t
6
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
6e JAARGANG
No. 1607
BUREAU: STEENSCHUUR 15f LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers 2Va cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
APRIL.
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel moer 15 cont
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel moer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regols 50 cont, iedere rogol meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere rogol meer 5 cent.
Van beide oorlogsterreinen geen nieuws.
De strijd in de Karpathen schijnt den
Russen gunstig te zijn. Verschillende
schepen getorpedeerd. Oorlog tusschen
Japan en China?
Van het Westelijk oorlogs
terrein.
Van zeer geringe beteekenis is het
nieuws, dat de laatste dagen betreffende
de krijgsverrichtingen op het Westelijk
Oorlogsterrein is medegedeeld. De laatste
communiqué's, die van gisteren, laten wij
hier volgen.
Het Fransche communiqué meldt: „De
dag is kalm verloopen aan het geheele
front, behalve in Woêvre, waar de Fran-
schen verdere vorderingen hebben gemaakt
en het dorp Regniéville, 12y2 K.M. ten
westen van Feyerhaye, dat op 1 April bezet
was, hebben genomen. De Fransche auto
riteiten hebben thans nauwkeurige berich
ten ontvangen omtrent de resultaten van
de bombardementen, door Engelsche vlie
gers op 26 Maart in België uitgevoerd. Zij
zijn: De loodsen voor luchtschepen te Ber-
chem en Steagatte zijn ernstig beschadigd
benevens een luchtschip dat daar was op
geborgen.
Te Hoboken zijn de Antwerpsche scheeps
werven voor de vloot in brand gestoken,
twee Duitsche onderzeeërs vernield en een
derde beschadigd.
Veertig Duitsche arbeiders werden ge
dood en twee-en-zestig gewond."
Officieel wordt uit het Duitsche hoofd
kwartier gemeld: „Naar het plaatsje Drie
grachten, dat sedert den 3en April op en
kele huizen aan den noordrand na in ons
bezit is, poogden de Belgen versterkingen
te doen komen; zij werden echter door ons
artillerievuur teruggedreven.
Eveneens belette ons artillerievuur Fran
sche aanvalspogingen in de Argonnen.
Sterke vijandelijke aanvallen tegen de
Duitsche vooruitgeschoven posities ten
W. van Bourreuilles (Zuidelijk van Varen
nes, werden dicht voor onze versperringen
tot staan gebracht.
Fransche infanterie-aanvallen ten W. van
Pont-a-Mousson waren zonder succes.
Daarentegen wonnen wij eenig terrein
door het doen springen van mijnen in het
Bosch Le Prêtrc."
Van het Oostelijk oorlogs
terrein.
De berichten uit de Karpathon zijn ge
ring en verward. Vergissen wij ons ech
ter niet, dan komt als slotsom van ver
schillende op zich zelf weinig beduiden
de berichten meer en meer de zekerheid
naar voren, dat de Oostenrijkers ten Z.
van den Duklapas de aanvallen der Bus
sen niet meer hebben kunnen weerstaan,
maar teruggeweken zijn, zoogenaamd cm
bun verdedigingslinie te verbeterenen
bun linkervleugel voor omsingeling te
behoeden.
Hisr volgen eenige communiqué's:
De Russische Generale Staf bericht:
„Aan het front ten westen van de Njemen
ontwikkelen zich de gevechten zeer te
onzen gunste. Onze cavalerie heeft op den
weg tusschen Calwania en Soewalki, dn
de buurt van het dorp Zelonaia Boeda,
na een hardnekkig gevecht op 2 April
tegen Duitsche cavalerie, gesteund door
infanterie, in een onstuimige ruiter-char-
ge, een groot aantal vijanden neergesar
held. Zij maakite krijgsgevangenen, ver
joeg de Duitschers uit de streek, die zij
hadden bezet, en vervolgt ben.
In d'e Karpa-then hebben wij op 2 dezer
in den sector ten N. van den weg naar
Bartfeld en de streek tusschen de rich
tingen Mezolabonezet en Loetwiska een
zeer groot succes behaald. Op 2 April na
men wij aan het front van de Karpathen
meer dan 2100 soldatengevangen cn
maakten wij 3 kanonnen en 3 mitraiIleu
ses buit.
In de buurt van Saleszitnon trachtten
de Oostenrijkere hot het offensief over be
gaan, doch al hun aanvallen mislukten
ibotaal. Wij maakten 2 officieren en onge
veer 100 manschappen krijgsgevangen.
In de richting Chotin hebben de Oos
tenrijkers, na een ernstige nederlaag, die
hun op 30 Maart was toegebracht door
onze cavalerie, die te voet een heftigen
aanval dieed op een detachement infan
terie, ons gebied ontruimd en zich terug
getrokken naar hun grens, waar zij zich
versterken.
Uit Weenen wordt gemeld: „In de Kar
pathen wordit in het Laborcza-dal en dn
de-sectoren aan weerszijden daarvan nog
steeds hevig gestreden.
Aan de andere froniben hebben hier en
daar arti 11-erie-gevechtenplaats, overi
gens is het er rustig.
Bij Dsejehoesznie ten oosten van Zalic-
zizyki trachtten vrij sterke vijandelijke
afdeelingen voet te krijgen aan den zuide
lijken oevèr van de Dnjester. Zij werden
echter na een gevecht, dat urenlang duur
de, teruggeslagen; 1400 man werden ge
vangen genomen en zeven machine-gewe
ren buitgemaakt."
Uit Berlijn meldt men: „Een Russische
aanval hij Mariampol is onder zwaar ver
lies voor den vijand afgeslagen. Overi
gens niets bijzonders op dit front."
Japan en China.
De Duitsche bladen melden dat de oorlog
tusschen Japan en China is uitgebroken.
„Op dit bericht" zegt de „Msbd." „dat
ons zeer onwaarschijnlijk toeleek, hebben
wij ons tot het Japansch consulaat te Rot
terdam om _inlichtingen gewend. Uit deze
bron vernamen wij dat Zondagavond noch
bij de consulaire vertegenwoordiging te
Rotterdam, noch bij het Japansch gezant
schap te 's'-Gravenhage, eenig officieel be
richt daaromtrent was ontvangen, zoodat
bovenstaand telegram ook van deze zijde
zeer in twijfel wordt getrokken."
Naar het Nowoje Wremja uit Tokio ver
neemt heeft de regeering van Japan in het
nieuwe Parlement een meerderheid van
122 stemmen voor een oorlogspolitiek tegen
China.
De Corriere della Sera verneemt uit To
kio, dat de regeering het Parlement aan
stonds een krediet van 940 millioen jen .zal
vragen voor oorlogstoerustingen. Dat be
drag is reeds uitgegeven.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Een Turksche kruiser op een mijn ge
stooten. De Turksdbe kruiser de „Me-
djidie" is bij de achtervolging van vijan
delijke (mijnenvegere bij Ot<?hakow op een
drijvende mijn gestooten. De bemanning
werd door een Tuirksch oorlogsschip ge
red. Vóór den ondergang van het schip
konden de matrozen nog de sluitstukken
der kanonnen verwijderen.
Een Amerikaansch schip vergaan.
Violgens een particulier telegram aan de
Weser Weitung is het Amerikaansche
stoomschip Green Briar, komende van
New-York, in de Noordzee gezonken. De
bemanning is te Wyk op het eiland Föhr
en op het eiland Amrum (Oost-Friesche
eilanden aan de kust van SLeeswijk-Hol-
dbein) aan land gebradbt.
Een Engelsch stoomschip getorpedeerd.
Het Engelsche stoomschip „Lockwood"
(1100 ton bruto en behoorende ann de
firma France Tenwick and Co.) is Zater
dagnacht getorpilleerd in het Kanaal bii
Stantpoint (in Devon). De bemanning is
gered dóór een visschersboot uit Brix-
ham.
Nog meer slachtoffers ter zee. Het
kleine Engelsche stoomschip „Olvine" is
getorpedeerd tusschen Guernsey en Ca
lais. De bemanning is gered.
Het Russische zeilschip „Hermes" op
weg naar Mexico is getorpedeerd ter hoog
te van het eiland Wight. De equipage is
gered.
Duitsche vlieger aan 't werk. De „Ma-
tin" bevat een telegram uit Chalons sur
Marne, meldende, dat een Taube vloog
over La Grange Clermont, in de Argonnen,
en 24 bommen deed vallen, zonder schade
aan te richten.
Een heldhaftige Dom.iinaan. De
„Croix" maakt gewag van den helden
dood van den eerw. frater Gil Moulis,
vain de orde der predikheenen, die op den
5en Maart aan het hoofd van een greepje
soldaten ondanks- de waarschuwingen
zijner wapenmakkers een allergevaar
lijkste vijandelijke positie aan vilei en
daarbij gedood' werd door een granaat.
Een paar dagen te voren had hij aan
een vriend gesohneven: „Het zal er heeit
toegaan; ditmaal zullen .de kogels mij
niet sparen; maar ik ga het vuur in oor
God, voor Frankrijk en voor de Orde.
Leve Frankrijk en dat de H. Maagd ons
zegene!"
De bijzonderheden over den helden
dood van dezon jeugdigen kloosterling
zijn openbaar gemaakt door den aalmoe
zenier in zijn regiment, een pater .Tesuiet.
De H. Stoel en de goede pers.
De H. Stoel heeft Kardinaal Maffi tot
eere-voorzitter en Mgr. Faberi tot voorzit
ter benoemd van een Bond van Actie voor
de katholieke pers. In een schrijven van
den Kardinaal-Staatssecretaris aan Kar
dinaal Maffi wordt het plan van actie ont
wikkeld. De H. Stoel heeft een reglement
vastgesteld in een daartoe strekkend de
creet en dringt er op aan, dat alle pries
ters, kloosterlingen en katholieke instellin
gen deelnemen aan deze zegenrijke actie.
Nederland en de Oorlog.
De „Flora" gestrand.
Volgons een Lloyd's bericht is heit Ne-
denl. stoomschip „Flora" hij Haitland
Point (Bristolkanaal) gestrand. Naar ge
meld wondt is het stoomschip totaal ver
loren. De bemanning werd gered.
De „Flora", great 725 tons, gebouwd
in 1894, behoort aan de Kon. N-ederl.
Stoomboot-Maatschappij, te Amsterdam
en was 31 Maart naar Swansea vertrok
ken.
Kapitein van d'e „Flora" op een na
het kleinste schip van de maatschappij
was de heer J. Tooy. De equipage be
stond uit 19 man. Het schip was van
Amsterdam leeg vertrokken en zou in
Swansea kolen laden voor Portugal.
De „Schi elan d".
De Londensche berichtgever van het
„Hbld." seint:
De „Schieland" is Donderdagmorgen der
tig mijlen van Spurn op een mijn gestoo
ten. De kapitein, de eerste en tweede stuur
man en vijf andere leden der bemanning
kwamen te Huil aan, met het Nederland-
scho visschersvaartuig „Cornelia Kla-
sina".
De „Morning Post" meldt, dat de kapi
tein verklaarde, dat het schip op een mijn
was gestooten. Midscheeps had een gewel
dige ontploffing plaats, zoodat de machine
kamers werden vernield. De kapitein gaf
last een boot uit te zetten en eerst ging de
heele bemanning hierin, maar toen de
stoomboot niet dadelijk .zonk, gaf de kapi
tein last terilg te roeien en een tweede boot
uii Le zetten. Deze boot werd gesteld onder
bevel van den eersten stuurman, die met
zqs man onder wie de zwaar gewonde eer
ste en tweede machinist, weldra ten ge
volge van den sterken stroom uit het ge
zicht verdween. De kapitein maakte zijn
boot vast aan het schip, dat vol water was
,geloopen. Vijf uren later verscheen het
visschersvaartuig, dat de gewonden naar
Huil bracht. De andere boot had eenige
uren rondgezwalkt en was toen naar Im-
mingham gebracht. Een stoker is na de
ontploffing niet wedergezien; hij is waar
schijnlijk dadelijk gedood.
De L o d e w ijk van Nassau".
Omtrent de aanhouding van de „Lode-
wijk van Nassau" van den „Kon. West-In
dische Maildienst" verneemt het „Hbld."
nog het volgende:
Het stoomschip was geladen met lijn
zaad, geconsigneerd aan de Nederlandsche
Regeering. Toen de Engelschen aan boord
kwamen, bemerkten zij echter ook eenige
olievaten. Dat wekte eerst eenige achter
docht. De kapitein bewees echter uit zijn
verbruikshoek, dat deze olie gediend had
voor de machines van het schip. De Engel
schen keken de verbruiksstaten nauwkeu
rig na en toonden zich geheel voldaan over
de gegeven opheldering. Het schip werd
daarop onmiddellijk vrijgelaten en is reeds
de haven van IJmuiden behouden binnen
gekomen.
De A m s t e L
Kapitein M. Gnodde, van het stoom
schip Amstel van de firma P. A. van Es
Co. te Rotterdam, is met de equipage
van dat stoomschip te VLissingen met een
der stoomschepen van de Maatschappij
Zeeland aangekomen e>n vervolgens naar
Rotterdam doorgereisd.
Hij deelde, na aankomst te Rotterdam,
het volgende mede:
Het stoomschip, gecharterd door de fir
ma Huclig Pieters en geladen met stuk
goed, is 29 Maant 's nachts te 1.30 uur,
ongeveer 45 mijl Oost van Spurn Ilcad,
op een mijn gedoopen, venno edel ijk een
verankerde. Het schip is met lading en
scheepspapieren totaal verloren gegaan.
Het geheele voorval heeft zich binnen
den tijd van 20 minuten afgespeeld. Door
de ontploffing werd het voorschip als het
ware in tweeën gespleten, zoodat de be
manning, 'welke de wacht beneden had,
met moeite aan dek kon komen. Toen do
geheele bemanning in de booten was,
verdween het schip binnen 5 minuten in
de diepte, met den kop omlaag.
Een man van de equipage heeft door de
ontploffing 'zijn linkerarm gebroken en
ligt thans in het hospitaal te Grimsby.
Nadat wij ruim vier uren in de booten
hadden rondgedreven, werden wij allen
door den stoomtrawler Pinewald, uit
Grimsby, te 5.30 uur in den morgen op
genomen en le Grimsby aangebraent, met
de twee reddingsbooten op sleeptouw.
De Zaanstroom.
Bij een eventueele behandeling van de
zaak van de „Zaanstroom" voor een
Duitsch prijsgerecht bestaat, naar het
„Hbl." verneemt, bij de directie der Hol-
landsche Stoombootmaatschappij het voor
nemen, om zich, wat het schip .zelf betreft,
te laten vertegenwoordigen door een
Duitsch rechtsgeleerde. Waar en wanneer
liet prijsgerecht zitting houdt, is nog niet
bekend. De Nederlandsche gezant te Ber
lijn zal daarvan kennis geven aan den
minister van Buitenlundsche Zaken. Ver
moedelijk zal het prijsgerecht zitting hou
den in Hamburg.
Naast de procedure over het schip komt
die over de lading, waai'bij niet minder
dan 244 zendingen en dus evenveel be
langen gemoeid zijn. Hierbij zullen zich
allerlei ingewikkelde quaesties voordoen,
want hij de diverse zendingen is de wij
ze van betalen en daardoor de eigendom
natuurlijk geheel verschillend. De 244 per
sonen, die hij deze vrachten betrokken zijn
moeten voor hun belangen opkomen. Mis
schien zullen zij zich vereenigen en dan
een vertegenwoordiger aanstellen, om
voor hen te pleiten.
Met een eventueel verbeurd verklaren
van schip en lading is niet minder den
ruim een millioen gemoeid. Met belang
stelling kan dus de behandeling van de
Zaanstroom-zaak voor hét Duitsche
prijsgerecht afgewacht worden.
Brandend zeilschip gezien
Men meldt uit IJmuiden:
De stoomtrawler „Johanna Henriette"
passeerde op 56 graden 17 minuten minu
ten Noorderbreedte en 5 graden 14 minu
ten Oosterlengte een in brand staand 3-
mast zeilschip, dat bijna gelijk met liet
water dreef en waarvan de naam niet
viel te onderscheiden. De masten lagen
overboord, terwijl een hij het schip drij
vende boot werd opgevischt en naar IJmui
den medegenomen. Deze boot, welke wit
FEUILLETON.
HEREENSGD.
Ik dank u, mijne beeren! antwoordde
de majoor en zich wendende tot Kapitola,
voor wie dit allies als een droom was,
zegde hij: Kapitola Black, ik vraag u,
wii'jt gij met mij mee gaan?
Een vreemde man deed- op haar aan
spraken gelden alsof zij zijn kind was;
op haar, aan wie tot op dit oogenblik
Niemand zich gelegen had laten, liggen!
Deze gewaarwording werkte. overwel
digend op de arme verlatene, die in ha.ar
teven nog nooit had ondervonden, wat
liefde is.
O mijnheer, ik ga heel graag met u
nee! klonk het jubelend van haar lip
pen
Kom d;a,n mee, mijn rijtuig wacht
buiten!
Eenige minuten later zaten James War
ned en het als knaap gekleede meisje in
hot gesloten rijtuig, nadat de majoor aan
den koetsier order liad gegeven om naar
grootste kleedingmagazijn van de
siad te rijden, ten einde aldus Kapitola
,Jn een ander gewaad te kunnen steken.
De bestuurster van deze zaak was met
Vteinïg verbaasd, toen M. Warfield voor
•-«n knaap, die hem vergezelde, meisjes-
Meerem bestelde, doch toen de majoor
apitola voorstelde als zijn pleegkind,
de bevreemding der dame en haast-
2ij zich aan den wensch van den klant
voldoen.
W Warfiold liet nu den koetsier neen-
rijden en deed, toen deze weg was, een
ander rijtuig komen, om hem en 5 ijn
jeugdige begeleidster naar Washington-
hotel te brengen.
Als een geheel ander wezen stond Ka
pitola tegenover hem, toen zij, vergezeld
van de bestuurster, in den winkel terug
keerde, en de majoor vroeg zich zelf ver
wonderd öf, vanwaar al die bekoorlijk
heid kwam, welke dit jeugdige schep
seltje, nu zij vreuwenkleeding droeg, plot
seling ten toon spreidde. Aan haar was
niets meer van het jongensachtige van
daar straks; dat alles scheen afgelegd
met de kleeding, welke een bittere' nood
haar gedwongen had aan te trekken.
Ach, James Warfield vermoedde niet
welke gedachten het waren, die de ziel
van het jonge meisje vervulden, terwijl
zij. geheel in zich zelf verzonken, laost
hem in het rijtuig plaats nam. Voort tu
rend vuoeg zij zich zelf af, wat lezen
ouden man aanleiding kon geven om
haai-, het kind der 9traat, onder zijn be
scherming' te nemen? Wie was zij clan?
Wat wist deze man van haar? Was zij
voor hem dan geen vreemde? Hoe was
hij te weten gekomen, dat zij bestond?
Zou liij hare ouders groote God! Zou
deze man zelf misschien haar vader *.:jn?
Maar als dat zoo was, waarom had hij
haai- dan aangenomen als zijn pleegkhod?
Waarom had hij dan niet hekend ge
maakt. hetgeen hij inderdaad, was?
In een groote stad als New-York ge
beuren tal van vreemde dingen en kapi
tola had heel wat gezien en gehoord, dat
bij haar de meest tegenstrijdige vermoe
dens deed ontstuiyi. Zij nam den ouden
man naast baar op met onderzoekenden
blik.
Met de beide handen op zijn wanddl-
stok steunende, het hoofd op de borst en
de oogen val gepeins zat daar James
Warfii'eld.
Kon deze man inderdaad haar vader
zijn?
Zwijgend bereikten beiden het Was-
tingtondiatiél.
Majoor Warfield bestelde een kamer
voor zich en voor zijn pleegkind, en toen
hij wiist, dat Kapitola goed en wel onder
dak was gebracht, keerde hij naar Astor-
House terug, waar hij itot dusverre ge
woond had, voldeed zijn rekening, liet
een rijtuig komen, zijn reisgoed er in
diragein en reed terug naar heit Washing
ton-hotel, waar het middageten reeds op
hem stond te wachten. M. Warfield had
intusschen dn een der salons van de bo
venverdieping laten dekken voor zich en
Kapitola alleen.
Voor het jonge meisje was alles als
een droom, als een tooversprookje, bet-
welk zij reeds meermalen had doorleefd
in haren slaap, doch dat geëindigd was,
zoodra zij wakker werd, waarbij "zij clan
telkens tot de overtuiging was gekomen,
dat alles slechts inbeelding was, zonder
ooit werkelijkheid te kunnen worden.
En nu zou de droom toch nog waar
heid blijken!
Zij zat aan de zijde van een ouden man,
die als een vader voor haar zorgde, en
zij was omringd door rijkdom en gemak
ken en de grootste veiligheid. Zij was
niet meer arm en veriaten en ellendig,
niet meer dakloos. De weeze had eer 1
echermer gevonden, dien zij als vanzelf
vertrouwde, hij mocht dan zijn wie hij
wilde. En al was ook alles als een droom
beeld, zij wilde haar lotswisseling aan
vaarden zonder naar iets te vragen.Want
zij vreesde, dat een enkel ivoord voldoen
de kon zijn om de betooverlng tè breken
en haar te doen terugvallen in haar jam
merlijk besbaan.
Kapitola, begon Warfield, toen de
maaltijd geëindigd was, weet ge, dat ik
persoonlijk naar New-York iben geko
men. om naar u te zoeken?
Zij zag hem verhaasd aatu
Ja, ging de oude man voort, dezelf
de Nancy Grewel, die u naar Rag Alley
bradht en daar opvoedde, heeft mij, toen
zij na een lange en moeilijks reis einde
lijk te Virginia was gekomen, alles mede
gedeeld1. Zij verbetdle mij dat zij u bij de
Simmon's in de Rag Alley had achterge
laten. maar daar wist, tóen ilc er navraag
naar deed, niemand, wat er van u vos
geworden! Ik was daarom van plan de
hulp in te roepen der politie en word
toen juist getuige van het tooneel, die
mij met u in nadere betrekking bracht.
En nu ben ik voornemens, de plichten,
die ik op mij genomen heb, ten volle te
vervullen, en zal u als mijn dochter adop
teerden.
Ja, vader! fluisterde Kapitol-a.
Neen, neen! riep de oude heer uit.
Noem mij niet vader, want. dat ben ik
niet; noem mij oom!
Zijt gij dat dsn inderdaad, Sir?
James Warfield wendde zijn gelaat van
haar af, terwijl hij, door de kamer loo-
pende, haar antwoordde:
Neen. maar noem mij maar zoo!\Vat
hebt ge geleerd? Kunt ge lezen?
Ja, en schrijven ook!
Wie hecfit u dat geleerd?
Herbert Grey som, oom!
Herbert Grey son! Dien naam heb ik
al meer gehoord. Wie is d.ie Herbert
Grcyson?
Dat is de tweede stuurman van de
Koningin Anna, die eiken dag uit zee
terug wordt verwacht.
Met één enkelen sprang was zij plotse
ling bij de deur, die zij openrukte, en mot
een jubelkreet kwam zij het vertrek weer
binnenstormen.
IIii is needs aangekomen! Hij js er
reeds! Op hetzellde oogonblik, dat aik o ver
hem sprak hoorde ik zijn stem en ik lieb
mij niet vergist! Daar is hij! Daar is hij!
riep zij als buiten zich zelve.
Wie js daar dan toch, wildzang?
vroeg de oude mail, zijn wenkbrauwen
optrekkende.
Herbert Greyson! Herbert Greyson!
Hij is teruggekomen en hier i'n huiis! riep
zij uit, ronddansende, zoodat haar zwar
te lokken haar om het gezicht vlogen.
Doch alsof zij plotseling tot bezinning
kwam snelde zij op den ouden man toe,
en sprak op smeekenden toon:
Oom, Herbert is drie jaar op zee ge
weest. Hij weet niets af van mijn eUendo
en van mijn verlatenheid. Oom, 'vertel
hem niets, vooral niets van mijn jen-
genskleeren!
En in den ernöt van haar smeekbede
vouwde Kapitola kinderlijk de handen cn
zag den ouden man smeckend aan.
(Wordt vervolgd.)