12 BUITENLAND. De Oorlog. ie JAARGANG. No. 1647 e£cidócli^(Sou^ant BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze (enten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/<s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG MAART. I9I5. Do ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Vaderlandsliefde. De socialisten hebben in eigen oog steeds van alles het beste en zoo heb- r'eafcnzij nu ook de beste... vaderlandsliefde. Waar dat opeens vandaan komt? Luister naar burger Hugenholtz, die or de „bewusten" van Enschede oreerde, it „het ook een. sociaal-democratische na, sch is, dat onze nationale zelfstandigheid jjft bestaan. De vaderlandsliefde is diep •worteld en laat .zich niet uitroeien." precies, ten minste wat de tweede zin lede betreft. De eerste hebben de rooden pas zelf ontdekt. Maar nu zij dan ook opeens vaderlands- evend zijn geworden, bezitten zij die lief- lste Has. moet weten, zoo vertelde ten minste 'T heer Hugenholtz, „tot nu is de vader- ^ïdsliefde van den verkeerden kant ge- edikt, ze was er op ingericht om ons et te houden. Die vaderlandsliefde was een eigenbelang, van 't .zelfde gehalte die van Krupp in Duitschland, die om lancieele voordeelen te behalen officie- en ambtenaren omkocht en als die van onzer groot-handelaren, die etlegenstaande zij wisten, dat zulks voor land elk oogenblik een oorlog ten ge- Ige kon hebben, uit zuiver winstbejag lokkelhandel met oorlogvoerenden dre- 1. ,Voor dergelijke kerels moest de straf it enkel zijn, dat de goederen in beslag irden genomen, doch zij moesten in de rangenis worden gestopt ,Voor dergelijke vaderlandsliefde heeft dan ook geen respect, dat is echter ,ar surrogaat. De echte vaderlandsliefde het gevoel voor eigen geboorteland, taal, ihiedenis, kunst, litteratuur en weten- iap, In één woord, dat is een kostelijk :it En nu kan hiertegenover aangevoerd irden, de groote massa heeft daar niet n, maar dan roept spreker: zeg zooiets we hebben .ook geen. algemeen kies-. ht, doch vechten er voor, laten wij ook ijden, dat wij dat andere verkrijgen." baifftet ge wel, alleen de socialisten hebben l ware begrip van vaderlandsliefde. Zij_ litten ze in den hoogsten graad en voor jver ze dit nog niet goed beseffen 't zoo onverwachts en zoo nieuw, hè? )etcn ze daar eens extra voor gaan ihten. /II su, dan vechten we mee, want hoe meer hte vaderlandsliefde, hoe beter. Een bekeerling. Met den primairen ijver van een nieuw- ikeerde, trekt burger Hugenholtz het nd rond om te getuigen van zijn nieuwe zichten ten aanzien van ons defensie- Êzen. Volgens een verslag in de „Zwolsche heeft hij ten aanhoore der Esdea- eërs te Enschede „volmondig" erkend. It, wie ook probeeren. ons land binnen te Hen, ons leger klaar behoort te staan ze gen te houden." Spreker vroeg zelfs: wie left ooit van de soc.-dem. gehoord, dat de leer der weerloosheid prediken? Plet toch volkomen natuurlijk, dat iemand rdedigt hetgeen hij lief heeft. In dit op- cht wil spreker schuld bekennen. In de door hem gevoerde propaganda is vaak gezegd dat in verband met de feiten," FEUILLETON. DE DUIKER. de snerpende smart voegde zich it eeniig gevoel, dat mog in hem kon vm: de wraak. •Het monster had dus zijn werk vol- acht. •Hij, die gedurende twintig jaar van genen. die Robert dierbaar waren, den n na den ander, had vermoord, ook die 'd zijn kind vermoord. "D* moordenaar van Provence, de cwdenaar van Saint Oueai was dus ook Moordenaar der Soreiles geworden, en 't Robert hem ontsnapt was, was om dart, od het zoo gewild had. •Robert meende op dat oogenblik, dat een heilige plicht te vervullen had en H hij niet het rechit te sterven zoolang S de laffe moordenaar van een girijsaard, oen kind en van een vrouw leefde. •Hij stond op, kalm en onbuigzaam on het lichaam van zijn George, dat aan n voeten lag uitgestrekt, en met de hand die van John Slough, zwoer hij 'zijn 'oder, te zullen wieken. ^eomd. A an dat oogenblik af was de 'bloedigheid *n hein wedergekeerd te- "J* met den moed. iet vreeseJijk lijden, dat hem getrof- 1 had, had hem koud als marmer ge- I zonder zwakheid volbracht hij aatstie treurige plichten tegenover den waarvoor men thans is komen te staan, en die nooit zijn voorzien, als niet juist moet, worden beschouwd. Spreker heeft bijv. in de invoering van een volksleger nooit iets anders gezien dan een maatregel om het militaire stelsel aan te tasten en ten tweede om door dit mid del ons kasteleger gevaarloos te maken voor de arbeidersbeweging. Dat het volks leger ook zou dienen om ons bestaan te verdedigen, daaraan heeft spr. nooit ge dacht. (O oppervlakkigheid!) Had hij dit gedaan, dan zou hij nooit getracht hebben ons klein leger belachelijk ie maken. Waar hij bij aanvragen van credieten voor leger en vloot wel eens gesproken heeft van ons handje vol volk, van onze kanonnen als oud roest, onze schepen note- doppen heeft genoemd, herroept spreker die woorden, en geeft gaarne toe, dat het goedkoope critiek was. Maar spr. meen de het. Spr. is daarom niet bekeerd tot het mili tairisme, in geen geval, maar het gebeurde in België heeft bewezen, dat spr. niet zoo minachtend had moeten spreken over ons leger...." Tot zoover het verslag in de „Zw. Crt." Wel diep moeten de oorlogsnoodzakelijk heden de roode „beginselen" hebben on dermijnd dat iemand als burger Hugen holtz, wiens sarcastische critiek op onze weermiddelen onuitputtelijk was, zich zóó bloot moet geven. Hij had vroeger wel eens wat beter mogen nadenken, zou men neg gen, dan had hij zich dezen terugtocht kunnen besparen, al steekt hij daarbij ten slotte dan nog een klein vlaggetje op. Veranderde gezindheid der Ver. Staten ten opzichte van Engeland. In het Britsche Lagerhuis verklaarde Grey dat de betrekkingen met Nederland en eenige andere onzijdige staten van vriendschap- pelijken aard zijn. Van het Westelijk Oorlogs terrein. Officieel wordt uit het Duitsche hoofd kwartier gemeld: Een Engelsche vlieger wierp boven Me- nin bommen neer; hij doodde 7 Belgen en verwondde er tien. De Engelschen deden gisteren een aanval op onze stelling bij Neufchatel; zij drongen op enkele plaatsen het dorp binnen. De strijd wordt nog voortgezet. De Engelsche aanval bij Givenchy werd afgeslagen. In Champagne deden.de Franschen twee aanvallen op een bosch ten oosten van Souain, waaruit zij den vorigen dag waren verdreven. Beide aanvallen werden afge- De strijd om den Reichsackerkopf in de Vogezen is gisteren weder begonnen. Het Engelsche ministerie van Oorlog meldt: Het 4e en het Indische legerkorps avan ceerden gisteren op het front 4000 yards en namen over ongeveer driekwart mijl alle vijandelijke stellingen en loopgraven, wel ke zij tegenkwamen. Meer dan 700 gevan genen werden gemaakt. De Britsche luchtmacht slaagde er in de spoorwegkruispunten bij Kortrijk en Menin te vernielen. Het Fransche communiqué meldt: De gisteren ondervonden aanval der En gelschen had tot resultaat, dat 2500 meter loopgraaf voor Neuve Chappelle alsmede het dorp zelf werden genomen en dat ver der terrein werd gewonnen in de richting van Aubers tot aan den Molen van Prêtre en in Z.O. richting tot aan den Noordelij ken rand van het bosch van Dubies, d. w. z. over een afstand van ongeveer twee ki lometer aan gene zijde van Neuve Chap pelle. De Duitsche artillerie loste slechts wei nige schoten. Van het overige gedeelte van het front valt niets te vermelden. Van het Oostelijk Oorlogs terrein. Zeer schaarsch zijn de berichten.* Het Oostenrijksche communiqué zegt ten minste nog iets. „De bij de laatste gevechten in Russisch- Polen, bij aan het front in West-Galicië in de nabijheid en ten zuiden van Gorbec ver overde terrein-gedeelten, en linies zijn de finitief in ons bezit. De pogingen des vij- ands om enkele steunpunten te herwinnen leden overal schipbreuk. De nieuwe sterke sneeuwval in de Kar- patben hinderde de krijgsverrichtingen ten zeerste. Ondanks dit ongunstige "weder hielden op menig deel van het gevechtsfront de ge vechten aan. Zoo werd bij het veroveren van een hoogte, de vijand, die verschei dene compagnieën sterk was, teruggesla gen, waarbij twee officieren en 350 man gevangen werden genomen. Enkele nachtelijke aanvallen van den vijand werden teruggeslagen. Van de vijandelijke strijdmacht die voor eenige stellingen ten N. van Nadworda was teruggeslagen, werden .bij de vervol ging nog 280 man gevangen genomen. Overigens heerscht aan dit front als mede aan de Bukowina, rust." Ommekeer der stemming in de Ver. Staten. Men herinnert zich dat een paar dagen geleden werd gemeld, dat de eerste elf dagen geen Amerikaansche schepen naar Britsche havens zouden vertrekken. In verband hiermede meldt men ons uit zeer betrouwbare Amerikaansche bron, dat laatstelijk de stemming in de Ver. Staten geheel zou zijn omgeslagen. Een der eerste gevolgen van deze veran derde stemming zou zijn het feit, dat be sloten werd, in tegenstelling met de eerst gegeven order, Amerikaansche katoen te zenden aan Duitsch adres. Een 12-tal boo ten moeten reeds onderweg zijn. Men vestigt er mede en terecht de aan dacht op, dat de Engelsche pers de laatste dagen geen enkele Amerikaansche pers stem bevat. De honger. Zal de honger aan dezen oorlog een eind moeten maken? Ziehier een vraag, waarop een bevestigend antwoord ons in ziens lang niet onwaarschijnlijk is. Aan het „Vad." ontleenen wij het vol gende: Het is karakteristiek voor dezen oorlog, dat de onzaglijke krachtsinspanning, de dagelijksche opoffering van duizenden en duizenden menschenlevens, het talent van veldheeren en diplomaten, de ontwikke ling van alle oeconomische hulpbronnen^ die de oorlogvoerenden ten dienste staan) de toepassing van de groote organisatori sche talenten en middelen, waarover zij beschikken, na 7maand strijdens het groote conflict, zoowel in diplomatiek als in militair opzicht nog niet verder hebben gebracht dan op het doode punt. De groote overwinningen, zoowel in de Kabinetten als op het slagveld, zijn voor het meerendeel behaald door Duitschland. Maar is het een kleiner succes van de En- tente-Mogendheden, op het slagveld den verderen voortgang door hun ijzeren te genstand te hebben kunnen stuiten? En getuigt het niet voor de groote beteekenis der in Italië, in Griekenland, in Bulgarije^ in Roemenië gekosterde sympathieën voor de Entente, dat ook de onmiskenbare over winning, die de Duitsche diplomatie daar heeft behaald, niet verder strekt dan tot het aannemen van een neutrale houding? Wellicht hebben de Engelsche politici toch in zooverre juist gezien, dat de oplos sing ten slotte niet zal gebracht worden door de wapenen of door de diplomaten, maar door één die machtiger is dan zü beiden tezamen, n.l. door den.honger. Letterlijk van alle kanten komen hon- gerberichten en commentaren van maat regelen, om dien geduchten vijand buiten de deur te houden. Zelfs uit Spanje en Portugal, die met den oorlog niets anders te maken hebben dan dat dc abnormale uitoefening van de scheepvaart ook voor hen den aanvoer bemoeilijkt, ontbreken zij niet. En in het rijke Rusland, waarbij vergeleken de korenschuren van Jozef in Egypte speelgoed uit een bouwdoos schij nen en op welks voorraden van levens middelen half Europa even belangstellend den blik gevestigd houdt als op de nog gesloten deur der Dardanellen, waardoor zij wellicht eenmaal naar buiten zullen kunnen worden vervoerd, zelfs in dat korenrijke Rusland gaat men maatregelen invoeren om te zorgen, dat er niets ver spild wordt, en dat men toekomt tot den nieuwen oogst. Hoe het in dat opzicht in Duitschland en Oostenrijk gesteld is, daarvan vernemen wij weinig. Maar wat nu en dan uitlekt omtrent de spaarzaamheidsmaatregelen, die worden toegepast en de geringheid der dagelijksche rantsoenen, geeft reden tot de veronderstelling, dat de inspanning om de greep van dien vijand machteloos te maken daar al evenmin gering is. Te Lissabon is, te Madrid dreigt brood oproer. Te Venetië, Perugia en andere Italiaansche steden is het niet gunstiger gesteld. Hoe zal het elders gaan? Zal ten slotte de honger den knoop uit- een doen. rafelen, dien de diplomatie niet ontwarren en het zwaard niet stuk hak ken kan? Verschillende Oorlogs berichten. Behandeling van de voeten. Groote zorg wordt in het Engelsche leger be steed aan de behandeling van de voeten. Tot nu toe was het bevroren zijn de meest voorkomende kwaal. Er zijn niet alleen dokters, die speciaal de voeten der solda ten behandelen, maar ook is er een mili taire chiropodist, die, terwijl hij handig een ingegroeiden teennagel verwijdert, zijn patiënt rustig mededeelt, hoe hij zijn voeten moet verzorgen, wat voor den sol daat in actieven dienst een onschatbare kennis moet worden geacht. Groot-Britannië en de onzijdigen. In het Lagerhuis vroeg Jawett hoe tegen woordig de betrekkingen waren tusschen de Britsche regeering en de regeeringen, van Bulgarije, Nederland, Spanje, Zwe den, Noorwegen, Denemarken en China. Grey antwoordde: Het is mij aangenaam te kunnen zeggen, dat wij ons verheugen in vriendschappelijke betrekkingen met al de in deze vraag genoemde mogendheden. (Toejuichingen.) De „Dacia". De uitspraak in zake de Dacia is gevallen in den zin als van een Fransch prijzenhof kan worden verwacht. Uit Brest wordt n.l. volgens een tele gram aan de Maasb., aan de Daily Tel. geseind: Het prijzenhof heeft juist beslo ten de lading van de Dacia publiek te verkoopen. De verkooping zal Zaterdag plaats hebben. Engeisch-Fransche landingstroepen ver nietigd? Volgens een particulier bericht der Frankf. Ztg. zijn volgens berichten uit Tenedos 1800 man Engeisch-Fransche landingstroepen, die eenige dagen gele den, aan de kust van Klein-Azië waren geland en wegens de stormachtige zee door de vloot der Triple Entente in den steek waren gelaten, Zondag j.l. door de Turken-aangevallen en volkomen vernie tigd. Frankrijk en Italië. Volgens den Frankf. Ztg. stelt de Parijsche Temps voor om aan Italië Corsica als noodzako- lijke aanvulling bij Sardinië en een grens- verbetering in Tunis, zeker tot de golf van Hammamet en het Obokgebied aan de Roode Zee aan te bieden, om de overeen stemming tusschen Oostenrijk en Italië te doen mislukken. De kleine opoffering zou een groot moreel succes hebben. De politiek der nieuwe Grieksche re geering. Uit Athene bericht het dagblad Hestia, dat de politiek der nieuwe regee ring betreffende buitenlandsche aangele genheden dezelfde zal zijn als van het ka binet Venizelos tot op het oogenblik van het meeningsverschil met de Kroon, d. w. z. een duidelijke politiek van welwillende onzijdigheid tegenover den bondgenoot Servië. De verdere politiek der regeering wordt natuurlijk geleid door de ontwikke ling der gebeurtenissen. Fransche vliegers boven den Elzas. Uit Bazel wordt bericht, dat Woensdag acht Fransche vliegers over de Bovcn- Elzasser vlakte vlogen. Een scherp kanon en machinegevuur, dat op hen werd ge richt, had ten gevolge, dat het vliegtuiges kader uiteenging. Drie vliegers gingen in de richting van Dunkclberg, een werd 's nachts te zes uur bij St. Blasien gezien^ „Robert wilde zoo spoedig mogelijk het land bereiken en des nachts het schip ver laten om het lichaam van George te be graven. „Den volgenden nacht bereikten zij land op ongeveer twee mijlen afstands van de plaats van waar zij vertrokken waren. „John kende de kust. en hij wist, dat de visschers er zelden kwamen. „Na zich er van vergewist te hebben, dat de plaats verlaten was, brachten Ro bert en John het lichaam naar een uitge kozen plek gronds. „Het was een kloof, met hout begroeid, op honderd voet afstands van die kust. „Daar dolf John aan den voet van een reusachtigen boom een groeve, diep ge noeg om de 'dierbare overblijfselen tegen de vraatzucht der hyena's en jakhalzen. „Het werk duurde langen tijd. „Terwijl John aan den arbeid was, zat Robert bij het lijk van zijn zoon. „Hij wilde hem to.t het laatste oogenblik zien. „De zee bewaart de dooden. De trekken van George waren biina miet veranderd. „De maan bescheen dit tooneeft met een mat licht. „Het laatste oogenblik naderde. „Robert legde zelf het lichaam van zijn kind, dat hij zoozeer bemind had in de groeve, en dan hielp hii John den put we der dichtmaken. „Toen de begrafenis afgeloopen was, plaatste de ongelukkige vader op hert graf een kruis, dat hij gemaakt had uit myr- ihetakken, knielde neder en bad.... „Voordat de dag aanbrak, voer de schuit de haven van Calle (hun verblijf plaats) binnen en de douaaa vermoedde niet, dat die eenvoudige schuit een schat verborg. „Robert had besloten geen dag te ver liezen met het opsporen van Morgan en Diego, en hij vormde met John een werk plan. „Hij ging strijden tegen schelmachtige bezitters van een fortuin, dat hun bijna de onstrafbaarheid bezorgde, want zij had den meer dan vijfhonderd duizend francs in hun bezit; maar wat bekommerde hij zich om de kansen van den strijd. Hij wanhoopte niet. ,.Ook hij had geld, en hij had nog een groot voordeel. „Men wantrouwt de dooden niet, en de ellendelingen, die hem overhoord hadden geworp-en, waren zeker niet gewapend te gen de wraak van iemand, dien zij reeds lang verdronken waanden. „Wat was er van hen geworden? Hoe kon Robert hun op het spoor komen? De inlichtingen, welke hij gewonnen had, wa ren ze ei- vaag. „Hij had veel reden te gelooven, dat Morgan en Diego om van hun rijkdom te genieten, zich in een groote stad hadden gevestigd en waarschijnlijk te Parijs. „Van den anderen kant zou men vol gens de gezegden der visschers, moeten meenen, dat zij zich nog niet lang geleden op de kusten vertoond hadden. „Zij zouden de kust gaan onderzoeken. „Hun sohuit kon hiervoor nog best die nen, en het geld lag er in veiligheid. „Het was daarenboven nuttig Calle te verlaten zonder aanleiding te geven tot vreemde vermoedens en zonder dat men hun spoor kon volgen. „Uit visschen te gaam en niet terug te komen, was het eenvoudigste middel, en niemand zou zich den geest met hen be zighouden. „Men zou meenen, dat de Engelsche vis schers hun beroep hadden overgebracht naar Malta of Sicilië, en hen vergeten. „Robert had aan boord van de Caiman gehoord, dat Morgan zijn lieden wierf tus schen Tunis en Alexandrië. „Daar had hij dus de meeste kans in lichtingen te verkrijgen, maar hij moest zeer voorzichtig zijn niet in de havens ge zien te worden. „Hij kon vreezen, hetzij te Tunis, hetzij te Tripoli eenigen der matrozen van Mor gan te ontmoeten; maar Roberts gelaat en kleedmg waren zeer veranderd. „En daarenboven was hij van plan al leen John Slough op verkenning uit te stu ren, die geheel onbekend' was. „In Tunis kon hij geen aanwijzing be komen. „Te Sonsa, een kleine havenstad, was hij gelukkiger. „Daar lag een groot schip en Robert herkende aanstonds de Caiman. „Het was gèheél afgetakeld en verkeerde in slechten staat. „De voorsteven verhief zich zeer hoog boven liet water en bewees, dat het schip ledig was. „Er vertoonde zich geen matroos. „Een jood, die een soort café had, ver schafte hem inlichtingen. „De Caiman was drie maanden geleden te Sonsa gekomen en stond toen onder be vel van drie Europeanen. „Deze waren vertrokken zonder eenige bestemming op te geven. „Naar de beschrijving, welke de jood van de drie Europeanen gaf, moest Robert oordeelen, dat het Morgan, Diego en George waren. „Op hert schip, waarmede zij vertrokken waren, hadden zij nog een matroos mede genomen. „Dat kon de Ier Cassan zijn. „Wat de bemanning va.n de Caïman betreft, die had zich verspreid na eerst de grootste losbandigheid bedreven te hebben. „A'llen waren goed voorzien van geld en spraken openlijk van de zaken, welke zij gemaakt hadden, on verklaarden wei weeier te willen varen onder Morgan. „Zij rekenden er op hem na een jaar te Tripoli of te Dernak terug te zien. „Uit dit onderzoek kon hij slechts één zaak met zekerheid zeggen, en dat was, dat Morgan en Diego zonder de Oostersche zeelieden naar de Soreiles waren gegaan en dat zij'na den moord op George alleen meesters van het geheim waren gebleven. „Immers, op de een of andere wijze /ou den zij zich ook wel ontdaan hebben van den Ierschen matroos. „Waax moest Robert hen zoeken. „Het was onwaarschijnlijk, dat zij zich rechtstreeks naar Frankrijk begeven had den, want daar zou hun landing met een Oostersch vaartuig achterdocht verwekt, hebben. „Waarschijnlijk waren zij eerst naar een land gegaan, waar de waakzaamheid minder streng was. „Hert beste was dus, de naburige landen eerst te doorzoeken, bijvoorbeeld Spanje maar vooral Italië. „Men verbergt zich niet gemakkelijk, wanneer men veel geld bij zich heeft. (Wordt vervolgd.!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1