In SDCWinkels Tweede Blad. 6e JAARGANG. No. 1645 3)e£cidóelie(2ou/fca/nt Woensdag 10 Maart 1915. Uit de Pers. Hulp voor de kleine neringdoenden. •Er zijn plannen beraamd, om de kleine neringdoenden te helpen. Minister Treub zet ook hier zijn stevige schouders onder,, en de Koningin, die in deze bange maanden meer dan ooit zich een landsmoeder heeft getoond, is het denkbeeld genegen. Wat men beoogt is, zegt het Huisge zin" terecht, even sympathiek als noodza kelijk. De kleine neringdoenden verkeeren meer dan wie ook in druk. Wie oorlogswinsten in de wacht sleepen. niet de kleine neringdoenden, die het in gewone omstandigheden reeds hard te ver antwoorden hebben door de ontzaglijke concurrentie van het groot-kapitaal. Thans komen zij aan den rand van den ondergang. Zij zuchten onder verzwaarde lasten en groote uitgaven. Van hen wordt contante betaling geëischt, terwijl het geld duur is en men hen vaak op betaling laat wach ten. Hierbij komt voor velen slapte in het bedrijf. Zoo spant alles samen om den nering doenden het bestaan moeilijk te maken. Bij de steuncomité's kunnen zij niet aankloppen, zoo min als bij de groote fi- nancieele lichamen. Het is dus noodig, dat er een nieuwe organisatie kome, die zich hun belangen aantrekt en hen door dezen benarden tijd heenhelpt. Anders is het gevaar te duchten, dat een werkzame en nuttige klasse van menschen er geheel onder raakt. De socialisten zouden dit allicht zonder leedwezen zien en de monopolisten ook. Maar de maatschappij zou met den on dergang der neringdoenden niet gebaat zijn. Daarom juichen wij het steunplan met warmte toe en vormen de beste wenschen voor het welslagen der sympathieke on derneming ,die in menig gezin na zoo langen en bangen nacht weer een licht straal van hoop zal doen gloren. De portefeuille van Prof. Chantepie de la Saussaye. Wij lezen in de (A. R.) „Rotterdammer" Onvoorwaardelijk, zonder eenige reserve steunt de rechterzijde in deze dagen van ontzaggelijken ernst het Kabinet. Van klein politiek gekrakeel is geen. sprake. Zeker, zij verstaat dat het beginselvei*- schil niet mag worden weggedoezeld, maar beseft tevens dat niet door het toe spitsen van uiteenloopende meningen om trent practisch regeeringsbeleid cle natio nale eenheid mag worden verzwakt. Dat in menig opzicht door de Christelijke partijen aan het Ministerie Cort van der Linden hartelijker steun wordt geschon ken dan door de regeeringspartijen, vindt ook bij meer dan één man van links erken" fling. Opvallend is het Binnenlandsch Over zicht, dat de heer Elout in het tijdschrift Onze Eeuw plaatste. Hij is de hoefijzercorrespondent van het 'Handelsblad, onzen lezers welbekend, van alle clerfcale smetten vrij. WeLnu, hij trekt een vergelijking tus- schen de houding van de rechter- en lin kerzijde, en dan krijgt natuurlijk de eerste om haar clericale neiging wel een enkele lik uit de liberalistische pan, maar ten slotte komt zij er toch goed af. FEUILLETON. DE DUIKER. 52) „Hij nam ze zonder nog in bedenking te staan, of hij het wel zou doen, en zonder vrees, want zij zouden dienen om den moordenaar zijn laatste slachtoffer te ont rukken. „De kist bevatte een waarde van elf duizend francs. „Dat was voldoende om een begin te maken met de onderneming. „Robèrt keerde vol moed en hoop naar Marseille terug. „Toemi hij daa.r kwam, wiachitite tjem het antwoord van John Slough op zijn brief. „Uit de woorden van John Slough's brief klonk de grootste vreugde. Immers de goede man had gemeend, dat zijn meester sinds een. paar jaar dood was, en was daar zeer bedroefd over ge weest. De Avenger was gezonken, en nie mand had er ooit iets van vernomen. Al gemeen werd er in Engeland geloofd, dait het schip mot ma.n en muis vengaan was. ra,.<men wist zelfs niet, waar het ongeluk geschied was, en het eenig bewijs van de SchiphEeuk was immer geweest, dat het spoorloos verdwenen was. „Hij isindigde den brief met de verzeke- zijn meester zijn bezit .en persoon aan bieden. haastte zich te schrijven, dat hij hTffl toewijding aanvaardde en vroeg em met aandrang zoo spoedig mogelijk hom te komen. «Acht {logon tater Jlad het hartelijk we De lezer oordeele over deze uitspraak: „Zij (de houding der rechtsche pers) is volkomen in overeenstemming gebleven met die van de rechterzijde in de Tweede Kamer, die, onder 't besef van den eisch der omstandigheden, tijdelijk heel en gansch regeeringspartij is geworden. En kele politieke douceurs de consolidatie van den vlootpredikant, het herstel van^ subsidie in het mijndistrict, het bevesif--^ gen der positie van het bijzonder onderwijs in Indië heeft zij niet versmaad. Maar over 't geheel genomen kan haar houding niet anders dan volkomen correct en loyaal worden genoemd. Zij heeft het de Regee ring zoo makkelijk mogelijk gemaakt en haar bij elke belangrijke beslissing waar toe de medewerking van de Kamer ver- eischt werd, gaaf en gul gesteund. Van de linkerzijde is niet geheel het zelfde kunnen getuigen. Goeddeels heeft ook zij 't besef getoond van den abnorma- len eisch der omstandigheden. Maar zóó lang als de rechterzijde heeft zij het in haar geheel, niet uit kunnen houden." 't Is nog zachtjes gezegd en de vrienden worden zooveel mogelijk gespaard. Wie de houding van rechts tegenover het huidig Kabinet eens vergelijkt met de po sitie die de linkerzijde in de niet minder ernstige dagen van natioanale beroering in 1(J03 tegenover het Ministerie-Kuyper innam, kan scherper kleuren benutten. Maar niettemin blijft deze erkentenis van den hoefijzercorrespondent voor meer dan één leerzaam. Ook voor Prof. Chantepie de la Saussaye die in datzelfde tijdschrift, waarin nu de heer Elout schrijft, na de verkiezingen iri 1913 zijn onedele beschuldiging tegen de Christelijke pers uitsprak en zich verf heugde dat „liberaal fatsoen" had getriom feerd. Tot verantwoording geroepen om zijn grove aanklacht waar te maken, wees hij naar.... zijn portefeuille, die gesloten bleef. Die arme partefeuille. Het wordt waardeloos papier. Koflit er nu een met nieuw etiquetje: „coalitie-fatsoen"? Of bestaat dit niet? Nederland9che industrie. Met instemming nemen we over uit de „Nederlander": Gaarne vestigen wij de aandacht op de pogingen der heeren Hogqrzeil c.s. om door oprichting van een Bond de Neder- landsche industrie een handje te helpen. Zij willen fabrikanten en winkeliers te zamen brengen, en hen elkanders belan gen doen kennen, om ze daardoor weder- keerig te dienen. Dit is ongetwijfeld een loffelijk streven dat door de bijzondere omstandigheden waarin wij- verkeeren ook bijzonder op den voorgrond is gekomen. Want niet alleen is gebleken dat wij voor een aantal artikelen niet van het buitenland afhankelijk zijn, doch dat men dit ternauwernood weet, maar ook dat we zeer wel in staat zijn andere, die thans uit het buitenland komen, zelf te produ- ceeren, zoo men er slechts in slaagt in Nederland voor deze nieuwe productie verzekerd afzetgebied te vinden. Ook hier zal de oude spreuk onzer va deren: eendracht maakt macht, mits in daden omgezet, hulp kunnen bieden. Als men zoo in het voor ons blad te uit voerige stuk dat de voorloopige commissie publiceerde, eens naziet, wat er alzoo uit het buitenland komt., waarvan menigeen geen notie heeft, dan begrijpt men wel dat er op dit gebied nog een en ander te doen is. Voor het initiatief in dezen, dat in eene op 31 Maart te 's-Gravenhage te houden vergadering zal worden bevestigd, kan men den ontwerpers dankbaar zijn. Be langstellenden kunnen bij den heer Jhr. C. W. F. C. van Lidt de Jeude, J. P. INGEZONDEN MEDEDEELING 1 GULDEN PER REGEL. zijn verkrijgbaar zoowel de allerfijnste als de goed' koopste kwaliteiten. Indien U bijvoorbeeld in dezen tijd op Uw boter wenscht te besparen* wordt U ïïeGruyleti Melange a 60, 50, 45 en 40 ets. en tDeffruy/erj Plantenboter a 50 en 45 ets. per pond krachtig aanbevolen. Ter beoordeeling onzerkwaliteiten wordt Lf verzocht, nevenstaanden coupon in te wisselen in een der bekende winkels van. -.J P. DE GRUYTER Zn. Grutterswaren» Koffie» Thee, Cacao en Boter. RECLAME COUPON. 21 Ten einde in deze tijden het gebruik van het artikel rijst als voedingsmiddel bij uitnemendheid algemeen te maken, geven wij gedurende deze en* de volgende week, tegen inwisseling van dezen coupon in een onzer winkels, bij aankoop van I pond We</ruy/er5 Botermelange of Planten- boter, gratis ter keuring I pond van onze prima Tafelrijst k 12 ct. (ofwel bij aan koop van K pond. Yi pond rijst). Melange: 60. 50. 45 en 40 ct. p.p. &eGruu/erj Planteoboter50 en 45 ct. p.p. Coenstraat 7 (Don Haag) nadere inlich tingen bekomen. BINNENLAND. Onze R.-K. Staatspartij. In de brochure von. Mr. Trcelstra, han delend over de sociaal-.democratie en den oorlog, waarvan wij reeds een overzicht gaven, treft ons een welgeslaagde passage, die uitstekend de staatkundige behoeften van ons land in deze kritieke tijden aan geeft. Deze passage is te goed om ze den lezer niet over te leggen. In zulke tijden zoo lezen we dan heeft het volk behoefte aan een leiding, die zijn vertrouwen heeft en dat vertrou wen verdient. Allereerst aan een regee- ding, die kloek aanspraak maakt op de buitengewone macht, op politiek en op sociaal gebied, die zij noodig heeft om aan de dreigende gevaren het hoofd te bieden en het volk door de economische crisis heen te helpen. Verder aan een par lement, dat haar deze macht weet toe te staan, zonder daarom .-«rijn plichit van con- tróüe en zijn eigen verantwoordelijkheid uiit het oog te verliezen. Aan een pers, die hooger doel kent, dan sensatie te wekken of partijbelangen te dienen op een wijze, die het nationale gevaar noodeloos ver groot. Aan politieke partijen, wier leden in eigen breeder inzicht de bewustheid van dat gevaar, de kracht ontLeenen om zich aan den o o rilog st o est and aan te pas sen, zonder te vervallen tot desorganisa tie, of, voor zoover dat inzicht niet bij al len mocht aanwezig zijn, waarin althans genoeg vertrouwen in hun leiding leeft, om deze te volgen, in afwachting van het oogenhlik, dat zij verantwoording van haar doen en laten zal afleggen. Een partij, die aan deze eisch en niet voldoet, is in zulke tijden een publiek gevaar." In deze woorden valt zeer veel te waar de eren. Zij zijn van ongewone opbouwende kracht en spreken onze vaderlandsliefde warm aan. Wanneer zulk een geest in de partij van der. heer Troelstra heerschen gaat, dan mag de nationale zaak ermee worden geluk gewenscht. Deze woorden zijn, merkt de Maasbode terecht op, ook als een krans van hulde, die onze R.-K. Staatspartij in deze pre caire omstandigheden zich door haar hou ding heeft verdiend. Even als de andere partijen van rechts heeft ze afstand gedaan van eiken zet, die haar reclame bezorgen kon, maar gerucht veroorzaken zou en het vertrouwen in de Regeering in eenigen zin schaden kon. Van dat vertrouwen in dezen tijd ook slechts één steen afbrokkelen, heeft ze mis dadig geacht, tenzij 't geweten zou ge dwongen hebben yoor het beginsel pal te staan. Wat aan een partij als de onze hare kracht van organisatie verschaft om in tijden als deze het belang van het vader land te dienen in stilte en niet door desor ganisatie een gevaar te worden voor de gemeene zaak, zooals de heer Troelstra voortreffelijk schetst, dat is het warme, le vende vertrouwen, waarmee ons Katholie ke volk tot zijn vertegenwoordigers kan opzien. Wanneer de eigenlijke oorsprong van dit vertrouwen in hun algemeene erkende be kwaamheid was gelegen, zou men zulk in nig vertrouwen ook in andere partijen evenzeer moeten waarnemen. Eerder meenen we, dat dit vertrouwen wortelt in de eenheid van levensbeginse len, van godsdienstige en maatschappelijk^ alsook politieke beginselen; een eenheid, welke wij in wezen uit de onverbreeklijke geloofseenheid voortvloeiend weten. Daarbij komt,- dat ons geheele volk voor onze politiek aanwezig weet den hechten grondslag van een objectief beginsel: de rechtvaardigheid Justitia fundamentum regnorum. Daardoor is uitgebannen het gevoel van onrust, of er soms ernstig gevaar mocht dreigen, dat eon subjectief beginsel, name lijk het belang en de macht de leidende plaats zou gaan innemen bij onze verte genwoordigers. In een partij als die der sociaal-demo craten is dat zoo geheel anders. Daar heerscht het geloof in de rechtvaar digheid niet; daar is wantrouwen zelfs een der krachtigste propaganda-middelen. Doch dan verwondert hot cok niet, dat op de boven aangehaalde woorden de bit tere klacht van mr. Troelstra volgt: „Het doet ons leed te moeten constateeren, dat van alle politieke partijen in ons land al leen de S. D. A. P. niet aan die eischen heeft voldaan." Dat dus de leider zich over deze wrange vrucht niet verbaze. Het S. D. A. P.-Congres. „Het Volk" bevat als vervolg van den beschrijvingsbrief voor het Paaschcon:- gres 1915 een serie, door het partijbestuur ingediende resoluties. In zake de partij leiding is de volgende motie ingediend: Het Congres, overwegende, dat in den toestand, door het uitbreken van den tegenwoordigen oorlog geschapen, het belang van de Ne- derlandsche arbeidersklasse, samenval lende met dat van de geheele natie, de handhaving van de onzijdigheid en on afhankelijkheid des lands met alle be schikbare middelen gebood, overeenkom stig het door de Socialistische Internatio nale steeds geëischte recht van zelfbe schikking voor alle volken; keurt de door de partijleiding gevolgde gedragslijn goed en verklaart dat, zoolang deze toestand voortduurt, dezelfde gedrags lijn moet worden gevolgd. In verband met de vredesactie en de neutraliteit publiceert het partijbestuur twee resoluties, luidende: Het Congres verklaart, tot bevordering der internationale ontwapening en ter voorkoming van nieuwe oorlogen, de actie voor den vrede, in overeenstemming met de andere partijen der Internationale, met alle energie te zullen voeren en aanvaardt voor die actie het standpunt, dat de partij de mogelijkheid van samenwerking met andere naar den wereldvrede strevende krachten in het volk moet openlaten. Het Congres spreekt zich uit ten gunste der meest strikte neutraliteit eu eischt van allen, die een verantwoordelijke positie in de Partij bekleeden, zich daarnaar te ge dragen. Vermoedelijk zullen deze uitspraken de preferente bekomen boven de verschillen de door de afdeelingen ingediende uit spraken en zal dus het partijbestuur al thans de leiding van het debat in handen trachten te houden. Met het aannemen of verwerpen ervan is de vrede in de S. D. A. P. gemoeid! Mexico. Het is bekend, dat met het oog op de troebelen in Mexico in het begin van het vorig jaar, onze Regeering het besluit nam eem oorlogsschip, het pantserschip Korte- naer, naar dat land te zenden tot bescher ming van het leven en de belangen van do in dat land wonende Nederlanders. Het „Handelsblad" meldt, dat als blij vende herinnering voor dat sohip en voor de Nederland scha Marine de commandant van de „Kortenaer", de kapitein-luit. ter zee L. P. W. van der Wal, dezer dagen van de directie der Petroleum-Maatschap- pij La Corona, een prachtigen verguld zilveren beker op marmer voetstuk ont ving; aan de eene zijde is gegraveerd een olie-boortoren., aan de andere zijde een inscriptie, luidende: derzien plaats tussc.hen Robert en diens ouden knecht, of liever vriend zijner jeugd. Slough weende van vreugde, toen hij weder Robert zag, en van droefheid, toen •hij diens treurige geschiedenis der beide Laatste jonen, vernam. „Toen Robert hem zijm plan en zijn hoop bekend maakte, aarzelde hij geen oogenhlik. „Voorziend, dat zijin meester gebrek zou hebben aan geld, had hij al heitgeen hij gespaard had medegebracht, namelijk een som van vijfhonderd poind sterling. „Met het teruggevonden goud had Ro bert alzoo een twintigduizend francs te zijner beschikking. „Met genoegen vernam (hij, dat niemand in Engeland ooit meer iets van de Avenger gehoord had, en dat de plaats der schip breuk onbekend was gebleven. „Robert kende dus alleen dat geheim, en hij kion er dus alleen voordeel van trekken, want George en de Ier se hè ma troos waren niet in de gelegenheid er aen te- denken. „Er restte nog, met alle zekerheid het plan vast te stellen. De tijd was kostbaar. „John, die vroeger veel op de Middel landse he Zee gevaren had, kende zeer goed de kust van Afrika e>n de Sorelles. „Hij was het, die het eenvoudigste en meest uitvoerbare middel vond. „Robert kon geen, matrozen als helpers aanwerven, en van den anderen kant moest hij dan het plan bekend maken. „Zij moesten dus alleen werken en een voorwendsel zoeken om zich op de Morel les te vestigen. „De waakzaamheid, waaraan Robert onderworpen was, was niet streng, en bet viel hem gemakkelijk zich met John naar Afrika in te schepen. „Toen zij in Algiers gekomen waren* gingen zij door voor Engelsche matrozen, die op de kus.t koralen kwamen visschen. „Dit beroep bloeit het meest sedert twee eeuwen in een kleine havenstad op de grens van Tunis. „Daar vestigden zij zich en schaften zich een schip aan, dat zij in staat waren alleen te besturen. „In zijn brief aan John had Robert de zen op het hart gedrukt, twee duikers- kostuums en een luchtpomp mede te bren gen. „Het beroep van koraalviascher, dat zij gekozen hadden, verklaarde genoegzaam het bezit van die voorwerpen. „Zij hadden verder allies te vermijden, wat de aandacht op hen zou kunnen doen vestigen, en zij leefden geheel als vis-schers. „Weldra was er niemand aan de kust, die hen niet voor arme Lieden hield, uit Engeland gekomen, om een moeitevol le ven ite leiden. „Men spotte zelfs een weinig met hun vaartuig, dat zij voor weinig geld gekopht hadden, en met hun eigendunk van het schip zelf te wiillen besturen zonder een matroos aan te nemen. „Voordat hij zijn geluk op de Sorelles ging beproeven, meende Robert, dat heit zijn nut had een paar keer (uit te gaan, om werkelijk te visschen, om zich wedeT aan (hot duikersberoep te gewennen, dat hij in dien langen tijd gemakkelijk had kunnen vergeten. „Het was niet gemakkelijk met zijn tweeën aulk een gewichtig ondenzeesch werk uit te voeren, en eenige voorafgaan de oefeningen waren onvermijdelijk. „Zij oefenden zich op de koraalbanken, op verschillende diepten, en het gelukte hun goed. „Robert verkreeg spoedig de juistheid en handigheid van eertijds, en door vol harding waren zij spoedig in staat te be ginnen. „Terwijl een hunner dook, moest de an der alleen de luchtpomp in beweging hou den, een werk, dat anders immer twee menschen vorderde. „Hierin, bestond de grootste moeilijkheid. „Zij werd overkomen door de wils kracht van John. „Robert had reeds dikwijls gelegenheid gehad met zeelieden van Tunis en Tripoli te spreken, die langs de kust de visch- vangst uitoefenden, en hij had kostelijke inlichtingen gewonnen. „De Caiman was niet onbekend in die streken. Nog niet lang geleden was zij er gezien. „Iemand, die aan boord was gekomen om visch te verkoopen, had bemerkt, zoo- als hij zeide, dat er drie of vier Europea nen waren. Hij vermoedde op dat oogen hlik niet, hoezeer hij door die woorden den vader van George verheugde. „De algemeen verspreide meening was, dat de Caiman smokkelhandel dreef op Italië en Spanje, maar niemand kende met juistheid de bestemming van het schip. „Doch het was Robert voldoende te we ten, dat het schip de Middellandsdhe Zee niet yerlaten had, en hij trok het niet in twijfel, dat George een der Europeanen was, waarvan de man gesproken had. „Het oogenhlik van handelen was geko men. „Robert en John verlieten de haven, op een schoonem Augustusochtend. „De wind was goed, de zee kalm, en het schoone weder scheen eenige dagen te zullen aanhouden. „Den dag na hun vertrek hadden zij da Sorelles in het zicht, en toen Robert het anker liet vallen in de nabijheid van de rots, waarop hij eens zulk een vreeselij- ken nacht had doorgebracht, was hij zeer ontroerd. Er was geen verandering geko men in de dreigende gedaante der rotsen. „Robert begon met dat gedeelte van da rots te onderzoeken, waartegen de Aven ger gestooten was, en met vreugde ont dekte hij, dat het schip nog op dezelfde plaats lag. „De dag ging voorbij met het nemen van voorbereidselen em het peilen naar de geschiikste plaats voor het duiken. „Robert herinnerde zöh goed, dat do kisten met goud waren geplaatst in een ruimte onder do hutten der officieren, be halve zes kistjes, welke de commandant op het laatste oogenhlik had ontvangen, „Dezen waren in zijn hut geborgen. „Robert besloot eertgenoomde plaaW eerst te gaan onderzoeken. „Men kwam overeen, dat hij en SLougK beurtelings zouden duiken, en Robert wil de zich het eerst wagen. „Robert daalde in de zee reder. Spoe dig had hij het schio bereikt. dat miet op een groote diepte lag. „Hij zag dat hij veel minder moeilijk- heden zou hebben te overwinnen, dan hij eerst gemeend had. (Wordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1