in
den ochtend van 19 Mei. Allen aan boord
zijn gered. Het schip is nog drijvende 25
mijlen Z.W. van Hartlands Point.
De -trailer „Chrysolite" uit Hull, is op
40 mijten van Kinnaird Head hn de Noord
zee door een Duitsche duikboot in den
grond geboord. De bemannimg is gered.
Lloyds veimecmt uit Fraserburgh,
dat een Deensch zeilschip de bemanning
aan land brachit van den treiter „Lueer-
me", weilke gistermorgen door een Duit
sche d-uRbooit tot zinken werd gebracht
op 40 mijlen afstand van Rattray Head
(Noord-Schoitl and.
De Emgelsche Admiraliteit kondigt
aan-, dajt het totaal aamtal koopvaardij
schepen, dat door de Duitschers in de-n
grond werd geboord in de weak, die 19
Mei eindigde, twee bedroeg, terwijl totaal
1438 schepen aankwamen en vertrokken.
Ook vier visschersschepen werden in den
grond geboord.
De Wash in,gi tonische correspondent
van de „Tiimes" sjjant, dat er daar ver
luidt, naar Ihet schijnt uit officieele Duit-
FEUILLETON.
HEREENIGD.
45)
Deze opstand de-r elementen hergaf Ka-
pitola spoedig hare vastberadenheid. Zij
dreef haar paalrd opnieuw van den weg
af, recht op de ijzeren deur toe van den
muur, die liet eenzame huis omgaf.
13e poort stond open.
Kapitola reed haar geheel door tot voor
de huisdeur, waar zij onder een geweldi
gen eikenboom stilhield, uit het adel
sprong, vlug de weinige treden opliep en
haastig de klopper op de deur liet vallen.
Er volgde geen antwoo'rd.
Kapito'.a kfiopte meermalen, harder dam
tevoren. Eindelijk klonken daarbinnen
voetstappen; de deur werd geopend en
Kapitola zag voor zich een vrouw van
middelbare grootte met strengen blik, ge
kleed in een 'zwarte stoffen japon en met
een stijve mousseline muts op het hoofd.
Wat komt ge hier doen? vroeg de
vrouw onvriendelijk.
Kapitola erkende haar op het eerste ge
zicht als Donkey Knight, de huishoudster
in deze verlaten woning.
Wat ik hier kom doen? Ik kom h-ier
beschutting zo-eken tegen storm en on
weer! antwoordde Kapitola Onder elk
dak j,s gastvrijheid te vinden bij 'storm
en onweer en in dit huis zal daarop toch
Wel geen uitzondering worden 'gemaak-t!
Wie zijt gij? vroeg die vrouw op stren
gen toon verder.
Wie ik heil? harna-m .Kapitola op
ffpoltemden toon. Me dunkt, dat g© dist
toch wel kunt zienl Ik ben een jong meisje
dat door een onweer overvallen is! Ik
heet miss Black. Ik ben de pupil van ma-
noemt mij miss Kapito-la!
Kapitola Kapitola! riep de vrouw
op bijna verschrikten toon, het ionge
meisje strak aanziende. Meisje, wat heeft
u hier onder dit dak gebracht? Ga heen!
Zoo gauw mogelijk! Vlucht, zoo lang het
nog tijd is!
Kapitola was verbaasd.
Ik vluchten? vroeg zij. Waarom? Bij
diit verschrikkelijk weer? Neen, dat doe ik
niet! I.k blijf hier, tot het onweer uitge
woed is. Door u, Donkey Knight, laat ik
mij in gieem geval de deur wijzen. Eerst
wanneer de eigenaar van dat huis mij zal
hebben verklaard, dajt ik hem niet welkom
ben, eerot dan ga ik heen. Geen" minuut
eerder! Dien mij nu aan bij uw meester,
kol-ohel Le N-oir!
Een spotlach' kwam op het gelaat der
oude vrouw.
Kolonel Le N-oir is niet thuis.
Niet thuis? vroeg Kapitola luchtig.
Nu dan, alsjd-e kolonel niet tihuis is, wees
dan zoo goed, mij aan te t'iienen bij uw
(meestere©!
Bij mijne meesteres? Ik heb geen
•meesteres! antwoordde Donkey' Knight
©omber.
Zek-er wel! Hier in huis woont de
pupil van kolonel Le Noiir, miss DaylBreng
mij bij haar!
Déze woorden werden uitgesproken met
zooveel hoogheid en zooveel nadruk, dat
de vrouw elk tegenstribbelen verder ver-
geefsch achtte.
Ve-rlanglt gij dit in alten ernst? vroeg
zij, na een oogeriblik te hebben üfi^edacht.
Nu dan. Maar als er iets van komt, is het
voor uw rekening! Kom mede! En door
Kapitola op den voet gevolgd, ging Don
key Knight door de vestibule de trap op
naar de eerste verdieping, waar zij voor
een deur bleef staan. Zij opende die deur
en zeide:
Miss Day, hier is een jonge dame,
miss Black van Hurricane Haü, d-ie u
verlangt te zien en te spreken!
In. het volgende oogenbük had de deur
zich achter Kapitola gesloten en zij be
vond zich in een ruim, donker, onvrien
delijk vertrek tegenover een jong meisje,
dat geheel in dtepen rouw was en wier
buitengewone schoonheid Kapitola on
middellijk opviel.
Met uitgestoken handen en met een
zwak glimlachje om de lippen, trad KI ara
de onbekende bezoekster tegemoet. Zij was
door diit vreemde bezoek niet weinig ver
rast, doch heette het meisje met hartelijk©
woorden_ welkom.
Gij waart in dat vreeselijke weer,
miss Black? ging zij vriendelijk voort.
Kom in mijn kamer en verwisseL van klee-
cteren. Ik geloof, dat wij van dezelfde
grootte zijn, zoodat mijn kleederen u wel
zullen pa-ssen!
Is u in den rouw, miss Day? vroeg
Kapiitola op een anders haar vreemden
gevoeldgen toon.
Ja, over mijn vader! antwoordde
Klara zacht.
De blikken der beide jonge meisjes ont
moetten elkander; zij lazen in eikaars
oog en, begrepen elkaar en gevoelden zich
tot elkaar aangetrokken.
De zuivere, heldere" uitdrukking van
Klara's gelaatstrekken sprak machtig tot
Kapitola'© hart, terwijl het op ene, eerlijke
gelaat van Kapitola Klara levendig voor
haar innam.
Het duurde niet dong of Kapitola had
zich verkleed en heiden keerden terug in
den salon en bij den gezelLigen haard.
En hier gingen ze samen zitten keuve
len zonder te letten op den storm, die
daar buiten woedde, en voordat er een
uur was verloopen, erkende Kapitola te
genover zich zelve, dat de kennismaking
met Klara Day haar meer dan schadeloos
stelde voor den urenilangen rit en voor
het gevaar, waaraan zij zich te midden
van storm en onweer, blootgesteld had.
En Klara van haar kant gevoelde, dat
zij in Kapitola ean vriendin had gevon
den, een ware, oprechte vriend-in, op wie
zij in haar leed zo.u kunnen vertrouwen
zoowel als in haar geluk.
Terwijl zij aldus bij efikaar zaten, werd'
de deur geopend en trad een man" binnen
van hooge, 9lanke gestalte en met een
bleek gelaat, dat omlijst was door donker
haar en een dito baard.
Hij Ikon niet ouder zijn dan zes-en-twin-
tig jaar, doch zijn verweerde trokken ga
ven hem het uitzicht van een veertiger.
Hij maakte een buiging en trad'op de
heide jonge meisjes toe.
Kapitola was natuurlijk in staat haar
zeIfb©heers-dring te bewaren. Het was
haar of zij droomde. Deze rnan, deze' zelf
de man was dat inderdaad de ruiter
diie haar op den noodl-ottigen avond van
haar eersten uitrit uiit Hurricane Hall
achtervolgd en aangehouden had?
Deze vraag 'drong zich aan haar op met
schrikwekkende kracht.
Mijn neef, mijnheer Francis Le Noiir,
miss Black! zeide Klara, den binnentre
dende aan Kapitola voorstellende.
Francis rolde oen zotel hij den haard,
ging zitten en knoopte met de jongo meis
jes een vlot gesprek aan.
Zoo dikwijls hij Klara aansprak, klonk
uit zijn stem en b/Lonk uit zijn oogen een
teedenheid, die aan het jonge meisje niet
kon ontgaan; zij beantwoordde echter zijn
hoffelijkheid met koele terughouding.
Het was voor Klara een verademing
toen men aan het avondmaal ging, en nar
dat dit geëindigd was, trok zij zich tege
lijk met Kapitola terug, om de laatste
naar de kamen- te brengen, wclPl© zij voor
haar gereed' had laten maken, Het waa
een lang ouderwetsch vertrek op de twee
de verdieping; in den haard brandde een
vroolijk vuur.
Mijn kamer ligt vlak hieronder, miss
Black, zeide Klara, terwijl zij Kapitola
de hand reikte en goeden nacht wenschte..
Mocht gij iets noodig hebben., stamp dan
maar op den vloer, dan hoor ik het da
delijk.
En haar jeugdige gast goeden nacht
wenschende, trok zij zich terug.
Kapitola gevoelde zich niet in staat om
te slapen. Zij had een angstig, onveiVaar
baar gevoel, hetweik zij niet van zich kon
afzetten.
Zij nam de waskaars en begon haar ka
mer nauwkeurig te onderzoeken.
Het was een groote, donkere ruimte,
begrensd door eikenhouten wanden, met
een donker kleed op den vloer en donkerö
gordijnen voor de vensters en voor haar,
bed.
(.Wordt veaglgd.).