19 BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANU, 1629 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZO NDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/* cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent VRIJDAG FEBRUARI. I9I5. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels -fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groots letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Ook reclasseering. „Zaak opgeheven; eigenaar gemobili seerd." Zoo'n onrustbarend bericht verscheen al eens in de kranten en we kunnen wel aan nemen, dat menig gemobiliseerde er na den oorlog wat zaak of betrekking betreft er minder goed voor zal staan dan voor been. Mag dat lijdelijk aangezien worden? Moeten we die menschen maar laten tob ben tot ze weer op dezelfde hoogte als vroe ger zijn gekomen of misschien nooit meer komen? Neen, ook in die richting moet wat voor hen gedaan worden. Waar zooveel pogin gen in 't werk worden gesteld om ontsla gen gevangenen hun eerste nieuwe schre den in de maatschappij te vergemakkelij ken, daar mag zulks ook wel geschieden voor naar huis gezonden gemobiliseerden, die 'tnoodig hebben. Dit laatste voegen we er nadrukkelijk bij, want menigeen zal allicht trachten van de potjes te trekken, noodig of niet, onder voorwendsel: ik ben immers ook ge mobiliseerd geweest. Steun verleenen moet alleen geschieden aan hen, die beslist door de mobilisatie in mfndere conditie .zijn gekomen, terwijl al lereerst dienen geholpen, die hun positie of bestaan zijn kwijt geraakt. Dezulken moeten goreclasseerd worden en daar mag de natie, in wier belang zij immers de wapenen aangordden, wel wat voor over hebben. 't Best zou wezen, dat zich ook hiervoor een commissie vormde er kan best nog eert commissie bij! welke de zaak geor ganiseerd aanpakt, liefst onder deskundige voorlichting. En laat dan de commissie weer ontbon den worden zoodra de laatste der binnen zekeren termijn ingekomen aanvragen is afgewerkt, anders komt er geen eind aan. in het permanent op de heen houden van zwakkelingen, die de ex-mobilisatie als De taak van het comité mag niet ontaarden melkkoetje zouden gaan gebruiken. handelsooriog ter zee is nog niet men. Van het geheel©- oorlogs terrein weinig nieuws. Do kabel Brest—New-York is verbroken. De handelsoorlog op zee. Het Deensche. blad ,,Extrabladet" schrijft: Hoezeer men ook in Engeland zich vroo- lijk maakt over de Duitsche bedreiging, zoo heeft .zij toch voor de overige wereld groote beteekenis. Het heet nu, dat de Duitschers geheel Engeland met mijnen willen omgeven. Kan men de beheerschers der zeeën meer bespotten? Als dat mogelijk is, dan is de 18e Februari de laatste dag geweest van Engelands wereldheerschap pij. Men beproefde van Engelsche zijde het gevaar te verminderen door het overschil deren der schepen met de kleuren der neu tralen. Maar tegenover mijnen helpt dat niets. Na de verklaring van de Duitsche admi raliteit zal ook tegen onderzeebooten wei nig helpen. Men moet erkennen, dat, in dien de Duitschers een uithongeringsoorlog tegen Engeland voeren, een krijgvoering, welke Engelsche schepen met zulke lompe listen laat doorglippen, belachelijk zou zijn. Plet is een bekend feit, dat Engeland de uithongeringsmethode begon. Nu volgt Duitschland het denkbeeld na. Geen toe gevendheid, maar slechts de machtsver houdingen zullen nu over de overwinning of den dood van Engeland beslissen. Ook de nota van de' Noordsche staten kan daar aan niets veranderen. De ,,Voss. Ztg." verneemt uit Washing ton: Bij het begin van den oorlog werd door de Anglophiele pers voorspeld, welke groo te economische voordeelen de Ver. Staten van den oorlog zouden hebben. Thans is het de tijd van den oogst, waarin die voor deelen worden behaald. Alle fabrieken heb ben volop werk en de Amerikaansche han delsscheepvaart zou gelegenheid hebben .zich uit te breiden, en de beteekenis te her krijgen, die zij voor den burgeroorlog be zat. Zes maanden duurt nu echter de oor log, en in het geheele land staat men voor het vraagstuk der'werkloosheid, die wordt te voorschijn geroepen door den oorlog, die naar President Wilson mededeelde, de vrachtprijzen tot op het tienvoudige van de normale hoogte heeft opgevoerd; en Enge lands opvatting van het zeerecht belem- merLden handel van Amerika zelfs met de neutrale landen. De „Berliner Lokal-Anzeiger" verneemt uit Kopenhagen: „Politiken" schrijft 17 Fe bruari wij moeten het ons duidelijk voor stellen, dat met morgen een nieuw risico moment ontstaat. Wel is geen directe be dreiging van de neutrale scheepvaart door Duitschland te wachten, maar slechts een waarschuwing tegen mogelijke dwalingen. De „Deutsche Tages Ztg." ontvangt uit Stockholm de mededeeling, dat volgens het „Stockholmer Dagblad" de reederijen te Gotenburg besloten hebben, een afwachten de houding aan te nemen. Duitschlands be dreiging om om Engeland zeemijnen te leggen heeft de reeders' verontrust. Men vermoedt dat Engeland alles zal doen om een mijnvrij vaarwater te behouden. De „Lokal-Anzeiger" schrijft: Het Duitsche volk heeft vertrouwen, dat zijn regeering heden zal beginnen, om den oorlog met onderzeeërs met alle middelen te voeren, die haar ten dienste staan, en dat zij zich door geen protesten zal laten afbrengen van den weg, dien zij insloeg. Ook de vijand moet steeds meer tot bewust zijn komen, dat hij met een machtigen en onbevreesden tegenstander te doen heeft, die vastbesloten is to overwinnen, wijl hij overwinnen wil en moet. Het Duitsche antwoord aan Amerika be sprekend, zegt de „Tagliche Rundschau": Engeland zal uit de door ons tot Amerika gerichte nota, die den bijval van het geheele Duitsche volk heeft, moeten erkennen, dat het met zijn houding, in strijd met het vol kenrecht, niet meer gebaat is, en dat zijn terrorisme op Duitschland geen vat heeft. De „Voss. Ztg." zegt: Achter de Duitsche regeering staat vastbesloten het geheele Duitsche volk, dat hoffelijkheid in den vorm goedkeurt maar vastberadenheid in de uit voering eischt. Van het Westelijk Oorlogs terrein. Uit Calais wordt door den oorlogscor respondent van de „Tijd" gemeld Het vechten aan den Yser is nu wat min der, dan het in de laatste dagen was. Overigens hebben de bondgenooten zich nabij Gisthelles vastgezet. Ale bijzonder heid kan ik melden, dat hier 2 regimenten Belgen zijn aangekomen, die voor het grootste deel bestaan uit vrijwilligers, die zich sedert Dec. en Januari hier bevinden. Reeds heeft een deel hunner ten Oosten van Yperen getoond, dat ze het vuur goed kunnen verdragen niet alleen, doch dat hun korte oefening geen afbreuk heeft gedaan aan hun gevechtswaarde. Velen van hen zijn uit de industriestreken. Men gaf mij hier den raad, om zoo spoedig mogelijk terug te keeren, daar waarschijnlijk het scheepvaartverkeer FolkestoneVlissingen wel voor korter of langer tijd zal worden stilgelegd. Ik zag hier binnen brengen Duitsch ge schut, dat ter reparatie werd' opgezonden. Eveneens zag «ik overblijfselen van Tau- ben, welke naar midden-Frankrijk werden gezonden. Plet aantal der gewonde en ge- doode Duitschers in de laatste 5 dagen wordt geschat op 4 5000. De vliegersaan- val op Zeebrugge en omstreken heeft blijk baar de verkeerswegen der Duitschers nogal getroffen. Vele doodén en gewon den lieten ze althans hij Westende liggen. In Veurnc i3 weer het grootste gedeelte der burgerbevolking teruggekeerd. Slechts één dag was er ernstig gesproken van ver trek van een deel der burgerij. „Ons Vaderland", een Vlaamsch blad, verschijnt nog an La Panne, evenals het katholieke „Het Belgische' Volk". De bedreiging der Duitschers tegen den 18en dezer, heeft hier geen hijster grooten indruk gemaakt. Men denkt, dat de wan hoop Duitschland nog wei verder van het goede pad zal brengen. De vloot der ver bondenen is met Londeiv. Tia trawlers, als opsporingsbrigade, versterkt. Die kleine stoomvaartuigen kunnen de onderzeeboo ten nog al spoedig opsporen. Het Fransche communiqué meldt: Men bevestigt, dat de gelukkige aanval, die de bondgenooten meester maakte van twee liniën Duitsche loopgraven ten Noor den van Atrecht en ten N.-W. van Roclin- court, ernstige verliezen toebracht aan de Duitschers. De bondgenooten maakten zich meester van bommenwerpers ©n eenii- ge honderden bommen. In het dal van de Aisne en de omgeving van Reims hadden artilleriegevechten plaats, waar de Franschd batterijen voor deelen behaalden. In Champagne in de omgeving van Perthes behielden de Franschen alle giste ren en eergisteren veroverd terrein. Tot de talrijke gevangenen, die op 10 en 17 Februari werden gemaakt, behooren officieren en mannen van het 6e en 8e ac tieve legerkorps en van het 7e en 10e re serve-korps. In de Argoimen handhaafden de Fran schen hun overwinningen én het Bols de la Grui-ie. Ten Zuiden van Fontaine aux Charmes maakten zij eenige vorderingen in de omgeving van Boureuilles op den heuvel 263. De overwinning tusschen de Argonnen en de Maas, die den 17en 's avonds werd gemeld, maakte de Franschen meester van het bosch ten Zuiden van het Bois de Cheppy. De Franschen wonnen bovendien 400 M. terrein ten Noorden van Malancourt en evenveel terrein ten Zuiden van het Bois de Forges. In al dit veroverd gebied wisten zij zich te handhaven. Officieel wordt door het Duitsche hoofd kwartier gemeld d. d. 18 Febr.: De gisteren gemelde vijandelijke aanvallen duren voort, doch met weinig succes. Aan den straatweg Atrecht Rijssel worden de gevechten om een klein gedeelte onzer loopgraven, waarin de vij and eergisteren binnendrong, nog voort gezet. Het aantal gevangenen, gisteren ten N.O. van Reims gemaakt, blijkt grooter. De Franschen leden ook zeer sterk bloedige verliezen, en zagen van verdere aanval len af. In Champagne ten N. van Perthes wordt nog gestreden. Ten Oosten daarvan zijn de Franschen met zware verliezen terugge slagen. Zij kunnen zich slechts handhaven op enkele punten van onze voorste loop graven. Het gisteren gemelde aantal gevangenen is tot 11 officieren en 785 man gestegen. Een mislukking waren ook de aanvallen op onze stellingen bij BourecullesVau- quois, ten oosten van het Argonnenwoud en ten westen van Verdun. De op 13 Fe bruari door ons genomen hoogte 365 en het plaatsje Norroy, ten N.O. van Pont-d- Mousson, zijn door ons weder ontruimd, nadat wij de Fransche versterkingen vol komen vernield hadden. Pogingen om die posities met geweld te hernemen, werden door den vijand niet on dernomen. Op het westelijk oorlogstooneel is overi gens niets bijzonders voorgevallen. Van het Oostelijk Oorlogs terrein. Officieel wordt dd. 18 Febr. uit Weenen gemeld: Aan het Karpathenfront tot dicht bij Wysjkof is de toestand in h©t algemeen onveranderd. Ook gisteren is bijna overal hardnekkig gestreden. Verschillende aan vallen der Russen op de stellingen der bondgenooten werden met. groote verliezen aan de zijde van den vijand afgeslagen. Hij verloor daarbij 320 man aan gevange nen. Doordat de Oostenrijkers Kolomea in bezit hebben genomen, is voor de Russen een belangrijk steunpunt in Galicië ten zuiden van den Dniester te loor gegaan. Het optreden van vijandelijke versterkin gen uit de richting van Stanislav Jeidde opnieuw tot groote gevechten ten noor den van Nadworna en ten noordwesten van Kolomea. Deze gevechten duren nog voort. In de Boekowina is de vijand terugge slagen over de Proeth. Tsjernowitsj is gistermiddag door onze troepen bezet. De Russen trokken af in de richting van Nowosielica. In Russisch-Polen en West-Galieië heb ben alleen artillerie-gevechten en scher mutselingen plaats gehad. Officieel wordt door het Duitsche hoofd kwartier gemeld: Bij Tauroggen en in het gebied ten N.W. van Rodno duren de vervolgingsgevech ten met den vijand nog voort. De bij Kolno verslagen vijandelijke co lonne werd ten N. van Lemza door ver- sche troepen opgenomen. De vijand werd herhaaldelijk aangevallen. De gevechten bij Prozk en Rashion zijn ter onzen gun ste beslist. Tot nog toe werden daar 3000 Russen gevangen genomen. Uit Polen, ten zuiden van den Weichsel, is niets nieuws te melden. De resultaten van de gevechten aan do grens van Oost-Pruisen zijn: gevangen genomen werden 64,000 man; 71 kanonnen en meer dan 100 mitrailleurs, drie lazaret- treinen, vliegtuigen, meer dan 150 gevulde ammunitiewagens, schijnwerpers, een groot aantal beladen en bespand© voer tuigen enz. werden bult gemaakt. En waarschijnlijk zullen deze opgaven nog wel verhoogd worden. Verschillende Oorlogs berichten. Z. H. de Paus en Z.Em. Kardinaal Mer- cier. Door den Romcinschen correspon dent van de „Morningpost" wordt aan dit blad, naar het „Hbld." uit Londen ver neemt, geseind, dat het Vaticaan een pro test bij de Duitsche regeering heeft, inge diend tegen de behandeling, Z.Em. Kardi naal Mercier aangedaan, en dat het voort gaat te protesteeren tegen de beperkingen zijner vrijheid. De „Morningpost" is een Engelsch blad. Dus.... Een nieuwe „Kulturkampf" in 't zicht? In zijn vastenbrief geeft Z.Em. kardinaal Von Bettinger, aartsbisschop van München, uiting aan zijn vrees voor een nieuwe ver volging der katholieken in Duitschland na den oorlog. „Laten wij", zegt hij, „niet ge- looven, dat na een roemvolle overwinning, die aan ons vaderland nieuwen bloei verze kert, ook voor de Strijdende Kerk de tijd van strijd voorbij is. Wij weten, dat vele edelgezinde mannen en vrouwen, die niet op ons geloofsstandpunt staan, ons van harte zulk een vrede zouden gunnen en dezen gaarne met woord en daad zouden willen verzekeren. Doch van maar al te veel zijden is voor den tijd na den oorlog aan den gods dienst en in het bijzonder aan de Katholiek© Kerk al te duidelijk een nieuwe strijd aan gekondigd, die de geloovigen van de Kerk afvallig moet maken, priesters en volk van elkander scheiden en alom de kudde van Christus uiteenjagen moet." Mochten echter Rusland en Frankrijk zegevieren, dan ziet de kardinaal een nog veel erger toestand voor de Kerk tegemoet. Japan en China. De talrijke krasse eischen, door Japan aan China gesteld, hebben reeds geleid tot een ministerieele crisis te Peking. De minister van buiten- landsche zaken, Soen Petsji, is afgetre den. Waarschijnlijk wordt de voormalige minister-president Loe-tsjoeng-sjang zijn opvolger. Aardappelemiood. Te Dortmund heb ben deze week de groothandelaars in aard appelen in Duitschland vergaderd om over het aardappelenverbruik te spreken. Daar bij bleek dat de voorraad aardappelen 7 millioen ton minder bedraagt dan in het vorige jaar. Het is noodzakelijk om zooveel mogelijk varkens te slachten, daar deze FEUILLETON. DE DUIKER. „Dit laatste bewijs scheen doorslaand "voor Robert. Zijn hart was verlicht, en hij geloofde volkomen aan de onschuld van zijn schoonbroeder. „Het was donker geworden. Robert hield nog immer tusschen zijn bevende vingers het bewuste kistje, en hij had er nog niet aan gedacht, wat hij er mede zou doen. „De eerste gedachte, welke bij hem op kwam, was, het aan de justitie te bren gen; maar dan dacht hij aan al 'den last, welke hij zich daardoor .zou berokkenen. „Was hij wel zeker van de richting, wel ke de vervolging zou inslaan, en moest hij de oorzaak zijn, dat Diego beschuldigd werd? „Robert besloot te zwijgen. „Het goud dat de bebloede handen van den moordenaar hadden aangeraakt, deed hem huiveren. „Zijn eerste beweging was het ver van zich te werpen, maar hij bedacht zich en legde de doos onder den steen, zoodat al les weder lag als voorheen. „Hij had bij .zieh zelven gezegd, dat de schuldige wie hij ook was, terug .zou ko- mea naar die plaats, om te zien of de schat er nog was, en dat men de plaats dus'moest bewaken. „Het testament had hij bewaard; hij ad dus niet te vreezen, dat de moorde er het zou vernietigen; maar hij wilde er geen gebruik van maken, uit vrees het wantrouwen van de justitie weder op te wekken. „Hij dacht, dat het beter was te wach ten, om volgens omstandigheden te kun nen handelen, en zelfs van de ontdekking niet tot Ellen te spreken. „Robert kwam thuis en deed moeite om niets te laten bemerken. „Er was juist een brief van Diego ge komen. „Hij was te Parijs verzonden en bericht te, dat de zaken in Engeland afgehandeld waren, en dat hij reeds in Provence zou teruggekomen zijn, indien zijn oom niet plotseling was overgekomen. „Die oom, die voor Diego gezorgd had in diens kindsheid, had besloten in Euro pa te genieten van een vermogen, dat hij door handelszaken verkregen had. „Hij ging zich te Parijs vestigen en wenschte zeer, dat zijn neef dezelfde plaats zou bewonen als hij. „Diego eindigde zijn brief met te zeggen, dat hij geneigd was aan dien wensch te voldoen, en dat hij reeds te Parijs naar een huis zocht. „Ook drukte hij het verlangen uit nim mer van zijn schoonbroeder te scheiden. „Hetgeen Diego voorstelde, was juist het tegendeel der liefste wenschen van Robert en Ellen. „Zij hadden gedroomd vreedzaam en rustig te leven te Whitestable, waar zij elkander hadden leeren beminnen. „Van dit leven afstand te doen, door Diego te volgen in den drom der menschen van de groote steden, dat was voor len het zwaarste offer. „Maar de arme Mary yyas er aan ge woon, dat een ander voor haar daeht en. handelde. Haar te verlaten stond gelijk met haar geheel over te leveren aan de willekeur van haar echtgenoot. ..Ellen aarzelde niet. „Wij hebben het onzen vader beloofd", zoo sprak zij tot haar echtgenoot. ,,En reeds dienzelfden avond was bun besluit gevormd. „De arbeid was ten einde. „Robert nam zijn maatregelen om het lot der werklieden te verzekeren en zond hen naar Engeland terug. „Niet zonder ontroering nam hij af scheid van die goede lieden. Zij zolven zei den met spijt hun meesters vaarwel, en de meesterknecht John Slough kon er niet toe komen te vertrekken. Hij had geen familie en vroeg zijn dagen te mogen eindigen in de nabijheid van Robert, die blijde was hem te behouden. „Diego kwam spoedig na zijn brief aan. „Hij kwam aan de woning, op oen avond, dat Ellen het gebed verrichtte. „Men had hem zoo spoedig niet eer wacht, en Robert kreeg, toen hij hem zag, een zonderlingen indruk, evenzoo Ellen. „Alleen Mary betoonde slechts vreugde. Zij ontving Diego met de verrukking van een kind, en Diego betoonde zich zeer lief derijk voor haar. „Hij zag er schitterend uit. „Zijn elegante kleeding, zijn gemakke lijke manieren troffen de bewoners der duikerswoning. „Op zijn gelaat lag de groote voldoening van iemand, die zich heer en meester van zijn eigen leven gevoelt en de wereld als zijn eigendom beschouwt. „Robert zocht tevergeefs op zijn gelaat eenige sporen van smart. „Maar het verleden was reeds vergeten. „Diego vertelde van zijn reizen en plan- „Hij had te Parijs een woning gehuurd, groot genoeg om de beide huisgezinnen te bei-gen. Zijn oom had op zich genomen voor het gemeubelte te zorgen, en alles moest in weinige dagen gereed zijn. „Terwijl hij dé schitterende zijde^an het nieuwe leven schilderde, wisselde ^Robert met Ellen droeve blikken. „Zij hadden echter geen enkele ernstige reden om zich tegen zijn plannen, te ver zetten, daar zij beslaten hadden over Ma ry te waken. „Het vertrek was vastgesteld op den volgenden dag. „Zij wilden den laatsten dag besteden met het bezoeken van het graf huns va ders, en Robert begaf zich met Ellen en Mary naar het dorp. „Diego was vermoeid van de lange reis, welke hij juist gemaakt had, en tleef tlhuis. „Robert ging tegelijkertijd den ouden vrederechter vaarwel zeggen, die hem al lerhartelijkst ontving en zeide, dat het ge heim van Disney's dood nog niet was op gelost en het waarschijnlijk wel nooit zou worden. „Er zijn misdaden, zedde hij, terwijl hij zijn jongen vriend de hand drukte, welke God zich voorbehoud te straffen, omdat de menschen geen straffen kunnen toepassen in evenredigheid met die misdaden. „Deze woorden bewogen Robert zeer. „Hij bracht ze in -den geest in verband met den vreeselijken twijfel, die hem eens aangegrepen had; het scheen hem toe, dat de vrederechter daareven een Gods oordeel had uitgesproken. „Hij kwam in zijn woning terug, uitge put van al die droevige gedachten, en nog eens keerde hij naar de plaats, waar het geldkistje lag. „Tegen wil en dank zeide hij zich zelven, dat Diego, onder voorwendsel thuis te blijven, misschien nog eens gelegenheid had willen hebben, om het kistje op te zoeken. Maar de steen scheen niet van plaats veranderd te zijn. Het kistje lag ook nog op dezelfde plaats en bevatte nog im mer hetzelfde. „Robert begroef het dieper in den grond, legde den steen weder op zijn plaats en. verwijderde zich snel. „Den volgenden dag, toen het rijtuig hen wegvoerde, en het roode dak der wo ning voor zijn blik verdween, kon -Robert zijne tranen niet weerhouden. Hij moest denken aan die andere reis, gedurende welke het ongeluk hem overkomen was. „De weg dien zij volgden, deed hem ook denken aan dien bewusten ochtend, en toen de reizigers halt hielden voor den be- wusten hert>erg, waarin Diego en hij ver toefd hadden, terwijl Disney vermoord werd, had hij moeite zich goed te houden. „Ook Diego was onder den indruk van het gebeurde, want hij werd eensklaps stilzwijgend, en Robert vond dat hij or zeer bedroefd uitzag. „Den ochtend van den volgenden dag was de familie te Marseille en de dag werd besteed met het in orde maken der geld zaken bij den bankier. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1