16
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG.
*Ntl- No. 1650
e Êoid^elveSoti^cmt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 22/s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DINSDAG
MAART.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Dit nummer beslaat uit twee bladen.
Een beoordeeling van
Leidens annexatie-plannen.
Ieder weet althans in groote trekken
- wat wij bedoelen, als wij spreken over
Leidens annexatie-plannen. De gem. Lei
den wenscht n.l. haar grenzen te wijzigen
baar gebied uit te strekken, èen gedeelte
j van de om haar heen liggende dorpen
Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude bij
zich in te lijven, te annexeeren. Dat
i verlangen onzer gemeente dateert niet
I van den allerlaatsten tijd, maar het is
reeds door het Dagelijksch Bestuur aan
Gedeputeerde Staten kenbaar gemaakt in
het jaar 1908 en.... niemand zal durven
voorspellen, dat het zeer spoedig defini
tief al of niet, geheel of gedeeltelijk zal
zijn verwezenlijkt. Onze wetgeving brengt
nu eenmaal, helaas, mede, dat annexatie
plannen een langdurige procedure moeten
doorloopen, voordat zij tot oplossing zijn
gekomen. Daarbij komt nog, dat de bij
een annexatie betrokken gemeenten op
die procedure geen of tenminste geen
di ree ten invloed kunnen uitoefenen
om den termijn te bekorten; dat zij zich
deze ten slotte slechts kunnen bepalen
tot een afwachtende houding.
De wet geeft het initiatief voor de an
nexatie >aan Gedeputeerde Staten, niet
aan de gemeenten. Deze laatsten kunnen
zich wel met voorstellen tot Gedeputeer
de Staten wenden. (En dit is dan ook ge
schied door de gemeente Leiden in 1908).
Maar het gebeurt niet zelden, dat Gede
puteerde Staten dan die voorstellen begra
ven in een diep stilzwijgen tot ontstem
ming en dikwijls ook tot schade der be
trokken gemeenten, vooral van die ge
meenten, wejke bij de voorgestelde annexa
tie het passief voorwerp zijn, daar deze
in dien tijd in een toestand van volslagen
onzekerheid verkeeren, waardoor haar
groei, haar uitbreiding, haar vooruitgang
noodzakelijk wordt belemmerd.
Toen de gemeente Leiden zich in 1908
tot Gedeputeerde Staten, had gewend met
haar annexatie-plannen, ontving zij reeds
in den aanvang van het volgend jaar een
antwoord van genoemd college zeer
spoedig dus. In dat antwoord gaven Ge
deputeerde Staten als hun meening te
kennen, dat Leiden eerst moest trachten
met de betrokken gemeenten tot overeen
stemming te komen, alvorens zij hande
lend zouden optreden. Door Leiden wer
den toen nog 'hetzelfde jaar onderhande
lingen gevoerd met Leiderdorp, Oegstgeest
en Zoeterwoude, welke echter afstootten
op een gemeenschappelijk bezwaar der
drie genoemde gemeenten het bezwaar
ml., dat Leiden niet wilde ontvouwen de
redenen, welke voor haar een grensuit-
breiding wenschelijk maakten. Het nega
tief resultaat der onderhandelingen werd
door Leiden aan Gedeputeerde Staten me
degedeeld bij wie intusschen ook be
zwaarschriften uit de bij de annexatie
passief betrokken gemeenten waren bin
nengekomen met het gevolg, dat deze
nog het zelfde jaar aan Leiden verzoch
ten een gedocumenteerde uiteenzetting
van de redenen, welke haar tot de annexa
tie-plannen hadden doen besluiten.
En toen is er stagnatie gekomen in de
procedure. Onze gemeente heeft dat ver-
Wfk van Gedeputeerde Staten eerst inge
willigd in 1913, dus vier jaar later. Let
hgt voor de hand, dat deze vertraging
Dieet worden toegeschreven aan het feit,
fat in die jaren vier van de vijf plaa.sen
m liet college van B. en W. zijn verwisseld,
waaronder oolc de voorzitterszeteL Onze
tegenwoordige burgemeester heeft, zooals
u" het bovenstaande blijkt, hij het aan
vaarden van zijn ambt de annexatie-plan
nen reeds uitgewerkt gevonden. Het
aatst-bedoelde schrijven onzer gemeente,
•jan Gedeputeerde Staten het schrijven
ds, waarin de annexatie-plannen werden
gedocumenteerd werd door deze opge-
•anden aan Leiderdorp, Oegstgeest en Zoe- -
envoude om die gemeenten in de gelegen-
ei te stellen de door Leiden voor haar
oorstellen aangevoerde gronden te weer-
ogen. Op de gevraagde weerlegging lie-
fD de betrokken gemeenten, zooals te
egnjpen is, niet lang wachten. Toen nu
vh 61 de staten door beide partijen
pon j J waren ingelicht, besloten zij
onderzoek in loco (ter plaatse) in
I* t„ .wat geschied is in Januari j.L
ari hebben zii in de verschillende
Ln en^n met de dagelijksche besturen
eea conferentie gehouden.
zirh° f°over heeft het annexatie-proces
öc" ontwikkeld.
dril™ -Zal er rtu gebeuren? Er bestaat
Drieërlei mogelijkheid.
JL^teerde staten kunnen de »'oor-
Als ;,,Van beb'en geheel en al verwerpen,
eind 18 geschied, heeft de zaak een
P genomen.
,edüputeerde. Staten kunnen de voor
stellen van Leiden ongewijzigd overnemen
en bij de Regeering indienen.
Gedeputeerde Staten kunnen, onafhan
kelijk van die van Leiden, zelf voorstel
len in elkander zetten en bij de Regeering
indienen.
Als een van deze twee Laatste mogelijk
heden is geschied, vraagt de Regeering
het oordeel over de bij haar ingediende
voorstellen aan de gemeenteraden (in dit
geval aan de gemeenteraden van Leiden,
Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude)
en aan een in iedere gemeente door de
kiezers gekozen commissie als 't v are
een Raad naast den Raad.
Wanneer de Regeering het oordeel van
de gemeenteraden en de commissies heeft
vernomen, dient zij een voorstel bij de
Kamers in „naar eigen goeddunken",
welke laatste zinsnede beduidt, dat de Re-
geeringsontwerpen een geheel anderen
inhoud kunnen hebben, dan de ontwer
pen, waarover de gemeenteraden en de
bijzondere commissies hebben geadviseerd.
Zooals de Regeering de annexatie voor
stelt, wordt zij bijna altijd door de Kamers
goedgekeurd. Mr. A. A. H. Struycken
merkt in zijn zeer lezenswaardig boek „De
gemeenten en haar gebied" (Een studie
over ide vrijwillige en onvrijwillige samen
werking der gemeenten en de verandering
van gemeentegrenzen) het volgende op:
„Van de pl.m. 150 ontwerpen van grens-
veranderingen, vereenigingen en splitsin-
r™- ,.on (TPirvopTitien, sinds 1848 ingediend,
werden er vijf verworpen (1 door de 3e,
4 door de le Kamer), waarvan 2 later, op
nieuw ingediend, todh weder werden aan
genomen. Amendementen zijn herhaalde
lijk beproefd, maar, zoo dikwijls door de
RegeerLng bestreden, nimmer aangeno
men. Bij verschillende voorstellen ontbrak
het zeker niet aan dikwijls heftig debat
van eenige leden, meestal tot de betrokken
gemeenten in eenig verband staande, of
getracht hebbende zioh van de toestanden
op de - hoogte te stellen. Maar het debat
ging veelal langs de Kamers heen, die
immers ieder middel misten, om over de
juistheid der gegevens en meeningen te
oordeelen, bovendien van de onbevangen
heid der betrokken Kamerleden niet altijd
zeker konden zijn. Zoo was er voor de Ka
mers vrijwel nimmer een anderen weg,
dan mede te gaan met de Regeering." Wij
kunnen dus met een aan zekerheid gren
zende waarschijnlijkheid er van overtuigd
zijn, dat indien tenminste het proces
zich zoo ver ontwikkelt de grenswijzi
ging zal tot stand komen, zooals ze dcor
de Regeering aan de Kamers zal worden
voorgesteld.
Wanneer zou dat kunnen gebeuren? Deze
vraag kunnen wij onmogelijk beantwoor
den, daar onze in dit opzicht niet zeer
volmaakte wetgeving geen termijn vast
stelt voor de afwikkeling van een annexa
tieproces. Het is bekend, dat ten onzent
grensveranderingen lang „hangende"
blijven. Verscheidenen 'onzer lezers zullen
.zich herinneren, dat Leiden zich in 1896
heeft uitgebreid ten koste van dezelfde
gemeente, die nu bij de annexatie-voorstel
len zijn betrokken. De toen verwezenlijkte
plannen waren bij Ged. Staten ingediend,
•in 1882. Er zijn echter, we kunnen gerust
zeggen: schrikwekkender voorbeelden. De
grensveranderingen van Maastricht en
Delft b.v. „hangen" nu reeds bijna een
halve eeuw!
Het behoeft geen betoog, dat dit slepende
blijven van annexatie-voorstellen groote
nadeelen met zich medebrengt. Consta-
teeren we slechts één feit, hetwelk niet
kan worden geloochend: Personen, die
gaarne van uit andere plaatsen ('s-Gra-
venhage b. v. naar Oegstgeest zouden
willen verhuizen, besluiten nu daartoe
niet; bouwondernemers die over voldoen
den durf zouden beschikken om in Oegst-
geeast te gaan bouwen, dralen nu met het
uitvoeren hunner plannen. Waarom? Om
dat zij geen rechtzekerheid hebben niet we
ten wat hen te wachten staat, zich op geen
vaste basis kunnen stellen voor hunne be
rekeningen. Een diepere oorzaak van dit
.verschijnsel zullen wij in een der volgende
artikelen trachten aan te wijzen.
Dit feit is het spreekt vanzelf na-
deelig voor Oegsgeest, maar het is ook na-
deelig voor Leiden. Hoe hooger het
bevolkingscijfer van Oegstgeest stijgt, door
dat er zich personen komen vestigen uit*
andere streken van het land of de provin
cie, des te voordeeliger voor Leiden.
Het is toch in winkelierskringen
een vrij-algemeen verspreide over
tuiging, dat de bewoners van de om
liggende gemeenten niet laboreeren aan
de, wij zouden haast zeggen: onduldbare
hebbelijkheid van meerdere Leidenaars,
die meenen in 's-Gravenhage beter en bil
lijker hun inkoopen te kunnen doen, dan
in hun eigen stad. De koopkracht van de
bewoners van Oegstgeest komt geheel of
tenminste voor een groot deel ten goede
aan Leiden. Maar hierover later meer. Wij
willen alleen vaststellen, dat een zoo spoe
dig mogelijke oplossing der annexatieplan
nen dringend te wenschen is.
Doch hoe moet die oplossing zijn?
Ziehier de vraag, welke wij in twee vol
gende artikelen nader willen bezien.
Mocht iemand meenen, dat wij deze
vraag niet op de gewenschte wijze be
lichten, zijn meening zal onder de rubriek
„Ingezonden stukken" in ons blad een
plaats vinden. Wie in het gerecht
vaardigd belang van Leiden meent
anders te moeten spreken, dan wij, hem
valt in ons blad de ontvangst ten deel
van een vriend!
Een beoordeeling van Leiden's annexa
tie-plannen is afhankelijk van de oplos
sing dezer twee vragen:
lo. Zijn die plannen gerechtvaardigd?
2o. Zijn die plannen in het financieel be
lang onzer gemeente?
Wie op de eerste vraag bevestigend ant
woordt, wie dus meent, dat de uitbreidiugs
plannen van Leiden mogen worden ver
wezenlijkt, zooals ze aan Gedeputeerde
Staten zijn voorgesteld, hij zal
toch niet tot het noodzakelij-
k e en zelfs niet tot het w o n s c h e 1 ij k e
dier annexatie besluiten, vootdat hij ook
een bevestigend antwoord Keeft gegeven
op de tweede vraag.
Wie op de tweede vraag ontkennend
antwoordt, wie dus meent, dat de uitbrei-
breidingsplannen niet mogen worden
verwerkelijkt, of ^JJhans niet, zooals zij nu
voor ons liggen, hij zal toch als goed
Leidenaar, wien het wel en wee zijner stad
ter harte gaat, zich niet zonder eenige
huivering tegen die plannen durven ver
zetten mits hij ook een ontkennend
antwoord heeft gegeven op de tweede
vraag. Waarom? De kwestie van het al of
niet rechtvaardige eener annexatie is zóó
ingewikkeld, kan zóó veelzijdig worden be
licht, dat het zeer moeilijk is in deze een
overtuiging te verkrijgen, welke allen
twijfel volkomen buitensluit.
Hoe men dus over de eerste vraag deukt,
de beantwoording van de tweede zal meest
al den doorslag geven.
Men ga nu echter niet denken, dat de
vraag omtrent het al of niet rechvaardige
eener annexatie eigenlijk wel buiten be
schouwing kan blijven.
Wie op goede gronden de meening ver
dedigt, dat een annexatie niet gerecht
vaardigd is heeft er recht op, dat men zijn
meening eerbiedigt en er rekening mee
houdt, zoolang totdat een ander het tegen
overgestelde op gelijkwaardige gronden
aanneembaar weet te maken.
Wij stellen ons daarom voor in een
tweede artikel de eerste en in een derde
(slot) artikel de tweede vraag te beant
woorden.
Een Russische nederlaag. Drie
Britsche kruisers hebben de „Dresden"
tot zinken gebracht. Een uit- en
doorvoerverbod van kolen en verschil
lende brandstoffen is uitgevaardigd in
Duitschland, met de bedoeling toezicht
te oefenen, op den verkoop dezer ar
tikelen.
Van het Westelijk en Ooste
lijk oorlogsterrein.
Van het Westelijk oorlogsterrein valt
weinig nieuws te vermelden.
Het Duitsche hoofdkwartier meldde
gisteren:
Westende-Bad werd gisteren zonder
succes door twee vijandelijke kanonneer-
booten beschoten.
Een aanval op een door de Engelschen
bezette hoogte ten Zuiden van Yperen
maakte goede vorderingen.
Fransclie gedeeltelijke aanvallen ten
Noorden van Le Mesnil werden onder
zware verliezen voor den vijand terugge
slagen.
In de Vogezen wordt op enkele plaatsen
nog gestreden.
Het Fransche communiqué meldde gis
teren:
Het Belgische leger maakt verdere vor
deringen in den sector van de Yser en ten
Zuiden van Dixmuiden.
De Engelsche troepen werden gister
avond bij St. Eloy zeer hevig aangevallen.
Zij werden eerst lichtelijk teruggeslagen,
maar de Engelschen heroverden door een
tegen-aanval een gedeelte van het verloren
terrein. Het gevecht duurt voort.
In Argonne heeft de vijand een derden
zeer hevigen tegenaanval gedaan om de
loopgraven te hernemen, die door ons tus-
schen Four-de-Paris en Bolante genomen
waren.
De tegenaanval werd afgeslagen.
Weer een nieuwe Russische nederlaag
op de grens van Oost-Pruisen?
Een uitvoerig telegram uit het groote
hoofdkwartier van het Duitsche leger
brengt tal van bijzonderheden dienaan
gaande.
Mogen wij deze zonder nadere bevesti
ging aannemen? De officieele herkomst van
het bericht geeft reden tot vertrouwen, al
is dat geen blind vertrouwen, daar immers
in dezen oorlog iederen dag bevestigd
wordt, dat elke partij naar zich toerekent.
De operatie komt volgens het Duitsche
bericht in hoofdzaak daarop neer, dat het
Russische leger, zonder dat de aanvoer
ders zich voldoende op de hoogte van
's vijands bewegingen hadden gesteld, in
de buurt van de stad Suwalki ,de hoofd
plaats van het zoo dikwijls genoemde
Russische gouvernement, tegen het Dub
sche front oprukten, dat vlak aan de Prui
sische grens stond. De Duitschers echter
hadden inmiddelds onopgemerkt een ge
deelte van hun front in Noordelijke rich
ting verschoven, en groote troepenmassa's
derwaarts gezonden, die (de streek is
daar met dichte bosschen bedekt!) on
opgemerkt zich konden uitbreiden in de
rechterflank der Russen, en hen op 9 en
10 Maart op het onverwachts op het lijf
vielen.
Het resultaat van dezen aanval was, dat
twee regimenten, die op den uitersten
rechtervleugel der Russen ageerden, in de
pan werden gehakt, en dat de dichter naar
het centrum van het Russische front ope-
reerende deelen, wilden zij niet tusschen
twee vuren geraken, tot den terugtocht
moesten overgaan, waarbij zij er natuur
lijk evenmin zonder kleerscheuren af
kwamen.
Groote, ernstige gevechten, hadden
zelfs volgens het Duitsche bericht niet
plaats. De achtervolging schijnt zich ook
niet ver te hebben uitgestrekt, en de terug
tocht op de Bobr-linie en naar Grodno ver
der in goede orde te hebben plaats gehad.
Ondergang van de „Dresden".
De Britsche kruisers „Glasgow", ,,Ora-
ma" en „Kent" verrasten den Duitschen
kruiser „Dresden" in de nabijheid van het
eiland Juan Fernandez (Westelijk van
Chili in de Zuidzee 33° 37' Z.B.; 78° 53'
W.L.).
Na een gevecht, dat 5 minuten duurde,
heesch de „Dresden" de vlag om zich over
te geven.
De „Dresden" was zeer beschadigd en
stond in brand. De kruitkamers sprongen
in de lucht en de „Dresden" zonk.
De bemanning werd gered. Van Britsche
zijde valt geen enkel verlies te betreuren.
(De „Dresden" liep 5 November 1907 van
stapel. Het schip had een waterverplaat
sing van 3650 ton en een snelheid van 24.5
knoop.)
□e beschieting der Dardanel-
len-forten.
De correspondent van de „Daily Tele
graph" te Athene seint, dat het publiek
te Constantinopel over het algemeen iede
ren dag de aankomst van de vloot der Ver
bondenen verwacht. Talrijke gewonden
komen van de Dardanellen te Constantino
pel aan.
De operaties bij de Dardanellen worden
met bevredigend succes voortgezet. Losge
raakte mijnen drijven door den stroom uit
de zeeëngten en worden opgevischt.
De „Lokal Anzeiger'" verneemt uit Miti-
line, dat het bombardement der Dardanel
len door de verbonden vloot werd stopge
zet wegens zware schade door de Turksche
batterijen veroorzaakt. De Engelsche su
per-dreadnought „Queen Elisabeth" waag
de zich te dicht bij de forten en werd over
stelpt door projectielen uit de forten: Sup-
jera, Karantina, Valanierdies en Sukale.
Het schip werd zoo zwaar getroffen, dat het
slechts met geringe snelheid uit het vuur-
bereik der forten kon terugstoomen. Later
is het met zware averij te Lemnos binnen
gebracht.
De wraakmaatregelen der
Verbondenen.
De „London Gazette" publiceert de bij
zonderheden van de maatregelen, die zul
len worden genomen om te voorkomen, dat
goederen Duitschland bereiken of uit
Duitschland zullen vertrekken.
Verklaard wordt: Geen schepen, die zich
op weg naar Duitschland bevinden, zal na
1 (21?) Maart worden toegestaan zich naar
Duitschland te begeven en zij moeten, ten
zij zij een bewijs ontvangen, dat hun toe
staat zich naar een onzijdige haven of een
haven der bondgenooten te begeven, hun
lading lossen in een Britsche haven.
Indien zij niet door de Britsche regee
ring worden opgeëischt, zullen goederen
die geen contrabande zijn, worden vergoed
op voorwaarden, waarover het prijzenhof
zal hebben te besluiten.
Schepen uit Duitschland of uit niet-
Duitsche havens, die goederen vervoeren,
die afkomstig zijn van of toebehooren aan
den vijand, zullen op dezelfde-wijze wor
den behandeld, maar voor goederen, die
zijn opgeëischt of Yefkocht, zal geen geld
worden betaald, voordat de vrede zal zijn
gesloten.
Van schepen, die zich naar niet-Duitsche
havens begeven en goederen bevatten be
stemd voor den vijand mag worden ge-
eischt dat zij hun lading ontschepen in een
Britsche haven of een haven der bondge
nooten onder soortgelijke voorwaarden.
„National Tidende" verneemt uit Parijs
dat de verklaring der blokkade van Duit
sche havens binnenkort zal worden gepu
bliceerd. Men wacht slechts Poincaró's
onderteekening af.
De blokkade zal het begin der volgende
week in werking treden. Volgens deze zal
geen schip, van welke nationaliteit ook, en
welke de lading moge zijn, zich naar de
Duitsche havens mogen begeven of deze
mogen verlaten.
Den kapiteins van schepen der onzijdi-
gen zal door de Fransche regeering worden
verzocht, wanneer hun lading geen contra
bande bevat, onzijdige havens aan te doen,
waar de Fransche regeering de lading zal
verkoopen voor rekening van den kapitein
van het schip.
Ladingen uit Duitschland, die geen con
trabande zijn, mogen naar onzijdige lan
den worden verscheept.
De H. Vader en de wereld
oorlog.
De „Osservatore Romano" brengt in het
nummer van Zondag 7 Maart een belang
rijk bericht over de dezer dagen beëin
digde uitwisseling van invaliede Fran
sche en Duitsche krijgsgevangenen en
vestigt daarbij de aandacht op de eigen
aardige berichtendienst van verscheidene
bladen in binnen- en buitenland, welke
het feit van de uitwisseling wijdloopig
vermelden, maar van den eersten bewer
ker daarvan geheel zwijgen. Nauwelijks
werd aldus de „Osservatore" het
voorname initiatief bekend van Z. H. Paus
Benedictus XV, die van de oorlogvoerende
mogendheden de uitwisseling had welen
te verkrijgen, of alle bladen beijverden
zich om de edelmoedige houding des
Pausen te prijzen. Thans echter, nu de
pauselijke aansporing door de welwillend
heid van regeeringen en staatshoofden op
gelukkige wijze verwezenlijkt is, en de
eerste treinen met gevangenen de grenzen
overrijden, spreekt niemand meer van het
initiatief des Pausen. Niemand denkt er
aan, de soms aangrijpende gebeurtenissen
bij de uitwisseling der gewonden in ver
band te brengen met den vader der chris
tenheid. Wanneer wij daarom heden op
dit eigenaardig en als op geheimen nf-
spraak berustend stilzwijgen van cfn
zekere pers de aandacht vestigen, ge
schiedt dit met het doel, om haar zooge
naamde onpartijdigheid tegenover het
Pausdom in het juiste licht te plaatsen.
Overigens kan het gemelde feit, niet de
innerlijke bevrediging storen van den II.
Vader, zoovele ongelukkigen te hebben ge
holpen."
Deze woorden zal ieder mensch met ge
zond verstand en zonder vooroordeel, ook
al is hij niet-katholiek, gaarne onder
schrijven.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Gruwelen. De Londensche correspon
dent van de „Tijd" schrijft: „In Galirië
zijn door Russische invalstroepen vier
Jezuïeten gevangen genomen en naar
Strakan vervoerd. Een hunner, een novice,
is onderweg door de soldaten doodgesla
gen; een scholastiek is opgejaagd, tot hij
dood neerviel; twee paters zijn in ppn kerk
te Lemberg doodgeschoten. In één enkel
deel van Galicic zijn omstreeks 25U bur
gers door de Russische troepen voor de
keus gesteld: het Katholicisme afzweren
voor het schisma, of de doodstraf. Zullen
hebben zonder uitzondering den martel
dood verkozen boven den geloofsafval. Al
len zijn gedood.
Gebrek aan geneesheeren. Volgens de
bladen heeft het Russische Roode Kruis
zich tot de Noorsche geneesheeren gewend,
met het verzoek in Russischen dienst te
treden, daar er in het Russische leger ge
brek aan geneesheeren is.
Een Nederlander veroordeeld. Voor
het Schepengerecht te Dortmund stond
Donderdag j.l. terecht de Nederlander W.
I., die een soldatenpak van een „Kirtjhh-
riger" had gekocht, zich een IJzeren Kruis
op de borst had gehecht en den eenen arm
in een zwaar verband had gedaan, om
daarna als ..verwond soldaat" het mede
lijden der menschen op te wekken en giflen
in ie zamelen. In Bochurn en tal vnn
andere plaatsen had hij velen weten te be
dotten en aanz.ienlijke bedragen ingeza
meld. Hij werd veroordeeld tot '18 dagen
gev an g e n i ss tra f
Beboet. Men herinnert zich, dat een
poos geleden eenige Belgische jongelingen,
die zioh in een kolenhok verst/ ut hu'Marl
van een der boolcn, die t 1 n i:"; en
Maastricht varon, door do Duitscheis ge-