DINSDAG
9
MAART.
De Oorlog.
Nederland en de Oorlog.
6e JAARGANG.
No. 1428
S)e Eeicbelve (Souïant
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6. v
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering i
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
1915.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geon
Handels-Advertentlën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
7 „Meerderen" en „min
deren".
Met waardeering hebben wij Zaterdag
melding gemaakt van een schrijven van
(niet nader aangeduiden) commandant
aan de hem onderhoorige officieren en
„meerderen" om op een heuscher, een
vertrouwelijker, een vriendschappelijker
manier met hun „minderen" om te gaan.
Deze commandant wijst op een wonde-
plek in het leger of liever op een wonde-
plek in onze maatschappelijke samenle
ving, welke zich wel op een bijzonder pijn
lijke wijze in het leger openbaart.
Personen van hoogeren stand, „meerde
ren" trachten zoo dikwijls hun waardig
heid te leggen in een ruw optreden tegen
over menschen, die maatschappelijk la
ger staan, tegenover „minderen"; zij trach
ten zoo dikwijls hun prestige 'hoog te hou
den door tegenover hun ondergeschikten
ln drift te ontsteken of hen vloekend aan
te spreken.
En dit is toch zeker, dat b.v. een officier
of kapitein of wie ook, die vloekend com
mandeert, of in drift, misbruik makend
van zijn gezag, straft, .zich verlaagt tot
een peil van beschaving waarop zelfs een
gewoon soldaat in het leger van een be
schaafd land niet behoort te staan.
Wie vloekend commandeert beleedigt
Hem, in wie alle gezag zijn oorsprong
vindt, staat dus op dat oogenblik op een
zeer laag zedelijk peil.
Wie in drift straft laat niet het mensche-
lijke, doch het dierlijke element in zich
naar voren treden, handelt dus niet rede
lijk, niet menschwaardig.
Tegen het gezag in het leger wordt mis
dreven door de „minderen", die er zich
niet aan onderwerpen. Dezè worden door
den Krijgsraad gestraft dat is uitmun
tend, omdat het noodzakelijk is.
Doch tegen het gezag in het leger wordt
ook misdreven door de „meerderen", die
het niet waardig gebruiken voor het doel,
waarvoor het hun is geschonken. En deze
moeten worden veroordeeld voor de recht
bank der publieke opinie. Hoogere belan
gen verbieden dat nu, ons inziens doch
na de mobilisatie kan het wel eens de ge
schikte tijd zijn tegen die ondermijning
van het gezag van hooger-af in het publiek
op te treden.
BUITENLAND.
De beschieting der Dardanelles Ge
vechten in den Eizas. Oostenrijksch
succes in West-Galicië. Gevechten in
de Karpathen.
De aanval op de Dardanelles
De aanval op de Dardanellen, aldus het
„Hbld.", heeft waarschijnlijk niet alleen
ten doel om den westelijken geallieerden
een toegang tot den Russischen bondge
noot te verschaffen en omgekeerd
maar zal wellicht ook ondernomen zijn
met de politieke bedoeling om de aarzelen
de Ralkanstaten te nopen kleur te beken
nen, daar het lot van Konstantinopel en
de zeeëngten geen dezer staten onverschil
lig kan laten. Voor Roemenie en Bulgarije,
beide gelegen aan de Zwarte Zee, is de
toekomst van den toegang, die deze Zee
met de wereldzeeën verbindt, van het hoog
ste belang, en de actie tegen de Dardanel
len zal er toe moeten leiden, dat deze sta
ten opnieuw nauwgezet gaan overwegen,
welken weg zij thans zullen moeten in
slaan om hun belangen te verdedigen en
te behartigen. Maar nog voor een anderen
Balkanstaat is het toekomstig lot van
Turkije van bijzonder belang. Griekenland
kan het niet onverschillig zijn als met de
verdeeling van Turkije wordt begonnen,
waarvan de val van Konstantinopel de
voorbode zou zijn. Griekenland, in de laat
ste Balkonoorlogen al belangrijk uitge
breid, koestert nog altijd territoriale ver
langens, en er is nog genoeg Turksch be
zit, waarop de Grieken meenen rechtmatig
aanspraak te mogen maken. In hun hart
rekenen de Grieken hiertoe ook Konstan
tinopel, en het zou dus eigenlijk voor de
hand liggen te veronderstellen, dat juist
van Grieksche zijde met klem zou worden
geprotesteerd tegen elke poging om deze
stad en het omliggend gebied aan de
macht der Russen uit te leveren. Maar
Griekenland is een klein land en zal mis
schien begrijpen wetende dat het met
groote heeren slecht kersen eten is dat
het verstandiger is zijn begeerten in te
toornen, ten einde toch iets van den moge
lijken buit te verkrijgen. Een half ei is
beter dan een leege dop, en als het bezit
van Konstantinopel zelf dan al verkeken
is, er is nog meer Turksch grondgebied
"er is nog Klein-Azië, er zijn nog Turksche
eilanden dat een welkome uitbreiding
van het Grieksche territoir zou zijn. Zoo
heeft nu de aanval op de Dardanellen in
Griekenland de quaestie op den voorgrond
gebracht, welke houding het land in het
groote Europeesche conflict zal aannemen.
Een Kroonraad is bijeengeroepen om hier
over te beslissen, en de beide elkander be
strijdende machtsgroepen deden nu hun
uiterste best op deze beslissing invloed te
oefenen.
Welke besluiten in den Kroonraad wer
den genomen is niet bekend, alleen toonen
de berichten van Duitsche zijde, de com
mentaren in de Duitsche pers, dat men in
Duitschland zich verre van gerust gevoel
de. De Entente had wat aan te bieden *■-
de verdeeling van het Turksche gebied
Duitschland en Oostenrijk, bondgenooten
van Turkije, konden natuurlijk zoo iets
niet beloven, konden alleen trachten in
vloed te oefenen, door de Grieken tq wij
zen op de gevaren, die het zouden bedrei
gen als Rusland zich aan den Bosporus
nestelde. Wat zou nu sterker blijken, de
begeerte of de vrees?
Het is nog niet mogelijk hierop een ant
woord te geven. Het eenige wat tot dusver
naar buiten bleek, is dat er een meenings-
verschil is ontstaan tusschen den koning
en ziin eersten minister Venizelos, den
vermaarden Kretenzer staatsman, die zijn
land met zoo vaste hand stuurde door de
moeilijkheden der Balkanoorlogen. Veni
zelos heeft met zijn kabinet ontslag ge-
De bijzondere verslaggever van de „Lo-
kal Anzeiger" bij de Dardanellen, die den
minister van oorlog, Envetr Paoha, en den
minister van buitenlandsohe zaken Ta-
laat Bey, op een inspectie in de Darda-
neLLen mocht ve<rgezeLlen, seint:
Vroeg in den morgein bereik/ten wij den
ingang der Dardanellen. bij Tsdhanakka-
fen (Tschanak-Kalessi?). Om 10 uur 's mor
gens verschenen voor de zeeëngte vijf
groote schepen. Zij naderen in snelle
vaart en beginnen het dagelijksche bom
bardement. Zonder bepaald plan, zonder
stelsel strooien zij 30 c.M. granaten op
beide oeers. Geen mensch in de stad windt
zich daarover op. Dan antwoordt een
batterij op den Aziatisclren oever: een
tweede, derde, zesde volgt. Iedere batterij
vuurt slechts enkele schoten af.
De artillerie-commandant, die naast mij
liet vuur leidt, grinnikt. Nog geen tiende
gedeelte van zijn geschut doet hij vuren.
Toch is de uitwerking reeds merkbaar.
De Engelsche schepen kregen twee tref
fers en voeren nog sneller.
Het gevecht wordt voortgezet. Op eene
batterij vuren zij in één uur 60 granaten
af. Niet één treft. Het zware Turksche ge
schut aan beide oevers van de zeeëngle
antwoordt niet eens op de nuttelooze
kruitverspilling der Engelsdhen.
De Engelschen hebben met hunne lan
dingen nog minder geluk. Waar zij ook
verschijnen, worden zij met gevoelige ver
liezen in het water geworpen.
De stemming is hier uitstekend, omdat
men hier dagelijks voor oogen heeft, dat
de zoogenaamde forceering zonder succes
Tot nu toe zijn minstens 6000 granaten
van het allerzwaarste kaliber door den
tegenstander afgevuurd. Het resultaat
was: twee verouderde versterkingen aan
den ingang der zeeëngte, bewapend met
oude kanonnen, werden vernield. De eigen
lijke versterkingen der Dardanellen zijn
tot nu toe intact
De correspondent van de „Times" te
Sofia seint:
Te Constantino pel heerscht paniek. Dui
zenden vluchtelingen van ha» schiereiland
Gallipoli doen de angst nog toenemen. De
wildste geruchten doen de ronde. De
nieuwsbladen worden niet meer geloofd.
Talrijke arrestaties werden gedaan.
De Duitschers zijn verre van populair.
Groote pogingen worden onder leiding
van En ver Pacha gedaan om de stad te
versterken.
Van het Westelijk Oorlogs
terrein.
Het Fransche communiqué meldt: De
Fransche vorderingen in Champagne wer
den voortgezet.
Gisteren namen de Franschen loopgra
ven ten N.-W. van Souain er maakten
verscheidene gevangenen onder wie offi
cieren.
In de streek der heuvelen aan de Maas
beschadigde de artillerie krachtig een stuk
42 c.M. geschut, dat onttakeld werd en
naar de achterhoede gezonden.
In Lotharingen maakten de Franschen
vorderingen ten Noorden van Badonvil-
lers, in de Vogezen bij Reichsackerkopf.
De Duitschers deden gistermiddag een he-
vigen tegenaanval en waren een oogenblik
in staat daar vasten voet te krijgen maar
na een verwoed gevecht van man tegen
man, werden zij teruggedreven en bleven
de Franschen in Reichsackerkopf de over
hand houden.
De Duitsche verliezen waren uiterst
ernstig.
In den Boven-Elzas, ten zuiden van het
spoorwegstation Burnhaupt, werd een
Duitsche aanval tegen vooruitgeschoven
stellingen tot staan gebracht door het
Fransche artillerievuur.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Vij
andelijke vliegers wierpen gister bommen
op Ostende, waarbij drie Belgen gedood
werden.
De gevechten in Champagne duren voort.
Bij Souain werd de vijand gisteravond bij
een gevecht van man tegen man terugge
slagen. Des nachts begon het gevecht op
nieuw.
In het gebied ten Noord-Oosten van Le
Mesnil mislukte des namiddags een vijan
delijke aanval. Onze nachtelijke tegenaan
val was succesvol. Honderd veertig Fran
schen werden gevangen genomen.
In het Bois le Prêtre, Noord-Westelijk
van Pont k Mousson, sloegen wij Fransche
uitvallen terug.
In de Vogezen zijn de gevechten in de
streek ten Westen van Münster en ten
Noorden van Sennheim nog niet be
ëindigd.
Van het Oostelijk Oorlogs
terrein.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt: Zui
delijk van Augustow mislukten Russische
aanvallen onder zware verliezen voor den
vijand.
Bij Lomza zijn verdere gevechten aan
den gang.
Westelijk van Prasnysch en Oostelijk
van Plozk deden de Russen verschillende
vergeefsche aanvallen.
Bij Rawa sloegen onze troepen twee
Russische nachtaanvallen af.
Russische aanvallen uit de richting Nowe
Mjaso hadden geen succes.
Het aantal gevangen Russen bedroeg
daar 500 man.
Het Oostenrijksche stafcommuniqué van
heden meldt:
Door nog voortgezette gevechten in
Russisch-Polen werden herhaaldelijk suc
cessen behaald. De tegenstander werd met
zware verliezen uit verscheidene vooruit
geschoven steunpunten en loopgraven-
linies geworpen.
Eenzelfde succes had ook een kVVie
aanval van onze troepen aan het front in
West-Galicië, waar in den sector bij
Gorlice (ten Z.-O. van Zakliczyn) een deel
der vijandelijke loopgravenlinies door
broken werd en de plaats na bloedigen
strijd veroverd werd. Verscheidene officie
ren en meer dan 500 man werden gevan
gen genomen.
In de Karpathen wordt hardnekkig ge
streden. In den sector bij Rupkow begon
nen de Russen gisternamiddag den aan
val met sterke troepenmachten. Door het
brengen van nieuwe versterkingen werden
de gedunde gelederden van den vijand
steeds vernieuwd en met alle middelen
vooruitgedreven. De aanval drong, in
weerwil van zware verliezen, driemaal
door tot in de nabijheid onzer stellingen,
lederen keer mislukte de aanval der Rus
sen onder vernietigende verliezen door
onze versperringen. Honderden dooden
liggen voor de stellingen.
Op een ander gedeelte van het front gin
gen onze troepen na afgeslagen Russische
aanvallen tot den aanval over en ver
overden tot nu toe door den tegenstander
sterk bezette hoogten. Wij namen opnieuw
tien officierfen en 700 man gevangen. Op
een hoogte in de nabijheid werden duizend
Russen gevangen genomen.
In Zuid-Oost-Galicië leed de sterke vij
andelijke cavalerie, die geïsoleerd optrok
tegen een vleugel van onze stellingen, een
gevoelige nederlaag.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Nieuw legerkrediet. Volgens eon tele
gram uit Boecharesi aan dc „Franikf.
ZeiL" iheeflt de Roemeensche regeering op
nieuw êeai legerkrediet van 200 millioeo
aangevraagd.
De beschieting van Smyrna. Van
Mytilene wordt volgens het „Hbld." aan
de Daily Chron." gemeld, dat de beschie
ting van Smyrna groote schade toebracht
aan de forten in de omgeving.
Alcoholmisbruik. Volgens de „Daily
Chronicle zullen de maatregelen der En-
gelsche Regeering tegen het alcoholmis
bruik daarin toestaan, dat de herbergen
ln het geheele land slechts van 10 uur
's morgens tot 8 uur 's avonds geopend
mogen zijn.
De Ver. Staten en Mexico. Tengevol
ge van de toenemende verwarring in Me
xico, zond de regeering der Ver. Staten
dringende vertoogen aan Carranza. Deze
waarschuwing wordt beschouwd als een
volkomen verandering in de politiek der
regeering te Washington.
BINNENLAND.
Voorschotten, aan provin
ciën en gemeenten.
De minister van Financiën maakt in de
Staatsct. bekend, dat tot en met 6 Maart
1915 uit de opbrengst der Staatsleening
1914 aan provinciën en gemeenten uit
's Rijks .schatkist rentedragende, voorschot
ten zijn toegezegd tot een gezamenlijk be
drag van f 29,682,000, waarvan was uitbe
taald of betaalbaar gesteld een totaal be
drag van f 704,500.
D u i k b o o t e n-o ntmoeting.
Mem meldt uit Hoek van Holland:
Het hier binnengekomen stoomschip
„Colchester" van de Harwich lijn, rappor
teert in de Noordzee een onderzeeër te heb
ben bemerkt, doch (niet door dit vaartuig
te zijn aangeroepen.
Uitvoer van z a a i-J ij n. z a a d.
Het ligt in de bedoeling aan erkende
handelaren en telers van zaai-lijnzaad op
nieuw vergunning te verleenen voor den
uitvoer van een beperkte hoeveelheid in
Nederland geteeld zaai-lijnzaad. Zij, die
daarvoor in aanmerking wenschen te
komen, kunnen daartoe een verzoek rich
ten tot den burgemeester van Rotterdam
onder opgave van de grootte der uit te
voeren partijen, de merken der balen, de
plaats te Rotterdam, waar het voor de
contröle benoodigde onderzoek kan plaats
FEUILLETON.
DE DUIKER.
61)
„Met opzet had hij de onderteekening
weggelaten, wel wetiend, dat John Slough
het schrift van zijin meester zou herken
nen.
„Er moesten eenige dagen verloopen eer
een berkM uit Whitestabie kon komen on
Rolx-rt gebruikte dien tijd ijverig om een
gewichtige poging te wagen.
„Gekleed op de wijze der boeren van
Provence, ging hij op een zekeren avond
op reis naar Cogolin, waar hij gedurende
den nacht van den moord op 'I hom as Dis-
ney gesla.pen had.
„De tijd en het ongeluk hadden genoeg
verandering aan zijn gelaat gebracht, dal
hij er verzekerd van kon zijn, niet herkend
te worden. Niemand zou zich na zoovele
jaren den jongen en lievenaluetigen vreem
deling van het huis mat het roode dak her
inneren.
„Robert meende echter, dat het toch
voorzichtig was, zich niet te Cogolin op
te houden en alvorens zich naar het veld,
waar het geld geborgen was, te begeven,
^tte hij zich neder onder een grooten
plataan om den nacht af te wachten.
„Met haar laatste stralen beschilderde
6 zon tiet rijke landschap, waardoor vroe
ger de jeugdige echtgenoot van ELlen zin-
en neuriënd met opgewekten tred
„Een talrijke groep kinderen verdroeg
zich om een voorwerp, dat Robert niet
K°ed onderscheidde.
»Weldra zag hij een grootsten op een
soort wiel gezeten, waarop hij trachtte
vooruit te komen, maar telkens verloor hij
het evenwicht tot groote vreugde der
kleinen.
„De vroolijkheid dier kleinen was zoo
onbevangen en zoo luidruchtig, dat Robert
aan zijn droefgeestige gedachten ontrukt
werd.
„Hij naderde den groep en zag, dat de
kinderen zich vermaakten met een van die
eigenaardige toestellen, die destijds bijna
onbekend in Frankrijk waren, doch waar
van zich in Engeland reeds lang de sport
liefhebbers bedienden.
„Te Whitstable had Robert dikwijls
zulke toestellen gezien, die bestaan uit
twee wielen, aan elkaar verbonden door
een stang, waarop een klein zadel beves
tigd is, en hij kende de snelheid waarmede
het over de wegen vloog.
„Dat, waarmede de kinderen zich ver
maakten, zag er slecht uit. Hij vernam,
dat de kinderen het op een afgelegen
plaats hadden ontdekt. Het was geheel
verroest en beschadigd.
„Hij dacht er bij zich zeiven over na,
hoe die Engelsche uitvinding terecht was
kunnen komen midden in Provence, toen
hem een licht opging.
„De herder, die in den nacht van den
moord een geheimzinnig reiziger had zien
voorbij snorren, die spookachtige tocht, het
werd hem alles duidelijk.
„Het voorwerp, dat vroeger zijn jeugd
vermaakt had, was het middel géworden
tot een lagen moord.
„Dat was niet het werk geweest van een
gewonen moordenaar, en niemand anders
dan Diego had er zich van kunnen be-
di. uen.
„Robert herinnerde zich toen de veelvul
dige afwezigheid zijns schoonbroeders,
diens onverklaarbare tochten, waarover de
familie zich zoozeer verwonderd had. Dat
alles had juist plaats gehad even voor den
dood van Thomas Disney.
„Het monster had zich dus in dien tijd
geoefend, te rijden op het toestel, dat hij
dan verborg op de plaats, waar de kinde
ren het na langen tijd hadden wederge-
vonden.
„Hij had dus Robert naar Marseille ver
gezeld en had met hem te Cogolin den
nacht doorgebracht met het lang beraden
plan, daardoor zijn alibi te kunnen bewij
zen en aldus buiten verdenking te staan.
„Alle bijzonderheden van dat plan wer
den nu duidelijk. Robert begreep ze, de een
na de ander.
„Nu ook dacht hij er aan, hoe hij op dien
nacht in de herberg te Cogolin maar niet
in slaap kon komen en geschommel had
gehoord of althans gemeend had te hooren
in de kamer van Diego.
„Ja, ook die herberg herinnerde hij zich
nog goed. Langs bfide kamers liep het
balkon, van waar me»n langs een trap
rechtstreeks op den grond kon komen.
„Dat had het werk van zijn schoonbroe
der, ja, helaas dat was de schurk geweest,
zeer gemakkelijk moeten maken.
„Hij had ook het goud medegenomen om
aan een diefstal te doen denken.
„Waarom had hij, daar hij geen tijd had
gehad, het testament te verbranden, dit
verstopt? Waarom anders, dan om zich
zoodoende van een zwaren beschuldigenden
getuige te ontdoen?
„Robert herkende er in den lagen geest
welke zich gedurende twintig jaar er op
had toegelegd nog meer schandelijkheden
te bedrijven.
„Eindelijk had God dan toch toegestaan
dat de waarheid zich vertoonde om den
twijfel te verdringen, welke tot nogtoe toch
nog immer Robert had gekoesterd omtrent
de schuld of onschuld van Diego.
„Niettegenstaande al het gebeurde,
niettegenstaande de verzekering zijner
stervende vrouw, had hij, wegens zijn
edele inborst, nog niet ten volle kunnen
gelooven, dat Diego schuldig was aan den
moord op zijn onvergetelijken pleeg- en
schoonvader, Thomas Disney.
„Was Diego's hebzucht dan zoo groot
geweest, dat hij niet tevreden was met toet
kalme en zorgelooze leven in vereeniging
met de geheele familie, maar zelfs een
moord op zijn vader pleegde om het geld
rechtstreeks onder zijn bezjt te krijgen?
„Robert huiverde bij de gedachte aan dit
alles.
„Daar dacht hij eensklaps aan den
ouden vrederechter.
„De goede man had nog niet zoozeer
ongelijk gehad, toen hij zeide, dat het ge
recht niet zoo lichtvaardig het verhaal van
den herder moest beschouwen als een
spookbeeld van iemand, die niet goed bij
het hoofd is...
„De kinderen waren heengegaan.
„De zon, die juist aan de kimmen was
verdwenen kleurde den hemel toch nog
met een purperen glans.
„Hoe heerlijk was de avond. In den
geest was Robert teruggevoerd naar de
duikerswoning, waar hij met Ellen van
dien avond genoot.
„Doch het uur was" gekomen om te ver
trekken naar het veld, om het goud te
halen, dat hij noodig had tot het volbren
gen van zijn plan.
„Toen hij vroeger het geld aanraakte
had hij gehuiverd en het was hem ge
weest, alsof door de aanraking bloed zijn
vingers had bevlekt.
„Nu meende hij, dat het geld toch good
genoeg was, om het aan te wenden togen
de beide schurken. Of verdienden zij soma
met betere wapenen bestreden te worden.
„Diego zou op deze wijze nadeel heb
ben van het gold, dat hij zelf geroofd had.
Zoo straft het kwaad zich zelve.
„Robert ging dus op weg.
„Tegen elf uur kwam hij aan het veld
aan.
„De maan bescheen zwakjes de aarde;
maar de zuiverheid van een zuidelijken
nacht, fonkelend van sterren, was voldoen
de om hem te geleiden.
„Hij had geen moeite de steenen le her
kennen, te midden waarvan de doos hegra
ven was.
„Echter had hij toch eenige moeite om
de ware plaats te vinden en hij tilde tever
geefs verscheidene steenen op.
„Eindelijk, daar vond hij onder een groo-
ten steen, die geheel met mos bedekt wai.
het ijzeren kistje, dat door den roest halt
opgevreten was.
„Hij opende het met bevende hand.
„Het papier, waarin de goudstukken ga-
legen hadden, was verteerd door den in
vloed van het weder, zoodat het goud er,
was door gevallen.
(Wordt vervolgd.)