BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. ALBERT RIEL gewondo Britsch-Indiërs binnengebracht. Dit is het grootste transport gewonden, tot dusver nog in één keer te Brighton aange komen. Vijftig gekwetsten lagen op draag- baren. Een kardinaal aan het front. Kardi naal Beurne, die de Engelsche hospitalen in Frankrijk bezoekt, is Zaterdag te Rouaan geweest en heeft daar in de kathedraal een ruis geleid. Daarna ging hij in het hospitaal alle bedden langs en hield een toespraak. De moeders van dienstplichtige Belgen in hechtenis genomen. Een correspon dent van de „Tijd" schrijft: Te Hasselt en omstreken hebben de Duitschers jacht ge maakt op de vaders van dienstplichtige jongelingen, die ondanks het strenge ver bod en de scherpe bewaking, tóch Neder land hebben kunnen bereiken, om zich via Engeland naar Frankrijk te begeven, ter eventueele inlijving bij het leger. Doch toen de bevolking vernam, dat de vaders werden gearresteerd, trokken ook deze over de grens. En de Duitschers von den vele vogeltjes gevlogen. Dat is min der; in hun plaats werden de moeders ge arresteerd. Door de Duitschers werd te vens medegedéeld, dat allen naar het be kende Duitsche kamp het Münster-lager zouden worden getransporteerd. Den vrouwen werd aangezegd, zooveel moge lijk ondergoed mede te nemen. Het was een heele consternatie in ons stadje. La ter kwam een telegram van generaal Von Bissing, dat de overbrenging naar het Munster-lager voorloopig (8 dagen) moest worden uitgesteld; de gevangenen werden vervolgens naar Tongeren overgebracht. Dezer dagen berichtten we, hoe aan de grenzen bij Veld-Weselt, een 30.-tal per sonen werden aangehouden, alle van den dienstplichtigen leeftijd, daar ze zich naar Nederland trachtten te begeven. Ook de geleiders werden gearresteerd. Allen zijn' weer in vrijheid gesteld op bepaalde voor waarden; de geleiders moesten echter een losgeld zij het een betrekkelijk geringe som betalen. Op het slagvod bekeerd. Een Beiér- sche landweerman, die, zwaar verwond in Fransche gevangenschap geraakt was, schrijft uit Besangon aan zijne vrouw, naar de ,,A. P." meldt „Vandaag is het voor mij een groote feestdag. Ik heb gisteren gebiecht en ge communiceerd, en dus na langen tijd mijn weg naar God terug gevonden. De eerste gunst van Hem was uw lieve brief, waar naar ik reeds drie maanden lang aller vurigst had uitgezien. Wordt naet moede loos, ik voel me hu ook sterk, want God zal alles ten beste schikken, of gelooft ge, dat Hij mij verlaat wegens de vele zon den, welke ik op mijne aripé ziel geladen heb? Ik denk het niet, want heeft men niet reeds tweemaal bericht, dat ik dood was, en toch leef ik nog altijd; ik ben echter ook als door een wonder den dood ontkomen." Een Duitsche torpedoboot gezonken. Een Russisch onderzeeër heeft, naar uit Petersburg wordt gemeld, 29 Jan. een Duitsche torpedoboot in volle zee bij Kaap Moen (Denemarken) tot zinken gebracht. Spoorwegconferentie. j Gistermorgen begon in het ministerie van Verkèer te München een conferentie in zake de spoor, wegregeling voor den zomerdienst 1915. De vertegenwoordigers van de Duitsche en Oostenrijksche spoorwegdirecties, verte genwoordigers van Denemarken, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zwitserland namen deel aan de beraadsla gingen, welke twee dagen zullen duren. Tot nu toe zijn 102 afzonderlijke voor stellen afgezegd. De minister van Verkeer, von Seidlein heette de vergadering gisteren welkom en verklaarde o.a., dat het economische leven zich op verblijdende wijze heeft ontwikkeld. De cijfers van het goederenverkeer waren slechts enkele percenten beneden die in gewone tijden. Ook het passagiersverkeer op de Duitsche spoorwegen bedroeg reeds meer dan van dat in dezelfde maanden van het vorige jaar. Het internationale verkeer nam geleide lijk in omvang toe binnen de grenzen, welke door den oorlog niet waren gesloten. De bedoeling van de onderhandelingen welke thans werden gevoerd was ervoor te zorgen, dat het verkeer verder ook zoo veel mogelijk werd bevorderd. De Bceren en de oorlog. De gouver neur-generaal van Zuid-Afrika, lord Bux ton, verklaarde in een te Bloemfontein ge houden redevoering, waarin hij het oordeel der neutralen over den oorlog besprak, o.a.: „Holland weet heel goed, dat, zoo Duitsch- land succes heeft en België geannexeerd wordt, het zelf het eerste slachtoffer zal zijn." Buxton zeide verder „Is elke man van Hollandsche afkomst in Zuid-Afrika niet een verrader van zijn ras, indien hij ook maar een pink uitsteekt om het land te hel pen, welks eerste daad, indien het succes heeft, zal zijn Holland van zijn vrijheden en nationaliteit te berooven. Is er één man te vinden, die niet bereid is alles te doen om zulk een ramp te voorkomen? UifxViss&ling van krijgsgevangenen. Uit Rome wordt aan de „Kölriische Volks- zeitung" geseind, dat thans Duitschland, Oostenrijk en Engeland het voorstel vari den Paus tot uitwisseling van burgerlijke gevangen mannen boven de 55 jaar en van vrouwen hebben aangenomen. De samenzweerders tegen Franz Ferdinand. Op de binnenplaats van de vestinggevan genis te Serajewo zijn drie samenzweerders die bij het hoogverraadsproces ter dood werden veroordeeld, terechtgesteld. Er deed zich geen incident voor. Twee andere me deplichtigen, die eveneens ter dood waren veroordeeld, kregen gratie. Voor den een werd de straf in levenslange gevangenis straf veroordeeld, voor den ander in twin tig jaren zware gevangenisstraf. Princip, de moordenaar van Franz Ferdinand, die wegens jeugdigen leeftijd niet ter dood kon worden veroordeeld, kreeg twintig jaren gevangenisstraf. Sensationeel nieuws uit Portugeesch Angora. De ,,Lokal Anzeiger" meldt: Volgens een mededeeling van een uit Portugeesch An gola te Berlijn aangekomen Hollander wer den drie Duitschers in October van het vorige jaar in Angola vermoord tijdens een feestmaal, dat de Portugeesche gouverneur te hunner eere had aangericht. De gastheer zelf was d$ moordenaar. De schandelijke daad is, aldus het Duit sche blad, een bewijs van den geweldigen haat, dien, tengevolge van de gewetenlooze ophitsing, het Portugeesche volk tegen Duitschland koestert. Nederland en de Oorlog. InterneeTingszorgen. Men kon gisteren in de couranten lezen dat een Belgisch officier, geïnterneerd in het kamp Gaasterland, zijn eerewoord (om geen poging tot ontvluchting te zullen doen) had teruggevraagd. Het verwondert ons niet dat die officier dit deed en er zullen er wel zijn die zijn voorbeeld zullen volgen. Het is al te ver leidelijk na wat er eerst in Groningen met eenige Engelsche officieren, nu pas weer te Bergen met een paar Duitsche gebeurde. De twee laatstgenoemden zijn dezelfden die, hoewel hun eerewoord gegeven heb bende, indertijd uit Bergen ontvluchtten. Het Duitsche legerbestuur heeft hun toen, met een militaire crènerie, waarvoor men eerbied moet hebben, gelast naar het in- terneeringsverblijf terug te keeren; het handhaafde aldus voor hen het eerewoord, dat zij hadden gebroken. Teruggekeerd hebben zij echter, gelijk hun recht was, hun woord niet opnieuw gegeven; maar zijn niettemin (mag men het uitvoerige bericht van het „Hbld." gelooven) behan deld als hadden zij dit wel gedaan. Ver blijf in een pension, verlof om zich bin nen het interneeringsrayon vrij te bege ven behoudens driemaal per dag zich mel den het geeft, dunkt ons, iemand die ontsnappen wil, een goede kans. De Engelsche officieren zijn na de ont snappingen uit Groningen, naar een onge bruikt fortje bij Bodegraven overgebracht; de Belgische officieren die hun parool niet gaven, naar Urk (waarheen thans ook de hierboven ge*oemde Belg die zijn woord terugnam, moest verhuizen). Ten aanzien van de zich nog te Bergen bevindende Duitsche officieren niet-op-parool (indien er aldaar nog zijn) zullen nu ook wel strenger maatregelen worden genomen. De vraag mag echter gesteld worden of al dergelijke maatregelen niet vroeger hadden behooren te worden genomen. Krijgsgevangenen van ons land zijn de geïnterneerden niet, maar wel rust op ons de volkenrechtelijke verplichting om te zorgen dat zij niet ontsnappen. Mocht de nakoming van die verplich ting worden bemoeilijkt door de omstan digheid, dat de interneeringsdienst onder het Departement van Oorlog ressorteert,1 terwijl het bestuur over het leger bij den Opperbevelhebber berust, dan zou in die omstandigheid gemakkelijk verandering zijn te brengen door de zorg voor de be waking der geïnterneerden naar den Op perbevelhebber over te brengen. Het 8oc.-dem. Kamerlid Hugenholt2 en de landsverdediging. Het socialistische Tweede Kamerlid, de heer F. W. N. Hugenholtz, besluit een ingezonden artikel in „Het Volk" óver „Oude en nieuwe plunje" als volgt „Ik wil wel eerlijk bekennen, dat het afgeloopen halve *jaar mij ook op militair gebied allerlei dingen anders heeft doen zien dan vroeger. Dat het kleine Belgische leger in staat is geweest het geheele vtld- plan van Duitschland te verijdelen, en dat ten spijt van de geweldige vlootmacht van Engeland, een paar Duitsche onderzeeboo ten. ver van haar vlootbasis en zonder bescherming van zwaargewapende moe derschepen, in staat zijn schrik en ver warring te brengen onder vijanden en neutralen, dat zal mij waarschijnlijk in het vervolg met wat minder geringschat ting doen spreken van wat ook met kleine middelen is te bereiken, zoolang wij nog door het oppermachtig kapitalisme om ons heen genoodzaakt worden een zekere weer macht in stand te houden." Uitvoer van Varkensvleesch. Men meldt ons van bevoegde zijde: De uitvoer van varkensvleesch voor een klein deel ook in den vorm van leven de varkens —-is in 1914 aanzienlijk ge weest. Herleidt men de uitgevoerde leven de varkens, zoo goed als zulks gaat, ook tot vleesch, zoo komt men tot het resultaat dat de totale uitvoer van varkensvleesch en spek heeft bedragen: in 1912: 50.599.000 K.G.; in 1913: 49.724 000 K. G.; in 1914: 80.920.000 K. G. Er valt dus, vergeleken met 1913, in 1914 een stijging te constateeren van ruim 31 millioen K. G. Men doet echter verkeerd, deze stijging geheel op rekening van den oorlogstoestand te stellen. In 't laatst van 1913 en in 't begin van 1914 toch is buiten gewoon sterk gefokt, zoodat ook reeds in de eerste maanden van 1914, vergeleken met 1913, een sterke vermeerdering van den uitvoer viel waar te nemen, zooals blijkt uit de onderstaande cijfers, aange vende het aantal varkens, bij de gezamen lijke keuringsdiensten van voor uitvoer be stemd vleesch ter keuring aangeboden: lste halfjaar 1913: 264058 stuks. 1ste half jaar 1914: 589885 stuks; 2de halfjaar 1913: 412217 stuks; 2de half jaar 1914: 684080 stuks, j, Intusschen is wel aan te nemen, dat door den enormen uitvoer de varkensstapel hier te lande sterk is afgenomen. Wie hieruit de conclusie mócht trekken dat een uitvoerverbod wenschelijk is, stelt zich de zaak echter te eenvoudig voor. Wat toch is het geval? Van de ruim 31 millioen K. G. varkens vleesch, die in 1914 meer werd uitgevoerd dan in 1913, ging 23Vf» millioen K. G. naar Engeland en 7 millioen K. G. naar Duitsch land. De groote uitvoer naar Engeland verdient daarom zop zeer de aandacht wijl de voor genoemd land bestemde varkens niet gemeste dieren zijn van 50 60 K.G. Terwijl nu de vette varkens, zooals men die hier te lande eischt, 40 a 50 pCt. duur der zijn dan een jaar geleden, kosten de varkens voor de Engelsche markt nog den gewonen prijs, zooals onderstaande cijfers, aangevende den prijs per K. G. levend ge wicht, doen zien; 26 Jan. 1913: vette varkens te Rotterdam f 0.55f 0.57. Exportvarkens te Leeuwarden f 0.52—f 0.53. 3 Jan. 1914: Vette varkens te Rotterdam f 48—f 0.50; Exportvarkens te Leeuwarden f 0.47—f 0.48. 26 Jan. 1915: Vette varkens te Rotterdam f 0.70f 0.74; Exportvarkens te Leeuwarden f 0.48f 0.50. Wat blijkt nu üit bovenstaande cijfers? In de eerste plaats, dat niettegenstaande de hooge prijzen der zware varkens het mesten, met het oog op de schaarschte en duurte van het mestvoer, nog niet voordee- lig geacht wordt, zoodat de varkenshouders hun varkens liever ongemest tegen lage prijzen verkoopen, dan gemest tegen hooge: En in de tweede plaats, dat de Nederland- sche consument tot nog toe goedkoop var kensvleesch had kunnen eten, zoo hij af stand had willen doen van zijn gewoonte om vleesch van zware varkens te eischen en genoegen had willen nemen met hetgeen gebruikt wordt door den Engelschman, die toch waarlijk kieskeurig genoeg is op het vleesch, dat hij eet. Yrédesgernchten. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gra- venhage heeft een aanzienlijk diplomaat, die op zijn reis van Londen en Parijs naar Pe tersburg Den Haag aandeed gesproken over de geruchten omtrent vredesonderhandelingen die in den laatsten tijd in Den Haag geloopen hebben. Deze diplomaat was volgens het Dag blad goed op de hoogte. Hij gaf als zijn vaste overtuiging te kennen, dat alle geallieerden, hoezeer zij den oorlog op zich zelf ook verfoeien, en hoezeer de ram pen, door dezen krijg teweeggebracht, hen ook op de ziel branden, eenstemmig van oor deel zijn, dat deze oorlog niét kan, ja niet mag eindigen zonder de absolute vernieti ging van het Pruisische militairisme. Dit is, .zoo zeide hij ons, de meening van alle geallieerden, die hierin volkomen een stemmig zijn. Zij hebben dezen oorlog niet ge wild, maar nu hij eenmaal is begonnen zou een- beëindiging, zonder vernietiging van het Pruisische militairisme beteekenen, dat er als het ware weer een nieuwe ramp op de schou ders van de afgestreden Europeeschen volke ren werd gelegd. Frankrijk is dezen oorlog niet begonnen. Het beste bewijs, daarvoor is wel, dat het niet zoo gereed was als het had kunnen zijn,'in dien hetzelf het initiatief tot den krijg had genomen. Dit is dan ook de reden, dat men aan de Belgen niet meer hulp in eigen land heeft-kunnen verléenen. Men moest er zich wel toe bepalen er voor te zorgen,, dat de Duitsche troepen na de ver overing van België een geheel strijdvaardig Fransch leger tegenover zich zouden vinden. De Duitschers hadden zulk een haast met het schenden van de Belgische neutraliteit, omdat volgens hun zeggen de Franschen hun op- maréch door België'tegen Duitschland voor bereidden. Zij hadden daarmede echter niet zulk een haast behoeven te hebben als 'het alleen de vrees voor een 6nel oprukken Van het Fransche leger gold. Het gold echter wellicht in veel sterker ma te hun eigen zucht om zoó spoedig mogelijk voor Parijs te staan. En wat Engeland betreft, dit was nog veel minder gereed voor een onmiddellijken strijd. Het is nu nog bezig zijn leger te vormen, ge reed te maken en over te voeren. Alleen Duitschland was gereed om als het ware terstond op te trekken, omdat men in Duitschland steeds heeft geleefd in het idee, dat te eenigertijd plotseling het machtige mi litaire instrument tot een offensief optreden zou worden geroepen. Maar nu deze oorlog eenmaal -is begonnen bestaat bij de geallieerden de eensgezindheid en rotsvaste overtuiging, dat hij niet beëindigd mag worden, voordat het Pruisische militai risme buiten staat is gesteld nieuwe rampen te veroorzaken. Frankrijk, zeide hij, zal tot geen prijs een vrede aanvaarden welke geen absolute vrede is, d.w.z. een vrede steunende op de beginselen van rechtvaardigheid en recht. De geallieerden zullen, steunend op deze beginselen, verre van de Duitsche methoden te willen volgen, de wereld verbaasd doen staan, door de be scheidenheid van hun eischen en de edelmoe digheid die zij zullen betrachten tegenover de stichters van dezen oorlog, nadat zij volledige vergoeding hebben ontvangen voor alle door België geleden schade. Alle geruchten, die in Hollandsche bladen verspreid worden om den indruk te wekken alsof er spoedig een basis voor het beginnen van vredesonderhandelingen zal worden ge vonden, komen dan ook alleen van Duitsche zijde. De hoefijzer-correspondent van het „Hbld." kan ten stelligste de mededeeling van het blad bevestigen, dat de vredesgeruchten, die in Den Haag sinds enkele weken loopen, uit Duitsche bron komen. Maria Ver. Uitvoering Maris Stella. Hl het gebouw van den Ned. K.-K. Volks bond hield de Mariavereeniging gister avond haar jaarvergadering. De presiden te opende de vergadering met den chris- telijken groet, heette allen hartelijk wel kom, en betoogde aan de hand van een artikel in Sobriëtas dat het jaar 1914 voor de drankbestrijding een goed jaar is ge weest. Na het zingen van 't Sobrietaslied bracht de secretaresse een keurig jaarverslag uit, dat tevens uitmuntte door dégelijk heid en bondigheid. Van de penningmeesteresse mochten "wij vernemen, dat de vereeniging er finan cieel goed voor staat. Er is een batig saldo in kas van f 59.60s. Vervolgens werd de penningmeesteresse met algemeene stemmen herkozen. De presidente deelde nog mede, dat dit jaar zal opgericht worden een meisjes- bond voor meisjes van 12—15 jaar. Er zal een weekblad opgericht worden „De Kruis tocht". In verband hiermede vroeg de pre sidente aan de meergegoede leden haar contributie te verhoogen, opdat ook dit blad gratis kan verspreid worden. In Maart of April zal de retraite gehouden worden voor drankbestrijdsters. Die er deel aan wenschen te nemen, kunnen zich opgeven bij het bestuur. Van het proza naar de poezie, al willen wij niet ontkennen, dat de drankbestrijding ook haar poezie heeft. Mej. A. C. de Vos, als dirigemte van het Dames-Zangkoor „Maris Stella", als alt zangeres, de heer Sasse, cellist, de dames B. v. d. Mark en V. Hollants (piano) en het Dames-koor zelf hebben voor de poezie gezorgd. Tegen half negen een geritsel in de zaal en mej. Vos verscheen met haar dames, die er allerkeurigst uitzagen. De toiletjes waren snoezig, japonnetjes en blousjes tip-top. Aan de piano nam mej. V. Holland plaats. De muziekuitvoering werd ingezet met: „Aan U o Koning der Eeuwen"v.J.Verhulst „Van Lente, Herfst en Maantje", van H. van Tussenbroek. De liedjes werden goed gezongen, in aanmerking genomen, dat het Dames-Zangkoor van jeugdigen da tum is. Na deze liedjes, eenige solo's van mej. A. C. de Vos en wel „Panis Angelicus" van G. Frank en „Ave-Maria" van Ch. Gounod. Mej. B. v. d. Mark zat nu aan de piano ^en de heer Sasse tokkelde op de vio loncel. Mej. de Vos beviel ons het best in „Ave Maria", dat zij zuiver en met veel gevoel zong, „Panis Angelicus" hooren wij liever van een mannenstem. Een bijzon der woord van hulde aan den heer Sasse, die op kunstvolle wijze begeleidde. Een zelfde compliment aan mej. B. v. d. Mark, die uit de piano haalde wat er uit te ha len viel. „Maris Stella" kwam nu weer aan de beurt. Het geheele programma bespreken js onmogelijk, ,,'t Liedeke van den Schil der" van Emiel Hullebroek; „Pier de Man- demaker" van J. de Jong; ,,'t Lied van den Smid" van F. Anderhof, deze volksliedjes sloegen bij 't publiek in. „Troost" van Nicolai en „Heer mijn hert is boos en schuldig" van C. v. Rennes wer den heel goed en met temperament door mej. A. C. de Vos gezongen. Van de liedjes die door deze verdienste lijke leidster en zangeres gezongen wer den, willen wij nog vermelden „Voor 't Hantkussen" van E. Hullebroek. Het is een moeilijk liedje, een liedje waarin alles van de zangeres gevraagd wordt. Of inej. A. C. de Vos „dat alles" gegeven heeft, wij gelooven, dat zijzelf het van ons niet zóu willen aannemen, indien wij het neer schreven. Mej. B. v. d. Mark begeleidde op uitste kende wijze de piano. Een woord van lof en hulde ook aan mej. V. Hollants, die de moeilijke taak had het koor te begeleiden op de piano, een taak, waarvan zij zich uitstekend gekweten heeft. Deze avond is een succes geweest. Een succes voor den Volkszang op de eerste plaats, omdat de volksliedjes in een wip insloegen bij de talrijk aanwezigen. Een succes voor mej. Vos en haar koor, omdat deze avond bewezen heeft, dat „Maris Stella" een toekomst heeft. De wij ze, waarop de dames trachten zich van haar taak te kwijten, bewijst, dat hét bij dit koor „crescendo" kan gaan. Zeker er zijn verschillende fouten aan te wijzen, maar „schoon is de poging in 't worstel perk". Het betrof hier geen zangeressen, die gesohoold zijn, maar geschoold moe ten worden en dan gelooven wij dat dit in de toekomst zeker te bereiken valt, dank zij de kundige leiding van Mej. Vos. „Maris Stella" kan veel bereiken, maar dan moet het ook versterkt worden. Mén begrijpe ons goed, het doel voor oogen hou dend, dat zij wil trachten te bereiken. En hier doen wij een beroep op alle kunstlie vende dames. Laten zij nu eens in eigen stand alle would be standverschil op zijde zetten en zich aansluiten bij „Maris Stella" dan zien wij met vertrouwen en belang stelling de volgende uifVoering tegemoet. Als het geen mobilisatie tijd was, zou den wij aan een of anderen Maecenas in Leiden vragen of hij de Maria-Vereena- ging geen piano present wilde geven. Het ding van gisterenavond was een rammel kast. Belgische Kinderen, Onze stadsgenoot de heer A. Kellenaers is gisterennamiddag van zijn zwerftocht door België teruggekeerd. Het doel van zijn reis betrof voornamelijk Dendermonde de stad, die, gelijk onze lezers weten, ver schrikkelijk is geteisterd. Maar al hetgeen wij in de bladen gelezen hebben kan niet vergeleken worden met de beschrijving, die ons de heer Kellenaers van deze ge teisterde en verwoeste plaats gaf. Het is in Dendermonde een hel, er staan nog hon derd huizen, nog een fabriek. Alle andere huizen, fabrieken, kerken, gebouwen zijn verwoest, de plaats is een groote ruïne. Alleen.... de gevangenis is gespaard ge bleven. Onverstandige raadgevers hebben nog een 6000 Belgen weten te bewerken om naar dit onherbergzaam oord terug te keeren. Deze menschen verblijven daar nu in de puin, leven in kamertjes, krotjes, schuurtjes, in de ellende en overal de el lende om zich heen. Uit deze puinhoopen heeft de heer Kellenaers dank zij de mede werking van madame de la Faille en de fabrikant v .Schoor een 32 kinderen ge haald, die beroofd waren van het hoogst noodige en gebrek leden aan alles. De kin deren namen plaats in een verhuiswagen en vandaar ging de reis naar Hamme, een afstand van drie uur. In Hamme had een roerend afscheid plaats. Ouden van da gen en jonge menschen weenden toen zij do kinderen zagen plaats nemen in bootjes orn hen over te zetten over de Dorne. Ook de kinderen weenden, maar van blijdschap nu zij bevrijd waren uit die hel van na righeid en ellende. Na een reis van eenige uren per tram kwam het gezelschap te Zwijndrecht aan, waar allen onder hondenweer over de Schelde gezet werden. Eenmaal in Ant- Ingezonden Mededeelingen a 30 cent per regel. DENKT OM MEUBELMAGAZIJN MARE 36. werpen werden de kinderen rijk onthaald door Antwerpsche dames en heeren, ook de Duitsche soldaten lieten zich niet onbe tuigd. Op de gebruikelijke wijze werden de kin deren nu naar Roosendaal vervoerd. Van daar vertrokken zij onmiddellijk naar Horst in Limburg, waar zij, dank zij de goede zorgen van den burgemeester een voorbeeld dat navolging verdient over verschillende familiën verdeeld werden. Voorzeker zouden meer kinderen zijn mee gegaan, wanneer men over grooter finan- cieele middelen had kunnen beschikken.' Thans zijn honderden kinderen moeten achterblijven in gestichten over geheel België verspreid, om bij de eerste dê beste gelegenheid., naar Holland te worden ge bracht, waar zij ten minste geen honger en gebrek behoeven te lijden. De comité-le den ondervonden steeds en overal den grootsten steun en medewerking der Duit sche autoriteiten, die voor het doel der reis veel sympathie en belangstelling toonden. De aan hen verstrekte „Passir-Scheine" en „Empfehlungen" gaven overal spoedig en gemakkelijk doorgang, zelfs in het zoo moeilijk te betreden operatiegebied, en, wanneer er een militaire auto of rijtuig noodig mocht zijn, dan werd dit te hunner beschikking gesteld of werd er een „hevel" aan de plaatselijke autoriteiten gegeven om daarvoor zorg te dragen. De kinderen werden tot Esschen gratis vervoerd, (het geen in de tegenwoordige omstandigheden heel wat wil zeggen) en onderweg door Duitsche militairen menigmaal op versna- peringen onthaald. Het voornemen bestaat over 14 dagen op. nieuw noodlijdende kinderen te gaan ha len. Steuncomité Leiden Oorlogstoestand 1AM. Vorige opgaaf f 55,898.08 Sedert ontvangen van: Fa miliefonds B. f 88.—; Ged. pers. N. Z. Tram f 16.27^; Restitutie voorschot ged. J. O. f 6.Dir. Bed. Postkantoor f 6.30; N.N. - maandel. bijdr. f 4.Hoofd Onderw. R. K. Par. School Haarl. straat f 9.(maandel. bijdr.); „Van een vollen week werkend werkman G. B. E." f2.50; pers. de Automaat f3.70 (17e bijdr.); T. M. .2 maal week-•k- bijdr. a f 50.Mevr. B. op brengst van jonge poesjes f2.50; K. K. Speelpotje f 1.50; Bond v. Gemeentewerklieden f 6.361/6 (17e bijdr.); W. v. d. B. f 0.25; V. f 0.10; S. f 0.25 (week- bijdr.); te zamen 246.74 Totaal f 56,144.82 Uitgaven le tot 21e week f 43,459.47 22e week 2,423.87^ 45,883.34'/, Saldo f 10,261.47 HOOGMADE. Uitvoering. Hoe bar het weer ook was, hoe wind en regen samenspanden toch hadden zeer velen gevolg gegeven aan de uitnoodiging der hier besta'ande muziek- vereeniging om haar uitvoering op Dins dag j.l. bij te wonen en zij hebben het zich niet beklaagd. Het was een rechtgezellige avond! Flink werden de muzieknummers voorgedragen, duidelijk aantoonende, dat in weerwil van de mobilisatie, waardoor velen de repetitiën niet konden bijwonen, met grooten ijver werd geoefend. En daar na de 3 blijspelen en nog een voordracht voor 2 heeren. Mooi werden zij voorge dragen, er werd gelachen onophoudelijk en men amuseerde zich uitstekend. Met recht mochten dan ook de twee heeren in hun voordracht zeggen: „Dat in 1908 te Hoogmade een Harmonie-Vereeniging werd opgericht, is geen wonder, maar dat zij in 1915 na het mobilisatiejaar nog bloeit, is wel een wonder. Mogen dan spoedig rust en vrede wederkeeren, opdat alle krachten kunnen samenwerken, om de ver eeniging onder leiding van haren eminen- ten directeur tot steeds hooger bloei op te voeren. KATWIJK. Yoor de Belgen. Een collecte zal hier worden gehouden voor noodlijdende Belgische huisgezinnen. Steuncomité en werkverschaffing. Door het Steuncomité is een bedrag van f 4-500 bijeengebracht, welke som gebruikt wordt voor werkverschaffing. LISSE. Yan een steiger gevallen. Een 8-jarig zoontje van een werkman v. S. viel gister morgen van een vier meter hoogen steiger en werd bewusteloos opgenomen. Per bran card werd hij naar zijne woning vervoerd. Bijgekomen klaagde hij over pijn 't hoofd. De geneesheer kon geen breuken eonstateeren. Kruis verhond. Plet kruisverbond „St. Jan de Dooper" hield gisteravond een propa- gandavergadcring in 't Bondsgebomv waar ah spreker Optrad Pater Borromeus de Greeve. De groote zaal was stampvol. In zijn openings woord zeide de voorzitter dat 't hem door dc groote opkomst toescheen dat er in Lissc meer drankbestrijders(sters) zijn dan er feitelijk in 't leger zijn. Dat deed hem goed. Hierna werd 't woord gegeven aan den spreker om zijn onderwerp „Katholicisme en Alcoholisme" te behandelen. Op welsprekende wijze schetste de gewijde spreker wat het alcoholisme is. Met pakkenden voorbeelden toonde hij de ellende welke door den drinkdwang ontstaa'- Het is bepaald gemis der kennis dat nog zoo weinig medewerkers worden gevonden voor den Roonisehen drankbestrijding. Daarom willen wij brengen ontwikkeling opdat wj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 2