21 Uit de Leidsche Vroedschap. BUITENLAND. De Oorlog. VRIJDAG MEI. I9I5. BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. tnterc. Telefoon 935. -- Postbus S. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2-/j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent No. 1705 acaaBHMBaEm——.maw wwiwmia—a—iHMnr-Tiiiri me—Jjijjj.i.ji De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Grooto letters naar plaatsruimte. Aanvragen am Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, ledore regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentlën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Ge JAARGANG De pachter van Si-et overhaalveeir over den Rijn bij de Smidssteeg had reeds eenige malen tot B. en W. het verzoek ge richt gedurende een half jaar van de be taling van de paoht wij gesteld te worden. Het Dag. Bestuur vond geen termen aan het verzoek -te voldoen. De man wendde zich nu met den meest gepasten eerbied' tot den raad, beleefd en eerbiedig vragen de de- zaak grondig te willen doen onder zoeken en te willen bewerkstelligen dat: of bet- -door hem met de gemeente Leiden ten deze aangegane contract met ingang van 1 Apri'l worde verbroken, dan ,wel bij .wijze van proef hem voor den tijd van een lialf jaar -te willen ontheffen van het be talen der pachtpenningen. De bediening der overhaalschouw werd 1 Oct-. 1911 aan dein tetgenwoordigen pach ter opgedragen tegen betaling van f 175 's jaars. Bij raadsbesluit van 22 Febr. 1912 werd de pachtsom teruggebracht tot f 75 *s jaars. Na onderzoek toch was gebleken, d-at de zuivere opbrengst op ten hoogste f 125 mocht worden gesteld in ons ver slag schreven wij van f 100 tot f 200, hier verwarden wij geld met menschen. De pachter kan echter de pachtpenndn-* gen niot langer voldoen en we-'l omdat zijn inkomsten verminderd zijn door.... het niet .vieren van het 3 October en het etudeai^. tenfeest, ook door de mobilisatie en nu door de dure tijdsomstandigheden. Hadde de-ze pachter betere argumenten aange haald, misschien had dan de rand op verzoek van den heer S y t e m a de hand over heit hart gestreken. Nu liep te veel in den kijkert-, dat de financieeie omstan digheden niet rooskleurig zijn. Zijn borg heeft het ondervonden, want- die heeft het .loopende kwartaal moeten betalen en de andere zullen wei volgen. Met de h-eeren Sytsma en Pera hadden wij het pachtcontract gaarne ont bonden gezien te meer waar men ten op zichte- van de oveihaalschouw aan het Ga'igewater in de toekomst andere plannen schijnt te hebben. Wij moeten den voor zitter toegeven, dat met het ontbinden van het contract een precedent gesteld wordt. In de toekomst toch zou het moge lijk kunnen zijn, dat ander-en van wie de gemeente onder borgschap geld heeft te vorderen, met een dergelijk verzoek zou den kunnen komen. En -dan is Leiden in last, want Leiden heeft veel aan belasting ite betalen. Staan we dus in 't algemeen op het standpunt van B. en W., dat het niet aan gaat iemand die aan da gemeente, en wel onder borgschap, te betalen heeft, van zijn verplichtingen te ontslaan, omdat ook de gemeente en zeker niet de gemeente Leiden geein philantropisehe inrichting is, dn dit geval hadden wij gaarne een uitzon dering gezihü, omdat de overhaal practisch geen reden van bestaan meer hééft. Over het voorstel van B. en W. om af wijzend t-e beschikken op het verzoek van de a.fd. Leiden van den Centralen Bond van Bouwvakarbeiders om veihooging van het uurloon der steenhouwers in bestek ken van gemeen t-e we rkennn verhand met de invoering ven den 9-urigen werkdag, staakten de stemmen (1414) onder de tegenstemmers in ons vers'.ag sloeg de zet ter den heer Driessen- over. De heer V an Tol was gistermiddag goed op dreef. Met degelijke argumenten heeft hij het goed recht van de steenhou wers baplecll. Wat toch is het geval? Inge volge de bepalingen van de Steenhouwers- wet mag een steenhouwer niet langer dan 9 uren arbeiden. Voor 1 Maaijt '1915 be droeg de maximum arbeidsduur ten hoog ste. 10 uur per etmaal. In den zomertijd schieten de steenhouwers er dus i-ederen dag een uur loon bij in. Is het nu te ver wonderen dat die menschen vragen om de uurloonen zoodanig te veihoogen, dat het zoiroer weekloon niet minder wordt, dan het verleden jaar bij den 10-urigen ar beidsdag fis geweest. In de wet zijn de be palingen vastgelegd, zij zelf hebben met om den 9-urigen werkdag gevraagd. Had den zij het gedaan, dan hadden zij natuur lijk tegelijkertijd op verhooging der uurloo nen gestaan. Men kan toch niet zeggen het is een sociale maatregel, het is nood zakelijk, dat gij in uw vak maar 9 uren arbeidt, en hem van de andere zijde te kort doen in zijn Joon. Het heeft ons verwonderd, dat B. en W. in de stukken, te kennen geven, dat zoo lang de particuliere patroons geen besluit in d-eze genomen hebben, de gemeente ook maar moet wachten. Wij meenden-, dat, waar het sociale maatregelen betreft, rijk, provincie en gemeente voor moesten gaan, juist .liet voorbeeld aan particuliere patroons moesten geven, model-werkgevers moesten zijn. Het heefit ons tevens verwon derd, dat minimum-loon en maximum-ar beidsduur in- Leiden nog een kwestie is. Die kwestie moest toch reeds lang opge lost zijn. Is de raad een volgende maal voltallig, dan hebben- de h-eeren Aalbarse, Heeres en Hoog-e-nboom de zaak in han den. Wij verwachten, d-at het voorstel van B. en W. dan verworpen wordt, en dat zij met een voorstel zullen komen, waarin de ideeën van den heer Van Tol belichaamd zullen zijn. Wij kunnen de Hanze feliciteeren met het succes in zake haar be moeiingen voor steun aan den klei nen middenstand van gemeentewege. Wed' is afwijzend op haar verzoek bescliikt, maar -de kleine middenstand kan en moet De Hanze dankbaar zijn, dat zij de zaak aan het rollen heeft gebracht. B. en W. zijn met een voorstel gekomen, waar de Hanze ten slotte haar wenschen bevredigd ziet. Van oppositie tegen het voorstel van B. en W. is geen sprake geweest. Zonder hoofdelijke stemming werden de voorstel len aangenomen. Wel was ter elf der ure een adres van de Kamer van Arbeid voor de Winkel- en Grossiers- bedrijven ingekomen, maar dit adres ging voornamelijk over de controle. Mr. Fokker kwam de argumenten daarin nog eens -onderstreepen. Of hij met zijn argumenten gelukkig is geweest betwij felen wij. Terecht merkte de -heer Ver gouwen op dat de beer Fokker nu juist in deze zaak niet tehuis was. De al- geaneene commissie der organisatie welke van regeeringswege tot stand is gekomen, spreekt het laatste woord. Waar nu het. rijk zoo'n groot risico draagt, daar -mag toch verwacht worden dat de controle van zijnentwege scherp zal zijn. In ieder •gerval er kan niets op tegen .zijn zich aan te sluiten bij de organisatie door het rijk in het leven geroepen. De commissie van Financiën heeft de pluiui van den voorzit ter ten volle verdiend. Uit het antwoord van den wethouder van fabricage aan den heer v. d. Eist is •ten duidelijkste gebleken, dat het niet aan hem ligt, dat de scholep nog bezet zijn door militairen. De heer Fisher doet al het mogelijke om de scholen vrij te krij gen. Andere gebouwen om de militairen op te nemen schijnen er niet te zijn. Er wordt nu gedacht aan de fabriek van den heer Zaalberg, welke leeg gekomen is door het vertrek der Belg. vluchtelingen. Wat de andere punten betreft verwijzen wij naar het verslag. De Italiaansche Kamer stond de re geering buitengewone bevoegdheden toe voor geval, van een oorlog. De Duit- schers en Oostenrijkers hebben zich ge nesteld op den rechteroever van de San. De houding van Italië. De Italiaansche Kamer nam met 407 tegen 74 stem men en één onthouding, te midden va-n ovaties een besluit, waarbij d regee- ringbuitengewonebevoegd- heid werd toegestaan voor geval van een oorlog. Een Wolff-telegram uit Rome, van Woensdag, beschrijft oorlogsbetoogingem. Zondag had de koning zijn lijfkurassiers geschouwd. Ze waren voor het eerst in de nieuwe grijsgroene uniform gestoken. Maandag nam hij andere troepen in oogen- schouw. Bij zijn rit door de stad werd hij overal met geestdriflt toegejuicht, ook in de arbeiderswijken. Tegen den avond had er een groote be tooging voor heit Kapitool plaats. Duizen den menschen stonden daar. Prins Colon- na, burgemeester van Rome, omringd van aMe assessoren en raadsleden, sprak van boven aan da dubbele trap het "rolk toe, vaderlandlievend, maar gematigd. Vervolgens hield hij een Fransche toe spraak. In de betoogimgen van het volk van Rome zag hij een- gunstig voorteeken zeilde hij, van een gemeenschappelijke overwinning voor Italianen en Franschen. Ewiva 1'Italia! riep hij, en het volk riep: Leve Frankrijk! Dan sprak Golonna nog van .onzen jongen koning". Wanneer hij ons den weg wijst, moeten wij met vertrouwen volgen! zei hij. Vóva i-l Re! was het slot, met geest drift door het volk herhaald. Toen nam de socialist Podrescca het woord en zong den lof van leger en vloot, maar de komst van d'An-nunzio brak zijn rede af. Deze stelde zich naast den bur gemeester op en roemde, onder herhaalde toejuichingen, het besluit van den ko ning. Na d'Annunzio's rede trok de menigte onder gezang van vaderlandisehe liederen en het gebeier van de giroote Kapitoolklok, die alleen op feestdagen wordt geluid, naar het Farnese-paieis, het Fransche gezant schap. Daar wapperde de Fransche vlag uit. De menigte groette met devaandels, die ze meevoerde, en met gejuich. Barrère, de Fransche gezant verscheen op het ha-1- con en wierp onder het roepen van Ewiva 1'Italia-! bloemen op het volk. Nu naar het ministerie va-n hu-i-tenland- sche zaken, waar aan Satan-dra I le hul de werd gebracht, en. de menigte ging uit een. Garbiele d'Annun-zio ie gisterochtend drie kwartier bij den koning op audiëntte geweest. De koning ontving hem in de V.illa A-da. Hij wachtte den dichter aan de tuindeur op en begroette hem in de hartelijkste bewoordingen. Daarop gingen koning en dichter het park in. Over liet gesprokene wil d'Annunzio zich mi-et uit laten, doc-h hij was er zeer van onder den indruk. De „Secoio" drukt op verzoek van d'An nunzio de eerste verbanningslijst van ver raders" af. Het zijn: „Bertolini, Facta, Peano, Schanzer en Suardi, allen aan hangers van Giolititd. De „Tijd" verneemt uit Freiburg, d.d. 19 dezer, dat de Paus -enkele kerkelijke hoog- w aardighe-i dsbekle ede ns in afschoids- audiöntie beeft ontvangen. Aan den groot meester der "Mal'tihezer orde en den pater- generaal der Jezuïten drukte de Heilige Vader zijn groote bezorgdheid over de ko mende gebeurtenissen uit. Mgr. Erems, mgr. Kouwens en andere Nederlanders zijn te Zürich aangekomen, waar zij den loop der dingen afwachten om daarna te besluiten of zij verder zul len reizen. De Duitsche en Oostemrijksche hoofd- consuls zijn re-eds uit Italië weg. Naar de „Kötuische Zeitung" uit Zü rich verneemt, is daar bericht ontvangen, dat er in verscheiden Itatlaa/nischie steden botsingen zijn voorgekomen tusschen sol daten etn voorstanders van den oorlog, o.a. te ""Cameo, Vicevano, Paiviia, Pievi di Teco, Nov.i, Monteleone, CaJlabro, Rio Marina enz. De „Ziircher Ztg." verneemt u-ijt ver trouwbare zijde uit Milaan dat 190 regi menten infanterie op oorlogssterkte te Genua zijn samengetrokken. Men ver moedt dat ze, als de oorlog uitbreekt, per spoor en schip naar Frankrijk zullen wor den overgebracht om dienst te doen op het westelijk front. Naar „Havas" uit Rome seint, zegt men daar onder de Kamerleden, dat het lieu- liaan-sche Groenboek, dat gisteren zou wor den rondgedeeld, een nota van 4 Mei zal bevatten, waarin de Italiaansche regee- cimg het drievoudig verbond voor opgehe ven verklaart, aangezien Oostenrijk h'e.t door zijn eigenmachtig optreden tegen Servië in geest en letter hee-ft geschonden. Naar dé „Secoio" uiit Boekarest ver neemt, veifluidt daar in politieke kringen, dat Italië aan Roemenië heeft te kernen gegeven, dat het zich van alle met Roe menië getroffen afspraken ontslagen zal rekenen, bijaldien Roemenië niet op het overeengekomen oogenbliik -het zwaard trekt. Naar de „Kölnische Volkszeitung" uit Lugano verneemt, hebben de socialistische vrouwen van Milaan zich op grond van een door iniltioenen Italiaansche vrouwen uitgesproken oordeel tegen den oorlog ver klaard. Alle geestelijken van Piëmont hebben Ziich ook tegen den oorlog verklaard. Van het Westelijk oorlogs terrein. De officieele communiqué's uit Parijs melden dat het mulst en hoe dik het wel mi-st. In dezen mist iis alles verdwenen, wat er nog van het Fransch-Engelsche •offensief tusschen Atrecht en Yperen nar weitkite. Dat offensief heeft aan de bond- genooten een-ige p'aatselijke voorclee'.en opgeleverd, maar is niet voortgezet. Even zoo leverde voor dien tijd het offensief der Duitschers bij Yperen voor dezen eetnig plaatselijk voordeel op en kwam vervol gens tot staan. Zoodat per Bil-ot van reke ning alles weer vrijwel bij het oude geble ven is. Van het Oostelijk oorlogs terrein. Op het Oostelijk oorlogsterrein rukken de Duitschers niet alleen nog op Mibau aan en zijn met hun Oostenrijksche bondgenoo- ten niet alleen over de San hoen, doch heb ben zelfs aan gene zijde dier rivier vasten voet gekregen, naar valt op te maken uit de Russische officioele berichten zelf. Ook de Lysa Gora, het gebergte vlak ten N.O. van Kjelzy, is niet langer meer in Russi sche handen, daar de Russen melden in strijd met de Oostenrijkers, die spreken van afgeslagen aanvalLen bij Opatow en Swaniska, welke plaatsen ten O. en Z.O. van het gebergte liggen, de Duitschers te hebben achteruitgedrongen. Althans heb ben de Duitsche bondgenooten de Oostelijke en Zuidoostelijke hellingen van dat geberg te bereikt. Verschillende Oorlogs berichten. De duikbootenoorlog. De Engelsche Ad miraliteit meldt uit Pembroke dat het stoomschip „Dumfries" is getorpedeerd in den ochtend van 19 Mei. Allen aan boord zijn gered. Het schip is nog drijvende 25 mijlen Z.W. van Hartlands Point. De -trailer „Chrysolite" uit Hull, is op 40 mijten van Kinnaird Head hn de Noord zee door een Duitsche duikboot in den grond geboord. De bemannimg is gered. Lloyds veimecmt uit Fraserburgh, dat een Deensch zeilschip de bemanning aan land brachit van den treiter „Lueer- me", weilke gistermorgen door een Duit sche d-uRbooit tot zinken werd gebracht op 40 mijlen afstand van Rattray Head (Noord-Schoitl and. De Emgelsche Admiraliteit kondigt aan-, dajt het totaal aamtal koopvaardij schepen, dat door de Duitschers in de-n grond werd geboord in de weak, die 19 Mei eindigde, twee bedroeg, terwijl totaal 1438 schepen aankwamen en vertrokken. Ook vier visschersschepen werden in den grond geboord. De Wash in,gi tonische correspondent van de „Tiimes" sjjant, dat er daar ver luidt, naar Ihet schijnt uit officieele Duit- FEUILLETON. HEREENIGD. 45) Deze opstand de-r elementen hergaf Ka- pitola spoedig hare vastberadenheid. Zij dreef haar paalrd opnieuw van den weg af, recht op de ijzeren deur toe van den muur, die liet eenzame huis omgaf. 13e poort stond open. Kapitola reed haar geheel door tot voor de huisdeur, waar zij onder een geweldi gen eikenboom stilhield, uit het adel sprong, vlug de weinige treden opliep en haastig de klopper op de deur liet vallen. Er volgde geen antwoo'rd. Kapito'.a kfiopte meermalen, harder dam tevoren. Eindelijk klonken daarbinnen voetstappen; de deur werd geopend en Kapitola zag voor zich een vrouw van middelbare grootte met strengen blik, ge kleed in een 'zwarte stoffen japon en met een stijve mousseline muts op het hoofd. Wat komt ge hier doen? vroeg de vrouw onvriendelijk. Kapitola erkende haar op het eerste ge zicht als Donkey Knight, de huishoudster in deze verlaten woning. Wat ik hier kom doen? Ik kom h-ier beschutting zo-eken tegen storm en on weer! antwoordde Kapitola Onder elk dak j,s gastvrijheid te vinden bij 'storm en onweer en in dit huis zal daarop toch Wel geen uitzondering worden 'gemaak-t! Wie zijt gij? vroeg die vrouw op stren gen toon verder. Wie ik heil? harna-m .Kapitola op ffpoltemden toon. Me dunkt, dat g© dist toch wel kunt zienl Ik ben een jong meisje dat door een onweer overvallen is! Ik heet miss Black. Ik ben de pupil van ma- noemt mij miss Kapito-la! Kapitola Kapitola! riep de vrouw op bijna verschrikten toon, het ionge meisje strak aanziende. Meisje, wat heeft u hier onder dit dak gebracht? Ga heen! Zoo gauw mogelijk! Vlucht, zoo lang het nog tijd is! Kapitola was verbaasd. Ik vluchten? vroeg zij. Waarom? Bij diit verschrikkelijk weer? Neen, dat doe ik niet! I.k blijf hier, tot het onweer uitge woed is. Door u, Donkey Knight, laat ik mij in gieem geval de deur wijzen. Eerst wanneer de eigenaar van dat huis mij zal hebben verklaard, dajt ik hem niet welkom ben, eerot dan ga ik heen. Geen" minuut eerder! Dien mij nu aan bij uw meester, kol-ohel Le N-oir! Een spotlach' kwam op het gelaat der oude vrouw. Kolonel Le N-oir is niet thuis. Niet thuis? vroeg Kapitola luchtig. Nu dan, alsjd-e kolonel niet tihuis is, wees dan zoo goed, mij aan te t'iienen bij uw (meestere©! Bij mijne meesteres? Ik heb geen •meesteres! antwoordde Donkey' Knight ©omber. Zek-er wel! Hier in huis woont de pupil van kolonel Le Noiir, miss DaylBreng mij bij haar! Déze woorden werden uitgesproken met zooveel hoogheid en zooveel nadruk, dat de vrouw elk tegenstribbelen verder ver- geefsch achtte. Ve-rlanglt gij dit in alten ernst? vroeg zij, na een oogeriblik te hebben üfi^edacht. Nu dan. Maar als er iets van komt, is het voor uw rekening! Kom mede! En door Kapitola op den voet gevolgd, ging Don key Knight door de vestibule de trap op naar de eerste verdieping, waar zij voor een deur bleef staan. Zij opende die deur en zeide: Miss Day, hier is een jonge dame, miss Black van Hurricane Haü, d-ie u verlangt te zien en te spreken! In. het volgende oogenbük had de deur zich achter Kapitola gesloten en zij be vond zich in een ruim, donker, onvrien delijk vertrek tegenover een jong meisje, dat geheel in dtepen rouw was en wier buitengewone schoonheid Kapitola on middellijk opviel. Met uitgestoken handen en met een zwak glimlachje om de lippen, trad KI ara de onbekende bezoekster tegemoet. Zij was door diit vreemde bezoek niet weinig ver rast, doch heette het meisje met hartelijk© woorden_ welkom. Gij waart in dat vreeselijke weer, miss Black? ging zij vriendelijk voort. Kom in mijn kamer en verwisseL van klee- cteren. Ik geloof, dat wij van dezelfde grootte zijn, zoodat mijn kleederen u wel zullen pa-ssen! Is u in den rouw, miss Day? vroeg Kapiitola op een anders haar vreemden gevoeldgen toon. Ja, over mijn vader! antwoordde Klara zacht. De blikken der beide jonge meisjes ont moetten elkander; zij lazen in eikaars oog en, begrepen elkaar en gevoelden zich tot elkaar aangetrokken. De zuivere, heldere" uitdrukking van Klara's gelaatstrekken sprak machtig tot Kapitola'© hart, terwijl het op ene, eerlijke gelaat van Kapitola Klara levendig voor haar innam. Het duurde niet dong of Kapitola had zich verkleed en heiden keerden terug in den salon en bij den gezelLigen haard. En hier gingen ze samen zitten keuve len zonder te letten op den storm, die daar buiten woedde, en voordat er een uur was verloopen, erkende Kapitola te genover zich zelve, dat de kennismaking met Klara Day haar meer dan schadeloos stelde voor den urenilangen rit en voor het gevaar, waaraan zij zich te midden van storm en onweer, blootgesteld had. En Klara van haar kant gevoelde, dat zij in Kapitola ean vriendin had gevon den, een ware, oprechte vriend-in, op wie zij in haar leed zo.u kunnen vertrouwen zoowel als in haar geluk. Terwijl zij aldus bij efikaar zaten, werd' de deur geopend en trad een man" binnen van hooge, 9lanke gestalte en met een bleek gelaat, dat omlijst was door donker haar en een dito baard. Hij Ikon niet ouder zijn dan zes-en-twin- tig jaar, doch zijn verweerde trokken ga ven hem het uitzicht van een veertiger. Hij maakte een buiging en trad'op de heide jonge meisjes toe. Kapitola was natuurlijk in staat haar zeIfb©heers-dring te bewaren. Het was haar of zij droomde. Deze rnan, deze' zelf de man was dat inderdaad de ruiter diie haar op den noodl-ottigen avond van haar eersten uitrit uiit Hurricane Hall achtervolgd en aangehouden had? Deze vraag 'drong zich aan haar op met schrikwekkende kracht. Mijn neef, mijnheer Francis Le Noiir, miss Black! zeide Klara, den binnentre dende aan Kapitola voorstellende. Francis rolde oen zotel hij den haard, ging zitten en knoopte met de jongo meis jes een vlot gesprek aan. Zoo dikwijls hij Klara aansprak, klonk uit zijn stem en b/Lonk uit zijn oogen een teedenheid, die aan het jonge meisje niet kon ontgaan; zij beantwoordde echter zijn hoffelijkheid met koele terughouding. Het was voor Klara een verademing toen men aan het avondmaal ging, en nar dat dit geëindigd was, trok zij zich tege lijk met Kapitola terug, om de laatste naar de kamen- te brengen, wclPl© zij voor haar gereed' had laten maken, Het waa een lang ouderwetsch vertrek op de twee de verdieping; in den haard brandde een vroolijk vuur. Mijn kamer ligt vlak hieronder, miss Black, zeide Klara, terwijl zij Kapitola de hand reikte en goeden nacht wenschte.. Mocht gij iets noodig hebben., stamp dan maar op den vloer, dan hoor ik het da delijk. En haar jeugdige gast goeden nacht wenschende, trok zij zich terug. Kapitola gevoelde zich niet in staat om te slapen. Zij had een angstig, onveiVaar baar gevoel, hetweik zij niet van zich kon afzetten. Zij nam de waskaars en begon haar ka mer nauwkeurig te onderzoeken. Het was een groote, donkere ruimte, begrensd door eikenhouten wanden, met een donker kleed op den vloer en donkerö gordijnen voor de vensters en voor haar, bed. (.Wordt veaglgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1