20 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG 1679 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN, Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten I! cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DINSDAG APRIL. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Adverientiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. V Voorloopige geruststel ling. Nog voor de Duitsche reg.eering haar onderzoek inzake het gebeurde met de „Katwijk" gereed heeft, is door haar een verklaring afgelegd, die wij zouden kunnen noemen een „voorloopige geruststelling1'. De door de Duitsche regeering uit eigen beweging, vier dagen na de onverhoedsche vernietiging van de „Katwijk", aan den Nederlandschen gezant te Berlijn gegeven verklaring werkt immers zeer gerust stellend. Zij bevestigt het vertrouwen in de verzekering, door de Duitsche gezant hier te lande kort geleden afgelegd, dat er geen sprake is van eenige verandering der Duitsche politiek ten opzichte van ons land. Wij twijfelen niet, of deze „voorloopige geruststelling" zal, zoodra het onderzoek is geëindigd, door een definitieve, een af doende geruststelling, waarbij ook waarborgen voor de toe komst, worden gevolgd. Zij, die na het .gebeurde met de „Kat wijk" hun kalmte hebben bewaard, behoe ven zich nu niet in te spannen om weer in evenwicht te komen anders staat he' met degenen, die toen reeds onmiddellijk met de wapenen begonnen te kletteren. V Wapenslilstand. Neen, nog aiiat op het oor! Oigisterrein. In onze benoemde „S. D. A. P." is een .wapenstilstand ingetreden. ..De konleirentie van pantijigemooten, uit welker besprekingen vóór het Kongres de motie Dordrecht, Amsterdam IX, Z-aanc dam, Groningen enz. is voortgekomen, bij een op Zondag 18 April 1915, nam naar „Het Volk" verfeilt het besluit, inzake die houding der Partij gedurende den oor" logi, niet mee-r samien te komen." M. a. w.: die oppositie zal voorloopig haar mond houden. Uitstel komt geen afstel. Reeds nu betoogt zij, dat een houding, aooals zij vóór het congres innam, eigen lijk je ware is. Dat gelijkgezinden samen komen om in de partij gerezen vraagstuk ken te bespreken, ,,ikan h. i. slechts lei- dien ter verduidelijking der gediaciiten- wisseling en tot verhooging van lnet peil dei' Partijdiskussies." Op het conga-es waar het „Htotd." n.b. wel'10 Stroomin- gan constateerde, waarvan bovendien zelfs de hioofdstnoomiing troebel bleek! moet dat gebleken zijn! Hm! Enfin, de oppositie vindt nu eenmaal 'dat zij de zaken goed aanvat, zoodat zij er niet over denkt haar actie voor goed stop te zetten. In het belang der Partij wil zij wel zwijgen over den beperkten duur der oongresbeskuiten, welke immers föechts gelden voor den duur van den cor ing, maar daarna..'.. Reeds nu vertellen de heeren, ondanks het zoo juist gesloten bestand, dat bet eigenlijk toch een belabberde boel is. Zij klagen: „Wij begrijpen volkomen in welke moei lijke positie veten onzer propagandisten en partijgenooten, die met ons v.an mee ning zijn, dat de gevallen beslissing" in liet nadeel is, zoowel der Partij als der sociaal democratie in het algemeen, zich bevinden. Wij begrijpen de door velen geuite klacht, dat zij zich in hun propa ganda voelen lamgeslagen; dat zij het standpunt van de Partij nauwelijks kun nen verklaren en zeker niet kunnen ver dedigen; dat zij in zich voelen het groote konfldct tusschen hun opvatting van so- cialistischen plicht, die hen het besluit der Partij met alle kracht zou doen be strijden en de verderfelijkheid er van Eon de arbeiders zou willen doen aamitoonen, en hun plichten als lid eener organisatie om deze organisatie zelve voor schade te behoeden." Aldus de heeren, die voorloopig zullen zwiieen! Wat zuilen zij een mond opzetten als de wapenstilstand udt zal wezen. Ongetwijfeld verlangen zij nu al naar dat tijdstip, intusschen hun wapenen wettend1. Van beide oorlogsterreinen weinig nieuws. Vredesgeruchten. Aan de Dardanelles Italië en de oorlog. Van h et Westelijk oorlogs terrein. Er is heden weer weinig nieuws. De hoofdinhoud der berichten is de mededee- J'iffig, dat er geschoten wordt. De artillerie verschiet dagelijks ongehoorde hoeveel heden projectielen, de infamterieposten staan gereed, om bij het minste wat zij zien het dpodelijke lood in 's vijands li- klaagt" het aanleggen van zulk een mijngang, zonder dat de vijand het merkt, dan wor den. wanneea* de mijn springt, de vijan delijke loopgraven bedolven, en is er weer volgens de officieele communiqué's „een belangrijk voordeel" behaalt. Van de gevechten, waarvan de Pr ari sche en de Duitsche commuïuiqué's mel ding maken, en die zij natuurlijk op ge heel verschillende wijzen weergeven, is slechts dat bij Meitzenal aan die Fecht in de Vogezen van eenig belang. De Fran- scbem hoeken daar aan beide zijden van die rivier een plaatselijk succes. De Schnepfenriethkopf, waarvan zij dien top hebben bezet, ligt pl.m. 7 K.M. van de Fransoh-Duitsche grens en ongeveer even ver ten Zuidwesten van Munster in,den Elzas. Deze berg beheerscht niet alleen een gedeelte van het dal van de Fecht, maar ook het dwarsdal, waar Sondemach in ligt. De Dulitscbers melden over deze gevechten niet anders dan „ten Zuid westen van Metzeral zijn onze voorposten voor den vijand teruggetrokken." Tevens melden zij de vermeestering van een niet niet nader aangeduide vooruitgeschoven stelling der Franschen bij Stossweier. N.N.O. van Metzeral gelegen. Van het Oostelijk oorlogs terrein. De uitvoerige berichtten van den Duit- schen en Russischen Generalen Staf bren gen ons geen nieuws. Het Russische «beschrijft nog eens den opmarsch over de Karpathen ten Westen van den Uzsokpas, die de Russische troe rei:. van Wotoesate af over. den hoofdke ten der Karpathen bracht Een feit blijft het, dat de Russchen on danks hun overmacht nog geen beslis send voordeel hebben kunnen behalen, maar dat de vloed van-him troepienm -xssa feitelijk slechts op een punt een gedeelte lijke breuk in den Oosternrijkschein dijk vermocht te slaan, bij den Lupkow pas, terwijl overal elders de vloed, hoe hoog hij ook rees, weerhouden kon worden Van den anderen kant, leidde de flankbe weging, die de O o sbenr iiksch-D uitsche troepen in de richting van Stryi poogden uit. te voeren, met een aanvankelijk suc ces vooral bij Kozioewka, niet tot het be oogde resultaat. Die beweging werd door de inmiddels versterkte Russische troepen tot staan gebracht. Met moeite en onge twijfeld ook ten koste van' groote verlie zen. Aan de Dardanellen. Volgens mededieelingen van het furk- sclie mini sterile van Qotrtog over de jong ste onbelangrijke operaties tégen de Dar danellen, bombardeerde de „Majestic" op 14 April, 's namiddags, de omstreken van Kaba Tepe op Gallipoli, waarbij een vlie ger naar beneden stortte. De kruiser ver wijderde zich onmiddellijk, toen de forten tien granaten op hem afvuurden. Den vol genden dag hebben Turkschie vliegers ge constateerd, dat de vijand de kustwateren en eilanden met acht pamtsetschepen, t'en torpedojagers, negentien mijnenvegers, ■we" lygrefgyhcj op de kolenschepen bij Tenedos, waarvan er een werd getroffen. Aan boord ontstond brand. In den namiddag van di enz/elften dag opende de „Majestic" liet vuur tegen de vooruitgeschoven Turksche batterijen. Deze beantwoordden het vuur en troffen het pantserschip tusschen heide schoor- steenen, een tweede granaat trof het aan het achterste gedeelte van de commando brug, 'terwijl een derde het schip van terzij raakte. De „Majestic" trok zich terug en riep de torpedojagers en den kruiser ..SwiftswiU" ter hulp, welke laatste de beschieting zonder succes voortzette. Het Berlijnsohe „Tageblatt" verneemt uit Konstantinopel, dat de „Swiftswil" eveneens door vier schoten verd getrof fen, en dat de daarop volgende ontploffing groote schade aanrichtte. Het Tuirksche hoofdkwartier deelt om trent de vernietiging van de Engelsche onderzeeboot E. 15 mede: „De onderzee boot verliet te middernacht Tenedos en drong 2.20 iin de Dardanellen door, waar •hij onderdook om 2.30, teneinde de licht- werpers te vermijden. Meegorukt door de sterke strooniing, stootte zij_om 6.30 op het land. De toren dook op uit het watier; daarop openden de Turksche batten jen het vuur. De eerste granaat trof de com mando-brug en doodde den kapitein; ten ■tweede trof het ruim d.er electrische ma chines, zoodot de bemanning het vaartuig moest verlaten, doch de batterijen zetten bet vuren voort. Drie personen werden gedood zeven gewond. Nadat vijandelijke vliegtuigen het lot van den onderzeeër hadden opgemerkt, vlogen zij over de ree- engte en trachtten de onderzeeboot te tref fen op den periscoop of den toren, daar men vreesde, dat de onderzeeboot in 1". an- den der Turken zou vallen. De Turksche troepen hebben in barken de bemanning \an den onderzeeboot gered; de gewande Engelsche matrozen werden naar het hospitaal gebracht, waar zij verpleegd worden. Zij spraken hun erkentelijkheid, uit over de behandeling." Italië en de oorlog. Volgens een bericht, door het bureau Havas verspreid, wordt aan de Zwitser- sche bladen uit Weenen medegedeeld, dat volgens telegrammen uit Trentino een oor log met Italië op handen is. Volgens hetzelfde bericht maakt men zich aan de ambassade te Weenen gereed voor het vertrek en zouden verschillende tot de diplomatie behoorende Italianen reeds de Oostenrijksche hoofdstad verla ten hebben. De Italiaansche attaché militaire is van zijn reis naar Italië niet teruggekeerd. De „Giornale d'Italia" deelt mede, dat de geallieerden teneinde Italië te animee- ren tot deelneming aan den oorlog van plan zouden zijn troepen door Servië en Montenegro heen tegen Oostenrijk te laten oprukken. Reu-ter seint uit Parijs: Telegrammen uit Rome aan de bl'aden bevestigen, dat Italië alle betrekkingen met Oostenrijk en Duitschland heeft ver broken. Vredesvooruitzichten. ..fiiii 'ia jwwdyg"ttiat,«. ---'zoening met Engeland aan he«t werk zijn en dat aan net bezet houden van België na den oorlog in bevoegde Duitsche kringen niet ernstig wordt gedacht, sluit zich opvallend aan een artikel over „het einde van den oorlog" in „The Economist" van verleden Zaterdag. Het Engelsche weekblad begint met te constateeren dat er ongetwijfeld in Enge land en, zegt het, dus a fortiori in Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk een toenemend gevoel is van een steeds grooter wordenden afstand tusschen de be langen van de regeerders en die van de geregeerden. Het belang om het publiek aan te moe digen (inplaats van het, door perscensuur, af te schrikken) van het vormen van een meening, op natuurlijke wijze, over de doeleinden van den oorlog, kan moeilijk worden overdreven, meent „The Econo mist". Als b.v. „The Times" gelijk heeft met haar bewering, dat de hoofdbedoeling van Engeland met den oorlog, is hot machts evenwicht in Europa te bewaren, dan is het denkbeeld van sommige kringen, dat er moet doorgevochten worden totdat Duitschland en Oostenrijk uiteengerukt (dismembered) zijn, ontoelaatbaar, want daardoor zou het Europeesche evenwicht volkomen zijn verstoord. De ware belangen van Engeland, België en Frankrijk (men lette op dat „The Econ." Rusland niet noemt) zijn „op het vroegst mogelijke oogenblik een veiligen en duur- zamen vrede tot stand te brengen". Hiertoe is noodig „het volle herstel van België en van Frankrijk met een regeling van de El- zas-Lotharingsche quaestie, terwijl voor zoover den oostelijken kant betreft, er een compromis moet komen tusschen hot be ginsel van nationale autonomie en het be ginsel van behoud, voorzoover mogelijk, van de bestaande inrichting van Europa"'. Geen uiteenrukking of onnoodige vernede ring dus van een der oorlogvoerenden, die weerstand tot het uiterste zouden veroor zaken. „Hoe langer de oorlog duurt, des te meer zullen de volken, afgescheiden van hun regeeringen, zich gaan verzetten tegen het bloedbad, dat dag aan dag en week aan week zoo vele duizenden gezinnen ver woest". Het weekblad zegt dat het duidelijk is, dat Oostenrijk-Hongarije reeds nu als fi nancieel bankroet moet wonden, be schouwd en, meent dat dit binnen af zien- baren tijd «ook van Duitschiand zal moe ten gezegd worden. Engel and's ervaring van den Boeren-oorlog toont de moeilijk heid van scha/del o o sste«l li ogen aan en reeds daarom zullen op financieele gron den zij die, zooals het weekblad zelf, wen- schen schadevergoeding te doen toekomen aan de Belgen, de Polen en de Serviërs, goed doen nauwgezet de gevolgen van, de bii:tter-end-politiek t;e overwegen, die v en nog steeds onder de Verbond enen hoort aanbevelen. De kosten van twee maanden oorlogvoering zouden voldoende zijn om de verwoeste landstreken weder op do been te helpen. „Zeker zou alidus be sluit het artikel een volkomen econo mische uitputting van Midden-Europa en van haar staats-schatkistten een soort van waarborg geven tegen een snelle her nieuwing va.n de bewapeningen. Maar zulk een politiek opent een lang èn ellen dig vooruitzicht op revanche-oorlogen, flëii win ril'ir i'-ror - redelijker middelen en door de toepas sing van staatsimmswijBMr'.rj up tvut-gjcn te«n slotte toch evenzeer een financieel© en een staatkundige als een militaire zij de heeft? Wellicht mogen deze opmerkin gen gepast schijnen nu de behandeling van het budget (in het Engelsche Parle ment) nadert". Verschillende Oorlogs berichten. Vorstelijke giften. De hoofden van Katheawar hebben 10,000 gegeven aan den Keizer- Koning voor de aanschaffing van motor-ambulances voor het ministerie van Oorlog. De Maharadja van Datta heeft een ge- pantserden automobiel voor het front ge schonken bewapend met een machinege weer. Oeeti steun meer noodig? De „Burger Speisehallen", door het Berlijnsch Roodf Kruis in. het begin van den oorlog opge richt, vooral om aan werkloos geworde- nen een voedzaam middagmaal te ver schaffen tegen weinig geld en die in het begin van den oorlog dagelijks door 20.000 personen werd<\n bezocht, zal morgen worden gesloten, omdat zich nfemanri FEUILLETON. HEREEN1GD. 18) Dokter Day was een vijftiger, groot en flink van gestalte, met een intelligent ge acht, licht-blond haar «en dito baard. 2ijn blauwe oogen keken steeds als in gedach ten en op zijn gelaatstrekken lag een zon- nrg dachje, clat ieder, dien het trof, wel dadig aandeed. Dezen morgen zat hij in zijn studeerka mer, omgeven door alles wat het leven aangenaam en gemakkelijk maakte. Guido trad binnen. Het ongewone uur, waarop de jongeman kwam, wekte zijn bevreem- ding. Wees welkom, jonge vriend! riep hij, hem de hand toestekende. Ik verwachtte u pas tegen den avond zooals gewoon lijk. Maar ge kijkt zoo bedroefd en zoo ontsteld! Wat is er aan de hand? O, Sir, mijne moeder mijn moeder! Dat was al wat Guido kon uitbrengen. Uw moeder? Wat scheelt haar? Is zij ziek? vroeg de dokter vol deelneming. —0, Sir, ik vrees ik vrees dat het spoedig met haar zal afloopen! riep de jongeman, niet langer bij machte zich in bedwang tc houden. En Ln vliegende haast vertelde hij zijn weldoener alles wat hem zooveel zorg en angst baarde. Toen hij geëindigd had, stond cle dokter vastbera den op. Guido, zag dat ik het rijtuigje inge spannen wil hebben. Ik wil uw moeder 4ens zien! Sir, u wilt u wilt inderdaad.... Ja. dat wil ik! Ga nu gauw laat Tom inspannen binnen tien minuten rijd ik met u mee naar uw moeder! Een half uur later hield voor het huisje van juffrouw Rocke een rijtuig stil, waar uit tot verbazing van de weduwe, haar zoon stapte in gezelschap van een vreem den heer. Met verbazing ,zag hij hoe beiden het huis binnentraden. Moeder, dit is dokter Day, die eens naar u komt kijken, zeide Guido. Marah stond op en trad op Guido's be schermer toe, wiens vriendelijke zachte blik haar hart verkwikte als de dauw de smachtende bloem. Wij hebben «etkaar tolt dusverre nog nooit ontmoet, juffrouw Rocke, sprak de dokter haar zijn hand toestekende, maar ik geloof, diait wij bedden in dézen bra ven jongen man te veel belang stellen om elkaar te beschouwen nis vreemden. Guido geeft mij dagelijks aanleiding om u «dankbaar tie /zijn, mijnheer de dok ter, voor uwe groote goedheid, die hij u nooit of nimmer zal kunnen vergelden! antwoordde Maralh, zijn handdruk zacht beantwoordende. Met eenige moedte schoof zij een. stoel nabij, waarin de dokter plaats nam, terwijl zij zich weer neerziette op haar vroegere plaats bij heit venster. Guido ging een weinig van he-m verwij derd zitten en terwijl de dokter met zijn moeder sprak, wendde hij zijn blik geen «oogenblik af van diens gelaatstrekken, van welker uitdrukking voor hem leven en dood afhingen. Maar geen woord betreffende ziekte of geneesmiddelen kwam over dokter Day's lippen. Hot geheele gesprek liep blijkbaar en alleen over Guido en er had in juffr. Rocke ee.n zeldzame verandering plaats. Het was alsof de belangstelling, die de dokter voor GuddO' aan den dag legde in ha/re ad«eren nieuw leven stortte, zoo glansden hare oogen en zulk een blijd schap sprak uit haar gelaat. J,a, ging de dokter voort, Guido moet nu in de medicijnen gaan studeeren en ik zielf zal zijn leermeester zijn. Ik zal een jeugdigen geest bemoedigen, die er naar verlangt aan anderen van zijn kennis te kunnen mededeelen. O mevrouw, viel hij zichzelf in de rede, toen hij bemerkte, dat Marah van ontroering tranen in de oogen fcreog, gij moet mij niet bedanken. Ik be wijs, wanneer ik dit doe, mijzelven den grootst en dienst er mee, want het zal mij meer genoegen doen d«an iets anders! Sir, uw grootmoedige gezlindheiid ver hoogt onze da«nkbaarheid, antwoordde Marah met een van diepe ontroering sid derende stem, terwijl GuicLo, met van vreugde stralenden blik naast haar zit tende, geen woord spa'ak. Juffrouw Rocke, ik herhaal u er is hier van mijnen kant ook een weinig je zelfzucht in het spel. Guido zal voor mij een goede hulp zij«n; hij kan mijne brie ven schrijven, met mij meegaan om de patiënten te bezoeken en mij voorlezen... Wij studeeren dan ook samen en mijn hart zal weer jong worden bij die herin nering aan de lessen, die ik zelf eens ent- vang en die ik nu geven kan aan mijn jongen vriend cle hemel weet voor liet heil van hoevelen! Gij ziet, mevrouw, hoe zelfziucbtiiig ik ben! Ik doe slechts iets, dat voldoening verschaft en mij gelukkig maakt. Maar nu moet ik gaan om mijn patiënten te Staunton te bezoeken. Ge kunt wel meegaan, Guido, als ge wi'lt. Vaarwel, juffrouw Rocke, God zegene u! En hij schudde haar de hand tot afscheid. Kom. Guido, zeide hij, zich tot dezen wen dende. en in het volgende .oogenblik had den beiden de woning verlaten en zag Marah, hoe zij weer in het rijtuig stapten en wegreden. Guido, begon de dokter, toen zij eetn eindje van het huis verwijderd waren, uw moeder verkeert niet in onmkkleMijk gevaar, maar tooh kan ik u een harden slag niet besparen Marah Rocke kwijnt langzaam weg! Groote God! riep de jongen ver schrikt. O, neen, neen, dat kan toch niet waar, zijn! Guido, ik wil u niet misleiden; het is zooals ik zeg. Marah Rocke kwijnt lang zaam weg naar ziel, 'geest en lichaam. Maar wees kalm wij moeten een middel vinden om luaar te redden. Ik moc't er echter op mijn gemak owër nadenken. Aanstaanden M«aandag hebben wij den eersten. Dan begint ge met uw studie. Dan hoop ik ook een plan te hebben ge vormd om uw goede, brave moeder te helpen. Kom dan bij mij. Vandaag moet ge van Willow Heights eenige flesschen wijn meenemen; daar moet zij van drin ken. Zeg haar, dat dit mijn recept if., en dat ik graag zelf d«e geneesmiddelen stuur! O, mijnheer cle dokter, kon ik u toch voldoende bedanken! riep Guido, diep ont roerd. Kalm, kalm, jonge man! Wie weet of ik die dankbaarheid nog niet eens met interest van u kom invorderen! Spaar haar tot dan toe en heb uw goede moe dei- lief, opdat zij stervend u nog zegenel IX. Begaafd met een buitengewoon weer standsvermogen en met een gro o te it drang naar avonturen, bezat Kapitola een boo- g-en graad van mioed, zelfbeheersching en tegenwoordigheid van geest. De aanra king van de- hand, die zich zoo zwaar op haar schouder legde, en de woorden, die zoo onverwacht in haar oor klonken, de den al haar vastberadenheid in baar ent- waken en wapenden haar tot het uiterste. Evenals het oog in donkeren nacht bij het flitsen van dpn bliksem plotseling ge heel clen omtndk daghelder voor zich ziet, zoo zag Kapitola eensklaps duidelijk allo gevaren, die haar door deze ontmoeting bedreigden. De algeheole verlatenheid van de streek, het Late uur van den dag, de reusachtige kracht van haren omgeroepen hegeöeider en haar eigene machteloosheid tegenover hem alles doorkruiste in één oogenblik bliksemsnel haren geest. Maar even snel had zij al haar tegen woordigheid vam geest terug gekregen, zoodat zij op cle hernieuwde vraag van den vreemdeling: Waar gaat het zoo snel heen, m'n schoon duifje? antwoordde: Ik ben op weg naar huis, en, o wat ben ik blij, dat i.k .gezelschap heb gevonden! Ik was al bang hier in deze wildernis! Bang? Waarvoor? O, voor spoken, heksen, wilde dieren, stiruikroovers en voor voor Mack Do nald! Dus zijt ge niet bang voor m ij? Voor u? O, ine on 1 Waarom zou ik baing zijn voor een gentleman «als gij, sir? Waar woont gij, scboone. jongedame? (Wordt 'vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1