ALBERT RIEL T»»cht op 9 Febr. kreeg, waarbij de kruiser door het Turkach geschut zoodanig werd beschadigd, dat hij niet meer in staat was san den strijd deei te nemen. Generaal Pau. Herhaaldelijk is in de bladen medegedeeld, dat generaal Pau op reis naar Rusland zou wezen. Hij zou reeds te Stockholm zijn aangekomen., Volgens de Parijsche bladen is zulks niet het geval. De generaal bevindt zich te Pa rijs. Wel gaat hij vermoedelijk naar Pe- trograd om hooge decoraties namens de Fransche regeering over te brengen. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. Buitenlandsche paspoorten. De coanmissaris der Koningin in Zuid- Holland heeft ter kennis van de burge meesters der geimeenten in deze provincie gebracht de missive van den minister van Buitenlandsche Zaken d.d. 10 dezer betreffende afgifte van buitenlandsche paspoorten aan ingezetenen zonder na tionaliteit, die langen tijd hier te lande hebben gewoond en om bijzondere redenen nieit genaturaliseerd kunnen worden en voorts aan personen wier naturalisatie aanhangig is. Herinnerd wordt dat het paspoort geen bewijs van Nederlanderschap is en dat de afgifte voor eenmaal niet de verplichting medebrengt, dat naderhand weder een paspoort zal worden afgegeven. De machtiging van den Minister aan den commissaris der Koningin tot afgifte van een paspoort zal dus telkens noodig zijn en in verband daarmede moeten op den aan een vreemdeling te verstrekken pas ter voorkoming van verlenging van den geldigheidsduur door diplomatieke en con sulaire ambtenaren worden gesteld (on der de vermelding „valable pour un an") de woorden: ,,renouvillemant impossible". Dit geldt ook voor de afgifte van een bui- tenlandsch paspoort. De Duitsche bedreiging. Not a's van deNederlandsche regeering. De Nederlandsche regeering heeft een nota gericht tot de Duitsohe regeering, naar aanleiding van de openbaar ge maakte Duitsche memorie van 4 dezer. In hare nota ontkent onze regeering, dat de in algemeenen zin tot de neutrale staten gerichte verwijten, wat Nederland betreft, gegrond zouden zijn. In zake de verklaring van een uitgebreid gedeelte open zee tot oorlogszöne zijn ge lijksoortige bedenkingen kenbaar gemaakt als vroeger tot de Britsche regeering zijn! gericht naar aanleiding van het voorne men tot gedeeltelijke afsluiting van de Noordzee. Met betrekking tot "de gevaren, die de Nederlandsche scheepvaart zou kunnen loopen in de oorlogszöne, is volgehouden, dat neutrale schepen er Uanspraak op kun nen maken, dat voldoende onderzoek naar de nationaliteit van handelsschepen wor de ingesteld, alvorens maatregelen tegen die schepen worden genomen. Anderzijds heeft onze regeering bij de Britsche regeering hare bedenkingen ken baar gemaakt tegen het standpunt, door laatstgenoemde ingenomen ten opzichte van het misbruik van de neutrale vlag door Britsche Voopvaard ij schepen. Naar het ,,Hdbl." verneemt, heeft de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot^- Maatschappij haar dienst op Havre voor- loopig gestaakt Als resultaat van het onderhoud, dat gisteren in het departement van Iluitc-n- landsclie zaken heeft plaats gehad tus- schen de ministers van buitenlandsche za ken en van marine met vertegenwoordi gers van groote Nederlandsche stoom vaartlijnen, reederijen en handelslicha men, meldt het „Hdhl." De schepen blijven varen, maar zullen ook zonder aanmaning stoppen, zoodra zij een duikboot zien, om het onderzoek te vergemakkelijken. Van convoyeeren van schepen is afgezien. Men bericht aan het „Vad.": Met het oog op de 18 Februari aangekondigde maatregelen van de Duitsche admiraliteit in de Noordzee is hier bericht ontvangen, dat vóór dien datum vele in Engeland, met name te Londen tijdelijk gevestigde Belgen en Belgische familiën naar ons land zullen oversteken ten einde óf naar België terug te keeren, óf om bij lateren terugkeer naar het vasteland, gevaar tij dens den overtocht te ontgaan. De Duitsche consul Gneist te Rotterdam heeft aan de Kamer van Koophandel den volgenden brief gezonden: Ik heb de eer hierbij een mij door den heer rijkskanselier toegezonden memorie nopens den onderzeesclien oorlog tegen Engeland ter kennis van de Kamer van Koophandel te brengen. Naar de meening van den heer rijks kanselier dient er rekening mee gehou den te worden, dat onzijdige schepen in het gebied van den zeeoorlog tegen Enge land door de Duitsohe duikbooten als zoo danig meestal niet herkend zullen wor den en daarom zonder meer vernield zul len worden. Om verliezen te vermijden, lijkt het dus dringend noodig, dat de Ne derlandsche handelsschepen, uit de wate ren, die de Duitsche admiraliteit tot oor logsgebied verklaard heeft, voorloopig verre blijven. In de memorie wordt in de eerste plaats vermeld, dat de Engelsche handelsvloot nu algemeen met geschut gewapend wordt. Verder heeft men den handelsschepen aan geraden groepsgawjjs te varen en de DuiV sche duikbooten, terwijl deze een onder zoek instellen, te rammen, terwijl zij langszij liggen met bommen te bestoken en verder de Duitsche marine-afdcelin- gen, die voor het onderzoek aan boord ko men, te overmannen. Eindelijk heeft men van Engelsche zijde een zeer hooge prijs uitgeloofd voor de vernieling van de eerste Duitsche duikboot door een Engelsch koopvaardijschip. De Engelsche handelsvloot in die watenen is dus niet meer als weerloos te beschou wen, waarom zij van Duitsche zijde zon der voorafgaande waarschuwing of onder zoek aangevallen worden. Intussehen heeft de Engelsche regee ring ook de verordening nopens het mis bruik van de neutrale vlag erkend. Men mag aannemen, dat de Engelsche koop vaarders elk middel zullen gebruiken om zich onkenbaar te maken. Daardoor zijn neutrale schepen, als zij overdag niet onder konvooi varen, zoo goed als niet te herkennen. De van neutrale zijde ondernomen beschildering van den scheepsromp met nationale kleuren en het aanbfengen van andere herkenningsmid delen, zal ook wel door Engelsche koop vaardijschepen nagevolgd worden. Een voorafgaand onderzoek lijkt uitgesloten, daar dit de afdeeling, die het onderzoek verricht en de duikboot zelf aan het gevaar van vernieling zou blootstellen. In deze omstandigheden bestaat er niet de minste waarborg meer voor de veiligheid van de neutrale scheepvaart in de Engel sche oorlogswateren. Daarbij komt, dat het gevaar voor mijnen is toegenomen, aangezien het plan is, in alle deelen van de oorlogswateren zooveel mogelijk van mijnen gebruik te maken. Onzijdige schepen moeten daarom op nieuw ten dringendste gewaarschuwd wor den, om zich niet in het oorlogsgebied te begeven. In elk geval zullen zij, zonder bezwaar te ondervinden, den weg, die de Duitsche ad miraliteit hun aanbevolen heeft, om het Noorden van Schotland heen kunnen ne men. De memorie verklaart ten slotte dat Duitschland de aangekondigde wijze van oorlogvoering zal blijven volgen, tot Enge land besluit de algemeen erkende regelen van het zeeoorlogsrecht, gelijk dat in de Parijsche en Londensche Verklaringen is neergelegd, ook van zijn kant in de toe komst, na te leven of tot de neutrale mo gendheden het daartoe dwingen. Ook verschillende stoomvaartlijnen heb ben nog daarenboven van den Duitschen consul-generaal te Rotterdam eene bijzon- oere waarschuwing ontvangen, van den 13den dezer af toch vooral de vaart om den Noord te volgen. Uitlevering, gewonde krijgsgevangenen. Met de mailboot worden hedenmiddag te Vlissingen ruim 100 gewonde Duitschers verwacht, begeleid door vele dokters en verpleegsters. Zij zullen bij aankomst te Vlissingen door tusschenkonxst der afdee ling van het Roode Kruis, en transport- oolonnes van Roode Kruis en Marine naar den trein worden overgebracht, waarmede de reus naar Duitschland wordt voortgezet. De Engelsche gewonden, die hedennacht per extra-trein uit Duitschland te .Vlis singen werden venvacht zouden, volgens nader bericht, gisteravond nog niet aan komen zijn. Bij het Roode Kruis te Maastricht is bericht ontvangen, dat te Luik klaar staat, maar nog niet vertrokken is, een trein van 80 assen. Daarin bevinden zach een dokter, twee assistenten, 35 personen ver plegend personeel, twee koks en 118 ge wonden, onder wie een officier. Door de zorgen van het Roode Kruis is alles in gereedheid gebracht om ze zoo noodig in de ambulance te kunnen logeeren. Ver snaperingen en bloemen staan klaar. Twee officieren van gezondheid en 20 hospitaal soldaten zijn gisteren te Maastricht aan gekomen om den trein over Nederlandsch grondgebied te begeleiden. Ook een Neder landsche ambulancetrein 6taat te Maas tricht klaar, doch het is thans acker, dat de gewonden in den Duitschen trein zul len doorgaan. Te 9 uur kwam bericht, dat de trein vannacht niet meer zou aankomen. Men meldt uit Oldenzaal: De DuitscBfe trein met vluchtelingen is gistermiddag toch niet gekomen, maar te Osnabruck opgehouden. Vandaar is hij Maandag avond 9 uur van Osnabruck vertrokken. Hij bleef vannacht te Bentheim en zou hedenmorgen vroeg te Oldenzaal doorko men. Geïnterneerden. De Belgische generaal Dossin, die, gelijk gemeld, de verschillende plaatsen in ons land, waar Belgische militairen zijn geïn terneerd, bezocht heeft, zal dezer dagen een onderhoud hebben met den minister van oorlog, generaal-majoor Bosboom, en den Opperbevelhebber van land- en zee macht, generaal Snijders. Gisternamiddag zijn op Urk weer twee geïnterneerde officieren aangekomen. Er zijn er nu 11. Het interneeringsgebouw is ingericht voor 12 personen. Voor uitbrei ding van het depót wordt op het hooge Klif, bij de school en de Ned. Herv. kerk, een terrein van 60 bij 13 M. gereed ge maakt, voor een grooten houten gebouw. De Belgischevluchtelingen. Men meldt uit Koewacht: Het bevel van den territorialen comman dant, dat alle vluchtelingen uit Kede, Sluis en Retranchement tusschen 12 en 19 Februari moesten vertrekken, is thans wederom ingetrokken. Voorloopig mogen de vluchtelingen blijven waar zij zijn. Verkeer met België. De Duitsche consul te Vlissingen mag tijdelijk in het geheel geen passen voor België afgeven. Men vermoedt evenwel, dat deze maatregel van korten duur zal zijn. Een vliegmachine bij Schiermonnikoog. Men meldt uit Schiermonnikoog: Twee Duitsche aviateurs, die Zondag avond op de Engelschmanplaat tusschen Schiermonnikoog en Ameland gedaald wa ren en die geweigerd hadden met de red dingsboot mede te gaan, waren toen de reddingsboot voor de tweede maal uitge varen was, reeds verdwenen. M a x i m u m-p r i j z e n Ameri'kaan- sche bloem (Straight en Bake r).. Het stellen van maximum-prijzen voor Amerikaansche bloem (Straight en Baker) heeft aanleiding gegeven tot verkeerde praktijken, terwijl het ondoenlijk is geble ken om nauwkeurige contróle op de nale ving van dit voorschrift te houden. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft hierin aanleiding gevon den, dé maximum-prijzen- voor deze mer ken te doen vervallen. Rogge en aardappelen. Men meldt uit Groningen, dat de rogge- boeren in de streek, uit vrees voor regee- ringsmaatregelen" in het najaar, thans hun roggevelden omwerken en die be stemmen voor de teelt van andere gewas sen. Zij wenschen zich, naar men meldt, te hoeden tegen inbeslagneming, indien de tijdsomstandigheden tegen bet najaar nog dezelfde zijn als thans. De velden worden thans meerendeel be stemd voor aardappelteelt, omdat dit ge was een goeden prijs belooft. Stopgezet. Naar de „Tel." verneemt, wordt op de Kon. Stearine-kaarsenfabriek. te Gouda, tengevolge van het uitvoerverbod van grondstoffen in Engeland, Maandag de fabrikage van stearine stopgezet. Binnen kort zal dus de fabriek geen stearine- kaarsen meer afleveren; de fabricage van paratine-kaansen wordt voorloopig voort gezet. Dit feit kan ontzettende gevolgen heb ben; zoo houdt b.v. ook de fabricage van oleine op, waardoor de textielnijverheid in moeilijkheden kan komen. Prins Hendrik. Prins Hendrik ondergaat thans, onder behandeling van Dr. Friedlander, uit den Taunus naar het Loo overgekomen, zijn gewone voorjaarskuur. De Prins zal daar om niet voor enkele dagen, doch geruimen tijd op het Loo vertoeven. Goudstroopers. Blijkens een van den Gouverneur van Suriname bij het Ministerie van Koloniën ontvangen telegram is een tegen stroopers op een goudplacer aan de Lawa uitgezon den politiemacht op gewapenden tegenstand gestuit. Van de stroopers werden er der tien gedood en vijf gevangen genomen. De politie kreeg noch dooden, noch gewonden. O Dr. Bronsveld, Mr. Tïdeman, Prof. Muller en alle gij „protestanten"! De (A. R.) „Rotterdammer" schrijft: Rome's macht moest borden gebroken. Tegen papistische stoutigheden diende front te worden gemaakt. Een krachtig „tot hier toe en niet ver der" behoorde aan Rome te worden toege roepen. Het „o moeder die papen" werd met bij zondere innigheid gezongen. Warme protestanten vereenigden zich tot verdediging der protestantsche belan gen en in naam van het protestantsche bewustzijn werd de val van het Ministerie- Heemskerk geëischt. De protestanten kregen hun zin het Kabinet viel. Sindsdien werd met smachtend verlan gen uitgezien naar maatregelen die het protestantsch karakter der natie zouden handhaven en Roomschen overmoed be teugelen. Zii kwamen niet maar de hoop bleef. En ziet, daar komt Woensdag in de Eer ste Kamer de vraag aan de orde of niet het Nederlandsche gezantschap bij den Paus diende te worden hersteld. Nu zou komen een vurig protest van het Ministerie van het protestantsch bewust zijn 1 Maar eilacie, daar verklaart Minister Loudon, namens de heele Regeering dat, al was het tijdstip nu ongeschikte deze „ze ker niet vijandig staat tegenover een even tueel herstel der Missie." Ai mij, o Dr. Bronsveld, Mr. Tideman, Prof. Muller, mijne heeren Kip en Diffe- ree, en alle gij „protestanten"! Mond- en klauwzeer. In Noord-Holland is het mond- en klauwzeer uitgebroken op een tweetal boer derijen in Wijde Worm er, Bij den land bouwer Brouwer, aldaar zijn een 30-tal koeien afgemaakt. Bij een landbouwer in Starnmeer ont dekte men verdachte verschijnselen en gaf onmiddellijk kennis aan heit Rijksveeart- senijkundig toezicht. Eerst een etmaal later werd door dit toezicht een onder zoek ingesteld. Gelukkig bleek het, dat men hier met een tandenverwisseling van het vee te doen had. Eindexamen H. B. S.. De heer J. Hendrik van Ba len, te Brammen, heeft, naar wij vernemen een schrijven gericht tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin de aandacht van den Minister ge vestigd wordt op het feit, dat het afne men der eind-examens H. B. S. 5-j. c. jaarlijks een bedrag van f 100,000 uit de schatkist vordert. Naar aanleiding hier van vraagt schrijver, of het geen aanbe veling zou verdienen in deze buitengewone omstandigheden de examens niet op de gewone wijze te doen plaats hebben, maar de diploma's te doen uitreiken door direc teur en leeraren der H. B. Scholen. Ingezonden stukken. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Mond- en klauwzeer. M. de Redacteur, In uw blad van Zaterdag komt een ver slag voor van de vergadering, gehouden door de afdeelingen van den Boerenbond em de Holl. Mij. v. Landbouw te Hazers- woudeKoudekerk, in welk verslag ver meld wordt, hoe ik aan de hand van No. 1 der „Mededeelingen en Verslagen" van de Directie van den Landbouw van 1912, ge tracht h€jj, de maatregelen der regeering tot bestrijding van liet mond- en klauw zeer uiteen te zetten en met kracht en klem mijne medelandbouwers heb aange spoord den raad van onzen Directeur-Ge neraal 1.1. Vrijdag in Zomerzorg gegeven op te volgen„Weest waakzaam". En zie, reeds Zaterdagmorgen brak bij mij dê gevreesde ziekte uit en zag ik mijne geheele mooie veestapel wegvoeren en vernietigen. Ik kan mij zoo voorstellen, M. de R., dat velen der bezoekers van die vergade ring bovengenoemd, nu wel zullen gedacht hebben ,,Hoe zal 't hem nu wel te moede zijn? Welnu, daar ik hen nu niet spreken kan, ga ik het hun zeggen door middel van uw blad. Mijn eerste gevoel was een zeer groot leed. Mijn mooie dieren, waaraan jk tien jaren als lid der fokvereeniging en drie jaren door bestrijding der tuberculose, zooveel moeite en zorg had besteed, zoo eensklaps te moeten missen, is hard, ont zettend hard; en ik schaam mij volstrekt niet te zeggen, dat meermalen mijn over- kropt gemoed mij de tranen naar de oogen perste. Maar bij dat leed gevoel ik toch een groote troost, bij de gedachte mij zei ven niets te verwijten te hebben. Ik heb van te voren toch alle voorzorgen geno men, om mijn veestapel voor de ziekte te bewaren, en heb, toen ze toch uitbrak, terstond zelf allee gedaan wat mogelijk was, om te zorgen dat geen anderen de smetstof bij mij vandaan konden mee dragen. Ja, maar, zal men zeggen, „uwe voor zorgsmaatregelen, welke ge ons zoo hebt aangeprezen, zijn toch maar te vergeefs gebleken!" Neen, mijne vrienden, absoluut niet. Ik ga het u bewijzen. De eene rij koeien jn mijne stal is afge sloten door een schut, en daarnaast be vindt zich, gelijk in vele stallen, een ruim te voor veevoeder, drankkuip, enz. De le dige zakken hingen we gewoonlijk op dat schut. Des Vrijdags kwam dan de meel man, bracht de volle zakken in den stal en nam de ledige zakken van dat schut weer mede. Sinds veertien dagen echter mocht hij evenmin als iemand anders in den stal komen, maar moest alle voeder- voorraad door hem op eene vastgestelde plaats in een afzonderlijke schuur worden neergelegd. Veronderstel nu eens, dat hij ook Vrijdag 1.1. mijne stal, waarin reeds Zaterdag vijf dieren waren aangetast, ver schillende malen had op en neer geloopen en vandaar de ledige zakken had mede genomen, zoude het dan niet bijna zeker zijn, dat hij de smetstof had overgebracht naar. anderen; want juist naast dat schut waar anders de ledige zakken ophingen, stond de koe welke het ergst was aange tast. Zal men nu nog kunnen beweren, dat mijne voorzorgen te vergeefs zijn ge weest? Of zullen misschien velen mij dank baar zijn hen door die voorzorgen voor de gevreesde ziekte bewaard te hebben? Wie dan ook mocht meenen, dat ik thans ten opzichte van de maatregelen tot 'wering van het mond- en klauwzeer van meening veranderd ben, heeft het mis. In tegendeel, meer dan ooit ben ik overtuigd, dat die maatregelen noodig en nuttig zijn. Ik bevind mij als 't ware in de posiitie van iemand, die van eer^ ander een klap heeft gehad en nu niet zal rusten alvorens hij he/rti zulks heeft betaald gezet. Ik zoude dan ook niets meer betreuren, dan wan neer mijne - mëdelandbouwers, thans ont moedigd, de besproken maatregelen zou den achterwege laten; want dan ware mijn schoone veestapel, die ik zoo lief had, voor niets opgeofferd. Neen, volhouden! Het mond- en klauw zeer moet en kan bestreden worden. God, die den mensch als koning over al het ge schapene heeft gesteld, Hij kan niet willen, dat wij werkloos zouden toezien, wanneer Zijne, zij het ook redelooze schepselen, door zulk eene pijnlijke en schadelijke ziekte bedreigd worden. En daarom alles gedaan wat kan. Men late niemand in de stallen of zélfs op het erf toe en verplichte hen, die er noodzakelijk moeten wezen, al thans hun schoeisel te ontsmetten door ze zoowel bij het komen als gaan op oene in creolin gedrenkte zak af te vegen. Men late koekkisten of ledige zakken geen oogenblik in den stal achter. Men kome niet meer op vreemde plaatsen of bij an deren dan noodig is; kortom, men neme alle voorzorgen om de smetstof te weren. Ook burgers, zooals bakker, 6lagers, enz. moeten medewerken. Ze moeten nu eens niet meer lachen om die maatregelen der boeren; maar doen war deze hun vragen en bedenken, dat het belang van den boer ook indirect hun belang is. Dan, ik ben er nog altijd van overtuigd, wanneer eens allen en alles samenwerkt, zal het moge lijk blijken het mond- en klauwzeer zoo niet geheel te weren, toch zeer zeker des- zelfs kwaad voor een zeer groot gedeelte te beperken. Laten we ons zeiven helpen, dan, maar ook dan alleen, zal God ons helpen. Met dank voor plaatsing, J. B. WESSEJUNGH. Zoeterwoude,. 15 Febr. 1915. Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding van het in Uw geëerd blad van Zaterdag j.l. voorkomend verslag van de door den Boerenbond te Hazers-' woude gehouden vergadering verzoeken wij U beleefd een klein plaatsje voor eeni- ge opmerkingen. Voor .zoover de geachte verslaggever het beeft over de eenparigheid van meening ten opzichte van inwilliging van het verzoek van den dir. gen. om ieder voor zichzelf al het mogelijke te doen om besmetting te voorkomen, hebben wij daar over niets aan te merken. Velen zullen zich waarschijnlijk de kleine moeite willen ge troosten, omdat het zeker geen kwaad kan en ook zeker niet veel kost. In het laatste gedeelte krijgt de geachte verslaggever het echter over de verblijdende kentering in Ingezonden Mededeelingen a 30 cent per regel. DENKT OM 85 MEUBELMAOAZIJN MARE 36. de vroeger algemeen gangbare denkbeel- den over mond- en klauwzeerbestrijding en over de maatregelen van de regeering Blijkbaar is bier zijn bedoeling om het voor te stellen alsof hier nu iedereen in genomen is met het gruwelijk afmaak- systeem. Deze voorstelling nu is absoluut ten een; male onjuist. Ook op de vergadering is al- keurend daarover gesproken en buiten de vergadering hoort men enkel daarover spreken met walging en afkeer. Iedereen noemt de kwaal wel vreeselijk, maar het middel nog veel verschrikkelijker. En al- gemeen (of bijna algemeen) is men van oordeel, dat door die verwoesting der vee< stapels de voortgang der kwaal toch niet te keeren is. Bij voorbaat onzen beleefden dank voor de plaatsing. Eenige landbouwers van Hazerswoude. SPORT. BILJARTEN. RobijnsWiemers. Te Amsterdam, in het clublokaal van de vereeniging K.R.A.S., is een wedstrijd gehou den tusschen den Amsterdammer Robijns en de Dokkumer Wiemers, over 1500 caramboles. Na 9 beurten was de stand vrijwel gelijk, nl. Robijns 120 en Wiemers 119. Daarna liep Wiemers uit, maar Robijns annuleerde het verschil, dat grooter werd, vooral toen de A'dammer een serie van 130 maakte. Na 30 beurten had R. 500 en W. 288. In de 87e beurt maakte Robijn6 1000 en na 134 beurten was de 1500 vol, gemiddeld 11.19. Wiemers had 1224 punten in 134 beuren, hoogste serie 51, gemiddeld 9.13. YOETBAL. Men zegt, dat de bekende Belgische voet ballers Hubin en Swartenbroeck nog gezond zijn en voor hun vaderland vechtenBrichant, de jonge internationale keeper, is gewond bi; den Yser en gelukkig genezende; Cambier en Six moeten gesneuveld zijn. De 24 riurrit voor motorwielrijders. De uitslag van dezen rit is als volgt: J. J. J. Fonck, lid van het Vrijwillig Mili taire Motorrijderskorps, F. J. Visscher, bur gerlid van de N. M. V., F. H. L. Lamberts Hurrelbrinck en F. Janssen, beiden militaire leden van de N. M. V. eu W. van Kol, bur gerlid van de N. W. V- Deze vijf heeren hebben het geheele par cours afgelegd zonder strafpunten. Om bijzon dere redenen kan omtrent de prijsuitdeeling nog niets worden medegedeeld. Uit Stad en Omgeving. B. J. R. Engelbregt t. In den ouder- dom van bijna 74 jaren is te 's-Gravenhagc overleden de heer B. J. R. Engelbregt k leven oud-inspecteur der Posterijen en Tt legraphie afd. Zuid-Holland. Geboren den 25en Februari 1841 alhier. ving hij 15 Juli 1862 als leerling-tel^ graphist zijn loopbaan bij de telegraphie aan, om den lsten November van dat jaar naar Amsterdam te worden overgeplaatst Met ingang van 1 Juli 1863 werd de heer Engelbregt benoemd tot telegrafist als hoedanig hij achtereenvolgens werkzaam was te Rotterdam, Leiden en Schoonhoven, in welke plaats hij met 1 Januari 1868 directeur van het telegraafkantoor werd, welke functie hij van 1 Jan. 1873 tot 16 October 1875 te Culemborg en daarna tót 15 Maart te Helmond vervulde, met ingang van welken datum de heer Engelbregt overgeplaatst werd naar 's-Gravenhage, waar hij directeur van het telegraafkan toor werd tot 1 April 1894, toen hij tot de hooge functie van inspecteur der poste rijen en telegrafie in algemeenen dienst werd geroepen, een ambt, dat hij tot 1 Maart 1911 bekleedde, om met ingang van dien datum op zijn verzoek eervol uit den dienst te worden ontslagen onder dankbe tuiging voor de vele en gewichtige dien sten den lande bewezen. De heer Engelbregt stelde ook een hand leiding voor den postdienst samen. Zijn verdiensten jegens den lande wer den erkend door zijn benoeming tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Leidsch Studentencorps. Door het af getreden collegium van het Leidsch Stu dentencorps werd gecandideerd tot quaestor collegii van gemeld corps de heer J. H. L. J. Sweerts de Landas Wyborgh (Den Haag). De verkiezing is vastgesteld op Woens dag 17 dezer, des namiddags van 4—5.3) in de Senaatskamer der Sociëteit Minerva. Bij enkeile candidaatstelling is gekozen tot a.bactis collegii van het Leidsch Stu dentencorps de heer J. G. O. baron va» Lynden, candidaat van het afgetreden Collegium. Universiteit. Prof. dr. P. Zeeman »j' hier is ongesteld en zal daarom deze weet geen colleges kunnen geven. De colleges in de economie alhier zulle» wegens de ziekte van prof. Greven worde» waargenomen door prof. Meyers. Gemobil. politie-agenten. Door de mobilisatie moesten een 10-tal agente» van politie, onder de wapenen kom?& waardoor aan het agenten-personeel gfPJ verlof meer kon worden verleend. De door de politic-autoriteiten aange wende pogingen, om de onder de wapsn«» zijnde agenten weder in het genot groot verlof gesteld te krijgen, hadden dusver schipbreuk geleden, alhoewel zu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 2