Tweede Blad.
JAARGANG. No. 1042
Bi Slaidóohd OouAoml
iyggs--:^-.^gaeBM^atava1 i.iiuimJBMMBB
Zaterdag 6 Maart 1915.
Uit de Pers.
Waarom duur brood?
Orifli i ii'-'-zeti titel schrijft de ,,N. Haarl.
-en 'artikel, waaraan- wij het vol-
g' u"en,:
,.„i I; i. er oorlogsgevaar aanwezig was,
j#vii huidige kabinet voor rogge en
jjnvi3 maximale prijzen vastgesteld en
v.n alle bungefmieeeters is een mrmste-
ri ,v i:i ve gezonden, waarbij hen werd
-i m sli-emg er op toe te zien, den
pi-ij's ■ia-'I- di'i maximumcijfier gedrukt te
|v>n en waar di;t niist gelukte, onver-
wiiid graan en de rogge in het bezit
tg lijmen ingevolge de nieuwe bepalingen
v.n 'Ie Onergeningswet.
I'.c-ze maatregelen hebben echter tot zeer
acvïijke toepassing geleid.
Wij hebben gelezen dat de burgemees-
v s van Amsterdam en Roitterdam en Lei-
,j. n een paar malen hebben ingegrepen
rr.it krachtige hand.
Maar in vele andere gemeenten liet men
kooplieden stil begaan en Gods water
over Gods akker loopen.
Pilt verwekte toen al véél ontsvreden-
h-.ii omdat op de eene plaats tegen veel
gr. -d koop er prijs kon worden gekocht dan
op de andere plaats.
En zooals begrijpelijk, waren die land
bouwers boos, die minder voor hun rogge
en tarvei konden bedingen dan hunne col
za's in andere gemeenten, welke boos
heid zich meestal lichtte tot hun buirge-
jncfester, die als de schuldige daarvan
werd aangemerkt.
I Dubbel onaangenaam natuurlijk voor
zoo'n ambtsdrager, want hem worden
verwijten gedaan, hoewel hij niets dan
ziin plicht deed en als oprechte burger-
vaders worden geprezen en gehuldigd,
wie het met een sltriikte- toepassing van
de rrjinisterieele missive niet al te nauw
namen!
Hoe di;t zij, dit is toch niettegenstaan
de alle fouten nog als goed resultaat
van ren ongelijke toepassing der wet ver
kregen. dat de prijzen van tarwe en rog-
k'i' en dien tijd niet buitenmate zijn ge-
Want heit is bekend, dat de gr.aa.n-
kwivn in de. laatste maanden van 191-4
him tnirwe hebben moeten, afstaan voor
pi'M/nti va.rieerendia tusschen f7.50 en
f 10.50 per zak en hun rogge vcor f7.50 h
t <i per zak.
\a Nieuwjaar is .evenwel alle pressie
[van 'lOMgcrrh.and verdwenen.
ITt schiint dat de Minister eiers wilde
zien wat Int worden zou, als hij dein han
del vrijliet.
Hier on daar hoorden wij nog wel van
bufvr-.ru. irs, die to-t inbeslagname over-
- ten profijite van hun eigen bevol-
krïg. als ht'; al te har liep, maar ven een
b.vl.v vj drukken der prijzen ate in de
maanden na de mobilisatie, is wei
nig urnen» gemerkt.
En het gevolg hiervan is geweest, dat
do orr..-i> boeren nu hun tarwe op de markt
in voor f 15 per zak, hetgeen weer
<:'i. .uidire gevolg heeft, dat in geheel ons
'u I iV- broodprijzen enorm zijn gestegen
•O "n arbeidersgezin beslist niet meer
r.<l kan korrinn.
In rschillende gemeenten zitten de
'..-li in kleine burgers met tranen in
I n ie zuchten, de plaatselijke au-to-
met de handrol in het haar van-
I booge graanprijzen, terwijl vele
j ;|i1 'Ui' es zich vergenoegd ie deren
ui irkr.fi.de handen wrijven en schik
■tl' O -• r deze ongehoorde prijzen.
Wij kiemen siiet begrijpen, dat dit alles
FEUILLETON.
DE DUIKER.
..Een vaartuig te ontmoeten en bemerkt
k W'KiI. ii, zou een wonder zijn; hef ware
dwims i est daarop te rekenen en alle
Poging van Robert zouden hem slechts
ömaUej).
-.Hij slooit de oogen en liet zich aan Gods
i'.-r-r, toe.n hij plotseling een ge-
..E'-l had hem gered op de Sorelles;
111 - n wilde Hij hem weder redden.*
..P. .I, rt verzamelde al zijn wilskracht
en bivon langzaam te zwemmen, om zijn
krachten te sparen.
..De wind dreef hem voort, zonder dat
kij zelf veel kracht behoefde bij te zetten,
hij mei*kte, dat hij naar het noord-oos
ten gevoerd werd in een vaant, welke min-
stem twee mijlen in het uur bedroeg.
..Door de maan werd hij in staat ge
steld genoegzaam in de verte te zien.
..Telkens wanneer hij door de golven
werd opgelicht, doorvorschte hij den hori-
Zc'n'. gelijk een reiziger in de woestijn
wtziet naar een oase.
"Likens stortte hij weder omlaag zon-
iris bemerkt te hebben te midden van
'o^nde eenzaamheid.
..He jaag heeft hij in dien toestand
«oigohracht?
Hm heeft het zich nimmer kunnen her-
"f- 'n opdachten waren heen, en hij leef-
't y slechts machinaal
-Somtijds kwam er een flikkering in
nu zoo maar gaat; dat wij n-og nergens
slommen hooren opgaan om aan deze oor
logswinsten eens een einde te maken!
Deze toestand komt ons voor in booge
mate onrechtvaardig te zijm.
Immers de kleine boertjes en dege
nen, die financieel niet sterk genoeg wa
ren om de kat ieens uit den boom te kij
ken, waren verplicht in het najaar
hun tarwe te verknopen: anders konden
zij hun pachtsom niet op tijd betalen, an
ders hadden zij geen bedrijfskapitaal en
geld om hum arbeiders door den winter
heen te helpen. En zij moesten allen
verkoopen tegen op regeeringsorder kunst
matig gedrukte prijzen.
Maar de g.raamverbauwers, die er
warmpjes inzitten, die geen gebrek aan
bedrijfskapitaal hadden, die kapitaal
krachtig waren en zijn, zijn niet verplicht
geweest om vóór Nieuwjaar te verkoopen,
•en maken nu reuzenprijzein; per
zak minstens f 5 meer, wat eenige duizen
den guldens extra-winst beteekent voor
wie een 500 zak tarwe nog in voorraad
had.
Wat kan nu toch de reden zijn, dat de
kleine boeren vóór Nieuwjaar geen oor
logswinsten mochten maken en de groote
boeren nè, Nieuwjaar wed?
Wij houden vol: ons lijkt diiit buitenge
woon profiteeren van enkele boeren ten
koste en ten schade van de duizenden
broodetems, waarlijk ongehoord.
Dn wij zoeken tevergeefs naar eenig
moti'ef voor een zoo vreemdsoortige hou
ding van den Minister.
Hier is toch twieeënlei moraal.
Niet alleen ten opzichte van de finan-
cieel-zwakke g-raan verbouwers en de ka
pitaalkrachtigen.
Maar ook, als men let o.p de tarwe.ver-
bouwers in vergelijking met de roggever-
bouweirs.
Alle aanwezige rogge in het geheele
land is van rijkswege of van gemeente
wege in beslag genomen en de economisch-
zwakke keuterboertjes op de zandgrond in
in Gelderland )n Overijssel moeten hun
rogge, die veelal bestemd was voor vee
voeder, "afstaan voor e.en zeer matigen
prijs, en in plaats van goedkoope rogge,
duur regeengs veevoede.r aankoopen, ter
wijl ze op de huidige markt nog een paar
gulden per zak meer zouden kunnen ma
ken!
Nu is de rogge nog maar voor een klein
gedeelte volksvoedsel. Daarentegen is
tarwe 't hoofdvoedsel, dit is in handen
van finamci cel-krachtige personen, dit
is niet in hoofdzaak 'veevoeder en... daar
voor mogen d,e eigenaars oorlogsprijzen
bedingen, dit wordt niet onteigend!
ITi f is ons een raadsel, welke verborgen
invloeden hier werken.
Zijn het niet de polütieke vrienden van
dit liberale Ministerie geweest, diie met
zoo diep bedroefd hart hebben gewaar
schuwd tegen een jammer van „duur
brood"?....
Dn wat doen zij nu?
Begunstiging van de Loge.
In de „Tijd" schrijft L. L. een fel artikel
naar aanleiding van het bericht, dat Mi
nister Treub de Loge „Sint-Lodewijk" te
Nijmegen, vrijstelling van belasting had
verleend, omdat zij geacht werd te zijn
van algemeen nut.
„Vrijmetselarij en Algemeen Nut" be
gint het betoog en het gaat dan verder.
De gedachten-associatie zou grappig zijn,
als de sinistere Orde niet zoo'n zielen-ver
giftiger was, door haar stelselmatige on
dermijning van allen positieven Gods
dienst, bijzonder van het leerstellige Chris
tendom. De Loge ten algemeene nutte?
Terwijl juist iedereen weet, dat de Vrij
metselarij een besloten en driedubbel ge
dekte Onderling Hulp is, die uitsluitend
geestverwanten helpt, bevordert, steunt en
voorthelpt: de voornaamste aantrekking
zijn- geheugen. Dan kwamen hem toonee-
len uit zijn jeugd voor den geest. Hij
werd bevangen door de koude.
„Langzamerhand gevoelde hij pijn.
„Hij had een eigenaardig gevoel. Het
was hem, alsof zijn lichaam samenkromp
en hij slaap kreeg.
„Hij begreep, dat de dood kwam. Hij
had nog de kracht, zich om te keeren cm
op den rug te zwemmen.
„Hij zag voor het laatst naar den he
mel; dan sloot hij .de oogen en gaf zich aan
zijn lot over....
„Hij werd gewekt door een pijnlijken
Stoot. Zijn hoofd was in aanraking geko
men met een hard voorwerp.
„Robert keerde zich om en zag iets
zwarts. Eerst meende hij, dat het een rots
was; maar hij zag, dat het evenals hij
voortuitgedreven werd.
„Het was een schuit.
„Hij verzamelde al de kracht, die nog
in hem was. Hij naderde de schuit en
greep een touw vast, dat er aohteraun
hing.
„Hij riep, niemand antwoordde, etn zijn
wanhoopskreet verloor zich in de ruimte.
„Zijn verkleumde handen hadden nau
welijks de kracht zich aan het touw vast
te houden, waaraan zijn leven hing. Maar
met de hoop kreeg hij moed.
„Langs het touw trok hij zich hoe lan
ger hoe dichter naar de boot, en toen hij
er dicht genoeg bij was, maakte hij ge
bruik van een golf, welke hem optilde, om
den rand te grijpen.
„Eindelijk gelukte het hem in de schuit
tè klauteren.
„Er was niemand in.
„Het roer slingerde heen en weer.
voor een groot, zoo niet het grootste deel
der „Broeders".
Men treft hen dan ook met honderdtal
len aan in de beter bezoldigde openbare
betrekkingen, vooral bij Post en Telegra
fie, Ministeries en Belastingen, Holland-
sche Spoor en andere heel en half-officieelo
instellingen.
In onze Oost en West is 't in verhouding
nóg erger.
Men kan nagaan, wat het wordt in ge
heel vermagonniekte landen, zocals Frank
rijk en Portugal, waar de Vrijmetselarij
sinds jaren oppermachtig de lakens uit
deelt, of liever geheel naar zich toeliaalt.
Van af het Presidentschap tot het maar
eenigszins beduidende ambtje, is in diie
ongelukkige landen alles door Logeman
nen bezet, en men kan nog geen politie
agent worden, zonder minstens carbon aiio
of vrijgeest te wezen.
Dus eerstens beoefent de Orde der Vrij
metselaren een enghartige „Broeders"-
min, die zij quasi naïef voor broedermin
wil laten doorgaan. Tweedens, komt het
algemeene van haar nut nog negatiever
uit, door haar wezenlijk, zij 't zooveel mo
gelijk geheim gehouden doel:.verbreiding
der vrijzinnige en bestrijding der christe
lijke idee. Of alle Logebroeders zich dat
doel be<wu9t zijn, komt er minder op aan.
Het onmiskenbare, ware doel-der interna
tionale Vrijmetselarij is oonsequente vrij
zinnigheid, terugvoering naar het Heiden
dom, zij 't nog zoo gemoderniseerd, en dus
bestrijding op leven en dood \an deszelfs
grooten tegenstander, het Christendom.
Al is de officieele leer der Vrijmetselarij
wanhopig vaag en verward, nóg zoo ken
merkend geïnspireerd door den „Geist der
stets verneint", geen echte Magon van
eenig gezag zal durven tegenspreken, dat
„het heiligst doelwit"., het „Licht" een an
der is, dan het bovenvermelde, of wij zou
den hem dozijnen bladzijden toonen uit
onloochenbaar magonnieke geschriften,
niet voor het publiek bestemd, van Findel
en Ragon, Mackey en Carpentier Alting,
waaruit zonneklaar het Paganisatiedoel
zou blijken."
En verder:
„Wanneer een open anarchist ons toe-
grijnst: „Weg met Altaar en Troon!" dan
brengen wij gemakkelijk 's mans opvoe
ding verdwaald idealisme en gebiekkige
ontwikkeling in zijn credit. Maar 't4 kost
ons moeite om den cynischen Logeman de
hand te reiken; niet omdat hij anders
denkt, maar omdat hij beweert hetzelfde
te denken als wij, onze broeder beweert te
zijn, den mond vol heeft van dübbelzinnig
uit te leggen en uitgelegde leuzen, als:
veredeling van liet menschdom, te begin
nen bij het individu"; „verbroedering der
menschen", „vroomheid, reinheid, heilig
heid", terwijl die veredeling moet be
staan in het losscheuren van alle banden
die den mensch binden aan het positieve
Christelijke Geloof en Moraal, terwijl al
vast de helft van het menschdom wordt
uitgesloten van het magonnieke „Ware
Licht" door de uitsluiting der vrouwen,
benevens minstens 99 van de 100 andere
menschen. Intusschen kuipt onze Broeder
en Vriend tegen onze heiligste overtuig
ging, en als ergens een anti-christelijke
wet tot stand komt, die de heidensche lijk
verbranding, de echtschiding, de gods-
dienstlooze school, de afschaffing van den
eed begunstigt, dan is het plan in de loges
uitgebroeid".
Vervolgens gaat de schrijver de z. i.
zeer onvoldoende verdiensten na van de
loge te Nijmegen en eindigt als volgt:
„...Van af de groote Fransche Revolutie
tot aan de kleine Portugeeschë, zijn alle
omwentelingen van Europa en Amerika,
door en met geheime magonnieke genoot
schappen gemaakt. Dit is geen laster. De
Vrijmetselarij gaat er groot op: in monar
chale landen natuurlijk in haar niet voor
Profanen bestede geschriften, in de gerevo-
lutionneerde landen openlijk. Gesteld, dat
„Robert heeft zich nooit kunnen verkla
ren, hoe die schuit in zee is gekomen.
„Het waarschijnlijkste was, dat het
touw, waaraan zij vastgelegen had, ge
broken was.
Maar Robert hield zich op dait oogen-
blik niet met gissingen bezig cn dacht er
slechts aan zich van diit heilmiddel te be
dienen.
„Reeds gloorde het in het Oosten. De
dag ging verschijnen, en Robert wachtte
de zon -af, om te zien waar hij ergens kon
zijn, want daar wist hij niets van.
„Daar kwam zij op, doch bescheen een
veriaten zee. Geen zeil was te zien.
„Alleen in het noorden teokende zich
aan den gezichtseinder een grijze hand af,
welke hij eerst voor een wolk hield.
„Toen hij met aandacht keek, meende
Robert een bergketen te zien.
„Indien hij zich niet vergiste, kon het
niets anders zijn dan de kust van Pro
vence.
„Hij greep d/e riemen en begon met alle
macht te roeien.
„De vreugde had hem al zijn wilskracht
wedergegeven, en ook zijn lichamelijke
krachten vermeerderden zich.
„Hetgeen geschied was, kwam hem we
der duidelijk voor den geest.
„Zijn ontvluohtingsplan, zijn val, de
dronkenschap van Morgan, zijn vree-
selijke vermoedens, alles kwam weder
bij hem op en boven dat alles de gedachte
aan George.
„Het beeld van zijn zoon, die alleen was
achtergebleven in de handen van die
boosdoeners, verscheurde hem het hart
„Daar dacht hij ergens aan.
„Zou Morgan, terwijl bij zich van hem
de Nederlandsche Vrijmetselarij in meer
derheid nog niet omwentelingsgezind is
zij kan het worden. De heele gescheidenls
door werden geheime genootschappen
vroeg of laat staatsgevaarlijk. Mogen ver
tegenwoordigers der Kroon dergelijke seó-
ten begunstigen? Al acht men als vrijzin
nige den Godsdienst, zeg maar den Room-
schen, schadelijk, door zijn vijand, de
Vrijmetselarij, nuttig te verklaren mag
een monarchaal Minister moeilijk of niet-
controleerbare politieke clubs, gelijk de
loges zijn, ondanks de fraaiste statuten
en ontkenningen, officieel van algemeen
nut achten?"
Fransche snit.
De „Standaard" driestart:
De modo werd allengs een vroeger onge
kende wereldmacht.
Men ziet 't in ons eigen land. Voorheen
in Friesland en Zeeland, in Holland en
Gelderland, overal voor de vrouw een
eigen px*ovinciale kleederdracht. En moge
dit elders niet zoo, tot in het gewestelijke,
verschil hebben opgeleverd, nationaal was
het onderscheid in de kleeding toch over-
heerschend. Zie 't maar op de afbeeldin
gen en illustraties uit de 16de eeuw. Over
al was het een eigen type. En dat type
verliep wel van lieverlede, maar hield toch
meest een, twee, drie eeuwen stand. Veel
vormigheid van kleeding in het volksle
ven. Van eenheid kon geen sprake komen.
Thans echter is dit gevarieerde in de klee
ding bijna geheel verdwenen. In den ach
terhoek van het platteland, houdt hier en
daar nog een hyper-nationale kleeder
dracht stand, maar over heel Europa ge
nomen, kleedt voor 't minst in de steden
elke vrouw en elk meisje zich liefst naar
het model, dat de jongstverschenen mode
plaat aangeeft. Of ge dan ook in 't midden
van den zomer, of bij het naderen van den
winter een jonge vrouw die 't doen kan, in
Stockholm of Lissabon, in Athene of in
Amsterdam ziet uitgebeeld, 't is al één in
stof en snit en tinten.
En wat nu deze verarming van het
internationale leven nog te meer drukt, is
da.t Parijs de ordonnantie voor deze mode
onder alle volken uitzendt. Er is ook wel
een Engelsche high life type, doch die
vindt alleen, en dan nog in zeer beperkte
mate, ingang onder de zeer hooge aristo
cratische standen van het Westen. Voor
de algemeene mode daarentegen geeft Pa
rijs, en Parijs -alleen, nog steeds het
signaal.
Stond nu in Parijs de vrouwenwereld
moreel 't hoogst, zoo zou dit ten zegen
kunnen zijn, doch nu dit, helaas, juist
omgekeerd is, e.n de zeden te Parijs zoo
eenig overvrij zijn, kan 't niet anders, of
dit spiegelt zich ook in de kleeding der
vrouw af, en zoo werkt in die Fransche
mode een ver van onschuldig motief.
In verband hiermede trok het de aan
dacht, dat de Bisschop van Haarlem een
schrijven tot de vrouwelijke leden van de
Kerken in zijn gebied heeft gericht, waar
in over de Fransche kleeding der vrouwen
scherpe critiek gaat en zulks wel met de
uitdrukkelijke bede, om althans in de
Kerk niet zoo onhebbelijk te verschijnen.
Zelfs laat hij 't bij die bede niet, maar
geeft zelfs last, om de H. Communie te
weigeren, aan wie met de zedelijkheid
spotten bleef.
Vanzelf doet dit de vraag opkomen, of
er niet nog andere Kerken zijn, waarin,
scherp bezien, niet alle aanleiding voor
zulk vermaan, tot zelfs bij het H. Avond
maal, zou ontbreken.
Cuirosum.
Het „Ctr." schrijft:
Het is niet noodig o<n het zou ook
niet doenlijk zijn, vanwege hun omvang
en verscheidenheid melding te maken
van al de ruzies, polemieken, debatten
einz. in den boezem der sociaal-democratie.
Maar een uitzondering willen wij (och
bevrijdde niet blijkbaar een of ander be
lang geihad hebben om het leven van
George te sparen?
„Werkelijk, wait belette hem, den vader
en den zoon te laiten do oden door de ban
drieten, wien Ihij het bevel daartoe gaf?
„Robert kende hen genoeg, hem en zijn
medeplichtige Diego, om te weten, dat zij
niet voor* een misdaad op klaarlichten dag
zouden terugschrikken.
„Indien zij met opzet zich van hem on
verwachte hadden ontdaan, was dit mis
schien, omdat zij het aan het toeval wil
den toeschrijven.
„Niemand had hem kunnen zien val
len, want de plaats waar het geschied
was, was tamelijk ver gelegen van de
kleine groep matrozen, die lagen te sla
pen, en de kreet, dien hij geslaakt had,
was ongetwijfeld verloren gegaan ain de
ruimte,
„De misdadiger had gelijk gehad, hem
zoo om het leven te willen brengen. I.e
moord liet geen sporen na.
„Iedereen aan boord moest gelooven,
dat Robert bij ongeluk itn zee gevallen was,
en de ongelukkige dacht er aan, hoe p
dat oogenblik de artne George waarschijn
lijk de valsche troostredenen der moorde
naars moest aanhooren.
„De arme jongen moest gelooven, dat
hij alleen op de wereld was, en Robert hui
verde bij~de gedachte, dat hij misschien
de moordenaars zou beminnen.
„Robert zwoer God, Die hem weder ge
red had, dat hij zijn zoon zou ontrukken
aan de handen dier ellendelingen.
„Dezen eed durfde hij doen, dobberend
in een klein vaartuig midden op zee, ster
vend van honger, dorst en vermoeienis en
maken voor een artikeltje in het „Volk",
dat het opschrift draagt „Geraas van
Duys" en aldus begint:
In een di*ie kolommen lang artikel iii
„De Voorpost" maakt Duys groot geraas
over het lesje, dat wij genoodzaakt waren
hem uit te deelen. In heel dezen woorden
vloed van den Zaansohen redacteur vindt
men geen enkel feit ter staving va,n zijn
klakkelooze beschuldiging aan ons adres,
dat wij de partij-dfscussie voeren op
„hoogwijze, aanmatigende en andere dis-
kwalificeerende" wijze. Wij mogen dus
aannemen, dat onze partijgenoot de on
waarheid zijner beschuldiging gevoelt,
maar liever dan dit ruiterlijk te erkennen
in geraas zijn verlegenheid verbergt.
In dien toon gaat het nog een dertig
tal regels voort, en het slot luidt:
In al dit geraas van Duijs blijkt overi
gens ook nu weder nog niets stelligs om
trent zijm eigen opvatting.
Natuurlijk zulleui wij ons in dezen broe
der- of partijgemooten-twist niet mengen.
Maar wie had ooit kunnen vermoeden
in het „Volk" te zuiden lezen, dat partijge
noot Duys „geraas" maakt en hem daar
van in dat blad een grief te hooren ma
ken!?
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Zonder hoofdelijke stemming nam do
Eerste Kamer aan het wetsontwerp tot
aangaan van een geldleening ten name en
ten laste van Nederlandsch-Indië. Bij de
behandeling van dit ontwerp betoogde do
minister de noodzakelijkheid dat de Indi
sche bevolking aan d« staatstaak gaat
deelnemen. De minister hoopt binnenkort
een voordracht daartoe aan de Koningin
te kunnen aanbieden.
Voorts waren aan de orde verschillende
wetsontwerpen.
Bij dat tot nadere bepaling van de
waarde van zaken, waarover de rechten
yan successie of van overgang bij overlij
den verschuldigd zijn, motiveert de heer
De Vos van Steenwijk (C.-H.) zijn
stem tegen het wetsontwerp. Spr. kant zich
tegen de willekeurige wijze, waarop de
waarde bepaald wordt.
De Minister van Financiën
acht de bezwaren schromelijk overdreven.
Zoo zou spr. het geen billijke toepassing
kunnen vinden, als men effecten ging be
lasten volgens de waarde, welke zij hadden
op een dag van paniek. Spr. verdedigt het
wetsontwerp nader.
De heer De Vos van Steen w ij k
repliceert, de Minister dupliceert.
De heer De Gijselafcr (C.-H.) valt
den heer De Vos van Steenwijk bij, doch
zal uit utiliteitsoverwegingen vóór stem
men.
Na nog een opmerking van den Minis
ter wordt het wetsontwerp aangenomen
met 21 tegen 7 stemmen.
Nadat de andere wetsontwerpen zonder
beraadslaging of z. h. s. zijn aangenomen,
wordt de vergadering tot nadere bijeen
roeping verdaagd.
TWEEDE KAMER.
Bescherming van moMen en kikvorschen.
Blijkens het Voorloopig Verslag omtrent
het wetsontwerp honden de bepalingen tot
bescherming van mollen en kikvorschen
vond het beginsel van dit wetsor/werp
voor zoover het op de mollen betrekking
heeft dat hot aan de gebruikers der
gronden moet worden overgalaten te be
slissen, of de mollen op hunne landen zul
len worden geduld of vervolgd, algemecm,
instemming. De inzichten der landbou
wende bevolking omtrent de vraag of de
mol nuiitig dan wiel schadelijk is, loopen
te veel uiteen dan dat de wetgever ten
deze een dwingend vo*brschrift zo-u kun-
niet wetend, of hij de .kust wel zou berei
ken, en nog minder verzekerd van het lot,
dat hem wachtte, indien hij al strandde.
„De zon bescheen een groep bergen, die
hij goed kende. Hij was veel dichter bij
de kust, dan hij gemeend had.
„Op eenige mijlen vóór hem lag kaap
Camarat, en hij zag rechts de golf van
Saint Propez.
„Zoo bracht dus de Voorzien/fghedd hem
juist op die plaats, die voor hem zoo vol
dierbare en vvreede herinneringen was.
„Daar was hem woeger het leven met
Ellen zoo dierbaar geweest, daar ook was
met dien dood van Thomas Disney de lange
rij ongedukken begonnen.
„Bij dat overzicht van het verleden
schoot hem eensklaps iets te binnen.
„Misschien lag het goud van Thomas
Disney nog immer onder den steen, waar
onder de moordenaar het had geborgen.
„Wanneer hot (hem gelukte het terug to
vinden, kon hij zich met dat geld kleede
ren verschaffen, een paspoort voor Italië,
voor het oosten, hij kon dan de Middel-
landsche Zee doorzoeken, totdat hij do
Caiman teruggevonden en zijn zoon gered
zou hebben.
„Indien hij flink roeide, kon bij nog den
zelfden ochtend de kust bereiken, maar
het was niet verstandig dit te beproeven.
„Toen Robert op de Caiman overboord
was geworpen was hem de Oosterscho
mantel van de schouders gevallen.
„De ongelukkige had dus niets anders
dan een grof linnen, broek en een strooien
hoed.
(Wordt vervolgd.)