WOENSDAG
17
MAART.
I9I5.
Een beoordeeling van
Leidens annexatie-plannen.
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
6e JAARGANG.
No. 165!
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
tn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Vs cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeellngen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groota letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geeu
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
II.
Wij gaan dus nu de vraag beantwoor.
(jfn: Zijn Leidens .annexatie-plannen ge
rechtvaardigd?
Doch eerst deze vraag: Waarom is er
liij een annexatie sprake van recht-
y a a r d ighei d?
Omdat de gemeenten, die er passief bij
lelrokken zijn, een bestaansrecht heb
ben, hetwelk haar door een annexatie ge
heel of gedeeltelijk wordt ontnomen. Het
ontnemen van een recht is zooals van
teJf spreekt in overeenstemming of in
strijd met de rechtvaardigheid. Bij een
annexatie moet dus de vraag worden
gesteld, of deze al of niet gerechtvaardigd
Dat de gemeenten een bestaans recht
hebben, vraagt nauwelijks een bewijs.
Haar vormen zijn niet zoo maar door toeval
ol willekeur ontstaan. Ze zijn een product
der h i s t o r i e ën als zoodanig door de
andsregeering erkend Door die wor
ding en die erkenning bestaan de gemeen
ten niet slechts feitelijk, doch ook rech
tens. In het verschil der gemeenten
tomt tot uiting zij 't dan niet altijd
even sterk het verschil in geaardheid,
strevingen en belangen der verschillende
icvolkingscentra in een zelfde land. Bat
erschil geheel of gedeeltelijk te onder-
Irukken, te nivelleer en kan, in het alge-
Deen gesproken, niet geschieden zonder
geweld te doen aan de historie, zonder
schade te berokkenen aan het geheel. ÏJit
Ie behoedzaamheid, waarmede onder e 1 lc
ninisterie over gemeentelijke grenswijzi-
pngen wordt beschikt, blijkt wel, dat dé®
rdgever van deze gedachten doordron-
;en is.
Er kunnen echter hoogere belangen zijn,
jan die der betrokken gemeenten, welke
iet wettigen haar het bestaansrecht te
ontnemen of te beperken. Er kunnen
dl a. w. motieven zijn, die een annexatie
rechtvaardigen. Welke die motieven Lijn,
tullen wij nu trachten aan te toonen.
annexatie van een gedeelte van een
«an een stad grenzend dorp is gerecht
vaardigd, zoo dat gedeelte reeds op na
tuurlijke wijze bij die stad is ingelijfd, zoo-
dat de bewoners van dat gedeelte zich niet
meer één gevoelen met het dorp, waartoe
ti] w e11 e 1 ij k worden gerekend, toch
vee! meer met de stad, waaronder zij
feitelijk behooren. Men kan zich in
dit geval niet beroepen op de historische
wording, daar deze juist dat gedeelte reeds
beeft losgescheurd van de gemeente, vaar-
toe het nog wettelijk behoort.
Frappante voorbeelden hiervan vormen
dein 1896 bij Leiden geannexeerde gedeel
ten van de omliggende gemeenten. Kn ook
tij de nu voorgestelde annexatie zijn zul-
k gedeelten betrokken. Wij denken b.v.
aan de verlengde straten aan de Oostzijde
der gemeente-, achter de stadsfaibriek aan
den Stadspolder, die wettelijk tot Leider
dorp behooren. Laatstgenoemde gemeente
iaerzeVf van overtuigd, dat deze straten
niet-natuurlijken uitgroei van haar
;ebied vormen en is er dan c ok,
Mar ons werd verzekerd, voor te vinden,
om langs minnelijken weg die straten, he
avens een groote uitgestrektheid grond
eer 70 Hectaren) daarachter aan
kiden af te staan. Wij denken ook aan
d« aan Leiden grenzende straten op den
Haag weg, wettelijk tot Zoeterwoude be
horend, doch waarvan vele bewoners
"Mschien nooit In de kom dier gemeente
jeweest zijn, en zich geheel en al I.ei-
•s gevoelen. Maar deze in vergelij-
met het geheele annexatie-plan van
;^en e r kleine gedeelten, kunnen
Mtuurlijk nooit een rechtvaardiging vor-
voor de annexatie in haar ge-
-I Wij zullen daarvan nog meer over-
>gd worden, als wij dat annexatie-plan
nauwkeuriger bezien.
Het omvat:
Wat de gemeente Zoeterwoude
inn# een Veelte vari den Haagweg
jnaf de grens tot nog vóór de Vink en
fjü Jdeinor gedeelte van den Hoogen
uJ«di]k (ongeveer groot 130 Hectaren);
,at de gemeente Leiderdorp he-
den Lagen Rijndijk vanaf de grens
ian -Ie Spanjaardsbrug, de Waard en
tjren)-sP°'d'er (ongeveer groot 172 Hec-
jqu}gemeente Oegstgeest Le-
de Ilaariemmervaart van af de grens
Finbegrip yan het kasteel Poelgeest,
s Hendrikpark, Wilhelminaoark,
'irn ',!es'IJïeg bot aan den Rijn (dus o. m.
JNiurgenveg van af Posthof tot aan
^laren)1'^0 (onSev€er groot 598
/'en ziet dus, dat de annexatie vooral
^est raakt, waaraan het beste (Viel
ontnomen, terwijl men het minst
bevolkte deel met nog een betrekkelijk uit
gebreid gebied aan de verzorging van
laatstgenoemde gemeente overlaat.
Wie zulk een uitgebreide annexatie (liet
te annexeeren gebied van Oegstgeest al
leen is iets grooter dan geheel Leiden) wil
rechtvaardigen met een verwijzing naar
enkele bij Leiden stadsgewijs ingebouwde
straten, redeneert toch hoogst oppervlak
kig en bevooroordeeld.
Een tweede motief, welke een annexatie
rechtvaardigt, kunnen wij als volgt for
muleeren.
De annexatie van een gedeelte van een
aan een stad grenzend dorp is gerecht
vaardigd, zoo er tusschen die stad en dat
dorp moeilijkheden ontstaan, welke niet
anders kunnen worden opgelost en
welker voortbestaan zou indruischen te
gen een algemeen belang.
Wij noemen het een „algemeen belang"
dat de gemeente Leiden zich vrij kan ont
wikkelen volgens den drang van de in
haar levende krachten, dat zij in haar
natuurlijken groei niet wordt gedrukt door
de omliggende dorpen. De wetgever zou
dit misschien noemen een „particulier be
lang", opwegend tegen het „particulier
belang" der omliggende dorpen, maar,
als wij dit een „algemeen belang" heeten,
staan wij sterker in onze conclusie, dat er
geen sprake is van moeilijkheden
tusschen Leiden en de omliggende gemeen
ten, welker noodzakelijk voortbestaan zou
indruischen tegen een „algemeen belang".
Welke zijn zooal die moeilijkheden, die
ter rechtvaardiging van de voorgestel
de annexatie worden aangevoerd?
De moeilijkheden, welke bij velen het
zwaarste weegt, is deze: Leiden kan zich
niet uitbreiden.
Maar wij hebben in Leiden nog zooveel
bouwterrein, dat het op het oogenblik zelfs
nog niet bij benadering is te schatten,
wanneer dit volgebouwd zal zijnl
Wij hebben aan den Hoogen Rijndijk het
Raamland, waarop door B. en W. een stra
tenplan is geprojecteerd voor heerenhui
zen en waarvoor bijna nog in het geheel
geen bouwlust bestaat; wij hebben tus
schen den Rijnsburgerweg en de Haarlem
mervaart nog een flink terrein voor huizen
voor welgestelde burgers (Oegstgeester-
laan) en .voor goedkoopere huizen (Mariën-
poelstraat); wij hebben om er moderne ar
beiderswoningen op te richten de uitge
strekte oppervlakte in den Stadspolder,
waar reeds gebouwd is, en welke Leider
dorp wel geheel zal willen afstaan, terwijl
*er ook nog plaats genoeg is in andere dee-
len der stad b. v. tusschen Morschweg en
Gevangenhuislaan.
Ter rechtvaardiging van een annexatie
omvattende een grondgebied ruim ander
half maal zoo groot als geheel Leiden, zou
kunnen worden aangevoerd.... de noodza
kelijkheid voor Leiden om zich te kunnen
uitbreiden!
Men hoort ook wel eens de meening ver
kondigen, dat Leiden in de toekomst gele
genheid moet hebben om b.v. lompenberg
plaatsen, baggerstalen of andere groote
inrichtingen te bouwen. Maar is hiermede
gerechtvaardigd de annexatie van onge
veer geheel het dichtbebouwde deel van
Oegstgeest?Voor dergelijke ondernemingen
zou toch b.'v. geschikt zijn de reeds meer
malen genoemde Stadspolder of bijv. de
Broekhuizerpolder (groot 121 H. A.), die
tot Oegstgeest behoort, naar welke Oegst
geest, dunkt ons, wel zou willen afstaan.
Maar, zoo zegt men, er wordt te veel om
ons heen gebouwd onder bepalingen, in de
buitengemeenten geldend, die meestal veel
slapper zijn dan bij ons. Dit is een moei
lijkheid, ofschoon wij er de zwaarwichtig
heid niet van voelen. Doch die moeilijkheid
is, evenals vele anclere, zeer goed op te
lossen zonder annexatie, vooral in de toe
komst..
Vooral in de toekomst, zeggen we. Er is
n.l. eenige weken geleden een wetsontwerp
ingediend, „Wijziging en aanvulling van
de wettelijke voorschriften, welke regeling
van gemeenschappelijke belangen tusschen
gemeenten beoogen", waarvan een der ar
tikelen luidt „De gemeentebesturen zijn
bevoegd ter behartiging van gemeentebe
langen, een bond te vormen, waar over het
Bestuur is opgedragen aan een Raad, sa
mengesteld uit door ieder van hen aan te
wijzen leden." Samenwerking van gemeen,
ten ter behartiging van onderlinge belan
gen zal dus in de vervolge zeer gemakke
lijk zijn.
Met het oog op dit wetsontwerp vervalt
ook de moeielijkheid, die nog al eens
wordt gemaakt, nl. de ligging der gestich
ten Endegeest e. a. in de gemeente Oegst
geest. Bovendien, zoo een annexatie ge
rechtvaardigd zou zijn, als de eene gemeen
te eigendommen in de andere had, tot
welke vreemde conclusies zou men dan
kunnen komen.
Een andere moeilijkheid is deze: Het
gaan wonen in de buitengemeenten door
hen, die hun beroep of betrekking in Lei
den 'hebben. Maar is het met het oog op
deze weinigent (in Oegstgeest wonen niet
meer dan een twintigtal z. g. forensen)
gerechtvaardigd om eenige duizenden an
dere personen te annexeeren? (Eg nu wij
zen wij er niet eens op, dat die annexatie
Leiden volstrekt niet tot financieel
voordeel zou strekken, gelijk wij in een
derde artikel zullen aantoonen). Bovendien,
zoo men zich aan "dezen toestand ergert,
dan is niet een annexatie het logische (en
voordeelige) middel, maar men dringe bi'
den Rijkswetgever aan op een grondige her
ziening van ons onbillijk belastingstelsel.
Er wordt nog wel eens een moeilijkheid
geopperd, die echter al heel gemakkelijk
te ontzenuwen is. „De bewoners van de
omliggende gemeenten, speciaal die van
Oegstgeest genieten de voordeelen van Lei
den." Maar men vergeet daarbij dat onze
gemeentebestuurders, als wijze regenten, er
juist bij die bewoners zoo krachtig moge
lijk op aandringen om van Leidens voor
deelen te genieten, want al dat genot (gas,
duinwater, onderwijs, publieke vermake
lijkheden, tramverkeer enz.) komt... Leiden
ten goede. Hoe meer men maar in Oegst
geest van Leiden wil profiteeren des te be
ter, ongetwijfeld, voor Oegstgeest zelf, doch
niet minder voor Leiden. Bovendien, als
de voorgestelde annexatie tot stand zou
zijn gekomen, zou de gemeente Leiden,
gedreven door een verstandig egoisme,
weer trachten de dan aan haar grenzen
wonenden zooveel mogelijk van haar te la
ten profiteeren. Die bewoners moesten dan
ook weer, consequent geredeneerd, wor
den geannexeerd.... Iedereen ziet in dat de
hier genoemde „moeielijkheid" eigenlijk
voor Leiden geen moeielijkheid is, doch een
voordeel.
Onze conclusie uit het voorafgaande is,
dat er geen enkele rechtvaardigheidsgrond
is aan te voeren voor Leidens annexatie
plannen in hun geheel genomen, speciaal
niet voor die betreffende Oegstgeest; dat
het historisch bestaan dier gemeeuteL de
rechten en rechtmatige verwachtingen ha-
rer inwoners niet mogen worden opgeofferd
aan een onverstandig egoisme on
zer gemeente.
Wij spreken van een onverstandig
egoisme, omdat o. i. door die annexatie de
directe inkomsten (de belasting-opbrengst)
van Leiden niet zullen vermeerderen, wel
licht zelfs verminderen, en de indirecte
inkomsten (die harer bedrijven en be
woners) beslist zullen verminderen. Dit
zullen wij in een derde artikel aan toonen.
V'e rbetering. In het artikel van
gisteren 3de kolom 5 alinea van onderen
staat: Wie op de tweede vraag ontkennend
antwoordt. De lezer zal reeds hebben be
merkt, dat dit imoet zijn: Wie op de e e r-
s t e vraag ontkennend antwoordt.
Van het Westelijk en Ooste
lijk oorlogsterrein.
Op het front in Frankrijk en België heeft
de actie zich in den laatsten tijd weer
meer naar het Westen verplaatst.
De bij Neuve Chapelle in Fransch-Vlaan-
deren door de Engelschen behaalde xcor-
deelen schijnen nog niet verloren te zijn
gegaan, ondanks de krachtige pogingen
der Duitschers om hun het verlorene weer
te ontnemen.
Ook de pogingen der Duitschers om den
Lorette-iheuvel, ten N. van Atrecht, die de
Franschen op hen veroverd hebben, te
hmemen, zijn tot nog toe (mislukt. Er
wordt nu hevig gestreden om een op het
plateau van Lorette in Noordelijke rich
ting vooruitspringend hoog punt. De Fran
schen maakten daarbij honderd krijgsge
vangenen.
Ook de actie bij St. Eloy, ten Z. van
Yperen, schijnt ten doel te hebben het be
zit van een daa»- gelegen hoog punt. Dit
ftas tot voor eenige dagen in het bezit der
Engelschen, die er ingegraven lagen. Maar
Zondagavond werden zij door een sterke
Duitsche troepenmacht overvallen, door
de overmacht genoodzaakt, terug te trek
ken, en zelfs het achter den heuvel gele
gen dorp St. Eloy prijs te geven. Den vol
genden dag echter trachtten zij revanche
te nemen. Zij heroverden het dorp on
danks den tegenstand der Duitschers, be
stormden den heuvel en hernamen een
deel van hun daar gelegen vroegere loop
graven. Het Duitsche bericht van heden
middag evenwel zegt: de hoogte is ihans
in ons bezit. Het Fransche bericht van
hedenavond daarentegen zwijgt over St.
Eloy, hetgeen voor de Engelschen een
slecht teeken is.
Van het Oostelijk oorlogsterrein berei
ken ons lange telegrammen, die er op wij
zen, dat er hard wordt gevochten, maar
geen duidelijk beeld geven van den toe
stand. Dat de Russen over het geheele ter
rein verliezen lijden schijnt wel vast te
staan.
De „Dresden" gezonken.
Uit Luik wordt aan de „Tijd" gemeld,
dat het bericht der vernietiging van de
„Dresden" allerwegen voldoening heeft
gewekt, al had men reeds de overtuiging,
dat den een of anderen dag de kruiser in
de macht der hem geregeld achterna zit
tende Engelsche eskaders moest vallen.
Uit nader ingekomen berichten blijkt,
dat de „Dresden" telkens weder de Ameri-
kaansche kusten opzocht, waar hij reeds
in Februari was gesignaleerd. Reeds bij
zijn laatste omvaart van Kaap Hoorn was
de kruiser, die met nieuwe, gefingeerde
schoorsteenen naar de Z. Amerikaansche
Westkust stoomde, door een patrouilles
renden Engelschen hulpkruiser opgemerkt.
Van toen af begon een geregelde jacht op
het Duitsche schip, dat eindelijk bij de
Juan-Fernandez-eilanden verrast kon wor
den, dank zij een behendigen berichten
dienst der draadlooze telegrafie, welke
met de kusten gemeenschap hield.
Reeds de eerste schoten, door de zware
kanonnen der „Glasgow" gericht op uen
Duitschen kruiser, welke trachtte ie ont
vluchten waren raak en maakten de stuur
inrichting van het schip machteloos. Door
een behendige manoeuvre sloot het En
gelsche eskader de getroffen „Dresden"
aan drie zijden in, en toen aan boord de
vlammen begonnen op te stijgen, deed de
kapitein de vlag strijken. Tevergeeft had
hij enkele minuten het scheepsgeschut
doen werken; na een even heldhaftige als
tragische verdediging zag hij het nuttetoo-
ze in van verderen tegenstand. De brand
had de scheepsruimen aangetast en. was
niet meer te stuiten. Wilde de gezagvoer
der niet het leven der bemanning 'oeke-
loos aan water of vuur overleveren, dan
schoot hem niets anders over, dan zoo snel
mogelijk te capituleeren, alvorens do vlam-
men de kruitkamers hadden bereikt. Hij
koos toen het laatste, nadat hij alle maat
regelen had genomen, dat het schip ook
voor de Engelschen hopeloos zou verloren
zijn.
De dappere Duitsche bemanning van het
gezonken schip is met alle krijgsmanseer
door de Engelschen behandeld.
De beschieting der Dardanel-
len-forten.
Uit ConstantLnopel wordt geseind: De
laatste dagen hadden slechts onbeteeke-
nende operaties plaats van de vloot 1 ij de
Dardanelles De actie der slagschepen
bleef beperkt tot betoogingen. Twee nieu
we pogingen om door nachtelijke aanval
len van kruisers en torpedojagers, de
uiterste versperringen te naderen en de
mijnen op ie ruimen, werden door de
waakzaamheid en het vuur der Turken
verijdeld.
De door de pers der bondgenooten ver
spreide berichten over een landing en suc
cessen van hun troepen bij Smyrna zijn
een verzinsel. De tot nu toe aan den dag
gelegde zorgloosheid der vloot van de
bondgenooten schijnt na een succesvollen
aanval van de Turksohe zeemacht ver
zwakt.
De stemming te Konstantinopel is vol
komen rustig, de bevolking bijna onver
schillig geworden tegenover de blokkade
der Dardanelles
Verschillende Oorlogs
berichten.
Een schismatiek Vaticaau. Parijsche
bladen melden, dat tusschen Engeland,
Frankrijk en Rusland is overeengekomen,
om bij de toekomstige organisatie van
Konstantinopel ook de bestemming van de
Aya Sofia te wijzigen. De Byzantijnsche
basiliek zou in absoluut bezit komen van
Rusland en in de omliggende gebouwen
zou de Russische heilige synode haar zetel
met exterritoriale souvereiniteit opslaan.
Door de Aya Sofia als middelpunt der
Oostersche orthodoxie zou in de oogen der
Russen het beroemde testament van Peter
den Grooten in vervulling gaan.
De Entente-mogendheden willen dus
zoo schrijft de „Köln. Volksztg." niets
meer of minder dan een Oostersch Vati-
caan, een Vaticaan van de orthodoxie, in
tegenstelling met het Vaticaan der Katho
lieken in Rome.
Het bericht klinkt niet erg waarschijnlijk!
Vijftien zuster9 Franciscanessen. Vijf
tien zusters Franciscanessen hebben voor
him opofferende werkzaamheid in lazaret
ten op het Westelijk oorlogstooneel het
IJzeren Kruis gekregen.
Telling van varkens. Gisteren is in
Duitschland een telling van de varkens
gehouden. Onjuiste opgave wordt gestraft
met een gevangenisstraf van ten' hoogste
6 maanden of een geldboete tot 10,000 Mk.
Voor den oorlog. Uit Rome wordt ge
seind dat de schrijver Maeterlinck cn de
Belgische afgevaardigde Destrée \urige
redevoeringen te Rome hebben gehouden
in de overvolle zaal der persvereeniging.
Beide redevoeringen werden voortdurend
door gejuich onderbroken. Ten slotte weer
klonk een algemeen geestdriftig hoera voor
België, waarop de afgevaardigde Bissolati
„leve de oorlog" schreeuwde. Het publiek
beantwoordde de kreet opgewonden. Ook
op straat werden levendige betoogingen
voor den oorlog gehouden.
Mogen wij Paascheieren eten? Dit
oorlogsprobleem wordt behandeld in den
„Lokal Anzeiger". De schrijver komt tot
de slotsom, dat het eten van kippen-eieren
met Paschen moet worden afgekeurd.
Duitschland's eiervoorraad laat op het
oogenblik slechts toe, dat iedere Duitscher
om de vijf dagen een ei eet De gezonden
en sterken behooren dus het gebruik van
eieren zooveel mogelijk te beperken, opdat
de zieken en zwakken dagelijks eieren
kunnen gebruiken. Maar tegen het nutti
gen van suikereieren en eieren van cho
colade is geen bezwaar. Integendeel. Sui
ker is een kostelijk volksvoedsel en men
kan dus met Paschen gerust zijn hart op
halen aan suiker-eieren. Men sture er ook
zooveel mogelijk naar het front, als
Paaschgroet en als krachtig voedingsmid
del. Aan chocolade-eieren mag men z;ch
eveneens naar hartelust tegoed doen, want
Duitschland heeft genoeg cacao. Het
broodverbruik zal er meteen tijdelijk door
beperkt worden, meent de medewerker
van den „Lokal-Anzeiger".
Koninklijke gift.
Hare Majesteit de Koningin heeft eer
bedrag van vijf-en-twintig duizend gul
dens geschonken aan de Nationale Veree-
niging tot steun -aan miiiciens.
Uitvoer Belgi N e d e r 1 a n d.
Alle uitvoer van België naar Nederland it
verboden. In Luik moesten de voor Maas
tricht bestemde booten worden afgeladen.
Doorvoer door Nederland.
Reuter seint uit Londen d.d. 15 Maart
aan de „Tijd":
In het Lagerhuis wees Peto er op, dai
in het geval schepen worden overladen
in Rijnbooten in do havens Rotterdam.
Dordrecht en andere Rijnhavens, hun la
ding niet onder toezicht komt van de Ne-
derlandsche douanebeambten.
Primrose antwoordde: Op het oogenblik
wordt alle doorvoer of deze over den
Rijn of op andere wijze geschiedt op
dezelfde wijze behandeld door de Necler-
landsche overheid. Zij grijpt niet in in den
wettigen doorvoer, maar strenge voor
schriften zijn gemaakt met betrekking tot
hetgeen deze doorvoer bevat. Al deze goe
deren worden doorzocht door de douane
beambten en vrijgelaten, indien de inhoud
bevredigend is, terwijl zij onder toezicht
van de douane-beambten blijven totdat zij
uit het land vertrekken.
Ongebuild tarwebrood.
Do minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft aan de burgemeesters de
volgende circulaire gezonden, d.d. 16 Maart
1915:
Bij mijn circulaire van 16 Februari j.I.
werd de maximumprijs van ongebuild tar
webrood, z.g. bruinbrood, gesteld op 20
cents per K.G. contant afgehaald aan bak
kerij of winkel.
Bij het bepalen van dezen maximumprijs
zat de bedoeling voor dat in alle gemeenten
biood, bestaande uit enkel ongebuild tar-
wmeel, voor ten hoogste dezen prijs op
aam rage verkr ijgbaar zou zijn.
Bij onderzoek ia mij echter gebleken, dat
in verschillende gemeenten een broodsoort
werdt vervaardigd bestaande uit ongebuild
meel met toevoeging van gebuild meel of
van andere meelsoorten, als rijstemeel,
enz. (de laatste broodsoort gewoonlijk
„noodbrood" genoemd); terwijl daar gee&
brui d bestaande uit enkel ongebuild meel,
tegen een prijs van ten hoogste 20 cents per
K.G. verkrijgbaar wordt gesteld.
j'et brood, bestaande voor een deel uit
gebuild meel, wordt dan gewoonlijk ver
kocht Loven den door mij voor ongencld
brood vastgestelden maximum-prijs, ter
wijl het z.g. noodbrood natuurlijk aan
zienlijk lager in prijs is.
Uit den aard der zaak bestaat bij mij
geen bezwaar, dat zij die deze broodsoor
ten verlangen, in de gelegenheid worden
gesteld zich hiervan te voorzien.
Ik stel er echter prijs op dat brood, be
staande uit enkel ongebuild tarwemeel, of
(zoo dat door u in verhand met den prijs
mogelijk geacht wordt) uit ongebuild en
gebuild tarwemeel, tegen een prijs van ten
hoogste 20 cents per K.G. bij de bakkcr3
voor iede.reen verkrijgbaar is.
Beleefd verzoek ik u daarom tn uw ge-