19 Uit de Leidsche Vroedschap. BUITENLAND. De Oorlog. 09 JAARGANG No. 1653 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Intero. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Cnjevallen-verzekering jn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent YRSJDAG MAART. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedore regel meor 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (gean Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. De Ingekomen Stukken namen in de gemeenteraadszitting van gisteren de plaats in en vormen zoovele punten voor de agenda van de eerstvolgende vergade ring. De debatten zullen dan wel beheerscht ivurden door toekenning van een toeslag op de loonen en salarissen van gemeente werklieden en ambtenaren, door steun te ferleenen aan den kleinen middenstand, die wel het meest in deze buitengewone tijden in he<t gedrang komt. Met belang stelling en een zekere nieuwsgierigheid lien wij het praeadvies van B. en W. op de desbetreffende adressen tegemoet Van adressen gesproken. Vermakelijk was het adres van de afd. Leiden van den Alg. Ned. Ambtenaarsbond, waarin gevraagd werd de prijzen der levensmiddelen terug te brengen tot het oogenblik, dait de hui dige crisis onmiddellijk voorafging. De afdeeling van dezen bond heeft zeker vol gens den wensch van de gansche bevol king van Leiden' geadresseerd. Indien B. en W. of Leiden's vroede vaderen eens zoo knap waren de inwoners der Sleutel stad dezen onschatbaren dienst te bewij zen, dan geloovcn .wij, dat de beeldhou wers in de 7 vette jaren handen te kort zullen komen om standheelden te schep pen voor deze weldoeners der mensch- heid. Eigenlijk is het jammer, dat die af deeling nog niet wat verder in he<t adres" gegaan is en verzocht heeft de buitenge wone omstandigheden wederom tot de ge wone terug te brengen en de oorlogvoe rende naties te gebieden vrede te sluiten, want dajt anders.... Bij de behandeling der verordening tot wering en beteugeling der mazelen heb ben wij genoten van juridische betoogen van juristen en niet-juristen, waarbij de jurist den weg moest laten aan den niet- jurist. De overige punten der agenda geven ;een aanleiding tot op- of aanmerking. Groole verliezen aan menschen-levens op het Westelijk Oorlogsterrein. De Bussen zetten op het Oostelijk Oorlogs terrein met hevigheid hun aanvallen voort. De beschieting der Dardanellen wordt voortgezet. Het Fransche pantserschip „Bouvet" is door de Tur- i in den grond geboord. Van het Westelijk en Ooste lijk oorlogsterrein. Ontzettend veel menschen-offers kost de strijd en toch wordt er zoo weinig gewon nen. De waarde, de ontzaglijke waarde van een menschenleven wordt in dezen strijd als ware verkleind tot iets onbe langrijks. Wij hebben gezien, welke groote offers de strijd in Champagne om een smalle strook gronds, op de uitvoerigste kaarten zelfs nog moeilijk aan te geven, heeft ge kost. En men kan er van verzekerd zijn, dat het In den strijd om St. Eloy, en bij Neuve Chapelle en om den heuvel van Notre Dame de Lorette bij Atrecht, niet anders gaat Een Engelsch officieel bericht verzekert ons b.v., dat de verliezen der Duitschers bij La Chapelle in 3 dagen tijds reeds tot 18,000 gestegen waren, behalve de krijgs gevangenen. Daar men van de gewonden alleen diegenen kan tellen, welke krijgs gevangen zijn, kunnen dus in die 18,000 ook geen gewonden begrepen zijn, en moet dat getal beschouwd worden als aange vend het getal dooden. Het is dus inder daad niet alleen in het Oosten, dat de le gers wegteren onder de voortdurende ver liezen, zooals de sneeuw wegteert voor de lentezon. Toch is de onderneming bij La Chapelle nog slechts het begin van een actie om een punt van gewicht Zij is, naar veronder steld wordt, tegen Rijssel gericht. Maar indien men de tot nog toe in die richting gewonnen strook gaat, dan is deze mis schien nog geen 15e deel van den af te leg gen afstand. Op het Oostelijk oorlogsterrein zetten de Russen over het geheele front hun aan vallen voort en breidt het gevechtsveld zich steeds meer uit. Het ,,Hbld." geeft het volgende over zicht van den strijd. Op het oostelijk oorlogsterrein breidt zich het geyechtsveld steeds meer uit. Ten noorden van het gebied, dat in den laatsten tijd het tooneel van gevechten was, in het front van Naref- en Bobr-linie, zijn nu weer Russische troepen versche nen. Zij deden waarschijnlijk een verken ning in de richting der Oost-Pruisische grens, en stuitten daarbij op Duitsche afdeelingen, die voor de grensbewaking zijn opgesteld. De aanvallen, die de Rus sen op Tauroggen en Langszargen deden, werden door die Duitsche bewakingstroe- pen afgeslagen. In het Naref-front, aan beide oevers van de Orsietsj en de Skra, ontwikkelt zich een nieuw Russisch offensief, dat nog niet krachtig genoeg is, om de Duit sche linies tot den terugtocht te nopen. Pogingen, om door de linies der Duit schers te breken, werden afgeslagen. De Russen betoogen echter, dat zij daarbij gevangenen maakten en kanonnfen buit maakten. In het geheele front voor de Weichsel schijnt "niets bijzonders te zijn voorgeval len. En in de Karpathen wordt de strijd voortgezet, zonder dat er eenig belangrijk succes behaald is aan een der beide zijden. Een telegram uit Petersburg aan de „Times" meldt, dat de Russische belege ring van Przemysl thans met kracht wordt voortgezet. De zware artillerie is er in positie gebracht, en de beschieting daarmede heeft reeds aan enkele forten ernstige schade berokkend1. En een Srief, die gevonden werd bij een Oostenrijkschen vlieger, die in handen der Russen viel, meldt, zij het ook In be dekte termen, da/t er gebrek aan levens middelen ontstaat in de stad en dat er onder de troepen veel ziekte heerscht. De Dardanellen. De toekomst van Konstantinopel geeft aanleiding tot eenig gewrijf tusschen de geallieerden. Rusland wil, blijkens de mededeeling van Sasonof in de Doema, Konstantinopel en de zeec/igten als buit van den oorlog. De Fransche bladen, die zich over de zaak uitspraken, willen desnoods Kon stantinopel aan Rusland geven, maar de zeeëngten neutraliseeren. Hiertegen kwam de „Rjetsj" op, die verklaarde, dat Konstantinopel zonder de zeeëngten geen waarde voor Rusland heeft. Het bezit der stad is slechts de na tuurlijke aanvulling van dat der zee- engten. De vrije doorvaart voor de reu- tralen en Balkanstaten, is van groot be lang, maar een regeling kan evengoed in Petersburg, zonder medewerking van de geallieerden, als te Parijs of Londen wor den gemaakt. Het schrijven over de schei ding van het bezit der zeeëngten van het bezit van Konstantinopel toont, dat de pers der geallieerden het levensbelang van Rusland niet inziet, zeide de „Rjetsj". Wat Engeland wil is nog niet duidelijk. Het afstaan van de zeeëngten en van Kon stantinopel aan Rusland is zoo in strijd met de oude Engelsche overlevering, dat nu en dan in de Engelsche pers een woord van verzet wordt gehoord. En de meening wordt dan uitgesproken, dat de toekomst van Konstantinopel een zaak van alge meen Europeesch belang is, en dat daar mede niet alleen de quaesties van de Mid- dellandsche en Zwarte Zee samenhangen, maar ook die van Perzië, Armenië, Meso- potamië en Syrië, quaesties die vooral En geland en Frankrijk aangaan. De neutralisatie van Konstantinopel en van de zeeëngten zou in aller belang zijn; en zelfs voor Rusland zou het bezit van dit gebied niet te verkiezen zijn, wijl het door de Balkanstaten, die grooter en machtiger geworden zijn, zou worden geschieden van de stad en de zeeëngten.' - Het „Hbld." teekent hierbij aan: Zoo wordt over de quaestie gesproken, wat er met de Dardanellen gebeuren zal. Maar inmiddels schieten de pogingen, om die straat te forceeren, nog niet hard op. Een maand is voorbijgegaan, en de be schieting is voor het oogenblik zelfs ge heel gestaakt. De forten aan den ingang, die, volgens de Engelsche berichten, in elkaar zouden geschoten zijn, moesten op nieuw worden gebombardeerd, om den Turken te beletten ze te herstellen. Verder is het Fransch-Engelsche eskader niet gekomen. Het wachten schijnt nu te zijn op een landingsleger. Een Fransch leger van 100,000 man is in Algiers bijeengebracht, onder bevel van generaal d'Amade. Ook Engelsche landingstroepen worden, ver wacht. De verwachting, dat de expeditie tegen de Dardanellen Italië en Griekenland lot deelneming_ aan den oorlog zou aanspo ren, is evenmin vervuld. Griekenland en Italië zouden er eer tegen moeten opko men, dat de zeeëngten en .Konstantinopel in handen van Rusland kwamen: Grie kenland, omdat het zelf aanspraken daar op maakt, Italië, omdat de tegenwoordi ge regeling, waartoe ook de Italiaansche regeering medewerkte, den Russischen oorlogsschepen belet door de zeeëngten in de Middellandsche Zee te komen. Uit Constantlnopel wordt d.d. 18 Maart geseind: Een deel der Turksche vloot heeft he denochtend de scheepswerf van Theodosia in brand geschoten. De vijandelijke vloot opende in den vroegen ochtend een lievig vuur tegen de Dardanellen-forten, die bet vuur met succes beantwoordden en het Fransche pantserschip „Bouvet" in den grond boorden (De „Bouvet" had een tonnenmaat van 12036 tons met een bemanning van 614 koppen. De artillerie bestond uit 2 stuk ken van 30V6, 2 van 27, 8 van 14, 8 van 10 en 14 van 4.7, terwijl het schip van 2 onderwater lanceerbuizen was voorzien. De „Bouvet was in 1896 van stapel ge- loopen. Red.) Luxemburg van levensmid delen afgesneden. Wat komen moest, is gekomen, meldt de „Tijd"-com uit Luxemburg. Het Groot hertogdom is dezer dagen van den levens middelentoevoer uit Duitschland afgesne den, en in de toekomst aangewezen met eigen middelen voor zichzelf te zorgen. De beperkende maatregelen, die Duitschland een maand geleden meende te moeten ne men, zijn het voorspel geweest van het on rustbarende nieuws, dat stad en land nu verontrust en zelfs hier en daar een paniek te voorschijn riep. Wat zal de toekomst brengen? Thans beleven we de gevolgen van den uithongeringsoorlog, die Engeland aan Duitschland verklaard heeft, welke, zoo niet tot een economisch-sociale catastrofe voor de neutrale staten, zeker tot de aller- nadeeligste gevolgen aanleiding kan ge ven. Niemand in Luxemburg, ook de regee ring niet, weet precies aan te geven of het land levensmiddelen genoeg heeft voor de naaste toekomst. Thans is men begonnen met de Staats-contröle over de levensmid delen, die moet aantoonen, hoeverre Luxemburg het met de volksvoeding uit eigen bronnen brengen kan. Ook heeft de Staatsminister Eischen onderhandelingen aangeknoopt met de regeering van Ame rika, om een eventueele nood-verzorging van daar te verkrijgen. Reeds hebben de besprekingen met den Engelschen gezant in Den Haag goede gevolgen gehad, en zullen zendingen uit Amerika ongestoord naar Luxemburg worden toegelaten. Van den Hollandschen minister van Buiten- landsche Zaken kreeg de regeering hier de toezegging tot hulp, indien zulks noodig zou blijken. Dezer dagen arriveerde uit Holland reeds 480,000 pond rijst in Luxem burg. Roemenië zal zorgen, dat de petroleum- nood in Luxemburg zal worden .opgehe ven, en beloofde, zoo spoedig mogelijk 245,000 liter petroleum naar Luxemburg te zullen zenden, alles bij elkaar verblijden de resultaten als gevolg van de verschil lende reizen van onzen Staatsminister. Intusschen blijft de brood-quaestie hier het onderwerp aller gesprekken. Herhaling der godsdienst oefeningen en gebeden voor den vrede. De „Osservatore Romano" bevat de vol gende officieele mededeeling betreffende de reeds door ons vermelde herhaling vein den biddag voor den vrede. „Zijne Heiligheid Paus Bcnodiclus XV, gehoor gevende aan het godvruchtig ver zoek van talrijke geloovigen en inzonder heid van de Italiaansche priesters der Eeuwigdurende Aanbidding, die gedron gen door de devotie tot de H. Eucharistie en ook door het verlangen, om door her haalde smeekbeden van de Goddelijke^ Barmhartigheid de gunst van den vrede te verkrijgen verlof hebben gevraagd, om op den 21sten Maart in de kerken van Europa te mogen herhalen de heilige oefeningen, door Z. II. op dien dag voor geschreven voor de bisdommen buiten Europa, heeft op dit verzoek goedgunstig beschikt en volgaarne het gevraagde ver lof verleend aan allen, die daarvan uit eigen beweging gebruik willen maken. Z. H. verleent daarbij den vollen aflaat aan al degenen die, na gebiecht en gecom municeerd te hebben, de heilige oefeningen zullen bijwonen of gedurende eenigen Bid zullen bidden voor het ter aanbidding Uit gestelde Allerheiligste, De kardinaal-staatssecretaris van Z. H. kardinaal Gasparri". Verschillende Oorlogs berichten. Schip getorpedeerd. Het stoomschip „Glenartney", van Bankok naar Londen en geladen met rijst, is gisterochtend in het Kanaal getorpedeerd. Een der opva renden is verdronken. Het schip zonk binnen het half uur. De „afwezigheidsbelasting" in België. Uitvoerige nieuwe bepalingen zijn uitge vaardigd inzake de „afwezigheidsbelas ting". Verlangd wordt, dat de besturen lijsten maken en spoedig inleveren, van de Bélgen, die op 1 Maart nog niet terugge keerd waren in België. De Dresden. Een telegram uit Was hington meldt, dat de Duitsche gezant al daar heeft verklaard, dat de „Dresden" in neutraal water door de Engelschen werd aangevallen. Kardinaal Maffi en de Kath. Pers. De kardinaal-aartsbisschop van Pisa ontvouwde dezer dagen, bij een ontvangst van de pastoors van zijn diocees, hun het plan, dat hij zich gevormd had, om n.l. een nauwkeurige lijst aan te leggen van alle parochianen, die op Katholieke bla den geabonneerd zijn. Daaruit zou dan op te maken zijn, welke parochianen als goed-Katholiek in aanmerking zouden kunnen komen en welke niet. Aan deze laatsten zou dan een grootere herderlijke zorg gewijd moeten worden. De zoo gezaghebbende kardinaal Maffi blijkt dus wèl aan de Katholieke pers een groote beteekenis loe te kennen. De Weesjes van de Aardbeving. Zooals men weet, is een groot getal kin deren, die door de jongste aardbeving weesjes geworden zijn in het Pauselijk pa leis te Castel Gondolfo ondergebracht. De kardinaal-staatssecretaris Gasparri heeft nu dezer dagen een bezoek aan het slot gebracht, om zich op de hoogte te stellen van de inrichting en de verple- FEUILLETON. DE DUIKER. i) ..Hij trad binnen.. Niets was er veran derd. De kamer van Ellen was gebleven zooals op haar sterfdag, en. Robert brak io tranen uit, toen hij het koffertje zag, hot koffertje, waarvan zij hem den sleu tel had gegeven, terwijl zij hem vaar.vel zeide. ..Hier was de woning, welke hij noodig had. Hier wilde hij leven tusschen de herinneringen aan het verleden en de hoop op wraak. ..Met behulp van John, zou hij weldra er zich kunnen vestigen. „Hij vestigde zich op de tweede ver dieping van het hui9, en gebruikte de ka- mer van Ellen om er te bidden en om er zijn moed te herkrijgen in droefheid. ..Robert verzamelde alle zaken, die de arme vrouw gebruikt had; hij plaatste ook 'n de kamer een treurige reliek, welke hij ^an de Sorelles had medegebracht het ouikerskleed, waarin George gestorven '.Hij plaatste het rechtop, tegen het zwarte behangsel. ..Indine Robert ooit de misdaad en de wraak had kunnen vergeten, zou dit reurig souvernir hem er wel aan herin- nepd hebben. ..John Slough vestigde zich te Passy, aar hij een kleine woning huurde, en m zijn alleenwonen te verklaren ging hij aor voor een Engelschman, die leed aan aarmoedigheid. «Hij had Paddy als knecht bij zich tot den dag, waarop men nut van hem kon hebben. „Iedereen stelde een onderzoek in, en na weinig moeite hadden zij inlichtingen. „Diego achtte zich zeker van de onstraf baarheid. Hij was er niet de man naar om in het verborgene te leven, en na acht da gen kende Robert zijn naam, zijn woning zijn gewoonten en zijn betrekkingen. „De tijd was gekomen om profijt te trek ken van de diensten van Paddy. „Zijn gedrag was geheel veranderd ten goede, en Robert twijfelde niet aan zijn getrouwheid. „Men kwam overeen, dat hij, arm ge kleed, zich aan Diego zou vertoonen, die hem zeker zou ontvangen, al was het maar uit nieuwsgierigheid. „Ook de geschiedenis, welke hij moest verhalen, was te voren bepaald: hij was onderweg bedelend van Napels gekomen; hij zou sterven van honger en smeekte Diego hem weder in dienst te nemen. Hij mocht vooral niet laten zien, dat hij be merkt had, onrechtvaardig behandeld te zijn. „Robert was overtuigd dat de valsche Pancorvo de vergetelheid zou toeschrijven aan de onnoozelheid van den Ier, en geen kwaad zou vermoeden. „Hij hoopte zelfs, dat Diego bij wijze van maatregel, om den man, die een deel zijner- geheimen kende, niet uit het oog te verliezen, Paddy in dienst zou nemen. „Het geschiedde aldus. „Paddy werd langen tijd ondervraagd. Hij antwoordde met die naïviteit, welke Ieren zoo goed kunnen aannemen, en Diego nam hem bij slot van rekening iq dienst. „Robert had dus een bondgenoot in hef huis van zijn vijand zelf, en de Ier gaf spoedig inlichtingen. „Diego had zijn leven zoo ingericht, dat het onmogelijk was een blik in zijn verle den te werpen. „Zijn personeel bestond „uit twee knechts, die hij uit de Levant had meege bracht, en die niets anders konden spre ken dan Arabisch. „Hij was zeer weinig thuis en bracht het grootste gedeelte van zijn tijd door in een club, waarin hij geïntroduceerd was. en hij ontving niemand bij zich, maar leidde buitenshuis een rijk leven en gaf veel geld uit. „Dat was juist, hetgeen Robert wensch te. „Hij wist wel, dat het geld van de Avenger ten laatste zou uitgeput raken, en dat hij dan door een of andere mis daad zich ander geld zou trachten te ver schaffen. „Robert wachtte, zeker als hij er van was, dat de kastijding eens zou komen, maar hij wilde Diego van meer nabij be waken, en hij zocht een betrekking, die hem in dagelijksche aanraking met den schurk bracht. ,.Zoo kwam het, dat hij het plan vorm de, te trachten als kellner bij de club in dienst te treden, welke de Pancorvo zoo dikwijls bezocht. „Hij schoor zich de baard af, liet de ha ren kort afknippen én maakte zich on herkenbaar. „Hij werd zonder moeite in den kring opgenomen, en zoodra hij er in dienst was, had hij reden gerust te zijn. „Diego herkende hem niet, want Ro bert had honderdmaal de gelegenheid hem te bedienen en nimmer schonk de adellijke Pancorvo eenige aandacht aan zijn gelaat. „Zoo verliepen er zes maanden. „Robert had ook nog een woning ge huurd in Parijs in de nabijheid van de club; maar eiken nacht ging hij naar het huis te Monitmartre om er zich te vereeni gen met de dierbare herinneringen van vroeger tijd. „Paddy vond dikwijls gelegenheid om hem spoedig liet een en ander te komen vertellen. „Ook John Slough ging dikwijls naar Monitmartre, en de eenzaamheid van de plaats leende zich zoo goed tot hun zaak, dat nooit iemand die nachtelijke samen komsten heeft verstoord. „Tegen het einde van den zomer bracht de Ier Robert gunstige berichten tot uitr voering van zijn plan, „Diego scheen in geldverlegenheid te verkeeren. Paddy was door zijn meester belast eenige leden van den kring te vol gen en zich van hun gewoonten op de hoogte te stellen. „Voornamelijk moest hij zien, welken weg zij des nachts namen om naar huis te keeren. „Weinige dagen later was een lid van den kling aangehouden en geplunderd, nadat hij gespeeld had. „Deze was juist een van degenen, cTie Paddy had moeten volgen, en Robert twij felde er geen oogenblik aan, of hij was aangevallen en uitgeplunderd door Diego. Diego's geldzaken moesten dan wol zeer slecht staan, dat hij zijn toevlucht tot zulke middelen nam, en net was ze ker, dat het bij deze daad niet zou 1 lij ven. „Robert besloot hem nog nauwkeuriger na te gaan, en hem op heeterdaad te be trappen en te doen arresteeren. „Weldra had hij zijn systeem van nach telijke aanvallen doorgrond. „De heer do Pancorvo bespiedde eiken avond de spelers, die wonnen, en wan neer hij dan door middel van Paddy na dere bijzonderheden omtrent hun ge woonten wist, viel het hem gemakkelijk hen op een of anderen hoek ecner straat aan te vallen. „Daar wierp hij den ongelukkigen voor bijganger op een manier, welke hij van Morgan geleerd had, op den grond, greep hem bij de keel, en het slachtoffer was uitgeschud, voordat hij den aanvaller ge zien had. „Doch er geschiedde iets merkwaardigs. „Onder het getal der leden van do club bevond zich de edelmoedige man. die vroeger in Provence vijfhonderd francs aan Robert had gegeven na diens ver oordeeling. „Hij herkende onder het kellnersklecd niet den geheimzinnigen gevangene van kaap Camarat; maar deze had zijn wel doener niet vergeten en begeerde zeer zijn schuld van dankbaarheid af te doen. „De gelegenheid bood zich maar al te spoedig aan en op geheel andere wijze dan hij verlangd had. „Op zekeren nacht bemerkte Robert, dat Diego van plan was dien weldoener, die dien avond in bet spel gelukkig was geweest, aan to vallen. (Wordt vervolsrd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1