Tweede Blad.
6e JAARGANG. No. 1600
Stó £ctcboke
Zaterdag 27 Maart 1915.
Een Lyceum voor R.K.
Meisjes.
Lang, te lang reeds vraagt Katholiek
Katholiek Nederland om een instelling van
middelbaar en voorbereidend hooger on
derwijs, waar de vrouwelijke jeugd kan
ontwikkeld worden zooals de tegenwoordi
ge tijd dat eischt, en zonder dat haar nog
veel noodzakelijker godsdienstige vorming
daarbij schade lijdt.
Ea het Katholiek Nederland vraagt met
recht.
Beschouwen wij, om dit toe te lichten,
vooreerst het meisje dat geroepen wordt
tot het huwelijk.
„Het is niet goed dat de mensch alleen
tij! laat Ons hem een hulpe maken, hem
gelijk."
Is met deze woorden van God zeiven de
roeping der vrouw in het algemeen aan
gegeven, het is duidelijk dat de vervulling
daarvan voor de echtgenoote gemakkelijker
en volkomener zal kunnen geschieden,
wanneer haar kennis en de ontwikkeling
van haar verstand van dezelfde orde zijn
als die van haar man. Al willen wij aller
minst beweren, dat het huwelijksgeluk on
bestaanbaar is, wanneer tusschen de eru
ditie van man en vrouw een afstand van
beteekenis bestaat, toch zijn wij overtuigd,
dat het een waarborg te meer is voor har
monisch samenleven, wanneer de vrouw
niet op een afstand belangstellend behoeft
te blijven toezien naar het werken en stre-
van van haar echtgenoot, maar met hem
kan meeleven in zijn denken en handelen.
Geldt dit voor de vrouw ten opzichte van
baar man, het geldt mutatis mutandis niet
minder voor de moeder ten opzichte van
haar kinderen.
Zeker, wij brengen gaarne en uit de vol
heid van ons hart en onze overtuiging een
«eresaluut aan die talrijke waardige mpe-
,ders, die het geheim bezitten, zonder prflj-
frane kennis van beteekenis, godsdienstige
en maatschappelijke deugden bij hare
kinderen aan te kweeken en te ontwikke
len, en God geve, dat wij ze door alle
eeuwen heen blijven behouden. Maar toch
het zedelijk overwicht, dat tegenover de op
groeiende kinderen het moederlijk gezag,
zoo haast onmerkbaar maar toch zoo wel
dadig, doet handhaven, zal zich vooral in
den tegenwoordigen tijd zooveel intensieve^
en zooveel effectvoller laten gevoelen,
wanneer zoowel de jongens als de meisjes
er van doordrongen zijn, dat moeder ook
intellectueel boven hen staat. En waar de
strugglefor-life den vader zoo dikwijls de
gelegenheid beneemt, mede de opvoeding
van de kinderen te leiden, moet de moeder
in staat zijn ook zijn rol daarbij zooveel
mogelijk te vervullen, te geven wat de
jeugd anders missen zou en toch, vooral in
de verdere stadia van haar ontwikkeling,
ioo noode missen kén.
Zijn er dus voor de vrouw, als echtge
noote en moeder, argumenten om haar
loopbaan als zoodanig niet, dan van de
noodige intellectueel© uitrusting voorzien
aan te vangen, niet alle meisjes vinden in
deze verheven roeping de vervulling van
haar natuurlijk levensideaal. Ook deze
behoeven een werkkring om zich nuttig
te maken, dikwijls ook om in haar levens
onderhoud te voorzien. Dan vooral zijn zij
ten zeerste gebaat met 'n ontwikkeling die
haar de deuren opent voor de betere, zelfs
voor de beste maatschappelijke posities,
voor zoover deze met haar vrouwelijke na
tuur vereenigbaar zijn; terwijl h'et van hun
kant voor de ouders immers een heerlijk
voorrecht is hun kinderen zulk een ontwik-
keling te kunnen bezorgen.
FEUILLETON.
DE DUIKER.
«i
De menigte ging zwijgend en in zich
zelve getrokken heen; evenals na het bij
wonen van de opvoering van een drama,
dat indruk gemaakt heeft, de toeschou
wers heengaan, zonder elkaar hun in
drukken weer te geven.
De beschuldigde ging weder terug naar
de conciergerie. Onder die sombere gewel
ven kon hij nu zonder ongeduld den dag
afwachten, welke hem de vrijheid zou fce-
ïugbrengen; deze dag had hem de eer we
ggeschonken.
Het nieuwie onderzoek, dat geopend
werd ingevolge de verklaringen van abbé
Du rin, duurde tamelijk lang-.
Hoe groot aanzien de aalmoezier ook
genoot, hoe groot ook het gezag zijner
woonden was, da justitie moest verschei
dene zaken onderzoeken.
Gelukkig waren er een groot aantal be
wijzen voorhanden.
Het was allereerst gemakkelijk ié be
vestigen, dat de heer de Pancorva nie
mand anders dan Diego Palmer, en dat
«organ bestaan had, werd op de zekerste
^jze bevestigd.
Het bewonderenswaardig geheugen van
politae-beambte Jottrat kwam hijzon-
Jjf 00 stade om heit verleden op te vis-
en der twee schurken, die gedurende
oyeie jaren vergeten waren.
•1 was vroeger gemengd geweest in de
dpisodee, waarin Morgan den
drol speelde, en de dadan van de be-
Welnu, het is een overbekend feit, dat
voor zeer vele maatschappelijke posities
het einddiploma van een gymnasium of
dat van een hoogere burgerschool met vijf
jarigen cursus geëischt wordt, om met
succes te kunnen mededingen.
Nu zou de conclusie kunnen worden ge
trokken, de a.s. vrouw-moeder niet, en de
andere meisjes wel een staatsdiploma te
laten verwerven. Maar wie ter wereld zou
zioh hier durven wagen aan het trekken
van een horoscoop? En is de volstrekte on
zekerheid in dit opzicht niet het krachtig
ste motief om zich te wapenen voor elke
mogelijkheid?
Daarbij, al heeft het studeeren voor een
bepaald diploma, gezien de eischen die
daar tegenwoordig aan worden gesteld,
vooral voor zwakke gezondheden iets te
gen, als prikkel voor ijver en toeleg, voor
serieus werken heeft het ontzaggelijk veel
voor. En al zijn wij groot voorstander van
uitspanning op zijn tijd, de vorming van*
den wil, van het karakter, en vóór alles
hebben wij karakters noodig, wordt
verkregen door inspanning, ernstige,
plichtgetrouwe inspanning.
Somden wij in het bovenstaande eenige
krachtige argumenten op om de noodza
kelijkheid van een degelijke, liefst aan
examens getoetste ontwikkeling van onze
meisjes in de hand te werken, één is er
nog dat niet mag vergeten worden.
Naast het werk aan den huiselijken
haard of in de verkregen positie, wacht
der R. K. vrouw nog een andere taak. Ook
in het groote huishouden, dat Maatschap
pij heet, heeft zij een rol te spelen, hare
medewerking te verleenen tot het lenigen
van de sociale nooden, voornamelijk van
die waarin haar zusteren verkeeren. Nog
slechts korten tijd geleden ging aan haar
een oproep uit van het Doorluchtig Epis
copaat om daartoe zich in R. K. Vrouwen
bonden te vereenigen, en als getrouwe en
gehoorzame dochters van haar Moeder de
H. Kerk. zal het haar een eer zijn onmid
dellijk aan die roepstem gehoor te geven.
Welnu, is het noodig te zeggen, dat
voor het doen van goed maatschappelijk
werk in de allereerste plaats deugdelijke
ontwikkeling wordt vereischt? Hoe zal de
katholieke vrouw, vooral zij die vóór be
hoort te gaan, tegenover de valsche theo
rieën van anderen haar standpunt kun
nen verdedigen, wanneer zij niet aan haar
van nature dikwijls zoo scherp doorzicht
ook kennis van zaken paart?
Op de bovenstaande utiliteitsgronden is
dus een diepergaande studie voor het R. K.
meisje gewenscht en noodzakelijk. Maar
wij willen dit gedeelte niet sluiten zonder
ook nog het ethisch argument te hebben
aangestipt, dat het genot van een breede
ontwikkeling, zonder noodzaak aan
meisjes evenmin als aan jongens moet
worden onthouden.
Zoo zijn, geleid door de hier aangegeven
of andere motieven, tal van R. K. meisjes
in de laatste jaren naar het gymnasium of
de hooger burgerschool gezonden en heb
ben daar met meer of minder succes ge-
studeex'd.
Is het noodig dat dit bevorderd wordt?
Ons antwoord is, mits het geschiedt in
katholieke instellingen, met beslistheid,
ja. Daarmede is niet gezegd, noch bedoeld,
dat indien er voldoende R. K. gymnasia
en hooger burgerscholen voor meisjes wa
ren, onze geheele vrouwelijke jeugd die
zou moeten bezoeken; en ook niet, dat, nu
ze in den lande niet of nagenoeg niet be
staan, niemand mag studeeren aan een
der openbare inrichtingen van bedoelden
aard. Maar de opleiding aan gymnasia of
hooger burgerscholen bevelen wij met
warmte aan, wanneer zij kan gegeven
worden op Roomsch Katholieken grond
slag, en kan dat niet, dan moeten wij ze
wel in vele gevallen als noodzak e-
kelijk aanvaarden. Gegeven ten
slotte het feit, dat zoovele meisjes niet
katholieke instellingen bezoeken, mag ge
sproken worden van een noodtoestand, die
rudhte bende Chrob en Horob leefden nog
in zijn herinnering.
De onderzoekingen gingen verder tot op
alle plaatsen, waar het lange drama van
Roberts leven gespeeld had.
De moord in Provence; de onverklaar
bare zelfmoord van Mary, te Saint Ouen;
de veroordeeling van den -geiheimzinnigen
zeezwerver in 1846, al deze feiten hadden
haar sipoor achtergelaten in de knrner ge
opende gedenkboeken der politie.
Het verhaal van den aalmoezenier kwam
juist overeen met de opgeschreven bizon-
derheden in de archieven.
Ingevolge een brief van abbé Guérin wa
ren John en Paddy teruggekomen om
zich ter beschikking te stellen van de
Fransche justitie.
De onschuldigen hadden geen moeite
met hun verdediging, en hun getuigenis
was die beste rechtvaardiging voor Robert.
Men liet hen vrij, en zoodra het onder
zoek was afgeloopen, stond men hun toe
in die gevangenis den beschuldigde van
den moord te Montmartre te bezoeken, die
weldra weder Robert Bird zou zijn.
Eindelijk brak na drie maanden gevan-
geniaschap, de plechtige zittingsdag aan.
Het veihoor was voor Robert een ware
triomf.
Zijn onschuld, die reeds sedert lang
was erkend, kwam bij elke ondervraging
der weinige getuigen hoe langer hoe meer
u/ft.
Robert werd na eenige beraadslaging
vrijgelaten, en het is overbodig te zeg
gen, dat de uitspraak der jury met alge-
moene stemmen besloten was.
Van de twee ellendige medeplichtigen
van Diago liet de een zich van honger
in dit opzicht bij ons heerscht, en waarin
zoo spoedig mogelijk moet worden voor
zien-
Ja waarlijk, er is mèr periculum in
mora. Niemand immers is zoo achterlijk
meer om te beweren dat openbaar onder
wijs plus godsdienstonderricht hetzelfde
is als Katholiek onderwijs. Men heeft loe
ren inzien dat dit een miskenning betee-
kent van de waarde van het godsdienstig
leven. De Roomsch Katholieke school on
derscheidt zich niet alleen van de open
bare hierin, dat vóór en na de lessen ge
beden wordt, in de lokalen een kruisbeeld
hangt en op het lesrooster Katechismus
voorkomt, al zou men zich zonder dat er
ook geen kunnen denken; neen, het cssen-
tieele verschil zetelt in hoofd en hart van
leeraren of leeraressen en leerlingen, in
den Roomschen geest, die in gestadige
wisselwerking het geheele samenzijn, het
onderwijs zelf doordringt en daardoor weg
houdt dien anderen, die wij niet willen,
niet kunnen en niet mogen willen.
Bijna even noodzakelijk als het Katho
lieke karakter van de school en dit geldt
zeker voor het middelbaar en voorberei
dend hooger onderwijs is het gescheiden
houden van jongens en meisjes. Bij de
beoordeeling van beide noodzakelijkheden
vergete men toch niet, dat In de juist voor
indrukken zoo ontvankelijken leeftijd van
12 tot 18 jaren, en zeer bijzonder bij meis
jes bij wie, krachtens haar natuur, het ge
moedsleven zooveel sterker nog is ontwik
keld dan bij jongens, alles moet worden
gedaan om goede indrukken te geven en
slechte te vermijden. Leert niet de ervar
ring, vooreerst, dat in de jeugd aangeno
men goede gewoonten en opgedane lessen,
door de moeder zoo gemakkelijk op hare
kinderen .worden overgebracht, en ook dat
zij menigeen, die later is afgedwaald, nog
tijdig tot inkeer brengen?
Welnu, aan de Nederlandsche Katholie
ken kan de blijde mare worden verkon
digd, en wij gaan er trotsch op dit te mo
gen doen, dat, vooropgesteld de noodzake
lijke medewerking van de ouders, Septem
ber a.s. te Scheveningen een instelling zal
worden geopend, die in de boven geschet
ste behoefte ten volle zal voorzien.
Het is dan ook zeker een groote verdien
ste van den energieken Pastoor van St.
Antonius Abt, te Scheveningen, dat hij het
initiatief heeft genomen om een lyceum op
te richten uitsluitend bestemd voor R. K.
meisjes, en het is een lofwaardige daad
van het Kerkbestuur, zijn emincnten voor
ganger op den aangewezen weg te zijn
gevolgd.
Vrage, waarom een Lyceum?
Biedt de keuze, gymnasium of hoogere
burgerschool, altijd bezwaren, ze zijn toch
minder groot wanneer de beslissing eerst
in het derde leerjaar behoeft te worden ge
nomen. Daarom wordt in het eerste en in
het tweede voor alle leerlingen dezelfde
leerstof behandeld. Op dezen gemeen-
schappelijken onderbouw volgt nu een
vierjarige bovenbouw die naar het eind
diploma gymnasium, en een andere, die
naar het einddiploma hoogere burgerschool
leidt. Dat de studie voor dit laatste een zes
jarige, in plaats van een vijfjarige wordt,
geschiedt, naar het uitmuntend geslaagde
voorbeeld van de Meisjes-hoogerburger-
school te 's-Gravenhage op practische
gronden. Velen toch is de leerstof der
hoogerburgerschool ie machtig om ze in
vijf jaar te hebben doorgewerkt, en een
verdeeling van te voren over de zes jaren,
die er praktisch toch over gedaan worden,
biedt het groote voordeel, dat minder van
de physicke en psychische krachten der
leerlingen wordt gevergd. Op deze wijze
wordt het zwakke van het geslacht naar
billijkheid gehonoreerd.
Ten einde zooveel mogelijk rekening te
houden met de bestaande wcnschen van
ouders en met den aanleg en hot verwer
kingsvermogen van de meisjes, wordt de
leerstof voor de hoogerburgerschool zoo
ingedeeld, dat de leerlingen wien het niet
sterven in de gevangenis met den lijdzar
men moed der Oosterlingen, de ander
hoorde zich wegens gewelddadigen roof
veroordc-elen tot twintig jaren dwangar
beid, zonder dat hij een bekentenis deed
of een zucht slaaikrte.
Vrij en gerechtvaardigd verliet Robert
zoo spoedig mogelijk Frankrijk; maar
voordat hij zich voor goed van dit land
scheidde, had hij de hand willen druk
ken van den man, d'ie op zoo bijzondere
wijze in zijn lotgevallen was gemengd.
Deze voldoening mocht hij echter niet
smaken.
Na de gelukkige afloop van zijn vreese-
lijk avontuur was Henri de Servon een
lange reis gaan maken door Spanje en
Algiers en was nog niet teruggekomen.
Robent vertrok met zijn beide vrienden,
want zoo kon hij nu ook den armen Pad
dy Cassan noemen, die in dozen droevi-
gen tijd een buitengewone toewijding bad
betoond.
De taak van den wreker van George
en Ellen was vervuld, maar nog had Ro
bert zioh van een plicht te kwijten.
Hij wilde allen, diie hij bemind had, in
hetzelfde graf vereonigen.
Hij ging dus heen om zijn dooden, die
hier en daar verspreid wanen, op te zoe
ken en na een lijkitoóbt van twee maan
den, rustten de overblijfselen van Thomas
Disney en George in hetzelfde graf te
Whitstable naast ELiem en Mary.
Van het geld van de Avenger bleef hom
nog een belangrijke, som over, en dit
goud, dat zooveel misdaden had veroor
zaakt, brandde hem in de handen.
Hij deelde het in tweeën en gaf do eane
helft aan do armen van Londen en de
om een einddiploma, maar alleen om al
gemeens ontwikkeling te doen is, in de
eerste vijf jaren een afgerond geheel van
onderricht krijgen, waarbij dan de be-
zwaarlijkste vakken van het eindexamen
door lichtere en specifiek vrouwelijke zijn
vervangen.
Zoo biedt de instelling elk wat wils,
maar vóór en boven alles zal zij voldoen
aan een lang en reohtmatig gekoesterden
wensch van zeer vele Katholieken en laat
not least, van Z. D. H. Mgr. den Bisschop
van Haarlem.
Als Curatoren van het Lyceum hebben
zich welwillend beschikbaar gesteld: Mr.
R. B. Ledeboer, te 's-Gravenhage; mevr.
Mr. J. A. LoeffSweens, te 's-Gravenhage;
Jhr. Mr. O. van Nispen tot Sevenaer, te
Nijmegen; Mr. L. H. W Regout, te 's-Gra
venhage; Prof. Dr. C. H. H. Spronck, te
Utrecht; mevrouw Albertine Steenhoff
Smulders, te Baarn; Prof. Dr. Alph. Ste
ger, te 's-Gravenhage; Mr. A. Baron van
Wijnbergen, te Arnhem.
De in dit blad voorkomende advertentie
vermeldt bovendien dat voor meisjes uit
andere steden gelegenheid bestaat om bij
Katholieke gezinnen in te wonen, waar
door de inrichting niet alleen aan Den
Haag en omstreken, maar aan geheel het
land ten nutte zal komen.
Moge de onmisbare zegen Gods rusten
op de nieuwe onderneming en moge de
voorspraak van Haar, die de Zetel der
Wijsheid, de Allerzuiverste en de Bemin
nelijke Moeder is, bewerken dat het een
kweekschool worde van R. K. vrouwen, die
breedere ontwikkeling hebben verkregen,
zonder daarbij ook maar iets van de reine
en vrouwelijke deugden, die toch altijd
haar grootste charme uitmaken, te hebben
ingeboet. Zoo zij het!
Op den feestdag van St. Jozef, 1915.
Alph. Steger.
Gemengde berichten.
Prinsesje tegen wil en dank. Donder
dagmiddag omstreeks half zee, toen een
aantal nieuwsgierigen zich in vaag ver
moeden dat er allicht iets te zien zou zijn
voor het paleis hadden geposteerd, ver
spreidde zdch plotseling de mare, dat 't
Prinsesje aan de hand van freule Van der
Poll 't Rokln afwandelde.
In minder dan geen tijd holde alles
dien kant uit en waren de vluchtheuvels
bij de itrams dicht bezet. Inderdaad na
derde van het Rokin een dame, die een
kindje van omstreeks vier jaar aan de
hand hield. Ze had blond haar en blauw©
oogen, maai- vertoonde overigens niet de
minste gelijkenis met Prinses Juliana.
Verschrikt keek de kleine meid naar de
opdringende menigte en ook de moeder
had niet het flauwste vermoeden, waarom
zij en haar dochtertje eensklaps het mid
denpunt der algemeen© belangstelling ge
worden waren. Voetje voor voetje s&ecMs
kon het tweetal zijn weg vervolgen. Van
alle kanten werden ze geduwd en ges toe
ten, drong liet publiek zich tegen hen aan,
'«t Had er allen schijn van, dat de op den
Dam geposteerde politie-agenten ook aan
een wandelend Prinsesje geiloofden. Ze
nuwachtig draafden ze Ineen en weer. De
verkeersagent trachtte tevergeefs door het
opsteken van zijn zwart-witte manchette
den menschenstroom in de goede baan te
leiden. Ten slotte gelukte het een paar be
reden agenten de menigte zoo ver uiteen
te drijven, dat de eerste der beide vlucht
heuvels vrij kwam. Daarop posteerden
zich moeder en kind, nog steeds door
nieuwsgierige blikken aangegaapt. Pas
toen een wagen van lijn dlf voorreed en
de klein© met haar geleidster daarin
plaats namen, begon men t© begrijpen,
d'ait het toch waarschijnlijk de echte Prin
ses luliana niet was geweest.
Spraak terug gekregen. Te 's-Grave-
moer heeft een vrouw, die sedert bijna 20
andere helft aan die van Parijs.
Hij verkocht het huis te Montmartre en
hield nog iets over om met öen trouwen
Jolin Slough te leven in do eenvoudige
woning van Whitstable.
Paddy bleef bij hien om hun de oogen
te sluiten.
,,Het ongeluk heeft mij oud1 gemaakt
vóór mijn jaren." zoo schreef Robert aan
de Servon, toen hij Parijs voor immer
verliet, „en wanneer mim oude vriend
John deze wereld zal verlaten, hoop ik
hom spoedig te volgen. Ik hoop, dat gij,
die nfif de hand hebt gereikt in de gevan
genis vam Var, mij^ zult vergeven, dat ik
u tegen mijn zin heb meegesleept op het
hellend vlak, waarop ik rolde. Leef ge
lukkig en denk somtijds aan den man,
dien gij noemdet dien man zonder naam."
Graaf de Servon ontving dezen brief bij
zijn terugkomst van de reis, meer dan zeis
maanden na heit vertrek van Robert Bird.
Hij herinnerde hom aan het eigenaardig
avontuur, waarin hij verder gegaan was
dan hij zelf had gewenscht
Bijna had hij die zaken reeds vergeten,
en hij koesterde niet den minsten wrok
tegen den armen Robert; maar een zaak
hield hem nog bezig het middel om de
vijf en zestigduizend francs, die hij sens
van den zoogenaamd en Loiseau ontvan
gen had, terug te geven.
Hij had ze vroeger gehouden, omdat
heit hem onmogelijk was andere te doen;
maar nu kende hij den naam van zijn
beschermer, hetgeen de zaak andere
maakte.
Hij schreef dus een brief naar Wh-It-
eltable met de boodschap dat Robert van
hot huis Robinson en Fleming, bankiers
jaar het spraakvermogen miste, dit terug
gekregen.
U „12". Het „Rott. Nwbl." vertelt van
een militiekeuring in Duitschland van
personen, die al een dagje ouder zijn, ge
wend voor 't inecrcndecl aan andere ge
makken dan die der loopgraven, en voor
het overige allen min of meer reeds onder
den invloed van den tand des tijds, en aan
het leven gehecht door vrouw en kinderen.
Toen de generaal, gevolgd door Stab*-
hrtze en Oberstabitrtzo was binnengeko
men, begon de titling.
„Alles uittrekkenI" luidde het comman
do, en weldra stonden allen in Adaum
costuum en werden betast, bevoeld, be
klopt, beluisterd. In clubjes tegelijk.
„Omkeerenl" klonk het tweede bevel,
waarbij de heer van den pels een niet
malsche schrobbeering opliep, omdat hij
juist met zijn Hinterteil" naar den gene
raal gekeerd stond.
En weer volgde een nauwkeurig onder
zoek.
En dan de uitspraak.
„Longziekte!"
De gelukkige, die zich deze kwaal zag
toebedeeld, had moeite om niet van
vreugd over zijn makkers heen te sprin
gen.
„Hartkwaal, spataren, asthma", de
lijders aan al deze kwalen waren den ko
ning te rijk.
Toen kwam er een kleermaker met dub
belen breuk en leverziekte.
En de uitspraak luidde:
„U 121"
„Unterseeboot 12!" steunde de tobber*
die nooit van de kleermakerstafel geweest
was. „Dat is mijn dood...."
Maar die van den pels stak hem een
hart onder den riem en legde hem uit, dat
hij afgekeurd was. Want die 12, dat was
maar een cijfer, dat beteekenis had voor
de hoeren van de keuring en die „U" wil
de slechts zeggen:
„Untauglich!"
Er kreeg er nog menigeen een „U" met
een cijfer, maar de grootste helft was toch
geschikt voor den dienst en kon weer to-
rugkeeren, op conditiën zich te allen tijde
gereed te houden.
Een Belgisch vluchteling met een be
roemden naam. Dezer dagen is te Ber
gen op Zoom, waarheen ze tijdens het
bombardement van Antwerpen gevlucht
was met haar familie, overleden mejuf
frouw Antoinette Conscience, een nichtje
van den bekenden Vlaamschen schrijver
Hendrik Conscience. Gedurende den tijd
van haar verblijf te Bergen o'p Zoom
maakte zij zich, zoolang haar zwakke ge
zondheid dit toeliet, verdienstelijk door het
geven van knip- en snijlessen aan vrou
wen en meisjes in de naai- en brei-inrich-
ting van het vluchtoord op Plein XIII.
Daar haar vader spoorwegambtenaar was,
werd bij haar begrafenis de lijkstoet door
tal van beambten bij het Belgische spoor
wezen gevolgd.
Vluchtelingen uit Duitschland. In
Groningen zij.n de eerste vluchtelingen uit
Duiitsohland, groote ©n kleine gezinnen»
aangekomen. De-ze- menschen, die jaren m
Doemen en elders woonden, verdienden
sedert het uitbreken van den oorlog niets,
ontvingen van hetgeen ze te vorderen heb
ben geen Mark en teerden alles, wat ze
bezaten, ten gevolge van de ongehoord
hooge prijzen, op, zoodat ze door den hon
ger naar hier worden verdreven in d©
hoop, even gastvrij omtvangon te worden
als de Belgen.
Alweer meegevallen. Men meldt uit
Barneveld: In verbond met de aanhouding
van Nederlandsche schepen door de Duit-
sclicrs, had men algemeen verwacht, dat
de prijs der eieren op onze bekende markt
Donderdag een gevoelige daling zou on
dergaan. Zelfs waren heel wat hakkers
uit Noord-Holland enz., die veel eieren
voor hun bedrijf gebruiken kunnen, ovcr-
te Londen, een som gelds kon lossen.
Aóht dagen later kreeg hij een briefj©,
geteekend door John Lough, executeur
testamenteur van den heer Bird, die se
dert een maand gestorven was.
Slough schreef, dat zijn. vriend hem
eenig erfgenaam had gemaakt, en dat hij
volgons den wil van den overledene den
graaf moest verzoeken uit herinnering
het geld te behouden.
Hij maakte de belofte het geld op rente
te zullen zetten om deze ©lk jaar onder de
weduwen en wceaen der duikers van
Whitstable te doen uitdeelen.
Hij wilde ook de plaate gaan bezoeken,
waar de arme Robert, had geleefd, en het
kerkhof, waar hij rustte. In tusschen ging
hij eens naar het huds te Montmartre
zien.
De tuin geleek nog immer op een maag
delijk woud, maar hél huis had alle poSsln
verforen.
Een fotograaf had" er zich gevestigd.
De Sonell.ee bewaren nog immer hot
goud van de Avemger.
Er zijn daar nog milliLoenen genoeg om
liefhebbers van avonturen te verleiden, em
de graaf heeft er wel eens aan godacht,
waarneer hij in geldzaken ongelukkig
was.
Maar hij was bevreesd voor zeeziekte ©n
kon niet duiken.
Hij stelde zich tevreden met oen rei»
naar Whitstable.
Nergens hp.eft hij betere oesters gegeten
dan daar.
EINDE.