25 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG. No. 1634 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering m het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/» cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DONDERDAG FEBRUARI. 1915. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cont Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handel8-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Een tastbaar geval. Met gesloten deuren is voor de Recht bank te Groningen behandeld de zaak te gen een zestienjarige, die blijkbaar onder den invloed van een, door hem bijgewoon de bioscoop-voorstelling op 8 December 1914 inbraak heeft gepleegd, en brand ge slicht, om die te bemantelen, en op 12 De cember heeft willen inbreken, en toen hij daarin verhinderd werd, een moordaan slag heeft begaan. Het O. M. eischte, ter zake van de eerste twee tenlasteleggingen de beschikbaarstel ling, zonder toepassing van straf, en ter zake van het laatste feit beschikbaarstel ling en 5 jaar gevangenisstraf. Ziehier een tastbaar geval ter kenschet sing van het bioscoopgevaar. Ongetwijfeld zijn meerdere malen ver keerde daden veroorzaakt, hartstoch ten geprikkeld, euveldaden beraamd of be gaan door den invloed van afkeurens waardige filmvoorstellingen. De drijfveer in deze valt niet altijd met juistheid aan te wijden, zoodat boven staand geval bijzondere aandacht verdient, 't Moge al een zeer verregaand geval we zen. Maar moeten we wachten tot er meer zoo komen alvorens in te grijpen? Gelukkig, er wordt ingegrepen, thans ook in deze stad. Juist dezer dagen ver meldden we de samenstelling der gemeen telijke commissie, die de films zal contro leeren. Nuttig werk vindt zij te doen. We zeggen zulks niet, wijl we den hier arbeidenden bioscoopdirecties een blijk van wantrouwen willen geven, maar omdat we weten, hoe roekeloos de films soms worden samengesteld. De fabrikanten ook hierbij de goeden niet te na gesproken zoeken naar pakkende histories en wijl deze slechts bij wijze van partomine wor den gegeven moet duidelijkheidshalve naar grofheid van voorstelling worden ge streeld. En dit drijft tot uitersten. Wijl de commissie behalve het afkeuren van geheele films ook stukken kan doen wegknippen elders gaat -t evenzoo heeft zij 't in haar macht, de haar toever trouwde belangen met beleid te dienen. Met boven gegeven tastbaar voorbeeld voor oogen, juichen wij haar optreden toe en koesteren we er goede verwachtingen V Hoog tijd. Naar aanleiding van een klacht van ver schillende winkeliers over de maximum prijzen, die thans voor den kleinhandel nog lager zijn dan die, waarvoor de groothan del de waren wil of kan leveren, hebben B. en W. van Deventer zich tot den minister van Landbouw gewend, met verzoek, dien aangaande maatregelen te nemen. Moge aan het verzoek van het Deventer Dagejijksch Bestuur door de Regeering volle aandacht worden geschonken. 't Wordt hoog tijd, dat de wetgever nu ook eens wat gaat doen ten voordeeie van den middenstand, die ook nu weer de zwaarst-getroffene is. In het adres staat, dat de maximum-, prijzen thans voor den kleinhandel nog lager zijn dan die, waarvoor de groothan del de waren wil of kan leveren. D a t i s zeer juist gezegd. Een derge lijke klacht hebben wij ook van Leidsche winkeliers vernomen. Droevig doen ook in deze zinsnede aan de woorden: „wil of kan leveren". Helaas, zijn er in den groothan del personen, die uitgaan van het systeem „handel is handel" en den grootst moge lijken prijs uit de reeds berooide beurs van den middenstand trachten te knijpen. Dat beginsel „handel is handel" zou men zelfs den brutaalsten diefstal, den schandelijk sten rooftocht kunnen goed praten. Aan de Regeering de taak om dien han delaars aan den lijve te laten voelen, dat ook de handel is gebonden aan plichten ten opzichte van de afzonderlijke indivi duen en van de maatschappij. Dat de Regeering zich niet langer maar al te veel laten omknelle door haar klaar blijkelijke voorkeur voor de „vrijheid" door haar liberale vrijheidsidee betreffen de den handel. De vrijheid voor de grooten is de slavernij voor de kleinen! Schepen vergaan. Van het oorlogs- tooneel weinig nieuws. Van hel Westelijk Oorlogs terrein. Officieel wordt uit het Duiitsche hoofd kwartier gemeld: In de streek van Perthfes (Champagne) deden de Franschen gisternamiddag een aanval met twee infanterie-djivilsies. Op verschil lende plaatsen ontstonden verbit terde gevechten man tegen man, die ten onzen gunste beslist werden. De vijand werd met zware verliezen in zijn stel li n« gen teruggeworpen. In de Vogezen gingen onze aanvallen tegen Sulzern en Ampfersbach, ten wes ten van Stossweier, vooruit. In de gevech ten van de laatste dagen namen wij 500 Franschen gevangen. Overigens is niets bijzonders gebeurd. Het Fransche communiqué meldt: Niets bijzonders behoudens eenige wel geslaagde bewegingen van onze troepen tegen Auberin aan de Suippes en her nieuwd terrein winnen ten noorden van Perthes. Van het Oostelijk Oorlogs- ierrein. Officieel wordit uit hat Duitsche hoofd kwartier gemeld: Een nieuwe vijandelijke uitval uit Grod no werd zonder moeite afgeslagen. Ten Zuid-Oosten van Augustowo slaagden gis teren de Russen er in op twee plaatsen over de Bobr vooruit te komen, Bij Szta- bin werd de vijand teruggeslagen. In de omstreken van Krasnybor duurt de strijd nog voort. Bij Praznysz vielen 1200 gevangenen en twee kanonnen in onze handen. Ten Oosten van Skierniwietsj werd een Russisohe nachtaanval afgeslagen. Uit Weenen wordt officieel gemeld: Aan het Poolsch-Galicische front is het, afgezien van enkele levendige artillerie gevechten en schermutselingen, grooten- deels rustig. De toestand dn de Karpathen is over het algemeen dezelfde gebleven. In de gevechten van gisteren aan den bovenloop van de San hebben wij. een hoogte stormenderhand genomen en vijf officieren en 198 man krijgsgevangen ge maakt. Ten noorden van den pas van Volomec deed de vijand, gebruik makend van de zware sneeuwjacht, een hardnekkigen aanval op door onze troepen bezette stel lingen. De aanval werd met zware verlie zen aan de zijde van den vijand afgesla gen. Driehonderd Russen werden gevan gen genomen. De gevechten ten Zuiden van de Dn jes ter nemen nog steeds in omvang en uitge breidheid toe. Schepen vergaan. De Engalsche Admiraliteit kondigt aan, dat de hulpkruiser „Clanmac Naughten", die sedert 3 Februari vermist werd, naar men vreest, in den storm is verloren ge gaan. Een wrak is gevonden. De visscberspink „Gratia" landde gis teren te Ramsgate, veertien kop van de bemanning van het stoomschip „Oakley, dat eergisteren werd getorpedeerd ten Z.O. van Rye. De le machinist zeide, dat hij den peris coop van een duikboot had gezien. Een gedeelte van de bemanning landde te Dover. De „Oakley zonk gistermorgen op de hoogte van Folkestone, terwijl het 6chip naar Dover werd gesleept. Het „Aftonbladet" te Stockholm, ver neemt volgens de ..Korr. Norden" uit Gö- teborg, dat kapitein Gran van de „Hem- land", die Zondag uit Sunderland aan kwam, meldde, dat een Engelsch stoom schip door een Duitsche duikboot in de Noordzee werd getorpedeerd. Dit feit werd waargenomen door de Götehorger „Pa- trik", die van Sunderland naar Argentinië vertrok en door loodsen der „Patrik" aan den kapitein van de „Hemland" medege deeld. Men had gezien, dat een geweldige ontploffing had plaats gehad op een stoomschip, dat zich op een afstand van een paar zeemijlen bevond. Daar zich verscheidene stoomschepen tot hulpverleenilng in de nabijheid bevon den, behoefde de „Patrik" geen hulp te verstrekken. Men zag dat het door de Duitsche duikboot getroffen stoomschip een" Engelsch schip was. Daar de naam van het schip en de datum van de torpedeering ontbreken is het niet duidelijk of men hier met een nieuw ge val heeft te doen, of met een reeds bekend. Aangezien 't bericht uit Göfceborg komt, is echter de mogelijkheid niet uitgesloten, dat men hier te doen heeft met het schip, waaromtrent het „Göteborg Aftonbladet" meldde, dat het met een militair transport is gezonken. De Noorsche cosnul-generaal te Londen seinde d.d. 23 Februari aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken in Noorwegen: Het stoomschip „Regin" uit Christiania, is hedenmorgen bij Duins in de lucht ge vlogen. De bemanning is aan boord van een Engelsch oorlogsschip gegaan, te Do ver aan land gezet en vandaar naar Lon den overgebracht. Naar gemeld wordt is het Amerikaansche stoomschip „Carib" op een mijn geloopen in de Noordzee en gezonken bij de Duitsche kust De „Carib" had 4600 balen katoen aan boord. Roemenië en de oorlog. De rector der universiteit te Boekarest, Jasay, een bekend liberaal politicus, schrijft in een verhandeling over Roemenijj en den Europeeschen oorlog: „Nu Frank rijk en Engeland zich ter verdediging hun ner belangen in den strijd tegen Duilsch- land met Rusland hebben verbonden, zal hun rol in de wereldgeschiedenis zijn als die van Boötie en Thessalië, toen deze zich aansloten bij het rijk van Xerxes. Van een Europeesch standpunt be schouwd is het onverschillig of Engeland alleen de opperheerschappij ter zee heeft dan wel of het die met Duitschland moet deelen en eveneens of Elzas-Lotharingen bij Frankrijk of Duitschland behoort. Het is echter niet hetzelfde voor Europa of het voor tientallen van jaren onder heerschap pij der kozakken geraakt. In Roemenië zijn angstige gemoederen, die bereid zouden zijn van Bessarabië af te zien. In de eerste plaats echter moet Roe menië zijn plicht jegens zichzelf vervullen. Zwaarwichtige redenen van economischen en financieelen aard en niet alleen politieke maken, dat voor Roemenië alleen een strijd aan de zijde der centrale mogendhe den mogelijk is. Wanneer ons nationaal belang solidair is met de belangen der wereldgeschiedenis, dan zou het gelijk staan met zelfmoord, wanneer men deze redenen veronacht zaamde. De toestand in China. In de „Deutsche Tages Ztg." schrijft de bekende graaf Reventlow over den toe stand in China: „Ongeveer 5 jaar geleden schreef de Amerikaan Homer Lea dat een van de hoofdfouten der Engelsche politiek daarin bestond, dat zij niet consequent naar de versterking van het Chineesche rijk heeft gestreefd. Met het oog op Indië en om vele andere oorzaken achtte hij het een levens- behoefte voor de positie van Engeland in Oost-Azië om aldaar een betrouwbaren en voldoend sterken vriend op het Continent te hebben. Deze opmerking getuigde weer voor den eigenaardigen scherpen blik van Lea. Engeland begint thans de vruchten te oogsten van de politiek, welke voor het toenmalige doel: de verdringing van Rus land uit China weliswaar de juiste was, doch een groot gevaar in zich sloot omdat ze Japan ongeveer in denzelfden toestand tegenover het Oost-Aziatisch continent bracht als Engeland indertijd na den slag van Trafalgar en de vernietiging van Na poleon's macht innam. Doch met dit ééne groote onderscheid, dat de Europeesche mogendheden op hun verhaal konden ko men, terwijl China voor en na inwendig verdeeld bleef en in zijn onmacht voor Ja pan een prachtigen buit opleverde. Nu is er in de laatste dagen uit China bericht gekomen dat men er ijverig bezig is met het vormen van legers, dat men er den alge- meenen dienstplicht wil invoeren en vol gloeiende verontwaardiging spreekt over de Japansche eischen. Dat is alles goed en wel, doch men moet voor oogen houden dat dergelijke gevoelens en plannen de Ja panners geen enkel oogenblik zullen terug houden van een gewelddadige tenuitvoer legging hunner plannen. Reeds tientallen van jaren zijn er in China leger- en vloot- plannen uitgewerkt. Doch daarmee kan men thans evenmin als vroeger veldslagen winnen, noch de souvereiniteit en integri teit van China waarborgen. Men mag aan nemen dat Japan tot nader order in vorm en woord de Chineesche integriteit en sou vereiniteit voor onaantastbaar zal verkla ren. Doch precies zoo is het gegaan, toen indertijd Japan de onafhankelijkheid van Korea proclameerde op hetzelfde oogenblik waarop het dit land zijn onafhankelijkheid metterdaad afnam. Het gaat er mee als met de zoogenaamde „open deur": de mogend heid, die omtrent een of ander land de „open deur" plechtig proclameert, wil daar mee inderdaad zeggen dat van nu af die deur voor haar alleen „open" zal zijn, doch allen anderen voor de neus is dichtgesla gen. De Chineesche presidPTit, TnonnsiiVai is verstandig genoeg, om te weten, dat tegen Japan niet opgewa» i.-. dat China tegenover Japan hulpeloozer is dan ooit, omdat er thans geen enkele Europee sche mogendheid op diplomatiek gebied te gen Japan kan worden uitgespeeld. Hoe Joeansjikai zich in bijzondere gevallen zal gedragen, zal nog te bezien staan. Hij kent Japan en de Japansche methoden heel pre cies, hij weet, dat de Chineesche revolutio naire beweging, waardoor China in tweeën moest worden gescheurd, te wijten was aan ophitsing en ondersteuning van Japan. Indien het werkelijk mogelijk ware in af- zienbaren tijd een strijdvaardig geregeld leger te scheppen, indien de krachten daar toe voorhanden waren, dan zou Joeansjikai ongetwijfeld niet aarzelen er een begin met» te maken. Of Japan echter dergelijke be moeiingen zou toestaan, indien de Japan sche staatslieden mochten bemerken, dat er met ernst en met succes werd gewerkt, i zeer twijfelachtig. Nu heet het, dat in Rusland en Enge land een stijgende ongerustheid heersoht wegens de Japansche eischen. Voor deze mogendheden zal het slechts mogelijk zijn hunne positie in het verre Oosten te her winnen, als zij in dezen Europeeschen oor log zegevieren. Iedere nederlaag, die zij in Europa lijden, doet deze kans dalen. Hn» langer de oorlog duurt des te grooter zal ook wel de ongerustheid der vijanden van Duitschland worden ten opzichte van hun Japanschen bondgenoot." Verschillende Oorlogs berichten. De couranten en de oorlog. Volgens de Duitsche postcourantenlijst hebben 864 cou ranten sedert het begin van den oorlog op gehouden te verschijnen. Zeppelins boven Brugge. Maandag nacht te kwart vóór één trokken twee Zep pelins over Brugge in de richting naar de kust. Te 3 uur kwamen ze weer. Drie Duitsche vliegmachines neergeschO' ten. Dezer dagen, aldus wordt aan de „Tijd" gemeld, heeft de Duitscho luchtvloot te Ghistelles een ernstigen tegenslag gele den, waarvan ik, door de vertraging van FEUILLETON. DE DUIKER. „Robert was op de knieën gevallen, en Georg was toegesneld, toen hij de klach ten zijns vaders hoorde. Hij wierp zich cp zijn moeder en overdekte haar met kussen. „Zij had nog de kracht beiden een hand te reiken. Dan nog eenige stuipachtige trekken, een diep zucht, en alles was ge daan. „Ellen was dood. ..Do wanhoop van Robert was onbe schrijfelijk. De grootste smart is sitom. „Hij wilde, dat Ellen zou rusten op het kerkhof te Whitest able. En hij had dén moed haar Lichaam naar Engeland over te brengen, om het daar de laatste eer te bewijzen. ..Te Parijs teruggekomen en. door smart gebroken, vond hij zijn geheele kapitaal ten gronde gegaan. „John Slough, die gedurende Roberts afwezigheid met de geldzaken was belast geweest, had nauwelijks iets ervan kun nen redden. „Robert was er voornamelijk op gesteld de woning te Whitest able, waar Ellen ge boren was, en het huis in Frankrijk, waar z'j overleden was, te behouden. ..Hij besteedde zijn laatste geld aan deze twee eigendommen, en voorioopig bleef "ij t« Mon/tinartre wonen. ;><Hij schepte er een zeker behagen in *«1 lo omringen met smartelijke herinne- - n hij a«u wel hebben willen ster- iai cU» f „Slechts zijn zoon bond hem nog aan het leven. „George zou weldra zestien jaar oud zijn. Hij had zijn studiën geëindigd en legde een bijzondere geschiktheid voor hoogere wetenschappen aan den dag. „Hij was een groote en 6ohoone jonge ling, wiens trekken sprekend op die van Ellen geleken. „De dood zijner moeder had op zijn ka rakter den stempel der droefgeestigheid gedrukt, welke zich nooit verloochende; maar hij had een ijzeren wil en standvas tig karakter en was vol edelmoedigheid. „De tijd was gekomen om aan zijn toe komst te denken, en hij moest zdoh dus een loopbaan uitkiezen. „Robert zelf gevoelde de noodzakelijk heid van werken, om zijn geldzaken we der wat op te beuren. „Na de nederlaag, die hij in Frankrijk geleden had, kon alleen Engeland hem r.og eenig geluk bieden. „Hij had aan zijn vroegere studiën een twintigjarige ondervinding gepaard, en hij zou dus gemakkelijk een betrekking kunnen vinden in een land, waar de in dustrie in den hoogsten bloei verkeerde. „Hij wrilde daarenboven be Londen de opvoeding van Georg voltooien. Hij wilde zijn zoon ook in zijn zaken nemen. „Hij besloot dus Parijs te verlaten; maar toen hij uit dat huis moest gaan, waar zijn dierbaarste herinneringen ach terbleven, wilde hij niet, dat het onthei ligd zou worden door vreemdelingen. „De kamer van Ellen bleef, gelijk zij was op haar sterfdag. „Robert liet er de meubelen, waarvan zijn vreuw zich bediend had; hij sloot al les af en verliet met Georg de woning, die nu op een graf geleek, om naar Engeland te vertrekken. „De getrouwe Slough vergezelde hen; Robert Liet dus in Frankrijk niemand ach ter, die hem dierbaar was, en hij besloot er niet terug te komen dan om bezoeken te brengen aan de hem heilige relieken van Montmartre. „Hij had het koffertje, waarin Ellen het bewijs van Diego's misdaad had gesloten, niet willen openen. „Hij zelf twijfelde nog aan de mogelijk heid van zulk een slechtheid, en hij vond het beter geen zeker bewijs te hebben. „Hij hoopte daarenboven, dat hij nooit meer Diego zou ontmoeten. „De toekomst zou hem helaas nog meer droefheid baren. „De eerste jaren, die op zijn terugkomst te Wh.itesrt.ahle volgden, gingen zonder bijzondere voorvallen voorbij. „Hij had weder bezit genomen van de vroegere woning, en door spaarzaamheid kon hij voldoen aan de eischen, welke het verblijf van George in Londen stelde; deze zette daar zijne studiën voor ingenieur door. Met de vroegere werklieden van Dis ney ondernam Robert eenige onderzeesche werken. „Het kostte hem geen moeite zijn vroe ger beroep weder uit te oefenen, en hij schepte zelfs eenig behagen in de moei lijkheden van het vak zijner jeugd. „George scheen er ook pleizier in te krijgen, en meer dan eens nam zijn vader hem, wanneer hij somtijds te Whitestable kwam, mode op zijn onderzeesche tochten. „De jonge man toonde zJoh moedig en leerzaam, en alle oude duikers hielden van hem; maar Robert wilde hert leven van zijn zoon niet in gevaar brengen door hem hert beroep vain duiker aan te "prijzen. „Hij begeerde een andere toekomst voor George, en hij hoopte, ook terzelfder tijd niet van hem gescheiden te worden. „Zijn studies en zijn ondervinding stel den hem in staat het beroep van tuigkundig ingenieur uit te oefenen. Dat was in dien tijd nog zulk -ewr nwkau baantje niert in Engeland. Om niet van de spoorwegen te so reken. die. hun ijzeren net over het geheele koninkrijk begonnen uit te spreiden, had de stoomschcepvaart ook een ontzaglijke vlucht genomen. „De marine had zelfs een korps van werktuigkundige ingenieurs opgericht, aan wie zij een séhoone toekomst beloofde. „George toonde veel lust in de zeevaart, en Robert had immer van de zee ge houden. „Hij zocht voor zijn zoon en voor zich zeiven plaatsing, en dank zij den ouden vrienden van Thomas Disney kreeg hij een betrekking van ingenieur op een fregat, mot toestemming George als eersten werk tuigkundige mede te nemen.. „De jonge man, diet juist de school had verlaten, was buiten zich zeiven van vreugde. „Hert schip had den naam van „Aven ger" en het wachtte te Portsmouth op be vel om zich met h ert ask ader der Middel- landsche Zee te vereenigen. „De toebereidselen waren spoedig ge maakt. Robert had gedurende geruimen tijd den ouden Slough iri de woning te White- stable laten wonen; Hij bel: kun mot het toezicht er over alsook met de zorg over het huis te Parijs. „Achrt dagen na hun benoeming waren vader en zoon hun nieuw beroep ingegaan, en het fregat verliet Spithead op een schoonen lenteochtend, die aan hot eiland Wight het aanzien gaf van een zuidelijk land. „Terwijl hij weider Engeland verliet, moest Robert denken aan dien dag, waar op hij, twintig jaar geleden, de witte kus ten van Dover zich aan zijn blik zag ont trekken. „Alles, wat hij toen beminde, had God weggenomen, en met het aangeboden kind, dart hem overbleef, ging hij nu nogmaals het geluk dezer wereld beproeven. „Hot stond gelijk met he.t ongeluk tar ten. Het ongeluk liet niét op zich wach ten. „De „Avenger" was een stoomschip, dat - verscheidene jaren geleden volgens oud systeem gebouwd en nu versleten was door de menigvuldige reizen, welke het reeds gemaakt had. „Robert bemerkte aanstonds, dat het sleoht liep, en hij moeat telkens de machi ne herstellen. „Hij kweet zich echter uitstékend van zijn moeielijken plicht, en de kunde van zijn zoon werd bijzonder op prijs gesteld door don commandant, een ouden en ta melijk knorrigen zeeman, die echter ge paaid werd door den goeden wil en do op geruimdheid van George. „Robert was er trotseh op, wanneer hij zag, dart zijn zoon bemind en gezocht werd door de jonge officieren. (Wordt volgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1