MAANDAG
MAART.
1915.
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
6e JAARGANG.
No. 1427
e&jid&HieSou^a/iat
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Intero. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjj onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/* cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
8
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
In schaapskleeren.
Te Amsterdam ie gisteren door 57 orga
nisaties eem, Federatieve Bond tegen het
inilitairisme" gesticht.
Dat ziet er vreedzaam uit, maar al aan
stonds rijst de vraag: waartoe weer zoo'n
nieuwe Bond naast de „Anti-Oorlogs
raad", waarin wel 10 maal zooveel orga
nisaties vertegenwoordigd zijn.
Het antwoord op die vraag geeft ter
stond de beginselverklaring van den nieu
weling, welke luidt:
„De Federatieve bond tot besitirijding
van het militarisme is een samenvoeging
van personen, groepen en organisaties,
die streven naar verwezenlijking van de
leuze: „Geen man en geen cent voor 't mi
litarisme, in al zijn vormen".
Gij herkent ze, nietwaar, de oude pal
staanders. Wanneer we ten overvloede nog
mededee-len, dat tea- vergadering o.a. F.
Domei a Nieuwewhuis het hoogste woord
voerde, dan is de nieuwe Bond voldoende
gekenschetst.
Eerst zou de beginselverklaring er nog
onschuldiger uitgezien hebben, heelemaal
in schaapskleeren gehuld zijn, maar daar
tegen rees verzet, zoodat na eenige uren
van debat als de oorlog met woorden
viel te keeren!.... de bovenstaande uit
den brouwketel kwam.
Ter nadere waarschuwing halen we nog
het volgende aah uit de debatten over de
propagand amiddelen.
Een der aanwezigen wilde eerst 't oor
deel van de organisaties hieromtrent ver
nemen. Als middelen werden genoemd de
algemeene werkstaking en het weigeren
van het vervaardigen en vervoeren van
oorlogsmaterieel.
Een ander achtte het nog niet buitenge
sloten, dat ons volk in den oorlog betrok
ken wordt. Om dit tegen te gaan zou de
algemeene werkstaking uitgeroepen kun
nen worden.
Weliswaar bleven deze denkbeelden niet
onweersproken Rijnöefs b.v. vond den
Bond niet het aangewezen lichaam voor
het organiseeren van zoo'n staking maar
'l is met dit al duidelijk, welke elementen
de nieuwe organisatie de hoeveelste?
herbergt.
Men zij op zijn hoede: die nieuwbakken
vredesbond is eenvoudig een anarchistisch
zaakje met een doekje voor 't bloeden.
V De nood dringt.
Zoo men zich hier of daar schuldig
mocht maken aan een te voortvarende
critiek, eem te groote bedilzucht op de
maatregelen der regeering, vergetend,
dat deze in de uiterst moeilijke omstan
digheden, waarin ons land verkeert, het
onmogelijk allen naar den zin kan maken
de rechtsche pers verdient zulk een ver
wijt beslist niet.
Maar diezelfde pe.rs zou in haar taak te
kort schieten, als zij niet wees op een
steeds nijpender nood, als zij niet aan
drong tot een oplossing van een eiken dag
krachtiger om uitkomst vragende moei
lijkheid. Wij bedoelen: de voeding
van den Nederlandschen
arbeider. Wij voorzien de -oorlogvoe
rende Duitschars en Engelschen rijkelijk
van vleesch en.... ens eigen volk wordt be
dreigd met ondervoeding. In nor
male tijden kan de min-gefortuneerde in
zijn behoefte aan dierlijk eiwit tenminste
voorzien door het goedkoope varkens-
vleesch. Dat is nu bijna of reeds heel en
al onmogelijk geworden.
Daar moet verandering in komen, om
dat er naar zeer veler meening welke
o. i. steunt op goede gronden verande
ring in k a n komen.
Zeker, het probleem is voor de regeering
niet zoo heel gemakkelijk op te lossen. En
daardoor is te verklaren en wij willen
heit gaarne erkennen te verontschuldi
gen haar wankelende houding in deze,
haar geven-en-nemen-poliitiek. Doch nu
dringt de nood. Een gezonde oeconomie
eisch-t met onverbiddelijke noodzaak, dat
de regeering er allereerst voor zorgt dat
de breede lagen van ons volk, de duizen
den en duizenden, die zuinig, en uiterst
zuinig moeten leven, vanwege de duurte
van de eetwaren, speciaal van het var-
kensvleesch, niet worden ondervoed.
Van hei Oostelijk en Westelijk oor-
logstooneel geen belangrijk nieuws.
De actie tegen de Dardanellen wordt met
kracht voortgezet.
De toestand.
Do schaarschte van het nieuws schijnt
dagelijks grooter te worden. In de bijna
benauwende stilte .worden wij herinnert
aan lang vervlogen komkommertijden. Zoo
men zoo nu en dan niet door een dikwijls
vrij onbeduidend communiqué eraan her-
wenx^ ctat trj.- up ue—siagveiaen aan
de Aisne en aan de Weichsel en Naref nog
steeds dooden vallen, of dat er een duik-
bobt is gezien en te vergeefs beschoten zoo
als de U 2, of .zelfs in den grond is ge
boord, zooals de Britsche admiraliteit ten
aanzien van de U 3 meedeelt, zou men zich
kunnen verbeelden, dat het geen oorlog
was. Of neen, dat zou men zich toch niet
kunnen indenken. Te diep is de stempel van
dezen droeven tijd op heel ons maatschap
pelijk en op heel ons persoonlijk leven ge
drukt. Er zijn ook lichtzijden aan dezen
donkeren chaos van rampen en verwoestin
gen wij wezen er reeds meerdere malen
op. Een dier lichtzijden zouden wij willen
noemen het feit, dat in deze tijden land
bouw en veeteelt bijzonder op den voor
grond treden bij alle beschouwingen over
den oeconomischen toestand. Deze oorlog
maakt het duidelijk, dat men ten slotte
geen goudvoorraad in bankkelders, geen
Krupp- of Creusot-kanonnen, geen stoom
machines en fabrieksgebouwen kan eten,
doch dat het boeren- en landbouwbedrijf
ten slotte de aanvoer biedt voor het onder
houd van ons leven....
Van het Westelijk Oorlogs
terrein.
'Een officieel Fransch communiqué van
gisteren meldt o. a.: Ten N. van Atrecht-
Munster en ten Noorden van Sennheim
maakten wij bij onze tegenaanvallen in de
buurt van Notre Dame Lorette verdere
vorderingen. De Duitschers, die aanzien
lijke strijdkrachten in actie brachten, had
den daar een zwaren tegenslag.
In Champagne werd een Duitsche tegen
aanval in het ravijn ten N.W. van Beau-
séjour afgeslagen.
Onze vorderingen bij Hartmansweiler-
kopf in de Vogezen bedragen 300 meter
Duitsche loopgraven.
Vrijdagavond sloegen wij een tegenaan
val af tegenover Uffholz en lieten wij bij
Cernay een ammunitiemagazijn in de lucht
vliegen.
Het Duitsche hoofdkwartier deelt mede:
Op het Westelijk oorlogstooneel hebben
tusschen de zee en de Sorome in het alge
meen slechts artilleriegevechten plaats ge
had. Een nachtelijke poging van den vij
and, om te Zuiden van Yperen voort te
dringen, is verijdeld. In Champagne heb
ben onze troepen vorderingen gemaakt en
ontrukten wij den vijand eenige loopgra
ven en namen 60 Franschen krijgsgevan
gen. Een Fransche massa-aanval tegen
onze stellingen ten Noord-Oosten van Mes-
nil is, met zeer zwaar verlies voor den
vijand, door ons infanterie- en artillerie
vuur vernietigd. Ten Oosten van Badon-
villen zijn vijandelijke aanvallende bewe
gingen afgeslagen. In de Vogezen kwam de
gisteren begonnen strijd ten Westen van
nog niet ten einde.
Van hei Oostelijk Oorlogs
terrein.
Het Duitsche hoofdkwartier deelt mede:
Op heit Oostelijke oorlogstooneel nemen
onze bewegingen ten Noord-Westen van
Grodno het beoogde verloop. Een nachte
lijke Russische aanval op Mocarce, ten
Noord-Oosten van Lomza, werd afgeslagen.
Ook ten Westen van Prasmysz werd een
krachtige Rusai a/O.o. 1 .on*
ze aanvallen ten Noorden van de Rawa
hadden succes; 3400 Russen werden krijgs
gevangen gemaakt, terwijl 16 mitrailleurs
veroverd werden.
Uit Petersburg wordt gemeld: Het garni
zoen van Przemyal onderneemt geen uit
vallen meer, maar de artillerie van het
kleine fort ontwikkelt groote levendig
heid, door een groote hoeveelheid grana
ten van groot kaliber op ons af te vuren.
Nochtans is dit vuur volkomen zonder be-
teekenis; van 1000 groote granaten 6pringt
er nauwelijks een enkele in onze rijen.
De Oostenrijkers onderhouden een bijzon
der hevig vuur tegen onze vliegtuigen,
die bijna dagelijks over het fort vliegen.
Veel granaten ontploffen in de lucht,maar
altijd zonder resultaat Op 5 Maart heeft
bij het station Sokolka ons vuur een
Duitsch vliegtuig neergeschoten en zijn de
vliegeniers krijgsgevangen gemaakt. Daar
de Duitschers Russische krijgsgevangen
noodig hebben om zich te doen inlichten
over de opstelling onzer troepen op den
linkeroever van den Weichsel, hebben zij
een beflooning uitgeloofd van 100 ank. voor
eiken krijgsgevangen gemaakten Russi-
schen soldaat. Op 5 Maait hebben wij een
Duitschen luitenant gevangen genomen,
die met verscheidene vrijwilligers was uit
getrokken om krijgsgevangenen te vinden.
De actie in de Dardanellen.
Officieel wordt uit Londen medegedeeld,
dat do Britsche troepen, die aan. wal zijn
gezet om de vernieling van de forten aan
den ilngang der Dardanellen te voltooien,
19 man aan dooden, 25 aan gewonden en
drie aan vermisten hebben verloren*
Vrijdag zijn dnie Engolsche slagschepen
eem. aanval begonnen op do forten Rume-
lieh-Medjidieh, Ilamidieh en Namazieh,
die deel uitmaken van de verdedigings
werken van de engte.
Het kruitmagazijn van Hamidieh is in
de lucht gevlogen, de twee andere forten
zijn beschadigd.
Een ander Britsch eskader (bestaande
uit slagschepen en kruisers en staande
onder bevel van vice-adm. Pierce, opper
bevelhebber van het O.-Indische eskader.
Red.) aangekomen te Smyrna, is begon
nen met het bombardement van de verster-
kingswerken van het fort Yeni Kali en
heeft deze reeds zwaar beschadigd; er
hebben twee ontploffingen, vermoedelijk
van kruitmagazijnen, plaats gehad.
De beschieting op korten afstand is
thans begonnen.
Uit Constantinopel wordt gemeld: Wij
vernemen van de Dardanellen, dat een
vijandelijke vloot van zeven groote sche
pen de omgeving van Gheikly en de for
ten Kum Kali en Sedd el Bahr zonder suc
ces heeft beschoten.
Verkenningsdetac hemen ten, die landen
wilden, werden door het hevige vuur on
zer batterijen teruggedreven.
Verschillende Oorlogs
berichten.
De H. Stoel en de Duitsche Keizer.
Tijdens ©ein bijzonder gehoor, door Z. II.
Paus Benedictus XV aan baron von Mühl-
berg, den Pruisischen gezant bij den H.
Stoel, verleend, heeft de II. Vader opnieuw
-ZTjji grni ii hrninnpnrmjj--rnjypT'n e. T i-ArrV—
erkentelijkheid jegens den Duitschen Kei
zer uitgedrukt voor diens edelmoedige en
christelijke houding ten aanzien van de
uitwisseling der krijgsgevangenen, de be
handeling der gevangen genomen pries
ters enz.
Het Grieksche kabinet afgetreden.
Minister-president Venizelos verklaarde in
de Kamer, dat het ministerie zijn ontslag
heeft ingediend, omdat de Koning zich
niet kan vereenigen met die politiek der
regeering.
De overheerschende meeoing is, dat
Griekenland voorloopig zijn onzijdigheid
zal handhaven, totdat de militaire toe
stand aan de Dardanellen duidelijker is
geworden.
De beschieting van Reims. De Petit
Journal" meldt volgens de „Korr. Nor-
den" dat de besohieting van Reims de
laatste dagen hijzonder hevig was. Zij
duurde soms 24 uur aaneen, onafgebro
ken voort.
De buit in het Masoerreche gebied. In
den slag in het Masoerisch merengebied
zijn volgens de „Korr Norden" ongeveer
2000 wagens van verschillenden aard buit
gemaakt tot een waarde van eenige mil-
lioenen, voornamelijk treinwagons en mu
nitiewagens, die thans reeds bij het Duit
sche leger dienst doen.
Vliegtuig verongelukt. De „Temps"
meldt dat een militair vliegtuig bij een
nachtelijke vlucht over Chalons sur Marne,
in brand geraakte en neerstortte. Beide
inzittenden werden gedood.
Jan Olieslagers. De correspondent van
de „Tijd" te Londen schrijft:
Dezer dagen ontmoette ik alhier den po-
pulairen Belgischen vlieger Jan Oliesla
gers. Hij had van zijn militaire overheid
eenige weken verlof verkregen, om te her
stellen van de lichte kwetsuren, die hij bij
verkenningstochten heeft opgeloopen. Hij
zag er heel knap uit in zijn luchtvaartuni
form. Sedert het begin der campagne heeft
hij uitstekende diensten bewezen door zijn
vliegkunst, zijn koelbloedighend en zijn
altijd vaardige dapperheid. Schier onge
looflijk zijn de staaltjes van behendigheid,
waarmee hij dikwijls de Duitschers ver
schalkt heeft.
De andere welbekende vlieger Joh. Tyk,
van wien eveneens werd gemeld, dat hij te
Londen zou zijn, is nog altijd aan het
front. Het was zijn broeder John, die te
Londen in congé vertoefde.
De verwarring in Mexico. Het geheele
corps diplomatique te Mexico besloot geza
menlijk te vertrekken, vanwege de heer-
schende verwarring.
Vermindering van bevolking. Uit Ge-
nève wordt aan de „Temps" gemeld, dat
do bevolking van de stad Mulhuizeia in den
Boven-Elzas sedert het uitbreken van den
oorlog met 19,000 inwoners veirmimdeird is.
Van 108,000 is het bevolkingscijfer op
89,000 gedaald.
Nederland en de Oorlog.
De Ne d.-I ndische leening.
ning van T")U,UölT is" 1 ie3enTverscft£n'éYÏ.
De leening wordt uitgegeven in opdracht
van den minister van Koloniën door de
Nederlandsche Ilandel-Mij., de Ned.-Indi
sche Handelsbank en Ned.-Indische Es-
compto-Mij.
De inschrijving is van 15 tot en met 17
Maart, tegelijkertijd in Indië, opengesteld.
De storting moet van 1 tot 8 April plaats
vinden. De koers van uitgifte is vastgesteld
op 97 pCt. De leening draagt 5 pCt. rente
en is verdeeld in 25 gelijke seriën ieder van
f2,500,000. Elk jaar zal een serie pari
worden uitgeloot. He gemiddeld rendement
bedraagt derhalve 5 5/8 pCt.
Bij gebrek aan gereed geld kan men bij
de Nederlandsche Bank terecht met een
surplus van 10 pCt. en 5 pCt. beleenings-
rente.
De courtage is gesteld op pCt. In
schrijvers voor ten minste f 500,000 kunnen
zelf die courtage berekenen.
Bij de Javasche Bank is een surplus van
5 pCt. voldoende en bedraagt de leenings-
rente 4.5 pCt.
Kredietverleening aan den
kleinen middenstand.
Omtrent de vergadering van vertegen
woordigers van kredietinstellingen, op 13
dezer te 's-Gravenhage te houden, verne
men wij nog dat op een ter vergadering te
bespreken wijze en tot een aldaar nader
FEUILLETON.
DE DUIKER.
,,In dion armoediigem. toestand, moesit hij
iedereen wel verdacht voorkomen en hij
moest er op letten elke ontmoeting te ver
mijd etn.
„Hij besloot dus te wachten tot den
avond.
„De wind was geheel bedaard en de zee
was, langzamerhand z oo glad als een
spiegel geworden.
„De maand September begon. De hemel
was volkomen helder, en de zon scheen
even brandend -als midden in den zomer.
„Robert roe-ide langzaam om zijn krach
ten te sparen en ook om niet te spoedig
de kust te bereiken.
„De strooming liep tot aan het land, en
tij was er van verzekerd, dat hij de kust
ton bereiken op het ocgenblik, dat hij
daarvoor gekozen had.
„De honger kwelde hem nog niet; en hij
tad daarenboven besloten er weerstand
aan te bieden.
„Niets kon hem dus verhinderen zich in
'iet ruime sop op te houden tot zonsonder
gang, welke tegen zeven uur zou plaats
hebben.
..Robert had niet op de dorstplaag ge
rekend.
..Op de ijskoude, welkó hem eerst had
gepijnigd, was nu een heete koorts ge
volgd, welke hem de keel deed uitdroogen.
„Loodzwaar drukte de hitte op hem, en
er was geen windtocht]e te voelen.
"Hij wilde het zeewater drinken, doch
°jn dorst werd er des te grooter door.
„Weldra werd zijn hoofd zwaar, zijn
ooren tintelden, en hij kon niet goed meer
zien.
„Hij gevoelde, dat, indien hij bij zijn
plan zou blijven, eerst des avonds de kust
te bereiken, hij krankzinnig zou worden.
„Om niemand te ontmoeten was het ten
twaalf ure, bijna een oven geschikte tijd
als des avonds, vooral daar het nu zoo ver
bazend warm was.
„Indien Robert zonder gezien te worden
de bron zou bereiken, dien hij op de kust
wist te vinden, kon niets hem verhinderen,
weder in de boot plaats te nemen, en de
wijde zee in te gaan eai daar be blijven tot
zonsondergang.
„Hij besloot hiertoe en tegen half twaalf
was hij aan land.
„De zandkust was geheel verlaten en
op de hoogere rotskust verried geen enkele
beweging de aanwezigheid van een levend
wezen.
„Het. was niet meer de tijd om be aar
zelen.
„Robert sprong aan land, liep zoo spoe
dig mogelijk het strand op, vond de bron
en dronk begeerig van het water, dat hrtn
het leven 6cheen terug te schenken.
„Vol hoop en moed ging hij weder naar
zijn boot, toen twee personen, die tusschen
het hout verborgen lagen, opstonden en
hem vastgrepen.
„Die mensch em waren twee douanen,
die hem zeker voor een smokkelaar hiefl-
clen. Tevergeefs verdedigde de ongelukki
ge zich, hij werd op den grond geworpen,
gebonden en naar de gevangenis ge
bracht.
„Daar werd hij ondervraagd als een
gevaarlijk vagebond.
„Wie zijt gij? Vanwaar komt gij?" vroeg
hem de justitie.
„Maar Robert wild/e niet antwoorden.
„Indien hij zijn geschiedenis verteld
had, zou de justitie dan wel geloofd heb
ben -aan zijn verhaal. Zou zij geloofd heb
ben, dat hij slavenhandelaar was tegen
wil en dank, hij de gezel van Morgan?
„Indien hij <de schurkien had bekend ge
maakt, had hij zich misschien er in kun
nen verlustigen wraak genomen te heb
ben, maar dan was ook het doodvonnis
van George geteekend.
„Immers, wanneer Morgan en Diego in
het nauw gebracht werden, zouden zij
niet aarzelen een getuige uit den weg te
ruimen, die hen ten verderve kon storten.
„Robert volhardde in zijn zwijgen. Hij
werd gevonnist, on toen men hem bekend
maakte, dat hij gedurende een jaar van
zijn vrijheid zou beroofd zijn, had hij ge
noeg macht over zich zei ven om niet den
rechter toe te roepen:
„Maar ik ben juist het slachtoffer der
misdaden, waarvan ik verdacht word!"
„Nu leende hij dus ook het harde ge
vangenisleven kennen, zonder dat zijn
besluit een oogemblik wankelde.
„De eerste maanden waren het pijn
lijkst.
„De natuurlijke nieuwsgierigheid, welke
Robert verwekte, was nog niet verdwenen,
hij moest zich tegen de vragen verdedigen
en hinderlagen ontwijken.
„Het gelukte hem volkomen.
„Hij wilde de waarheid niet keggen, en
het stuitte hem tegen de borst te liegen.
„Het volkomen stilzwijgen was dus zijn
weg, zonder dat hij ziich in zijn eigen oog
ltleiner maakte,.
„Langzamerhand echter verminderde
de belangstelling, welke men in hem stel
de. Men vergat deze geschiedenis en Ro
bert genoot van het voordeal der onver
schilligheid.
„De gevangenbewaarders biielden zelfs
van hem wegens zijn zachtheid en zijn
goed gedrag, en de gevangenis zou hem
verdragelijk hebben toegeschenen zonder
dé vreeseüj'ke noodzakelijkheid van te le
ven met schurken.
„Zijn. lange uren wérden verzacht door
de hoop, die groote troosteres der bedruk
ten.
„Daarenboven kan een rechtgeaard
mensch alle beproevingen doorstaan. Zijn
onwrikbaarheid behoedt J>em voor gevaar
lijke verbindingen, terwijl zij tegelijk zijn
hart boven de ellende verheft.
„Het jaar, dat Robert in de gevangenis
moest doorbrengen, werd door hem ge
bruikt, tot het wikken van zijn plan en
met het beramen van middelen om zijn
zoon te redden.
„Het was bijna zeker, dat Georget die
alleen aan boord van de Caiman was ge-
bleveru Morgan en Diego moest volgen,
wier misdaden de jóngen niet vermoedde.
„Robert had dus genoegzame aanwij
zingen om zich aan zijn onderzoek te wij
den.
„Het was, hij wist het wel, een moeilij
ke en gevaarlijke onderneming, maar het
was hem voldoende, dat zij niet onuitvoer
baar was.
„Het eerste, wat hij noodig had, was
geld.
„Hij verliet de gevangenis met het wei
nige géld, dat hij verdiend had met han
denarbeid, maar een edelmoedig man, die
bij de rechtszitting was tegenwoordig ge
weest, en die belangstelling voor den ge-
vajngene had opgevat, had den griffier
voor Robert een «om colds ter hand ge
steld, welke vijfhonderd francs bedroeg.
„Dat was een buitenkansje.
„Deze som moest tot grondslag dienen
voor een hardnekkig plan.
„Robert zwoer zijn zoon te zullen red
den of te sberven.
„Bij het verlaten der gevangenis was
hij nog niiet vrij van de waakzaamheid en
de verplichting in een aangewezen stad
te wonen. Hij verkreeg tamelijk gemak
kelijk de toestemming te Marseille té mo
gen verblijven, en met de kleine som golds
kooi hij er zich Ln een bescheiden woning
vestigen en de noodigate uitgaven bestrij
den.
„Zonder een oogemblik te verliezen, be
gon hij de uitvoering vam zijn plan voor
te bereiden.
„Het was hem onmogelijk, het alleen
te volvoeren, en hij had op de wereld
slechts één mensch, op wien hij kon re
kenen.
„Die man was John Slough, die rn de
woning te WhitstabLe woonde.
„Leefde hij nog? Het laatste bericht, van
hem ontvangen, dagteekende vaai voor
twee jaar.
„In alle geval wilde Robert hem schrij
ven. Hij schreef met véél omzichtigheid,
uit vrees, dat de brief misschien fn han
den van vreemden zou komen.
„In dien brief stond te lezen, dat hij
nog leefde em verzocht hem terug te schrij
ven onder een aangenomen naam.
(Wordt vervolgd.)