1
BUITENLAND.
De Oorlog.
JAARGANG.
No. 1637
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
L a het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
hS genten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2V3 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
e Ceicbelxc (Boivïant
MAANDAG
MAART.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Van langer duur?
Wij stellen deze vraag naar aanleiding
ir burgemeestersbenoeming te Aimater-
un.
t Scheen den laatsten tijd of hot ambt
burgervader der hoofdstad en ook
00 e] van andere steden min of meer be-
D' bouwd werd als een der trappen van
k rgrooting, waarlangs men naar den
ee' rer tref lenden trap opklom.
Nu gunnen wij den gestegen jubilaris-
n alles-goeds, maar voor de betrokken
meenten lijkt ons een dergelijke opvajt-
hg van het burgemeesterschap alles be
ak aive goed. Hoe kan er oontinuïteit komen
inS i het bestuur als mien telkens wisselt van
1(k Dofd. De eene opvatting zal dan, nu op
dan op dat gebied, verdrongen worden
or een andere, ook wijl immers onder
wethouders vaak verschillende inzich-
ct: i heenschien, waarvan met het optreden
in een nieuwen burgemeester allicht een
n5' idere op den voorgrond treedt dan onder
n voorganger het geval was.
Dit leidt allemaal maar tot onzekerheid
vaak ook tot verhooging van onkosten,
3e" elke bezwaren zich vooral doen gevoelen
groote gemeenten, waar het buïeaucra-
ich samenstel zooveel ingewikkelder ja
86 in in kleine, welker belangen spoedigeT
do illen te overzien.
Zal nu Amsterdam zijn burgemeester
tar (liegen langer behouden dan met diens
tere voorgangers het geval was? De nieu-
de e koeirs, welke met zijn benoeming is-
geslagen, mag bet doen verwachten. Hij
d« toch geen ambitieuse jonge man meer,
-1 rv.'ijl ook zijn maatschappelijke positie
'gd mi niet dreef naar hooger dingen, wijl
met zijn familietraditie of zoo iets
eer in overeenstemming waren. Zijn
tra ikwaamheden gaven den doorslag en
aar nu het burgemeesterschap der
lofdstad waarlijk wel een positie is,
aoirin een kundig man met werklust en
ibitie volle bevrediging kan vinden, daar
eg Amsterdam hopen, dat het nu einde-
ik weer eens een hoofd bezit, dat zich de
)5 hartiging zijner belangen als levensdoel
stellen.
Een ultimatum.
Schrik niet, lezer, er is aan ons land
ihrkkig niet een ultimatum gesteld door
in der oorlogvoerende mogendheden. Op
o iets doelen wij niet. Het opschrift
3Di «ft betrekking op een brochure van den
v- iiler der socialistische partij, van -welk
schrift men onder „Binnenland" in dit
"fumrner den korten inhoud kan vinden.
Merkt nu eens op in dat „ultimatum"
in den leider, hoe geëischt wordt van
erreweg de grootste meerderheid
er partij, dat zij zich bij de meening van
B paus" Troeistra neerlegt.
Zeven en vijftig moties zijn ingediend
(treffende de houding der partijleiding
uk® het militaire vraagstuk, niet één
ier moties keurt de houding der partij-
idiflg goed, en toch... en toch moet op
't a.s. Paasch-Congres die goedkeuring
"tón, dreigt,mr. Troelstra. Dat noemen
„vrijheid"!
Leest ook eens aandachtig nummer 4
ui het „programma": geen ontwapening
nzij deze internationaal is! Daar is nu
an het woord die leider van de partij,
omen
die in haar devies schreef „geen man. en
geen cent voor het leger", die ieder jaar
tegen de oorlogsbegrootin^en stemde. Als
die oorlogsbegrootingen niet waren aange
nomen, als we geen man en geen cent
voor het leger hadden over gehad, m.a.w.
als do sociaal-democraten hun zin hadden
gehad, was Nederland natuurlijk zonder
leger geweest en.... mr. Troelstra ver
klaart nu, dat een leger noodig is, tenzij
alle landen het zouden afschaffen!
Beluistert verder eens op meerdere
plaatsen van het „programma" de erken
ning van het vaderland, terwijl de partij,
niet het minst, de opvoeders der jeugd on
der hen, de onderwijzers, altijd zoo gekant
is geweest b. v. tegen het vieren der vader-
landsche feestdagen.
Wij zouden op meer zonderlinge tegen
stellingen kunnen wijzen. Voorloopig ge
noeg.
De beschieting der Dardanellenforten.
Gonstantinopel bedreigd? Op het
Westelijk oorlogsterrein maken de Ver
bondenen vorderingen. Successen der
Russen op het Oostelijk oorlogsterrein.
Van het Westelijk Oorlogs
terrein.
In de lange reeks wederzijdsche stellin
gen tusschen den cirkel om de Maasves
ting Verdun en de 33 K.M. zuidelijker ge
legen Maasvesting St. Mihiel is de heuvel
bij Les Eparges één enkel punt. Maar het
is een punt vanwaar de Franschen verze
keren, de buitenwertren van St. Mihiel te
kunnen beschieten. Zij moeten daar dan
ver dragend geschut tot hun beschikking
hebben, want St. Mihiel ligt er 20 K.M.
vandaan.
Vandaar die verwoedde vierdaagsche
strijd om dit punt, een strijd die door on
dermijning van het terrein nabij de aan te
vallen Duitsche stelling, met zorg door de
Franschen was voorbereid, en waartoe,
toen het oogenblik tot de geconcentreerden
aanval was gekomen, de artillerie en de
infanterie samenwerkten.
Het 'verlangde resultaat werd bereikt.
Het begeerde punt werd door de Galiieer-
den genomen en bezet. In acht opeenvol
gende aanvallen poogden de Duitschers
het hun weder te ontrukken, maar tot dus
verre (men weet niet wat er later weer
gebeuren kan) zonder gevolg. Volgens het
Fransche bericht kostte de strijd den Duit
schers 3000 man, zijnde de helft van het
door hen in het geVecht gebrachte effectief.
Ook ten Noorden van Verdun wordt
voortdurend met hevigheid gevochten en
naar het schijnt gaat ook daar het offen
sief van de Geallieerden uit.
Een afgrijselijk nieuwtje uit de buurt
van Verdun is het bericht van het Fransche
hoofdkwartier, dat de Duitschers bij een
aanval op de loopgraven den geallieerden
bij Malancourt, 20 K.M. ten N.-W. van
Verdun en deel uitmakend van de stellin
gen der Franschen voor die vesting, hunne
vijanden met brandende vloeistoffen over
goten, waardoor hun zulke hevige brand
wonden werden toegebracht, dat zij hunne
stellingen moesten opgeven.
Wij willen echter nadere bevestiging van
dit bericht afwachten. Zooveel berichten
berusten in dezen oorlog op phantasie.
Van het Oostelijk Oorlogs
terrein.
Met verwonderlijke taaiheid heeft Rus
land zich in het nabij de grens van Oost-
Pruisen liggend Poolsche gebied hersteld
van de slagen die in Oost-Pruisen aan zijn
10de leger zijn toegebracht, en in de Kar-
patihen is het naar bet schijnt bezig, het
zelfde te doen.
Welke plannen de Duitschers koester
den die uit Oost-Pruisen, achter het ver
slagen Russische leger aan, het gouver
nement Suwalki binnengetrokken waren,
weten wij nieit. Maar uit de Russische be
richten blijkt, dat hun opmarsch eerst aan
de rivier de Njemen (of Memel) werd tot
staan gebracht. Er waren zelfs afdeelingen
over die rivier getrokken.
Ook in Oost-Galicië, in de buurt van
Stanislau, waar het teenage dagen geleden
er zoo ongunstig voor de Russen voor
stond, is door het aanrukken van krach
tige versterkingen een verandering inge
treden. Mogelijk keert ook daar het blaad
je om.
Maar laten wij niet op de gebeurtenis
sen vooruitloopen.
De beschieting der Dardanel
lenforten.
De nieuwe aanval op de Dardanellen
forten is niet zonder uitwerking gebleven.
De berichten uit Constantinopel, die in
zoover een voorbeeld van oorlogsbericht
geving zijn, dat zij onder bijna alle om
standigheden zegepralen van eigen troe
pen en nederlagen van den vijand weten
te melden, en een tfébAcIe aan den eersten
toegebracht even gemakkelijk tot een on
beduidend wapenfeit van den vijand we
ten te herleiden als zij de kunst verstaan,
een niets beteekenende krijgsverrichting
van den medestander tot een strategische
daad van beteekeniis op te blazen, zelfs
de berichten uit Constantinopel erkennen
nu, dat de Framsch-Engelsche vloot de
Dardanellen-forten aan den Europeeschen
ingang der beroemde zeeéngte ernstig
Ijeeft beschadigd.
Wat de berichten uit Berlijn aangaat,
deze bepalen zich tot de vermelding van
het feit, dat de vijand de vestingwerken
met tuschenpoozen heeft beschoten.
Volgens het bericht van de Engelsche
admiraliteit zijn 4 forten gebombardeerd
en alLe tot zwijgen gebracht. Voor de be
schieting werd gebruik gemaakt van
zwaar scheepsgeschut.
Toen deze operatie van uit zee voldoende
was voorbereid, zijn aan weerszijden van
den ingang der zeestraat troepen aan wal
gezet, en wel op den Aziatdschen oever bij
het stadje Koem Kaleh en op de punt van
heit schiereiland der Dardanellen (of
schiereiland van Gallipoli) bij Sedil Bahr.
Deze troepen, blijkbaar voorzien van veld
geschut, „voltooiden de vernieling der for
ten". Ook de kanonnen, die deze vesting
werken verdedigden, zijn, volgens het En
gelsche bericht, vernield.
Zijn deze mededeelingen niet overdre
ven, dan kan, gelijk de overzichtschrijver
van het „Vad." opmerkt, van deze krijgs-
onderneming, uitgevoerd op een der klas-
siekste plaatsen van de wereld (in het ge-
zich der ruïnen van Troje en nabij de
plaats, waar Xerxes zijn beroemden over
tocht over de zeeëngte deed) als een be
trekkelijk gemakkelijk behaald succes
worden beschouwd. Er vielen aan weers
zijden slechts enkele dooden en gekwetsten
en de schepen der vloot schijnen niet ge
leden te hebben van het vuur der forten.
De „Dacia" in beslag
genomen.
Een bericht van gisteren brengt de tij
ding, dat de „Dacia" door een Franschen
kruiser is opgebracht.
De „Dacia" dit ter herinnering is
het Duitsche schip, dat, in de Noord-Ame-
rikaansche haven Galvestone binnengeloo-
pen toen de oorlog uitbrak, door een Ame
rikaan werd gekocht, en, met katoen be
vracht, nu naar Hamburg op reis was,
waar het oorspronkelijk tehuis behoorde.
De verkoop wordt door Engeland als een
schijnverkoop aangezien, die, indien hij
als een bona fide-verkoop werd aanvaard,
het nemen van 's vijands koopvaardijsche
pen tot een fictie zou maken. In schijn ver
kocht aan een ander zouden zij dientenge
volge te midden van den zee-oorlog even
veilig de zee bevaren als een neutraal
schip.
Het opbrengen van de „Dacia" zal aan
leiding geven om de zaak voor een prijzen-
gerecht te brengen, ten einde een prin-
cipieele beslissing over deze wijze van doen
uit te lokken.
Japan's plannen.
Terwijl van Duitsche zijde uit aller
lei onder het opzicht van betrouwbaarheid
moeilijk te controLeeren bronnen alarmee-
rende berichten worden verspreid over oor
logszuchtige plannen, alsmede over mili
taire en maritieme toebereidselen van Ja
pan, komen van den kant d£r Triple En
tente met evenveel voorbehoud te melden
kalmeerende verklaringen, merkt de „Tijd"
op. Volgens een bericht uit Peking aan de
„Daily Telegraph" hebben de onderhande
lingen tusschen China en Japan een gun
stiger verloop dan verwacht werd. In de
bijeenkomsten beginnen, zoo heet het, de
wederzijdsche gevolmachtigden langzamer
hand zekere punten van overeenstemming
vast te stellen en allengs treden de begin
selen, waarvan de voorstellen uitgaan, aan
het licht. Na langdurige besprekingen is
men thans reeds tot het belangrijk resul
taat gekomen, dat de juistheid van China's
opvatting, volgens welke de vraagstukken
betreffende Sjantoeng en Kiaotsjau behoo-
ren tot een reeks van problemen, die alleen
bij het einde van den huidigen oorlog kun
nen worden opgelost, is erkend.
Voor China iets meer dan uitstel van
executie?....
He Russische „Rjetsj" weet nog iets an
ders mede te deelen. Dit blad verneemt n.l.
uit Tokio dat politieke kringen de regee
ring er op wijzen, hoe thans eindelijk het
tijdstip gekomen is om de Philippijnen van
Amerika te koopen. Daardoor zou de quaes-
tie der Japansche emigratie een oplossing
vinden. Amerika zou thans het plan van
Japan gemakkelijker inwilligen, wijl se
dert het verdwijnen van het Duitsche ko
loniaal gebied in Oost-Azië en in de Zuid
zee de Philippijnen voor Amerika haar
strategische beteekenis verloren hebben.
Zoodat dus de sluwe en machtige Japan
ners de onmiddellijke naburen wenschen
te worden van het Nederlandsche koloniale
rijk? Het is voorloopig te oordeelen naar
de wijze waarop de Amerikaansche staats
lieden van republikeinsche en van demo
cratische richting, alsmede de regeerings-
leden in den loop der laatste jaren zich
over Amerika's koloniaal bezit in 't verre
Oosten uitgelaten hebben niet te ver
wachten, dat een eventueel voorstel van
Japan tot aankoop van den Philippijnschen
archipel te Washington een gunstig ont
haal vinden zal. En of de Japanners er
een oorlog voor over zullen hebben?
Verschillende Oorlogs
berichten.
De Paus en de Polen. De Paus heeft
den overleden aartsbisschop van Posen-
Gnesen een brief geschreven, die hem ech
ter niet meer in leven heeft bereikt.
De Paus spreekt daarin zijn groote deel
neming uit over den treurigen toestand
van Polen ten gevolge van den oorlog. Hij
bidt God vurig, dat hij de bewoners van
Polen in bescherming neme, de woede van
den krijg verzachte en den onverhoopten
vrede en de schoone vruchten des vredes
terugschenke.
Hij vermaant de Poolsche bisschoppen
verder voor het heil hunner geloovigcn zorg
te dragen om de smarten te verzachten en
de ramp te bestrijden en sluit met zijn
apostolischen zegen voor de bisschoppen,
de geestelijkheid en de geloovigen van
Polen.
Nood leert... eten. Te Brakel zijn in
den laatsten tijd duizenden hectoliters
knolrapen voor Duitsche rekening gekocht;
het laatst besteedde men daarvoor f 2.25
per H L. In gewone tijden geldt dit pro-,
duet 60 40 ets. per H.L. Deze knollen
werden eerst naar Gorinchem vervoerd en
aldaar door vrouwen geschild, gesneden,
machinaal fijngemalen en gedroogd. liet
meel werd naar Duitschland verzonden.
Aardappelen. Volgens Korr. Norden
heeft de Pruisische minister van landbouw
en binnenlandsche zaken aan de regee-
ringspresidenten bevolen, dat meer dan
tot nu toe toezicht moet worden gehouden
op den kleinhandel in aardappelen. Tegen
den woeker in aardappelen moet krachtig
worden ingegrepen en de schuldigen moe
ten worden gestraft. Weldra is een groote
toevoer uit de Oostelijke provinciën te
verwachten. Er zijn reeds vele wagons be
steld. Men rekent op een belangrijke da
ling in de prijzen. In gezaghebbende krin
gen is men nog tegen beslaglegging op de
aardappelvoorraden. Men wil de verdere
ontwikkeling van den toestand afwachten.
Een Berlijnsch straattooneel. Bij het
keizerlijk paleis te Berlijn, rondom de
veroverde kanonen, zag ik Zondagmiddag
een zonderlinge groep, zoo vertelt iemand
in de „Vossische Zeitung". In het middel
punt van een dichten kring stond een
grijze, oude man van eerwaardig uiter
lijk, wiens lange witte haren van onder
een slappen hoed te voorschijn kwamen.
Met ver verstaanbare stem droeg hij een
gedicht voor een voordracht dus in de
FEUILLETON.
DE DUIKER.
•Robert en George waren ingesluimerd,
>™ijl zij elkaar omklemd hielden, om
beschermd te zijn tegen de ijzige
oude.
tDe vader had het gelaat naar,heit wes-
gewend en op het oogenblik, dat de
•wlitó Januarizon onderging sprak hij:
Wij zullen haar niet wederzien."
'Dan werd hij bevangen door de koude
Lij viel in een diepen slaap, van tijd
lijd onderbroken door het gevoel van
oude, die hem in merg en been drong.
•.Toen Robert wakker werd, was het
tods lang dag.
•George, waar zijt gij? sprak hij op
fakken toon.
Hier vader", antwoordde George.
En Robert zag, dat de araie knaap een
leelte zijner kleederem had uitgetrok-
in om er zijn vader mede te beschutten.
'J stond met moeite op en drukte zijn
rxjn aan het hart zonder zijn tranen te
Unnert bedwingen.
••Ween niet vader", sprak het kind.
1,0(1 aal ons redden."
Helaas, dat is onmogelijk."
•A°h vader, zeg niet, dat het onmoge-
ls' Hij, die ons de kracht heeft gege-
deze rots te bereiken, zal ons toch
wel een vaartuig kunnen sturen?"
vaartuig?... Ja, dat js de ©enige
8 tot behoud. Maar de kaas er op is
zwak."
„En waarom vader? Zae, terwijl ge
sliept heb ik een paal gegrepen, die hier
langs dreef. Ik heb haar boven op den
rots geplant, ik heb er mijn witten zak
doek aan bevestigd, en wij zullen gezien
worden."
„Arm kind!" sprak Robert. „Maar weet
ge dan niet, dat wij op de' Sorelles zijn,
de gevaarlijkste rotsen dezer zee. Alle
vaartuigen blijven op eeci afstand van der
tig mijlen van die klippen verwijderd.
Indien men de Sorelles ziet, ziet men den
dood, zeggen de Sicilianen. Het is als het
ware een vervloekte plaats, en alleen de
schipbreukelingen bevolken haar. Hoe
velen vóór ons zijn hier misschien omge
komen.
„Neen vader, neen, denk niet aan ster
ven", zoo onderbrak hem George; „men
aterft niet, wanneer men moed heeft; dat
hebt u mij dikwijls gezegd, en ik heb moed,
dat zult u zien."
„En de goede jongen keek Robert aan
met zulk een kalmen en vasten blik, dat
de ongelukkige vader weder hoop op le
ven kx-eeg. Voor de eerste maal sedert de
schipbreyk der „Aveinger" zag Robert de
ijselijke werkelijkheid in de oogen.
„Zij was vreeselijk.
„De rots waartegen het fregat gestuit
was, was bijna geheel verborgen ouder
het water, en de twee punten, waaraan
hij zijn naam ontleende boden alleen ©en
toevlucht tegen de golven.
„De hoogste punt, die, waarop de
schipbreukelingen toefden, was boven
aan plat.
„De rots was geheel kaal, en de ongo-
hikkigen, die door de zee er op gewox-pen
waren, hadden niets om hun leven te
rekken.
„George deed echter een gelukkige" ont
dekking.
•Op de uiterate punt ,was in de rots een
put, waarin regenwater stond.
„De plaag, die het spoedigst had kun
nen kwellen, was dus niet meer te duch
ten. Van dorst zouden de ongelukkig en
niet omkomen. Maar de voorraad was
niet bijzonder groot. Zij moesten zuinig
zijn op dien schat, kostbaarder dan al de
schatten welke de „Avanger" had doen
verloren gaan en Robert plaatste zich bij
de gezegende plaats, opdat ieder op zijn
beunt zou drinken.
„De twee Ieren dronken stevig rhum,
welke een hunner aan den gordel had
hangen.
„De dood wachtte hen en om hem niet
te zien komen, bedronken zij zich.
„Robert -en George kregen pijn in de
oogen van het turen, of er soms geen
vaartuig in het gezicht was.
„Doch aan den horizont vereenigde de
zee zich met de door den wind voortge
jaagde wolken.
„Somtijds vloog een zeevogel langs de
rotsen en deed dan een akelig gekrijsch
hooren, en verdween dan weder aan den
blik.
„Zoo ging de dag voorbij.
„De zon ging in het Westen onder, en
Robert wendde zich om, oan haar nog
eenmaal te zien.
„Eensklaps stond hij op en stiet een
kreet uit.
„Er was op nauwelijks twee mijlen af-
stands een schip zichtbaar. Het had alle
zeilen op
„Bet had zeker het signaal van Geoi'ge
bemerkt, want het scheen de rotsen te
naderen.
„Weldra zag Robert een boot losmaken.
„Binnen het half uur was deze bij hen,
en men riep hun in het Engelsch toe zich
in het water te werpen.
„Zij konden de rotsen niet naderen.
„De vreugde geeft krachten; niet een
der schipbreukelingen aarzelde.
„Binnen eenige minuten hadden zij de
boot bereikt; maar zij waren nog slechts
met him drieën.
„De zee had nog een laa/tste slachtoffer
verzwolgen; uitgeput van vermoeienis,
was een der Iersche matrozen verdron
ken.
„Het schip werd bevaren door acht lie
den, die een zeer vreemd gelaat en vreem
de manieren hadden.
„Op het eerste gezicht 7x>u men hen
voor Siciliaansche visschers gehouden heb
ben; maar bij nader inzien moest men toch
die meaning opgeven.
„Onder hen was een man van groote
gestalte. Hij sprak met hen een vreemde
taal en scheen te twisten.
„De schipbreukelingen waren zoo uit
geput aan boord gekomen, dat zij zich op
het dek hadden uitgestrekt, zij waren meer
dood dan levend.
„Eensklaps begon de man, waarover wij
het daareven hadden, hen in het Engelsch
te ondervragen.
„Robert had niet meer de kracht te
antwoorden. Zijn zoon nam op zich in
eenige woorden de schipbreuk van de
Aven-gei1" te verhalen.
„Wat deedt ge aan booi'd?" vroeg de man
hem ruw en kortaf, „gij en de twee unde-
ren, die het naar mijn meening ook niet
lang meer zullen maken?"
„Deze is nfatroos", zoo sprak George
op deiFTer wijzend, „ik was werktuig
kundige onder toezicht mijns vaders, dien
gij met mij gered hebt."
„Ha, ha! twee werktuigkundigen en een
matroos! Dat is een buitenkansje voor
ons!" riep de onbekende uit.
,,En hij sprak nu zijn lieden in een
vreemde taal toe.
„Zijn gebaren bewezen, dat hij hun ver
haalde, wat zooeven Geoxge verteld had,
en zijn verklaring scheen de lieden te be
vredigen.
„Robert werd ongerust; hij richtte zich
half op.
„Hij meende dan te bespeuren, dat de
oogen van den gezagvoerder op hem ge
richt waren. Hij zag ze schitteren. Maar
's mans trekken kon hij niet onderschei
den.
„De onbekende beschouwde liem met
aandacht, alsof hij trachtte hem te her
kennen.
„Robert, wiens haar tegen de siapen
geplakt was, en wiens gelaat blauw was
door koude, geleek meer op een drenke
ling dan op een levend mensch, en de
gezagvoerder scheen te aarzelen.
„Eensklaps barstte hij in een schater
lach uit, en Robert hoorde de woorden,
die hem in de ooren klonken als het laat
ste oordeel
„Hoe, mijnheer Robert, vind ik u in de
zen hoklagenswaardigen toestand!"
Tegelijkertijd wierp hij zijn lioofdkap op
den rug en Robert herkende het veorzin-
wekkénd gelaat van.... Morgan
(Wordt vervolgd.)