BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
ner heeft aan zijn zuster op haar vraag
naar het einde van den oorlog, geant
woord ,,Ik weet niet wanneer de oorlog
zal eindigen, maar ik weet wel wanneer
hij begint, namelijk in Mei."
De beurs te Kopenhagen. De banken
•n bankiersfirma's te Kopenhagen hebben
zich vereenigd om te beraadslagen over de
héropening der beurs aldaar. De bijna al-
gemeene opnie was, dat de tijd daarvoor
nog niet is gekomen, aangezien de poli
tieke toestand nog niet helder is. pe beurs
te Kopenhagen zal dus voorloopig nog ge
sloten blijven.
Op een mijn geloopen? De Zweedsche
stoomschepen Carma en Annagreta, die
midden December uit Engeland naar Zwe
den zijn vertrokken, zijn nog niet aange
komen. Men vermoedt dat ze op een mijn
geloopen zijn. De Carma had een beman
ning van 16, de Annagreta van 20 koppen.
Beschieting van Reims. Naar een
Wolff-bericht uit Parijs, dd. 13 dezer,
meldt, wordt de beschieting van Reims met
de uiterste kracht voortgezet. Zondag vie
len er 108 granaten in de stad cn richtten
veel schade aan.
De Masurische meren. De correspon
dent van het Parijsche Journal in het Rus
sische hoofdkwartier meldtDe Duitscliers
gebruiken 's nachts in de Masurische me
ren een groot aantal gepantserde motor
booten als ijsbrekers, die door de Russische
artillerie worden beschoten. De Duitschers
hebben er liet grootste belang bij, dat men
niet over deze meren kan trekken. De
smalle strooken tusschen de meren vormen
n.L met de meren zelf voor het front een
bijna onneembaren slagboom van 80 werst.
Oorlogsmateriaal uit en door Zweden.
De Zweedsche regeering heeft besloten dat
het verbod van uitvoer van oorlogsmate
riaal, dat bij het uitbreken van den oorlog
werd uitgevaardigd, zoodanig zal worden
uitgebreid dat in de toekomst ook de door
voer van oorlogsmateriaal door Zweden is
verboden.
Gencesheeren in België. De Nieuwe
Gazet van Antwerpen schrijft over bet
groot aantal afwezige gencesheeren, die
nog steeds in Nederland of Engeland, ver
blijven. In sommige dorpen, rond Antwer-
werpen, is geen enkel geneesheer te vin
den.
Te Merxem is er van de zes aldaar ge
vestigde dokters slechts één teruggekeerd;
twee zijn bij 't Belgisch leger.
In Capellen, waar drie geneesheeren wa
ren, is er insgelijks slechts één weerge
keerd.
Nederland en de Oorlog.
De Staatsie ening.
Men deelt ons mede, dat het totaal be
drag der inschrijvingen op de Staatslee-
ning en hetgeen op de inschrijvingen zal
worden toegewezen, hedenavond in de
„Staatscourant" zal worden gepubliceerd.
Wij zijn gemachtigd mede te deelen, dat
het* totaal bedrag der inschrijvingen is 409
millioen 918,000 gulden en voorts dat het
gedeelte der inschrijvingen," waarvoor pre
ferentie is gevraagd, geheel wordt toege
wezen, tot een bedrag van 50 pCt. (de al
dus gevonden bedragen worden naar bo
ven afgerond tot het naaste veelvoud van
i 100).
Kon. Nat. Steuncomité.
De lijst van de van 3 tot en met 9 Ja
nuari voor het Kon. Nat. Steuncomité 1914
ingekomen bijdragen bedraagt in totaal
f 61,987.97.
Dit bedrag gevoegd bij de bedragen dei-
vorige lijsten is er tot dusver totaal ont
vangen aan bijdragen en toezeggingen
f 1,438,709.58.
Bovendien werden uit Ned.-Indië zen
dingen van kisten met gedragen kleeding-
stukken enz. ontvangen.
Bloeiende klompen
industrie.
Terwijl het in vele bedrijven slecht gaat
door den oorlog, gaat het met de klompen
industrie in Maas en Waal andersom. De
prijzen zijn niet onaanzienlijk gestegen,
mede door het duurdere hout, maar de
vraag naar klompen is veel grooter dan
in tijd van vrede.
De uitvoer heeft veel meer te beteekenen
dan andere jaren.
Van de steenovens.
Naar de „Geld." uit Druten verneemt,
zullen in de aanstaande campagne op
verschillende steenovens meer werkkrach
ten noodig zijn dan in andere jaren.
Zoo is aan de firma Vermeulen en Bloem
een levering vam 8 millioen steenen opge
dragen, zoodat op deze fabriek a.s. zomer
met veel personeel gewerkt zal worden.
Het steenkolenvraagstuk.
Zooals is medegedeeld, werd in de eer
ste vergadering van de gereorganiseerde
commissie voor de nijverheid van het Ko
ninklijk Nationaal Steuncomité, den 5
Januari onder voorzitterschap van den mi
nister van Landbouw, Nijverheid en Han
del gehouden, een discussie gevoerd over
het steenkolenvraagstuk.
I-Iet bureau dier commissie vond in de
toen gehouden bespreking aanleiding een
vergadering samen te roepen van eenige
leden van die commissie, die bij uitstek ge
acht kunnen worden, op de hoogte van dit
vraagstuk te zijn, en van vertegenwoordi
gers der voornaamste lichamen die hier te
lande kolen leveren.
Deze vergadering werd den 13 Januari
onder leiding van den voorzitter van ge
noemde nijverheidscommissie, prof. De
Vooys, gehouden. Ofschoon er zeker reden
te over is, om de moeilijkheden, verbonden
aan de geregelde kolenvermindering hier
te lande'niet te onderschatten, was toch de
indruk, die voortvloeide uit de mededee-
lingen der zoo bij uitnemendheid deskun
digen 'die de vergadering bijwoonden, deze,
dat er geen enkele reden is te vreezen, dat
Nederland in de naaste toekomst gebrek
aan kolen zou krijgen. Wel bleek het noo
dig maatregelen voor te bereiden om te
zorgen, dat de levering der kolen zoo re
gelmatig en doeltreffend mogelijk zou ge
schieden. De samengeroepen commissie
blijft in dit opzicht diligent.
Kinderen in de bioscoop.
Te Utrecht, waar insgelijks een veror
dening kinderen beneden 16 jaar be
schermt tegen voor hen schadelijke films,
werden Woensdagavond in een der bios
cooptheaters, misschien ook wel in de ove
rige biljetten verspreid onder het pu
bliek, waarin tegen die verordening werd
geprotesteerd, omdat.... ,,de ouders vrij
moesten zijn bij de opvoeding hunner kin
deren".... Verbiedt dan de jeugd ook maar
niet, vuurtjes te stoken of op de spoor
baan te spelen.
Enfin, den bezoekers werd in die biljet
ten verzocht, een geperforeerd strookje,
bevattende een sympathiebetuiging met
het protest, van hun handteekening te wil-
en voorzien en bij den uitgang af te geven.
't Is ons niet bekend, hoeveel bezoekers
aan dat verzoek gevolg hebben gegeven,
maar wel hopen we, te Leiden van der
gelijke demonstraties verschoond te blij
ven.
Coöperatieve meelfabriek.
Men schrijft uit vakkringen aan het
„Hbld.":
Ruim drie jaar geleden gingen er uit
bakkerijkringen stemmen op, tot stichting
eener onderlinge of coöperatieve meelfa
briek, welke gevestigd zou worden te
Schiedam in een voormalige veevoeder
fabriek. Toen de plannen in eenigszins ge
vorderd stadium van voorbereiding wa
ren, moesten zij om verschillende redenen
(o.m. wegens niet voldoende deelneming
in het aandeelenkapitaalj worden opgege
ven.
Den sedert" het uitbreken van den oor
log voor broodfabrikanten en bakkers in
ongunstigen zin. veranderde commereiaele
omstandigheden; de annuleering der meel-
contracten, de intrekking van het crediet
als anderszins, hebben aanleiding gege
ven, dat in de jongste vergadering van
het hoofdbestuur van den Ned. Bakkers-
bond aan het Centraal bestuur werd opge
dragen, stappen te doen, die leiden tot
oprichting eener onderlinge meelfabriek.
Aan de leden van genoemden bond zijn
thans twee plannen in overweging gege
ven om tot het beoogde doel te geraken:
oprichting der fabriek met eigen midde
len, waarbij de volgestorte aandeelen f 100
en veelvouden daarvan zouden bedragen
en ieder lid naar zijn vermogen een of
meer aandeelen zou moeten nemen, ter
wijl het andere plan inhoudtoprichting
met behulp van vreemd kapitaal, het welk
alleen te verwezenlijken zou zijn, wan
neer alle bakkers zich' als één man als lid
der Coöperatieve Vereeniging zouden aan
melden.
Aldus luiden de voorstellen van het cen
traal bestuur van den Bakkersbond. In
het tot belanghebbenden gerichte verzoek,
om het bestuur te laten weten aan welk
plan van oprichting men de voorkeur geeft,
is uitdrukkelijk vermeld, dat men zich
met een dusdanige adhaesiebetuiging nog
tot niets verbindt. Niettemin is het aantal
ingekomen sympathiebetuigingen belang
rijk kleiner dan verwacht werd en deelt
de redactie van het bondsorgaan in zijn
laatst "verschenen nummer mede, dat een
tweede oproeping noodig js gebleken, wil
het pan tot oprichting eener coöperatieve
Meelfabriek eenige kans van slagen heb
ben.
Gemeenteraad van Leiden.
Zweminrichting aan het nieuwe
Rijn- en Schie-kanaal.
De Voorzitter deelt mede, dat de
heeren Reimeringer, Roem en De Boer een
motie hebben ingediend om dit punt van
de agenda te voeren tot betere tijden aan
gebroken zijn.
De heer Botermans vraagt naar
aanleiding van de stukken hoe in drinkwa
ter zal worden voorzien.
De heer v. Hamel komt uit ervaring
tegen het betoog van den heer v. d. Pot
op. Maakt men een scheiding, dan zal het
met de exploitatie misloopen.
De heer Vergouwen bestrijdt de mo
tie R e i m e r i n g e r op de gronden door
den heer Sytsma aangehaald. De ondbr-
bouw is er, wij kunnen dien niet zoo laten
liggen. Ook spreker betreurt het, dat het
bedrag weer hooger is, dan eenige jaren
terug.
De heer Botermans vraagt of wan
neer het werk na de begrooting eenige
duizenden guldens tegenvalt, of dan het
voorstel wederom in den raad komt.
De Voorzitter zegt, dat wanneer
het bedrag aanmerkelijk hooger is, B. en
W. het natuurlijk zullen overwegen.
De heer Reimeringer vindt de in
richting op het oogenblik een kwestie van
luxe. Wij kunnen beter wachten, tot betere
tijden aangebroken zijn, wij kunnen dan
de materialen ook waarschijnlijk goed-
kooper bekomen.
De heer v. d. L i p betoogt, dat het geen
luxe uitgave is. Hij zou het zeer betreuren
indien de motie werd aangenomen. Een
stad als Leiden, met veel water, heeft be
slist een zweminrichting noodig.
De heer Fischer zegt, dat geregeld
aanvoer van drinkwater zal plaats hebben.
De heer K o r f f is bang, dat wanneer
wij wachten de bassins nog eens uitgegra
ven moeten worden.
De Voorzitter betreurt het met den
heer Sytsma, dart; destijds de meubileer-
kosten niet zijn aangegeven. De overige
f 4000 staan geheel buiten B. en W.; zij
zijn geeischt door de provincie. Wij hebben
echter voor, dat wanneer de provincie het
terrein zou opeischen, die f 4000 worden
terugbetaald. Wij kunnen niet gedeelte
lijk gaan bouwen, het zou later yeel duur
der uitkomen.
Spieker begrijpt nlef, hoe de heer Rel-
meringer met bezwaren van luxe komt,
daar hij altijd luxe-voorstellen doet. Zou
de begrooting tegen vallen, dan zullen B.
en W. natuurlijk overwegen, wat hun te
doen staat. Spreker sluit zich aan bij de
bestrijders van de motie.
De motie wordt verworpen met 522
stemmen. Het voorstel van B. en W. wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Keuring van Eet-, Drink- en andere waren.
In behandeling komt de verordening op
de keuring van eet-, drink- en andere wa
ren alsnog herzien na ingekomen advies
der Gezondheidscommissie.
De heer v. d. Eist brengt de commissie
dank voor de overname van zijn amende
ment, maar had de toelichting uitvoeriger
willen zien.
De algemeens beschouwingen jvorden
gesloten.
De verordening wordt artikelsgewijze be
handeld en ten slotte met algemeene stem
men aangenomen.
Rooien en verkoopen van boomen.
Naar aanleiding van het bekende adres
van G .J. F. Biegman e. o. en na het inge
wonnen advies van drie deskundigen stel
len B. en W. den Raad voor te besluiten
de boomen voorkomende op twee staten
te doen rooien en die vervolgens met uit
zondering van een aantal boomen in het
openbaar te doen verkoopen.
De Voorzitter deelt mede, dat de
heer v. d. Pot een motie heeft ingediend
om de boomen aan de Jan van Houtkade te
behouden.
De heer Roem zegt, dat hij B. erf W.
dankbaar is voor het praeadvies.
De heer Sytsma heeft het niet op
rapporten van deskundigen. Wij moeten
voorzichtig zijn. Het beste is een proef te
nemen met een straat of singel. Wil men
met een eenvoudige proef beginnen, dan
kan spreker medegaan. Gaat men alle
boomen rooien, dan is het niet meer te ver
helpen. Spreker raadt B. en W. aan het
voorstel terug te nemen; in ieder geval wil
hij krachtig de motie **v. d. Pot steunen
om de boomen aan de Jan v. Hout
kade te laten staan.
De Voorzitter zegt, dat er geen
kwestie behoeft te zijn van terugneming
van het voorstel van B. en W., omdat het
verschillende straten en singels betreft. Er
kan afzonderlijk gestemd worden.
De heer v. d. P o t heeft met belangstel
ling het rapport van de deskundigen gele
zen. Men zal echter tot de overtuiging
moeten komen, dat wanneer verschillende
boomen in straten en singels zullen ge
rooid zijn, de boomen, die blijven staan,
te ver van elkaar zullen staan. Zijn de boo
men, gesnoeid, dan zien zij er leelijk uit.
Maar na een paar maanden zien zij er
weer goed'uit. Spreker sluit zich aan bij
het betoog van den heer Sytsma.
De Voorzitter zegt, dat er straten
zijn, b.v. de Kaiserstraat, waar de boomen
te dicht op elkander staan. x
De heer Roem bestrijdt den heer v. d.
P o t op aestetische gronden.
De Voorzitter zegt, dat het snoeien
een zaak van B. en W. is. Over het rooien
heeft de raad een stem, omdat de boomen
verkocht worden.
De heer v. d. L i p is ook voor een voor
zichtige proef. Laten wij eerst zien of het
niet te leelijk is.
De Voorzitter deelt mede, dat de
heer Sytsma een motie heeft ingediend.
B. en W. uitnoodigende hun voorstel terug
te nemen en met een voorstel te komen om
een proef te némen met het rooien van
boomen op Zoeterwoudschen en W. Singel.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.,
met geen ander voorstel kunnen komen.
Er kan afzonderlijk gestemd worden, waar
door hetzelfde doel bereikt wordt.
De heer Sytsma zegt, dat de raad
met het aannemen van de motie er in
eens af zal zijn.
De Voorzitter bestrijdt de ziens
wijze, omdat er buiten die singels nog
straten zijn, waar de boomen heel goed ge
rooid kunnen worden. Ten slotte wordt be
sloten over de boomen in iedere straat of
Singel afzonderlijk te stemmen.
Verworpen wordt het voorstel om de
iepen staande aan beide zijden van de
Doezastraat tusschen Raamsteeg en Koe-
poortsbrug om den anderen te rooien.
Aangenomen wordt het voorstel om de
iepen en linden aan den huizenkant van
den Zoeterwoudschen Singel tusschen Koe-
poortsbrug en Philosophenpad om den an
deren te rooien.
Aangenomen wordt het voorstel om de
kastanjeboomen aan beide zijden van den
Witten Singel tusschen Koepoortsbrug en
Schelpenkade om den anderen te rooien.
Verworpen wordt het voorstel om de
iepen aan beide zijden van de Kaiserstraat
om den anderen te doen rooien.
Aangenomen wordt de iep op het Gerecht
te verplaatsen raar cle overzijde, de linde
te rooien.
Aangenomen wordt de iepen aan de
noordzijde van het Levendaal tusschen
Barbarasteeg en Steenschuur om den an
dere te rooien..
Verworpen wordt met 1116 stemmen
het voorstel om de middenboomerij, aan de
Jan van Houtkade te rooien.
Aangenomen wordt het voorstel om alle
boomen aan de Noordzijde van den Hoo-
gen Rijndijk voor het Invalidenhuis en de
H. B. School te rooien. Verworpen wórdt
het voorstel om alle boomen op het trottoir
aan de westzijde van den Stationsweg te
rooien; aangenomen daarentegen het voor
stel eenige boomen tot de Haverzaklaan te
rooien.
Aangenomen wordt het voorstel een vijf
tigtal boomen in plantsoen en park te
rooien.
Besloten wordt (en slotte een groot aan
tal boomen in verschillende straten en
singels, die een kwaal hebben te rooien,
met uitzondering van de 13 iepen en 2 lin
den aan de Nieuwe Rijn.
Toelaten van Kinderen tot Bioscopen.
In behandeling komt de verordening be
treffende ÏÏef toelaten van kinderen tot
lichtbeeldenvertooningen.
De algemeene beraadslagingen .worden
geopend.
De Voorzitter zegt, dat hij de min
derheid uitmaakt in de commissie. Hij
acht de verordening niet noodzakelijk,
omdat deze in Leiden niet noodig is. Ver
wijzende naar de toelichting in de stuk
ken geeft spreker in overweging de ver
ordening niet aan te nemen.
Prof. Carpentier Alting is
van meening, dat voorbereidende maat
regelen moeten genomen worden voor het
te laat is. De toestand is goed in Leiden,
maar hij kan slecht worden, daarop moe
ten wij niet Vachten. Spreker geeft toe,
waar het hier twee bioscopen betreft,
waarop direct geen aanmerking valt te
maken, dat het moeilijk is, een gedocu
menteerd betoog te leveren, maar geeft
voorbeelden van films, die, volstrekt niet
onzedelijk, toch niet door kinderen moes
ten worden bijgewoond. Ook in de bios
copen te Leiden wordt bijna geen reke
ning met het kind gehouden. Bekend is,
dat kinderen zich voor weinig geld toe
gang kunnen verschaffen tot deze verma
kelijkheden, bij de comedie is dat niet het
geval. Daarenboven is spreker van mee
ning, dat voorstellingen in schouwburgen
den geest der kinderen niet zoozeer prik
kelen als verschillende films in de biosco
pen.
Mr. Aalberse kan niet anders, dan
de gedachte, die aan de verordening ten
grondslag ligt, sympathiek vinden. Tegen
de vorm heeft hij echter vele bezwaren en
het is voor hem nog moeilijk zijn stem te
bepalen. Wat de vertooningen zelf betreft
kan men gerust zeggen, dat het in Leiden
niet te bont gemaakt wordt. De exploitan
ten maken een moeilijken tijd mede en
wordt de verordening aangenomen, zal het
voor hen in vele opzichten nog veel moei
lijker worden. Wanneer op de offiches ge
drukt staat „Kindervoorstelling'- dan zul
len vele menschen niet komen.
Erger dan de voorstelling vindt
spreker de affiches, de platen op
aanplakborden en in winkels, waarop re
clame wordt gemaakt voor een of andere
film. De ouders immers ^kunnen zorgen
dat de voorstellingen door hun kinderen
niet bezocht worden, maar zij kunnen
niet verhinderen, dat de kinderen bij het
naar school gaan kennis nemen van die
platen. Wil de commissie dus consequent
zijn, dan moet zij ook in de verordening
bepalingen opnemen, waardoor het kind
tegen dergelijke platen beschermd wordt.
Voordat art. 240 van dezedelijkh.wet aan
de orde kwam is spreker eens een half
uur voor een winkel blijven staan, waar
een kunstplaat hing van geen zedelijke
strekking. Nu kan men zeggen, het was
kunst. Maar spreker was verbaasd over
hetgeen hij in dat half uur uit de kinder
monden gehoord heeft. Het was voor hem
een rede het artikel met klem te verde
digen. In Duitschland is men nog verder
gegaan. Men heeft niet alleen gevraagd
of het eerbaar voor de jeugd is, maar ook
of het schadelijk is.
Wordfy de verordening aange
nomen, dan zullen de gewone voorstellin
gen er niet beter op worden. De exploitant
toch zal zeggen, ik mis nu de kinderen, ik
zal "de films wat meer gepeperd maken,
dan komen er meer groote menschen. De
verordening is te vaag. De exploitant wordt
overgeleverd aan een commissie. De er
varing heeft geleerd, hoe verschillend een
commissie kan oordeelen. Er worden geen
criteria aangegeven op welke wijze een
film beoordeeld moet worden. Daarbij
komt, dat de commissie de eerste we
ken gaarne de films ziet. Maar na eenige
weken komt de commissie tot de conclusie,
dat hoewel in andere vorm, de films allen
op elkander gelijken. De commissie zal er
zooveel notitie niet meer van nemen. Spre
ker betoogt nogmaals dat de grondge
dachte hem sympathiek is, de vorm dei-
verordening doet hem echter aarzelen.
Spr. houdt daarom zijn stem voor.
Mr. v. d. Eist toont met verschillende
voorbeelden aan, hoe verderfelijk vele
films op kinderen werken. Wat de recla
meplaten betreft is hij het eens met den
heer Aalberse, maar het een sluit het an
der nog niet uit. Spreker is van oordeel
dat de verordening goed zal werken en
noodzakelijk is.
De heer Sytsma sluit zich bij den
heer v. d. Eist aan, en vraagt den heer
Aalberse met amendementen te komen om
zijn bezwaren omtrent de reclameplaten
te ondervangen. Hij is van oordeel dat het
kind moet beschermd worden. Spreker
heeft zelf een enquête ingesteld en is tot
de slotsom gekomen dat er veel te veel
films vertoond worden, die door kinderen
niet gezien moesten worden en wijst nog
op de explicatie die gegeven wordt, die
soms meer dan erg is, zelfs 's middags,
wanneer z.g. kindervoorstellingen gegeven
worden.
De Voorzitter vindt, dat men te
veel aan banden gaat liggen en onder-
schrijft volkomen, de verschillende opmer
kingen door den heer Aalberse gemaakt.
Ten slotte moet men toch ook niet verge-
i ten, dat de ouders hun kinderen van bios
coop-voorstellingen moeten en kunnen af
houden.
Prof. Carpentier Alting
betoogt, dat kinderen zoo gemakkelijk voor
weinig geld, zonder dat de ouders het we
ten, bioscopen kunnen bezoeken. De over
heid moet dan wel eens ingrijpen. Spreker
onderschrijft de bezwaren van den heer
Aalberse, maar het was moeilijk iets om
trent de reclameplaten in de verordening
te formuleeren. De heer Aalberse kan ech-
"ter zélf met een voorstel komen. Spreker
meent, dat er paedagogen genoeg in Lei
den zijn om met vrucht in de commissie
werkzaam te zijn en is van meening, dat
alles er voor pleit om de verordening aan
te nemen.
De heer Aalberse betoogt nog
maals, dat de grondgedachte hem sympa
thiek is. Spreker heeft alleen aan willen
toonen, dat men consequent had moeten
zijn en veel verder had moeten gaan. De
verordening is nu te vaag. De verordening
geeft niets omtrent de reclameplaten, goefC
niets omtrent den uitleg van den explica
teur. Spreker heeft getracht eenige amen
dementen daaromtrent samen te stellen,
maar is uitgcscheden, omdat hij zag, dat
hij bezig was met een heel nieuw voorstel
met. een tegenvoorstel.
Na nog eenige discussie, die geen nieuw
licht aanbrengt, worden de algemeene be
schouwingen gesloten en komt de verorde
ning in behandeling.
Op artikel 1 heeft de heer Aalberse een
amendement ingediend, dat betoogt de
woorden in te lassen „voor het publiek
toegankelijk".
Na bestrijding door den Voorzitter, prof.-
Carpentier Alting en Mr. v. d. Lip trekt
de heer Aalberse zijn amendement in.
Artikel 1 wordt vervolgens in stemming
gebracht en aangenomen met 15
12 stemmen.
Bij artikel 2 heeft de heer Aalberse een
amendement ingediend, beoogendc dat die
films welke in and ore plaatsen door do
commissie reeds zijn goedgekeurd, door
de commissie te Leiden niet meer behoe
ven gekeurd tc worden.
Het amendement wordt verworpen met
.8—18 stemmen, die van ac lieeren Vergou
wen, Aalberse, Bots, Timp, v. Tol, Boter
mans. Driessen en Harteveld.
Na eenige redactiewijzigingen wordt ten
slotte de geheele verordening in stemming
gebracht en aangenomen met 1412 stem
men, die van de heeren Botermans, Bosch,
Cortz, Timp, Bots, Fisher, v. d. Lip, v.
Gruting, Korff, Harteveld, Driessen en
Reimeringer.
Bij de rondvraag vraagt, de heer v. d.
Eist., waarom het zoo lang geduurd heeft,
dat zijn voorstel, omtrent de schoolartsen,
eerst nu uitgekomen is. De verschillende
adviezen dagteekenen al meer dan van een
jaar terug.
De Voorzitter zegt, dat de laat
ste adviezen dagteekenen van Juli. Toen
is de mobilisatie gekomen en was er heel
wat anders aan den winkel. Hij waardeert
ten zeerste het werk van den heer v. d.
Eist en is van plan het voorstel in de eer
ste de beste zitting aan de orde te stellen.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de
voorzitter om zes uur de vergadering.
Schoolartsen.
8 Maart 1913 heeft het gemeenteraads
lid Mr. A. v. d. Eist bij den gemeenteraad
een ontwerp-verordening ingediend, rege
lende het geneeskundig en hygiënisch toe
zicht op de openbare en bijzondere scho
len en den werkkring van den schoolarts.
De voorsteller wil op het voetspoor van de
gemeenten 's-Gravenhage en Groningen
door de aanstelling van een beroepsschool
arts het geneeskundig en hygiënisch toe
zicht op de leerlingen op een breederen
grondslag vestigen en ook tot een hygië
nisch toezicht op de scholen zelve geraken.
Na het gevoelen \an de verschillende
commissiën en ambtenaren die daarvoor
in aanmerking kwamen te hebben ge
hoord. hebben B. en W. praeadvies uitge
bracht.
B. en W. geven den raad in overweging
te hesluiten niet over te gaan tot de in
voering van het in de ontwerp-verorde
ning belichaamde stelsel. Bij eventueel©
verwerping van dit voorstel willen zij
gaarne hun gevoelen over de verschillende
artikelen doen kennen.
Met het college van schoolartsen, de
hoofden van de O. L. Scholen en bijna alle
besturen der Bijz. scholen zijn B. en W.
'van oordeel, dat de schoolarts er zich in
hoofdzaak toe moet bepalen de ziekten op
te sporen, én wel in het bijzonder de be
smettelijke ziekten, al behoeft dit nog
geenszins uit te sluiten, dat ook op andere
ziekten wordt gelet, zooals op den toe
stand van het gebit en dergelijke.
Indien de schoolarts geneeskundige fce-
handeling van den betrokken leerling
wenscht, moet daarvan kennis gegeven
worden aan de ouders. Conflicten tus
schen den schoolarts en zijne collega's
worden op die wijze vermeden, en zijn dan
ook in de ruim 8 jaren, gedurende welke
alhier het geneeskundig toezicht van ge
meentewege wordt uitgeoefend, nimmer
voorgekomen.
Op het ontstaan van conflicten bestaat
veeleer kans, indien de schoolarts zich
gaai plaatsen tusschen den huisarts en
de ouders, door de moeders op zijn bu
reau te laten komen en haar daar allerlei
raadgevingen te geven ten opzierfte van
haar kinderen. En in het onderzoek op het
bureau en de besprekingen met de moe
ders ligt toch volgens het voorstel van den
heer Van der Eist juist het zwaartepunt
der taak van den beroepsschoolarts. Uit
vrees voor conflicten behoeft men dus ze
ker niet tot een ander stelsel over te gaan.
Ter wille van de eenheid in werksy-
steem is het al evenmin noodig, om op
een beroepsschoolarts de keuze te vestigen.
Met de aanstelling van één beroepsschool
arts zonder meer zal toch niet kunnen
worden volstaan. Dit is misschien mogelijk
in kleinere gemeenten, doch in een stad
als Leiden met bijna 60,000 inwoners, al
waar het onderzoek zich moet uitstrekken
over niet minder dan 30 openbare en bij
zondere scholen, zal men zich, evenals in
Den Haag, genoodzaakt zien. tot de aan
stelling van assistent-schoolartsen over
te gaan.
Bij het stelsel van M. v. d. Eist zullen
dus ook de uitgaven belangrijk hooger
stijgen.
Examens krankzinnigenverpleging.
Deze examens, ingesteld vanwege de Neder-
landsche Vereeniging voor Psychiatrie en
Neurologie, hebben een aanvang genomen
met de candidaten uit de gestichten Ende
geest en Rhijngeest.
De uitslag is als volgt
Eerste gedeelte. 14 candidaten, afgewezen
10, geslaagd de zusters G. Visschcr, J. Vol-
ker en S. M. A. Zegwaard en broeder A.
G. Niemeijer.
Tweede gedeelte. 16 candidaten, afgewe-