19
Uit de Leidsche
Vroedschap.
BUITENLAND.
De Oorlog.
09 JAARGANG
No. 1653
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Intero. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Cnjevallen-verzekering
jn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze
agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
YRSJDAG
MAART.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedore regel meor 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (gean
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
De Ingekomen Stukken namen in de
gemeenteraadszitting van gisteren de
plaats in en vormen zoovele punten voor
de agenda van de eerstvolgende vergade
ring. De debatten zullen dan wel beheerscht
ivurden door toekenning van een toeslag
op de loonen en salarissen van gemeente
werklieden en ambtenaren, door steun te
ferleenen aan den kleinen middenstand,
die wel het meest in deze buitengewone
tijden in he<t gedrang komt. Met belang
stelling en een zekere nieuwsgierigheid
lien wij het praeadvies van B. en W. op
de desbetreffende adressen tegemoet Van
adressen gesproken. Vermakelijk was het
adres van de afd. Leiden van den Alg.
Ned. Ambtenaarsbond, waarin gevraagd
werd de prijzen der levensmiddelen terug
te brengen tot het oogenblik, dait de hui
dige crisis onmiddellijk voorafging. De
afdeeling van dezen bond heeft zeker vol
gens den wensch van de gansche bevol
king van Leiden' geadresseerd. Indien B.
en W. of Leiden's vroede vaderen eens
zoo knap waren de inwoners der Sleutel
stad dezen onschatbaren dienst te bewij
zen, dan geloovcn .wij, dat de beeldhou
wers in de 7 vette jaren handen te kort
zullen komen om standheelden te schep
pen voor deze weldoeners der mensch-
heid. Eigenlijk is het jammer, dat die af
deeling nog niet wat verder in he<t adres"
gegaan is en verzocht heeft de buitenge
wone omstandigheden wederom tot de ge
wone terug te brengen en de oorlogvoe
rende naties te gebieden vrede te sluiten,
want dajt anders....
Bij de behandeling der verordening tot
wering en beteugeling der mazelen heb
ben wij genoten van juridische betoogen
van juristen en niet-juristen, waarbij de
jurist den weg moest laten aan den niet-
jurist.
De overige punten der agenda geven
;een aanleiding tot op- of aanmerking.
Groole verliezen aan menschen-levens
op het Westelijk Oorlogsterrein. De
Bussen zetten op het Oostelijk Oorlogs
terrein met hevigheid hun aanvallen
voort. De beschieting der Dardanellen
wordt voortgezet. Het Fransche
pantserschip „Bouvet" is door de Tur-
i in den grond geboord.
Van het Westelijk en Ooste
lijk oorlogsterrein.
Ontzettend veel menschen-offers kost de
strijd en toch wordt er zoo weinig gewon
nen. De waarde, de ontzaglijke waarde
van een menschenleven wordt in dezen
strijd als ware verkleind tot iets onbe
langrijks.
Wij hebben gezien, welke groote offers
de strijd in Champagne om een smalle
strook gronds, op de uitvoerigste kaarten
zelfs nog moeilijk aan te geven, heeft ge
kost.
En men kan er van verzekerd zijn, dat
het In den strijd om St. Eloy, en bij Neuve
Chapelle en om den heuvel van Notre Dame
de Lorette bij Atrecht, niet anders gaat
Een Engelsch officieel bericht verzekert
ons b.v., dat de verliezen der Duitschers
bij La Chapelle in 3 dagen tijds reeds tot
18,000 gestegen waren, behalve de krijgs
gevangenen. Daar men van de gewonden
alleen diegenen kan tellen, welke krijgs
gevangen zijn, kunnen dus in die 18,000
ook geen gewonden begrepen zijn, en moet
dat getal beschouwd worden als aange
vend het getal dooden. Het is dus inder
daad niet alleen in het Oosten, dat de le
gers wegteren onder de voortdurende ver
liezen, zooals de sneeuw wegteert voor de
lentezon.
Toch is de onderneming bij La Chapelle
nog slechts het begin van een actie om een
punt van gewicht Zij is, naar veronder
steld wordt, tegen Rijssel gericht. Maar
indien men de tot nog toe in die richting
gewonnen strook gaat, dan is deze mis
schien nog geen 15e deel van den af te leg
gen afstand.
Op het Oostelijk oorlogsterrein zetten
de Russen over het geheele front hun aan
vallen voort en breidt het gevechtsveld
zich steeds meer uit.
Het ,,Hbld." geeft het volgende over
zicht van den strijd.
Op het oostelijk oorlogsterrein breidt
zich het geyechtsveld steeds meer uit.
Ten noorden van het gebied, dat in den
laatsten tijd het tooneel van gevechten
was, in het front van Naref- en Bobr-linie,
zijn nu weer Russische troepen versche
nen. Zij deden waarschijnlijk een verken
ning in de richting der Oost-Pruisische
grens, en stuitten daarbij op Duitsche
afdeelingen, die voor de grensbewaking
zijn opgesteld. De aanvallen, die de Rus
sen op Tauroggen en Langszargen deden,
werden door die Duitsche bewakingstroe-
pen afgeslagen.
In het Naref-front, aan beide oevers
van de Orsietsj en de Skra, ontwikkelt
zich een nieuw Russisch offensief, dat
nog niet krachtig genoeg is, om de Duit
sche linies tot den terugtocht te nopen.
Pogingen, om door de linies der Duit
schers te breken, werden afgeslagen. De
Russen betoogen echter, dat zij daarbij
gevangenen maakten en kanonnfen buit
maakten.
In het geheele front voor de Weichsel
schijnt "niets bijzonders te zijn voorgeval
len. En in de Karpathen wordt de strijd
voortgezet, zonder dat er eenig belangrijk
succes behaald is aan een der beide zijden.
Een telegram uit Petersburg aan de
„Times" meldt, dat de Russische belege
ring van Przemysl thans met kracht
wordt voortgezet. De zware artillerie is
er in positie gebracht, en de beschieting
daarmede heeft reeds aan enkele forten
ernstige schade berokkend1.
En een Srief, die gevonden werd bij
een Oostenrijkschen vlieger, die in handen
der Russen viel, meldt, zij het ook In be
dekte termen, da/t er gebrek aan levens
middelen ontstaat in de stad en dat er
onder de troepen veel ziekte heerscht.
De Dardanellen.
De toekomst van Konstantinopel geeft
aanleiding tot eenig gewrijf tusschen de
geallieerden. Rusland wil, blijkens de
mededeeling van Sasonof in de Doema,
Konstantinopel en de zeec/igten als buit
van den oorlog.
De Fransche bladen, die zich over de
zaak uitspraken, willen desnoods Kon
stantinopel aan Rusland geven, maar de
zeeëngten neutraliseeren.
Hiertegen kwam de „Rjetsj" op, die
verklaarde, dat Konstantinopel zonder de
zeeëngten geen waarde voor Rusland
heeft. Het bezit der stad is slechts de na
tuurlijke aanvulling van dat der zee-
engten. De vrije doorvaart voor de reu-
tralen en Balkanstaten, is van groot be
lang, maar een regeling kan evengoed in
Petersburg, zonder medewerking van de
geallieerden, als te Parijs of Londen wor
den gemaakt. Het schrijven over de schei
ding van het bezit der zeeëngten van het
bezit van Konstantinopel toont, dat de
pers der geallieerden het levensbelang
van Rusland niet inziet, zeide de „Rjetsj".
Wat Engeland wil is nog niet duidelijk.
Het afstaan van de zeeëngten en van Kon
stantinopel aan Rusland is zoo in strijd
met de oude Engelsche overlevering, dat
nu en dan in de Engelsche pers een woord
van verzet wordt gehoord. En de meening
wordt dan uitgesproken, dat de toekomst
van Konstantinopel een zaak van alge
meen Europeesch belang is, en dat daar
mede niet alleen de quaesties van de Mid-
dellandsche en Zwarte Zee samenhangen,
maar ook die van Perzië, Armenië, Meso-
potamië en Syrië, quaesties die vooral En
geland en Frankrijk aangaan.
De neutralisatie van Konstantinopel en
van de zeeëngten zou in aller belang zijn;
en zelfs voor Rusland zou het bezit van dit
gebied niet te verkiezen zijn, wijl het door
de Balkanstaten, die grooter en machtiger
geworden zijn, zou worden geschieden van
de stad en de zeeëngten.' -
Het „Hbld." teekent hierbij aan:
Zoo wordt over de quaestie gesproken,
wat er met de Dardanellen gebeuren zal.
Maar inmiddels schieten de pogingen, om
die straat te forceeren, nog niet hard op.
Een maand is voorbijgegaan, en de be
schieting is voor het oogenblik zelfs ge
heel gestaakt. De forten aan den ingang,
die, volgens de Engelsche berichten, in
elkaar zouden geschoten zijn, moesten op
nieuw worden gebombardeerd, om den
Turken te beletten ze te herstellen. Verder
is het Fransch-Engelsche eskader niet
gekomen.
Het wachten schijnt nu te zijn op een
landingsleger. Een Fransch leger van
100,000 man is in Algiers bijeengebracht,
onder bevel van generaal d'Amade. Ook
Engelsche landingstroepen worden, ver
wacht.
De verwachting, dat de expeditie tegen
de Dardanellen Italië en Griekenland lot
deelneming_ aan den oorlog zou aanspo
ren, is evenmin vervuld. Griekenland en
Italië zouden er eer tegen moeten opko
men, dat de zeeëngten en .Konstantinopel
in handen van Rusland kwamen: Grie
kenland, omdat het zelf aanspraken daar
op maakt, Italië, omdat de tegenwoordi
ge regeling, waartoe ook de Italiaansche
regeering medewerkte, den Russischen
oorlogsschepen belet door de zeeëngten in
de Middellandsche Zee te komen.
Uit Constantlnopel wordt d.d. 18 Maart
geseind:
Een deel der Turksche vloot heeft he
denochtend de scheepswerf van Theodosia
in brand geschoten. De vijandelijke vloot
opende in den vroegen ochtend een lievig
vuur tegen de Dardanellen-forten, die bet
vuur met succes beantwoordden en het
Fransche pantserschip „Bouvet" in den
grond boorden
(De „Bouvet" had een tonnenmaat van
12036 tons met een bemanning van 614
koppen. De artillerie bestond uit 2 stuk
ken van 30V6, 2 van 27, 8 van 14, 8 van
10 en 14 van 4.7, terwijl het schip van 2
onderwater lanceerbuizen was voorzien.
De „Bouvet was in 1896 van stapel ge-
loopen. Red.)
Luxemburg van levensmid
delen afgesneden.
Wat komen moest, is gekomen, meldt de
„Tijd"-com uit Luxemburg. Het Groot
hertogdom is dezer dagen van den levens
middelentoevoer uit Duitschland afgesne
den, en in de toekomst aangewezen met
eigen middelen voor zichzelf te zorgen. De
beperkende maatregelen, die Duitschland
een maand geleden meende te moeten ne
men, zijn het voorspel geweest van het on
rustbarende nieuws, dat stad en land nu
verontrust en zelfs hier en daar een paniek
te voorschijn riep. Wat zal de toekomst
brengen?
Thans beleven we de gevolgen van den
uithongeringsoorlog, die Engeland aan
Duitschland verklaard heeft, welke, zoo
niet tot een economisch-sociale catastrofe
voor de neutrale staten, zeker tot de aller-
nadeeligste gevolgen aanleiding kan ge
ven. Niemand in Luxemburg, ook de regee
ring niet, weet precies aan te geven of het
land levensmiddelen genoeg heeft voor de
naaste toekomst. Thans is men begonnen
met de Staats-contröle over de levensmid
delen, die moet aantoonen, hoeverre
Luxemburg het met de volksvoeding uit
eigen bronnen brengen kan. Ook heeft de
Staatsminister Eischen onderhandelingen
aangeknoopt met de regeering van Ame
rika, om een eventueele nood-verzorging
van daar te verkrijgen. Reeds hebben de
besprekingen met den Engelschen gezant
in Den Haag goede gevolgen gehad, en
zullen zendingen uit Amerika ongestoord
naar Luxemburg worden toegelaten. Van
den Hollandschen minister van Buiten-
landsche Zaken kreeg de regeering hier de
toezegging tot hulp, indien zulks noodig
zou blijken. Dezer dagen arriveerde uit
Holland reeds 480,000 pond rijst in Luxem
burg.
Roemenië zal zorgen, dat de petroleum-
nood in Luxemburg zal worden .opgehe
ven, en beloofde, zoo spoedig mogelijk
245,000 liter petroleum naar Luxemburg te
zullen zenden, alles bij elkaar verblijden
de resultaten als gevolg van de verschil
lende reizen van onzen Staatsminister.
Intusschen blijft de brood-quaestie hier
het onderwerp aller gesprekken.
Herhaling der godsdienst
oefeningen en gebeden voor
den vrede.
De „Osservatore Romano" bevat de vol
gende officieele mededeeling betreffende
de reeds door ons vermelde herhaling vein
den biddag voor den vrede.
„Zijne Heiligheid Paus Bcnodiclus XV,
gehoor gevende aan het godvruchtig ver
zoek van talrijke geloovigen en inzonder
heid van de Italiaansche priesters der
Eeuwigdurende Aanbidding, die gedron
gen door de devotie tot de H. Eucharistie
en ook door het verlangen, om door her
haalde smeekbeden van de Goddelijke^
Barmhartigheid de gunst van den vrede te
verkrijgen verlof hebben gevraagd, om
op den 21sten Maart in de kerken van
Europa te mogen herhalen de heilige
oefeningen, door Z. II. op dien dag voor
geschreven voor de bisdommen buiten
Europa, heeft op dit verzoek goedgunstig
beschikt en volgaarne het gevraagde ver
lof verleend aan allen, die daarvan uit
eigen beweging gebruik willen maken.
Z. H. verleent daarbij den vollen aflaat
aan al degenen die, na gebiecht en gecom
municeerd te hebben, de heilige oefeningen
zullen bijwonen of gedurende eenigen Bid
zullen bidden voor het ter aanbidding Uit
gestelde Allerheiligste,
De kardinaal-staatssecretaris
van Z. H. kardinaal Gasparri".
Verschillende Oorlogs
berichten.
Schip getorpedeerd. Het stoomschip
„Glenartney", van Bankok naar Londen
en geladen met rijst, is gisterochtend in
het Kanaal getorpedeerd. Een der opva
renden is verdronken. Het schip zonk
binnen het half uur.
De „afwezigheidsbelasting" in België.
Uitvoerige nieuwe bepalingen zijn uitge
vaardigd inzake de „afwezigheidsbelas
ting". Verlangd wordt, dat de besturen
lijsten maken en spoedig inleveren, van de
Bélgen, die op 1 Maart nog niet terugge
keerd waren in België.
De Dresden. Een telegram uit Was
hington meldt, dat de Duitsche gezant al
daar heeft verklaard, dat de „Dresden" in
neutraal water door de Engelschen werd
aangevallen.
Kardinaal Maffi en de Kath. Pers.
De kardinaal-aartsbisschop van Pisa
ontvouwde dezer dagen, bij een ontvangst
van de pastoors van zijn diocees, hun het
plan, dat hij zich gevormd had, om n.l.
een nauwkeurige lijst aan te leggen van
alle parochianen, die op Katholieke bla
den geabonneerd zijn. Daaruit zou dan
op te maken zijn, welke parochianen als
goed-Katholiek in aanmerking zouden
kunnen komen en welke niet. Aan deze
laatsten zou dan een grootere herderlijke
zorg gewijd moeten worden.
De zoo gezaghebbende kardinaal Maffi
blijkt dus wèl aan de Katholieke pers een
groote beteekenis loe te kennen.
De Weesjes van de Aardbeving.
Zooals men weet, is een groot getal kin
deren, die door de jongste aardbeving
weesjes geworden zijn in het Pauselijk pa
leis te Castel Gondolfo ondergebracht. De
kardinaal-staatssecretaris Gasparri heeft
nu dezer dagen een bezoek aan het slot
gebracht, om zich op de hoogte te stellen
van de inrichting en de verple-
FEUILLETON.
DE DUIKER.
i)
..Hij trad binnen.. Niets was er veran
derd. De kamer van Ellen was gebleven
zooals op haar sterfdag, en. Robert brak
io tranen uit, toen hij het koffertje zag,
hot koffertje, waarvan zij hem den sleu
tel had gegeven, terwijl zij hem vaar.vel
zeide.
..Hier was de woning, welke hij noodig
had. Hier wilde hij leven tusschen de
herinneringen aan het verleden en de
hoop op wraak.
..Met behulp van John, zou hij weldra
er zich kunnen vestigen.
„Hij vestigde zich op de tweede ver
dieping van het hui9, en gebruikte de ka-
mer van Ellen om er te bidden en om er
zijn moed te herkrijgen in droefheid.
..Robert verzamelde alle zaken, die de
arme vrouw gebruikt had; hij plaatste ook
'n de kamer een treurige reliek, welke hij
^an de Sorelles had medegebracht het
ouikerskleed, waarin George gestorven
'.Hij plaatste het rechtop, tegen het
zwarte behangsel.
..Indine Robert ooit de misdaad en de
wraak had kunnen vergeten, zou dit
reurig souvernir hem er wel aan herin-
nepd hebben.
..John Slough vestigde zich te Passy,
aar hij een kleine woning huurde, en
m zijn alleenwonen te verklaren ging hij
aor voor een Engelschman, die leed aan
aarmoedigheid.
«Hij had Paddy als knecht bij zich tot
den dag, waarop men nut van hem kon
hebben.
„Iedereen stelde een onderzoek in, en
na weinig moeite hadden zij inlichtingen.
„Diego achtte zich zeker van de onstraf
baarheid. Hij was er niet de man naar om
in het verborgene te leven, en na acht da
gen kende Robert zijn naam, zijn woning
zijn gewoonten en zijn betrekkingen.
„De tijd was gekomen om profijt te trek
ken van de diensten van Paddy.
„Zijn gedrag was geheel veranderd ten
goede, en Robert twijfelde niet aan zijn
getrouwheid.
„Men kwam overeen, dat hij, arm ge
kleed, zich aan Diego zou vertoonen, die
hem zeker zou ontvangen, al was het maar
uit nieuwsgierigheid.
„Ook de geschiedenis, welke hij moest
verhalen, was te voren bepaald: hij was
onderweg bedelend van Napels gekomen;
hij zou sterven van honger en smeekte
Diego hem weder in dienst te nemen. Hij
mocht vooral niet laten zien, dat hij be
merkt had, onrechtvaardig behandeld te
zijn.
„Robert was overtuigd dat de valsche
Pancorvo de vergetelheid zou toeschrijven
aan de onnoozelheid van den Ier, en geen
kwaad zou vermoeden.
„Hij hoopte zelfs, dat Diego bij wijze
van maatregel, om den man, die een deel
zijner- geheimen kende, niet uit het oog
te verliezen, Paddy in dienst zou nemen.
„Het geschiedde aldus.
„Paddy werd langen tijd ondervraagd.
Hij antwoordde met die naïviteit, welke
Ieren zoo goed kunnen aannemen, en
Diego nam hem bij slot van rekening iq
dienst.
„Robert had dus een bondgenoot in hef
huis van zijn vijand zelf, en de Ier gaf
spoedig inlichtingen.
„Diego had zijn leven zoo ingericht, dat
het onmogelijk was een blik in zijn verle
den te werpen.
„Zijn personeel bestond „uit twee
knechts, die hij uit de Levant had meege
bracht, en die niets anders konden spre
ken dan Arabisch.
„Hij was zeer weinig thuis en bracht het
grootste gedeelte van zijn tijd door in een
club, waarin hij geïntroduceerd was. en
hij ontving niemand bij zich, maar leidde
buitenshuis een rijk leven en gaf veel geld
uit.
„Dat was juist, hetgeen Robert
wensch te.
„Hij wist wel, dat het geld van de
Avenger ten laatste zou uitgeput raken,
en dat hij dan door een of andere mis
daad zich ander geld zou trachten te ver
schaffen.
„Robert wachtte, zeker als hij er van
was, dat de kastijding eens zou komen,
maar hij wilde Diego van meer nabij be
waken, en hij zocht een betrekking, die
hem in dagelijksche aanraking met den
schurk bracht.
,.Zoo kwam het, dat hij het plan vorm
de, te trachten als kellner bij de club in
dienst te treden, welke de Pancorvo zoo
dikwijls bezocht.
„Hij schoor zich de baard af, liet de ha
ren kort afknippen én maakte zich on
herkenbaar.
„Hij werd zonder moeite in den kring
opgenomen, en zoodra hij er in dienst
was, had hij reden gerust te zijn.
„Diego herkende hem niet, want Ro
bert had honderdmaal de gelegenheid
hem te bedienen en nimmer schonk de
adellijke Pancorvo eenige aandacht aan
zijn gelaat.
„Zoo verliepen er zes maanden.
„Robert had ook nog een woning ge
huurd in Parijs in de nabijheid van de
club; maar eiken nacht ging hij naar het
huis te Monitmartre om er zich te vereeni
gen met de dierbare herinneringen van
vroeger tijd.
„Paddy vond dikwijls gelegenheid om
hem spoedig liet een en ander te komen
vertellen.
„Ook John Slough ging dikwijls naar
Monitmartre, en de eenzaamheid van de
plaats leende zich zoo goed tot hun zaak,
dat nooit iemand die nachtelijke samen
komsten heeft verstoord.
„Tegen het einde van den zomer bracht
de Ier Robert gunstige berichten tot uitr
voering van zijn plan,
„Diego scheen in geldverlegenheid te
verkeeren. Paddy was door zijn meester
belast eenige leden van den kring te vol
gen en zich van hun gewoonten op de
hoogte te stellen.
„Voornamelijk moest hij zien, welken
weg zij des nachts namen om naar huis
te keeren.
„Weinige dagen later was een lid van
den kling aangehouden en geplunderd,
nadat hij gespeeld had.
„Deze was juist een van degenen, cTie
Paddy had moeten volgen, en Robert twij
felde er geen oogenblik aan, of hij was
aangevallen en uitgeplunderd door Diego.
Diego's geldzaken moesten dan wol
zeer slecht staan, dat hij zijn toevlucht
tot zulke middelen nam, en net was ze
ker, dat het bij deze daad niet zou 1 lij
ven.
„Robert besloot hem nog nauwkeuriger
na te gaan, en hem op heeterdaad te be
trappen en te doen arresteeren.
„Weldra had hij zijn systeem van nach
telijke aanvallen doorgrond.
„De heer do Pancorvo bespiedde eiken
avond de spelers, die wonnen, en wan
neer hij dan door middel van Paddy na
dere bijzonderheden omtrent hun ge
woonten wist, viel het hem gemakkelijk
hen op een of anderen hoek ecner straat
aan te vallen.
„Daar wierp hij den ongelukkigen voor
bijganger op een manier, welke hij van
Morgan geleerd had, op den grond, greep
hem bij de keel, en het slachtoffer was
uitgeschud, voordat hij den aanvaller ge
zien had.
„Doch er geschiedde iets merkwaardigs.
„Onder het getal der leden van do club
bevond zich de edelmoedige man. die
vroeger in Provence vijfhonderd francs
aan Robert had gegeven na diens ver
oordeeling.
„Hij herkende onder het kellnersklecd
niet den geheimzinnigen gevangene van
kaap Camarat; maar deze had zijn wel
doener niet vergeten en begeerde zeer zijn
schuld van dankbaarheid af te doen.
„De gelegenheid bood zich maar al te
spoedig aan en op geheel andere wijze
dan hij verlangd had.
„Op zekeren nacht bemerkte Robert,
dat Diego van plan was dien weldoener,
die dien avond in bet spel gelukkig was
geweest, aan to vallen.
(Wordt vervolsrd.)