Tweede Blad. JAARGANG. No. 1042 Bi Slaidóohd OouAoml iyggs--:^-.^gaeBM^atava1 i.iiuimJBMMBB Zaterdag 6 Maart 1915. Uit de Pers. Waarom duur brood? Orifli i ii'-'-zeti titel schrijft de ,,N. Haarl. -en 'artikel, waaraan- wij het vol- g' u"en,: ,.„i I; i. er oorlogsgevaar aanwezig was, j#vii huidige kabinet voor rogge en jjnvi3 maximale prijzen vastgesteld en v.n alle bungefmieeeters is een mrmste- ri ,v i:i ve gezonden, waarbij hen werd -i m sli-emg er op toe te zien, den pi-ij's ■ia-'I- di'i maximumcijfier gedrukt te |v>n en waar di;t niist gelukte, onver- wiiid graan en de rogge in het bezit tg lijmen ingevolge de nieuwe bepalingen v.n 'Ie Onergeningswet. I'.c-ze maatregelen hebben echter tot zeer acvïijke toepassing geleid. Wij hebben gelezen dat de burgemees- v s van Amsterdam en Roitterdam en Lei- ,j. n een paar malen hebben ingegrepen rr.it krachtige hand. Maar in vele andere gemeenten liet men kooplieden stil begaan en Gods water over Gods akker loopen. Pilt verwekte toen al véél ontsvreden- h-.ii omdat op de eene plaats tegen veel gr. -d koop er prijs kon worden gekocht dan op de andere plaats. En zooals begrijpelijk, waren die land bouwers boos, die minder voor hun rogge en tarvei konden bedingen dan hunne col za's in andere gemeenten, welke boos heid zich meestal lichtte tot hun buirge- jncfester, die als de schuldige daarvan werd aangemerkt. I Dubbel onaangenaam natuurlijk voor zoo'n ambtsdrager, want hem worden verwijten gedaan, hoewel hij niets dan ziin plicht deed en als oprechte burger- vaders worden geprezen en gehuldigd, wie het met een sltriikte- toepassing van de rrjinisterieele missive niet al te nauw namen! Hoe di;t zij, dit is toch niettegenstaan de alle fouten nog als goed resultaat van ren ongelijke toepassing der wet ver kregen. dat de prijzen van tarwe en rog- k'i' en dien tijd niet buitenmate zijn ge- Want heit is bekend, dat de gr.aa.n- kwivn in de. laatste maanden van 191-4 him tnirwe hebben moeten, afstaan voor pi'M/nti va.rieerendia tusschen f7.50 en f 10.50 per zak en hun rogge vcor f7.50 h t <i per zak. \a Nieuwjaar is .evenwel alle pressie [van 'lOMgcrrh.and verdwenen. ITt schiint dat de Minister eiers wilde zien wat Int worden zou, als hij dein han del vrijliet. Hier on daar hoorden wij nog wel van bufvr-.ru. irs, die to-t inbeslagname over- - ten profijite van hun eigen bevol- krïg. als ht'; al te har liep, maar ven een b.vl.v vj drukken der prijzen ate in de maanden na de mobilisatie, is wei nig urnen» gemerkt. En het gevolg hiervan is geweest, dat do orr..-i> boeren nu hun tarwe op de markt in voor f 15 per zak, hetgeen weer <:'i. .uidire gevolg heeft, dat in geheel ons 'u I iV- broodprijzen enorm zijn gestegen •O "n arbeidersgezin beslist niet meer r.<l kan korrinn. In rschillende gemeenten zitten de '..-li in kleine burgers met tranen in I n ie zuchten, de plaatselijke au-to- met de handrol in het haar van- I booge graanprijzen, terwijl vele j ;|i1 'Ui' es zich vergenoegd ie deren ui irkr.fi.de handen wrijven en schik ■tl' O -• r deze ongehoorde prijzen. Wij kiemen siiet begrijpen, dat dit alles FEUILLETON. DE DUIKER. ..Een vaartuig te ontmoeten en bemerkt k W'KiI. ii, zou een wonder zijn; hef ware dwims i est daarop te rekenen en alle Poging van Robert zouden hem slechts ömaUej). -.Hij slooit de oogen en liet zich aan Gods i'.-r-r, toe.n hij plotseling een ge- ..E'-l had hem gered op de Sorelles; 111 - n wilde Hij hem weder redden.* ..P. .I, rt verzamelde al zijn wilskracht en bivon langzaam te zwemmen, om zijn krachten te sparen. ..De wind dreef hem voort, zonder dat kij zelf veel kracht behoefde bij te zetten, hij mei*kte, dat hij naar het noord-oos ten gevoerd werd in een vaant, welke min- stem twee mijlen in het uur bedroeg. ..Door de maan werd hij in staat ge steld genoegzaam in de verte te zien. ..Telkens wanneer hij door de golven werd opgelicht, doorvorschte hij den hori- Zc'n'. gelijk een reiziger in de woestijn wtziet naar een oase. "Likens stortte hij weder omlaag zon- iris bemerkt te hebben te midden van 'o^nde eenzaamheid. ..He jaag heeft hij in dien toestand «oigohracht? Hm heeft het zich nimmer kunnen her- "f- 'n opdachten waren heen, en hij leef- 't y slechts machinaal -Somtijds kwam er een flikkering in nu zoo maar gaat; dat wij n-og nergens slommen hooren opgaan om aan deze oor logswinsten eens een einde te maken! Deze toestand komt ons voor in booge mate onrechtvaardig te zijm. Immers de kleine boertjes en dege nen, die financieel niet sterk genoeg wa ren om de kat ieens uit den boom te kij ken, waren verplicht in het najaar hun tarwe te verknopen: anders konden zij hun pachtsom niet op tijd betalen, an ders hadden zij geen bedrijfskapitaal en geld om hum arbeiders door den winter heen te helpen. En zij moesten allen verkoopen tegen op regeeringsorder kunst matig gedrukte prijzen. Maar de g.raamverbauwers, die er warmpjes inzitten, die geen gebrek aan bedrijfskapitaal hadden, die kapitaal krachtig waren en zijn, zijn niet verplicht geweest om vóór Nieuwjaar te verkoopen, •en maken nu reuzenprijzein; per zak minstens f 5 meer, wat eenige duizen den guldens extra-winst beteekent voor wie een 500 zak tarwe nog in voorraad had. Wat kan nu toch de reden zijn, dat de kleine boeren vóór Nieuwjaar geen oor logswinsten mochten maken en de groote boeren nè, Nieuwjaar wed? Wij houden vol: ons lijkt diiit buitenge woon profiteeren van enkele boeren ten koste en ten schade van de duizenden broodetems, waarlijk ongehoord. Dn wij zoeken tevergeefs naar eenig moti'ef voor een zoo vreemdsoortige hou ding van den Minister. Hier is toch twieeënlei moraal. Niet alleen ten opzichte van de finan- cieel-zwakke g-raan verbouwers en de ka pitaalkrachtigen. Maar ook, als men let o.p de tarwe.ver- bouwers in vergelijking met de roggever- bouweirs. Alle aanwezige rogge in het geheele land is van rijkswege of van gemeente wege in beslag genomen en de economisch- zwakke keuterboertjes op de zandgrond in in Gelderland )n Overijssel moeten hun rogge, die veelal bestemd was voor vee voeder, "afstaan voor e.en zeer matigen prijs, en in plaats van goedkoope rogge, duur regeengs veevoede.r aankoopen, ter wijl ze op de huidige markt nog een paar gulden per zak meer zouden kunnen ma ken! Nu is de rogge nog maar voor een klein gedeelte volksvoedsel. Daarentegen is tarwe 't hoofdvoedsel, dit is in handen van finamci cel-krachtige personen, dit is niet in hoofdzaak 'veevoeder en... daar voor mogen d,e eigenaars oorlogsprijzen bedingen, dit wordt niet onteigend! ITi f is ons een raadsel, welke verborgen invloeden hier werken. Zijn het niet de polütieke vrienden van dit liberale Ministerie geweest, diie met zoo diep bedroefd hart hebben gewaar schuwd tegen een jammer van „duur brood"?.... Dn wat doen zij nu? Begunstiging van de Loge. In de „Tijd" schrijft L. L. een fel artikel naar aanleiding van het bericht, dat Mi nister Treub de Loge „Sint-Lodewijk" te Nijmegen, vrijstelling van belasting had verleend, omdat zij geacht werd te zijn van algemeen nut. „Vrijmetselarij en Algemeen Nut" be gint het betoog en het gaat dan verder. De gedachten-associatie zou grappig zijn, als de sinistere Orde niet zoo'n zielen-ver giftiger was, door haar stelselmatige on dermijning van allen positieven Gods dienst, bijzonder van het leerstellige Chris tendom. De Loge ten algemeene nutte? Terwijl juist iedereen weet, dat de Vrij metselarij een besloten en driedubbel ge dekte Onderling Hulp is, die uitsluitend geestverwanten helpt, bevordert, steunt en voorthelpt: de voornaamste aantrekking zijn- geheugen. Dan kwamen hem toonee- len uit zijn jeugd voor den geest. Hij werd bevangen door de koude. „Langzamerhand gevoelde hij pijn. „Hij had een eigenaardig gevoel. Het was hem, alsof zijn lichaam samenkromp en hij slaap kreeg. „Hij begreep, dat de dood kwam. Hij had nog de kracht, zich om te keeren cm op den rug te zwemmen. „Hij zag voor het laatst naar den he mel; dan sloot hij .de oogen en gaf zich aan zijn lot over.... „Hij werd gewekt door een pijnlijken Stoot. Zijn hoofd was in aanraking geko men met een hard voorwerp. „Robert keerde zich om en zag iets zwarts. Eerst meende hij, dat het een rots was; maar hij zag, dat het evenals hij voortuitgedreven werd. „Het was een schuit. „Hij verzamelde al de kracht, die nog in hem was. Hij naderde de schuit en greep een touw vast, dat er aohteraun hing. „Hij riep, niemand antwoordde, etn zijn wanhoopskreet verloor zich in de ruimte. „Zijn verkleumde handen hadden nau welijks de kracht zich aan het touw vast te houden, waaraan zijn leven hing. Maar met de hoop kreeg hij moed. „Langs het touw trok hij zich hoe lan ger hoe dichter naar de boot, en toen hij er dicht genoeg bij was, maakte hij ge bruik van een golf, welke hem optilde, om den rand te grijpen. „Eindelijk gelukte het hem in de schuit tè klauteren. „Er was niemand in. „Het roer slingerde heen en weer. voor een groot, zoo niet het grootste deel der „Broeders". Men treft hen dan ook met honderdtal len aan in de beter bezoldigde openbare betrekkingen, vooral bij Post en Telegra fie, Ministeries en Belastingen, Holland- sche Spoor en andere heel en half-officieelo instellingen. In onze Oost en West is 't in verhouding nóg erger. Men kan nagaan, wat het wordt in ge heel vermagonniekte landen, zocals Frank rijk en Portugal, waar de Vrijmetselarij sinds jaren oppermachtig de lakens uit deelt, of liever geheel naar zich toeliaalt. Van af het Presidentschap tot het maar eenigszins beduidende ambtje, is in diie ongelukkige landen alles door Logeman nen bezet, en men kan nog geen politie agent worden, zonder minstens carbon aiio of vrijgeest te wezen. Dus eerstens beoefent de Orde der Vrij metselaren een enghartige „Broeders"- min, die zij quasi naïef voor broedermin wil laten doorgaan. Tweedens, komt het algemeene van haar nut nog negatiever uit, door haar wezenlijk, zij 't zooveel mo gelijk geheim gehouden doel:.verbreiding der vrijzinnige en bestrijding der christe lijke idee. Of alle Logebroeders zich dat doel be<wu9t zijn, komt er minder op aan. Het onmiskenbare, ware doel-der interna tionale Vrijmetselarij is oonsequente vrij zinnigheid, terugvoering naar het Heiden dom, zij 't nog zoo gemoderniseerd, en dus bestrijding op leven en dood \an deszelfs grooten tegenstander, het Christendom. Al is de officieele leer der Vrijmetselarij wanhopig vaag en verward, nóg zoo ken merkend geïnspireerd door den „Geist der stets verneint", geen echte Magon van eenig gezag zal durven tegenspreken, dat „het heiligst doelwit"., het „Licht" een an der is, dan het bovenvermelde, of wij zou den hem dozijnen bladzijden toonen uit onloochenbaar magonnieke geschriften, niet voor het publiek bestemd, van Findel en Ragon, Mackey en Carpentier Alting, waaruit zonneklaar het Paganisatiedoel zou blijken." En verder: „Wanneer een open anarchist ons toe- grijnst: „Weg met Altaar en Troon!" dan brengen wij gemakkelijk 's mans opvoe ding verdwaald idealisme en gebiekkige ontwikkeling in zijn credit. Maar 't4 kost ons moeite om den cynischen Logeman de hand te reiken; niet omdat hij anders denkt, maar omdat hij beweert hetzelfde te denken als wij, onze broeder beweert te zijn, den mond vol heeft van dübbelzinnig uit te leggen en uitgelegde leuzen, als: veredeling van liet menschdom, te begin nen bij het individu"; „verbroedering der menschen", „vroomheid, reinheid, heilig heid", terwijl die veredeling moet be staan in het losscheuren van alle banden die den mensch binden aan het positieve Christelijke Geloof en Moraal, terwijl al vast de helft van het menschdom wordt uitgesloten van het magonnieke „Ware Licht" door de uitsluiting der vrouwen, benevens minstens 99 van de 100 andere menschen. Intusschen kuipt onze Broeder en Vriend tegen onze heiligste overtuig ging, en als ergens een anti-christelijke wet tot stand komt, die de heidensche lijk verbranding, de echtschiding, de gods- dienstlooze school, de afschaffing van den eed begunstigt, dan is het plan in de loges uitgebroeid". Vervolgens gaat de schrijver de z. i. zeer onvoldoende verdiensten na van de loge te Nijmegen en eindigt als volgt: „...Van af de groote Fransche Revolutie tot aan de kleine Portugeeschë, zijn alle omwentelingen van Europa en Amerika, door en met geheime magonnieke genoot schappen gemaakt. Dit is geen laster. De Vrijmetselarij gaat er groot op: in monar chale landen natuurlijk in haar niet voor Profanen bestede geschriften, in de gerevo- lutionneerde landen openlijk. Gesteld, dat „Robert heeft zich nooit kunnen verkla ren, hoe die schuit in zee is gekomen. „Het waarschijnlijkste was, dat het touw, waaraan zij vastgelegen had, ge broken was. Maar Robert hield zich op dait oogen- blik niet met gissingen bezig cn dacht er slechts aan zich van diit heilmiddel te be dienen. „Reeds gloorde het in het Oosten. De dag ging verschijnen, en Robert wachtte de zon -af, om te zien waar hij ergens kon zijn, want daar wist hij niets van. „Daar kwam zij op, doch bescheen een veriaten zee. Geen zeil was te zien. „Alleen in het noorden teokende zich aan den gezichtseinder een grijze hand af, welke hij eerst voor een wolk hield. „Toen hij met aandacht keek, meende Robert een bergketen te zien. „Indien hij zich niet vergiste, kon het niets anders zijn dan de kust van Pro vence. „Hij greep d/e riemen en begon met alle macht te roeien. „De vreugde had hem al zijn wilskracht wedergegeven, en ook zijn lichamelijke krachten vermeerderden zich. „Hetgeen geschied was, kwam hem we der duidelijk voor den geest. „Zijn ontvluohtingsplan, zijn val, de dronkenschap van Morgan, zijn vree- selijke vermoedens, alles kwam weder bij hem op en boven dat alles de gedachte aan George. „Het beeld van zijn zoon, die alleen was achtergebleven in de handen van die boosdoeners, verscheurde hem het hart „Daar dacht hij ergens aan. „Zou Morgan, terwijl bij zich van hem de Nederlandsche Vrijmetselarij in meer derheid nog niet omwentelingsgezind is zij kan het worden. De heele gescheidenls door werden geheime genootschappen vroeg of laat staatsgevaarlijk. Mogen ver tegenwoordigers der Kroon dergelijke seó- ten begunstigen? Al acht men als vrijzin nige den Godsdienst, zeg maar den Room- schen, schadelijk, door zijn vijand, de Vrijmetselarij, nuttig te verklaren mag een monarchaal Minister moeilijk of niet- controleerbare politieke clubs, gelijk de loges zijn, ondanks de fraaiste statuten en ontkenningen, officieel van algemeen nut achten?" Fransche snit. De „Standaard" driestart: De modo werd allengs een vroeger onge kende wereldmacht. Men ziet 't in ons eigen land. Voorheen in Friesland en Zeeland, in Holland en Gelderland, overal voor de vrouw een eigen px*ovinciale kleederdracht. En moge dit elders niet zoo, tot in het gewestelijke, verschil hebben opgeleverd, nationaal was het onderscheid in de kleeding toch over- heerschend. Zie 't maar op de afbeeldin gen en illustraties uit de 16de eeuw. Over al was het een eigen type. En dat type verliep wel van lieverlede, maar hield toch meest een, twee, drie eeuwen stand. Veel vormigheid van kleeding in het volksle ven. Van eenheid kon geen sprake komen. Thans echter is dit gevarieerde in de klee ding bijna geheel verdwenen. In den ach terhoek van het platteland, houdt hier en daar nog een hyper-nationale kleeder dracht stand, maar over heel Europa ge nomen, kleedt voor 't minst in de steden elke vrouw en elk meisje zich liefst naar het model, dat de jongstverschenen mode plaat aangeeft. Of ge dan ook in 't midden van den zomer, of bij het naderen van den winter een jonge vrouw die 't doen kan, in Stockholm of Lissabon, in Athene of in Amsterdam ziet uitgebeeld, 't is al één in stof en snit en tinten. En wat nu deze verarming van het internationale leven nog te meer drukt, is da.t Parijs de ordonnantie voor deze mode onder alle volken uitzendt. Er is ook wel een Engelsche high life type, doch die vindt alleen, en dan nog in zeer beperkte mate, ingang onder de zeer hooge aristo cratische standen van het Westen. Voor de algemeene mode daarentegen geeft Pa rijs, en Parijs -alleen, nog steeds het signaal. Stond nu in Parijs de vrouwenwereld moreel 't hoogst, zoo zou dit ten zegen kunnen zijn, doch nu dit, helaas, juist omgekeerd is, e.n de zeden te Parijs zoo eenig overvrij zijn, kan 't niet anders, of dit spiegelt zich ook in de kleeding der vrouw af, en zoo werkt in die Fransche mode een ver van onschuldig motief. In verband hiermede trok het de aan dacht, dat de Bisschop van Haarlem een schrijven tot de vrouwelijke leden van de Kerken in zijn gebied heeft gericht, waar in over de Fransche kleeding der vrouwen scherpe critiek gaat en zulks wel met de uitdrukkelijke bede, om althans in de Kerk niet zoo onhebbelijk te verschijnen. Zelfs laat hij 't bij die bede niet, maar geeft zelfs last, om de H. Communie te weigeren, aan wie met de zedelijkheid spotten bleef. Vanzelf doet dit de vraag opkomen, of er niet nog andere Kerken zijn, waarin, scherp bezien, niet alle aanleiding voor zulk vermaan, tot zelfs bij het H. Avond maal, zou ontbreken. Cuirosum. Het „Ctr." schrijft: Het is niet noodig o<n het zou ook niet doenlijk zijn, vanwege hun omvang en verscheidenheid melding te maken van al de ruzies, polemieken, debatten einz. in den boezem der sociaal-democratie. Maar een uitzondering willen wij (och bevrijdde niet blijkbaar een of ander be lang geihad hebben om het leven van George te sparen? „Werkelijk, wait belette hem, den vader en den zoon te laiten do oden door de ban drieten, wien Ihij het bevel daartoe gaf? „Robert kende hen genoeg, hem en zijn medeplichtige Diego, om te weten, dat zij niet voor* een misdaad op klaarlichten dag zouden terugschrikken. „Indien zij met opzet zich van hem on verwachte hadden ontdaan, was dit mis schien, omdat zij het aan het toeval wil den toeschrijven. „Niemand had hem kunnen zien val len, want de plaats waar het geschied was, was tamelijk ver gelegen van de kleine groep matrozen, die lagen te sla pen, en de kreet, dien hij geslaakt had, was ongetwijfeld verloren gegaan ain de ruimte, „De misdadiger had gelijk gehad, hem zoo om het leven te willen brengen. I.e moord liet geen sporen na. „Iedereen aan boord moest gelooven, dat Robert bij ongeluk itn zee gevallen was, en de ongelukkige dacht er aan, hoe p dat oogenblik de artne George waarschijn lijk de valsche troostredenen der moorde naars moest aanhooren. „De arme jongen moest gelooven, dat hij alleen op de wereld was, en Robert hui verde bij~de gedachte, dat hij misschien de moordenaars zou beminnen. „Robert zwoer God, Die hem weder ge red had, dat hij zijn zoon zou ontrukken aan de handen dier ellendelingen. „Dezen eed durfde hij doen, dobberend in een klein vaartuig midden op zee, ster vend van honger, dorst en vermoeienis en maken voor een artikeltje in het „Volk", dat het opschrift draagt „Geraas van Duys" en aldus begint: In een di*ie kolommen lang artikel iii „De Voorpost" maakt Duys groot geraas over het lesje, dat wij genoodzaakt waren hem uit te deelen. In heel dezen woorden vloed van den Zaansohen redacteur vindt men geen enkel feit ter staving va,n zijn klakkelooze beschuldiging aan ons adres, dat wij de partij-dfscussie voeren op „hoogwijze, aanmatigende en andere dis- kwalificeerende" wijze. Wij mogen dus aannemen, dat onze partijgenoot de on waarheid zijner beschuldiging gevoelt, maar liever dan dit ruiterlijk te erkennen in geraas zijn verlegenheid verbergt. In dien toon gaat het nog een dertig tal regels voort, en het slot luidt: In al dit geraas van Duijs blijkt overi gens ook nu weder nog niets stelligs om trent zijm eigen opvatting. Natuurlijk zulleui wij ons in dezen broe der- of partijgemooten-twist niet mengen. Maar wie had ooit kunnen vermoeden in het „Volk" te zuiden lezen, dat partijge noot Duys „geraas" maakt en hem daar van in dat blad een grief te hooren ma ken!? Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Zonder hoofdelijke stemming nam do Eerste Kamer aan het wetsontwerp tot aangaan van een geldleening ten name en ten laste van Nederlandsch-Indië. Bij de behandeling van dit ontwerp betoogde do minister de noodzakelijkheid dat de Indi sche bevolking aan d« staatstaak gaat deelnemen. De minister hoopt binnenkort een voordracht daartoe aan de Koningin te kunnen aanbieden. Voorts waren aan de orde verschillende wetsontwerpen. Bij dat tot nadere bepaling van de waarde van zaken, waarover de rechten yan successie of van overgang bij overlij den verschuldigd zijn, motiveert de heer De Vos van Steenwijk (C.-H.) zijn stem tegen het wetsontwerp. Spr. kant zich tegen de willekeurige wijze, waarop de waarde bepaald wordt. De Minister van Financiën acht de bezwaren schromelijk overdreven. Zoo zou spr. het geen billijke toepassing kunnen vinden, als men effecten ging be lasten volgens de waarde, welke zij hadden op een dag van paniek. Spr. verdedigt het wetsontwerp nader. De heer De Vos van Steen w ij k repliceert, de Minister dupliceert. De heer De Gijselafcr (C.-H.) valt den heer De Vos van Steenwijk bij, doch zal uit utiliteitsoverwegingen vóór stem men. Na nog een opmerking van den Minis ter wordt het wetsontwerp aangenomen met 21 tegen 7 stemmen. Nadat de andere wetsontwerpen zonder beraadslaging of z. h. s. zijn aangenomen, wordt de vergadering tot nadere bijeen roeping verdaagd. TWEEDE KAMER. Bescherming van moMen en kikvorschen. Blijkens het Voorloopig Verslag omtrent het wetsontwerp honden de bepalingen tot bescherming van mollen en kikvorschen vond het beginsel van dit wetsor/werp voor zoover het op de mollen betrekking heeft dat hot aan de gebruikers der gronden moet worden overgalaten te be slissen, of de mollen op hunne landen zul len worden geduld of vervolgd, algemecm, instemming. De inzichten der landbou wende bevolking omtrent de vraag of de mol nuiitig dan wiel schadelijk is, loopen te veel uiteen dan dat de wetgever ten deze een dwingend vo*brschrift zo-u kun- niet wetend, of hij de .kust wel zou berei ken, en nog minder verzekerd van het lot, dat hem wachtte, indien hij al strandde. „De zon bescheen een groep bergen, die hij goed kende. Hij was veel dichter bij de kust, dan hij gemeend had. „Op eenige mijlen vóór hem lag kaap Camarat, en hij zag rechts de golf van Saint Propez. „Zoo bracht dus de Voorzien/fghedd hem juist op die plaats, die voor hem zoo vol dierbare en vvreede herinneringen was. „Daar was hem woeger het leven met Ellen zoo dierbaar geweest, daar ook was met dien dood van Thomas Disney de lange rij ongedukken begonnen. „Bij dat overzicht van het verleden schoot hem eensklaps iets te binnen. „Misschien lag het goud van Thomas Disney nog immer onder den steen, waar onder de moordenaar het had geborgen. „Wanneer hot (hem gelukte het terug to vinden, kon hij zich met dat geld kleede ren verschaffen, een paspoort voor Italië, voor het oosten, hij kon dan de Middel- landsche Zee doorzoeken, totdat hij do Caiman teruggevonden en zijn zoon gered zou hebben. „Indien hij flink roeide, kon bij nog den zelfden ochtend de kust bereiken, maar het was niet verstandig dit te beproeven. „Toen Robert op de Caiman overboord was geworpen was hem de Oosterscho mantel van de schouders gevallen. „De ongelukkige had dus niets anders dan een grof linnen, broek en een strooien hoed. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1