19
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANU,
1629
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZO NDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/* cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
VRIJDAG
FEBRUARI.
I9I5.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels -fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groots letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Ook reclasseering.
„Zaak opgeheven; eigenaar gemobili
seerd."
Zoo'n onrustbarend bericht verscheen al
eens in de kranten en we kunnen wel aan
nemen, dat menig gemobiliseerde er na
den oorlog wat zaak of betrekking betreft
er minder goed voor zal staan dan voor
been.
Mag dat lijdelijk aangezien worden?
Moeten we die menschen maar laten tob
ben tot ze weer op dezelfde hoogte als vroe
ger zijn gekomen of misschien nooit
meer komen?
Neen, ook in die richting moet wat voor
hen gedaan worden. Waar zooveel pogin
gen in 't werk worden gesteld om ontsla
gen gevangenen hun eerste nieuwe schre
den in de maatschappij te vergemakkelij
ken, daar mag zulks ook wel geschieden
voor naar huis gezonden gemobiliseerden,
die 'tnoodig hebben.
Dit laatste voegen we er nadrukkelijk
bij, want menigeen zal allicht trachten
van de potjes te trekken, noodig of niet,
onder voorwendsel: ik ben immers ook ge
mobiliseerd geweest.
Steun verleenen moet alleen geschieden
aan hen, die beslist door de mobilisatie in
mfndere conditie .zijn gekomen, terwijl al
lereerst dienen geholpen, die hun positie
of bestaan zijn kwijt geraakt.
Dezulken moeten goreclasseerd worden
en daar mag de natie, in wier belang zij
immers de wapenen aangordden, wel wat
voor over hebben.
't Best zou wezen, dat zich ook hiervoor
een commissie vormde er kan best nog
eert commissie bij! welke de zaak geor
ganiseerd aanpakt, liefst onder deskundige
voorlichting.
En laat dan de commissie weer ontbon
den worden zoodra de laatste der binnen
zekeren termijn ingekomen aanvragen is
afgewerkt, anders komt er geen eind aan.
in het permanent op de heen houden van
zwakkelingen, die de ex-mobilisatie als
De taak van het comité mag niet ontaarden
melkkoetje zouden gaan gebruiken.
handelsooriog ter zee is nog niet
men. Van het geheel©- oorlogs
terrein weinig nieuws. Do kabel
Brest—New-York is verbroken.
De handelsoorlog op zee.
Het Deensche. blad ,,Extrabladet" schrijft:
Hoezeer men ook in Engeland zich vroo-
lijk maakt over de Duitsche bedreiging,
zoo heeft .zij toch voor de overige wereld
groote beteekenis. Het heet nu, dat de
Duitschers geheel Engeland met mijnen
willen omgeven. Kan men de beheerschers
der zeeën meer bespotten? Als dat mogelijk
is, dan is de 18e Februari de laatste dag
geweest van Engelands wereldheerschap
pij. Men beproefde van Engelsche zijde het
gevaar te verminderen door het overschil
deren der schepen met de kleuren der neu
tralen. Maar tegenover mijnen helpt dat
niets.
Na de verklaring van de Duitsche admi
raliteit zal ook tegen onderzeebooten wei
nig helpen. Men moet erkennen, dat, in
dien de Duitschers een uithongeringsoorlog
tegen Engeland voeren, een krijgvoering,
welke Engelsche schepen met zulke lompe
listen laat doorglippen, belachelijk zou
zijn. Plet is een bekend feit, dat Engeland
de uithongeringsmethode begon. Nu volgt
Duitschland het denkbeeld na. Geen toe
gevendheid, maar slechts de machtsver
houdingen zullen nu over de overwinning
of den dood van Engeland beslissen. Ook
de nota van de' Noordsche staten kan daar
aan niets veranderen.
De ,,Voss. Ztg." verneemt uit Washing
ton:
Bij het begin van den oorlog werd door
de Anglophiele pers voorspeld, welke groo
te economische voordeelen de Ver. Staten
van den oorlog zouden hebben. Thans is
het de tijd van den oogst, waarin die voor
deelen worden behaald. Alle fabrieken heb
ben volop werk en de Amerikaansche han
delsscheepvaart zou gelegenheid hebben
.zich uit te breiden, en de beteekenis te her
krijgen, die zij voor den burgeroorlog be
zat. Zes maanden duurt nu echter de oor
log, en in het geheele land staat men voor
het vraagstuk der'werkloosheid, die wordt
te voorschijn geroepen door den oorlog, die
naar President Wilson mededeelde, de
vrachtprijzen tot op het tienvoudige van de
normale hoogte heeft opgevoerd; en Enge
lands opvatting van het zeerecht belem-
merLden handel van Amerika zelfs met de
neutrale landen.
De „Berliner Lokal-Anzeiger" verneemt
uit Kopenhagen: „Politiken" schrijft 17 Fe
bruari wij moeten het ons duidelijk voor
stellen, dat met morgen een nieuw risico
moment ontstaat. Wel is geen directe be
dreiging van de neutrale scheepvaart door
Duitschland te wachten, maar slechts een
waarschuwing tegen mogelijke dwalingen.
De „Deutsche Tages Ztg." ontvangt uit
Stockholm de mededeeling, dat volgens het
„Stockholmer Dagblad" de reederijen te
Gotenburg besloten hebben, een afwachten
de houding aan te nemen. Duitschlands be
dreiging om om Engeland zeemijnen te
leggen heeft de reeders' verontrust. Men
vermoedt dat Engeland alles zal doen om
een mijnvrij vaarwater te behouden.
De „Lokal-Anzeiger" schrijft:
Het Duitsche volk heeft vertrouwen, dat
zijn regeering heden zal beginnen, om den
oorlog met onderzeeërs met alle middelen
te voeren, die haar ten dienste staan, en
dat zij zich door geen protesten zal laten
afbrengen van den weg, dien zij insloeg.
Ook de vijand moet steeds meer tot bewust
zijn komen, dat hij met een machtigen en
onbevreesden tegenstander te doen heeft,
die vastbesloten is to overwinnen, wijl hij
overwinnen wil en moet.
Het Duitsche antwoord aan Amerika be
sprekend, zegt de „Tagliche Rundschau":
Engeland zal uit de door ons tot Amerika
gerichte nota, die den bijval van het geheele
Duitsche volk heeft, moeten erkennen, dat
het met zijn houding, in strijd met het vol
kenrecht, niet meer gebaat is, en dat zijn
terrorisme op Duitschland geen vat heeft.
De „Voss. Ztg." zegt: Achter de Duitsche
regeering staat vastbesloten het geheele
Duitsche volk, dat hoffelijkheid in den vorm
goedkeurt maar vastberadenheid in de uit
voering eischt.
Van het Westelijk Oorlogs
terrein.
Uit Calais wordt door den oorlogscor
respondent van de „Tijd" gemeld
Het vechten aan den Yser is nu wat min
der, dan het in de laatste dagen was.
Overigens hebben de bondgenooten zich
nabij Gisthelles vastgezet. Ale bijzonder
heid kan ik melden, dat hier 2 regimenten
Belgen zijn aangekomen, die voor het
grootste deel bestaan uit vrijwilligers, die
zich sedert Dec. en Januari hier bevinden.
Reeds heeft een deel hunner ten Oosten
van Yperen getoond, dat ze het vuur goed
kunnen verdragen niet alleen, doch dat
hun korte oefening geen afbreuk heeft
gedaan aan hun gevechtswaarde. Velen
van hen zijn uit de industriestreken.
Men gaf mij hier den raad, om zoo
spoedig mogelijk terug te keeren, daar
waarschijnlijk het scheepvaartverkeer
FolkestoneVlissingen wel voor korter of
langer tijd zal worden stilgelegd.
Ik zag hier binnen brengen Duitsch ge
schut, dat ter reparatie werd' opgezonden.
Eveneens zag «ik overblijfselen van Tau-
ben, welke naar midden-Frankrijk werden
gezonden. Plet aantal der gewonde en ge-
doode Duitschers in de laatste 5 dagen
wordt geschat op 4 5000. De vliegersaan-
val op Zeebrugge en omstreken heeft blijk
baar de verkeerswegen der Duitschers
nogal getroffen. Vele doodén en gewon
den lieten ze althans hij Westende liggen.
In Veurnc i3 weer het grootste gedeelte
der burgerbevolking teruggekeerd. Slechts
één dag was er ernstig gesproken van ver
trek van een deel der burgerij.
„Ons Vaderland", een Vlaamsch blad,
verschijnt nog an La Panne, evenals het
katholieke „Het Belgische' Volk".
De bedreiging der Duitschers tegen den
18en dezer, heeft hier geen hijster grooten
indruk gemaakt. Men denkt, dat de wan
hoop Duitschland nog wei verder van het
goede pad zal brengen. De vloot der ver
bondenen is met Londeiv. Tia trawlers, als
opsporingsbrigade, versterkt. Die kleine
stoomvaartuigen kunnen de onderzeeboo
ten nog al spoedig opsporen.
Het Fransche communiqué meldt:
Men bevestigt, dat de gelukkige aanval,
die de bondgenooten meester maakte van
twee liniën Duitsche loopgraven ten Noor
den van Atrecht en ten N.-W. van Roclin-
court, ernstige verliezen toebracht aan de
Duitschers. De bondgenooten maakten
zich meester van bommenwerpers ©n eenii-
ge honderden bommen.
In het dal van de Aisne en de omgeving
van Reims hadden artilleriegevechten
plaats, waar de Franschd batterijen voor
deelen behaalden.
In Champagne in de omgeving van
Perthes behielden de Franschen alle giste
ren en eergisteren veroverd terrein.
Tot de talrijke gevangenen, die op 10
en 17 Februari werden gemaakt, behooren
officieren en mannen van het 6e en 8e ac
tieve legerkorps en van het 7e en 10e re
serve-korps.
In de Argoimen handhaafden de Fran
schen hun overwinningen én het Bols de
la Grui-ie. Ten Zuiden van Fontaine aux
Charmes maakten zij eenige vorderingen
in de omgeving van Boureuilles op den
heuvel 263.
De overwinning tusschen de Argonnen
en de Maas, die den 17en 's avonds werd
gemeld, maakte de Franschen meester van
het bosch ten Zuiden van het Bois de
Cheppy.
De Franschen wonnen bovendien 400 M.
terrein ten Noorden van Malancourt en
evenveel terrein ten Zuiden van het Bois
de Forges.
In al dit veroverd gebied wisten zij zich
te handhaven.
Officieel wordt door het Duitsche hoofd
kwartier gemeld d. d. 18 Febr.:
De gisteren gemelde vijandelijke
aanvallen duren voort, doch met
weinig succes. Aan den straatweg Atrecht
Rijssel worden de gevechten om een klein
gedeelte onzer loopgraven, waarin de vij
and eergisteren binnendrong, nog voort
gezet.
Het aantal gevangenen, gisteren ten
N.O. van Reims gemaakt, blijkt grooter.
De Franschen leden ook zeer sterk bloedige
verliezen, en zagen van verdere aanval
len af.
In Champagne ten N. van Perthes wordt
nog gestreden. Ten Oosten daarvan zijn de
Franschen met zware verliezen terugge
slagen. Zij kunnen zich slechts handhaven
op enkele punten van onze voorste loop
graven.
Het gisteren gemelde aantal gevangenen
is tot 11 officieren en 785 man gestegen.
Een mislukking waren ook de aanvallen
op onze stellingen bij BourecullesVau-
quois, ten oosten van het Argonnenwoud
en ten westen van Verdun. De op 13 Fe
bruari door ons genomen hoogte 365 en het
plaatsje Norroy, ten N.O. van Pont-d-
Mousson, zijn door ons weder ontruimd,
nadat wij de Fransche versterkingen vol
komen vernield hadden.
Pogingen om die posities met geweld te
hernemen, werden door den vijand niet on
dernomen.
Op het westelijk oorlogstooneel is overi
gens niets bijzonders voorgevallen.
Van het Oostelijk Oorlogs
terrein.
Officieel wordt dd. 18 Febr. uit Weenen
gemeld:
Aan het Karpathenfront tot dicht bij
Wysjkof is de toestand in h©t algemeen
onveranderd. Ook gisteren is bijna overal
hardnekkig gestreden. Verschillende aan
vallen der Russen op de stellingen der
bondgenooten werden met. groote verliezen
aan de zijde van den vijand afgeslagen.
Hij verloor daarbij 320 man aan gevange
nen.
Doordat de Oostenrijkers Kolomea in
bezit hebben genomen, is voor de Russen
een belangrijk steunpunt in Galicië ten
zuiden van den Dniester te loor gegaan.
Het optreden van vijandelijke versterkin
gen uit de richting van Stanislav Jeidde
opnieuw tot groote gevechten ten noor
den van Nadworna en ten noordwesten
van Kolomea. Deze gevechten duren nog
voort.
In de Boekowina is de vijand terugge
slagen over de Proeth. Tsjernowitsj is
gistermiddag door onze troepen bezet. De
Russen trokken af in de richting van
Nowosielica.
In Russisch-Polen en West-Galieië heb
ben alleen artillerie-gevechten en scher
mutselingen plaats gehad.
Officieel wordt door het Duitsche hoofd
kwartier gemeld:
Bij Tauroggen en in het gebied ten N.W.
van Rodno duren de vervolgingsgevech
ten met den vijand nog voort.
De bij Kolno verslagen vijandelijke co
lonne werd ten N. van Lemza door ver-
sche troepen opgenomen. De vijand werd
herhaaldelijk aangevallen. De gevechten
bij Prozk en Rashion zijn ter onzen gun
ste beslist.
Tot nog toe werden daar 3000 Russen
gevangen genomen.
Uit Polen, ten zuiden van den Weichsel,
is niets nieuws te melden.
De resultaten van de gevechten aan do
grens van Oost-Pruisen zijn: gevangen
genomen werden 64,000 man; 71 kanonnen
en meer dan 100 mitrailleurs, drie lazaret-
treinen, vliegtuigen, meer dan 150 gevulde
ammunitiewagens, schijnwerpers, een
groot aantal beladen en bespand© voer
tuigen enz. werden bult gemaakt. En
waarschijnlijk zullen deze opgaven nog
wel verhoogd worden.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Z. H. de Paus en Z.Em. Kardinaal Mer-
cier. Door den Romcinschen correspon
dent van de „Morningpost" wordt aan dit
blad, naar het „Hbld." uit Londen ver
neemt, geseind, dat het Vaticaan een pro
test bij de Duitsche regeering heeft, inge
diend tegen de behandeling, Z.Em. Kardi
naal Mercier aangedaan, en dat het voort
gaat te protesteeren tegen de beperkingen
zijner vrijheid. De „Morningpost" is een
Engelsch blad. Dus....
Een nieuwe „Kulturkampf" in 't zicht?
In zijn vastenbrief geeft Z.Em. kardinaal
Von Bettinger, aartsbisschop van München,
uiting aan zijn vrees voor een nieuwe ver
volging der katholieken in Duitschland na
den oorlog. „Laten wij", zegt hij, „niet ge-
looven, dat na een roemvolle overwinning,
die aan ons vaderland nieuwen bloei verze
kert, ook voor de Strijdende Kerk de tijd
van strijd voorbij is. Wij weten, dat vele
edelgezinde mannen en vrouwen, die niet op
ons geloofsstandpunt staan, ons van harte
zulk een vrede zouden gunnen en dezen
gaarne met woord en daad zouden willen
verzekeren. Doch van maar al te veel zijden
is voor den tijd na den oorlog aan den gods
dienst en in het bijzonder aan de Katholiek©
Kerk al te duidelijk een nieuwe strijd aan
gekondigd, die de geloovigen van de Kerk
afvallig moet maken, priesters en volk
van elkander scheiden en alom de kudde
van Christus uiteenjagen moet." Mochten
echter Rusland en Frankrijk zegevieren,
dan ziet de kardinaal een nog veel erger
toestand voor de Kerk tegemoet.
Japan en China. De talrijke krasse
eischen, door Japan aan China gesteld,
hebben reeds geleid tot een ministerieele
crisis te Peking. De minister van buiten-
landsche zaken, Soen Petsji, is afgetre
den. Waarschijnlijk wordt de voormalige
minister-president Loe-tsjoeng-sjang zijn
opvolger.
Aardappelemiood. Te Dortmund heb
ben deze week de groothandelaars in aard
appelen in Duitschland vergaderd om over
het aardappelenverbruik te spreken. Daar
bij bleek dat de voorraad aardappelen 7
millioen ton minder bedraagt dan in het
vorige jaar. Het is noodzakelijk om zooveel
mogelijk varkens te slachten, daar deze
FEUILLETON.
DE DUIKER.
„Dit laatste bewijs scheen doorslaand
"voor Robert. Zijn hart was verlicht, en hij
geloofde volkomen aan de onschuld van
zijn schoonbroeder.
„Het was donker geworden. Robert
hield nog immer tusschen zijn bevende
vingers het bewuste kistje, en hij had er
nog niet aan gedacht, wat hij er mede
zou doen.
„De eerste gedachte, welke bij hem op
kwam, was, het aan de justitie te bren
gen; maar dan dacht hij aan al 'den last,
welke hij zich daardoor .zou berokkenen.
„Was hij wel zeker van de richting, wel
ke de vervolging zou inslaan, en moest hij
de oorzaak zijn, dat Diego beschuldigd
werd?
„Robert besloot te zwijgen.
„Het goud dat de bebloede handen van
den moordenaar hadden aangeraakt,
deed hem huiveren.
„Zijn eerste beweging was het ver van
zich te werpen, maar hij bedacht zich en
legde de doos onder den steen, zoodat al
les weder lag als voorheen.
„Hij had bij .zieh zelven gezegd, dat de
schuldige wie hij ook was, terug .zou ko-
mea naar die plaats, om te zien of de
schat er nog was, en dat men de plaats
dus'moest bewaken.
„Het testament had hij bewaard; hij
ad dus niet te vreezen, dat de moorde
er het zou vernietigen; maar hij wilde er
geen gebruik van maken, uit vrees het
wantrouwen van de justitie weder op te
wekken.
„Hij dacht, dat het beter was te wach
ten, om volgens omstandigheden te kun
nen handelen, en zelfs van de ontdekking
niet tot Ellen te spreken.
„Robert kwam thuis en deed moeite om
niets te laten bemerken.
„Er was juist een brief van Diego ge
komen.
„Hij was te Parijs verzonden en bericht
te, dat de zaken in Engeland afgehandeld
waren, en dat hij reeds in Provence zou
teruggekomen zijn, indien zijn oom niet
plotseling was overgekomen.
„Die oom, die voor Diego gezorgd had
in diens kindsheid, had besloten in Euro
pa te genieten van een vermogen, dat hij
door handelszaken verkregen had.
„Hij ging zich te Parijs vestigen en
wenschte zeer, dat zijn neef dezelfde plaats
zou bewonen als hij.
„Diego eindigde zijn brief met te zeggen,
dat hij geneigd was aan dien wensch te
voldoen, en dat hij reeds te Parijs naar
een huis zocht.
„Ook drukte hij het verlangen uit nim
mer van zijn schoonbroeder te scheiden.
„Hetgeen Diego voorstelde, was juist het
tegendeel der liefste wenschen van Robert
en Ellen.
„Zij hadden gedroomd vreedzaam en
rustig te leven te Whitestable, waar zij
elkander hadden leeren beminnen.
„Van dit leven afstand te doen, door
Diego te volgen in den drom der menschen
van de groote steden, dat was voor len
het zwaarste offer.
„Maar de arme Mary yyas er aan ge
woon, dat een ander voor haar daeht en.
handelde. Haar te verlaten stond gelijk
met haar geheel over te leveren aan de
willekeur van haar echtgenoot.
..Ellen aarzelde niet.
„Wij hebben het onzen vader beloofd",
zoo sprak zij tot haar echtgenoot.
,,En reeds dienzelfden avond was bun
besluit gevormd.
„De arbeid was ten einde.
„Robert nam zijn maatregelen om het
lot der werklieden te verzekeren en zond
hen naar Engeland terug.
„Niet zonder ontroering nam hij af
scheid van die goede lieden. Zij zolven zei
den met spijt hun meesters vaarwel, en de
meesterknecht John Slough kon er niet toe
komen te vertrekken.
Hij had geen familie en vroeg zijn dagen
te mogen eindigen in de nabijheid van
Robert, die blijde was hem te behouden.
„Diego kwam spoedig na zijn brief aan.
„Hij kwam aan de woning, op oen
avond, dat Ellen het gebed verrichtte.
„Men had hem zoo spoedig niet eer
wacht, en Robert kreeg, toen hij hem zag,
een zonderlingen indruk, evenzoo Ellen.
„Alleen Mary betoonde slechts vreugde.
Zij ontving Diego met de verrukking van
een kind, en Diego betoonde zich zeer lief
derijk voor haar.
„Hij zag er schitterend uit.
„Zijn elegante kleeding, zijn gemakke
lijke manieren troffen de bewoners der
duikerswoning.
„Op zijn gelaat lag de groote voldoening
van iemand, die zich heer en meester van
zijn eigen leven gevoelt en de wereld als
zijn eigendom beschouwt.
„Robert zocht tevergeefs op zijn gelaat
eenige sporen van smart.
„Maar het verleden was reeds vergeten.
„Diego vertelde van zijn reizen en plan-
„Hij had te Parijs een woning gehuurd,
groot genoeg om de beide huisgezinnen te
bei-gen. Zijn oom had op zich genomen
voor het gemeubelte te zorgen, en alles
moest in weinige dagen gereed zijn.
„Terwijl hij dé schitterende zijde^an het
nieuwe leven schilderde, wisselde ^Robert
met Ellen droeve blikken.
„Zij hadden echter geen enkele ernstige
reden om zich tegen zijn plannen, te ver
zetten, daar zij beslaten hadden over Ma
ry te waken.
„Het vertrek was vastgesteld op den
volgenden dag.
„Zij wilden den laatsten dag besteden
met het bezoeken van het graf huns va
ders, en Robert begaf zich met Ellen en
Mary naar het dorp.
„Diego was vermoeid van de lange reis,
welke hij juist gemaakt had, en tleef
tlhuis.
„Robert ging tegelijkertijd den ouden
vrederechter vaarwel zeggen, die hem al
lerhartelijkst ontving en zeide, dat het ge
heim van Disney's dood nog niet was op
gelost en het waarschijnlijk wel nooit zou
worden.
„Er zijn misdaden, zedde hij, terwijl hij
zijn jongen vriend de hand drukte, welke
God zich voorbehoud te straffen, omdat de
menschen geen straffen kunnen toepassen
in evenredigheid met die misdaden.
„Deze woorden bewogen Robert zeer.
„Hij bracht ze in -den geest in verband
met den vreeselijken twijfel, die hem eens
aangegrepen had; het scheen hem toe,
dat de vrederechter daareven een Gods
oordeel had uitgesproken.
„Hij kwam in zijn woning terug, uitge
put van al die droevige gedachten, en nog
eens keerde hij naar de plaats, waar het
geldkistje lag.
„Tegen wil en dank zeide hij zich
zelven, dat Diego, onder voorwendsel thuis
te blijven, misschien nog eens gelegenheid
had willen hebben, om het kistje op te
zoeken. Maar de steen scheen niet van
plaats veranderd te zijn. Het kistje lag ook
nog op dezelfde plaats en bevatte nog im
mer hetzelfde.
„Robert begroef het dieper in den grond,
legde den steen weder op zijn plaats en.
verwijderde zich snel.
„Den volgenden dag, toen het rijtuig
hen wegvoerde, en het roode dak der wo
ning voor zijn blik verdween, kon -Robert
zijne tranen niet weerhouden. Hij moest
denken aan die andere reis, gedurende
welke het ongeluk hem overkomen was.
„De weg dien zij volgden, deed hem ook
denken aan dien bewusten ochtend, en
toen de reizigers halt hielden voor den be-
wusten hert>erg, waarin Diego en hij ver
toefd hadden, terwijl Disney vermoord
werd, had hij moeite zich goed te houden.
„Ook Diego was onder den indruk van
het gebeurde, want hij werd eensklaps
stilzwijgend, en Robert vond dat hij or
zeer bedroefd uitzag.
„Den ochtend van den volgenden dag
was de familie te Marseille en de dag werd
besteed met het in orde maken der geld
zaken bij den bankier.
(Wordt vervolgd.)