ALBERT RIEL
T»»cht op 9 Febr. kreeg, waarbij de kruiser
door het Turkach geschut zoodanig werd
beschadigd, dat hij niet meer in staat was
san den strijd deei te nemen.
Generaal Pau. Herhaaldelijk is in de
bladen medegedeeld, dat generaal Pau op
reis naar Rusland zou wezen. Hij zou
reeds te Stockholm zijn aangekomen.,
Volgens de Parijsche bladen is zulks niet
het geval. De generaal bevindt zich te Pa
rijs. Wel gaat hij vermoedelijk naar Pe-
trograd om hooge decoraties namens de
Fransche regeering over te brengen.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Buitenlandsche paspoorten.
De coanmissaris der Koningin in Zuid-
Holland heeft ter kennis van de burge
meesters der geimeenten in deze provincie
gebracht de missive van den minister
van Buitenlandsche Zaken d.d. 10 dezer
betreffende afgifte van buitenlandsche
paspoorten aan ingezetenen zonder na
tionaliteit, die langen tijd hier te lande
hebben gewoond en om bijzondere redenen
nieit genaturaliseerd kunnen worden en
voorts aan personen wier naturalisatie
aanhangig is.
Herinnerd wordt dat het paspoort geen
bewijs van Nederlanderschap is en dat de
afgifte voor eenmaal niet de verplichting
medebrengt, dat naderhand weder een
paspoort zal worden afgegeven.
De machtiging van den Minister aan den
commissaris der Koningin tot afgifte van
een paspoort zal dus telkens noodig zijn
en in verband daarmede moeten op den
aan een vreemdeling te verstrekken pas
ter voorkoming van verlenging van den
geldigheidsduur door diplomatieke en con
sulaire ambtenaren worden gesteld (on
der de vermelding „valable pour un an")
de woorden: ,,renouvillemant impossible".
Dit geldt ook voor de afgifte van een bui-
tenlandsch paspoort.
De Duitsche bedreiging.
Not a's van deNederlandsche
regeering.
De Nederlandsche regeering heeft een
nota gericht tot de Duitsohe regeering,
naar aanleiding van de openbaar ge
maakte Duitsche memorie van 4 dezer.
In hare nota ontkent onze regeering,
dat de in algemeenen zin tot de neutrale
staten gerichte verwijten, wat Nederland
betreft, gegrond zouden zijn.
In zake de verklaring van een uitgebreid
gedeelte open zee tot oorlogszöne zijn ge
lijksoortige bedenkingen kenbaar gemaakt
als vroeger tot de Britsche regeering zijn!
gericht naar aanleiding van het voorne
men tot gedeeltelijke afsluiting van de
Noordzee.
Met betrekking tot "de gevaren, die de
Nederlandsche scheepvaart zou kunnen
loopen in de oorlogszöne, is volgehouden,
dat neutrale schepen er Uanspraak op kun
nen maken, dat voldoende onderzoek naar
de nationaliteit van handelsschepen wor
de ingesteld, alvorens maatregelen tegen
die schepen worden genomen.
Anderzijds heeft onze regeering bij de
Britsche regeering hare bedenkingen ken
baar gemaakt tegen het standpunt, door
laatstgenoemde ingenomen ten opzichte
van het misbruik van de neutrale vlag
door Britsche Voopvaard ij schepen.
Naar het ,,Hdbl." verneemt, heeft de
Koninklijke Nederlandsche Stoomboot^-
Maatschappij haar dienst op Havre voor-
loopig gestaakt
Als resultaat van het onderhoud, dat
gisteren in het departement van Iluitc-n-
landsclie zaken heeft plaats gehad tus-
schen de ministers van buitenlandsche za
ken en van marine met vertegenwoordi
gers van groote Nederlandsche stoom
vaartlijnen, reederijen en handelslicha
men, meldt het „Hdhl."
De schepen blijven varen, maar zullen
ook zonder aanmaning stoppen, zoodra zij
een duikboot zien, om het onderzoek te
vergemakkelijken. Van convoyeeren van
schepen is afgezien.
Men bericht aan het „Vad.": Met het
oog op de 18 Februari aangekondigde
maatregelen van de Duitsche admiraliteit
in de Noordzee is hier bericht ontvangen,
dat vóór dien datum vele in Engeland,
met name te Londen tijdelijk gevestigde
Belgen en Belgische familiën naar ons
land zullen oversteken ten einde óf naar
België terug te keeren, óf om bij lateren
terugkeer naar het vasteland, gevaar tij
dens den overtocht te ontgaan.
De Duitsche consul Gneist te Rotterdam
heeft aan de Kamer van Koophandel den
volgenden brief gezonden:
Ik heb de eer hierbij een mij door den
heer rijkskanselier toegezonden memorie
nopens den onderzeesclien oorlog tegen
Engeland ter kennis van de Kamer van
Koophandel te brengen.
Naar de meening van den heer rijks
kanselier dient er rekening mee gehou
den te worden, dat onzijdige schepen in
het gebied van den zeeoorlog tegen Enge
land door de Duitsohe duikbooten als zoo
danig meestal niet herkend zullen wor
den en daarom zonder meer vernield zul
len worden. Om verliezen te vermijden,
lijkt het dus dringend noodig, dat de Ne
derlandsche handelsschepen, uit de wate
ren, die de Duitsche admiraliteit tot oor
logsgebied verklaard heeft, voorloopig
verre blijven.
In de memorie wordt in de eerste plaats
vermeld, dat de Engelsche handelsvloot
nu algemeen met geschut gewapend wordt.
Verder heeft men den handelsschepen aan
geraden groepsgawjjs te varen en de DuiV
sche duikbooten, terwijl deze een onder
zoek instellen, te rammen, terwijl zij
langszij liggen met bommen te bestoken
en verder de Duitsche marine-afdcelin-
gen, die voor het onderzoek aan boord ko
men, te overmannen.
Eindelijk heeft men van Engelsche zijde
een zeer hooge prijs uitgeloofd voor de
vernieling van de eerste Duitsche duikboot
door een Engelsch koopvaardijschip. De
Engelsche handelsvloot in die watenen is
dus niet meer als weerloos te beschou
wen, waarom zij van Duitsche zijde zon
der voorafgaande waarschuwing of onder
zoek aangevallen worden.
Intussehen heeft de Engelsche regee
ring ook de verordening nopens het mis
bruik van de neutrale vlag erkend. Men
mag aannemen, dat de Engelsche koop
vaarders elk middel zullen gebruiken om
zich onkenbaar te maken.
Daardoor zijn neutrale schepen, als zij
overdag niet onder konvooi varen, zoo goed
als niet te herkennen. De van neutrale
zijde ondernomen beschildering van den
scheepsromp met nationale kleuren en het
aanbfengen van andere herkenningsmid
delen, zal ook wel door Engelsche koop
vaardijschepen nagevolgd worden. Een
voorafgaand onderzoek lijkt uitgesloten,
daar dit de afdeeling, die het onderzoek
verricht en de duikboot zelf aan het gevaar
van vernieling zou blootstellen.
In deze omstandigheden bestaat er niet
de minste waarborg meer voor de veiligheid
van de neutrale scheepvaart in de Engel
sche oorlogswateren.
Daarbij komt, dat het gevaar voor mijnen
is toegenomen, aangezien het plan is, in
alle deelen van de oorlogswateren zooveel
mogelijk van mijnen gebruik te maken.
Onzijdige schepen moeten daarom op
nieuw ten dringendste gewaarschuwd wor
den, om zich niet in het oorlogsgebied te
begeven.
In elk geval zullen zij, zonder bezwaar te
ondervinden, den weg, die de Duitsche ad
miraliteit hun aanbevolen heeft, om het
Noorden van Schotland heen kunnen ne
men.
De memorie verklaart ten slotte dat
Duitschland de aangekondigde wijze van
oorlogvoering zal blijven volgen, tot Enge
land besluit de algemeen erkende regelen
van het zeeoorlogsrecht, gelijk dat in de
Parijsche en Londensche Verklaringen is
neergelegd, ook van zijn kant in de toe
komst, na te leven of tot de neutrale mo
gendheden het daartoe dwingen.
Ook verschillende stoomvaartlijnen heb
ben nog daarenboven van den Duitschen
consul-generaal te Rotterdam eene bijzon-
oere waarschuwing ontvangen, van den
13den dezer af toch vooral de vaart om den
Noord te volgen.
Uitlevering, gewonde
krijgsgevangenen.
Met de mailboot worden hedenmiddag
te Vlissingen ruim 100 gewonde Duitschers
verwacht, begeleid door vele dokters en
verpleegsters. Zij zullen bij aankomst te
Vlissingen door tusschenkonxst der afdee
ling van het Roode Kruis, en transport-
oolonnes van Roode Kruis en Marine naar
den trein worden overgebracht, waarmede
de reus naar Duitschland wordt voortgezet.
De Engelsche gewonden, die hedennacht
per extra-trein uit Duitschland te .Vlis
singen werden venvacht zouden, volgens
nader bericht, gisteravond nog niet aan
komen zijn.
Bij het Roode Kruis te Maastricht is
bericht ontvangen, dat te Luik klaar staat,
maar nog niet vertrokken is, een trein
van 80 assen. Daarin bevinden zach een
dokter, twee assistenten, 35 personen ver
plegend personeel, twee koks en 118 ge
wonden, onder wie een officier. Door de
zorgen van het Roode Kruis is alles in
gereedheid gebracht om ze zoo noodig in
de ambulance te kunnen logeeren. Ver
snaperingen en bloemen staan klaar. Twee
officieren van gezondheid en 20 hospitaal
soldaten zijn gisteren te Maastricht aan
gekomen om den trein over Nederlandsch
grondgebied te begeleiden. Ook een Neder
landsche ambulancetrein 6taat te Maas
tricht klaar, doch het is thans acker, dat
de gewonden in den Duitschen trein zul
len doorgaan.
Te 9 uur kwam bericht, dat de trein
vannacht niet meer zou aankomen.
Men meldt uit Oldenzaal: De DuitscBfe
trein met vluchtelingen is gistermiddag
toch niet gekomen, maar te Osnabruck
opgehouden. Vandaar is hij Maandag
avond 9 uur van Osnabruck vertrokken.
Hij bleef vannacht te Bentheim en zou
hedenmorgen vroeg te Oldenzaal doorko
men.
Geïnterneerden.
De Belgische generaal Dossin, die, gelijk
gemeld, de verschillende plaatsen in ons
land, waar Belgische militairen zijn geïn
terneerd, bezocht heeft, zal dezer dagen
een onderhoud hebben met den minister
van oorlog, generaal-majoor Bosboom, en
den Opperbevelhebber van land- en zee
macht, generaal Snijders.
Gisternamiddag zijn op Urk weer twee
geïnterneerde officieren aangekomen. Er
zijn er nu 11. Het interneeringsgebouw is
ingericht voor 12 personen. Voor uitbrei
ding van het depót wordt op het hooge
Klif, bij de school en de Ned. Herv. kerk,
een terrein van 60 bij 13 M. gereed ge
maakt, voor een grooten houten gebouw.
De Belgischevluchtelingen.
Men meldt uit Koewacht:
Het bevel van den territorialen comman
dant, dat alle vluchtelingen uit Kede,
Sluis en Retranchement tusschen 12 en 19
Februari moesten vertrekken, is thans
wederom ingetrokken. Voorloopig mogen
de vluchtelingen blijven waar zij zijn.
Verkeer met België.
De Duitsche consul te Vlissingen mag
tijdelijk in het geheel geen passen voor
België afgeven. Men vermoedt evenwel, dat
deze maatregel van korten duur zal zijn.
Een vliegmachine bij
Schiermonnikoog.
Men meldt uit Schiermonnikoog:
Twee Duitsche aviateurs, die Zondag
avond op de Engelschmanplaat tusschen
Schiermonnikoog en Ameland gedaald wa
ren en die geweigerd hadden met de red
dingsboot mede te gaan, waren toen de
reddingsboot voor de tweede maal uitge
varen was, reeds verdwenen.
M a x i m u m-p r i j z e n Ameri'kaan-
sche bloem (Straight en
Bake r)..
Het stellen van maximum-prijzen voor
Amerikaansche bloem (Straight en Baker)
heeft aanleiding gegeven tot verkeerde
praktijken, terwijl het ondoenlijk is geble
ken om nauwkeurige contróle op de nale
ving van dit voorschrift te houden.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft hierin aanleiding gevon
den, dé maximum-prijzen- voor deze mer
ken te doen vervallen.
Rogge en aardappelen.
Men meldt uit Groningen, dat de rogge-
boeren in de streek, uit vrees voor regee-
ringsmaatregelen" in het najaar, thans
hun roggevelden omwerken en die be
stemmen voor de teelt van andere gewas
sen. Zij wenschen zich, naar men meldt,
te hoeden tegen inbeslagneming, indien
de tijdsomstandigheden tegen bet najaar
nog dezelfde zijn als thans.
De velden worden thans meerendeel be
stemd voor aardappelteelt, omdat dit ge
was een goeden prijs belooft.
Stopgezet.
Naar de „Tel." verneemt, wordt op de
Kon. Stearine-kaarsenfabriek. te Gouda,
tengevolge van het uitvoerverbod van
grondstoffen in Engeland, Maandag de
fabrikage van stearine stopgezet. Binnen
kort zal dus de fabriek geen stearine-
kaarsen meer afleveren; de fabricage van
paratine-kaansen wordt voorloopig voort
gezet.
Dit feit kan ontzettende gevolgen heb
ben; zoo houdt b.v. ook de fabricage van
oleine op, waardoor de textielnijverheid
in moeilijkheden kan komen.
Prins Hendrik.
Prins Hendrik ondergaat thans, onder
behandeling van Dr. Friedlander, uit den
Taunus naar het Loo overgekomen, zijn
gewone voorjaarskuur. De Prins zal daar
om niet voor enkele dagen, doch geruimen
tijd op het Loo vertoeven.
Goudstroopers.
Blijkens een van den Gouverneur van
Suriname bij het Ministerie van Koloniën
ontvangen telegram is een tegen stroopers
op een goudplacer aan de Lawa uitgezon
den politiemacht op gewapenden tegenstand
gestuit. Van de stroopers werden er der
tien gedood en vijf gevangen genomen. De
politie kreeg noch dooden, noch gewonden.
O Dr. Bronsveld, Mr. Tïdeman, Prof.
Muller en alle gij „protestanten"!
De (A. R.) „Rotterdammer" schrijft:
Rome's macht moest borden gebroken.
Tegen papistische stoutigheden diende
front te worden gemaakt.
Een krachtig „tot hier toe en niet ver
der" behoorde aan Rome te worden toege
roepen.
Het „o moeder die papen" werd met bij
zondere innigheid gezongen.
Warme protestanten vereenigden zich
tot verdediging der protestantsche belan
gen en in naam van het protestantsche
bewustzijn werd de val van het Ministerie-
Heemskerk geëischt.
De protestanten kregen hun zin het
Kabinet viel.
Sindsdien werd met smachtend verlan
gen uitgezien naar maatregelen die het
protestantsch karakter der natie zouden
handhaven en Roomschen overmoed be
teugelen.
Zii kwamen niet maar de hoop bleef.
En ziet, daar komt Woensdag in de Eer
ste Kamer de vraag aan de orde of niet het
Nederlandsche gezantschap bij den Paus
diende te worden hersteld.
Nu zou komen een vurig protest van het
Ministerie van het protestantsch bewust
zijn 1
Maar eilacie, daar verklaart Minister
Loudon, namens de heele Regeering dat,
al was het tijdstip nu ongeschikte deze „ze
ker niet vijandig staat tegenover een even
tueel herstel der Missie."
Ai mij, o Dr. Bronsveld, Mr. Tideman,
Prof. Muller, mijne heeren Kip en Diffe-
ree, en alle gij „protestanten"!
Mond- en klauwzeer.
In Noord-Holland is het mond- en
klauwzeer uitgebroken op een tweetal boer
derijen in Wijde Worm er, Bij den land
bouwer Brouwer, aldaar zijn een 30-tal
koeien afgemaakt.
Bij een landbouwer in Starnmeer ont
dekte men verdachte verschijnselen en gaf
onmiddellijk kennis aan heit Rijksveeart-
senijkundig toezicht. Eerst een etmaal
later werd door dit toezicht een onder
zoek ingesteld. Gelukkig bleek het, dat
men hier met een tandenverwisseling van
het vee te doen had.
Eindexamen H. B. S..
De heer J. Hendrik van Ba
len, te Brammen, heeft, naar wij
vernemen een schrijven gericht tot
den Minister van Binnenlandsche Zaken,
waarin de aandacht van den Minister ge
vestigd wordt op het feit, dat het afne
men der eind-examens H. B. S. 5-j. c.
jaarlijks een bedrag van f 100,000 uit de
schatkist vordert. Naar aanleiding hier
van vraagt schrijver, of het geen aanbe
veling zou verdienen in deze buitengewone
omstandigheden de examens niet op de
gewone wijze te doen plaats hebben, maar
de diploma's te doen uitreiken door direc
teur en leeraren der H. B. Scholen.
Ingezonden stukken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Mond- en klauwzeer.
M. de Redacteur,
In uw blad van Zaterdag komt een ver
slag voor van de vergadering, gehouden
door de afdeelingen van den Boerenbond
em de Holl. Mij. v. Landbouw te Hazers-
woudeKoudekerk, in welk verslag ver
meld wordt, hoe ik aan de hand van No. 1
der „Mededeelingen en Verslagen" van de
Directie van den Landbouw van 1912, ge
tracht h€jj, de maatregelen der regeering
tot bestrijding van liet mond- en klauw
zeer uiteen te zetten en met kracht en
klem mijne medelandbouwers heb aange
spoord den raad van onzen Directeur-Ge
neraal 1.1. Vrijdag in Zomerzorg gegeven
op te volgen„Weest waakzaam".
En zie, reeds Zaterdagmorgen brak bij
mij dê gevreesde ziekte uit en zag ik
mijne geheele mooie veestapel wegvoeren
en vernietigen.
Ik kan mij zoo voorstellen, M. de R.,
dat velen der bezoekers van die vergade
ring bovengenoemd, nu wel zullen gedacht
hebben ,,Hoe zal 't hem nu wel te moede
zijn? Welnu, daar ik hen nu niet spreken
kan, ga ik het hun zeggen door middel
van uw blad.
Mijn eerste gevoel was een zeer groot
leed. Mijn mooie dieren, waaraan jk tien
jaren als lid der fokvereeniging en drie
jaren door bestrijding der tuberculose,
zooveel moeite en zorg had besteed, zoo
eensklaps te moeten missen, is hard, ont
zettend hard; en ik schaam mij volstrekt
niet te zeggen, dat meermalen mijn over-
kropt gemoed mij de tranen naar de oogen
perste. Maar bij dat leed gevoel ik toch
een groote troost, bij de gedachte mij zei
ven niets te verwijten te hebben. Ik heb
van te voren toch alle voorzorgen geno
men, om mijn veestapel voor de ziekte te
bewaren, en heb, toen ze toch uitbrak,
terstond zelf allee gedaan wat mogelijk
was, om te zorgen dat geen anderen de
smetstof bij mij vandaan konden mee
dragen.
Ja, maar, zal men zeggen, „uwe voor
zorgsmaatregelen, welke ge ons zoo hebt
aangeprezen, zijn toch maar te vergeefs
gebleken!" Neen, mijne vrienden, absoluut
niet. Ik ga het u bewijzen.
De eene rij koeien jn mijne stal is afge
sloten door een schut, en daarnaast be
vindt zich, gelijk in vele stallen, een ruim
te voor veevoeder, drankkuip, enz. De le
dige zakken hingen we gewoonlijk op dat
schut. Des Vrijdags kwam dan de meel
man, bracht de volle zakken in den stal
en nam de ledige zakken van dat schut
weer mede. Sinds veertien dagen echter
mocht hij evenmin als iemand anders in
den stal komen, maar moest alle voeder-
voorraad door hem op eene vastgestelde
plaats in een afzonderlijke schuur worden
neergelegd. Veronderstel nu eens, dat hij
ook Vrijdag 1.1. mijne stal, waarin reeds
Zaterdag vijf dieren waren aangetast, ver
schillende malen had op en neer geloopen
en vandaar de ledige zakken had mede
genomen, zoude het dan niet bijna zeker
zijn, dat hij de smetstof had overgebracht
naar. anderen; want juist naast dat schut
waar anders de ledige zakken ophingen,
stond de koe welke het ergst was aange
tast. Zal men nu nog kunnen beweren,
dat mijne voorzorgen te vergeefs zijn ge
weest? Of zullen misschien velen mij dank
baar zijn hen door die voorzorgen voor de
gevreesde ziekte bewaard te hebben?
Wie dan ook mocht meenen, dat ik
thans ten opzichte van de maatregelen tot
'wering van het mond- en klauwzeer van
meening veranderd ben, heeft het mis. In
tegendeel, meer dan ooit ben ik overtuigd,
dat die maatregelen noodig en nuttig zijn.
Ik bevind mij als 't ware in de posiitie van
iemand, die van eer^ ander een klap heeft
gehad en nu niet zal rusten alvorens hij
he/rti zulks heeft betaald gezet. Ik zoude
dan ook niets meer betreuren, dan wan
neer mijne - mëdelandbouwers, thans ont
moedigd, de besproken maatregelen zou
den achterwege laten; want dan ware
mijn schoone veestapel, die ik zoo lief had,
voor niets opgeofferd.
Neen, volhouden! Het mond- en klauw
zeer moet en kan bestreden worden. God,
die den mensch als koning over al het ge
schapene heeft gesteld, Hij kan niet willen,
dat wij werkloos zouden toezien, wanneer
Zijne, zij het ook redelooze schepselen,
door zulk eene pijnlijke en schadelijke
ziekte bedreigd worden. En daarom alles
gedaan wat kan. Men late niemand in de
stallen of zélfs op het erf toe en verplichte
hen, die er noodzakelijk moeten wezen, al
thans hun schoeisel te ontsmetten door ze
zoowel bij het komen als gaan op oene in
creolin gedrenkte zak af te vegen. Men
late koekkisten of ledige zakken geen
oogenblik in den stal achter. Men kome
niet meer op vreemde plaatsen of bij an
deren dan noodig is; kortom, men neme
alle voorzorgen om de smetstof te weren.
Ook burgers, zooals bakker, 6lagers, enz.
moeten medewerken. Ze moeten nu eens
niet meer lachen om die maatregelen der
boeren; maar doen war deze hun vragen
en bedenken, dat het belang van den boer
ook indirect hun belang is. Dan, ik ben
er nog altijd van overtuigd, wanneer eens
allen en alles samenwerkt, zal het moge
lijk blijken het mond- en klauwzeer zoo
niet geheel te weren, toch zeer zeker des-
zelfs kwaad voor een zeer groot gedeelte
te beperken. Laten we ons zeiven helpen,
dan, maar ook dan alleen, zal God ons
helpen.
Met dank voor plaatsing,
J. B. WESSEJUNGH.
Zoeterwoude,. 15 Febr. 1915.
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van het in Uw geëerd
blad van Zaterdag j.l. voorkomend verslag
van de door den Boerenbond te Hazers-'
woude gehouden vergadering verzoeken
wij U beleefd een klein plaatsje voor eeni-
ge opmerkingen. Voor .zoover de geachte
verslaggever het beeft over de eenparigheid
van meening ten opzichte van inwilliging
van het verzoek van den dir. gen. om ieder
voor zichzelf al het mogelijke te doen om
besmetting te voorkomen, hebben wij daar
over niets aan te merken. Velen zullen zich
waarschijnlijk de kleine moeite willen ge
troosten, omdat het zeker geen kwaad kan
en ook zeker niet veel kost. In het laatste
gedeelte krijgt de geachte verslaggever het
echter over de verblijdende kentering in
Ingezonden Mededeelingen
a 30 cent per regel.
DENKT OM 85
MEUBELMAOAZIJN
MARE 36.
de vroeger algemeen gangbare denkbeel-
den over mond- en klauwzeerbestrijding
en over de maatregelen van de regeering
Blijkbaar is bier zijn bedoeling om het
voor te stellen alsof hier nu iedereen in
genomen is met het gruwelijk afmaak-
systeem.
Deze voorstelling nu is absoluut ten een;
male onjuist. Ook op de vergadering is al-
keurend daarover gesproken en buiten de
vergadering hoort men enkel daarover
spreken met walging en afkeer. Iedereen
noemt de kwaal wel vreeselijk, maar het
middel nog veel verschrikkelijker. En al-
gemeen (of bijna algemeen) is men van
oordeel, dat door die verwoesting der vee<
stapels de voortgang der kwaal toch niet
te keeren is. Bij voorbaat onzen beleefden
dank voor de plaatsing.
Eenige landbouwers
van Hazerswoude.
SPORT.
BILJARTEN.
RobijnsWiemers.
Te Amsterdam, in het clublokaal van de
vereeniging K.R.A.S., is een wedstrijd gehou
den tusschen den Amsterdammer Robijns en
de Dokkumer Wiemers, over 1500 caramboles.
Na 9 beurten was de stand vrijwel gelijk,
nl. Robijns 120 en Wiemers 119. Daarna liep
Wiemers uit, maar Robijns annuleerde het
verschil, dat grooter werd, vooral toen de
A'dammer een serie van 130 maakte. Na 30
beurten had R. 500 en W. 288. In de 87e
beurt maakte Robijn6 1000 en na 134 beurten
was de 1500 vol, gemiddeld 11.19. Wiemers
had 1224 punten in 134 beuren, hoogste serie
51, gemiddeld 9.13.
YOETBAL.
Men zegt, dat de bekende Belgische voet
ballers Hubin en Swartenbroeck nog gezond
zijn en voor hun vaderland vechtenBrichant,
de jonge internationale keeper, is gewond bi;
den Yser en gelukkig genezende; Cambier
en Six moeten gesneuveld zijn.
De 24 riurrit voor motorwielrijders.
De uitslag van dezen rit is als volgt:
J. J. J. Fonck, lid van het Vrijwillig Mili
taire Motorrijderskorps, F. J. Visscher, bur
gerlid van de N. M. V., F. H. L. Lamberts
Hurrelbrinck en F. Janssen, beiden militaire
leden van de N. M. V. eu W. van Kol, bur
gerlid van de N. W. V-
Deze vijf heeren hebben het geheele par
cours afgelegd zonder strafpunten. Om bijzon
dere redenen kan omtrent de prijsuitdeeling
nog niets worden medegedeeld.
Uit Stad en Omgeving.
B. J. R. Engelbregt t. In den ouder-
dom van bijna 74 jaren is te 's-Gravenhagc
overleden de heer B. J. R. Engelbregt k
leven oud-inspecteur der Posterijen en Tt
legraphie afd. Zuid-Holland.
Geboren den 25en Februari 1841 alhier.
ving hij 15 Juli 1862 als leerling-tel^
graphist zijn loopbaan bij de telegraphie
aan, om den lsten November van dat jaar
naar Amsterdam te worden overgeplaatst
Met ingang van 1 Juli 1863 werd de heer
Engelbregt benoemd tot telegrafist als
hoedanig hij achtereenvolgens werkzaam
was te Rotterdam, Leiden en Schoonhoven,
in welke plaats hij met 1 Januari 1868
directeur van het telegraafkantoor werd,
welke functie hij van 1 Jan. 1873 tot 16
October 1875 te Culemborg en daarna tót
15 Maart te Helmond vervulde, met ingang
van welken datum de heer Engelbregt
overgeplaatst werd naar 's-Gravenhage,
waar hij directeur van het telegraafkan
toor werd tot 1 April 1894, toen hij tot de
hooge functie van inspecteur der poste
rijen en telegrafie in algemeenen dienst
werd geroepen, een ambt, dat hij tot 1
Maart 1911 bekleedde, om met ingang van
dien datum op zijn verzoek eervol uit den
dienst te worden ontslagen onder dankbe
tuiging voor de vele en gewichtige dien
sten den lande bewezen.
De heer Engelbregt stelde ook een hand
leiding voor den postdienst samen.
Zijn verdiensten jegens den lande wer
den erkend door zijn benoeming tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Leidsch Studentencorps. Door het af
getreden collegium van het Leidsch Stu
dentencorps werd gecandideerd tot
quaestor collegii van gemeld corps de heer
J. H. L. J. Sweerts de Landas Wyborgh
(Den Haag).
De verkiezing is vastgesteld op Woens
dag 17 dezer, des namiddags van 4—5.3)
in de Senaatskamer der Sociëteit Minerva.
Bij enkeile candidaatstelling is gekozen
tot a.bactis collegii van het Leidsch Stu
dentencorps de heer J. G. O. baron va»
Lynden, candidaat van het afgetreden
Collegium.
Universiteit. Prof. dr. P. Zeeman »j'
hier is ongesteld en zal daarom deze weet
geen colleges kunnen geven.
De colleges in de economie alhier zulle»
wegens de ziekte van prof. Greven worde»
waargenomen door prof. Meyers.
Gemobil. politie-agenten. Door de
mobilisatie moesten een 10-tal agente»
van politie, onder de wapenen kom?&
waardoor aan het agenten-personeel gfPJ
verlof meer kon worden verleend.
De door de politic-autoriteiten aange
wende pogingen, om de onder de wapsn«»
zijnde agenten weder in het genot
groot verlof gesteld te krijgen, hadden
dusver schipbreuk geleden, alhoewel zu