WOENSDAG 17 MAART. I9I5. Een beoordeeling van Leidens annexatie-plannen. BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. 6e JAARGANG. No. 165! BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering tn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeellngen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groota letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geeu Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen. II. Wij gaan dus nu de vraag beantwoor. (jfn: Zijn Leidens .annexatie-plannen ge rechtvaardigd? Doch eerst deze vraag: Waarom is er liij een annexatie sprake van recht- y a a r d ighei d? Omdat de gemeenten, die er passief bij lelrokken zijn, een bestaansrecht heb ben, hetwelk haar door een annexatie ge heel of gedeeltelijk wordt ontnomen. Het ontnemen van een recht is zooals van teJf spreekt in overeenstemming of in strijd met de rechtvaardigheid. Bij een annexatie moet dus de vraag worden gesteld, of deze al of niet gerechtvaardigd Dat de gemeenten een bestaans recht hebben, vraagt nauwelijks een bewijs. Haar vormen zijn niet zoo maar door toeval ol willekeur ontstaan. Ze zijn een product der h i s t o r i e ën als zoodanig door de andsregeering erkend Door die wor ding en die erkenning bestaan de gemeen ten niet slechts feitelijk, doch ook rech tens. In het verschil der gemeenten tomt tot uiting zij 't dan niet altijd even sterk het verschil in geaardheid, strevingen en belangen der verschillende icvolkingscentra in een zelfde land. Bat erschil geheel of gedeeltelijk te onder- Irukken, te nivelleer en kan, in het alge- Deen gesproken, niet geschieden zonder geweld te doen aan de historie, zonder schade te berokkenen aan het geheel. ÏJit Ie behoedzaamheid, waarmede onder e 1 lc ninisterie over gemeentelijke grenswijzi- pngen wordt beschikt, blijkt wel, dat dé® rdgever van deze gedachten doordron- ;en is. Er kunnen echter hoogere belangen zijn, jan die der betrokken gemeenten, welke iet wettigen haar het bestaansrecht te ontnemen of te beperken. Er kunnen dl a. w. motieven zijn, die een annexatie rechtvaardigen. Welke die motieven Lijn, tullen wij nu trachten aan te toonen. annexatie van een gedeelte van een «an een stad grenzend dorp is gerecht vaardigd, zoo dat gedeelte reeds op na tuurlijke wijze bij die stad is ingelijfd, zoo- dat de bewoners van dat gedeelte zich niet meer één gevoelen met het dorp, waartoe ti] w e11 e 1 ij k worden gerekend, toch vee! meer met de stad, waaronder zij feitelijk behooren. Men kan zich in dit geval niet beroepen op de historische wording, daar deze juist dat gedeelte reeds beeft losgescheurd van de gemeente, vaar- toe het nog wettelijk behoort. Frappante voorbeelden hiervan vormen dein 1896 bij Leiden geannexeerde gedeel ten van de omliggende gemeenten. Kn ook tij de nu voorgestelde annexatie zijn zul- k gedeelten betrokken. Wij denken b.v. aan de verlengde straten aan de Oostzijde der gemeente-, achter de stadsfaibriek aan den Stadspolder, die wettelijk tot Leider dorp behooren. Laatstgenoemde gemeente iaerzeVf van overtuigd, dat deze straten niet-natuurlijken uitgroei van haar ;ebied vormen en is er dan c ok, Mar ons werd verzekerd, voor te vinden, om langs minnelijken weg die straten, he avens een groote uitgestrektheid grond eer 70 Hectaren) daarachter aan kiden af te staan. Wij denken ook aan d« aan Leiden grenzende straten op den Haag weg, wettelijk tot Zoeterwoude be horend, doch waarvan vele bewoners "Mschien nooit In de kom dier gemeente jeweest zijn, en zich geheel en al I.ei- •s gevoelen. Maar deze in vergelij- met het geheele annexatie-plan van ;^en e r kleine gedeelten, kunnen Mtuurlijk nooit een rechtvaardiging vor- voor de annexatie in haar ge- -I Wij zullen daarvan nog meer over- >gd worden, als wij dat annexatie-plan nauwkeuriger bezien. Het omvat: Wat de gemeente Zoeterwoude inn# een Veelte vari den Haagweg jnaf de grens tot nog vóór de Vink en fjü Jdeinor gedeelte van den Hoogen uJ«di]k (ongeveer groot 130 Hectaren); ,at de gemeente Leiderdorp he- den Lagen Rijndijk vanaf de grens ian -Ie Spanjaardsbrug, de Waard en tjren)-sP°'d'er (ongeveer groot 172 Hec- jqu}gemeente Oegstgeest Le- de Ilaariemmervaart van af de grens Finbegrip yan het kasteel Poelgeest, s Hendrikpark, Wilhelminaoark, 'irn ',!es'IJïeg bot aan den Rijn (dus o. m. JNiurgenveg van af Posthof tot aan ^laren)1'^0 (onSev€er groot 598 /'en ziet dus, dat de annexatie vooral ^est raakt, waaraan het beste (Viel ontnomen, terwijl men het minst bevolkte deel met nog een betrekkelijk uit gebreid gebied aan de verzorging van laatstgenoemde gemeente overlaat. Wie zulk een uitgebreide annexatie (liet te annexeeren gebied van Oegstgeest al leen is iets grooter dan geheel Leiden) wil rechtvaardigen met een verwijzing naar enkele bij Leiden stadsgewijs ingebouwde straten, redeneert toch hoogst oppervlak kig en bevooroordeeld. Een tweede motief, welke een annexatie rechtvaardigt, kunnen wij als volgt for muleeren. De annexatie van een gedeelte van een aan een stad grenzend dorp is gerecht vaardigd, zoo er tusschen die stad en dat dorp moeilijkheden ontstaan, welke niet anders kunnen worden opgelost en welker voortbestaan zou indruischen te gen een algemeen belang. Wij noemen het een „algemeen belang" dat de gemeente Leiden zich vrij kan ont wikkelen volgens den drang van de in haar levende krachten, dat zij in haar natuurlijken groei niet wordt gedrukt door de omliggende dorpen. De wetgever zou dit misschien noemen een „particulier be lang", opwegend tegen het „particulier belang" der omliggende dorpen, maar, als wij dit een „algemeen belang" heeten, staan wij sterker in onze conclusie, dat er geen sprake is van moeilijkheden tusschen Leiden en de omliggende gemeen ten, welker noodzakelijk voortbestaan zou indruischen tegen een „algemeen belang". Welke zijn zooal die moeilijkheden, die ter rechtvaardiging van de voorgestel de annexatie worden aangevoerd? De moeilijkheden, welke bij velen het zwaarste weegt, is deze: Leiden kan zich niet uitbreiden. Maar wij hebben in Leiden nog zooveel bouwterrein, dat het op het oogenblik zelfs nog niet bij benadering is te schatten, wanneer dit volgebouwd zal zijnl Wij hebben aan den Hoogen Rijndijk het Raamland, waarop door B. en W. een stra tenplan is geprojecteerd voor heerenhui zen en waarvoor bijna nog in het geheel geen bouwlust bestaat; wij hebben tus schen den Rijnsburgerweg en de Haarlem mervaart nog een flink terrein voor huizen voor welgestelde burgers (Oegstgeester- laan) en .voor goedkoopere huizen (Mariën- poelstraat); wij hebben om er moderne ar beiderswoningen op te richten de uitge strekte oppervlakte in den Stadspolder, waar reeds gebouwd is, en welke Leider dorp wel geheel zal willen afstaan, terwijl *er ook nog plaats genoeg is in andere dee- len der stad b. v. tusschen Morschweg en Gevangenhuislaan. Ter rechtvaardiging van een annexatie omvattende een grondgebied ruim ander half maal zoo groot als geheel Leiden, zou kunnen worden aangevoerd.... de noodza kelijkheid voor Leiden om zich te kunnen uitbreiden! Men hoort ook wel eens de meening ver kondigen, dat Leiden in de toekomst gele genheid moet hebben om b.v. lompenberg plaatsen, baggerstalen of andere groote inrichtingen te bouwen. Maar is hiermede gerechtvaardigd de annexatie van onge veer geheel het dichtbebouwde deel van Oegstgeest?Voor dergelijke ondernemingen zou toch b.'v. geschikt zijn de reeds meer malen genoemde Stadspolder of bijv. de Broekhuizerpolder (groot 121 H. A.), die tot Oegstgeest behoort, naar welke Oegst geest, dunkt ons, wel zou willen afstaan. Maar, zoo zegt men, er wordt te veel om ons heen gebouwd onder bepalingen, in de buitengemeenten geldend, die meestal veel slapper zijn dan bij ons. Dit is een moei lijkheid, ofschoon wij er de zwaarwichtig heid niet van voelen. Doch die moeilijkheid is, evenals vele anclere, zeer goed op te lossen zonder annexatie, vooral in de toe komst.. Vooral in de toekomst, zeggen we. Er is n.l. eenige weken geleden een wetsontwerp ingediend, „Wijziging en aanvulling van de wettelijke voorschriften, welke regeling van gemeenschappelijke belangen tusschen gemeenten beoogen", waarvan een der ar tikelen luidt „De gemeentebesturen zijn bevoegd ter behartiging van gemeentebe langen, een bond te vormen, waar over het Bestuur is opgedragen aan een Raad, sa mengesteld uit door ieder van hen aan te wijzen leden." Samenwerking van gemeen, ten ter behartiging van onderlinge belan gen zal dus in de vervolge zeer gemakke lijk zijn. Met het oog op dit wetsontwerp vervalt ook de moeielijkheid, die nog al eens wordt gemaakt, nl. de ligging der gestich ten Endegeest e. a. in de gemeente Oegst geest. Bovendien, zoo een annexatie ge rechtvaardigd zou zijn, als de eene gemeen te eigendommen in de andere had, tot welke vreemde conclusies zou men dan kunnen komen. Een andere moeilijkheid is deze: Het gaan wonen in de buitengemeenten door hen, die hun beroep of betrekking in Lei den 'hebben. Maar is het met het oog op deze weinigent (in Oegstgeest wonen niet meer dan een twintigtal z. g. forensen) gerechtvaardigd om eenige duizenden an dere personen te annexeeren? (Eg nu wij zen wij er niet eens op, dat die annexatie Leiden volstrekt niet tot financieel voordeel zou strekken, gelijk wij in een derde artikel zullen aantoonen). Bovendien, zoo men zich aan "dezen toestand ergert, dan is niet een annexatie het logische (en voordeelige) middel, maar men dringe bi' den Rijkswetgever aan op een grondige her ziening van ons onbillijk belastingstelsel. Er wordt nog wel eens een moeilijkheid geopperd, die echter al heel gemakkelijk te ontzenuwen is. „De bewoners van de omliggende gemeenten, speciaal die van Oegstgeest genieten de voordeelen van Lei den." Maar men vergeet daarbij dat onze gemeentebestuurders, als wijze regenten, er juist bij die bewoners zoo krachtig moge lijk op aandringen om van Leidens voor deelen te genieten, want al dat genot (gas, duinwater, onderwijs, publieke vermake lijkheden, tramverkeer enz.) komt... Leiden ten goede. Hoe meer men maar in Oegst geest van Leiden wil profiteeren des te be ter, ongetwijfeld, voor Oegstgeest zelf, doch niet minder voor Leiden. Bovendien, als de voorgestelde annexatie tot stand zou zijn gekomen, zou de gemeente Leiden, gedreven door een verstandig egoisme, weer trachten de dan aan haar grenzen wonenden zooveel mogelijk van haar te la ten profiteeren. Die bewoners moesten dan ook weer, consequent geredeneerd, wor den geannexeerd.... Iedereen ziet in dat de hier genoemde „moeielijkheid" eigenlijk voor Leiden geen moeielijkheid is, doch een voordeel. Onze conclusie uit het voorafgaande is, dat er geen enkele rechtvaardigheidsgrond is aan te voeren voor Leidens annexatie plannen in hun geheel genomen, speciaal niet voor die betreffende Oegstgeest; dat het historisch bestaan dier gemeeuteL de rechten en rechtmatige verwachtingen ha- rer inwoners niet mogen worden opgeofferd aan een onverstandig egoisme on zer gemeente. Wij spreken van een onverstandig egoisme, omdat o. i. door die annexatie de directe inkomsten (de belasting-opbrengst) van Leiden niet zullen vermeerderen, wel licht zelfs verminderen, en de indirecte inkomsten (die harer bedrijven en be woners) beslist zullen verminderen. Dit zullen wij in een derde artikel aan toonen. V'e rbetering. In het artikel van gisteren 3de kolom 5 alinea van onderen staat: Wie op de tweede vraag ontkennend antwoordt. De lezer zal reeds hebben be merkt, dat dit imoet zijn: Wie op de e e r- s t e vraag ontkennend antwoordt. Van het Westelijk en Ooste lijk oorlogsterrein. Op het front in Frankrijk en België heeft de actie zich in den laatsten tijd weer meer naar het Westen verplaatst. De bij Neuve Chapelle in Fransch-Vlaan- deren door de Engelschen behaalde xcor- deelen schijnen nog niet verloren te zijn gegaan, ondanks de krachtige pogingen der Duitschers om hun het verlorene weer te ontnemen. Ook de pogingen der Duitschers om den Lorette-iheuvel, ten N. van Atrecht, die de Franschen op hen veroverd hebben, te hmemen, zijn tot nog toe (mislukt. Er wordt nu hevig gestreden om een op het plateau van Lorette in Noordelijke rich ting vooruitspringend hoog punt. De Fran schen maakten daarbij honderd krijgsge vangenen. Ook de actie bij St. Eloy, ten Z. van Yperen, schijnt ten doel te hebben het be zit van een daa»- gelegen hoog punt. Dit ftas tot voor eenige dagen in het bezit der Engelschen, die er ingegraven lagen. Maar Zondagavond werden zij door een sterke Duitsche troepenmacht overvallen, door de overmacht genoodzaakt, terug te trek ken, en zelfs het achter den heuvel gele gen dorp St. Eloy prijs te geven. Den vol genden dag echter trachtten zij revanche te nemen. Zij heroverden het dorp on danks den tegenstand der Duitschers, be stormden den heuvel en hernamen een deel van hun daar gelegen vroegere loop graven. Het Duitsche bericht van heden middag evenwel zegt: de hoogte is ihans in ons bezit. Het Fransche bericht van hedenavond daarentegen zwijgt over St. Eloy, hetgeen voor de Engelschen een slecht teeken is. Van het Oostelijk oorlogsterrein berei ken ons lange telegrammen, die er op wij zen, dat er hard wordt gevochten, maar geen duidelijk beeld geven van den toe stand. Dat de Russen over het geheele ter rein verliezen lijden schijnt wel vast te staan. De „Dresden" gezonken. Uit Luik wordt aan de „Tijd" gemeld, dat het bericht der vernietiging van de „Dresden" allerwegen voldoening heeft gewekt, al had men reeds de overtuiging, dat den een of anderen dag de kruiser in de macht der hem geregeld achterna zit tende Engelsche eskaders moest vallen. Uit nader ingekomen berichten blijkt, dat de „Dresden" telkens weder de Ameri- kaansche kusten opzocht, waar hij reeds in Februari was gesignaleerd. Reeds bij zijn laatste omvaart van Kaap Hoorn was de kruiser, die met nieuwe, gefingeerde schoorsteenen naar de Z. Amerikaansche Westkust stoomde, door een patrouilles renden Engelschen hulpkruiser opgemerkt. Van toen af begon een geregelde jacht op het Duitsche schip, dat eindelijk bij de Juan-Fernandez-eilanden verrast kon wor den, dank zij een behendigen berichten dienst der draadlooze telegrafie, welke met de kusten gemeenschap hield. Reeds de eerste schoten, door de zware kanonnen der „Glasgow" gericht op uen Duitschen kruiser, welke trachtte ie ont vluchten waren raak en maakten de stuur inrichting van het schip machteloos. Door een behendige manoeuvre sloot het En gelsche eskader de getroffen „Dresden" aan drie zijden in, en toen aan boord de vlammen begonnen op te stijgen, deed de kapitein de vlag strijken. Tevergeeft had hij enkele minuten het scheepsgeschut doen werken; na een even heldhaftige als tragische verdediging zag hij het nuttetoo- ze in van verderen tegenstand. De brand had de scheepsruimen aangetast en. was niet meer te stuiten. Wilde de gezagvoer der niet het leven der bemanning 'oeke- loos aan water of vuur overleveren, dan schoot hem niets anders over, dan zoo snel mogelijk te capituleeren, alvorens do vlam- men de kruitkamers hadden bereikt. Hij koos toen het laatste, nadat hij alle maat regelen had genomen, dat het schip ook voor de Engelschen hopeloos zou verloren zijn. De dappere Duitsche bemanning van het gezonken schip is met alle krijgsmanseer door de Engelschen behandeld. De beschieting der Dardanel- len-forten. Uit ConstantLnopel wordt geseind: De laatste dagen hadden slechts onbeteeke- nende operaties plaats van de vloot 1 ij de Dardanelles De actie der slagschepen bleef beperkt tot betoogingen. Twee nieu we pogingen om door nachtelijke aanval len van kruisers en torpedojagers, de uiterste versperringen te naderen en de mijnen op ie ruimen, werden door de waakzaamheid en het vuur der Turken verijdeld. De door de pers der bondgenooten ver spreide berichten over een landing en suc cessen van hun troepen bij Smyrna zijn een verzinsel. De tot nu toe aan den dag gelegde zorgloosheid der vloot van de bondgenooten schijnt na een succesvollen aanval van de Turksohe zeemacht ver zwakt. De stemming te Konstantinopel is vol komen rustig, de bevolking bijna onver schillig geworden tegenover de blokkade der Dardanelles Verschillende Oorlogs berichten. Een schismatiek Vaticaau. Parijsche bladen melden, dat tusschen Engeland, Frankrijk en Rusland is overeengekomen, om bij de toekomstige organisatie van Konstantinopel ook de bestemming van de Aya Sofia te wijzigen. De Byzantijnsche basiliek zou in absoluut bezit komen van Rusland en in de omliggende gebouwen zou de Russische heilige synode haar zetel met exterritoriale souvereiniteit opslaan. Door de Aya Sofia als middelpunt der Oostersche orthodoxie zou in de oogen der Russen het beroemde testament van Peter den Grooten in vervulling gaan. De Entente-mogendheden willen dus zoo schrijft de „Köln. Volksztg." niets meer of minder dan een Oostersch Vati- caan, een Vaticaan van de orthodoxie, in tegenstelling met het Vaticaan der Katho lieken in Rome. Het bericht klinkt niet erg waarschijnlijk! Vijftien zuster9 Franciscanessen. Vijf tien zusters Franciscanessen hebben voor him opofferende werkzaamheid in lazaret ten op het Westelijk oorlogstooneel het IJzeren Kruis gekregen. Telling van varkens. Gisteren is in Duitschland een telling van de varkens gehouden. Onjuiste opgave wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten' hoogste 6 maanden of een geldboete tot 10,000 Mk. Voor den oorlog. Uit Rome wordt ge seind dat de schrijver Maeterlinck cn de Belgische afgevaardigde Destrée \urige redevoeringen te Rome hebben gehouden in de overvolle zaal der persvereeniging. Beide redevoeringen werden voortdurend door gejuich onderbroken. Ten slotte weer klonk een algemeen geestdriftig hoera voor België, waarop de afgevaardigde Bissolati „leve de oorlog" schreeuwde. Het publiek beantwoordde de kreet opgewonden. Ook op straat werden levendige betoogingen voor den oorlog gehouden. Mogen wij Paascheieren eten? Dit oorlogsprobleem wordt behandeld in den „Lokal Anzeiger". De schrijver komt tot de slotsom, dat het eten van kippen-eieren met Paschen moet worden afgekeurd. Duitschland's eiervoorraad laat op het oogenblik slechts toe, dat iedere Duitscher om de vijf dagen een ei eet De gezonden en sterken behooren dus het gebruik van eieren zooveel mogelijk te beperken, opdat de zieken en zwakken dagelijks eieren kunnen gebruiken. Maar tegen het nutti gen van suikereieren en eieren van cho colade is geen bezwaar. Integendeel. Sui ker is een kostelijk volksvoedsel en men kan dus met Paschen gerust zijn hart op halen aan suiker-eieren. Men sture er ook zooveel mogelijk naar het front, als Paaschgroet en als krachtig voedingsmid del. Aan chocolade-eieren mag men z;ch eveneens naar hartelust tegoed doen, want Duitschland heeft genoeg cacao. Het broodverbruik zal er meteen tijdelijk door beperkt worden, meent de medewerker van den „Lokal-Anzeiger". Koninklijke gift. Hare Majesteit de Koningin heeft eer bedrag van vijf-en-twintig duizend gul dens geschonken aan de Nationale Veree- niging tot steun -aan miiiciens. Uitvoer Belgi N e d e r 1 a n d. Alle uitvoer van België naar Nederland it verboden. In Luik moesten de voor Maas tricht bestemde booten worden afgeladen. Doorvoer door Nederland. Reuter seint uit Londen d.d. 15 Maart aan de „Tijd": In het Lagerhuis wees Peto er op, dai in het geval schepen worden overladen in Rijnbooten in do havens Rotterdam. Dordrecht en andere Rijnhavens, hun la ding niet onder toezicht komt van de Ne- derlandsche douanebeambten. Primrose antwoordde: Op het oogenblik wordt alle doorvoer of deze over den Rijn of op andere wijze geschiedt op dezelfde wijze behandeld door de Necler- landsche overheid. Zij grijpt niet in in den wettigen doorvoer, maar strenge voor schriften zijn gemaakt met betrekking tot hetgeen deze doorvoer bevat. Al deze goe deren worden doorzocht door de douane beambten en vrijgelaten, indien de inhoud bevredigend is, terwijl zij onder toezicht van de douane-beambten blijven totdat zij uit het land vertrekken. Ongebuild tarwebrood. Do minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft aan de burgemeesters de volgende circulaire gezonden, d.d. 16 Maart 1915: Bij mijn circulaire van 16 Februari j.I. werd de maximumprijs van ongebuild tar webrood, z.g. bruinbrood, gesteld op 20 cents per K.G. contant afgehaald aan bak kerij of winkel. Bij het bepalen van dezen maximumprijs zat de bedoeling voor dat in alle gemeenten biood, bestaande uit enkel ongebuild tar- wmeel, voor ten hoogste dezen prijs op aam rage verkr ijgbaar zou zijn. Bij onderzoek ia mij echter gebleken, dat in verschillende gemeenten een broodsoort werdt vervaardigd bestaande uit ongebuild meel met toevoeging van gebuild meel of van andere meelsoorten, als rijstemeel, enz. (de laatste broodsoort gewoonlijk „noodbrood" genoemd); terwijl daar gee& brui d bestaande uit enkel ongebuild meel, tegen een prijs van ten hoogste 20 cents per K.G. verkrijgbaar wordt gesteld. j'et brood, bestaande voor een deel uit gebuild meel, wordt dan gewoonlijk ver kocht Loven den door mij voor ongencld brood vastgestelden maximum-prijs, ter wijl het z.g. noodbrood natuurlijk aan zienlijk lager in prijs is. Uit den aard der zaak bestaat bij mij geen bezwaar, dat zij die deze broodsoor ten verlangen, in de gelegenheid worden gesteld zich hiervan te voorzien. Ik stel er echter prijs op dat brood, be staande uit enkel ongebuild tarwemeel, of (zoo dat door u in verhand met den prijs mogelijk geacht wordt) uit ongebuild en gebuild tarwemeel, tegen een prijs van ten hoogste 20 cents per K.G. bij de bakkcr3 voor iede.reen verkrijgbaar is. Beleefd verzoek ik u daarom tn uw ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1