MAANDAG MAART. 1915. BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. 6e JAARGANG. No. 1427 e&jid&HieSou^a/iat BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Intero. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/* cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent 8 De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. In schaapskleeren. Te Amsterdam ie gisteren door 57 orga nisaties eem, Federatieve Bond tegen het inilitairisme" gesticht. Dat ziet er vreedzaam uit, maar al aan stonds rijst de vraag: waartoe weer zoo'n nieuwe Bond naast de „Anti-Oorlogs raad", waarin wel 10 maal zooveel orga nisaties vertegenwoordigd zijn. Het antwoord op die vraag geeft ter stond de beginselverklaring van den nieu weling, welke luidt: „De Federatieve bond tot besitirijding van het militarisme is een samenvoeging van personen, groepen en organisaties, die streven naar verwezenlijking van de leuze: „Geen man en geen cent voor 't mi litarisme, in al zijn vormen". Gij herkent ze, nietwaar, de oude pal staanders. Wanneer we ten overvloede nog mededee-len, dat tea- vergadering o.a. F. Domei a Nieuwewhuis het hoogste woord voerde, dan is de nieuwe Bond voldoende gekenschetst. Eerst zou de beginselverklaring er nog onschuldiger uitgezien hebben, heelemaal in schaapskleeren gehuld zijn, maar daar tegen rees verzet, zoodat na eenige uren van debat als de oorlog met woorden viel te keeren!.... de bovenstaande uit den brouwketel kwam. Ter nadere waarschuwing halen we nog het volgende aah uit de debatten over de propagand amiddelen. Een der aanwezigen wilde eerst 't oor deel van de organisaties hieromtrent ver nemen. Als middelen werden genoemd de algemeene werkstaking en het weigeren van het vervaardigen en vervoeren van oorlogsmaterieel. Een ander achtte het nog niet buitenge sloten, dat ons volk in den oorlog betrok ken wordt. Om dit tegen te gaan zou de algemeene werkstaking uitgeroepen kun nen worden. Weliswaar bleven deze denkbeelden niet onweersproken Rijnöefs b.v. vond den Bond niet het aangewezen lichaam voor het organiseeren van zoo'n staking maar 'l is met dit al duidelijk, welke elementen de nieuwe organisatie de hoeveelste? herbergt. Men zij op zijn hoede: die nieuwbakken vredesbond is eenvoudig een anarchistisch zaakje met een doekje voor 't bloeden. V De nood dringt. Zoo men zich hier of daar schuldig mocht maken aan een te voortvarende critiek, eem te groote bedilzucht op de maatregelen der regeering, vergetend, dat deze in de uiterst moeilijke omstan digheden, waarin ons land verkeert, het onmogelijk allen naar den zin kan maken de rechtsche pers verdient zulk een ver wijt beslist niet. Maar diezelfde pe.rs zou in haar taak te kort schieten, als zij niet wees op een steeds nijpender nood, als zij niet aan drong tot een oplossing van een eiken dag krachtiger om uitkomst vragende moei lijkheid. Wij bedoelen: de voeding van den Nederlandschen arbeider. Wij voorzien de -oorlogvoe rende Duitschars en Engelschen rijkelijk van vleesch en.... ens eigen volk wordt be dreigd met ondervoeding. In nor male tijden kan de min-gefortuneerde in zijn behoefte aan dierlijk eiwit tenminste voorzien door het goedkoope varkens- vleesch. Dat is nu bijna of reeds heel en al onmogelijk geworden. Daar moet verandering in komen, om dat er naar zeer veler meening welke o. i. steunt op goede gronden verande ring in k a n komen. Zeker, het probleem is voor de regeering niet zoo heel gemakkelijk op te lossen. En daardoor is te verklaren en wij willen heit gaarne erkennen te verontschuldi gen haar wankelende houding in deze, haar geven-en-nemen-poliitiek. Doch nu dringt de nood. Een gezonde oeconomie eisch-t met onverbiddelijke noodzaak, dat de regeering er allereerst voor zorgt dat de breede lagen van ons volk, de duizen den en duizenden, die zuinig, en uiterst zuinig moeten leven, vanwege de duurte van de eetwaren, speciaal van het var- kensvleesch, niet worden ondervoed. Van hei Oostelijk en Westelijk oor- logstooneel geen belangrijk nieuws. De actie tegen de Dardanellen wordt met kracht voortgezet. De toestand. Do schaarschte van het nieuws schijnt dagelijks grooter te worden. In de bijna benauwende stilte .worden wij herinnert aan lang vervlogen komkommertijden. Zoo men zoo nu en dan niet door een dikwijls vrij onbeduidend communiqué eraan her- wenx^ ctat trj.- up ue—siagveiaen aan de Aisne en aan de Weichsel en Naref nog steeds dooden vallen, of dat er een duik- bobt is gezien en te vergeefs beschoten zoo als de U 2, of .zelfs in den grond is ge boord, zooals de Britsche admiraliteit ten aanzien van de U 3 meedeelt, zou men zich kunnen verbeelden, dat het geen oorlog was. Of neen, dat zou men zich toch niet kunnen indenken. Te diep is de stempel van dezen droeven tijd op heel ons maatschap pelijk en op heel ons persoonlijk leven ge drukt. Er zijn ook lichtzijden aan dezen donkeren chaos van rampen en verwoestin gen wij wezen er reeds meerdere malen op. Een dier lichtzijden zouden wij willen noemen het feit, dat in deze tijden land bouw en veeteelt bijzonder op den voor grond treden bij alle beschouwingen over den oeconomischen toestand. Deze oorlog maakt het duidelijk, dat men ten slotte geen goudvoorraad in bankkelders, geen Krupp- of Creusot-kanonnen, geen stoom machines en fabrieksgebouwen kan eten, doch dat het boeren- en landbouwbedrijf ten slotte de aanvoer biedt voor het onder houd van ons leven.... Van het Westelijk Oorlogs terrein. 'Een officieel Fransch communiqué van gisteren meldt o. a.: Ten N. van Atrecht- Munster en ten Noorden van Sennheim maakten wij bij onze tegenaanvallen in de buurt van Notre Dame Lorette verdere vorderingen. De Duitschers, die aanzien lijke strijdkrachten in actie brachten, had den daar een zwaren tegenslag. In Champagne werd een Duitsche tegen aanval in het ravijn ten N.W. van Beau- séjour afgeslagen. Onze vorderingen bij Hartmansweiler- kopf in de Vogezen bedragen 300 meter Duitsche loopgraven. Vrijdagavond sloegen wij een tegenaan val af tegenover Uffholz en lieten wij bij Cernay een ammunitiemagazijn in de lucht vliegen. Het Duitsche hoofdkwartier deelt mede: Op het Westelijk oorlogstooneel hebben tusschen de zee en de Sorome in het alge meen slechts artilleriegevechten plaats ge had. Een nachtelijke poging van den vij and, om te Zuiden van Yperen voort te dringen, is verijdeld. In Champagne heb ben onze troepen vorderingen gemaakt en ontrukten wij den vijand eenige loopgra ven en namen 60 Franschen krijgsgevan gen. Een Fransche massa-aanval tegen onze stellingen ten Noord-Oosten van Mes- nil is, met zeer zwaar verlies voor den vijand, door ons infanterie- en artillerie vuur vernietigd. Ten Oosten van Badon- villen zijn vijandelijke aanvallende bewe gingen afgeslagen. In de Vogezen kwam de gisteren begonnen strijd ten Westen van nog niet ten einde. Van hei Oostelijk Oorlogs terrein. Het Duitsche hoofdkwartier deelt mede: Op heit Oostelijke oorlogstooneel nemen onze bewegingen ten Noord-Westen van Grodno het beoogde verloop. Een nachte lijke Russische aanval op Mocarce, ten Noord-Oosten van Lomza, werd afgeslagen. Ook ten Westen van Prasmysz werd een krachtige Rusai a/O.o. 1 .on* ze aanvallen ten Noorden van de Rawa hadden succes; 3400 Russen werden krijgs gevangen gemaakt, terwijl 16 mitrailleurs veroverd werden. Uit Petersburg wordt gemeld: Het garni zoen van Przemyal onderneemt geen uit vallen meer, maar de artillerie van het kleine fort ontwikkelt groote levendig heid, door een groote hoeveelheid grana ten van groot kaliber op ons af te vuren. Nochtans is dit vuur volkomen zonder be- teekenis; van 1000 groote granaten 6pringt er nauwelijks een enkele in onze rijen. De Oostenrijkers onderhouden een bijzon der hevig vuur tegen onze vliegtuigen, die bijna dagelijks over het fort vliegen. Veel granaten ontploffen in de lucht,maar altijd zonder resultaat Op 5 Maart heeft bij het station Sokolka ons vuur een Duitsch vliegtuig neergeschoten en zijn de vliegeniers krijgsgevangen gemaakt. Daar de Duitschers Russische krijgsgevangen noodig hebben om zich te doen inlichten over de opstelling onzer troepen op den linkeroever van den Weichsel, hebben zij een beflooning uitgeloofd van 100 ank. voor eiken krijgsgevangen gemaakten Russi- schen soldaat. Op 5 Maait hebben wij een Duitschen luitenant gevangen genomen, die met verscheidene vrijwilligers was uit getrokken om krijgsgevangenen te vinden. De actie in de Dardanellen. Officieel wordt uit Londen medegedeeld, dat do Britsche troepen, die aan. wal zijn gezet om de vernieling van de forten aan den ilngang der Dardanellen te voltooien, 19 man aan dooden, 25 aan gewonden en drie aan vermisten hebben verloren* Vrijdag zijn dnie Engolsche slagschepen eem. aanval begonnen op do forten Rume- lieh-Medjidieh, Ilamidieh en Namazieh, die deel uitmaken van de verdedigings werken van de engte. Het kruitmagazijn van Hamidieh is in de lucht gevlogen, de twee andere forten zijn beschadigd. Een ander Britsch eskader (bestaande uit slagschepen en kruisers en staande onder bevel van vice-adm. Pierce, opper bevelhebber van het O.-Indische eskader. Red.) aangekomen te Smyrna, is begon nen met het bombardement van de verster- kingswerken van het fort Yeni Kali en heeft deze reeds zwaar beschadigd; er hebben twee ontploffingen, vermoedelijk van kruitmagazijnen, plaats gehad. De beschieting op korten afstand is thans begonnen. Uit Constantinopel wordt gemeld: Wij vernemen van de Dardanellen, dat een vijandelijke vloot van zeven groote sche pen de omgeving van Gheikly en de for ten Kum Kali en Sedd el Bahr zonder suc ces heeft beschoten. Verkenningsdetac hemen ten, die landen wilden, werden door het hevige vuur on zer batterijen teruggedreven. Verschillende Oorlogs berichten. De H. Stoel en de Duitsche Keizer. Tijdens ©ein bijzonder gehoor, door Z. II. Paus Benedictus XV aan baron von Mühl- berg, den Pruisischen gezant bij den H. Stoel, verleend, heeft de II. Vader opnieuw -ZTjji grni ii hrninnpnrmjj--rnjypT'n e. T i-ArrV— erkentelijkheid jegens den Duitschen Kei zer uitgedrukt voor diens edelmoedige en christelijke houding ten aanzien van de uitwisseling der krijgsgevangenen, de be handeling der gevangen genomen pries ters enz. Het Grieksche kabinet afgetreden. Minister-president Venizelos verklaarde in de Kamer, dat het ministerie zijn ontslag heeft ingediend, omdat de Koning zich niet kan vereenigen met die politiek der regeering. De overheerschende meeoing is, dat Griekenland voorloopig zijn onzijdigheid zal handhaven, totdat de militaire toe stand aan de Dardanellen duidelijker is geworden. De beschieting van Reims. De Petit Journal" meldt volgens de „Korr. Nor- den" dat de besohieting van Reims de laatste dagen hijzonder hevig was. Zij duurde soms 24 uur aaneen, onafgebro ken voort. De buit in het Masoerreche gebied. In den slag in het Masoerisch merengebied zijn volgens de „Korr Norden" ongeveer 2000 wagens van verschillenden aard buit gemaakt tot een waarde van eenige mil- lioenen, voornamelijk treinwagons en mu nitiewagens, die thans reeds bij het Duit sche leger dienst doen. Vliegtuig verongelukt. De „Temps" meldt dat een militair vliegtuig bij een nachtelijke vlucht over Chalons sur Marne, in brand geraakte en neerstortte. Beide inzittenden werden gedood. Jan Olieslagers. De correspondent van de „Tijd" te Londen schrijft: Dezer dagen ontmoette ik alhier den po- pulairen Belgischen vlieger Jan Oliesla gers. Hij had van zijn militaire overheid eenige weken verlof verkregen, om te her stellen van de lichte kwetsuren, die hij bij verkenningstochten heeft opgeloopen. Hij zag er heel knap uit in zijn luchtvaartuni form. Sedert het begin der campagne heeft hij uitstekende diensten bewezen door zijn vliegkunst, zijn koelbloedighend en zijn altijd vaardige dapperheid. Schier onge looflijk zijn de staaltjes van behendigheid, waarmee hij dikwijls de Duitschers ver schalkt heeft. De andere welbekende vlieger Joh. Tyk, van wien eveneens werd gemeld, dat hij te Londen zou zijn, is nog altijd aan het front. Het was zijn broeder John, die te Londen in congé vertoefde. De verwarring in Mexico. Het geheele corps diplomatique te Mexico besloot geza menlijk te vertrekken, vanwege de heer- schende verwarring. Vermindering van bevolking. Uit Ge- nève wordt aan de „Temps" gemeld, dat do bevolking van de stad Mulhuizeia in den Boven-Elzas sedert het uitbreken van den oorlog met 19,000 inwoners veirmimdeird is. Van 108,000 is het bevolkingscijfer op 89,000 gedaald. Nederland en de Oorlog. De Ne d.-I ndische leening. ning van T")U,UölT is" 1 ie3enTverscft£n'éYÏ. De leening wordt uitgegeven in opdracht van den minister van Koloniën door de Nederlandsche Ilandel-Mij., de Ned.-Indi sche Handelsbank en Ned.-Indische Es- compto-Mij. De inschrijving is van 15 tot en met 17 Maart, tegelijkertijd in Indië, opengesteld. De storting moet van 1 tot 8 April plaats vinden. De koers van uitgifte is vastgesteld op 97 pCt. De leening draagt 5 pCt. rente en is verdeeld in 25 gelijke seriën ieder van f2,500,000. Elk jaar zal een serie pari worden uitgeloot. He gemiddeld rendement bedraagt derhalve 5 5/8 pCt. Bij gebrek aan gereed geld kan men bij de Nederlandsche Bank terecht met een surplus van 10 pCt. en 5 pCt. beleenings- rente. De courtage is gesteld op pCt. In schrijvers voor ten minste f 500,000 kunnen zelf die courtage berekenen. Bij de Javasche Bank is een surplus van 5 pCt. voldoende en bedraagt de leenings- rente 4.5 pCt. Kredietverleening aan den kleinen middenstand. Omtrent de vergadering van vertegen woordigers van kredietinstellingen, op 13 dezer te 's-Gravenhage te houden, verne men wij nog dat op een ter vergadering te bespreken wijze en tot een aldaar nader FEUILLETON. DE DUIKER. ,,In dion armoediigem. toestand, moesit hij iedereen wel verdacht voorkomen en hij moest er op letten elke ontmoeting te ver mijd etn. „Hij besloot dus te wachten tot den avond. „De wind was geheel bedaard en de zee was, langzamerhand z oo glad als een spiegel geworden. „De maand September begon. De hemel was volkomen helder, en de zon scheen even brandend -als midden in den zomer. „Robert roe-ide langzaam om zijn krach ten te sparen en ook om niet te spoedig de kust te bereiken. „De strooming liep tot aan het land, en tij was er van verzekerd, dat hij de kust ton bereiken op het ocgenblik, dat hij daarvoor gekozen had. „De honger kwelde hem nog niet; en hij tad daarenboven besloten er weerstand aan te bieden. „Niets kon hem dus verhinderen zich in 'iet ruime sop op te houden tot zonsonder gang, welke tegen zeven uur zou plaats hebben. ..Robert had niet op de dorstplaag ge rekend. ..Op de ijskoude, welkó hem eerst had gepijnigd, was nu een heete koorts ge volgd, welke hem de keel deed uitdroogen. „Loodzwaar drukte de hitte op hem, en er was geen windtocht]e te voelen. "Hij wilde het zeewater drinken, doch °jn dorst werd er des te grooter door. „Weldra werd zijn hoofd zwaar, zijn ooren tintelden, en hij kon niet goed meer zien. „Hij gevoelde, dat, indien hij bij zijn plan zou blijven, eerst des avonds de kust te bereiken, hij krankzinnig zou worden. „Om niemand te ontmoeten was het ten twaalf ure, bijna een oven geschikte tijd als des avonds, vooral daar het nu zoo ver bazend warm was. „Indien Robert zonder gezien te worden de bron zou bereiken, dien hij op de kust wist te vinden, kon niets hem verhinderen, weder in de boot plaats te nemen, en de wijde zee in te gaan eai daar be blijven tot zonsondergang. „Hij besloot hiertoe en tegen half twaalf was hij aan land. „De zandkust was geheel verlaten en op de hoogere rotskust verried geen enkele beweging de aanwezigheid van een levend wezen. „Het. was niet meer de tijd om be aar zelen. „Robert sprong aan land, liep zoo spoe dig mogelijk het strand op, vond de bron en dronk begeerig van het water, dat hrtn het leven 6cheen terug te schenken. „Vol hoop en moed ging hij weder naar zijn boot, toen twee personen, die tusschen het hout verborgen lagen, opstonden en hem vastgrepen. „Die mensch em waren twee douanen, die hem zeker voor een smokkelaar hiefl- clen. Tevergeefs verdedigde de ongelukki ge zich, hij werd op den grond geworpen, gebonden en naar de gevangenis ge bracht. „Daar werd hij ondervraagd als een gevaarlijk vagebond. „Wie zijt gij? Vanwaar komt gij?" vroeg hem de justitie. „Maar Robert wild/e niet antwoorden. „Indien hij zijn geschiedenis verteld had, zou de justitie dan wel geloofd heb ben -aan zijn verhaal. Zou zij geloofd heb ben, dat hij slavenhandelaar was tegen wil en dank, hij de gezel van Morgan? „Indien hij <de schurkien had bekend ge maakt, had hij zich misschien er in kun nen verlustigen wraak genomen te heb ben, maar dan was ook het doodvonnis van George geteekend. „Immers, wanneer Morgan en Diego in het nauw gebracht werden, zouden zij niet aarzelen een getuige uit den weg te ruimen, die hen ten verderve kon storten. „Robert volhardde in zijn zwijgen. Hij werd gevonnist, on toen men hem bekend maakte, dat hij gedurende een jaar van zijn vrijheid zou beroofd zijn, had hij ge noeg macht over zich zei ven om niet den rechter toe te roepen: „Maar ik ben juist het slachtoffer der misdaden, waarvan ik verdacht word!" „Nu leende hij dus ook het harde ge vangenisleven kennen, zonder dat zijn besluit een oogemblik wankelde. „De eerste maanden waren het pijn lijkst. „De natuurlijke nieuwsgierigheid, welke Robert verwekte, was nog niet verdwenen, hij moest zich tegen de vragen verdedigen en hinderlagen ontwijken. „Het gelukte hem volkomen. „Hij wilde de waarheid niet keggen, en het stuitte hem tegen de borst te liegen. „Het volkomen stilzwijgen was dus zijn weg, zonder dat hij ziich in zijn eigen oog ltleiner maakte,. „Langzamerhand echter verminderde de belangstelling, welke men in hem stel de. Men vergat deze geschiedenis en Ro bert genoot van het voordeal der onver schilligheid. „De gevangenbewaarders biielden zelfs van hem wegens zijn zachtheid en zijn goed gedrag, en de gevangenis zou hem verdragelijk hebben toegeschenen zonder dé vreeseüj'ke noodzakelijkheid van te le ven met schurken. „Zijn. lange uren wérden verzacht door de hoop, die groote troosteres der bedruk ten. „Daarenboven kan een rechtgeaard mensch alle beproevingen doorstaan. Zijn onwrikbaarheid behoedt J>em voor gevaar lijke verbindingen, terwijl zij tegelijk zijn hart boven de ellende verheft. „Het jaar, dat Robert in de gevangenis moest doorbrengen, werd door hem ge bruikt, tot het wikken van zijn plan en met het beramen van middelen om zijn zoon te redden. „Het was bijna zeker, dat Georget die alleen aan boord van de Caiman was ge- bleveru Morgan en Diego moest volgen, wier misdaden de jóngen niet vermoedde. „Robert had dus genoegzame aanwij zingen om zich aan zijn onderzoek te wij den. „Het was, hij wist het wel, een moeilij ke en gevaarlijke onderneming, maar het was hem voldoende, dat zij niet onuitvoer baar was. „Het eerste, wat hij noodig had, was geld. „Hij verliet de gevangenis met het wei nige géld, dat hij verdiend had met han denarbeid, maar een edelmoedig man, die bij de rechtszitting was tegenwoordig ge weest, en die belangstelling voor den ge- vajngene had opgevat, had den griffier voor Robert een «om colds ter hand ge steld, welke vijfhonderd francs bedroeg. „Dat was een buitenkansje. „Deze som moest tot grondslag dienen voor een hardnekkig plan. „Robert zwoer zijn zoon te zullen red den of te sberven. „Bij het verlaten der gevangenis was hij nog niiet vrij van de waakzaamheid en de verplichting in een aangewezen stad te wonen. Hij verkreeg tamelijk gemak kelijk de toestemming te Marseille té mo gen verblijven, en met de kleine som golds kooi hij er zich Ln een bescheiden woning vestigen en de noodigate uitgaven bestrij den. „Zonder een oogemblik te verliezen, be gon hij de uitvoering vam zijn plan voor te bereiden. „Het was hem onmogelijk, het alleen te volvoeren, en hij had op de wereld slechts één mensch, op wien hij kon re kenen. „Die man was John Slough, die rn de woning te WhitstabLe woonde. „Leefde hij nog? Het laatste bericht, van hem ontvangen, dagteekende vaai voor twee jaar. „In alle geval wilde Robert hem schrij ven. Hij schreef met véél omzichtigheid, uit vrees, dat de brief misschien fn han den van vreemden zou komen. „In dien brief stond te lezen, dat hij nog leefde em verzocht hem terug te schrij ven onder een aangenomen naam. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1