10
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG
'NG Mo. 1690
e £cidéohc (Sou/tont
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
cent per week, f 1.45'per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2J/a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
MAANDAG
MEI.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 reyele f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Adverientiën) van (-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Gemeentelijke politiek.
Ter op 17 Mei a.s. te houden vergadering
[van den Algemeenen Bond van R. K. Kies-
/ereenigingen in Nederland, wil de R. K.
Kiesvereeniging in Amsterdam VIII de
Iwenschelijkheid der totstandkoming van
een program van Gemeentelijke politiek
xloen uitspreken en aan het Bondsbestuur
doen opdragen, stappen te doen tot verwe
zenlijking dier totstandkoming.
Het Bondsbestuur wijst deze opdracht af,
acht deze materie liggende op den weg van
den Bond van R. K. Gemeenteraadsleden en
motiveert zijn gevoelen in het volgende
gedeelte van zijn praeadvies:
„Nadat op de Algemeene Vergadering
van 1910 door de Kiesvereeniging van
'Arnhem een- gelijksoortig voorstel was ge
daan en verdedigd, heeft de vergadering
besloten, dat het gevraagde niet op den weg
tvan den Bond ligt. Gezegde Kiesvereeni
ging heeft daarna het initiatief genomen
oprichting van een Bond van R. K.
Gemeenteraadsleden."
Wi j vinden, dat het Bondsbestuur groot
gelijk heeft. 't. Is mogelijk, dat het met dien
d van R. K. Gemeenteraadsleden niet
opschiet, maar deze moet toch minstens
eerst eens de zaak onder de oogen zien,
vant.waar kan een gemeentelijk program
iet-er besproken worden dan in een kring
-an Vroede Vaderen? Dergelijke sameri-
comst is daartoe o .i. meer geëigend dan
ien vergadering van afgevaardigden van
desvereenigingen.
Laat de Bond van R. K. Gemeenteraads
eden eens een concept opmaken en dit
.an de Bond van Kiesvereenigingen voor-
eggen, als een hoogere sanctie er voor
loodig wordt geacht, zooals de „N. Haarl.
Irt." meent. Dan gaan we tevens voort
ian de lijn, welke in 1910 werd uitgestip-
leld.
Zou 't intusschen ook mogelijk wezen,
lat. het bezit van zoo'n gemeentelijk pro
gram eigenlijk niet zoo erg noodig i's?
-Bexc TroQg «WTyvctvajuj. -c i n - UoT'eisvTg'gixa:
mtwoord vatbaar. Wij hebben onze alge
meene beginselen en, als zich in een
gemeente een of andere aangelegenheid
Tl voordoet, heeft- men immers als regel tijd
genoeg om in een andere gemeente, waar
Rij reeds voorkwam of opgelost werd, zijn
licht op te steken, of als 't 'een heel
w punt is bij ter zake kundige er-
sonen raad in te winnen.
Toch hellen wij veel meer over tot een
ontkennend antwoord op de bovenge
noemde vraag. Zeker, -wij hebben onze
-emeene beginselen, maar de toetsing
van verschillende kwestie van gemeente
lijk beleid aan die algemeene beginselen
is toch. dunkt ons, geen overbodig werk.
de krachtige doorvoering onzer Ka-
iieke beginselen schijnt het ons niet
onnuttig als in een program duidelijk
si-aat aangegeven: Volgens de Katholieke
ibeginseleai moeten die gemeentelijke be
moeiingen bij deze of die kwestie }n deze
of die richting worden geleid (b.v. schouw
burg, leeszaal, onderwijs, armenzorg,
sehoolkiaidervoeding, enz. enz.) Zulk een
program voor Katholieke raadsleden is
toch een steviger basis voor een eendrach
tig werken in Katholieken geest over héél
liet land clan bij elkaar of bij anderen
laten die anderen dan ook zeer deskundig
zijn in de onderhavige kwestie zijn licht
te gaan ontsteken.
De Amerikaan9che en Engelsche pers
laten zich verontwaardigd uit over het
onheil dat de „Lusitania" trof. Van
Duitsche zijde wordt beweerd, dat de
„Lusitania" geladen was met munitie
en wapenen voor de Verbondenen.
China heeft Japan's eischen ingewilligd.
In de Zee van Marmora en bij den
Bosporus zijn Turksehe transportschepen
door de Russen in den grond geboord.
Het Duitsche communiqué meldt
eenige Duitsche vorderingen in de om
geving van Yperen. Het Oostenrijksch
communiqué meldt, dat Hongarije vrij is
van Russen, het Duitsche communiqué
van het Oostelijk oorlogsterrein, dat de
spoorweg Wilna-Sjawli totaal ie vernield,
en dat Libau is gevallen. Er zijn
weder eenige stoomschepen door Duitsche
duikbooten getorpedeerd. De treiler
„Hellenic" is op een mijn gestooten en
vergaan. Het Zweedsche stoomschip
„Carolina" met katoen uit de Vereenigde
Staten voor Stockholm is naar Grimsby
opgebracht.
De „Lusitania" in den grond
geboord.
Het verhaal van de overlevenden.
Langzamerhand komen er meer bijzon
derheden over deze verschrikkelijke ramp.
„Reuter" seint het volgende uit Londen,
volgens het verhaal van de overlevenden:
Het was een heldere, kalme en zonnige ach
termiddag. toen,de Lusitania
wem., De meeste passagiers hadden juist
geluncht en stonden op het dek uit te zien
naar de Iersche kust, toen plotseling een
witte streep werd gezien, die door het blau
we water het schip naderde. Plotseling een
verschrikkelijk gekraak, het groote schip
beefde van den voor- tot den achtersteven
en begon te w°nden in de hoop de kust te
bereiken. Toen trof het een tweede torpedo.
Het schip sloeg snel o-p zij en zonk binnen
20 èt 25 minuten na de eerste ontploffing.
Ten gevolge van de slagzijde was het niet
mogelijk de booten aan bakboordzijde neder
te laten.
Eenige zeelieden zagen gedurende een
enkel oogenblik den onderzeeër, deze dook
echter snel en verscheen niet weder.
Alle geredden getuigen, dat passagiers
en bemanning zich bij het laden der booten
buitengewoon kalm hielden; vrouwen en
kinderen werden het eerst in de booten ge
plaatst; toen het groote stoomschip echter
.zonk, werden vijf booten in de groote draai
kolk gezogen. Toen het schip begon te
verdwijnen, sprongen honderden er af,
ook deze werden naar beneden gezogen,
velen echter gelukte het zich vast-te klam
pen aan een stuk wrakhout.
Sommigen ontkwamen op wonderbare
wijze, zij werden n.l. in de booten getrok
ken, nadat zij reeds driemalen gezonken
waren. Lady Mackworth werd in bewuste-
loozen toestand opgepikt, nadat zij drié
uren in het water had gelegen met een
zwemgordel om.
Treurige tooneelen werden te Queenstown
afgespeeld, vrouwen zochten hare echtge-
nooten, mannen hare vrouwen, moeders
hare kinderen, terwijl het gezicht van oude
vrouwen, wie het natte grijze haar over
de schouders was gevallen en van jonge
vrouwen met hare zuigelingen op den arm
den toeschouwer de geheele wreedheid van
de brutale slachtingsmethode der Duit-
schers voor oogen stelde, een indruk, die
nog versterkt werd door het zien van de
tot dusverre aan wal gebrachte 126 lijken
van mannen vrouwen en kinderen, onder
welke laatsten er twee waren, die elkander
met de armen omkneld hielden. (Wij gevenj
onzen lezers hier slechts wat „Reuter"
seinde.)
De „Lusitania" heeft in het oogenblik
van het grootste gevaar nog draadloos om
hulp geseind, voor zij ten onder ging.
Eenige malen werd, na den naam van het
schip, het sein S. O. S. („Send out Succour"
„Zend hulp") afgezonden, gevolgd door
„Come at once big list" („Kom dadelijk,
zware slagzij").
De kapitein.
De kapitein van de „Lusitania", W. T.
Turner, die, naar men weet, gered werd,
is van kajuitsjongen tot gezagvoerder opge.
klommen. Juist veertig jaar geleden kwam
hij in dienst van de Cunard-lijn; in Fe
bruari 1914 werd hij kapitein. Hij deed
dienst op de brug van de bekendste sche
pen der Cunard-lijn, o. a. de „Carpathia",
„Tvemia", „Urnbria", „Caronia", „Car-
mania" en ten slotte op de „Mauretania".
Hij was commandant van de „Mauretania"
op haar beroemde reis van Kersttijd, toen
zij den tocht van Liverpool naar New-
York en terug deed in iets meer dan 12
dagen.
De passagiers.
llit eeu jdoortrie^JJintsch-e Legatie ont-
Buitenland'Sche Zaken' van
het vergaan van de „Lusi'taniia" blijkt, dat
volgens me de dee ling van de Cunand
Company de nationaliteiten der passa
giers als volgt worden verdeeld: 1ste kl.
passagiers: Engelschen 179; 2de kl. Engel-
schen 521, 3de kl. Engelschen 204; Ame
rikanen: 106 1ste kl., 65 2de kl.; Grielven:
3 1ste ikl.Russen: 3 2de kl.; Ieren: 39
3de kl.Zweden: 1 1ste kl.; Belgen: 1 2de
kl.Schotten: 13 3de kl.; Mexicanen: 1
lste kl.Hollandei's: 3 2de kl.; Russen:
59 3de kl.; Zwitsers: 1 lste kl.Fran-
6chen: 5 2de kl„ Amerikanen: 17 3de kl.;
Italianen: 1 2de kl.; onbekend: 2 2de kL;
Perzen: 21 3die kl.; Grieken: 3 3de kl.;
Finnen: 1 3de kl.; Noren: 4 3de kl.; Mexi
canen 1 3de kl.
Onder de opvarenden bevond zich ook
zekere H., afkomstig "van Vlissingen. Over
zijn lot is bij de familie nog niets bekend.
Roosevelt's oordeel'.
Roosevelt, het Lu si tan ia-geval bespre
kende, zeide: Zulke daden kunnen door
geen enkele internationale wet anders
•beschouwd worden dan als zijnde zuivere
zee move-rij. Het doen zinken van de Lu
sitania is niet -alleen zeerooverij, doch een
moord op grooter schaal dan eenige zee-
roover uit vroegere tijden ooit in praktijk
bracht.
Dit is een oorlogvoering op dezelfde
wijze als waardoor in Dinant en Leuven
honderden Belgische vrouwen e>n kinde
ren gedood wenden. Het is oorlogvoeren
tegen onschuldige mannen, vrouwen en
kinderen, die over den Oceaan varen.
Onze landgenooben, mannen en vrouwen
zijn onder de slachtoffers en het is i>:.et
aan te nemen, wat wij geen standpunt in
deze zaak moeten innemen. Wij zijn dat
niet alleen verplicht tegenover de mensch-
heid, maar ook aan ons nationaal zelf
respect.
Amerikaansche persstemming.
De New-York Times" zegt in een arti
kel onder den titel: „Oorlog door moord":
Het State Departement moet den eisch
stellen te Berlijn, dat de Duitschrs niet
langer als baiibaren oorlog voeren, dron
ken van bloed, dat zij ophouden te trach
ten hun doel te bereiken door het ver
moorden van onzijdige niet-strijdenden.
In de geschiedenis van den oorlog is er
geen daad van onmenschelijkheid te ver
gelijken met deze gruwelen. Den eisch
moet worden gesteld en gehandhaafd,
tenzij Duitschland in zijn dolheid oorlog
wil voeren met de geheele beschaafde
wereld.
De „Worlid" zegt: De aangelegenheid der
„Lusitania" e-ischt alLe zelfbeheersching
van het Amerikaansche volk. Hoeveel le
vens zijn verloren is niet bekeind, maar
het is niet te dariiken aan de Duitsche re-
geering, dat iemand ontsnapte. De Duit
sche oveiheid beroept zich als verzach
tende omstandigheid er op, dat een eer
lijke waarschuwing tot de Amerikanen
werd gericht door het Duitsche gezant
schap te Washington, dat de „Lusitania"
zou worden getorpedeei'd. De moordenaar
wordt niet onschuldig en onschadelijk
omdat het slachtoffer tie voren werd ge
waarschuwd, dat de slag zou worden ge
slagen indien het voortging een wettig
recht uit te oefenen.
Geen enkele daad gedurende den tegen-
woordigen oorlog heeft de openbare mee-
voordeel is onbeteekenend, maar de mo-
reele verliezen zijn onberekenbaar.
De nieuwe geschiedenis kent geen soort
gelijk voorbeeld van een groot volk dat
zoo dolzinnig aanvalt en dit militaire
noodzakelijkheid noemt.
Er zal heel wat tijd moeten verloopen
voor Duitschland de misdadige herinne
ring zal uitwiisschen, die het bezig is voor
zichzelf te schrijven In de annalen der
geschiedenis.
De .New-York Tribune" zegt:
Er is geen poging gedaan om het op
treden van den President- te versnellen,
maar noch hij, noch eenig ander regee-
rings ambten aar kan die stemming mis
kennen, waarin hun mededeelingen in
deze crisis zullen wachten. De President
kan verzekerd zijn van den onverander-
lijken steun van de burgers van alle par
tijen.
Tegenover de nationale tragedie, zullen
wij slechts één gedachte hebben, één
plicht, één vastbeslotenheid.
De natie, die zich de zeelieden van de
„Maine"' herinnerd, zal de burgers van
de „Lusitania" niet vergeten.
„The American" zegt: Het was niet een
oorlogsdaad maar een moord op groote
schaal. De gedachte aan de oorliogsvoor-
©chriften verdwijnt tegenover zulk een
groot onheil, dat een grooter voorschrift
van de menschelijkiheid schendt.
De opzettelijke bedoeling de „Lusitania"
te vernietigen spreekt te duidelijk. Wij
hebben veel geleerd van Duitschland sinds
den oorlog, dat de begrippen van men
schel ijkheid over de geheele wereld heeft
gestuit, maar deze schandelijke daad
gaat alle wreedheid te boven. Onze regec-
nimg kan hebben bedacht toen zij haar
waarschuwing tot Duitschland richtte, dat
de volgende mede dee ling iets meer moest
zijn dan een protest en zal naar wij hopen
Duitschland aan d«e stem der rede herin
neren.
Wilson kent het volk, dat hem aan het
hoofd van de natie stelde en zal begrijpen
welk gevoel in liet land heerscht en zal bet
beantwoorden door de vaste ltoers te kie
zen, welke rechtvaardigheid, recht en eer
eischen.
Engei'sche persstemming.
Het hoofdartikel van de t,Times" over
het torpedeeren van de „Lusitania" is uit
den aard der zaak een innig-verontwaar-
digd stuk. Het Cityblad onthoudt er zich
van, de Amerikanen direct aan te sporen,
aan Duitschland den oorlog te verklaren,
doch tusschen de regels door is de aanspo
ring daartoe toch volkomen duidelijk.
Wat Duitschland betreft schrijft de „Ti
mes" o. m.:
„Het doel van den Duitschen keizer, de
Duitsche regeering en het Duitsche volk
want in deze zaak kan er van geen schei
ding der schuld sprake zijn was moord
op groote schaal en niets anders."
Het blad wijst er op, dat de Lusitania
slechts heel weinig lading in had een
op merking, die wel van gewicht is; want
van Duitsche zijde is reeds de opmerking
gemaakt, dat de Lusitania op haar laat
sten, zoo noodlottig geëindigden tocht
oorlogstuig voor de vijanden van Duitsch
land aan boord had. Het blad schrijft
met verontwaardiging over het feit dat do
aanval op het groote schir» niet. enkel
te voren openlijk was aangekondigd. Men
meende echter, dat de Lusitania door haar
groote snelheid (24 d 25 knoop) vrijwel
veilig was voor een aanval door een on
derzeeër.
Men moet aannemen veronderstelt de
„Times" dat geen speciale voorzorgen wa
ren genomen, om het schip to beschermen,
doch dit zal door een onderzoek nog nader
dienen te worden uitgemaakt.
Wat de daad zolf betreft, de „Times" re
kent haar tot dezelfde categorie als die
waartoe de gebeurtenissen van Leuven,
Dinant enz. belmoren, „misdaden, dicj
door de mannen van Duitschland zijn ge
pleegd onder den glimlachenden zegen
van den'Keizer en de bende misdadigers in
zijn omgeving die de Duitsche oorlogslei
ding in handen hebben."
Ten slotte betoogt de „Times", dat de ge
heele wereld tot het besef komt, dat den
Duitschers en hun willigen werktuigen niet
kan worden toegestaan bet gebouw der
beschaving, dat door eeuwen langen men-
schenarbe-id is opgetrokken, te vernietigen..
De bondgenooteri hebben zich thans ern-
stiglijk gezet aan de volvoering der itaak
van vergelding. „Ook indien zij dit werk
alleen moeten verrichten zullen zij het,
zonder zwakte, ten uitvoer leggen wat liet
ook kosten moge. Maar de vernietiging
FEUILLETON.
HEREENSGD.
En met hijgenden adem verhaalde hij
aan zijne moeder aïles, van het- begin tot
liet einde, zijn geheele geluk en den jubel
Rijns harten.
Zonder een woord te zeggen luisterde
juffrouw Rocke naar zijn woorden, en
toen ten slotte Guido geëindigd had, zat
zij stil, met gevouwen handen, maai' hare
"ogen spraken een taal, die niet te mis»
(luiden viel en die slechts vurige dank
gebeden beteekende voor het geluk, het
welk God zoo onverwacht over den lie-
Nling van haar hart had uitgestort-.
Gij wenschit mij geen geluk, moeder?
vroeg Guiclo, licht teleurgesteld.
- O Guido, ik gevoel alleen stillen dank
jegens den Hemel voor een zoo zcLhtbar©
genade van den Almachtige. O, mijn "oon
mijn zoon, mijn zoon! A's ik niet- wist. dat
een hoogere hand ons lot bestuurde, zou
oor uw_ geluk kunnen sidderen! Maar
nu zal ik bidden, opdat gij volkomen ge-
liückig moogt worden!
Moeder, gij hebt zooveel geled.ep;
neb meer moed en meer vertrouwen. Alles
7-al nu goed worden. Kijk, daar komt Kla-
rt. Ach, liefste, overtuig gij moeder toc-h,
'lat ons geluk waarheid is, zij wal het niet
Keleovenriep Guido, het jonge, meisje te-
itemoef ijlende.
Heeft Mistress Roeke mij niet gaarne
echtgenoote voor haar zoon? vroeg
'tiara, hare harm in die van Mety'ah leg
ende.
u hiel gaarne hebben als echtgenoote
voor mijn zoon) O mijn lund, mijn beste
kind! riep Marah uit. Gij weet, dat jk u
evenzeer liefheb als Guido u liefheeft. En
ik wist reeds lang, wat gij voor hem ge
voeld et, sinds gij bij- zijn vertrek naar
Washington tot mij kwaamti, uw hoofdje
op mijn schouder legde en met mij ween
de!
En nu, als Guido ons weer verlaat,
kunnen wij met elkander alles dragen,
want wij begrijpen elkander! zeide Klara
met een pijnlijk glimlachje.
Waar zit ge toch in 's Hemelsnaam,
dat ik door het heele huis moet rondwan
delen als een wandelende Jood? klonk
op dit oogenblik uit de vestibule de stem
van den dokter.
Hier vader, hier zijn wij, en u alleen
ontbreekt ons! antwoordde Klara, hem
tegemoet- springende.
Met een gelukkig lachje op het geCaat
trad de dokter binnen, drukte zijn doch
ter aan zijn hart, schudde Guido vertrou
welijk jïe hand en kuste Marah Rocke op
de wang.
Dat was zijn gelukwensch voor de ver
loofden en Guide's moeder.
In ongestoorde vroolijkheid ging de
avond voorbij. Ach, het zou de laatste
vreugde zijn, die hun wachtte, deze stra-
lend-lichte avond.
Reeds zweefde een zware, donkere wolk
eboven Willow Heightsen de bewoners
er van, een wolk van de somberste droef
heid. die zelfs de meest vaste trouw
schokt, indipn deze niet, zooals de liefde
tusschen Guddo en Klara, gegrondvest is
pp God,
XXI.
Weken en maanden waren verloopen,
sinds de overmoedige Kapitola de drie
roovers van Mack Donald gevangen had
en dezen in verzekerde bewaring waren
gebracht, toen zich op zekeren dag legen
den avond op Hurrcane IlgTl een n an
aandiende met eerbiedwaardig .uiterlijk
en verzocht daar den nacht te mogen
doorbrengen.
Hij stolde zich aan majoor Warfield
voor als geestelijke en gaf als doel zijner
reis op dat hij dè gevangenen in de ver
schillende gevangenissen van den omtrek
wilde bezoeken.
Het eerbiedwaardige uiterlijk "van den
man deed den majoor geen oogenb'.tik aan
de waarheid zijner woorden twijfelen. Hij
noodigde hem gastvrij uit deel te nemen
aan hetontbijt en voor den nacht zijn
gast te zijn.
Juffrouw Kondiment was met hem zoo
ingenomen, dat zijl, toen de vreemdeling
dit onderwerp aanroerde, zich gaarne be
reid verklaarde, den anderen dag hem
naar Tip-Top te vergezellen en daar in
de gevangenis het bezoek aan de gevange
nen, onder wie zich ook de handlangers
van Mack Donald bevonden, mede te ma
ken.
En den volgenden dag in de vroegte
bracht de koets van master Warfield den
eerw. heer Hamilton en zijn begeleidster
inderdaad naar het gereciuagebouw.waar
de gevangenen opgesloten waren gewor
den.
Zonder eenig bezwaar veroorloofde men
deii pastoor naar de cel der roovers te
gaan. ITet gezelschap van juffrouw. Kon-
djiment verzekerde hem tegen elke ver
denking van den kant der gevangenbe
waarders.
Toen Hamilton de cel binnentrad, vond
hij Stoffen in diepen slaap óp den grond
uitgestrekt, Jack zat op een bank aan
den zijmuur, inet de handen in elkaar;
Duivels-Dick lag eveneens op den grond,
het hoofd tegen den muur.
Met de gebruikelijke zegenwenschen
overschreed de bezoeker den drempel,
waarop de cipier achter hem de deur
wer in het slot liet dicht vallen.
De drie gevangenen keken den bezoeker
aan met vijandig sombere blikken.
\Vaarde vrienden, kent gij mij riet?
vroeg de bezoeker op zachten, bijna fluis
terenden toon.
De drie mannen antwoorden met half
ingeslikte vloeken.'
Ezelskoppen, kent ge mij niet? snauw
de nu de zoogenaamde pastoor hun toe.
Kent ge uw kapitein niet?
Onze kapitein! riepen de kerelsals
uit één mond.
St.il! Wilt ge de bewaarders doen
schrikken en alles bederven? siste de man
dn het geestelijk gewaad. Alleen ter wille
van u heb ik mij verkleed. Ik heb u zoo
lang moeten laten zitten, omdat ik anders
geen gelegenheid had om bij u te komen.
Ge moet hier zien uit te broken, want ge
wordt scherp bewaakt. Ilier hebt ge werk
tuigen om de venstertralies door te vijlen
en hier zijn drie revolvers met zes scher
pe patronen e'k. Nu weet ge wat ge te
doen hebt. erbeVigt dat gereedschap en
dan, Dick, doe een aanval op mij, alsof
ge wildot probeeren mij te vermoorden!
Jack en Stéïfen deden hetgeen Mack
Donald hun bevolen had, en teen alles in
veiligheid was gebracht, sprong Dick met
een kreet van woede op den bezoeker toe.,
Deze verweerde zich met zijn vuist, ter
wijl hij jammerend om hulp riept totdat
de bewaarder kwam binnenstormen en
hem van zijn vermeenden aanvaller be
vrijdde.
Hierop verliet tie iquasi-geestolijke, ver
gezeld van juffrouw Kondiment, de ge
vangenis, om zijn reis door bet land ver
der voort te zetten.
De oude huishoudster keerde naar Hur
ricane Hall terug, vol lof voor den gees
telijke, die de booswichten zoo vriendelijk
had toegesproken en zoo ondankbaar dcot;
hen behandeld was geweest
Den volgenden morgen deed, schrik en!
ontsteltenis verspreidend., het gerucht de
ronde, dat die gevreesde roo.vers, de hand
langers van Mack Donald, uit de gevan
genis uitgebroken en gevlucht waren,, en
dat Mack Donald zolf, alle geweld vor-
geefsch oordeelende, hen door list bevrijd
had. door zich te verkleeden als geeste
lijke en zich ÏÏo'or ïfemTCfdeling van raas-
ter Warfield' tot de gevangenis "toegang
te verschaffen, ten einfle hun de midde
len in handen te spelen tot hun ontvluch
ting.
De storm, dien deze tijding op Hurri
cane Hall ontketende, was onbeschrijfe
lijk.
(Wordt vervolgd.)