16 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG. *Ntl- No. 1650 e Êoid^elveSoti^cmt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 22/s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DINSDAG MAART. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Dit nummer beslaat uit twee bladen. Een beoordeeling van Leidens annexatie-plannen. Ieder weet althans in groote trekken - wat wij bedoelen, als wij spreken over Leidens annexatie-plannen. De gem. Lei den wenscht n.l. haar grenzen te wijzigen baar gebied uit te strekken, èen gedeelte j van de om haar heen liggende dorpen Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude bij zich in te lijven, te annexeeren. Dat i verlangen onzer gemeente dateert niet I van den allerlaatsten tijd, maar het is reeds door het Dagelijksch Bestuur aan Gedeputeerde Staten kenbaar gemaakt in het jaar 1908 en.... niemand zal durven voorspellen, dat het zeer spoedig defini tief al of niet, geheel of gedeeltelijk zal zijn verwezenlijkt. Onze wetgeving brengt nu eenmaal, helaas, mede, dat annexatie plannen een langdurige procedure moeten doorloopen, voordat zij tot oplossing zijn gekomen. Daarbij komt nog, dat de bij een annexatie betrokken gemeenten op die procedure geen of tenminste geen di ree ten invloed kunnen uitoefenen om den termijn te bekorten; dat zij zich deze ten slotte slechts kunnen bepalen tot een afwachtende houding. De wet geeft het initiatief voor de an nexatie >aan Gedeputeerde Staten, niet aan de gemeenten. Deze laatsten kunnen zich wel met voorstellen tot Gedeputeer de Staten wenden. (En dit is dan ook ge schied door de gemeente Leiden in 1908). Maar het gebeurt niet zelden, dat Gede puteerde Staten dan die voorstellen begra ven in een diep stilzwijgen tot ontstem ming en dikwijls ook tot schade der be trokken gemeenten, vooral van die ge meenten, wejke bij de voorgestelde annexa tie het passief voorwerp zijn, daar deze in dien tijd in een toestand van volslagen onzekerheid verkeeren, waardoor haar groei, haar uitbreiding, haar vooruitgang noodzakelijk wordt belemmerd. Toen de gemeente Leiden zich in 1908 tot Gedeputeerde Staten, had gewend met haar annexatie-plannen, ontving zij reeds in den aanvang van het volgend jaar een antwoord van genoemd college zeer spoedig dus. In dat antwoord gaven Ge deputeerde Staten als hun meening te kennen, dat Leiden eerst moest trachten met de betrokken gemeenten tot overeen stemming te komen, alvorens zij hande lend zouden optreden. Door Leiden wer den toen nog 'hetzelfde jaar onderhande lingen gevoerd met Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude, welke echter afstootten op een gemeenschappelijk bezwaar der drie genoemde gemeenten het bezwaar ml., dat Leiden niet wilde ontvouwen de redenen, welke voor haar een grensuit- breiding wenschelijk maakten. Het nega tief resultaat der onderhandelingen werd door Leiden aan Gedeputeerde Staten me degedeeld bij wie intusschen ook be zwaarschriften uit de bij de annexatie passief betrokken gemeenten waren bin nengekomen met het gevolg, dat deze nog het zelfde jaar aan Leiden verzoch ten een gedocumenteerde uiteenzetting van de redenen, welke haar tot de annexa tie-plannen hadden doen besluiten. En toen is er stagnatie gekomen in de procedure. Onze gemeente heeft dat ver- Wfk van Gedeputeerde Staten eerst inge willigd in 1913, dus vier jaar later. Let hgt voor de hand, dat deze vertraging Dieet worden toegeschreven aan het feit, fat in die jaren vier van de vijf plaa.sen m liet college van B. en W. zijn verwisseld, waaronder oolc de voorzitterszeteL Onze tegenwoordige burgemeester heeft, zooals u" het bovenstaande blijkt, hij het aan vaarden van zijn ambt de annexatie-plan nen reeds uitgewerkt gevonden. Het aatst-bedoelde schrijven onzer gemeente, •jan Gedeputeerde Staten het schrijven ds, waarin de annexatie-plannen werden gedocumenteerd werd door deze opge- •anden aan Leiderdorp, Oegstgeest en Zoe- - envoude om die gemeenten in de gelegen- ei te stellen de door Leiden voor haar oorstellen aangevoerde gronden te weer- ogen. Op de gevraagde weerlegging lie- fD de betrokken gemeenten, zooals te egnjpen is, niet lang wachten. Toen nu vh 61 de staten door beide partijen pon j J waren ingelicht, besloten zij onderzoek in loco (ter plaatse) in I* t„ .wat geschied is in Januari j.L ari hebben zii in de verschillende Ln en^n met de dagelijksche besturen eea conferentie gehouden. zirh° f°over heeft het annexatie-proces öc" ontwikkeld. dril™ -Zal er rtu gebeuren? Er bestaat Drieërlei mogelijkheid. JL^teerde staten kunnen de »'oor- Als ;,,Van beb'en geheel en al verwerpen, eind 18 geschied, heeft de zaak een P genomen. ,edüputeerde. Staten kunnen de voor stellen van Leiden ongewijzigd overnemen en bij de Regeering indienen. Gedeputeerde Staten kunnen, onafhan kelijk van die van Leiden, zelf voorstel len in elkander zetten en bij de Regeering indienen. Als een van deze twee Laatste mogelijk heden is geschied, vraagt de Regeering het oordeel over de bij haar ingediende voorstellen aan de gemeenteraden (in dit geval aan de gemeenteraden van Leiden, Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude) en aan een in iedere gemeente door de kiezers gekozen commissie als 't v are een Raad naast den Raad. Wanneer de Regeering het oordeel van de gemeenteraden en de commissies heeft vernomen, dient zij een voorstel bij de Kamers in „naar eigen goeddunken", welke laatste zinsnede beduidt, dat de Re- geeringsontwerpen een geheel anderen inhoud kunnen hebben, dan de ontwer pen, waarover de gemeenteraden en de bijzondere commissies hebben geadviseerd. Zooals de Regeering de annexatie voor stelt, wordt zij bijna altijd door de Kamers goedgekeurd. Mr. A. A. H. Struycken merkt in zijn zeer lezenswaardig boek „De gemeenten en haar gebied" (Een studie over ide vrijwillige en onvrijwillige samen werking der gemeenten en de verandering van gemeentegrenzen) het volgende op: „Van de pl.m. 150 ontwerpen van grens- veranderingen, vereenigingen en splitsin- r™- ,.on (TPirvopTitien, sinds 1848 ingediend, werden er vijf verworpen (1 door de 3e, 4 door de le Kamer), waarvan 2 later, op nieuw ingediend, todh weder werden aan genomen. Amendementen zijn herhaalde lijk beproefd, maar, zoo dikwijls door de RegeerLng bestreden, nimmer aangeno men. Bij verschillende voorstellen ontbrak het zeker niet aan dikwijls heftig debat van eenige leden, meestal tot de betrokken gemeenten in eenig verband staande, of getracht hebbende zioh van de toestanden op de - hoogte te stellen. Maar het debat ging veelal langs de Kamers heen, die immers ieder middel misten, om over de juistheid der gegevens en meeningen te oordeelen, bovendien van de onbevangen heid der betrokken Kamerleden niet altijd zeker konden zijn. Zoo was er voor de Ka mers vrijwel nimmer een anderen weg, dan mede te gaan met de Regeering." Wij kunnen dus met een aan zekerheid gren zende waarschijnlijkheid er van overtuigd zijn, dat indien tenminste het proces zich zoo ver ontwikkelt de grenswijzi ging zal tot stand komen, zooals ze dcor de Regeering aan de Kamers zal worden voorgesteld. Wanneer zou dat kunnen gebeuren? Deze vraag kunnen wij onmogelijk beantwoor den, daar onze in dit opzicht niet zeer volmaakte wetgeving geen termijn vast stelt voor de afwikkeling van een annexa tieproces. Het is bekend, dat ten onzent grensveranderingen lang „hangende" blijven. Verscheidenen 'onzer lezers zullen .zich herinneren, dat Leiden zich in 1896 heeft uitgebreid ten koste van dezelfde gemeente, die nu bij de annexatie-voorstel len zijn betrokken. De toen verwezenlijkte plannen waren bij Ged. Staten ingediend, •in 1882. Er zijn echter, we kunnen gerust zeggen: schrikwekkender voorbeelden. De grensveranderingen van Maastricht en Delft b.v. „hangen" nu reeds bijna een halve eeuw! Het behoeft geen betoog, dat dit slepende blijven van annexatie-voorstellen groote nadeelen met zich medebrengt. Consta- teeren we slechts één feit, hetwelk niet kan worden geloochend: Personen, die gaarne van uit andere plaatsen ('s-Gra- venhage b. v. naar Oegstgeest zouden willen verhuizen, besluiten nu daartoe niet; bouwondernemers die over voldoen den durf zouden beschikken om in Oegst- geeast te gaan bouwen, dralen nu met het uitvoeren hunner plannen. Waarom? Om dat zij geen rechtzekerheid hebben niet we ten wat hen te wachten staat, zich op geen vaste basis kunnen stellen voor hunne be rekeningen. Een diepere oorzaak van dit .verschijnsel zullen wij in een der volgende artikelen trachten aan te wijzen. Dit feit is het spreekt vanzelf na- deelig voor Oegsgeest, maar het is ook na- deelig voor Leiden. Hoe hooger het bevolkingscijfer van Oegstgeest stijgt, door dat er zich personen komen vestigen uit* andere streken van het land of de provin cie, des te voordeeliger voor Leiden. Het is toch in winkelierskringen een vrij-algemeen verspreide over tuiging, dat de bewoners van de om liggende gemeenten niet laboreeren aan de, wij zouden haast zeggen: onduldbare hebbelijkheid van meerdere Leidenaars, die meenen in 's-Gravenhage beter en bil lijker hun inkoopen te kunnen doen, dan in hun eigen stad. De koopkracht van de bewoners van Oegstgeest komt geheel of tenminste voor een groot deel ten goede aan Leiden. Maar hierover later meer. Wij willen alleen vaststellen, dat een zoo spoe dig mogelijke oplossing der annexatieplan nen dringend te wenschen is. Doch hoe moet die oplossing zijn? Ziehier de vraag, welke wij in twee vol gende artikelen nader willen bezien. Mocht iemand meenen, dat wij deze vraag niet op de gewenschte wijze be lichten, zijn meening zal onder de rubriek „Ingezonden stukken" in ons blad een plaats vinden. Wie in het gerecht vaardigd belang van Leiden meent anders te moeten spreken, dan wij, hem valt in ons blad de ontvangst ten deel van een vriend! Een beoordeeling van Leiden's annexa tie-plannen is afhankelijk van de oplos sing dezer twee vragen: lo. Zijn die plannen gerechtvaardigd? 2o. Zijn die plannen in het financieel be lang onzer gemeente? Wie op de eerste vraag bevestigend ant woordt, wie dus meent, dat de uitbreidiugs plannen van Leiden mogen worden ver wezenlijkt, zooals ze aan Gedeputeerde Staten zijn voorgesteld, hij zal toch niet tot het noodzakelij- k e en zelfs niet tot het w o n s c h e 1 ij k e dier annexatie besluiten, vootdat hij ook een bevestigend antwoord Keeft gegeven op de tweede vraag. Wie op de tweede vraag ontkennend antwoordt, wie dus meent, dat de uitbrei- breidingsplannen niet mogen worden verwerkelijkt, of ^JJhans niet, zooals zij nu voor ons liggen, hij zal toch als goed Leidenaar, wien het wel en wee zijner stad ter harte gaat, zich niet zonder eenige huivering tegen die plannen durven ver zetten mits hij ook een ontkennend antwoord heeft gegeven op de tweede vraag. Waarom? De kwestie van het al of niet rechtvaardige eener annexatie is zóó ingewikkeld, kan zóó veelzijdig worden be licht, dat het zeer moeilijk is in deze een overtuiging te verkrijgen, welke allen twijfel volkomen buitensluit. Hoe men dus over de eerste vraag deukt, de beantwoording van de tweede zal meest al den doorslag geven. Men ga nu echter niet denken, dat de vraag omtrent het al of niet rechvaardige eener annexatie eigenlijk wel buiten be schouwing kan blijven. Wie op goede gronden de meening ver dedigt, dat een annexatie niet gerecht vaardigd is heeft er recht op, dat men zijn meening eerbiedigt en er rekening mee houdt, zoolang totdat een ander het tegen overgestelde op gelijkwaardige gronden aanneembaar weet te maken. Wij stellen ons daarom voor in een tweede artikel de eerste en in een derde (slot) artikel de tweede vraag te beant woorden. Een Russische nederlaag. Drie Britsche kruisers hebben de „Dresden" tot zinken gebracht. Een uit- en doorvoerverbod van kolen en verschil lende brandstoffen is uitgevaardigd in Duitschland, met de bedoeling toezicht te oefenen, op den verkoop dezer ar tikelen. Van het Westelijk en Ooste lijk oorlogsterrein. Van het Westelijk oorlogsterrein valt weinig nieuws te vermelden. Het Duitsche hoofdkwartier meldde gisteren: Westende-Bad werd gisteren zonder succes door twee vijandelijke kanonneer- booten beschoten. Een aanval op een door de Engelschen bezette hoogte ten Zuiden van Yperen maakte goede vorderingen. Fransclie gedeeltelijke aanvallen ten Noorden van Le Mesnil werden onder zware verliezen voor den vijand terugge slagen. In de Vogezen wordt op enkele plaatsen nog gestreden. Het Fransche communiqué meldde gis teren: Het Belgische leger maakt verdere vor deringen in den sector van de Yser en ten Zuiden van Dixmuiden. De Engelsche troepen werden gister avond bij St. Eloy zeer hevig aangevallen. Zij werden eerst lichtelijk teruggeslagen, maar de Engelschen heroverden door een tegen-aanval een gedeelte van het verloren terrein. Het gevecht duurt voort. In Argonne heeft de vijand een derden zeer hevigen tegenaanval gedaan om de loopgraven te hernemen, die door ons tus- schen Four-de-Paris en Bolante genomen waren. De tegenaanval werd afgeslagen. Weer een nieuwe Russische nederlaag op de grens van Oost-Pruisen? Een uitvoerig telegram uit het groote hoofdkwartier van het Duitsche leger brengt tal van bijzonderheden dienaan gaande. Mogen wij deze zonder nadere bevesti ging aannemen? De officieele herkomst van het bericht geeft reden tot vertrouwen, al is dat geen blind vertrouwen, daar immers in dezen oorlog iederen dag bevestigd wordt, dat elke partij naar zich toerekent. De operatie komt volgens het Duitsche bericht in hoofdzaak daarop neer, dat het Russische leger, zonder dat de aanvoer ders zich voldoende op de hoogte van 's vijands bewegingen hadden gesteld, in de buurt van de stad Suwalki ,de hoofd plaats van het zoo dikwijls genoemde Russische gouvernement, tegen het Dub sche front oprukten, dat vlak aan de Prui sische grens stond. De Duitschers echter hadden inmiddelds onopgemerkt een ge deelte van hun front in Noordelijke rich ting verschoven, en groote troepenmassa's derwaarts gezonden, die (de streek is daar met dichte bosschen bedekt!) on opgemerkt zich konden uitbreiden in de rechterflank der Russen, en hen op 9 en 10 Maart op het onverwachts op het lijf vielen. Het resultaat van dezen aanval was, dat twee regimenten, die op den uitersten rechtervleugel der Russen ageerden, in de pan werden gehakt, en dat de dichter naar het centrum van het Russische front ope- reerende deelen, wilden zij niet tusschen twee vuren geraken, tot den terugtocht moesten overgaan, waarbij zij er natuur lijk evenmin zonder kleerscheuren af kwamen. Groote, ernstige gevechten, hadden zelfs volgens het Duitsche bericht niet plaats. De achtervolging schijnt zich ook niet ver te hebben uitgestrekt, en de terug tocht op de Bobr-linie en naar Grodno ver der in goede orde te hebben plaats gehad. Ondergang van de „Dresden". De Britsche kruisers „Glasgow", ,,Ora- ma" en „Kent" verrasten den Duitschen kruiser „Dresden" in de nabijheid van het eiland Juan Fernandez (Westelijk van Chili in de Zuidzee 33° 37' Z.B.; 78° 53' W.L.). Na een gevecht, dat 5 minuten duurde, heesch de „Dresden" de vlag om zich over te geven. De „Dresden" was zeer beschadigd en stond in brand. De kruitkamers sprongen in de lucht en de „Dresden" zonk. De bemanning werd gered. Van Britsche zijde valt geen enkel verlies te betreuren. (De „Dresden" liep 5 November 1907 van stapel. Het schip had een waterverplaat sing van 3650 ton en een snelheid van 24.5 knoop.) □e beschieting der Dardanel- len-forten. De correspondent van de „Daily Tele graph" te Athene seint, dat het publiek te Constantinopel over het algemeen iede ren dag de aankomst van de vloot der Ver bondenen verwacht. Talrijke gewonden komen van de Dardanellen te Constantino pel aan. De operaties bij de Dardanellen worden met bevredigend succes voortgezet. Losge raakte mijnen drijven door den stroom uit de zeeëngten en worden opgevischt. De „Lokal Anzeiger'" verneemt uit Miti- line, dat het bombardement der Dardanel len door de verbonden vloot werd stopge zet wegens zware schade door de Turksche batterijen veroorzaakt. De Engelsche su per-dreadnought „Queen Elisabeth" waag de zich te dicht bij de forten en werd over stelpt door projectielen uit de forten: Sup- jera, Karantina, Valanierdies en Sukale. Het schip werd zoo zwaar getroffen, dat het slechts met geringe snelheid uit het vuur- bereik der forten kon terugstoomen. Later is het met zware averij te Lemnos binnen gebracht. De wraakmaatregelen der Verbondenen. De „London Gazette" publiceert de bij zonderheden van de maatregelen, die zul len worden genomen om te voorkomen, dat goederen Duitschland bereiken of uit Duitschland zullen vertrekken. Verklaard wordt: Geen schepen, die zich op weg naar Duitschland bevinden, zal na 1 (21?) Maart worden toegestaan zich naar Duitschland te begeven en zij moeten, ten zij zij een bewijs ontvangen, dat hun toe staat zich naar een onzijdige haven of een haven der bondgenooten te begeven, hun lading lossen in een Britsche haven. Indien zij niet door de Britsche regee ring worden opgeëischt, zullen goederen die geen contrabande zijn, worden vergoed op voorwaarden, waarover het prijzenhof zal hebben te besluiten. Schepen uit Duitschland of uit niet- Duitsche havens, die goederen vervoeren, die afkomstig zijn van of toebehooren aan den vijand, zullen op dezelfde-wijze wor den behandeld, maar voor goederen, die zijn opgeëischt of Yefkocht, zal geen geld worden betaald, voordat de vrede zal zijn gesloten. Van schepen, die zich naar niet-Duitsche havens begeven en goederen bevatten be stemd voor den vijand mag worden ge- eischt dat zij hun lading ontschepen in een Britsche haven of een haven der bondge nooten onder soortgelijke voorwaarden. „National Tidende" verneemt uit Parijs dat de verklaring der blokkade van Duit sche havens binnenkort zal worden gepu bliceerd. Men wacht slechts Poincaró's onderteekening af. De blokkade zal het begin der volgende week in werking treden. Volgens deze zal geen schip, van welke nationaliteit ook, en welke de lading moge zijn, zich naar de Duitsche havens mogen begeven of deze mogen verlaten. Den kapiteins van schepen der onzijdi- gen zal door de Fransche regeering worden verzocht, wanneer hun lading geen contra bande bevat, onzijdige havens aan te doen, waar de Fransche regeering de lading zal verkoopen voor rekening van den kapitein van het schip. Ladingen uit Duitschland, die geen con trabande zijn, mogen naar onzijdige lan den worden verscheept. De H. Vader en de wereld oorlog. De „Osservatore Romano" brengt in het nummer van Zondag 7 Maart een belang rijk bericht over de dezer dagen beëin digde uitwisseling van invaliede Fran sche en Duitsche krijgsgevangenen en vestigt daarbij de aandacht op de eigen aardige berichtendienst van verscheidene bladen in binnen- en buitenland, welke het feit van de uitwisseling wijdloopig vermelden, maar van den eersten bewer ker daarvan geheel zwijgen. Nauwelijks werd aldus de „Osservatore" het voorname initiatief bekend van Z. H. Paus Benedictus XV, die van de oorlogvoerende mogendheden de uitwisseling had welen te verkrijgen, of alle bladen beijverden zich om de edelmoedige houding des Pausen te prijzen. Thans echter, nu de pauselijke aansporing door de welwillend heid van regeeringen en staatshoofden op gelukkige wijze verwezenlijkt is, en de eerste treinen met gevangenen de grenzen overrijden, spreekt niemand meer van het initiatief des Pausen. Niemand denkt er aan, de soms aangrijpende gebeurtenissen bij de uitwisseling der gewonden in ver band te brengen met den vader der chris tenheid. Wanneer wij daarom heden op dit eigenaardig en als op geheimen nf- spraak berustend stilzwijgen van cfn zekere pers de aandacht vestigen, ge schiedt dit met het doel, om haar zooge naamde onpartijdigheid tegenover het Pausdom in het juiste licht te plaatsen. Overigens kan het gemelde feit, niet de innerlijke bevrediging storen van den II. Vader, zoovele ongelukkigen te hebben ge holpen." Deze woorden zal ieder mensch met ge zond verstand en zonder vooroordeel, ook al is hij niet-katholiek, gaarne onder schrijven. Verschillende Oorlogs berichten. Gruwelen. De Londensche correspon dent van de „Tijd" schrijft: „In Galirië zijn door Russische invalstroepen vier Jezuïeten gevangen genomen en naar Strakan vervoerd. Een hunner, een novice, is onderweg door de soldaten doodgesla gen; een scholastiek is opgejaagd, tot hij dood neerviel; twee paters zijn in ppn kerk te Lemberg doodgeschoten. In één enkel deel van Galicic zijn omstreeks 25U bur gers door de Russische troepen voor de keus gesteld: het Katholicisme afzweren voor het schisma, of de doodstraf. Zullen hebben zonder uitzondering den martel dood verkozen boven den geloofsafval. Al len zijn gedood. Gebrek aan geneesheeren. Volgens de bladen heeft het Russische Roode Kruis zich tot de Noorsche geneesheeren gewend, met het verzoek in Russischen dienst te treden, daar er in het Russische leger ge brek aan geneesheeren is. Een Nederlander veroordeeld. Voor het Schepengerecht te Dortmund stond Donderdag j.l. terecht de Nederlander W. I., die een soldatenpak van een „Kirtjhh- riger" had gekocht, zich een IJzeren Kruis op de borst had gehecht en den eenen arm in een zwaar verband had gedaan, om daarna als ..verwond soldaat" het mede lijden der menschen op te wekken en giflen in ie zamelen. In Bochurn en tal vnn andere plaatsen had hij velen weten te be dotten en aanz.ienlijke bedragen ingeza meld. Hij werd veroordeeld tot '18 dagen gev an g e n i ss tra f Beboet. Men herinnert zich, dat een poos geleden eenige Belgische jongelingen, die zioh in een kolenhok verst/ ut hu'Marl van een der boolcn, die t 1 n i:"; en Maastricht varon, door do Duitscheis ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1