20
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG
1679
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN,
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten I! cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DINSDAG
APRIL.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Adverientiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
V Voorloopige geruststel
ling.
Nog voor de Duitsche reg.eering haar
onderzoek inzake het gebeurde met de
„Katwijk" gereed heeft, is door haar een
verklaring afgelegd, die wij zouden kunnen
noemen een „voorloopige geruststelling1'.
De door de Duitsche regeering uit eigen
beweging, vier dagen na de onverhoedsche
vernietiging van de „Katwijk", aan den
Nederlandschen gezant te Berlijn gegeven
verklaring werkt immers zeer gerust
stellend. Zij bevestigt het vertrouwen
in de verzekering, door de Duitsche gezant
hier te lande kort geleden afgelegd, dat er
geen sprake is van eenige verandering der
Duitsche politiek ten opzichte van ons
land.
Wij twijfelen niet, of deze „voorloopige
geruststelling" zal, zoodra het onderzoek
is geëindigd, door een definitieve, een af
doende geruststelling, waarbij ook
waarborgen voor de toe
komst, worden gevolgd.
Zij, die na het .gebeurde met de „Kat
wijk" hun kalmte hebben bewaard, behoe
ven zich nu niet in te spannen om weer
in evenwicht te komen anders staat he'
met degenen, die toen reeds onmiddellijk
met de wapenen begonnen te kletteren.
V Wapenslilstand.
Neen, nog aiiat op het oor! Oigisterrein.
In onze benoemde „S. D. A. P." is een
.wapenstilstand ingetreden.
..De konleirentie van pantijigemooten, uit
welker besprekingen vóór het Kongres de
motie Dordrecht, Amsterdam IX, Z-aanc
dam, Groningen enz. is voortgekomen, bij
een op Zondag 18 April 1915, nam naar
„Het Volk" verfeilt het besluit, inzake
die houding der Partij gedurende den oor"
logi, niet mee-r samien te komen."
M. a. w.: die oppositie zal voorloopig
haar mond houden.
Uitstel komt geen afstel.
Reeds nu betoogt zij, dat een houding,
aooals zij vóór het congres innam, eigen
lijk je ware is. Dat gelijkgezinden samen
komen om in de partij gerezen vraagstuk
ken te bespreken, ,,ikan h. i. slechts lei-
dien ter verduidelijking der gediaciiten-
wisseling en tot verhooging van lnet peil
dei' Partijdiskussies." Op het conga-es
waar het „Htotd." n.b. wel'10 Stroomin-
gan constateerde, waarvan bovendien
zelfs de hioofdstnoomiing troebel bleek!
moet dat gebleken zijn! Hm!
Enfin, de oppositie vindt nu eenmaal
'dat zij de zaken goed aanvat, zoodat zij
er niet over denkt haar actie voor goed
stop te zetten. In het belang der Partij
wil zij wel zwijgen over den beperkten
duur der oongresbeskuiten, welke immers
föechts gelden voor den duur van den cor
ing, maar daarna..'..
Reeds nu vertellen de heeren, ondanks
het zoo juist gesloten bestand, dat bet
eigenlijk toch een belabberde boel is.
Zij klagen:
„Wij begrijpen volkomen in welke moei
lijke positie veten onzer propagandisten
en partijgenooten, die met ons v.an mee
ning zijn, dat de gevallen beslissing" in
liet nadeel is, zoowel der Partij als der
sociaal democratie in het algemeen, zich
bevinden. Wij begrijpen de door velen
geuite klacht, dat zij zich in hun propa
ganda voelen lamgeslagen; dat zij het
standpunt van de Partij nauwelijks kun
nen verklaren en zeker niet kunnen ver
dedigen; dat zij in zich voelen het groote
konfldct tusschen hun opvatting van so-
cialistischen plicht, die hen het besluit
der Partij met alle kracht zou doen be
strijden en de verderfelijkheid er van Eon
de arbeiders zou willen doen aamitoonen,
en hun plichten als lid eener organisatie
om deze organisatie zelve voor schade te
behoeden."
Aldus de heeren, die voorloopig zullen
zwiieen!
Wat zuilen zij een mond opzetten als
de wapenstilstand udt zal wezen.
Ongetwijfeld verlangen zij nu al naar
dat tijdstip, intusschen hun wapenen
wettend1.
Van beide oorlogsterreinen weinig
nieuws. Vredesgeruchten. Aan de
Dardanelles Italië en de oorlog.
Van h et Westelijk oorlogs
terrein.
Er is heden weer weinig nieuws. De
hoofdinhoud der berichten is de mededee-
J'iffig, dat er geschoten wordt. De artillerie
verschiet dagelijks ongehoorde hoeveel
heden projectielen, de infamterieposten
staan gereed, om bij het minste wat zij
zien het dpodelijke lood in 's vijands li-
klaagt"
het aanleggen van zulk een mijngang,
zonder dat de vijand het merkt, dan wor
den. wanneea* de mijn springt, de vijan
delijke loopgraven bedolven, en is er weer
volgens de officieele communiqué's „een
belangrijk voordeel" behaalt.
Van de gevechten, waarvan de Pr ari
sche en de Duitsche commuïuiqué's mel
ding maken, en die zij natuurlijk op ge
heel verschillende wijzen weergeven, is
slechts dat bij Meitzenal aan die Fecht in
de Vogezen van eenig belang. De Fran-
scbem hoeken daar aan beide zijden van
die rivier een plaatselijk succes. De
Schnepfenriethkopf, waarvan zij dien top
hebben bezet, ligt pl.m. 7 K.M. van de
Fransoh-Duitsche grens en ongeveer even
ver ten Zuidwesten van Munster in,den
Elzas. Deze berg beheerscht niet alleen
een gedeelte van het dal van de Fecht,
maar ook het dwarsdal, waar Sondemach
in ligt. De Dulitscbers melden over deze
gevechten niet anders dan „ten Zuid
westen van Metzeral zijn onze voorposten
voor den vijand teruggetrokken." Tevens
melden zij de vermeestering van een niet
niet nader aangeduide vooruitgeschoven
stelling der Franschen bij Stossweier.
N.N.O. van Metzeral gelegen.
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
De uitvoerige berichtten van den Duit-
schen en Russischen Generalen Staf bren
gen ons geen nieuws.
Het Russische «beschrijft nog eens den
opmarsch over de Karpathen ten Westen
van den Uzsokpas, die de Russische troe
rei:. van Wotoesate af over. den hoofdke
ten der Karpathen bracht
Een feit blijft het, dat de Russchen on
danks hun overmacht nog geen beslis
send voordeel hebben kunnen behalen,
maar dat de vloed van-him troepienm -xssa
feitelijk slechts op een punt een gedeelte
lijke breuk in den Oosternrijkschein dijk
vermocht te slaan, bij den Lupkow pas,
terwijl overal elders de vloed, hoe hoog
hij ook rees, weerhouden kon worden
Van den anderen kant, leidde de flankbe
weging, die de O o sbenr iiksch-D uitsche
troepen in de richting van Stryi poogden
uit. te voeren, met een aanvankelijk suc
ces vooral bij Kozioewka, niet tot het be
oogde resultaat. Die beweging werd door
de inmiddels versterkte Russische troepen
tot staan gebracht. Met moeite en onge
twijfeld ook ten koste van' groote verlie
zen.
Aan de Dardanellen.
Volgens mededieelingen van het furk-
sclie mini sterile van Qotrtog over de jong
ste onbelangrijke operaties tégen de Dar
danellen, bombardeerde de „Majestic" op
14 April, 's namiddags, de omstreken van
Kaba Tepe op Gallipoli, waarbij een vlie
ger naar beneden stortte. De kruiser ver
wijderde zich onmiddellijk, toen de forten
tien granaten op hem afvuurden. Den vol
genden dag hebben Turkschie vliegers ge
constateerd, dat de vijand de kustwateren
en eilanden met acht pamtsetschepen, t'en
torpedojagers, negentien mijnenvegers,
■we"
lygrefgyhcj
op de kolenschepen bij Tenedos, waarvan
er een werd getroffen. Aan boord ontstond
brand. In den namiddag van di enz/elften
dag opende de „Majestic" liet vuur tegen
de vooruitgeschoven Turksche batterijen.
Deze beantwoordden het vuur en troffen
het pantserschip tusschen heide schoor-
steenen, een tweede granaat trof het aan
het achterste gedeelte van de commando
brug, 'terwijl een derde het schip van terzij
raakte. De „Majestic" trok zich terug en
riep de torpedojagers en den kruiser
..SwiftswiU" ter hulp, welke laatste de
beschieting zonder succes voortzette.
Het Berlijnsohe „Tageblatt" verneemt
uit Konstantinopel, dat de „Swiftswil"
eveneens door vier schoten verd getrof
fen, en dat de daarop volgende ontploffing
groote schade aanrichtte.
Het Tuirksche hoofdkwartier deelt om
trent de vernietiging van de Engelsche
onderzeeboot E. 15 mede: „De onderzee
boot verliet te middernacht Tenedos en
drong 2.20 iin de Dardanellen door, waar
•hij onderdook om 2.30, teneinde de licht-
werpers te vermijden. Meegorukt door de
sterke strooniing, stootte zij_om 6.30 op
het land. De toren dook op uit het watier;
daarop openden de Turksche batten jen
het vuur. De eerste granaat trof de com
mando-brug en doodde den kapitein; ten
■tweede trof het ruim d.er electrische ma
chines, zoodot de bemanning het vaartuig
moest verlaten, doch de batterijen zetten
bet vuren voort. Drie personen werden
gedood zeven gewond. Nadat vijandelijke
vliegtuigen het lot van den onderzeeër
hadden opgemerkt, vlogen zij over de ree-
engte en trachtten de onderzeeboot te tref
fen op den periscoop of den toren, daar
men vreesde, dat de onderzeeboot in 1". an-
den der Turken zou vallen. De Turksche
troepen hebben in barken de bemanning
\an den onderzeeboot gered; de gewande
Engelsche matrozen werden naar het
hospitaal gebracht, waar zij verpleegd
worden. Zij spraken hun erkentelijkheid,
uit over de behandeling."
Italië en de oorlog.
Volgens een bericht, door het bureau
Havas verspreid, wordt aan de Zwitser-
sche bladen uit Weenen medegedeeld, dat
volgens telegrammen uit Trentino een oor
log met Italië op handen is.
Volgens hetzelfde bericht maakt men
zich aan de ambassade te Weenen gereed
voor het vertrek en zouden verschillende
tot de diplomatie behoorende Italianen
reeds de Oostenrijksche hoofdstad verla
ten hebben.
De Italiaansche attaché militaire is van
zijn reis naar Italië niet teruggekeerd.
De „Giornale d'Italia" deelt mede, dat
de geallieerden teneinde Italië te animee-
ren tot deelneming aan den oorlog van
plan zouden zijn troepen door Servië en
Montenegro heen tegen Oostenrijk te laten
oprukken.
Reu-ter seint uit Parijs:
Telegrammen uit Rome aan de bl'aden
bevestigen, dat Italië alle betrekkingen
met Oostenrijk en Duitschland heeft ver
broken.
Vredesvooruitzichten.
..fiiii 'ia jwwdyg"ttiat,«.
---'zoening met
Engeland aan he«t werk zijn en dat aan net
bezet houden van België na den oorlog in
bevoegde Duitsche kringen niet ernstig
wordt gedacht, sluit zich opvallend aan een
artikel over „het einde van den oorlog" in
„The Economist" van verleden Zaterdag.
Het Engelsche weekblad begint met te
constateeren dat er ongetwijfeld in Enge
land en, zegt het, dus a fortiori in
Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk
een toenemend gevoel is van een steeds
grooter wordenden afstand tusschen de be
langen van de regeerders en die van de
geregeerden.
Het belang om het publiek aan te moe
digen (inplaats van het, door perscensuur,
af te schrikken) van het vormen van een
meening, op natuurlijke wijze, over de
doeleinden van den oorlog, kan moeilijk
worden overdreven, meent „The Econo
mist". Als b.v. „The Times" gelijk heeft
met haar bewering, dat de hoofdbedoeling
van Engeland met den oorlog, is hot machts
evenwicht in Europa te bewaren, dan is
het denkbeeld van sommige kringen, dat
er moet doorgevochten worden totdat
Duitschland en Oostenrijk uiteengerukt
(dismembered) zijn, ontoelaatbaar, want
daardoor zou het Europeesche evenwicht
volkomen zijn verstoord.
De ware belangen van Engeland, België
en Frankrijk (men lette op dat „The Econ."
Rusland niet noemt) zijn „op het vroegst
mogelijke oogenblik een veiligen en duur-
zamen vrede tot stand te brengen". Hiertoe
is noodig „het volle herstel van België en
van Frankrijk met een regeling van de El-
zas-Lotharingsche quaestie, terwijl voor
zoover den oostelijken kant betreft, er een
compromis moet komen tusschen hot be
ginsel van nationale autonomie en het be
ginsel van behoud, voorzoover mogelijk,
van de bestaande inrichting van Europa"'.
Geen uiteenrukking of onnoodige vernede
ring dus van een der oorlogvoerenden, die
weerstand tot het uiterste zouden veroor
zaken. „Hoe langer de oorlog duurt, des
te meer zullen de volken, afgescheiden van
hun regeeringen, zich gaan verzetten tegen
het bloedbad, dat dag aan dag en week aan
week zoo vele duizenden gezinnen ver
woest".
Het weekblad zegt dat het duidelijk is,
dat Oostenrijk-Hongarije reeds nu als fi
nancieel bankroet moet wonden, be
schouwd en, meent dat dit binnen af zien-
baren tijd «ook van Duitschiand zal moe
ten gezegd worden. Engel and's ervaring
van den Boeren-oorlog toont de moeilijk
heid van scha/del o o sste«l li ogen aan en
reeds daarom zullen op financieele gron
den zij die, zooals het weekblad zelf, wen-
schen schadevergoeding te doen toekomen
aan de Belgen, de Polen en de Serviërs,
goed doen nauwgezet de gevolgen van, de
bii:tter-end-politiek t;e overwegen, die v en
nog steeds onder de Verbond enen hoort
aanbevelen. De kosten van twee maanden
oorlogvoering zouden voldoende zijn om
de verwoeste landstreken weder op do
been te helpen. „Zeker zou alidus be
sluit het artikel een volkomen econo
mische uitputting van Midden-Europa en
van haar staats-schatkistten een soort
van waarborg geven tegen een snelle her
nieuwing va.n de bewapeningen. Maar
zulk een politiek opent een lang èn ellen
dig vooruitzicht op revanche-oorlogen,
flëii win ril'ir i'-ror -
redelijker middelen en door de toepas
sing van staatsimmswijBMr'.rj up tvut-gjcn
te«n slotte toch evenzeer een financieel©
en een staatkundige als een militaire zij
de heeft? Wellicht mogen deze opmerkin
gen gepast schijnen nu de behandeling
van het budget (in het Engelsche Parle
ment) nadert".
Verschillende Oorlogs
berichten.
Vorstelijke giften. De hoofden van
Katheawar hebben 10,000 gegeven aan
den Keizer- Koning voor de aanschaffing
van motor-ambulances voor het ministerie
van Oorlog.
De Maharadja van Datta heeft een ge-
pantserden automobiel voor het front ge
schonken bewapend met een machinege
weer.
Oeeti steun meer noodig? De „Burger
Speisehallen", door het Berlijnsch Roodf
Kruis in. het begin van den oorlog opge
richt, vooral om aan werkloos geworde-
nen een voedzaam middagmaal te ver
schaffen tegen weinig geld en die in het
begin van den oorlog dagelijks door 20.000
personen werd<\n bezocht, zal morgen
worden gesloten, omdat zich nfemanri
FEUILLETON.
HEREEN1GD.
18)
Dokter Day was een vijftiger, groot en
flink van gestalte, met een intelligent ge
acht, licht-blond haar «en dito baard. 2ijn
blauwe oogen keken steeds als in gedach
ten en op zijn gelaatstrekken lag een zon-
nrg dachje, clat ieder, dien het trof, wel
dadig aandeed.
Dezen morgen zat hij in zijn studeerka
mer, omgeven door alles wat het leven
aangenaam en gemakkelijk maakte. Guido
trad binnen. Het ongewone uur, waarop
de jongeman kwam, wekte zijn bevreem-
ding.
Wees welkom, jonge vriend! riep hij,
hem de hand toestekende. Ik verwachtte
u pas tegen den avond zooals gewoon
lijk. Maar ge kijkt zoo bedroefd en zoo
ontsteld! Wat is er aan de hand?
O, Sir, mijne moeder mijn moeder!
Dat was al wat Guido kon uitbrengen.
Uw moeder? Wat scheelt haar? Is zij
ziek? vroeg de dokter vol deelneming.
—0, Sir, ik vrees ik vrees dat het
spoedig met haar zal afloopen! riep de
jongeman, niet langer bij machte zich in
bedwang tc houden. En Ln vliegende haast
vertelde hij zijn weldoener alles wat hem
zooveel zorg en angst baarde. Toen hij
geëindigd had, stond cle dokter vastbera
den op.
Guido, zag dat ik het rijtuigje inge
spannen wil hebben. Ik wil uw moeder
4ens zien!
Sir, u wilt u wilt inderdaad....
Ja. dat wil ik! Ga nu gauw laat
Tom inspannen binnen tien minuten
rijd ik met u mee naar uw moeder!
Een half uur later hield voor het huisje
van juffrouw Rocke een rijtuig stil, waar
uit tot verbazing van de weduwe, haar
zoon stapte in gezelschap van een vreem
den heer.
Met verbazing ,zag hij hoe beiden het
huis binnentraden.
Moeder, dit is dokter Day, die eens
naar u komt kijken, zeide Guido.
Marah stond op en trad op Guido's be
schermer toe, wiens vriendelijke zachte
blik haar hart verkwikte als de dauw de
smachtende bloem.
Wij hebben «etkaar tolt dusverre nog
nooit ontmoet, juffrouw Rocke, sprak de
dokter haar zijn hand toestekende, maar
ik geloof, diait wij bedden in dézen bra
ven jongen man te veel belang stellen om
elkaar te beschouwen nis vreemden.
Guido geeft mij dagelijks aanleiding
om u «dankbaar tie /zijn, mijnheer de dok
ter, voor uwe groote goedheid, die hij u
nooit of nimmer zal kunnen vergelden!
antwoordde Maralh, zijn handdruk zacht
beantwoordende. Met eenige moedte schoof
zij een. stoel nabij, waarin de dokter plaats
nam, terwijl zij zich weer neerziette op
haar vroegere plaats bij heit venster.
Guido ging een weinig van he-m verwij
derd zitten en terwijl de dokter met zijn
moeder sprak, wendde hij zijn blik geen
«oogenblik af van diens gelaatstrekken, van
welker uitdrukking voor hem leven en
dood afhingen.
Maar geen woord betreffende ziekte of
geneesmiddelen kwam over dokter Day's
lippen. Hot geheele gesprek liep blijkbaar
en alleen over Guido en er had in juffr.
Rocke ee.n zeldzame verandering plaats.
Het was alsof de belangstelling, die de
dokter voor GuddO' aan den dag legde in
ha/re ad«eren nieuw leven stortte, zoo
glansden hare oogen en zulk een blijd
schap sprak uit haar gelaat.
J,a, ging de dokter voort, Guido moet
nu in de medicijnen gaan studeeren en ik
zielf zal zijn leermeester zijn. Ik zal een
jeugdigen geest bemoedigen, die er naar
verlangt aan anderen van zijn kennis te
kunnen mededeelen. O mevrouw, viel hij
zichzelf in de rede, toen hij bemerkte, dat
Marah van ontroering tranen in de oogen
fcreog, gij moet mij niet bedanken. Ik be
wijs, wanneer ik dit doe, mijzelven den
grootst en dienst er mee, want het zal mij
meer genoegen doen d«an iets anders!
Sir, uw grootmoedige gezlindheiid ver
hoogt onze da«nkbaarheid, antwoordde
Marah met een van diepe ontroering sid
derende stem, terwijl GuicLo, met van
vreugde stralenden blik naast haar zit
tende, geen woord spa'ak.
Juffrouw Rocke, ik herhaal u er
is hier van mijnen kant ook een weinig je
zelfzucht in het spel. Guido zal voor mij
een goede hulp zij«n; hij kan mijne brie
ven schrijven, met mij meegaan om de
patiënten te bezoeken en mij voorlezen...
Wij studeeren dan ook samen en mijn
hart zal weer jong worden bij die herin
nering aan de lessen, die ik zelf eens ent-
vang en die ik nu geven kan aan mijn
jongen vriend cle hemel weet voor liet
heil van hoevelen! Gij ziet, mevrouw, hoe
zelfziucbtiiig ik ben! Ik doe slechts iets, dat
voldoening verschaft en mij gelukkig
maakt. Maar nu moet ik gaan om mijn
patiënten te Staunton te bezoeken. Ge
kunt wel meegaan, Guido, als ge wi'lt.
Vaarwel, juffrouw Rocke, God zegene u!
En hij schudde haar de hand tot afscheid.
Kom. Guido, zeide hij, zich tot dezen wen
dende. en in het volgende .oogenblik had
den beiden de woning verlaten en zag
Marah, hoe zij weer in het rijtuig stapten
en wegreden.
Guido, begon de dokter, toen zij eetn
eindje van het huis verwijderd waren,
uw moeder verkeert niet in onmkkleMijk
gevaar, maar tooh kan ik u een harden
slag niet besparen Marah Rocke kwijnt
langzaam weg!
Groote God! riep de jongen ver
schrikt. O, neen, neen, dat kan toch niet
waar, zijn!
Guido, ik wil u niet misleiden; het is
zooals ik zeg. Marah Rocke kwijnt lang
zaam weg naar ziel, 'geest en lichaam.
Maar wees kalm wij moeten een middel
vinden om luaar te redden. Ik moc't er
echter op mijn gemak owër nadenken.
Aanstaanden M«aandag hebben wij den
eersten. Dan begint ge met uw studie.
Dan hoop ik ook een plan te hebben ge
vormd om uw goede, brave moeder te
helpen. Kom dan bij mij. Vandaag moet
ge van Willow Heights eenige flesschen
wijn meenemen; daar moet zij van drin
ken. Zeg haar, dat dit mijn recept if., en
dat ik graag zelf d«e geneesmiddelen stuur!
O, mijnheer cle dokter, kon ik u toch
voldoende bedanken! riep Guido, diep ont
roerd.
Kalm, kalm, jonge man! Wie weet
of ik die dankbaarheid nog niet eens met
interest van u kom invorderen! Spaar
haar tot dan toe en heb uw goede moe dei-
lief, opdat zij stervend u nog zegenel
IX.
Begaafd met een buitengewoon weer
standsvermogen en met een gro o te it drang
naar avonturen, bezat Kapitola een boo-
g-en graad van mioed, zelfbeheersching en
tegenwoordigheid van geest. De aanra
king van de- hand, die zich zoo zwaar op
haar schouder legde, en de woorden, die
zoo onverwacht in haar oor klonken, de
den al haar vastberadenheid in baar ent-
waken en wapenden haar tot het uiterste.
Evenals het oog in donkeren nacht bij
het flitsen van dpn bliksem plotseling ge
heel clen omtndk daghelder voor zich ziet,
zoo zag Kapitola eensklaps duidelijk allo
gevaren, die haar door deze ontmoeting
bedreigden. De algeheole verlatenheid van
de streek, het Late uur van den dag, de
reusachtige kracht van haren omgeroepen
hegeöeider en haar eigene machteloosheid
tegenover hem alles doorkruiste in één
oogenblik bliksemsnel haren geest.
Maar even snel had zij al haar tegen
woordigheid vam geest terug gekregen,
zoodat zij op cle hernieuwde vraag van
den vreemdeling: Waar gaat het zoo snel
heen, m'n schoon duifje? antwoordde: Ik
ben op weg naar huis, en, o wat ben ik
blij, dat i.k .gezelschap heb gevonden! Ik
was al bang hier in deze wildernis!
Bang? Waarvoor?
O, voor spoken, heksen, wilde dieren,
stiruikroovers en voor voor Mack Do
nald!
Dus zijt ge niet bang voor m ij?
Voor u? O, ine on 1 Waarom zou ik
baing zijn voor een gentleman «als gij, sir?
Waar woont gij, scboone. jongedame?
(Wordt 'vervolgd.)